BLOEMEN VOOR DEN WINTER. Het benuttigen van alvaL met tal van fabrieken en enkel arbeiders woningen. Het een bracht het ander mee. Vier jaar geleden kreeg de Londensche graafschaps- raad vergunning, een groot electrisch krachtstation te Greenwich te bouwen Vreemd genoeg dacht niemand aan de mo gelijke schadelijke gevolgen voor het obser vatorium, waaraan Greenwich zijn wereld faam tc danken had; trouwens, de geleerde waarnemers vergaten zelf te protesteeren. De gevolgen worden nu ondervonden. Het laatste beetje rust, dat de sterrenwacht nog gegund was, is verdwenen. Volkomen rust was er lang niet meer; de treinen van den City- en South-London- spoorweg brachten reeds heelwat rumoer meede vele fabrieken rommelden ook be hoorlijk. Doch d© nieuwe electrische fa briek doet de rest. Haar electrische in vloeden veroorzaken ernstige storingen op de werktuigen van de sterrenwacht, zoo- dat o-a. het nut van de magnetografen fei telijk reeds denkbeeldig is geworden. Daar bij komt het onafgebroken gestamp der machines en de verontreiniging van de lucht door den rook. Een oplossing van de moeilijkheid is niet zoo eenvoudig als bij ons Scheve- ningsch beef verschijnsel De graafschapsraad heeft een som van 900,000 pond betaald voor zijn electrische installaties en denkt er niet aan, dit als weggegooid te beschouwen. Zoo bestaat er dus kans, dat het obser vatorium het veld zal ruimen, wanneer proefondervindelijk blijkt, dat beide in richtingen niet naast elkaar kunnen be staan. En er is voorgesteld, den fijneren werktuigen alvast een ander onderkomen te verschaffen. Met den roem van de Greenwich-sterren wacht zal het dan wel gedaan zijn. Hyacinten cp glazen voldoen o.i. altijd minder dan in pottenwil men zc als zoo danig aankweeken, dan moet men glazen nemen, die uit twee deelcn bestaan, zoodat de bol in het bovenste glas nooit met het water in het ondersto glas in aanraking kan komen. Wanneer men bollen koopt, doet men goed, op te geven, voor welk gebruik. De zwaarste bollen zijn geschikt voor glazen, de middel so ortige voor pottende andere voor den vollen grond. Men heeft hyacinten en tulpen-variëtei ten op naam; bij den aankoop doet men o.i. het best, enkele vaste namen d aargel a ten, 'de kleur op te geven, die men verlangt, vooral omdat vele namen bij verschillende kweekers verschillen en tal van verschei denheden volkomen gelijk van kleur zijn. ,,La Heine", „Milthiades", „Prinses Marianne", „Joost van den Vondel", enz., enz. zijn witte tulpen; „Buttercup", „Pot- tebakker", „Gele Prins", „Prince de Lig- ny" e.a. geel. Gelijk verschijnsel doet zich voor bij alle bloemen, waarvan veel varië teiten in den handel zijnhyacinten, dal - lia's, begonia's, enz. Wanneer men dus een veelkleurig perk in den tuin wil aanleggen, doet men het best bij een goeden kweeker bollen te vra gen van tulpen van verschillende kleuren, die nagenoeg gelijk en even hoog bloeien, hetzij men daarvoor enkel© of dubbele kiest. Een groote, fraaie tulp, die men gerust op naam kan koopen en die, in één soort op een perk gebracht, een fraaie uitwer king heeft, is de „Duchesse de Parma", die bovendien niet duur is: 2 gld a 2.25 gld. per 100. Een der fraaiste tulpen in ons -~og is de „Tulipa Greigi", maar zij is nogal duur: 12 gl'ii. en meer per 100. Perken van hyacinten, maar nog meer van tulpen in den vollen grond, moet men zóó aanleggen, dat men ze gemakkelijk kan. beschaduwen, omdat ze anders te spoedig verb loeien. D© morgen- en avondzon doet baar goed, maar de hcete middagzon doet haar te ver opengaan. Wij leggen onze perken aan omstreeks half October. Wij graven liet perk, waar de bollen gelegd moeten worden, 12 c.M. af, leggen daarop de hyacinten op een af stand van 15, dc tulpenbollen op een af stand van 12 c.M., daartusschen planten wij de knollen van krokus in alle variëtei ten en omgeven het geheel met een rand van blauwe druifjes („muscari botriorde"). Daarna worden deze weder met den af gegraven grond bedekt. Bij koude boven de 6o. C. eischen zij een. bedekking met riet of blad. Een andere wijze om een fraai perk in het voorjaar te hebben, bestaat daarin, dat men het beplant na-, Darwïn-tulpen van verschillende kleuren en daartusschen om beurte bizarren en bijbloemen, zijnde de lang gesteeld© tulpen van den windhandel in 1636. Deze bloeien later dan de gewone tulpen en de bizarren (geelgrondige) en bijbloemen (witgrondige) leveren tevens, wanneer men daarvan gebruik wil maken, goed materiaal voor ruikers. Wij moeten intussohen nog op een ande re bloem wijzen, die zach zeer gemakkelijk laat kweeken, namelijk het zwarte nieskruid, „helleborus niger", bij de Engelschen be kend onder den naam van Kers* Christmas-rose" Deze planten worden omstreeks if October in wijde potten geplant met zeer voedzamen grond en dan in de koude kas of in een koel vertrek gebracht in het volle licht. Wat later brengt men ze in do woonkamer en spoedig komen de zuiver witte bloemen te voorschijn. De „helle, o-us" eischt over vloedig begieten en tevens een voortdurend waken tegen de bladluis, die zich daarop gaarne vestigt. Adressen voor bollen, enz. zijn er vele. Men^kijke er dezer dagen ook de adver- tentiën maar eens op door. Een Engelsch geleerde zei eens bij ze kere gelegenheid: „Vuil en afval zijn za ken op verkeerde plaatsen". Dit gezegde bevat een waarheid, welker bevestiging wij dikwijls opmerken. Niet slechts in en kele, neen, dn bijna alle takken van In dustrie wordt tegenwoordig van vele din gen, welke men vroeger achteloos weg wierp, geld gemaakt. Let bijvoorbeeld op de zeepfabricage. In den zg. goeden ouden tijd, toen de eeep- ziederij nog als handenwerk gedreven werd (hoogstens veertig jaar terug) kende men geen andere ze open (dan die, waarvan de slachter het ruwmateriaal leverde, ais rundertalk, onbruikbaar vet, ena.soms ook wel lijnolie en. vischtraan voor smeer- •zeepen. Daar deze vetten ook toten niet geheel aan het bederf te onttrekken waren, ging men. omzien naar andere middelen en vond men ten slotte een olie van een palm soort-. Deze palm groeit bij uitnemendheid in Afrika en draagt den botanischen naam: „Elais guinfcnsis". De vruchten komen overeen met onze pruimen, maar zijn iets grooter. Het vleescfe van deze vrucht le vert een roodgele olie, uitstekend geschikt voor de vervaardiging van zeep. Daar ter plaatse werd en wordt vooral tegenwoordig nog die olie uit deze vrucht geperst en on der den naam van palmolie dn scheeps ladingen verzonden, om voor d© bereiding van zeep en kaarsen te dienen. De pit of kern van deze vrucht, in grootte en. vorm overeenkomende met een kleine hazelnoot gooide men weg. Later ontdekte men echter, dat ook deze pitten olie bevatten en begon men, nadat de bast met steenen afgeiklopt was, dezen uit t© persen. Tegenwoordig komen deze pitten als scheepsballast naar Europa. De olie van deze kernen wordt in speciaal daarvoor ingerichte oliemolens gefabri ceerd. Tegenwoordigis die in hoofdzaak bet ruwmateriaal voor de zeepfabrieken en de reusachtige ontwikkeling en de boog© vlucht van deze fabricatie zou zonder dit gTondstofmateriaal bijna niet denkbaar ge weest zijn, vooral nu sedert de belegering, van Parijs, waar men. de vervaardiging van margarine vond, bijna alle goede mnder- talk voor de fabricatie van deze boter ge bruikt wordt en dus voor de zeepfabriekeo, nog slechts de slechtste kwaliteiten en m zeer geringe hoeveelheden beschikbaar) zijn. Men heeft dns vroeger in den vorm van palmpitten- millioenen guldens weggewor pen., Een soortgelijk geval is bij de boomwol- cultuur voorgekomen. Ieder kent wellicht uit zijn jeugd, door schilderingen van den slaventijd in de Zuidelijke Ststea van Noord-Amerika, de betcekesnis van de boomwolcultuur voor deze slaven. Er wer den daar destijds reeds reusachtige hoeveel heden boomwol geproduceerd, wat sinds nog toegenomen is. Een zeer onaangename bijomstandigheid vormden echter de mas sa's zaden, omdat men deze ten slotte ner gens kwijt kon. Men beproefde ze als vee voeder winstgevend te maken, maar bereik te daarmede slechts negatieve resultaten. Een proef, om ze als mest te gebruiken, mislukte eveneens; kortom: nergens kon men met deze zaden iets beginnen. Men wierp toenmaals deze nevenproducten op groote boopen, den tijd overlatend, wat er nog van worden zou. En zie, een heldere kop kwam op het denkbeeld, olie er uit te persen en tegenwoordig heeft men nauwe-! lijks zaad genoeg, om alle aanvragen - ar deze gewilde olie te voldoen. Deze olie gaat in haar fijnste merken in groote hoeveelheden naar Italië, om daar voor het verwerken van olijfolie te dienen, waarna ze als tafelolie onder verschillende namen wordt geëxporteerd, om als genot middel te worden gebruikt. De goedkoopere merken dienèn daarente gen weder voor het \ervaardigen van zeep. 100 K.G. van deze olie voor taf el gebruik kost, al naar de samenstelling, 21 24 gulden. Welke enorme sommen gelds des- Wij mogen zeker wei onze lezers opmerk zaam maken op den aankoop van bloem bollen, om reeds in het hartje van den winter en in het vroege voorjaar de woon vertrekken te veraangenamen 1 Zoo ja, dan vestigen wij in de eerste plaats hun aandacht op hyacinten en tul pen. Men plan te in een grooten pot een vijf tal vitooge witte Romein so lie hyacinten, daarom heen een vijftal tulpen „Due van Thol" en daartussch-n eenige scilla sibin- ica, plaatse dien pot in een donkere kast tot alle bollen uitgeloopen zijn en brenge hem dan in dc woonkamer. Reeds met Kerst mis zal men dan in het bezit zijn van een heerlijken ruiker. Potten, waarin men planten tot ontwik kel'.ig wil brengen, moeten goed gedrai- net.d werden Eerst wat potscherven, dan wat mos of duinzand, vervolgens vruchtba- re aarde, bladaarde of turfmolm, gemengd met een derde broeiaardc en een derde •duinzand behoorlijk gemengd met geteer- den koemest, of met kalk, kali, ammoniak- superphosphaat, ongeveer 3 gram per pot, en daarin de bollen gebracht, zóó, dat zij met den neus even onder den grond komen. Eén hyacintebol per pot van 12 c.M. mid dellijn of 3 tulpebollen. Heeft men een tuin of kouden bak, dan graaft men daar de potten in tot het be- i gint te vriezen; vervolgens brengt men ze in een vorstvrij vertrek en wanneer dee bloemknop zich vertoont, in de woonkamer. Wanneer men ze te vroeg in de warmte brengt, schieten zij te waterachtig op en g' ven aanleiding tot teleurstelling. Bij gebrek aan tuin of bak kan men de potten op een koele, donkere plaats in huis zetten, waar ze e.ns per week matig bego- ':en moeten worden. Een zes- tot tiental hyacinten van gelij ke kleur in een platten pot van 25 c.M doorsnede» en 10 a 12 c.M. diepte en op ge lijke wijze behandeld als wij z-oeven mede deelden, loonen de moeite in booge mate. Vooral zorge men ook deze planten niet te vroeg in een warm vertrek te brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 13