Vrijdag 28 September.
A0. 1906.
<Beze >€ourant wordt dagelijks, met aitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieeie Kennisgeving.
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
ISerste liefde.
N°. 14294-
TRIJS DEZER COURANTS
Voor Lelden per week 9 Oects j per 3 maanden l l J 2 f 1*10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sya l B 1.30.
Franco per post i i 1.65.
PRIJS DER ADVERTENTIES s
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Örootere letters naar
plaatsruimte. Kloine edvertentiën van 30 woorden 40 Oents contant; elk
tiental woorden meer 10 Cents.Voor het inoasseeren wordt 0.06 berekend.
Inkomstenbelasting.
Burgemeester cn Wethouders van Lei
den brengen in herinnering, dat met 30
September o. k. de derde termijn vervalt
van de Inkomsterbelasting, dienst 1906,
en dat al zoo op den lsten October a-S.
minstens 3 zesde gedeelten van den aaDslag
moeten zijn voldaan.
Zij noodigen mitsdien belanghebbenden
uit, om, ter voorkoming vaQ vervolgings-
kosten, tot do betaling van bet verschuldig-
do ten k^'oro van den Gemeente-Ontvan
ger over te gaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, dan 28sten September 1906.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, 1ste alinea der Hinderwet;
Brengen ter algemeenj kennis, dat door
hen vergunning is verleend aan do wedu
we J J- GIJZENIJ, en rechtverkrijgenden
tot het oprichten van een bewaarplaats
van lompen in het perceel Oude Heeren
gracht No. 11
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
YAN HEYST, Secretaris-
Leiden, den 28stcn September 1906.
Als wij beginnen te zeggen, dat we gis
ternamiddag weer eens een ouderwetschc
Raadszitting hebben bijgewoond, dan dient
men dit woord in andoren zin fco- nemen
dan waarin het pleegt te worden opgovat-,
als men spreekt van een ouderwctschen
winter of zoo iets.
Dan verbindt men er het denkbeeld van
groutach en geweldig aan en boven wordt
cv juiit liet tegendeel mee bedoeld.
In den goeden ouden tijd glipten met
uitzondering van zwaarwichtige onderwer
pen, de punten ixx> maar onder den ha
mer des voorzitters door. Men geloofde
het wel, dat B. cn Ws. het menu goed
hadden toebereid en opgezet cn men ver-
orhorde het zonder er veel bij te praten.
Toen waren- gemeenlijk de vergaderingen
van den Raad tegen halfvier afgeloopen,
en dc heeren konden in de koos of waar
men anders in kringetjes zich verzamoldo,
in een onderonsje cr nog wel eens gerellig
over kouten.
Zoo was het gisteren ook weer.
D0 twintig punten gleden, behoudens een
paar kleine oponthoudjes, elkander rustig
na, als van een leien dakje.
Hot begon al kalm bij „Ingekomen stuk
ken." Men ziet ze soms tot ccd berg op
gestapeld op des Voorzitters tafelnu
was het maar een timp el drietal.
Het belangrijkste was wel een schrijven
van prof rar. Van der Vlugt, waarin hij
meedeelde, zich genoodzaakt te zien zijn
ontslag te nemen al3 lid van den gemeen
teraad.
Do Voorzitter wijdde eenigo waavdeereu-
do woorden aan het heengaande lid, waar
op teekenen van instemming van do Raads
leden volgden.
Er likt ook iets van weemoed in dit onfc-
flag, omdat het stellig niet genomen zou
zijn, indien niet do gezondheidstoestand
er den heer Van der Vlugt toe genood
zaakt had. Een man' met het temperament-,
het karakter en de gaven als de heen
gaande, had voor onzeD Raad een sieraad
en een kracht kunnen wezen.
Mannen met een zeer ruimen blik, die
do dingen, welke des gemeenteraads zijn,
breed cn groot kunnen opvatten, heeft ook
difc collego noodig. Moge het den kiezers
in het tweede diftrict behagen om voor
Van der Vlugt een althans in dit opzicht
waardig opvolger te schenken.
Een reeks benoemingen gingen voorop,
voornamelijk benoemingen bij het onder
wijs.
En dat het daarbij slechts éénmaal even
hortte, mag haaft verwondering wekken.
Men had met het oog op vroeger voor het
minst kunnen verwachten, dat do deuren
voor een uurtje waren toegegaan.
Bij dc benoeming van een onderwijzer
met verpikte hoofdakte aan de school
HeercDstraat, vroeg de heer Paul, waarom
een onderwijzer, die èn door het hoofd der
school én door den arrondissements-tcli'ool-
opriener daarvoor werd aanbevolen, niet
op de voordracht i.v geplaatst.
Do heer Van Hamel kwam daarop met
een beoordeeling van een paar dier onder
wijzers voor het voetlicht van het hoofd
der fchoo! Cal jé, wiens school geheel bui
ten doz'o benoeming stond. De op nummer
één geplaatst» werd daarin als verreweg
de verdienstelijkste sollicitant voorgesteld.
Do heer Sijtsma wilde cp dc verdiensten
van dezen sollicitant ook niets afdingen,
doch meende, dat het voorgelezen rapport
hier niet in de eerste plaats in aaamcr
king mocht komen, maar we) dat van het
betrokken hoofd en den schoolopziener.
Verder wees hij er op, dat do heer Koops,
een man, op wiens kompas men op het ge
bied van onderwijs g&arne vaart, den
gopas6eerden onderwijzen gunstig beoor
deelt, dio bovendien verreweg do meette
dienstjaren telt. Hij beval do belangen van
dezen man voor een volgenden keer ern
stig bij den wethouder van onderwijs aan.
Do heer Fockema Andreae vroeg bij het
voorstel tot verhooging der jaarwedde van
dr. Janssens ak geneesheer van het ge-
Bticht Endegeest", en liet niet weder aan
stellen van een derden geneesheer, waarom
B. en Ws. nu niet meer noodig achten,
wat zij ruim een jaar geleden zelf hebben
voorgesteld en verdedigd, toen dan ook een
derdo geneesheer werd benoomd.
De Voorzitter antwoordde er op en
dit was te verwachten dat de gezond
heidstoestand van den toenmaligen genees
heer-directeur te wenschen overliet, waar
door dient' werkkrachten niet meer zoo
groot waren. Men wist toen niet, hoe lang
die toestand zou voortduren, doch thans
zijn de omstandigheden veranderd. De
Raad, die toch wel graag een ambtenaars-
traktement uitspaart, ging er verder na
tuurlijk meo acooord.
De voorwaarden, waarop aan de Maat
schappij tot exploitatie van Tramwegen do
vergunning zou worden verleend tot het
bouwen ©n inrichten van een wachtlokaal
aan hot Noordeinde, waarop, zooak' onze
lezers weten, ook in dit blad dc aandacht
werd geveftigd, en dat ook werkelijk als
een groote vooruitgang kan worden be
schouwd, konden de goedkeuring van den
heer Fookema Andreao niet -geheel weg
dragen. Hij 6loot zich aan bij het bezwaar,
daarover in een adres van prof. dr. W.
Nolen en andere bewoners van het Noord
einde ontwikkeld, welk adres hierbij ook
aan do orde kwam.
In alinea 2 der voorwaarden stond:'"„dat
lotse goederenwagens kunnen blijven staan
gedurende den tijd, welke verloopt tusschen
twee door do dienstregeling voor het goe
derenvervoer aangewezen treinen."
Adressanten vreezen, dat deze voorwaar
de aanleiding zal geren tot ontsiering van
do omgeving van het Noordeindo, en de
heer Fockema Andreae vreesde het mee. In
dien er slechts weinig goederentreinen loo-
pen, kon het bedoelde tijdsverloop wol bij
na den geheelen dag zijn.
Het bleek uit de raededeelingen van den
Voorzitter, die deze voordracht o. i. op
uitnemendo wijze verdedigde, dat deze
voorwaarde juist de prijs was waarvoor de
verbetering het Wachtlokaal kon
worden gekocht.
De heer P. J. Mulder begreep niet, waar
om men amendeerde; hij was tegen dc ge-
lieele voordracht, fcerwille van de ontsie
ring van het Noordcinde, die or het gevolg
van zou zijn.
De heer Fokker dacht aan den tijd dat
de vaart verlegd zal zijn buiten do stad en
do brug daar niet meer zoo dikwijls' zal
worden afgedraaid; het publiek zou dan
wel weer over do brug kunneD gaan. Maar
het publiek is nu al aan instappen aan het
Noordeinde gewend, repliceerde de Voor
zitter, en moet er, weer of geen weer, nu
buiten wachtendaar een wachtlokaal lo
vindon, is toch veel beter en de vergunning
wordt bovendien tot wederopzeggens toe
gegeven.
Het amendement van prof. Fockema An
dreae, beoogendo do aangeh;. -1de zinsnede
uit do voorwaarde fco lichten, werd met 19
tegen 9 etemmfcn verworpen. Het wekte
eenige verwondering dat de heer Mulder,
dio togen het verleenen der vergunning
waf, er tegen stemde, nadat do Voorzitter
had verklaard, dat aannaming er van de
zaak weer op losse schroeven zou zetten.
Na overneming door B. en Ws. van een
amendement van den heer Zaalberg, waar
bij do Maatschappij wordt opgedragen bij
koud© weersgesteldheid het lokaal fco ver
warmen hij wilde aanvankelijk ook het
spuwen or verboden zien werd de voor
dracht van B. en "Ws. zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Wij juichen de aanneming van harte toe
als een grooto verbetering voor do talrijke
reizigers, die van deze tram profiteeren, en
vertrouwen, dat er weinig of geen ongerief
door de omwonenden van ondervonden zal
worden en dat de vrees voor ontsiering van
het Noordeindo ook meer een schrikbeeld
dan ieta wezenlijks zal blijken te zijn.
Nu kwamen nog de bekende verzoeken
van de Leidsche tmeden- en mctaalbewer-
kersvereenigingen. Het praeadvies van B.
en Ws., dat anvijz. 1 luidde, scheen wel
zeer overtuigend te zijn. Er werd zonder
debat, afwijzend beschikt.
Zonder difoussie en stemming bekrach
tigde do Raad daarna den aankoop door
B. en Ws. van een perceel naast liet Stede
lijk Museum aan den Ouden Singel, welke
aankoop van wijs beleid getuigt, want als
do gemeente to eeniger tijd het huis zal
moeten bezitten, zou- zij veel meer hebben
fco betalen en betloot tot den aankoop
van een perceel in do Lange Vrouwekerk
steeg, voor een zeer billijken prijs, waar
door do gemeente in het. bezit komt van
het laatste perceel van een complex van
gebouwen, waartoe ook het Caecilia-gast
huis en do Stedelijke Werkinrichting be-
hooren.
Hiermedo wa3 de agenda afgeloopen en
na nog een enkele vraag van den heer Fok
ker, die op bevredigende wyzo door den
Voorzitter kon worden beantwoord, gingen
de heeren reedf vóór halfvier huiswaarts.
Lcadc-n, 28 September.
Ongetwijfeld zullen onze lozers, voor
zoover zij het niet reeds wisten, met leed
wezen vernomen, dat prof. mr. P A. Tiche
laar, hoogleeraar in het Romeinsóh Recht
eD zijn geschiedenis aan de Leidsche Uni
versiteit, in welk ambt hij indertijd prof.
mr. H. L. Druckcr verving, door een oog
ziekte bijna het geheel© gezichtsvermogen
verloren heeft, nadat hij reeds vroeger aan
een hevig zenuwlijden leed, waarvan hij
echter na een geruimen tijd in het buiten-
Land vertoefd te hebben, geheel genas.
Het lag aanvankelijk in het plan van
den hooglccraar ontslag uit zijn ambt te
vragen, doch hij is daarvan teruggeko
men omdat hij in de gegeven omstandig
heden meent zijn werk naar bchooren to
kunnen doen en zijn colleges te kunnen
blijven geven.
Dc booglceraar toch wordt thans ter zijde
gestaan door iemand, dio zijn academisch©
studiën in dc rechten heeft voltooid en als
zijn secretaris optreedt.
Als een bewijs, dat mr. Tioholaar zich
ia staat gevoelt om to werken, kan wor
den medegedeeld, dat hij thans ijverig bezig
is aan het omwerken van Moddermans
„Romeinsoh Recht en zijn geschiedenis."
Wij willen hopen, dat prof. Tichelaar
inderdaad op deze wijze in het belang der
wetenschap in het algemeen, cn in het be
lang dor Leidsche Universiteit in het bij
zonder, kan werkzaam blijven.
Tot leeraar in het tcekenen aan de H.
B.-S. en tot directeur der avondteckcn-
school te Brielle is benoemd de heer S.
Klinkenberg, te Leiden.
Bedankt is voor het beroep naar dc
Ned.-Horv. Gem. te Zoeterwoude door ds.
H- H. van Ameide, te Ouderkerk aan den
Am8tel.
Het stoffelijk overschot van mevrouw
S OffermansVan Hove is gistermiddag
onder talrijke blijken van deelneming op
de R.-K. begraafplaats te Den Haag in
den familiegrafkelder bijgezet.
Vele mannen en vrouwen van naam in
de kunstwereld, zoowel op muzikaal als op
ander gebied, stonden rond de groeve, om
een laatsten afscheidsgroet te brengen aan
do begaafde kunstsnaresse, de eertijds zoo
gevierde zangeres, die zooveel kunstgenot
schonk.
Hot lijkkleed was bedekt door een menig
te kransen, waaronder van muziekgenoot-
schappen, o.a. de Maatschap pp ijen „Di-
ligentio Concert" en „Toekomst", welke ge
nootschappen ook door bestuursleden ver
tegenwoordigd waren.
Nadat de beaarding was verricht, sprak
een der zonen een woord tot afscheid aan
zijn onslapono moeder, waarin hij den aan
wezigen dankte voor de betoonde belang
stelling.
Haar portret hangt in onze Vestibule.
De nieuwe liooglecraar in de wijsbe
geerte aan do Amsterdamsche hoogcschool,
dr. T. J. de Boor, onder-bibliothecaris aan
de Kon. Bibliotheek te Den Haag, was
achtereenvolgens bibliothecaris van het
Fricsche Genootschap te Leeuwarden, con
servator aan do Univcrsitcits-bibliuthock
ti Groningen en volgde dr. Brugmnns,
toen deze in 1904 tot liooglceruar in de ge
schiedenis te Amsterdam benoemd werd,
als onder-bibliothecaris te VGravenhago
op
Door zijn geschriften op het gebied der
wijsbegeerte vooral op dat der Arabische
wijsbegeerte, maakte hij zich, zoowel in heb
binnen- als buitenland naam, o.a. door zijn
„Geschichtc der Philosophic im Islam,"
welk werk in vreemde talen werd overge
zet.
De nieuwo hooglccraar, geboren te Wir-
dum, (Friesland,) is ongeveer 10 jaar oud.
(„N. R. CV')
Mr. H. C. Dresselhuijs, dio tot admi
nistrateur bij het departement van justilio
is benoemd, is bestemd om prof. mr. Simou
van der Ao, die in October het hooglcor-
aarsambt aanvaardt, als chof der afd. ge
vangeniswezen enz., aan het departement
to vervangen.
Het aantal candidaat-lcdcn voor het
Delftsch Studenten-corps is ditmaal 125.
Het hoofdbestuur van hot Ncderland-
sclio OndorwijzcrsJ-Genootschnp heeft, op
een desbetreffend adres van den minister
van binnenlandsche zaken, bericht ontvan
gen, dat een nadere regeling van de be
zoldiging van ondorwijzers, werkzaam aan
do voorbereidende klassen van enkele rijks
normaalscholen, wordt overwogen.
Do luitenant-kolonel I. H. van der
Burg, kapitein F. H. Nieuwenhuis, van liet
5de; J. H Wolsch, van het 2de; A. H.
van Alphen de Veer, van het 4de; P. J. A.
Vintgens cn G P. M. Ongorhoer, van het
lido reg. inf., zijn aangewezen van 1—29
November bij het 1ste rcg. vesting-art. fco
Utrecht een cursus bij te wonen voor ves
ting- en fortcommandanten.
Op de aanbeveling voor leeraar in de
oude talen aan hefc gymnasium te Zutfcn
komen voor: 1. dr. P do Koning, to Stad-
Doetinchcm, 2. dr. K. E. W. Strootman te
Sncek en 3. dr. L. A. J. Burgersdijk te
Leeuwarden.
Voor het tijdvak van 1 October tot en
met 15 Juli 1907 is benoemd tot aasistont
aan den Rijks hoogero land-,tuin- cn bosch-
bouwschool tc Wageningen, dc heer R. Ver
schuur, scheikundig ingenieur te Arnhem.
Men moldt aan de ,,N. R. Cfc.":
Naar aanleiding van do op 17 dezer to
Den Haag gehouden, zoo goed geslaagde
openbare meeting ter bestrijding der par-'
ticuliere pandjeshuizen, heeft het comitó
besloten, in het laatst van October een bij
eenkomst to houden met de afgevaardigden'
der adiiaesic betuigd hebbende verccnigin
gen, o: i do eerste Btappen te doen tot het
S)
Zij scheen ook wel te weten, dat zij den
jongen rechter iets minder aangenaams go-
zegd had, maar merkte met een glimlach
op: ,,U moet me niet kwalijk nemen, me
neer von Arzbcrg. Zoo lijkt mij de wereld
toe. Ik geloof ook, dat het moeilijk zou zijn,
mij in dat opzicht van mcening te doen
veranderen."
De jonge jurist was me1, deze verklaring
tevreden- Een voortzetten van het gesprek
in deze riohting you hem reeds daarom pijn
lijk geweest zijn, daar dc mooie weduwe,
dio hij, eenige woken geleden, toevallig
had leeren kennen, reeds een diepen indruk
op hem gemaakt had. Dat zij hem had toe
gestaan, vandaag, op het feest der gid
sen haar cavalier to zijn, vatte hij op als
ccn bijzonder gunstbewijs, waarop üij
trotsol.c plannen bouwde.
Hij werd uit zijn gepeins opgeschrikt
door een vraag van zijn mooie buurvrouw.
„Kent u den gids, die daarginds tegen
den pilaar leunt en zich van de geheele
zaak niets schijnt aan te trekken!"
De rechter plaatste de monocle in het
rechteroog. Wat hij daar bij den pilaar
zag, beviel hem maar half, en hij trachtte
onwillekeurig een ontwijkend antwoord te
geven: ,,U bedoelt toch dien oudea man
mot de reddingsmedaille?"
Johanna von Hager glimlachte: „Neen,
dien bedoel ik niet. Maar den anderen,
die naast hem staat, dien knappen jon
gen man met dat krullend haar cn dietpre-
kende oogen."
„O, die?" antwoordde de rechter ©enigs
zins verwonderd. ,,Ja, dien ken ik toeval
lig. Hij heet Valentin Oberwalder, is een
rijke boerenzoon en beschouwt het beroep
van gids meer als een soort sport, want
voor zijn onderhoud heeft hij het niet noo
dig. Bij de laatste redding op de Zugspit-
ze heeft hij zich bijzonder verdienstelijk ge
maakt. Drie menschen moeten aaii hem
het leven te danken hebben. Men heeft
hem daarom ook de reddingsmedailie rced3
toegedaoht en die zal wel niet lang
op zich laten wachten. Nu, wanneer
hij die onderscheiding eenmaal heeft, dan
zal bij bij hefc schoone geslacht van het
Loisachdal bijzonder veel geluk hebben
Wanneer hij daardoor maar niet overmoe
dig wordt."
„Overmoedig! Waarom? Hij heeft die on
derscheiding toch in ieder geval verdiend.
„Dat is wel waar", antwoordde de rech
ter een beetje minachtend, „maar er zijn
voorbeelden dat zulke een bijzondere on
derscheiding voor de jongelingen hun on
geluk is geweest, doordat zij hoogmoedig
en verwaand worden."
„Van Valentin Oberwalder geloof ik dat
niet", beweerde de mooie, jonge vrouw met
nadruk. „Die heeft oogen, waaruit iets
geheel anders spreekt dan hoogmoed en
ve nvaan d heid
Voor den heer von Arzberg was het oo
gen blik gekomen, zich voor de tweede maal
te verbazen. Wat gingen de jonge vrouw
dc oogen van dien boerenjongen aan. De
rechter vond hefc bespottelijk jaloersch te
zijn o;; iemand, die o ver beneden hem
stond. En toch maakto een dergelijk gevoel
zich van hem meester.
„Ik wist niet, mevrouw, dat u de oogoo-
fcaal van onze boerenjongens zoo goccl vtr-
stondt 1"
Johanna glimlachte. Hefc deed haar be
paald genoegen den rechter geheel uit
zijn rol te zien vallen. Zijn zelfgenoegzaam
air verdween geheel.
„Ja, meneer von Arzberg," zcide zij niet
zonder eenige coquettcne, „men maakt stu
dies in het loven en maakt zo zich bij
voorkomende gevallen ook ten nutte. Om
nu van den persoon op de zaak te komen:
ik stel mij een mau, die in staat is in een
oogenblik van groot levensgevaar slechts
aan de redding van zijn medemenschen te
denken, bij wio dus do bereidvaardigheid
tot zelfopoffering alle egoïstische consi
deraties tot zwijgen brengt steeds voor
al3 onvatbaar voor kleinzielige overwegin
gen. Want ware moed is een eigenschap,
die, zelfs wanneer z-e niet voorkomt in
verbinding met een sympathieke persoon
lijkheid, ons, zwakken vrouwen, steeds de
grootste achting afdwingt Ikzelf bijvoor
beeld ben vast overtuigd, clafc ik voor geen
enkelen man eenige diepere belangstelling
zou kunnen gevoelen, hij mocht er dan
uitzien zooals hij wilde en wio weet welke
hooge betrekking bekleeden wanneer ik
in dit opzicht niet bewonderend lot hem
zou kunnen opzien."
Eet onderhoud begon voor den rechter
een eenigszins pijnlijke wending te nemen.
Hij verwedde, dat in haar woorden ccn
steek lag, die tegen liem was gericht, en
toch had hij zich niets te verwijtenbe
hoefde Rij zich voor geen enkele lafhartige
daad te sohamen.
Hij behoorde tot die mannen, die onder
zekere omstandigheden een groote vastbe
radenheid kunnen ontwikkelen, wanneer zij
daartoe gedwongen worden, maar hefc ge
vaar op te zoeken, alleen, om hun eigen
moed te toonen en op de proef te 6telLen,
dat kwam niet in hem op. Dat viel niet
in liet bereik van zijn denken cn willen.
Hij autwoordde dus, 1 alf verlegen, half
opgewonden
,,U schijnt van krachtige eigenschappen
te houden."
„Zooals men het nemen wil," antwoord
de de jonge vrouw op rustigen toon; „laat
u door mijn meening niet van uw stuk
brengen, mijnheer von Arzberg. Ik weet
wel, dat beroep en levensomstandigheden
hefc velen onmogelijk maken moedige da
den te verrichten. Maar het zou onrecht
vaardig zijn, daarom slechter van hem te
denken."
De rechter haalde weer verruimd adem.
Nu had zij toch uitzonderingen gemankt,
waaronder hij zich met recht mocht telleu.
Hij bloosde zelfs van vreugde, toen hij zich
den blik herinnerde, waarvan zjj huar
woorden had doen vergezeld gaan.
Johanna had haar geheele opmerkzaam
heid weer aan de dansenden en de lande
lijke toeschouwers gewijd. Do jonge gids
stond niet meer bij den pilaaronder de
dansenden was hij ook niet. Zou hij het
feest reeds verlaten hebben?
Johanna von Hager begon zich onwille
keurig ernstig met detzc vraag bezig le
houden. Daar ging toevallig de men'chon-
menigto uiteen én nu zag zij hem weer.
Hij stond naast een groot, mooi boeren
meisje, dat hij blijkbaar op levendigen toon
toesprak.
„A," dacht de dame, „rijn liefttc. Na
tuurlijk, waarom zou hij die ook niet heb
ben? Zulk een knappe jongen, handig en
moedig als geen tweede. Hij zal straks wel
met haar gaan dansen. Eigenlijk zijn zij
niet anecn voer boerenbegripp< n een knap
paar."
Met groote belangstelling volgdo Johan
na wat er tueac/ien hen ueiden gebeurde.
Do gids scheen tegenstand te ontmoeten,
die niet slechte op grilligheid of trots to
berusten scheen, want de uitdrukking up
het gezicht van liet meisje wag deelnemend,
bijna smartelijk, terwijl zij ontkennend het
hoofd schuddo.
Toen kwam er een derde bij, cao haar
blijkbaar ten dans vroeg c-n wien zij snel
volgde, nadat zij den gids, als om hem
tevreden te stellen, hartelijk de hand had
gedrukt Dcre bleef een cogenblik staan
alsof het in hem kookte, alsof hij hefc
mcisjo met geweld aan zijn mededinger
wilde ontrukken en hem tegen den grond
daan Het duurde slechts een oogc/b'ik
Zijn gebalde vuisten openden zich, do rim
pels op zijn voorhoofd ve"rdwenen en hij
nam do plaats aan deu pilaar, waar hij to
voren gestaan had, weer in.
Zijn blik zwierf verstrooid door dc taal
en bleef toen op een gestalte rusten, wior
donkere oogen hem schenen te doordrin
gen. Daas-bij had hij de voor licni geheel
nieuwe gewaarwording, dat hij dien blik
niet kon ontwijken, maar hem moest beant
woorden, of hij wilde of niet. Hij kendo
de schoone dame niet, die daar stond. Hij
had haar nog nooit gezieD.
(Wordt vervolgd.)