Vrijdag 28 September. A0. 1906. <Beze >€ourant wordt dagelijks, met aitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieeie Kennisgeving. Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. ISerste liefde. N°. 14294- TRIJS DEZER COURANTS Voor Lelden per week 9 Oects j per 3 maanden l l J 2 f 1*10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sya l B 1.30. Franco per post i i 1.65. PRIJS DER ADVERTENTIES s Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Örootere letters naar plaatsruimte. Kloine edvertentiën van 30 woorden 40 Oents contant; elk tiental woorden meer 10 Cents.Voor het inoasseeren wordt 0.06 berekend. Inkomstenbelasting. Burgemeester cn Wethouders van Lei den brengen in herinnering, dat met 30 September o. k. de derde termijn vervalt van de Inkomsterbelasting, dienst 1906, en dat al zoo op den lsten October a-S. minstens 3 zesde gedeelten van den aaDslag moeten zijn voldaan. Zij noodigen mitsdien belanghebbenden uit, om, ter voorkoming vaQ vervolgings- kosten, tot do betaling van bet verschuldig- do ten k^'oro van den Gemeente-Ontvan ger over te gaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, dan 28sten September 1906. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, 1ste alinea der Hinderwet; Brengen ter algemeenj kennis, dat door hen vergunning is verleend aan do wedu we J J- GIJZENIJ, en rechtverkrijgenden tot het oprichten van een bewaarplaats van lompen in het perceel Oude Heeren gracht No. 11 Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. YAN HEYST, Secretaris- Leiden, den 28stcn September 1906. Als wij beginnen te zeggen, dat we gis ternamiddag weer eens een ouderwetschc Raadszitting hebben bijgewoond, dan dient men dit woord in andoren zin fco- nemen dan waarin het pleegt te worden opgovat-, als men spreekt van een ouderwctschen winter of zoo iets. Dan verbindt men er het denkbeeld van groutach en geweldig aan en boven wordt cv juiit liet tegendeel mee bedoeld. In den goeden ouden tijd glipten met uitzondering van zwaarwichtige onderwer pen, de punten ixx> maar onder den ha mer des voorzitters door. Men geloofde het wel, dat B. cn Ws. het menu goed hadden toebereid en opgezet cn men ver- orhorde het zonder er veel bij te praten. Toen waren- gemeenlijk de vergaderingen van den Raad tegen halfvier afgeloopen, en dc heeren konden in de koos of waar men anders in kringetjes zich verzamoldo, in een onderonsje cr nog wel eens gerellig over kouten. Zoo was het gisteren ook weer. D0 twintig punten gleden, behoudens een paar kleine oponthoudjes, elkander rustig na, als van een leien dakje. Hot begon al kalm bij „Ingekomen stuk ken." Men ziet ze soms tot ccd berg op gestapeld op des Voorzitters tafelnu was het maar een timp el drietal. Het belangrijkste was wel een schrijven van prof rar. Van der Vlugt, waarin hij meedeelde, zich genoodzaakt te zien zijn ontslag te nemen al3 lid van den gemeen teraad. Do Voorzitter wijdde eenigo waavdeereu- do woorden aan het heengaande lid, waar op teekenen van instemming van do Raads leden volgden. Er likt ook iets van weemoed in dit onfc- flag, omdat het stellig niet genomen zou zijn, indien niet do gezondheidstoestand er den heer Van der Vlugt toe genood zaakt had. Een man' met het temperament-, het karakter en de gaven als de heen gaande, had voor onzeD Raad een sieraad en een kracht kunnen wezen. Mannen met een zeer ruimen blik, die do dingen, welke des gemeenteraads zijn, breed cn groot kunnen opvatten, heeft ook difc collego noodig. Moge het den kiezers in het tweede diftrict behagen om voor Van der Vlugt een althans in dit opzicht waardig opvolger te schenken. Een reeks benoemingen gingen voorop, voornamelijk benoemingen bij het onder wijs. En dat het daarbij slechts éénmaal even hortte, mag haaft verwondering wekken. Men had met het oog op vroeger voor het minst kunnen verwachten, dat do deuren voor een uurtje waren toegegaan. Bij dc benoeming van een onderwijzer met verpikte hoofdakte aan de school HeercDstraat, vroeg de heer Paul, waarom een onderwijzer, die èn door het hoofd der school én door den arrondissements-tcli'ool- opriener daarvoor werd aanbevolen, niet op de voordracht i.v geplaatst. Do heer Van Hamel kwam daarop met een beoordeeling van een paar dier onder wijzers voor het voetlicht van het hoofd der fchoo! Cal jé, wiens school geheel bui ten doz'o benoeming stond. De op nummer één geplaatst» werd daarin als verreweg de verdienstelijkste sollicitant voorgesteld. Do heer Sijtsma wilde cp dc verdiensten van dezen sollicitant ook niets afdingen, doch meende, dat het voorgelezen rapport hier niet in de eerste plaats in aaamcr king mocht komen, maar we) dat van het betrokken hoofd en den schoolopziener. Verder wees hij er op, dat do heer Koops, een man, op wiens kompas men op het ge bied van onderwijs g&arne vaart, den gopas6eerden onderwijzen gunstig beoor deelt, dio bovendien verreweg do meette dienstjaren telt. Hij beval do belangen van dezen man voor een volgenden keer ern stig bij den wethouder van onderwijs aan. Do heer Fockema Andreae vroeg bij het voorstel tot verhooging der jaarwedde van dr. Janssens ak geneesheer van het ge- Bticht Endegeest", en liet niet weder aan stellen van een derden geneesheer, waarom B. en Ws. nu niet meer noodig achten, wat zij ruim een jaar geleden zelf hebben voorgesteld en verdedigd, toen dan ook een derdo geneesheer werd benoomd. De Voorzitter antwoordde er op en dit was te verwachten dat de gezond heidstoestand van den toenmaligen genees heer-directeur te wenschen overliet, waar door dient' werkkrachten niet meer zoo groot waren. Men wist toen niet, hoe lang die toestand zou voortduren, doch thans zijn de omstandigheden veranderd. De Raad, die toch wel graag een ambtenaars- traktement uitspaart, ging er verder na tuurlijk meo acooord. De voorwaarden, waarop aan de Maat schappij tot exploitatie van Tramwegen do vergunning zou worden verleend tot het bouwen ©n inrichten van een wachtlokaal aan hot Noordeinde, waarop, zooak' onze lezers weten, ook in dit blad dc aandacht werd geveftigd, en dat ook werkelijk als een groote vooruitgang kan worden be schouwd, konden de goedkeuring van den heer Fookema Andreao niet -geheel weg dragen. Hij 6loot zich aan bij het bezwaar, daarover in een adres van prof. dr. W. Nolen en andere bewoners van het Noord einde ontwikkeld, welk adres hierbij ook aan do orde kwam. In alinea 2 der voorwaarden stond:'"„dat lotse goederenwagens kunnen blijven staan gedurende den tijd, welke verloopt tusschen twee door do dienstregeling voor het goe derenvervoer aangewezen treinen." Adressanten vreezen, dat deze voorwaar de aanleiding zal geren tot ontsiering van do omgeving van het Noordeindo, en de heer Fockema Andreae vreesde het mee. In dien er slechts weinig goederentreinen loo- pen, kon het bedoelde tijdsverloop wol bij na den geheelen dag zijn. Het bleek uit de raededeelingen van den Voorzitter, die deze voordracht o. i. op uitnemendo wijze verdedigde, dat deze voorwaarde juist de prijs was waarvoor de verbetering het Wachtlokaal kon worden gekocht. De heer P. J. Mulder begreep niet, waar om men amendeerde; hij was tegen dc ge- lieele voordracht, fcerwille van de ontsie ring van het Noordcinde, die or het gevolg van zou zijn. De heer Fokker dacht aan den tijd dat de vaart verlegd zal zijn buiten do stad en do brug daar niet meer zoo dikwijls' zal worden afgedraaid; het publiek zou dan wel weer over do brug kunneD gaan. Maar het publiek is nu al aan instappen aan het Noordeinde gewend, repliceerde de Voor zitter, en moet er, weer of geen weer, nu buiten wachtendaar een wachtlokaal lo vindon, is toch veel beter en de vergunning wordt bovendien tot wederopzeggens toe gegeven. Het amendement van prof. Fockema An dreae, beoogendo do aangeh;. -1de zinsnede uit do voorwaarde fco lichten, werd met 19 tegen 9 etemmfcn verworpen. Het wekte eenige verwondering dat de heer Mulder, dio togen het verleenen der vergunning waf, er tegen stemde, nadat do Voorzitter had verklaard, dat aannaming er van de zaak weer op losse schroeven zou zetten. Na overneming door B. en Ws. van een amendement van den heer Zaalberg, waar bij do Maatschappij wordt opgedragen bij koud© weersgesteldheid het lokaal fco ver warmen hij wilde aanvankelijk ook het spuwen or verboden zien werd de voor dracht van B. en "Ws. zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Wij juichen de aanneming van harte toe als een grooto verbetering voor do talrijke reizigers, die van deze tram profiteeren, en vertrouwen, dat er weinig of geen ongerief door de omwonenden van ondervonden zal worden en dat de vrees voor ontsiering van het Noordeindo ook meer een schrikbeeld dan ieta wezenlijks zal blijken te zijn. Nu kwamen nog de bekende verzoeken van de Leidsche tmeden- en mctaalbewer- kersvereenigingen. Het praeadvies van B. en Ws., dat anvijz. 1 luidde, scheen wel zeer overtuigend te zijn. Er werd zonder debat, afwijzend beschikt. Zonder difoussie en stemming bekrach tigde do Raad daarna den aankoop door B. en Ws. van een perceel naast liet Stede lijk Museum aan den Ouden Singel, welke aankoop van wijs beleid getuigt, want als do gemeente to eeniger tijd het huis zal moeten bezitten, zou- zij veel meer hebben fco betalen en betloot tot den aankoop van een perceel in do Lange Vrouwekerk steeg, voor een zeer billijken prijs, waar door do gemeente in het. bezit komt van het laatste perceel van een complex van gebouwen, waartoe ook het Caecilia-gast huis en do Stedelijke Werkinrichting be- hooren. Hiermedo wa3 de agenda afgeloopen en na nog een enkele vraag van den heer Fok ker, die op bevredigende wyzo door den Voorzitter kon worden beantwoord, gingen de heeren reedf vóór halfvier huiswaarts. Lcadc-n, 28 September. Ongetwijfeld zullen onze lozers, voor zoover zij het niet reeds wisten, met leed wezen vernomen, dat prof. mr. P A. Tiche laar, hoogleeraar in het Romeinsóh Recht eD zijn geschiedenis aan de Leidsche Uni versiteit, in welk ambt hij indertijd prof. mr. H. L. Druckcr verving, door een oog ziekte bijna het geheel© gezichtsvermogen verloren heeft, nadat hij reeds vroeger aan een hevig zenuwlijden leed, waarvan hij echter na een geruimen tijd in het buiten- Land vertoefd te hebben, geheel genas. Het lag aanvankelijk in het plan van den hooglccraar ontslag uit zijn ambt te vragen, doch hij is daarvan teruggeko men omdat hij in de gegeven omstandig heden meent zijn werk naar bchooren to kunnen doen en zijn colleges te kunnen blijven geven. Dc booglceraar toch wordt thans ter zijde gestaan door iemand, dio zijn academisch© studiën in dc rechten heeft voltooid en als zijn secretaris optreedt. Als een bewijs, dat mr. Tioholaar zich ia staat gevoelt om to werken, kan wor den medegedeeld, dat hij thans ijverig bezig is aan het omwerken van Moddermans „Romeinsoh Recht en zijn geschiedenis." Wij willen hopen, dat prof. Tichelaar inderdaad op deze wijze in het belang der wetenschap in het algemeen, cn in het be lang dor Leidsche Universiteit in het bij zonder, kan werkzaam blijven. Tot leeraar in het tcekenen aan de H. B.-S. en tot directeur der avondteckcn- school te Brielle is benoemd de heer S. Klinkenberg, te Leiden. Bedankt is voor het beroep naar dc Ned.-Horv. Gem. te Zoeterwoude door ds. H- H. van Ameide, te Ouderkerk aan den Am8tel. Het stoffelijk overschot van mevrouw S OffermansVan Hove is gistermiddag onder talrijke blijken van deelneming op de R.-K. begraafplaats te Den Haag in den familiegrafkelder bijgezet. Vele mannen en vrouwen van naam in de kunstwereld, zoowel op muzikaal als op ander gebied, stonden rond de groeve, om een laatsten afscheidsgroet te brengen aan do begaafde kunstsnaresse, de eertijds zoo gevierde zangeres, die zooveel kunstgenot schonk. Hot lijkkleed was bedekt door een menig te kransen, waaronder van muziekgenoot- schappen, o.a. de Maatschap pp ijen „Di- ligentio Concert" en „Toekomst", welke ge nootschappen ook door bestuursleden ver tegenwoordigd waren. Nadat de beaarding was verricht, sprak een der zonen een woord tot afscheid aan zijn onslapono moeder, waarin hij den aan wezigen dankte voor de betoonde belang stelling. Haar portret hangt in onze Vestibule. De nieuwe liooglecraar in de wijsbe geerte aan do Amsterdamsche hoogcschool, dr. T. J. de Boor, onder-bibliothecaris aan de Kon. Bibliotheek te Den Haag, was achtereenvolgens bibliothecaris van het Fricsche Genootschap te Leeuwarden, con servator aan do Univcrsitcits-bibliuthock ti Groningen en volgde dr. Brugmnns, toen deze in 1904 tot liooglceruar in de ge schiedenis te Amsterdam benoemd werd, als onder-bibliothecaris te VGravenhago op Door zijn geschriften op het gebied der wijsbegeerte vooral op dat der Arabische wijsbegeerte, maakte hij zich, zoowel in heb binnen- als buitenland naam, o.a. door zijn „Geschichtc der Philosophic im Islam," welk werk in vreemde talen werd overge zet. De nieuwo hooglccraar, geboren te Wir- dum, (Friesland,) is ongeveer 10 jaar oud. („N. R. CV') Mr. H. C. Dresselhuijs, dio tot admi nistrateur bij het departement van justilio is benoemd, is bestemd om prof. mr. Simou van der Ao, die in October het hooglcor- aarsambt aanvaardt, als chof der afd. ge vangeniswezen enz., aan het departement to vervangen. Het aantal candidaat-lcdcn voor het Delftsch Studenten-corps is ditmaal 125. Het hoofdbestuur van hot Ncderland- sclio OndorwijzcrsJ-Genootschnp heeft, op een desbetreffend adres van den minister van binnenlandsche zaken, bericht ontvan gen, dat een nadere regeling van de be zoldiging van ondorwijzers, werkzaam aan do voorbereidende klassen van enkele rijks normaalscholen, wordt overwogen. Do luitenant-kolonel I. H. van der Burg, kapitein F. H. Nieuwenhuis, van liet 5de; J. H Wolsch, van het 2de; A. H. van Alphen de Veer, van het 4de; P. J. A. Vintgens cn G P. M. Ongorhoer, van het lido reg. inf., zijn aangewezen van 1—29 November bij het 1ste rcg. vesting-art. fco Utrecht een cursus bij te wonen voor ves ting- en fortcommandanten. Op de aanbeveling voor leeraar in de oude talen aan hefc gymnasium te Zutfcn komen voor: 1. dr. P do Koning, to Stad- Doetinchcm, 2. dr. K. E. W. Strootman te Sncek en 3. dr. L. A. J. Burgersdijk te Leeuwarden. Voor het tijdvak van 1 October tot en met 15 Juli 1907 is benoemd tot aasistont aan den Rijks hoogero land-,tuin- cn bosch- bouwschool tc Wageningen, dc heer R. Ver schuur, scheikundig ingenieur te Arnhem. Men moldt aan de ,,N. R. Cfc.": Naar aanleiding van do op 17 dezer to Den Haag gehouden, zoo goed geslaagde openbare meeting ter bestrijding der par-' ticuliere pandjeshuizen, heeft het comitó besloten, in het laatst van October een bij eenkomst to houden met de afgevaardigden' der adiiaesic betuigd hebbende verccnigin gen, o: i do eerste Btappen te doen tot het S) Zij scheen ook wel te weten, dat zij den jongen rechter iets minder aangenaams go- zegd had, maar merkte met een glimlach op: ,,U moet me niet kwalijk nemen, me neer von Arzbcrg. Zoo lijkt mij de wereld toe. Ik geloof ook, dat het moeilijk zou zijn, mij in dat opzicht van mcening te doen veranderen." De jonge jurist was me1, deze verklaring tevreden- Een voortzetten van het gesprek in deze riohting you hem reeds daarom pijn lijk geweest zijn, daar dc mooie weduwe, dio hij, eenige woken geleden, toevallig had leeren kennen, reeds een diepen indruk op hem gemaakt had. Dat zij hem had toe gestaan, vandaag, op het feest der gid sen haar cavalier to zijn, vatte hij op als ccn bijzonder gunstbewijs, waarop üij trotsol.c plannen bouwde. Hij werd uit zijn gepeins opgeschrikt door een vraag van zijn mooie buurvrouw. „Kent u den gids, die daarginds tegen den pilaar leunt en zich van de geheele zaak niets schijnt aan te trekken!" De rechter plaatste de monocle in het rechteroog. Wat hij daar bij den pilaar zag, beviel hem maar half, en hij trachtte onwillekeurig een ontwijkend antwoord te geven: ,,U bedoelt toch dien oudea man mot de reddingsmedaille?" Johanna von Hager glimlachte: „Neen, dien bedoel ik niet. Maar den anderen, die naast hem staat, dien knappen jon gen man met dat krullend haar cn dietpre- kende oogen." „O, die?" antwoordde de rechter ©enigs zins verwonderd. ,,Ja, dien ken ik toeval lig. Hij heet Valentin Oberwalder, is een rijke boerenzoon en beschouwt het beroep van gids meer als een soort sport, want voor zijn onderhoud heeft hij het niet noo dig. Bij de laatste redding op de Zugspit- ze heeft hij zich bijzonder verdienstelijk ge maakt. Drie menschen moeten aaii hem het leven te danken hebben. Men heeft hem daarom ook de reddingsmedailie rced3 toegedaoht en die zal wel niet lang op zich laten wachten. Nu, wanneer hij die onderscheiding eenmaal heeft, dan zal bij bij hefc schoone geslacht van het Loisachdal bijzonder veel geluk hebben Wanneer hij daardoor maar niet overmoe dig wordt." „Overmoedig! Waarom? Hij heeft die on derscheiding toch in ieder geval verdiend. „Dat is wel waar", antwoordde de rech ter een beetje minachtend, „maar er zijn voorbeelden dat zulke een bijzondere on derscheiding voor de jongelingen hun on geluk is geweest, doordat zij hoogmoedig en verwaand worden." „Van Valentin Oberwalder geloof ik dat niet", beweerde de mooie, jonge vrouw met nadruk. „Die heeft oogen, waaruit iets geheel anders spreekt dan hoogmoed en ve nvaan d heid Voor den heer von Arzberg was het oo gen blik gekomen, zich voor de tweede maal te verbazen. Wat gingen de jonge vrouw dc oogen van dien boerenjongen aan. De rechter vond hefc bespottelijk jaloersch te zijn o;; iemand, die o ver beneden hem stond. En toch maakto een dergelijk gevoel zich van hem meester. „Ik wist niet, mevrouw, dat u de oogoo- fcaal van onze boerenjongens zoo goccl vtr- stondt 1" Johanna glimlachte. Hefc deed haar be paald genoegen den rechter geheel uit zijn rol te zien vallen. Zijn zelfgenoegzaam air verdween geheel. „Ja, meneer von Arzberg," zcide zij niet zonder eenige coquettcne, „men maakt stu dies in het loven en maakt zo zich bij voorkomende gevallen ook ten nutte. Om nu van den persoon op de zaak te komen: ik stel mij een mau, die in staat is in een oogenblik van groot levensgevaar slechts aan de redding van zijn medemenschen te denken, bij wio dus do bereidvaardigheid tot zelfopoffering alle egoïstische consi deraties tot zwijgen brengt steeds voor al3 onvatbaar voor kleinzielige overwegin gen. Want ware moed is een eigenschap, die, zelfs wanneer z-e niet voorkomt in verbinding met een sympathieke persoon lijkheid, ons, zwakken vrouwen, steeds de grootste achting afdwingt Ikzelf bijvoor beeld ben vast overtuigd, clafc ik voor geen enkelen man eenige diepere belangstelling zou kunnen gevoelen, hij mocht er dan uitzien zooals hij wilde en wio weet welke hooge betrekking bekleeden wanneer ik in dit opzicht niet bewonderend lot hem zou kunnen opzien." Eet onderhoud begon voor den rechter een eenigszins pijnlijke wending te nemen. Hij verwedde, dat in haar woorden ccn steek lag, die tegen liem was gericht, en toch had hij zich niets te verwijtenbe hoefde Rij zich voor geen enkele lafhartige daad te sohamen. Hij behoorde tot die mannen, die onder zekere omstandigheden een groote vastbe radenheid kunnen ontwikkelen, wanneer zij daartoe gedwongen worden, maar hefc ge vaar op te zoeken, alleen, om hun eigen moed te toonen en op de proef te 6telLen, dat kwam niet in hem op. Dat viel niet in liet bereik van zijn denken cn willen. Hij autwoordde dus, 1 alf verlegen, half opgewonden ,,U schijnt van krachtige eigenschappen te houden." „Zooals men het nemen wil," antwoord de de jonge vrouw op rustigen toon; „laat u door mijn meening niet van uw stuk brengen, mijnheer von Arzberg. Ik weet wel, dat beroep en levensomstandigheden hefc velen onmogelijk maken moedige da den te verrichten. Maar het zou onrecht vaardig zijn, daarom slechter van hem te denken." De rechter haalde weer verruimd adem. Nu had zij toch uitzonderingen gemankt, waaronder hij zich met recht mocht telleu. Hij bloosde zelfs van vreugde, toen hij zich den blik herinnerde, waarvan zjj huar woorden had doen vergezeld gaan. Johanna had haar geheele opmerkzaam heid weer aan de dansenden en de lande lijke toeschouwers gewijd. Do jonge gids stond niet meer bij den pilaaronder de dansenden was hij ook niet. Zou hij het feest reeds verlaten hebben? Johanna von Hager begon zich onwille keurig ernstig met detzc vraag bezig le houden. Daar ging toevallig de men'chon- menigto uiteen én nu zag zij hem weer. Hij stond naast een groot, mooi boeren meisje, dat hij blijkbaar op levendigen toon toesprak. „A," dacht de dame, „rijn liefttc. Na tuurlijk, waarom zou hij die ook niet heb ben? Zulk een knappe jongen, handig en moedig als geen tweede. Hij zal straks wel met haar gaan dansen. Eigenlijk zijn zij niet anecn voer boerenbegripp< n een knap paar." Met groote belangstelling volgdo Johan na wat er tueac/ien hen ueiden gebeurde. Do gids scheen tegenstand te ontmoeten, die niet slechte op grilligheid of trots to berusten scheen, want de uitdrukking up het gezicht van liet meisje wag deelnemend, bijna smartelijk, terwijl zij ontkennend het hoofd schuddo. Toen kwam er een derde bij, cao haar blijkbaar ten dans vroeg c-n wien zij snel volgde, nadat zij den gids, als om hem tevreden te stellen, hartelijk de hand had gedrukt Dcre bleef een cogenblik staan alsof het in hem kookte, alsof hij hefc mcisjo met geweld aan zijn mededinger wilde ontrukken en hem tegen den grond daan Het duurde slechts een oogc/b'ik Zijn gebalde vuisten openden zich, do rim pels op zijn voorhoofd ve"rdwenen en hij nam do plaats aan deu pilaar, waar hij to voren gestaan had, weer in. Zijn blik zwierf verstrooid door dc taal en bleef toen op een gestalte rusten, wior donkere oogen hem schenen te doordrin gen. Daas-bij had hij de voor licni geheel nieuwe gewaarwording, dat hij dien blik niet kon ontwijken, maar hem moest beant woorden, of hij wilde of niet. Hij kendo de schoone dame niet, die daar stond. Hij had haar nog nooit gezieD. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 1