ALLERLEI DE PATRIJS. De patrijs is afkomstig uit Azië. Van daar heeft hij zich, waarschijnlijk van do oevers der Zwarte Zee, evenals de kwartel, met het toenemen vaD den graanbouw in ons werelddeel, over Middel- cn Noord- Europa verspreid. Wij kennen den patrijs als een standvogel, die in het opon veld nestelt. Dit was vroeger andersimmers, het staat vast, dat op do goederen van Ka- ve>\ den Grooten de patrijs als siervogel werd gehouden, evenals de fazant cn de pauw. De patrijs is al van de vroegste tijden een begeerlijke bout gew *~fc. Vooral keizer Fer dinand, die van 15561564 over Duitsch- land regeerde, was op dit gebied een fijn proever. Van hem wordt verhaald, dat hij kon proeven of een patrijs geschoten, dan ■wel in gevangenschap gedood was. Nog verder bracht het de bekendesoldatenko- ning Friedrich Wilhelm I in de ontwik keling van den smaak. Hij toch kon proe ven of een patrijs afkomstig was uit Prui sische landen, de mark Cleve, of de mark Brandenburg. De groote Keurvorst was een hartstochtelijk jager op dit wild. In hot jaar 1731 schoot hij in den tijd van 21 dagen niet minder dan 2200 stuks Als curiositeit zij nog het volgende ver meld: Toen de Koning in zijn laatste jaren zeer aan podagra leed, kon hij toch nog geen afstand doen van de genoegens der jacht. In een rolstoel liet hij zich door twee grenadiers, die voor alle zekerheid hun achterste lichaamshelft van kussens voorzagen, om afgedwaalde hagelkorrels op te vangen, over het jachtveld trekken. Nog zij opgemerkt, dat in vroegere eeu wen, zolfs nog in de lSde eeuw, de patrijzen niet geschoten werden, maar met netten en strikken, of door middel "v^an haviken, gevangen werden. Heden ten dage is de havik nog de gevaarlijkste vijand van den patrijs. Een andere vijand, vooral van jon ge patrijzen, is de ooievaar, terwijl ook ve le patrijzen den dood vinden door tegen het draad te vliegen, dat voor het omhei nen van een of ander stuk land, daar om heen gespannen is. Ook telegraaf- en tele foondraden zijn den patrijzen soms nood lottig. Maar de noodlottigstc is en blijft de tweebeenige vijand, hetzij jager, hetzij strooper. STOFGOUD. De liefde wondt niet, of zij zelve lijdt mee. A. S. C. Wall i 8. Let op ons uiterlijke leven, Waar ootmoed is, gaat wijsheid neven 1 Huygens. De rijke, die niet tevreden is, lijdt de emart de armoede., 'F o-s Ihojh 1 n gri s a n-k i n g. KORTE ROUtfT. De rouwtijd wordt bij de New-Yorkscke high-life hoe langer hoe meer bekort. Onge veer een maand doet men afstand van alle genoegens, maar dan is hot ook welletjes geweest, en gaat men met een gerust ge weten naar schouwburgen, enz. In een logo plaats te nemen, wordt echter onder dergelijke omstandigheden unfair" ge noemd; men verwacht, dat de rouwdra gende een plaats kiest, waar hij of zij niet te zeer in het oog valt. Na twee maanden verschijnt een weduwe alweer op bals en feesten, maar haar rouw- kleeren draagt ze nog langen tijd. In plaats van den langen, zwarten sluier nemen de New-Yorksche weduwtjes tegenwoordig kleine, zwarte voilctjes, die het gezicht een interessant tintje goven. Ook kaarten en brieven met enorm bree- de rouwranden werden heel lang gebruikt. Men schijnt in de nieuwe wereld op die ma nier de dooden to willen eeren. 't Zou ook al te org zijn, wanneer een lid der New-Yorker Vierhonderd" gedurende bet seizoen niet overal gezien eD door de kran- töD besproken werd. Bovendien is de een zaamheid voor velen drukkend en in New- York maakt men bij menschen, die in den rouw zijn, geen visites. Wekelijksche Kalender. Zondag. Gelukkig hij, wieu God een groote ge dachte schonk, waarvoor hij alleen leven en werken kan, die hij hooger schat dan al zijn vreugde Maandag. Deugd is Ic zorgen voor het welzijn van het toekomstig geslacht. Dinsdag. Vele lieden treden op hun ouden 'dag op met een autoriteit, als hadden zij vol bracht datgene, waarvan hun jeugd droom de. Woensdag. Monumenten zijn dikwijls het in steen ge houwen berouw van bet nageslacht. Donderdag. Wie zijn tijd begrijpt en zichzelf kent, kent ook zijD taak. Vrijdag. Hij, die overwint, drage rouw over den overwonnene., Zaterdag. Aan de bruid, die de man zich koos, kan men ontdekken of hiji zijn eigeu waarde gevoelt en welke geest hem bezielt. RECEPT. Perziken-beignets. Snijd perziken in vierde-parten of door do helft, laat ze een poos met 6uiker en kirscb er op staan, haal ze door frituur- deeg en bak ze in gebruineerde boter of frituurbruinbesuiker ze en doe er wat vanielje over. Men kan ze ook, na ze gebakken te heb ben, met poedersuiker bestuiven en ze dan op een plaat en in den oven leggen, totdat de suiker gesmolten is. Hoofdzaak en bijzaak! „Lieve man 1 Ik schrijf dit in groote haast, opdat je het Dog zult krijgen vóór je met den eer sten trein morgen je reis wedier voortzet. Die ellendige brandweer heeft al mijn nieuwe japonnen bedorven, die niet ver brand zijn cn dat doet de deur toe ik ben bij de De Ruiters binnengevlucht, waar die vervelende kinderen zijn. Die hinderen mij zoo, maken mij heelemaaJ overstuur, ja, ik heb wat met ze te stel len, alsof het nog niet genoeg was, dat ik al ->ijn mooie japonnen kwijt beu I Is het niet vreeselijk? We zullen wel eeD poosje in een hotel onzen intrek moeten nemen, maar kom alsjeblieft toch gauw over, bij je rampzalige vrouwtje Meta." P. S. ,,Ik vergat nog te melden, dat ons huis afgebrand is, maar ik geloof, dat je dat wel tusschen do regels door zult gelezen hebben." Onschadelijk. Twee welgedane boertjes, uit verschillende dorpen komen de, ontmoetten elkaar iD den spoortrein bij Arnhem. „Laatst," vertelt Joris, „toen er bij ons op het dorp dat opstootje was, liep ouzo burgemeester den geheelen dag met zijn m- sienje om 1" „Insienje?" roept Jochem uit, „wat is dat?" „Wel5 de ketting, dien hij om zijn nek heeft 1" „Wat je zegt!" roept de ander verschrikt, ,,bij ons laten wij hem altoos losloopen; hij doet geen mensch kwaad 1" Niet lang nadat het eerste kleintje was geboren, ging het jonge vrouwtje eens naar boven en vond daar haar echtgenoot naast het snoezige wiegje, met alle aan dacht kijkende naar het kind. Toen bleef zij het even beschouwen, het lieve tafereeltje; ze was diep bewogen en dacht: Wat houdt hij toch veel van zijn jongen 1 Haar armen sloeg zij zacht om zijn hals en zij legde haar wang op zijn schouder. Haar echtgenoot schrikte eventjes: „Lieveling," fluisterde hij, als in een droom, „begrijp jij nou, hoe ze zoo'n prachtwieg voor acht gulden zeventig kun nen geven I" Bij de verkiezingen. „Ik zou liever op een aap stemmen dan op u „Zoo, ik wist niet, dat je zoo je familie voortrekt I" Uit de kazerne. Sergeant: „Kerel, jij zet een gezicht als een dichter, die op zijn verjaardag een snip perm and present krijgt I" Een heer was eens teD eten gevraagd bij kennissen, die hem een erg karig menu hadden voorgezet. Toen hij in de gang van den gastheer afscheid nam, zeide deze jo- viaal: „En wanneer kom je nu eens weer bij me eten, Smit?'» „Dadelijk, als er nog wat is," was het onverwachte antwoord. Te huur: Een mooi 2de bovenhuis, 3 kamers, alkoof, keuken en zolder. Sleutel in het huis 6 meter breed. Dienstmeisje (in een schoenenwin kel): „Een paar pantoffels voor mevrouw, van No. 10, en hebt u ze niet, die flink kra ken 1" ^Waarom moeten ae kraken, meisje:!" „Ja, ziet u, mijn vnjer is wel eens bij me in de keuken en daD zouden we me vrouw al in de gang hooren aankomen." „Juffrouw", zei een koetsier tot een heel dikke dame, die hem geen fooi had gege ven, „juffrouw, als het u hetzelfde is, zou u dan niet vóór het paard langs willen gaan 1" „Waarom niet 1" vroeg zij. „Omdat-ie misschien een flauwte zou krijgen, als-ie zag, wat-io voor zestig centen heeft moeten rijden." De Fransche bladen kondigen de volgen de nieuwe dansen aan voor bet komende seizoen Valse bleu électrique. L'Agraoh. Farando.e électrique multicolore. Polka rouge de Ju piter. Le Vrai Tam-Chim. La Rejane. Het is om groen en geel voor de oogen te worden I Een eigenaardige manier om geld te bewaren is wed de volgende: Een rijke En- gelsche dame, die veel reist, draagt, om zich te vrijwaren tegen onaangenaamheden, welke kunnen voortspruiten uit gebrek aan geld, sierknoopen aan haar blouses, be staande uit met stof overtrokken goudstuk ken Wanneer zij nu geen portemonnaie bij zich heeft, snijdt zij een knoop van haar blouse, neemt het overtrek er af en wisselt het goudstuk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 14