Cheviot Broeken. GER. M. DEE J. P. VERGOUWEN Effecten, Wissels, Hypotheken, Assurarstien. Leislscfo® GlsasHaoigfei. J. BLEUS, v/h. firma Oerner I Oo., Leiden. W. WAGEÜANS, Schoeneii-lagazijn, Bs^esstpaat Leidesi. Maatschappij „NutTscia", LÉIDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 13 SEPTEMBER. TWEEDE BLAD. Rubriek voor de Jeugd. ÜLEiüE NiLS. Vervolg Advertentiën. H. G. WELL'S Gonkersieeg 8. fiaaHLs£ra@i 122. J. G. Kmr. J. HENRI BERKELJ0N, Lange Mare 40. BIJ BE OUDE VEST. vasi af guSden. üepareer©3ï. GOtJOEü MEOAiLLE. No. 14261. Anno 1006 GEHOORZAAM. De geschiedenis vermeldt, dat zekere koning van Beijeren zijno regceringstaak moede werd, ni gezien te hebben hoe wei nig hij, ondanks de bette bedoelingen, van zijn volk gedaan kon krijgen. Hij besloot dus van zijn troon afstand te doen en z'ijne verdere levensdagen door te brengen in afzondering en ttudie en al vorens openlijk af te treden begaf hij zich. tot den aoo van een beroemd klooster, ten einde hem te verzoeken hem binnen zijn muren op to willen nemen. Do Monnik hoorde hem zwijgend aan en legde vervolgens zijn vorst de kloosterregels voor, er hem tevens op wijzende hoe streng zij waren eo hoe onmogelijk liet zelfs voor den honing zou zijn, om, eenmaal in de orde opgenomen zijnde, daarvan ook slechte een haarbreedte af te wijken. Tot zijne verbazing verklaarde de koning zich bereid al die voorschriften stipt na te komen De abt wees er hem thans op, dat al wie >n het klooster leefde gehouden wat; zonder aarzelen of vragen de bevelen van zijn overste op te volgen en de vorst zeide bereid te zijn zich ook aan dezen eitch te onderwerpen. Welnu dan, sprak de abt: voor bet oogenblik vertoeft Uwe Mejesteit onder mijn dak eo ben ik als hoofd van het kloos ter zijn overste. Ziehier mijn bevel; Keer weder tot uw troon en volbreng uw plicht op den post, dien God u toegewezen heeft. De koning onderwierp zich en werd se dert dien tijd bekend als Hendrik de Wij ze. Zijne regcering werd eeo der beste uit de getohièdenis van zijn land; want hij had het geheim van gebieden doorgrond door te leeren gehoorzamen. Hoe weinig kinderen, ja zelfs volwassenen verstaan de kracht, die er ligt opgesloten in de kunst van gehoorzamen. Zij weten niet te buigen, erkennen geen wil boven d>va hunne, en drijven den spot met de ervaring van ouderen en meerderen Nooit heeft men van zooveel opstaan gehoord als in on zen tijd. Van daar ook, dat er nooit ern stiger misslagen zijn begaan, dat men over al lieden ziet, die zieh geheel noodeloes het het hoofd stooten cn slechts ellende cn ver warring te weeg brengen. Men schrijve dit niet aan de opvoedin toe. Ik neb pat in jen gezin vertoefd, waar drie knapen wa ren; de beide jongste broertjes waren voorbeeldig onderworpen aaü hunne ouders de oudste, een vijftienjarige knaap een en al rebel. Men zag het reedt aan den spot- tenden trek om zijn mond, zoodra hem iets werd bevolen. Nog waagde hij het niet zijn onwil openlijk uit te spreken; maar men las op zijn gelaat: Ik doe het niet! En ofschoon - de ouders streng waren en hij wist, dat hem een zware kastijding wacii- ten zou, ongehoorzaam was en bleef hij, zoowel in het groote als in het kleine. Zeibf wanneer hij met zijn moeder uit moest gaan, was hij nergens te vinden. Eens ver nam men, dat hij een uur achtereen in eengedoken had gelegen in een groot bad- Een andere maal bleek het, dat hij op liet dak had zitten rooken. Men wa-j wel gedwongen te vertrekken zonder hem. Ik kon niet nalaten hem naar de reden van zijn gedrag te vragen. Hij aarzelde een oogenblik. zag mij toen uitdagend aan en antwoordde Ik verkies niemand boven mij te heb ben; mijn ouders zijn ook kinderen ge weest. Heel bist, zeide ik; je bent .lus van lilan je eigen schoenen te poetsen; je eten te koken; je straat te schrobben? Natuurlijk niet. Daar zijn de dienst boden goed voor. Vriendlief, wie geen mensoh boven zich wil hebben, moet ook consequent zijn en mag niet-over anderen bevolen. Gee.a meester boven zich, goed. Maar dao ook geen bedienden; g-en ondergeschikten on der zich. Zorg dan slechts ineens "in je loopbaan chef te worden, en al wie on der. jo LecA.i te staan hun zin te laten doen. Trouw jo oo" laat dan jo kinderen vrij al hun nukken op te volgen. Zoo al leen blijf je jezelvcn getrouw. Je begrijpt toch wel, dat je geen alleenbeheerscher kunt wezen." Hij zag er een weinig uit het veld gesla gen uit; maar ik vlei mij niet hem te hebben genezeo. Het leven zal zich daar mede bela&ten en dat op onbarmhartige manier. Onbemiddeld als hij is, zal hij, die ook op fechool weigert te leeren, geen enkelen goeden post kunnen bemachtigen. Ontsla gen door zijn chefs, zoodra hij ergens ge plaatst is; slechts' slechte vrienden vinden en ten slotte gekc.I ten gronde gaan in zijn opstand tegen alle gezag. O, leert vóór allo dingen gehoorzamen. Dat is de allereerste schrede tot voorspoed en g-'uk. Bij mijn eerste bezoek aan de weduwe Nilson, werd ik getroffen door een paar kinderoogen, die mij onafgebroken gade sloegen. Ik kon niets anders zien van den knaap, want hij zat overeind in bed en een met een kleed overdekte tafel verborg zijn verder gelaat voor mij. Maar die heldere, donkerblauwe, weetgierige oogon waren voldoende om mij belang in te boezemen. Toen ik vertrekken zou, vroeg ik dan ook: Is dat uw kind, moeder Nilson? Ja, gaf de weduwe ten antwoord, hij is verkouden, zoodat ik hem wat vroeger dan gewoonlijk naar bed liet gaan. Ik liep op het ledikant toe, streelde even zijn lichtkleurige lokken, blikte in de droomerige oogen en vertrók. Dat. was mijn eerste ontmoeting met Nile Nilson. Een week later zocht ik de weduwe an dermaal op. Nils was thans niet thuis, zoo dat zijn moeder ronduit over hem spreken kon. Hij was haar grootste schat, zeide zij mij en vertelde mij zijn geschiedenis, die ik hier laat volgen: Het was op een helderen winterdag. De zon bestraalde de dikke sneeuwlaag, zoo dat deze als bestrooid scheen m.t duizen den diamanten. De kleine Nils spoedde zich over de straat, beladen met een korf, hij moest zijn vader, die aan den spoorweg arbeidde, diens koffie en ontbijt gaan brengen. Nilson zelf was geen slecht mensoh en een goed werkman, maar heel streng en hij verbeeldde zich altijd dab zijn vrouw hun zoontje te zacht opbracht. De waarheid was dat Nils zich door. een vriendelijke verma ning liet leiden en nooit straf of harde woorden noo-dig had. Toen de kleine jongen het station bereik te, zag hij zijn vader daar niet, maar- hoor de van een anderen beambte, dat Nilson ver der op bezig was steenkolen op te laden. De knaap snelde aanstonds naar de hem aangeduide plek, die echter verder af was gelogen, dan hij aanvankelijk dacht. Het werd dan ook een kwartier later dan ge woonlijk, voordat de man zijn koffie ont ving en hij was onrechtvaardig genoeg dit aan zijn zoon te wijten. Je deugt tot niets, bromde hij, dat komt er van, als men zulk een moeders kindje verkiest te blijven. Ik weet waarlijk niet wat cr nog van jo worden moet. Maar ik zal een stokje steken voor al dat beder ven in mijn afwezigheid. Geen dag langer laat ik je schoolgaan. Morgen al zul je mij hierheen vergezellen en mij helpen bij mijn werk. Wie weet of ik in het eind dan toch nog geen man van je maak. Ik wil het ten minste beproeven. Hij at zijn ontbijt, terwijl do knaap zwij gend en onderworpen stond' toe te kijken, maar juist toen hij daarmede gereed was gekomen en Nils zich weder met zijn mandje verwijderen zou, kwam de vader op den inval hein nu reeds bij zich te hou den, ofschoon er volstrekt geen werk voor een jongen van zijn leeftijd te verrichten viel. De waggon met kolen was volgeladen en Nilson en een paar andere mannen zou den hem thans voortduwen en op een ander spoor brengen. Help een handje mee, jongengebood de vader. Kom, Nilson, laat hem gaanzeide een der andere arbeiders, dat is immers geen taak voor een kindl Doe wat ik jo zeg I klonk het nog strenger. De kleine jongen plaatste zijn korf ter zijde, ging naast zijn vader staan, zette den schouder tegen den wagen aan en duwde mede uit al zijn macht. Maar de waggon bewoog zich niet. Er volgde een vloek en daarop het bevel nog fermer te duwen. De knaap deed zijn best tot zijn gansch lichaampje van de in spanning trilde. Daar gleed opeens het voertuig vooruit en die beweging kwam zoo onverwacht, dat Nils struikelde, opeens de steun voor zijn schouder miste en neerzonk op de ijzeren rails. Hij was zwaar gekwetst. Door zijn ge- schourden kiel kon món een gapende wond zien, het bloed stroomde er uit. De vader was ten prooi aan de diepste ontroering, maar wist zich toch te beheerschen, want hij zag zeer goed, dat zijn kameraden hem verwijtend aanblikten en hij vroeg zich ook af wat hij toch wel aan zijn vrouw zeggen zou. Het was alsof Nils, die bij volle bewust zijn was gebleven en wiens gezichtje van pijn verwrongen was, zijn gedachten raadde, want hij fluisterde hem toe Wees niet bedroefd, vader. Het was uw schuld niet Deze liofderijke woorden troffen den ar men man dieper dan het hardste verwijt had kunnen doen. Zijn hoogmoed werd daardoor gebroken. Groote tranen rolden hem over het gelaat' en hij wrong in ver twijfeling de handen, niet wetende wat to doen .Nooit te voren had hij zijn kind niet teerheid willen behandelen en nu stond hij daar machteloos en onhandig, vroezende hem slechts nog meer pijn te doen, indien hij hem opnam, terwijl er toch volstrekt gehandeld moest worden. Daar klonk het op gebroken toon Vader, moeder! En de knaap sloot de oogen. Het bloed verlies had' hem het bewustzijn ontnomen. Nu sprong Nilson met een luiden kreet op hem toe, greep hem in zijn armen on bracht hem naar huis. Na het kind op zijn bed te hebben uitgestrekt, keerde hij zich snikkend naar de doodelijk ontstelde moe deren riep haar toe: Je hodt gelijk den jongen zacht te be handelen. Ziehier wat mijn hardheid' heeft gedaan. Tracht hem bij te brengen. Ik ga den dokter halen 1 Nils bleef geruimen tijd bedlegerig, maar zijn lijden was niet te Vergeefsch. Hij toon de zioh zoo voorbeeldig geduldig en verde digde zijn vader zoozeer tegen diens zelf verwijt, dat Nilsons streng gemoed er geheel week en zacht onder werd en er voortaan dc grootste eendracht in de kleine woning begon te heerschen, want het was den stijf- hoofdigen man niet mogelijk langer blind te blijven voor het feit, dat het onrechtvaar dig zou zijn gewecat zulk een kind met liaa\lkeid te behandelen. Maar niet lang nadat Nils weder van zijn verwonding hersteld was, trof het kleino gezin een groote ramp. De vader stierf aan een longontsteking en nu was het de knaap, die zelf verzocht van zijn dierbare schooi afgenomen te worden, om te helpen het brood voor zijn moeder te verdienen, wat bij deed door als liftjongen in een hotel dienst te doen en zijn meesters waren zóó voldaan over hem, dat zij alles aanwendden om zijn zwakke gezondheid nieuwe krach ten te bezorgen Want hij zal een steun worden voor ons buis, had de eigenaar gezegd, zooals hij nu reeds een voorbeeld voor al de vol wassen bedienden is. ONBEVREESD. Een Schotsche knaap was aan het reus achtige Eustion-station te Londen aange komen als de blijmoedigste en toch ook weer de eenzaamste passagier van heel den grooten sneltrein uit het Noorden. Hij was nauwelijks veertien jaar oud, kende geen levende ziel in de Engelsche wereldstad en droeg slechts een enkel goudstuk van twaalf gulden op zak. „Wel, Sandy!" zeide een medepassagier, die met hemfkennis gemaakt had onder do reis van Glasgow daarheen, „zou je niet wenschen, dat je weer veilig en wel bij je moeder in Schotland zat?" „Neen," antwoordde de knaap: „bij mijn vertrek van huis beloofde ik haar on bevreesd en eerlijk te zullen wezen. Ik heb voortaan zoowel haar brood te verdienen als hot mijne en hoe eer ik daarmede be gin, hoe beter." „Wel, jongske, dat kun je alzoo uitvoe ren?" vroeg een vriendelijke stem achter hem. ,,Ik kan trouw en gedienstig zijn voor ieder, die mij iets to doen wil geven," luid de het zonder aanzelen. Het was een wel bekend rechtsgeleerde, die zijn eerste ant woord had opgevangen. Sandy's flinke, moedige toon had reeds hem bevallen, en de dappere, open blik, dien de knaap hem toe wierp, won hem geheel en al voor hem. „Vertel mij je geschiedenis eens," sprak hij, hem welwillend op den schouder klop pend. Dit was spoedig gebeurd. Sandy's moeder was als weduwe achtergebleven met zeer weinig geld cn een kind om op te voeden. 3ij had zoo lang het haar slechts mogelijk was voor hem gewerkt; maar toen eindelijk haar ge zondheid haar geheel en al begaf, had zij zijn plaatsbiljet naar Londen gekocht en hem het weinigjo geld gegeven, dat zij nog missen kon. „Ga trachten je fortuin te maken in de wereldstad," had zij gezegd: „men vindt daarginds nog de middelen daartoe; wees altijd onbevreesd en eertijd en vergeet je moeder niet, die niet langer voor je arbei den kan." Zoodra hij dit verhaal had aangehoord, nam de rechtsgeleerde Sandy bij zich in dienst als kantoorjongen, ,,Ik wil je een kans geven," zeide hij; „te toonsn wat er in je steekt. Schrijf nog heden aan je moeder, dat je een vriend ge vonden hebt, die jo ter zijde zal staan, zoolang je dapper en eerlijk blijft." Sandy werd van den aanvang af ieders lieveling op heb kantoor. Wanneer do kler ken des morgens aankwamen, vonden zij hem reeds op zijn post en bleven gaarne een praatje met hem maken. Hij bezocht ook een kostelooze avondschool en [wertl niet alleen een uitstekend boekhouder, maar ook heel vaardig met de pen. Al spoedig dan ook word hij bevorderd en hij klom nu geleidelijk op tot hij de meest vertrouwde klerk van zijn chef werd. Hij had steeds wat hij verdiende met zijn moeder gedeeld; maar nu begaf hij zich naar Schotland om haar af te halen en voortaan zijn woning met haar te doe len. In zijn vrije uren studeerde hij in do rechten en nadat hij gepromoveerd was en. zelf als advocaat begon te pleiten, boe zemden zijn moed en oprechtheid vertrou wen in, geloofden de rechters zijn woord. En op die wijze werd hij een van Londens eerste rechtsgeleerd' i, een man van rijk dom en aanzien. Zijn moeder had hom de deugden geleerd, welke tot welslagen voeren. Meer nog dan aan eigen inspanning, had hij zijn schitte rende loopbaan aan haar te danken. Lieve lezers, laat ook uw devies hetzelf de zijnhet zal u nooit berouwen. De bestolen kond. O, Anna, is de da$r heusch gekomen? riep Meta uit, overeind gaan zittende in bed, toen de kindermeid met het badwa ter binnentrad en Ellio slaperig do oogen opende. Heusch, herhaalde de kindermeid lachend. Je doet dus beter wat voort te maken, alt' je niet te laat wilt z*ijn voor den trein. Maar deze vermaning was overbodig. De groote moeite bestond veeleer daarin, dat Anna do kinderen niet stil kon laten staan, om behoorlijk hun haar te borste len. En wat zij al niet te praten hadden I Do kindermeid verwonderde er zieh tleohta over dat hun tongetjes niet verlamd waren voor het ontbijt. Maar zij hadden dan ook heel veel te becyrokep, immers gingen zij vandaag, voor het eerst in hun leven, met hun moe der logoeren op een echte boerderij, geheel en al bui'.en, op mijlen aft tan ds va a elk spoorwegstation. Zoolang dj zich konden herinneren, had den zij in de stad geleefd en zich op va- cantiedagen moeten tevreden stellen met het bczoc n va-, de parken, want vader was fcleehts commies bij de posterijen en, wanneer alle noodzakelijke uitgayen waren Tx&fcredèn, bleef er heol weinig over voor pretjes. Maar kort geleden was er een tante ge storven, die moeder een aardig sommetje had vermaakt. Dus waren de tijden van zorgen voorbij en zouden de kinderen eens voor het eerst een echte vacantia hobbon. Geen wonder, dat z-ij opgewonden waren. Onderweg, bleek dat zoozeer, dat do jou- ge moeder er bijna het hoofd ouder ver loor. Eenmaal aangekor. on zijnde, liepen -Lij voortdurend naar rechts en links om al do wonderen en geheimen der hoeve te lee ren kennen. Al do dieren vooral stalen hun hart, maar hun lievelingen waren toch de kuikentjes en de kippen, die in ccn over dekt hok liepen en nooit werden zij rnoedo hun allerlei lekkere brokjes te brengen, als het middagmaal was afgeloopen. Wat hun echter wanhopig mankte, was het feit-, dat kippen cn kuikens altijd even hou-, gcrig schenen, Ik geloof zeker, dat zij niet genoeg te eten krijgen, zeide Ellic, toon zij tweo dagen buiten hadden doorgebracht. Ongelukkigerwijze toonde vrouw Jacobs, do boerin, bitter weinig medegevoel. Zii verklaarde, dat, indien zij den kippen zooveel gaf, als zij op konden, haar dood arm wouden eten. Dien avonJ, na de thee, rrngen zij nog eens uit, om een Inatsten blik aan hun lie velingen te sohenken, alvorens naar bed te gaan. Anna had hun een aardiger weg naar het kippenhok gewezen dan over do bin nenplaats, dus kozen zij dien. Den tuin door cn dan langt' do schuur, had zij gezegd. Tot lmn verbazing zagen zij onder een afdak, tegen do schuur aan, een bord staan met stukjes vleesch, brood on aard appelen. Kijk eens, riep Meta, dat moet hier neergezet zijn voor do vogels. Maar dio kunnen oiet half zoo hongerig zijn alt do kippien, want zij bobben de wormen cn van allerlei voor het pikken. Wij moesten dit eten maar aan do kippen brengen. O ja-, dat moeten wij doen. Ellio was verrukt over dien inval cn do kippen kregen ccn heerlijk avond maaltje. Hetzelfde souper werd haar ook do tweo volgende avonden bezorgd, want Meta en Ellie vonden dag op dag het bord weer gevuld staan, maal;ten er zioh van meester en dc kippen smulden naai- hartelust. Don derden avond zouden zij juist gaan eten, alvorens' naar bed t© gaan cn was do kindermeid bezig do lamp op te stoken, toen vrouw Jacobs binnentrad. Heb jo Roovcrs avondeiy-n voor hem klaar gezet, Anna? vroeg zij. Ja, zeker, luide het antwoord. Dan begrijp ik waarlijk niet waarom bij bij liet melkhuis komt huilen, hij heeft dat al tweo avonden ge-daan. Geef hem maar wat melk, Anna, want ik kan het niet uitstaan dat heb dier zoo te keer gaat. De kinderen gingen mee om Roovor een kommetje melk to geven. Hij verzwolg d« n inhoud letterlijk on scheen zoo uitgehongerd, dat Ella vroeg wat hij gewoonlijk kreeg. Wel, zoo wat van alles wat er van tafel overschiet, zeide Anna, Een beetje vleesoh, brood, aardappelen door elkaar, wat ik maar kan vinden. Jo weet, ik zorg thuis- ook altij l goed voor hem. Waar zet je dat neer? vroegen beiden tegelijk, op een vrecsclijk vermoeden ko mend. Onder het afd .k bij do schuur, ant woordde Anna, jelui moet het daar wel hebben zien staan. O Anna riepen zij uit, wij gaven dab aan de kippen 1 Wij dachten, dat hot voor Een zeer goedkoope druk van Fautastiscli- Momaiitisclie W erken (de «enige geantoriseerde aitgaaf in Hollandsche ver- taSïng;) is verschenen b(| den Uitgever G, SCISREFDERS, te Amsterdam. Vraagt liet Prospectns 0549 12 9 Kassier en Commissionnair in Hlöecten, Pieterskerkstraat 4, voor Architecten, Aannemers, Opzichters, Houtvesters, Houthandelaren, Steenhou wers, Scheepsbouwmeesters, Meubelmakers, Metselaars, enz. KIElShER's beer tabel len, voor Rond en Be2aagd hout, Steenhouw- en Metselwerken, bewerkt door J. JJ. A. OUTMANS, 200 pag.'s, ln heel linnen band. Prijs fa. - voor slechts 75 Centen. Mot behulp van dit handboek voor komt men groote en lastige bereke ningen, die zoo dikwijls in het Bouw vak voorkomen. Spoedig is de prijs weder fa. Tijdelijk voor slechts ƒ0.75. Te btkomon byD.ROlLiLF, Bazaar van Goedkoopo Boeken te Rolteidam. Franco na ontvangst Postwissel, waarop melden: Kubeertabelleu, IN 971 30 7101 20 Spiegel- en Vensterglas, Deurplaten, Reclame platen van groen en swart marmerglas. Kantoor en Magazijn: Pelikaanstraat 27, Koordeinde 43 en Galgewater 16. Intercomm. Telefoonn. 646. Aanbevelend: 5256 26 L.24T Sluitingstijd 7 uren. Lèeraar voor Piano. 9428 5 Nd. 13. JANVQSSEHSTEEG No. 13, Ruime Keuze. Solide Kwaliteiten. Lage Prijzen. Orders voor zichtzendingen, reparaiiön, enz., worden vlug uitgevoerd. Briefporto's worden vergoed. Let s.v.p. op naam en huisnummer. 9770 20 HARTESTEEG 2. Per Liter. Anisette f 0.45 Frambozen n 0.45 Nieuw Rood 3 0.70 Jenever 0.70 Brandewijn 0.72 Punch B 0.80 Boerenjong.,, 0.90 Cognac 0.90 Por Flesch. Bessenwijn f 0.35 Grenadine 0.50 Roodo Wyu 0 0 50 Madera 0.50 Roode Port a 0.56 Witte 9 0.60 Samos g 0.60 Advocaat 0.80 0714 10 9762 40 De te ZOETERMEER, behaalde op de Hygiënisch-ifóeciische Ventoonsteiiing te Weenen voor haar suikervrije SVSeilr, sy.-teem Dr. JAG. BOUMA, de Deze Melk is te Leiden uitsluitend verkrijgbaar in Filiaal „Nutrïcia", Korenbrugsteeg 3 en wordt, zonder prijsverhooging, door onzen gewonen bestelwagen thuis bezorgd. 9321 40

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5