PERSOVERZICHT.
fflededeelinj uil eigen ervaring.
Uit de ReehtzaaL
Wij lezen in de ,,Middelburgsche
(Ooiiran t":
Wij hebben reeds herhaaldelijk geschre-
yen over den slechten invloed, dien
pandjeshuizen oftewel huizen van
verkoop met recht van wederinkoop uit
oefenen, en op de woekerwinsten, die dezo
behalen, door ongeoorloofd! hoogen inte
rest te vorderen.
TovenB wezen wij er op hoe wij door de
opheffing van de zg. leenbanken, waartoe
menige gemeente op een onzalig oogenblik
besloot, van kwaad tot ergor zijn verval
len; zooals het in meer zaken gaat, waar
bij overdreven theorieën in het spel zijn,
die in do praktijk falen.
Wij deden dit o.a. nog in ons nommer
yan 3 Juli van het vorig jaar in onze
,,Zeeuwsohe Omtrekken", onder vea*wij-
zing naar liet belangrijk rapport over go
Banken-van-leening, in opdracht van het
hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van
't Algemeen in het licht gegeven door de
heeren mr. J. Kruseman, mr. Anton van
Gijn, dr. D. Bos, mr. J. G. Schölvink, Tli.
OL. J. van Banning en mr. Joh. M. Jolles,
rapporteur.
Die commissie kwam tot de, door ons toe
gejuichte conclusie, dat do Banken-van-
Icening, al mogen zij schaduwzijden ver-
tooncn, niettemin een belangrijke economi
sche functie vervullen en daarom stand
behooren te worden gehouden overal, waar
door minder bemiddelden op ruime schaal
crediet tegen onderpand wordt verlangd.
En er dient volgens haar gestuurd te wor
den in de richting van gemeentelijke ban-
'ke n - van -loaning, die, zond ca- girowe win
sten tc beoogen, aanpassen aan de be
hoeften van het publiek zoodat dit geen
reden heeft langer de voorkeur te schenken
aan do verkoophuizen."
Hoe nuttig dat terugkeeren op den ou
den weg is, bleek wel dezer dagen voor do
rechtbank te Utrecht, waarvan de presi
dent tot een kouder van een pandjeshuis
zcide:
„De pandjeshuishouder verwoesten dc
eer en het geluk van hen, die zich in gel
delijke moeite bevinden.
Dat is de vloek van jullie bestaan, want
je moet leven van de schande, de ellende
en dc armoede van hen, die zich niet meer
kunnen redden en ten slotte door jullie in
den afgrond raken."
Volgens het verslag in de bladen protes
teerde de pandjeshuishouder zwakjes, doch
kon er niet veel op zeggen.
Dit gaf zekeren heer K. aanleiding om
in „D o T ij d" op dit woekerbedfijf te wij
zen. Het schreef o.a.:
„Ja, het is in ons land met deze eerloo
ze praktijken zelfs zoo ver gekomen, dat
zich vcrecnigingen en genootschappen, tot
bestrijding van den woeker hebben gevormd
en dat 1 September a.s. in Den Haag een
groot© protestmeeting zal gehouden wor
den, waarvoor bekende woordvoerder* zich
reeds hebben beschikbaar gesteld.
Blijkens het programma zal op deze ver
gadering ook besproken worden de wijze,
waarop men zich tot de Regeering zal
wenden om dezen mensch-enteerenden woe
ker to bestrijden.
Zonder nu de besprekingen van de
Haagsche pro testmeeting vooruit te loop en,
willen wij wel als onze meening te ken
nen geven, dat men zich hier op geen be
tere wijze tot de Regeering wenden kan
dan door van haar te vragen een betere
wetgeving tegen den woeker. De onder
vinding heeft duidelijk aan het licht ge
bracht, dat onze wetgeving, waarin dezo
materie „geregeld1!" is, volstrekt onvol
doende moet geacht worden.
Een grondige herziening van onze Straf
wet, ons Burgerlijk Wetboek en van ons
procesrecht moet hier ter hand worden ge
nomen"
De heer K. haalde als voorbeeld aan de
Puitscbe wetgeving ten opzichte van deze
materie, waaruit voor onzen wetgever nog
veel te leeren is.
Het begrip „woeker" wordt in de Duit-
sohc wetgeving zeer nauwkeurig omschre
ven, do bepalingen troffen de moderne woc-
kerhandelingen ook en dreigen met zeer
zware straffen.
Op een daad van woeker staat gevange-
nisstraf tot zes maanden met boete tot
3000 mark, al of niet gepaard met eerloos
verklaring. En wie in Duitschland van het
woekeren oen bedrijf maakt, kan worde a
gestraft met minstens drie maanden gevan
genisstraf, benevens boete, loopende van
150 tot 15,000 mark.
Die straffen moeten in Duitschland af
schrikwekkend gewerkt hebben.
Een ander middel tegen den woeker
vindt men in een georganiseerd krediet
•wezen; terwijl aan het woekerbedrijf, dat
zijn slachtoffers vindt onder de landbou
wers, onder de economisch-zwakken, heb
ben de Raiffeison-banken vooral in
Duitschland voor een goed deel een einde
gemaakt.
„D Banier", orgaan van den Bond
van Kies vcrecnigingen op christolijk-histo-
rischen grondslag in Friesland, schrijft
o.a.
„Do Christelijke Overheid, die tracht
haar roeping overeenkomstig Gods ordinan
tiën to vervullen, staat voorop in hetgécn
altijd van onze zijde is begeerd.
Zal zij haar roeping getrouw zijn aan
gaand© de van haar uitgaande school,
dan spreekt het vanzelf, dat zij geen ander
dan ch r i s t e' 1 ij h o n d e r w nj s kan
geven.
Doet zij dit niet, dan doet zij in dezen
aan eigen karakter te kort en wordt neu
traal of liever beginselloos.
Waarom het ons tot heden een raadsel
bleef, hoe men, op antirevolutionaan
sta© dpunt, wat men aangaande de over
heid belijdt, kan vasthouden te gelijk met
den wenseh, die in het elk-wat-wils-systecm
uitdrukking vindt on aan ónae hedendaag-
scho openbaro school, als aanvulling van
Ovcrheidswego denkt.
Wio meent, dat, op den door ons be
geerden voet, de Overheid zou optreden als
Kerk, vergeet, dat het zeer zeker in het bij
zonder dc roeping der Kerk is, „het Ko
ninkrijk Gods te bevorderen", maar dat
dienaangaande een christelijke Overheid
evengoed als ieder christen een eigen
roeping heeft, waarvan geen menschelijko
macht kan ontslaan.
Wie verder met on3 van gevoelen is,
dat ons volk een ohristelijk-Protestantsche
natie is, en dat dit karakter niet het minst
van overheidswege dient geëerbiedigd en
gehandhaafd, ziet daardoor te gelijk hot
christelijk karakter der overheidsschool
nader begrensd, maar ook genoegzaam be-
lijnd.
Echt christelijk onderwijs kon, volgens
Groen, op christelijk-»P'rotestantsob© scho
len van overheidswege gegeven, omdat (wij
noemden dit reeds tc voren) „wat de Ker
ken der Hervorming vereenigt, niet wat ze
verdeelt, op de school thuis hoort."
Een uitsp-aok, door practijk en ervaring
bewezen en gerechtvaardigd, waarom een
vorder gaan üo versplintering naar belij
denis en kenmerkend beginsel, om nu dit
alleen te noemen) overbodig zou blijken.
Droeg men het toezicht op liet onderwijs,
voor zoover het in verband stond met den
godsdienst, de Kerk op, niet alleen werd
dan met haar gerekend, maar zij zou ook
in haar roeping in dezen worden erkend.
Het spreekt vanzelf, dat niet ieder zich
in dit onderwijs zou kunnen vinden en zoo
min als onze vaderen zouden wij ooit begee-
ren iets, dat ook maar eenigszins naar ge
wetensdwang zweemt.
Met name voor Roomschcn cn Joden,
maar daarnaast ook voor ieder ander, die
het begeerde, zou, zoo goed als thans, het
geven van onderwijs naast hetgeen van do
overheid itging, vrij moeten zijn.
Zelfs zou, bloot uit een financieel recht
vaardigheidsbeginsel, do concessio kunnen
gedaan, dat het vrije onderwijs van over
heidswege onder zekere waarborgen werd
gesubsidieerd, „mits van den beginne aan
vaststond, dat alle onderwijs, aangelegd op
het doen van afbreuk aan het wettig gezag
der overheid, van die gunst verstoken
moest blijven."
In kern en wezen dus Green's gedachte,
met dit verschil, dat Roomsche, Joodsche
en andere scholen niet van de overheid
zouden uitgaan."
Na voorts gezegd te hebben, dat zij
tegen „de vrije school voor heel de natie",
vooral heeft, dat men do massa loslaat en
aan haar lot overgeeft, welk lot geen ander
is dan de totale ontkerstening van dc kin
deren van ons volk, schrijft het blad:
„Wijst men ons tegenover ons ideaal op
vele bezwaren, wij hebben ons antwoord ge
reed.
Zegt men, dat juridisch geen onderwijs
wet van dezen aard ware te maken, wij
antwoorden, niet zonder den ernst van dit
bezwaar te betwijfelen, dat in de Grond
wet oen richting gewezen «wordt, waarop
misschien kon voortgebouwd, en dat, wat
betreft geheel het samenstel der wet, toch
zeker van overheidswege kan ineengezet,
wat op grond van jarenlange ervaring
thans door belangstellenden op eigen ter
rein wordt geregeld.
Zegt men, dat do geest der onderwijzers
bezwaar opleveren zou, wij vragen, waar
om niet in do overheidsschool het beginsel
zijn aantrekkende en afstootende kracht
■//ju openbaren, waar het dit tot heden in
do christelijke school wel heeft gedaan.
Zegt men, hoe het tot-stand-komen van
iets dergelijks zou kunnen verwacht bij
dc staalkaart der partijen in land en par
lement en als het tot staud kwam, hoo
spoedig es, bij on. wisselen do Re-geerin-
gen, iets anders zou worden gezien, wij
antwoorden met het oog op het laatste, dat
verandering zelfs nu niet zoo spoedig te
vreezen ""are, maar zeker minder waar
schijnlijk ware, zoo het christelijk beginsel
bij de Overheid vastlag, eD, met hot oog op
het eerste, dat de geschiedenis zelve leert,
hoeveel werkelijkheid is geworden, wat
eens onmogelijk werd geacht.
En zegt men eindelijk, dat de tijd zoo
ontzettend ver schijnt, dat ons ideaal wer
kelijkheid zou kunnen worden, wij ant
woorden, dat het desniettegenstaande roe
ping en plicht is te volharden bij het ideaal,
wachtende op des Heeren tijd en zegen."
„D o T ij d" is van oordeel,' dat do minis
ter van koloniën zeer terecht van oordeel
is, dat de betrekkelijk en op zichzelf gun
stige eindcijfers der Indische be-
gr o o t i n- g geen reden mogen zijn om af
te zien van de versterking der gewone mid
delen, waarvan reeds ten vorigen jare spra
ke was.
Het tekort van 6S8,363 gulden mag men
gerust onbeduidend noemen; er bestaat al
le kans, dat dit geraamde tekort in wer
kelijkheid geheel verdwijnt, misschien wel
voor een batig slot plaats maakt.
„Natuurlijk staat men ook bloot aan te
leurstellingen en kunnen dringende behoef
ten onverwachts voorziening vragen. Wel
geen begrooting, die niet ïn den loop des
jaars op meerdere wijven moest worden aan
gevuld Een vluchtige kennisname dor cij
fers echter doet het .waarschijnlijker ach
ten, dat heb resultaat gunstiger, dan dat
het ongunstig zal uitvallen, dan thans ge
raamd wordt. Doch ook indien dit niet het
geval War© en zelfs indien het tekort met
een «aar millioenen zou stijgen, behoefde
er geen reden to bestaan tot bezorgdheid.
Immers, onder de geraamde uitgaven be
lmoren ruim vier millioen, welke als pro
ductieve uitgaaf zijn te beschouwen, waar
van ruim twee millioen voor spoorwegen,
een half millioen voor bevloeiingen, zeven
it acht ton voor de verbetering van Socra-
baja, etc.
Het groot© lichtpunt voorts bij dezo be
grooting is dan ook, dat het saldo der g e-
w o n o inkomsten tegenover dat der g e-
w on e uitgaven d.w.z. der uitgaven, na
aftrek van die voor productieve werken,
voor vermeerdering der economische ontwik
keling en voor aankoop van particuliere
landerijen voor 1907 is te stellen op een
bedrag van 7,776,637 gulden, of, rekening
gehouden met een en ander, wat reeds in
den loop van dit jaar werd uitgegeven,
van ruim zes millioen."
Wat echter de voorzichtigheid van den
Minister bij berekeningen voor de toekomst
ten volle billijkt, is vooreerst de krachtige
en geregelde stijging der gewono uitgaven,
die als bestuursuitgaven in engeren zin"
kunnen aangeduid worden, en in de tweede
plaats het feit, dat een nog altijd zeer
belangrijk gedeelte der Indische inkomsten
afhankelijk is van zeer wisselvallige om
standigheden, namelijk dat gedeelte, dat
verkregen wordt uit do producten, met
name de koffie, de kina, het Banka- en
Billi ton-tin. Het zou bij den tegenwoordi-
gen stand der Indisch© geldmiddelen meer
'dan roekeloos zijn, deze inkomsten, hoe
wisselvallig oók, geheel of gedeeltelijk prijs
te geven.
„Met voldoening dan ook, meenen wij,
moet elke poging begroet worden, om de
koffiecultuur d 6, r w a a r die inder
daad loonend is uit haar toe
stand van verval op te heffèn en weder,
zooveel mogelijk, uit te breiden. Betwijfeld
mag worden of de Regcering, voor zoover
bij haar de ernstige wil daartoe bestond,
bij haar ambtenaren in veel gevallen d©
medewerking heeft gevonden, waarop zij
mocht aanspraak maken; betwijfeld even
zeer of bij haar zelve steeds een zoodanige
ernstige .wil bestaan heeft.
En wil men in Indië iets gedaan krijgen
dan komt het in de eerste plaats op zulk
ernstig willen der Regeering aan.
In 1907 zal ruim zeven ton meer besteed
worden voor inkoop van koffie dan ge
raamd werd voor 1906. Dit geeft moed.
Toejuiching verdient ook het aangekon
digd plan om proeven te nemen op eenigs
zins grooto schaal met den aanplant voor
Gouvernementsrekening op de Oost-kast
van Sumatra van de Para-rubber-plant
t-dievca Brasiliensis) met het doel een Rijks
caoutchouc-cultuur in het leven te roepen.
De bij uitstek gunstige resultaten, welke de
Engelschen aan de andere zijde van de
Straat van Mal nu. .a met den aanplant van
dit nuttige gewas verkregen hebben, wet
tigt ten volle de ver wachting, dat'ook voor
onze Regcering langs dezen weg aanzien
lijke voordeden te verkrijgen zijn.
Verbetering en uitbreiding van de belas
tingen, welke ook in Indié het grootste en
minst wisselvallige gedeelte der Staats
inkomsten moeien opbrengen, behooren
echter op den voorgrond te staan.
Een teleurstelling moet het genoemd wor-
den, dat de Regeering nog niet gereed is
met haar plannen tot invoering van een
directe belasting van de inlanders op Su
matra's Westkust, die over het algemeen in
veel beteren doen zijn dan de gewone
Javaan en dus zeer wel betalen kunnen,
maar tot nog too van elke directe belast,
vrijloopen; en dat men evenmin tot dusver
een belasting heeft kunnen bedenken, welke
in de plaats kon komen van de teu
vorigen jare teruggenomen hoofdelijke bel.
in Atjeh. Betreffende dezo punten, ver
nemen .wij, is het overleg met de Indi
sche regeering nog niet afgcloopen.
In een verder stadium van voorbereiding
bevndt zich reeds de Algemeen© inkomsten
belasting, welke de Regeering tegen lo. Ja
nuari 1908 wil invoeren, doch van welke
thans reeds wordt voorspeld, dat zij in
geen geval tot een aanzienlijke ver
meerdering van inkomsten zal leiden, da&r
haar invoering met afschaffing van het
uitvoerrecht der Deli-tabak, van de suiker
belasting en van het patentrecht zal ge
paard gaan. De vrees, dat de Rogeering
zich hier bij haar ingrijpen in Indische
toestanden te veel laten leiden door doc
trinaire begrippen van liberale staathuis
houdkunde, schijnt ons hier allerminst bui
ten gesloten.
Onmiddellijke invoering van nieuwe belas
tingen, nu die van dc inkomstenbelasung
nog uitgesteld moet blijven, schijnt de
Regeering, met het oog op de cijfers dezer
begrooting, niet noodig te hebben geoor
deeld. Althans van de (tijdelijke) invoering
van een belasting op de winsten, uit de pe-
troleum-productie, .welke in overweging was
genomen, werd bij nader onderzoek afgo-
zien.
Wat velen misschien minder aangenaam
zal klinken, is, dat, ondanks de gunstige
cijfers der ingediende begrooting, toch weder
voor Indië zal moetea geleend worden. De
schuld ligt aan de vorige dienstjaren."
Sprckendtei over den nachtarbeid
der bakkers zegt „Het Volk1',
dat, naar zijn meening, thans de tijd is
gekomen tot een krachtiger aanloop op
„dien ellendigcn kanker, dio een heel be
roep veroordeelt tot een minderwaardig be
staan', dan tot nog to© geschiedde. Maar
juist door den nachtarbeid is de, bakkers
organisatie zwak. Hun abnormalo tijd
van werken maakt het moeilijk hen in
vergaderingen bijeen te krijgenmaar
vooral: hij stelt hen buiten de aanraking
met het nieuwe leven, dat groeit in de
oude maatschappij. Toch is deze strijd
zoo noodig. De nachtarbeid put het lichaam
uit en' daarmee ook de- geestkracht. Aan
het gevaar van ontaarding, van verdicrlij-
king, staat de bakkersgezel meer dan ve
len bloot; dc bakkers zelf hébben in hun
strijd tegen den nachtarbeid daarvan do
droevigste voorbeelden verhaald.
Wetgevend© pogingen zijn er geweest:
van het Kamerlid Pytte'rsen, van minister
Lely, van minister Kuypcr. Maar zeker
sprak, het maatschappelijk geweten niet
luid' genoeg, om de ontwerpen tot wet tc
maken.
De bakkers hopen nu op een vierde
wetsvoorstel, dat van den heer Veegens.
„Verleden jaar heeft deze radical© Minis
ter dc afschaffing van den nachtarbeid
zoo goed als beloofd. Hij is een van de
weinige personen uit de bourgeoisie, wier
democratisch gevoel en wier onafhanke
lijk karakter ook aan de arbeiders vertrou
wen inboezemt, al vergeten wij niet, dat
ook hij een kind van zijn klasse is, ©n
slechts één man van de negen, in een Ka
binet, dat zijn steun zoekt, zoowel bij de
meeat versteende behoudzucht, als bij de
meest vooruitstrevende elementen. Hij wil
verbeteringen in den arbeid aanbrengen
bij brokstukken, en, zoo antwoordde hij
op Schapers aandringen, een van d© eerste
uitwassen, waartegen hij maatregelen
wilde nemen, zou de nachtarbeid der bak
kers zijn."
Meermalen zegt „H et Volk" nog
hebben de bakkers tot de andere arbei
ders bittere verwijten gericht, dat ook
hun egoïsme, o>ok liun verlangen om versch
brood in den morgen te hebben, oorzaak
is van het lijden der bakkers. Maar het is,
meent het blad', een onbillijk verwijt. In
een maatschappij, waar de arbeiders de
macht hebben, zal de nachtarbeid niet
worden geduld. Maar wel is sleur, een on
gevoeligheid voor anderer leed, door af
stomping ten gevolge van eigen lijden,
oorzaak geweest, dat de bakkersgezellen
al te veel in hun strijd alleen hebben ge
staan.
Het blad wekt de arbeiders op, om met
dio sleur en die ongevoeligheid te breken.
RECLAMES,
h 40 Cents per regel.
De heer W. F. Stoute, Prinsenstraat 10,
to Leiden, deelt ons mede: Voordat ik met
Foster's Rugpijn Nieren-Pillen begonnen
ben heb ik geruimen tijd geleden aan een
hevige pijn in den rug en de lendenen, ge
paard met hoofdpijn en duizelingen. Deze
duizelingen waren bij tijden zoo hevig, dat
ik moest gaan zitten, wilde ik niet neer
vallen. De urine kwam meestal met een
pijnlijk gevoel, hierin bevond zich gewoon
lijk bloed en zij liet een vuil en dik bezink
sel na. Hierdoor verzwakte ik zeer en ik
gevoelde mij zeer lusteloos, daar ik niet
daoht op mijn negen en zestigjarige© leeftijd
van deze kwaal te kunnen worden verlost.
Hoe dankbaar ben ik uw Pillen te hebben
leeren kennen, want zij hebben mij van mijn
bloedwateren genezen. Na twee doozen
Pillen gebruikt te hebben, knapt© ik op, de
rugpijn verdween en mijn eetlust is thans
ook weer'teruggekomen. Waar ik kan, zal
ik uw Pillen dan ook aanbevelen.
Ik, ondergoteekendc, verklaar, dat het bo
venstaande waar is en machtig u het publiek
te maken op elke wijze, die u goeddunkt
Mogelijk zal men u een ander geneesmid
del te koop aanbieden met de opmerking
„even goed" of „juist hetzelfde". Gij vergist
u wanneer ge dit gelooft, want cr bestaat
geen ander geneesmiddel „even goed" voor
de nieren of „juist hetzelfde" als Foster's
Rugpijn Nieren-Pillen.
Z© zijn te Leiden verkrijgbaar bij d© hee
ren D. W. E. F. DE WAAL, Mar© 66; D.
M. KRUIS INGA Ezn., Nieuwe Rijn 33 en
REYST <5c KRAK, Steenstraafc 41. Toezen
ding geschiedt franco na ontvangst van
postwissel a 1.76 voor één of 10 voor
tea doozem 9508 41
reMiSSKiN»
am'
Melk voedsel voor KindersrienZiekenj
$52(3 7
Voor den Hoogen Raad werd gis
teren door mr. Van Leeuwen, advocaat
te Leiden, gepleit in d© zaak van J. L. B.,
handelsagent te Leiden, door den kanton
rechter alhier veroordeeld tot 10 gld. boe
te, subsidiair 5 dagen hechtenis, ter zake
van het als eigenaar van een openbaren
weg, een gedeelte van de Oranjestraat, dit
niet in goeden staat te hebben onderhou
den. Pleiter ontwikkeld© twee cassatie
middelen, be&trijdcnde den onderhouds
plicht van requirant op grond van de Ge
meentewet, omdat do toegepaste verorde
ning ten dez© zou zijn in strijd met de Ge
meentewet en in elk geval niet volgens dc
wet is vastgesteld, daar die verordening
volgens pleiter niet als een gewone poli
tieverordening mocht worden vastgesteld.
Pleiter concludeerde op grond van een en
ander tot onverbindverklaring der veror
dening en ontslag van rechtsvervolging
van beklaagde.
In dez© zal het O. M. 17 dezer conclusie
nemen.
Voor den Hoogen Raad werd gisteren
door mr. De Kanter, advocaat t© 's-Gra-
venhagc, gepleit in zake hot cassatieberoep
van W. v. d. H., 46 jaar, schipper te
Haar 1 ommenneer, door do rechtbank te
Haarlem veroordeeld tot 3 maanden ge
vangenisstraf wegens diefstal van een por-
temonnaie met geld, gepleegd te Hille-
gom, ten nadeele van een anderen schip
per, met wien hij kort te voren in een her
berg aldaar had vertoefd. Van de mede
ton laste gelegde geweldpleging om den
diefstal voor te bereiden of gemakkelijk
to maken werd do bekl. door de rechtbank
vrijgesproken. In booger beroep evenwel
verklaarde het hof te Amsterdam hem ook
daaraan schuldig en veroordeeld© hem tot
9 maanden gevangenisstraf.
Als eerst© middel van cassatie .werd
door mr. De Kan ter aangevoerd, schen
ding van eenigc artikelen van het wetboek
van Strafvordering en van dat van straf
recht, omdat het arrest van het Hof niet
inhoudt een qualifioatïe van het misdrijf.
Het gerechtshof had volgens pleiter met
betrekking tot do geweldpleging geen vol
doend© rekening gehouden met do vroor
den van het toepasselijk wetsartikel. Eon
tweed© middel beweerde wetsschennis,
doordien bet Hof niet had beraadslaagd
en bcslict naar aanleiding van de dag
vaarding, zijnde er een verschil tusschen
den naam van ecu bestolen©, zooals die in
de dagvaarding is vermeld en zooals hij
,werd gesteld in het arrest.
De conclusie O. M. 18 September.
Moor.-cf te Waddingsveen.
Te dier zake had zich gisteren voor de
rechtbank te Rotterdam te verantwoorden,
J. G- T., 27 jaar, lintzager, geboren en wo
nende te Waddingsveen. De aanklacht
luidt tds zoude hij te Waddingsveen op 26
Mei 1906 opzettelijk en na daartoe vodrad:
ihet plan beraamd t© hebben, Comelis Al-
phonaar van hot leven hebben beroofd,
door hem opzettelijk een mes in de rechter-'
borst te steken. Daardoor waren het borst-
vlies, de bovenkwab der rechterlong en bet
hartëzakje doorboord en de daarin liggen
de hoofdslagader werd geraakt. Door dezo
verwonding van den hoofdslagader ontstond
een verbloeding in het hartezakje en in L>
rechter borstholte, ten gevolge waarvan
Alphenaar dienzelfden dag overleden is.
Dertien getuigen, waaronder twoc als
deskundigen, werden gehooid. Zoowel uit
hun verhoor als uit dat van beklaagde
bleek, dat er tusschen beklaagde en den
verslagen© een niet al te beste verat AndhoUr
ding bestond, hierin gelegen dat beklaagde
den verslagenen een rijksdaalder had ge
leend, waarom hij bij herhaling- tevergeefs
had gevraagd'. Hij was hierover wel wat
ontevreden. Behalve dit had beklaagde voor
een jaar een woordenwisseling met A. ge
had en was bij die gelegenheid door hem
over het grind gesleurd. Een veertien da
gen voor het gebeurde had hij met A. in
de herberg van Uitman nog eens een
woordenwisseling gehad. Op bewusten dag
nu was beklaagde weder gekomen in ge
noemde herberg, hij had toen een zakmes
bij zich, A. was daar ook. Gezegd werd er
toen dat A. zand en peper in zijn zak had'.
Beklaagde zou toen gezegd hebben, daar
niet bang voor te zijn, „al bonden ze een
hand van hem (beklaagde) op zijn rug, bij
zou A. wel krijgen; déze zou er niet veel van
navertellen.''
Ter terechtzitting verklaarde beklaagde
niet te weten een en ander gezegd te heb
ben en wel degelijk bang voor beklaagde
te zijn geweest na bovenvermelde mede-
deeling Na oenig verblijf in die herberg
(had beklaagde deze in den avond om 10
uur verlaten. A. was toen ook buiten en
er ontstond' ruzie met handtastelijkheid.
Ten tweeden mal© kwam de verslagen© op
beklaagde af, waarop beklaagde hem eenipe
klappen in zijn gezicht heeft gegeven. Zijn
mes had hij echter niet gebruikt en dus den
vorslageno niet in de rechterborst gfwtoken.
Bij den rochter-oommissaris had beklaagde
evenwel de mogelijkheid erkend het mes
wel in handen te hebben gehad'. Na het toe
brengen der klappen was de verslagene gaaa
draaien, gevallen en weggebracht en kort'
daarna overleden aan de gevolgen, in d©
aanklacht vermeld.
Onder het naar huis gaan had bedaagd©
zijn mes weggeworpen; waarom kon l'ij niet
opgeven. Bij zijn verhoor, den dag na het
gebeurde, had' beklaagde, dio aanvankelijk,
ontkende, daarna aan den burgemeester be
kend den verslagene met een knipmes in de
borst gestoken te hebben. Hij had er spijt
van het gedaan te hebben. Beklaagde be
weerde nu, dat- zekere D. het feit bedreven
zou hebben. Omtrent den beklaagd© werden
door burgemeester en veldwachters gunsti
ge verklaringen afgelegd Opmerkzaam ge
maakt dat niemand hem het knipmes open
had zien doen, had beklaagde gezegd het
open in zijn zak gehad te hebben. In den
broekzak van beklaagde waren werkelijk
sneetjes aanwezig bevonden. Ter terecht
zitting werd dit nog nader geconstateerd.
Iets blinkends was ook in de hand van
beklaagde gezien, waarmede hij A. ©en
stomp tegen zijn rechterborst had gegeven-
Bij do aanvallen van A. tegen beklaagde,
had laatsgcnoemde ge&egd: „Kees ik waar
schuw je nu voor het laatst", waarop hij de
zen een stomp tegen de rechterborst had
gegeven. Dat D. zooals beklaagde nu be
weerde, de dader zou zijn, en een mes in
de hand zou gehad hebben, bleek niet. Geon
dor getuigen kon daaromtrent iets verkla
ren. D. verklaarde zelf nooit een mes bij
zich te hebben cn niets tegen den versla
gene gehad te hebben. Omtrent beklaagde
werd nog verklaard, dat hij in bewusten
avond tijdens zajn verblijf in de herberg
zich volstrdkt niet -vechtlustig tegenover
de verslagene heeft getoond. Deze was het
eerst weggegaan, doch in stede zich te ver
wijderen, was hij buiten bij* de herberg blij
ven staan en had het eerst den beklaagde
aangevallen.
Het O. M. bij de Haagsche rechtbank
vorderJo gisteren tegen J. A., veedrijver,
die in den nacht van 30 op 31 Juli uit een
weide onder Wassenaar een koe had gesto
len, ter waarde van ongeveer 2ó0, welke
hij op de veemarkt te Rotterdam ten eigen
bate had verkocht voor 185, 9 maanden
gevan gen isetraf
De verdediger mr. Micheels, die het gun
stig gedrag van dezen bekl. in het licht
stelde zoomede het groote vertrouwen dab
hij genoot van verschillende slagers, een
vertrouwen, dat hij nimmer misbruikte vóór
dit noodlottig feit, waartoe financieele zor
gen zijn cliënt hadden gedreven, vroeg het
opleggen cener lichtere straf.
HAARLEMMERMEER. Ondertrouwd: W.
Baltus en M. J. Visser.
Gehuwd: J. Flipse en W. Klomp. H,
Twicht en L. de Smit.
B e y a 11 o n: J. T. Verheul geb. Kauffman D.
P. H. Schrnma geb. Van Koon D. J. Visbeen
geb. Meijer D. J. Vermen geb. Persoon Z.
A. Westmaas geb. Van Aalst Z. M. C. den
Butter geb. Vlugt Z- M. E. C. C. van den
Heuvel geb. Biesheuvel Z. H. Meijer geb. Boa
Z. M. C. Koog geb. Biesheuvel Z. M. Kaar»
geb. Schilders IX
Overleden: P. van do Schoot gob. Van
Kalmthout 54 j. J. Schollen '2 j. M, ie Groot
17 m. G. Café 57 j. E. M. Wiilemse 4 j.
HILLEGOM. Ondflrtrouwd:13. Warmerdam
en M. v. Lierop.
Getrouwd: H. G. de Boor en E. C. M. Staats,
Bevallen: H. van Ruiten geb. Vfpbccf 1)'.-»-
R. Otte gob. Ktrap K Yerweij geb. Ksc#
Z. G. Bos geb. Keyerkerk D. M. v. d. Berg
geb. v. d. Ploeg D.
Overleden: A. J. v. d. Reep 4 m. M. U.
Gras 7 m.