LIIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG li JUL!. TWEEDE BLAD.
Anno 1S00.
No. 1422G.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Over vacantic zegt „H et N ieuw s
van den Dag" het volgende
De maand Juli is in het land, do maand,
waarin de vaCanties beginnen, vaoantie
yoor staatslieden èn ambtenaren, voor on
derwezen cn en onderwijzers.
Dat niemand op de vaoantie smale, op de
yacantie zolf niet, noch ook op do lengte
yan haar duur.
Vaoantie is noodig; elke week een dag, en
in het jaar nu en dan eenige weken of min
stens eenigc chigen achtereen.
Vacantic is noodig voor menschen, dio
werken met het hoofd, ei) voor wie werken
met de handen evenzeer.
"Waarom is de vacantic noodig?
Vooreerst wijl een menscli geen machine
is.
En al ware bij dat, zelfs do machine
kan niet altijd voortworken; zolfs dc ma
chine heeft tijd noodig voor horstel, voor
reiniging, voor verzorging.
Hoeveel te meer een menscb, die, verge
lijkt men hem bij een machine, dan d© al
lerfijnste machine ia, die besbaat.
De menschelijko zenuwen, do menschelij-
ke hersenen, zijn op voort-durenden arbeid
niet berekend.
Slaap heeft de mensch noodig lederen
idag, een Zondag iedere weck, on ccnigo da
gen hcdcraaal rust nu en clan in het jaar.
Wie zich die rust niet gunt, wie die rU3t
niet ontvangt, teert van zijn kapitaal.
Het gaat goed, een jaar, twee jaar, tien
jaar, twintig jaar misschien, tot op zeke
ren dag de snaren springen.
Wie bijtijds geen redelijken tijd neemt om
le rusten, wordt ten Laatste door do na
tuur gedwongen tijd te nemen om te gene
zen, zoo het dan niet reeds tc laat is.
Waarom is vacantie noodig?
Ten tweede: omdat een mensch nu en dan
een nieuwen blik moet slaan op het leven.
Wio altijd in het gareel loopt, ziet hot
leven ten laatste niet meer aan met een
vrij oog. Gelijken gedurende langen tijd al
le dagen op elkander, clan wordt dc mensch
ten laatste machine in dien zin, dat zijn
arbeid sleur wordt.
Vacantio is het groote middel tegen do
'sleur.
Vacantie is het groote middel tegen ver
ouderen.
V Wie na dc vacantie weder aan zijn
gaat, gevoelt ie te van de opgewektheid, oe
nieuwheid, de frischhcid, die Ivij gevoelde
•'op den dag, toen hij voor het eerst zijn
ambt, zijn ambacht, zijn werkzaamheid
aanvaardde.
Zal cr jeugd in ons werk blijven, jeugd
in den zin vap blijdschap, optimisme,-vuur,
dan moet de arbeid nu cn dan een tijd
lang worden afgebroken.
Vacantio is dus noodig zóówel voor den
i arbeider als voor den door hem te leve-
jren arbeid; noodig zoowel voor de ziel van
hem, die werkt, als voor dc ziel van het
^Idoor hem voort te brengen werk. ,,Leef
uzelf geheel uit," is de leus van sommige
1 moralisten des tegenwoordigen tijds. Opge
vat als: tracht alles te leveren, wat go le-
I veren kunt, is die regel van zichrelf ge
heel uit to leven trcuwe opvolging alles-
I zins waardig.
I Welnu: wie in zijn rondwandeling op de
aarde het meeste en het beste wcnscht te
I leveren, waartoe hij in staat is, die moet
nu en dan rust nemen.
Doet hij het niet, dan is hij oud vóór zijn
I tijd, oud niet alleen maar ook óp.
Nog altijd geeft de manier, waarop velen
I met bun levenstijd huishouden, lrewijzen
van slecht overleg. Hoe zich dat wreekt,
is hier boven medegedeeld.
Niet minder dan acht uren sLaap por
etmaal; per weck geen vijf dagen arbeiden,
maar ook geen zeven; ieder jaar cenige
weken of dagen algoheele rust zulk een
levensregeling is onontkoombare voorwaar
de tot een gezond en gelukkig leven en tot
blijmoodigen, onberispelijken arbeid.
Staatslieden en ambtenaren, onderwijzers
ën onderwijzeressen kunnen die rust ne
men. Maken zij er geen gebruik van, het is
hun zaak, gelijk de ellende, die er uit
volgt, niet door anderen moet worden ge
dragen, maar door henzelf.
Er zijn echter duizenden bij duizenden,
voor wie het nooit vacantio is. Men denk©
aan de in deze miskende belangen van
kantoorbedienden. En de kantoorbedienden
zijn de cenigen niet, wier redelijke wen-
schen naar een paar- vrije dagen in den zo
mer nog maar bij uitzondering vervuld wor
den.
Aan tc dringen op wat vacantie voor al
len is overeenkomstig den geest des tijds
en wat in dien geest des tijds overigens
moge te laken zijn, dddrin valt hij te prij
zen.
Mensehen geest en 's menschen lichaam
hebben behoefte aan, hebben recht op: af
wisseling, vernieuwing, vcrfrissching.
Bij arbeid alleen kan dc mensch niet
leven.
Wio arbeidt zonder behoorlijk cn voldoen
de rust te nemen, werkt voor den dokter
en boort zichzelf in den grond.
„Het Vaderland", den nieuwen
bond van vrije liberalen be
sprekende, wil zich geen a a nmerking ver
oorloven cp den naam, dien de bond zich
heeft gekozen, maar wel geeft deze naam
het blad aanleiding tot het maken van en
kele o pmerkingen
,,Dc spraakmakende gemeente placht
en zal plegen van oid-liberalen te
spreken. Van dien naam, die een boosaar
dig tegenstander zou kunnen verlokken van
.seniele aftakeling" te gewagen, heeft men
niet willen weten. Maar wat beduidt nu het
bijvoeglijk naamwoord „vrij"? Hot kan twee
betcckenisscn hebbeD. De pers enen
kunnen vrijer zijn dan andere liberalen,
d.w.z. do partij-organisatie kan voor indi
viducel inzicht meer ruimte laten en de
beginselen kunnen in sterker mate
dan die van andere partijen do vrijheid
als bron vau leven en gedijen vooropstellen.
Welke is nu de bedoeling? Of bestond zij
wellicht hicriu, beide liegen met één klap
tc slaan? Het beginsel-program, het nog
ongeborene, zal hier licht moeten brengen.
De buitenstaander mist het recht om a a n-
m o r k i n g te maken op andermans naam,
maar het recht cm verklaring te vra
gen kan hem niet worden betwist. Een
naam immers is een kenmerk van onder
scheiding, beduidt, dat andersge n a a m-
den ook anders zij n. En voorloopig zijn
wij ons niet bewust van knellcnder partij
verband dan do oud-uoeralen zich aanleg
den, nc'ch hiervan, dat verwezenlijking van
individueel© vrijheid, naar vorm cn naar
wezen, in sterker mate door anderen dan
door onze geestverwanten .wordt nage
streefd."
De openingsrede van mr Tydeman levert,
volgens „H et Va derl an d", grCnd tot
het vermoeden, dat de „Bond van vrije li
bcralen" niet in dat soort vrijheid, hetwelk
in losheid van partij-verband bestaat, de
rechtvaardiging zal zoeken van den naam,
dien hij koos, cn dat dus de vrijheid dezer
liberalen eer in hun pc'litieke doel dan in
hun politieke organisatie rich toonen
zal.
Ter toelichting hiervan haalt „H c t V a-
d er land" een tweetal zinsneden aan uit
mr. Tydemans rede en het blad zegt clan
to meen en, dat in dio zinsneden zoo iets
ligt verborgen als een speculatiedat een
djcl der „heterogeno" „Unio"-liberalcn eens
mede zal huizen in den nieuwen Bond.
Hierop antwoordt „Het Vaderland":
„Wij wachten met gerustheid dc komende
dingen af. I n d i e n cr onder dc thans als
„Unie"-liberalen te boek staanden inder
daad gevonden worden, die zich onder de
oud-liberalen beter op hun plaats gevoelen,
zij weten het nu, dat airco naar hen ge
vrijd wordt, en zij mogen trekken in vredo.
Hun trek zou de politieke atmosfeer verhel
deren. Maar voorshands vreezen wij, dat
de heer Tydeman bij het heuglijk feit dezer
Bondsgeboorte voor een oogenblik iets van
zijn nuchterheid van geest heeft ingeboet en
to lieflijk een toekomst zich droomde.
Er is -voor dit vermoeden een stevige
basis. Do heer Tydeman was Zaterdag 23
Juni niet de veldheer, scherp van blik cn
koel van hoofd, die hij pleegt te zijn."
Dit oordeel over mr. Tydeman tracht
„H et Vaderland" te staven met de
bewering, dat het „z^r groote succes",
.waarvan hij in de vergadering van 23 Juni
sprak, toch niet zoo heel groot is geweest.
Het slot van het artikel van „Het Va
derland" is een uiung van bezorgdheid
over d© Haagsche kiesvereeuiging „Do
Grondwet".
De r n h. Cr t." bespreekt, naar aan
leiding van de vergadering van 23 Juni jl.
het bekende manifest van 18 Februari 1905,
dat leiddraad zal moeten wezen voor de
commissie, die een program van beginselen
voor den Bond zal entwerpen. In de begin
sel-verklaring van het manifest is geen on
kel punt zoo scherp omlijnd, dat iemand in
staat is de grens aan te wijzen, bij welker
overschrijding de gelijkgezindheid ophoudt,
want die grens is een zuiver objectieve, af
hankelijk van ieders persoonlijk inzicht.
Na melding gemaakt te hebben van het
geen in „D e Nieuw© Courant', om
trent het beginsel-pogram is geschreven,
concludeert de „Arnh. Gr t."
Als hierin do program-commissio met
haar medelid, don hoofdredacteur van de
„N i c u w c Go |ii r a n t,p> instemt, u.an
belooft inderdaad dc Bond van vrije libera
len tc blijven wat hij sedert haar geboorte
feitelijk is: een contradictio in terminis;
m.a.w. vrijheid van beweging in principi
eel© vragen is onbestaauoaar in een bond
van gelijkgezinden. Een Bond beteckent
een verecniging van personen, saamgehou-
den door een gemeenschappelijke overtui
ging ten aanzien van do middelen ter
bereiking van een bepaald doel, maar die
gemeenschappelijke overtuiging .wordt
natuurlijk gemist als Cmtrent de
aan t© wenden middelen verschil van
opvatting niet is buitengesloten. Daartoe
is nog niet noodig, d^t „elke letter" eener
politiek© geloofsbelijdenis bindt, maar
toch mag aan den anderen kant de formu-
leerling niet zoo vaag cn dubbelzinnig zijn
als in het manifest van Februari 1905 de
boven herinnerde zinsneden. „Do Nieu
we Courant" geeft zich dan ook aan
een schromelijke illusio over, zoo zij als be
kend aanneemt wat do Bond, voorloopig
steunende op die beginsel verklaring, po
sitief beoogt; dozo laat Foch geen andere
gevolgtrekking toe dan van de politieke cn
sociale hervormingen, welke op dc pogram-
ma's der andere vrijzinnigen voorkomen,
de vrije liberalen niets moeten hebben, ter
wijl zij slechts noodgedrongen en schoor
voetend hun medewerking zullen verleencn
als het niet anders kan. Dat dit niet zoo
moeilijk in een program t© formuleercn is,
zouden wij „D o Nieuwe Courant"
onmogelijk kunnen toegeven. Maar wij
wachten af, belangstellend, doch zonder
cenige inspanning.
Over de misselijke staaltjes van tucht©-
1 o o s lioi d, welk© een aantal land
weermannen tot vermaak van een even
misselijk publiek hebben te aanschouwen
gegeven, schrijft de „Uitkijker'' van het
„Friesch Dagblad" o. a.
Nu kan ik begrijpen, dat zes dagen fort
leven geen festijn is voor do opgeroepenen.
Onder die honderden waren slechts weinig
niet-gehuwden. Een kreeg een telegram, dat
rijn vrouw ernstig ongesteld was; een ander
kreeg bericht van het overlijden van zijn
kind...
En zoo had schier ieder zijn persoonlijke
bezworen, moeiten des levens, die hij mc-
dedroeg in het fort, dio hem neerdrukten,
die hem deden haken naar ö'en Zaterdag
der verlossing.
Maar dat was het niet, wat het zijn daar
zoo benauwde. Het was, dat het overgroot©
deel der manschappen zijn wrevel, zijn er
gernis uitte in schrikkelijke vervloekingen
en lasteringen, die als het onweer, dat
's Vrijdags boven de landstreek losbarstte,
niet van de lucht waren.
Het was, dat die mannen en vaders, mis
schien in het burgerleven, „nette men
schen", als militairen van-één-week een
vrijbrief meenden t© hebben, om den beest
uit te hangen en elk uurtje, dat zij vrij
kregen of namen, gebruikten om drank te
zwelgen... loffolijko uitzonderingen daar
gelaten.
Het was, dat die landweermannen, die
in het maatschappelijke leven soms al een
post van vertrouwen hadden verworven: di
recteur van een fabriek, hoofd van ccn
school of dio tenminste geacht konden wor
den hun „wilde haren" verloren te hebben
en t© begrijpen, hoe zonder behoorlijke dis
cipline ctö maatschappij niet bestaan kan,
l*oe z© als onbewuste anarchisten rich kron
kelden cn kromden om niet to bukken on
der het g o z a g.
't Was een zeldzaamheid, als een mili
tair vertelde mijn vriend de voorge
schreven houding aannam, wanneer een of
ficier hem op fatsoenlijke wijze iets vroeg
en hot scheelde niet veel, of liet waren nu
d© soldaten geweest, die hun officieren
„uitvloekten". Alleen door overmaat van
lijdzaamheid wisten dezen den schijn van
een draaglijke orde bij den troep t© bewa
ren.
Als gevolg van do interpellatie over het
kweekschool -besluit mag met recht
verwacht word on dat het belangrijk© wij
zigingen zal ondergaan, schrijft dr. No-
lens in do „V onLosclic C t." en gaat
dan voort:
„Wanneer kunnon de wijzigingen vcir-
wacht worden?
Uiterst vóór 1 April 1907, omdat dun
het Kon. besluit effectief in werking
trèedt.
Nu zijn dio wijzigingen wel belangrijk,
maar niet van grooten omvang, cn daar
om behoeven ze niet zoo lang uit te blij
ven. Verschijnen ze vóór do behandeling
van Hoofdstuk V der Staatsbegrooting,
dan biedt deze behandeling dc gelegenheid
om ze, indien het noodig mocht blijken,
t© bespreken.
Is dat niet het geval, dan zal een andcro
gelegenheid daarvoor moeten gezocht wor
den.
Het wil mij voorkomen, dat voor het
cogenbLik do wijzigingen moeten vordeu
afgewacht, om dan to zion wat verder te
doen staat.
En vergis ik mij niet, dan is dat do mea
ning van allen, dio zich in do Kamer mat
de zaak meer in liet bijzonder hebben be
zig gehouden.
In een driestar over het Bat (i-p older-
ontwer p zegt „Dc Standaard":
De Eerste Kamer heeft dit ontwerp,
zelfs met groote meorderheid, aangenomen.
Blijkbaar gaf het belang den doorslag,
cn bewoog over de bcginsclkwestic heen to
glijden.
Zakelijk, niet theoretisch, was het motief»
dat de stemmen won.
Er werd nader bericht van ooggetuigen
aangebracht over het min of meer hachelij
ke van den toestand. Men kwam Older den
indruk, dat de nood aan den man kou ko
men
En natuurlijk, toen dio indruk geves
tigd was, ging de Kamer mee.
Niet echter zonder cr nadruk op t© leg
gen, dat het nu gebeurde nooit als antece
dent zou gelden,
Wo hc/pcn, dat do uitkomst dit later ook
toone.
Maar anders, er zijn heel wat boozc an
tecedenten doorgeglipt, met de verzokering,
dat ze geen antecedent zouden zijn, cn die
toch later wel terdege als antecedent zich
ontpopten.
I>c beoordeclingslijHtcn.
Uit enkele tot hom gericht© memoriën
Van rechtvaardiging, nlsmedo :uit anrlcr©
bij zijn Departement ingokomen bcschridei
is aan den Minister van Oorlog gebleken,
dat niet altijd door do chefs, die met de
invulling van do beoordeelingslijston zijn
belast, voldoende het oog wordt gehouden
op de wenschelijkheid om gebreken of te
kortkomingen, welke door hen in «Jen loop
van het jaar bij de onder hun bivebu ge
plaatste officieren worden opgemerkt,
reeds dadelijk in duidelijke bewoordingen
ter kennis van de betrokkenen to brengen.
Door zulks na t© laten heeft zich cenige
malen het geval voorgedaan, dat bij het
einde van het jaar, wanneer de beoordcc-
liug wordt ingevuld, de beoordeelde offi
cier zioli niet voldoende bewust was van
den minder gunstigen totaal-indruk, dicot
bij bij zijn chefs had gowekt.
Aangezien hierdoor misverstand ontstaan
kan, hetwelk soms niet op bevredigend©
wij zo uit den weg kan worden geruimd,
vermits de door dc beoordeelaars waarge
nomen feiten en bijzonderheden niet al
tijd bij do beoordeelden iu herinnering zijn
gebleven, heeft do Minister xlo autoriteit
der landmacht er op gewezen, dat het
ook tot behoud vau eon gocdo disciplino
van groot belang is( dat do chefs o©
onder hun bevel dienende officieren iiT
duidclijko en beslist© bewoordingen hun
oordeel, hetzij in goedkeurenden, hetzij iC
afkeurenden zin, kenlaar maken, telken*
male, wanneer ;*j feiten, handelingen en
gedragingen oonstateeren welk© bij heb
uitbrengen van een oordeel in do boooc*
deelingslijstcn van vloed kunnen zijn.
filet Kat. Onderwij» In Znid-Afrikn.
Do Prctcriascho „Volksstem" van 16 Ju
ni II., schrijft:
Na een twee-daagse, soms warmo diskussie,
heeft dc Sinode der Verenigdo Kerk gister
middag met bijna algemene stommen en
ctuier merkbar© ontroering der vergader
den, besloten vast to houden aau eigen
on derv ijs niet alleen, maar in dezo
zaak ook samen to werken met de Hoofd
commissie voor C. N. O. en het Hoofd van
H t V o 1 k.
We wo isen de oudo bevolking dcs lanr\;
ja hcci Z.-Afrika, geluk met dio beslissing.
Tweeërlei was het dreigend gevaar:
dat men in dezo tijd van moodeloosheid
do armen zou laten hangen, en enzc kinde
ren zonder verdere tegenstand overgeven
aan de Gocv. scholen; of
zich zou isoleren on alleen Kcrkscholea
stichten.
Beide zou betreurenswaard zijn geweest)
het eorst zelfs noodlottig voel* ons volksbe
staan. 't Twcde zcTi lot verbrokkeling van
krachten hebben geloid, dio vooral ondoc
do huidige omstandigheden, een bijna ever
droevig gevolg zc\i hebben gehad.
Niets mag ons Vol'- verdelen, vooral niob
in do kwestie van 't nasicuale onderwijs^
dat toch reeds inspanning van al onzo
krachten eist. En daarom wonson wo onr
Volk hartelik geluk met hot besluit van ccn
lichaam dat zulk een grc'ot gedecRo van
lïol'andscli Afrikaanse bevolking van
Transvaal vertegenwoordigt.
Uit Durban bericht men ccn nieuw©
Wijze van bestraffing van oneerbiedige na
turellen. D^lftagistraat van Newcastle was
op weg naar do hcfzaal toen een paar kaf
fers to paard hem tegenkwamen. Do voorst©
groette beleefd, doch dc andere kaffer niet,
De magistraal legde daarop geen büetc op^
doch bepaalde, dat dj oneerbiedige koffer
tijdens de zitting van het Hof aan dc deur
staan on iederen Europeaan groeten raoosb
(Ons Land)
filet reclit van critiek.
Nadat in do gemeenteraadsvergadering
van Den Haag, gisteren, Maandag, een
reeks mededeelingen waren gedaan, vroeg
do wethouder Simons hot .woord, cm op to
komen tegen een uitlating van het raadslid
Vas Dias in de zitting van 18 Juni, teen de
ze blijkens do handelingen bij een voorstel
tot verkoop van grond had gezegd dat B.
cn Ws. „nu eens" het gemeentebelang had
den gediend. Do wethouder ken in die uit
lating niet anders zien dan bf dc mcening,
dat B. en Ws. „uilskuikens" zijn, óf dat
zij in andere gevallen hot gemeentebelang
niet dienen.
Do heer Vas Dias vcrwondordo zich,
dat de wethouder hem eerst, drie weken la
ter attaqueerde op een uitdrukking, waar-
modo hij niets onaangenaams had bedeeld-
Hij kon zich geen gevallen denken, waar
in B. en Ws. het gemeentebelang niet dien-
den. Maar verschil van gevoelen over do
wijze, waarop dat belang wcïdt gediend,
zal wel steeds blijven bestaan cn voor dit
geval behield spreker zich het recht van
critiek voor.
TTooIa Biosg g§e9nklkigg,
i>
I.
ICarel Eggers was een man als een boom.
Wanneer hij in een kort jasjo cn rait zijn
kaplaarzen over zijn erf liep, had men het
gevoel, alsof alle knechts en meiden zich
voor deze breedgeschouderde, gespierde
gedaante moesten buigen, en dat deden zij
ook als het vereischt werd. Zijn handen
hadden een hard© huid en hij kon niet goed
uit zijn woorden komen, zoodat het scheen
alsof hij geschapen was om ziju meening
meer door zijn vuisten tc kennen to geven
dan door vreedzame woorden.
Nu was mettertijd het haar op zijn groot
rond hoofd dun cn grijs geworden en de
hitte in zijn bloed, hetwelk vroeger da
delijk overkookte, aanmerkelijk afgekoeld.
Men kon eens in gemoede een woordje met
hem spreken. Maar in zijn jongo jaren
was hij een gevaarlijk mensch geweest. Hij
was indertijd getrouwd en allen hadden
zijn jong, tenger vrouwtje beklaagd, een
bleek stadskind, dat blind en onwetend
zich in dat leeuwenhol begaf.
Men kon evenmin de jongo vrouw als
haar moeder, een verarmde clokterswedu-
we, begrijpen! Hoe konden zij zich aa-i
zulk een ongeliktcn heer toevertrouwen?
Vooral, daar zijn geldelijke aangelegenhe
den tjen allesbehalve schitterend waren.
■Want het familiegoedHolzhagen was be
zwaard met schulden anvaard. Eggers
had ccn robust© vrouw moeten hebben,
een werkkracht, zooals hij zelf was, maar
niet zoo'n zwak, gevoelig plantje.
De jaren brachten den bezorgden buren
echter verrassingen.
Het lange, grijze buitenbuis onder liet
groote pannen dak leverde niets geweld
dadigs, niets weerzinwekkends, niet eens
een beetje interessante stof voor een ge
sprek op. Nooit hoorden d© die"hstboden,
hoe zij ook hun ooren spitsten, een enkel
driftig woord van den jongen heethoofd
tegen zijn vrouw, wanneer die pas om acht-
of negen uren opstond, als buiten reeds
het halve dagwerk was volbracht, en zij
dan met haar nonchalante, zachte bewe
gingen door de kamers liep, hier en daar
een beetje stof afnam, do huishoudster
liet komen en deze dikwijls zeer onpracti-
sclie bevelen voor de middagtafel gaf.
„Hoe is het toch mogelijk?" zeiden de
oudste menschen op het landgoed, onder
wie Karei Eggers van af zijn eerste kin-
dei-jaren was opgegroeid en die hem uit
en inwendig meenden te kennen.
Als Leentje wenschte te rijden, dan wer
den de koetspaarden, welke altijd mee
werken moesten, van het land gehaald,
al was het ook in het drukst van den
oogst. Als Leentje een nieuw meubelstuk
verlangde, moest Musch, de oude koetsier,
naar de stad om bet te halen, en als Leen
tje zich verveelde met haar „ouden brom
beer," zeido Karei Eggers niet veel, maar
ging voor zijn secretaire zitten en schreef
ccn brief aan zijn schoonmoeder. En d'e
verscheen op een dag, tob groote, nbjdö
verrassing van haar verwend dochtertje,
en bleef er. Musch en een tweede koetsier
moesten weer naar de stad en de meu
belen van de doktersvrouw van den trein
halen; twee kamers boven in huis werden
voor haar nieuw geverfd en behangen tn
daar bleef zijregeerde door haar dochter
het huishouden en den heimelijk zuchten
den Karei Eggers, werd ziek, gebruikte
veel medicijnen op rekening van de huis-
boudkas en stierf een vreedzamen dood.
„Wat is die op zijn Leentje verliefd,
zeiden do menschen in den omtrek lachend.
„Nu, dat zal wel anders worden; die
zachtmoedigheid is immers niet natuurlijk
bij hem."
Voorloopig echter moest hij zoo mogelijk
nog zachter en behoedzamer worden, want
Helen© schonk hem twee jongens en stierf
bijna.
Hij verheugde zich over; rijn jofngens,
maar Helene bleef voor hem toch do hoofd
zaak. Hij werd bepaald handig; kreeg
vaardigheid in het zieken verplegen uiu
louter liefde cn zorg. Hij sliep nachten
lang niet, ofschoon er niet gewaakt behoef
de t© worden, en daar Leentje hem niet
in de kamc.- wilde hebben, ging hij voor
baar deur in cle gang zitten.
Een verwend, ziekelijk, klein stijfkopje
zooals Helene kon door dit alles geen
respect voor haar man krijgen. Zij veroor
loofde zich alles tegen hem, gaf onbeteu
geld aan haar goede cn slechte luimen to3.
Zij deed echter een zonderlinge erva
ring rp.
Karei was altijd dezelfde jegens haar.
Of zij lachte of pruilde; of zij lief of on
uitstaanbaar wns, hij bleef zichzelven te
genover haar gelijk. Hij was geduldig,
toegevend, zacht; had altijd een half ver
legen, half gelukkig lachje, hetwelk hein
zeer goed stond, cn een innig-lieven blik
in zijn cogen.
Maar in deze onverstoorbare gelijkma
tigheid voelde zij plotseling zijn onafhan
kelijkheid van haar grillenccn stille, on
bewuste meerderheid.
Dat verdroot haar cn kon haar, tóen zij
nog jong cn omvliegend was, van woede
doen stampvoeten en huilen. Maar op den
duur raakte zij daaraan gewoon. Goed©
Hemel, eigenlijk was het heel gemakkelijk
en ten slotte of men elkaar begreepwaar
ter wereld begrepen man en vrouw elkaar?
Haar overleden mama had dikwijls ge
zegd: „Kind, gij moet niet dezelfde ge
voelens, welke wij hebben, hij ccn man
veronderstellen
Haar beide jongens, Wolf cn UIrich,
groeiden als vrool., o knapen op. Zij ge
voelden zich als echte buitcnkindcren op
de ruggen der paarden en in dc stallen
thuis cn als er bezoek kwam, moesten zij
eerst van de hakselmachine of uit andere
stoffige, vuile verblijfplaatsen gehaald, op
sluipwegen in huis gebracht en daarvan top
tot teen afgezcept cn geborsteld worden,
voordat zij voor critische blikken goedge
keurd werden.
Mevrouw Eggers schiep zich' als moe
der niet veel zorgen en had daartoe ook,
oppervlakkig beschouwd, niet veel reden.
Als zij met andere moeders van gedachten
wisselde, bleek het, dat haar ervaringen
vrijwel zoowel in het goede als in het
slechte overeenkwamen.
Wolf was misschien wat verstandiger
dan het gemiddelde, UIrich wat dommer.
Dc laatste had denzelfden eenzelvigen, on
behouwen aard als zijn vader. Wolf was
ook niet van porselein, maar hij wist zich
beter uit te drukken en had niet den sla-
pcrigen blik, welk© bij do Eggers erfelijk
was. Het getuigenis van zijn leermeesters
over hem was steeds: „Hij kon wel, ula
hij wilde."
Hij wifide echter1 meestal taleohts,. alts
zijn vader hem eens een duchtig pak slaag
gegeven of als mama hem ccn uitstapjo
of zijn lievelingsgerecht beloofd had.
Toen do jongens het huis uitgingen on
op het gymnasium kwamen, merkte me
vrouw Eggers nog minder van hen dan
vóór dien tijd. Het was nu heerlijk rustig
in huis, want twee opgroeiend© bengels
konden het een vrouw, die veel last van
do zenuwen had, wel eens al t© druk ma
ken. Zij hadden hot goed in hun pension,
or kwamen geen zorgwekkend© berichten
en do vacanties brachten steeds een aan
gename afwisseling.
Er kwamen echter wel zorgwekkend©
berichten, maar mevrouw Eggers sliep
meestal nog, als de postbod© van do pa
rochie Rlalmen kwam en do nieuwstijdin
gen uit de buitenwereld to Holzhagen op
d© tafel in dc gang legde. Dan stond
reeds Karei Eggers, door ondervinding
wijs geworden, met stroohalmcn aan zijn
jas en naar mest ruikende laaazen, on
geduldig over het tijdverlies, bij do
voordeur van zijn huis; ging met deu
brievenbesteller naar binnen, pakt© alles,
wat do post had gebracht, haastig bijcetl
en keek dat pas in zijn kamer door. De
slecht© tijdingen stopt© hij, als hij diö
in zijn booid had opgenomen, eenvoudig
sreg in dc kachel.
(Wordt vervolgd).-