No. 14223.
LSIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 7 JULI. - VIERDE BLAD.
Anno I9C6
Ingezonden.
FEUILLETON.
De gesleten deur.
't Leven van Rembrandt,
ii.
Jaren van voorspoed.
'Als man van eenige reputatie goat Rem
brandt zich dus op vier en twintigjarigen
leeftijd in Amsterdam vestigen. Eerst
neemt hij zijn intrek bij Hendrick van
jüylenborch, een kunstkooperf een neef van
jiaar, die later zij vrouw zou worden.
Maar al spoedig huurt hij op do Bloem
gracht een pakhuis, dat hij tot werkplaats
inricht voor zijn leerlingen. Want leerlin
gen houden was voor een schilder uit dien
tijd een groot© bron van inkomsten. Onder
2ijn leerlingen zijn er dio veel aan hun
jncester te danken 'hebbendaarvan levert
een schilderstuk van Govert Flinck:
„Izaac zegent Jacob"' in het Rijks-Museum
;wel het levendigst bewijs. Het is een uit
stekend doek, dat in kleur en opvatting
•san Rembranot denken doet.
De meestcr-schilder krijgt het nu druk
znet portretten schilderen, die hem worden
besteld, en weldra ontvangt hij een op
bracht, die zijn naam nog meer zal vesti
gen. In 1632 draagt dr. Tulp, professor
in de ontleedkunde, Rembrandt op een gil-
destuk to r-.akcn tot versiering der ver
gaderkamer van het gilde. Op geniale wijze
is deze Anatomische Les" ten uitvoer
gebracht. Het is een losse groep van weet-
gierig-aandachtigo student igezichten en
den doceerenden dr. Tulp. Op de ontleed-
tafel ligt in schgrauwe doodsvaalheid het
lijk, waar het volle licht op valt. (Dit
werk is in het Mauritshuis in Den
Haag).
Maar naast het schilderen werd het
"etsen door Rembrandt beoefend cn met
die uiterste zorgvuldigheid,, waarmee hij
zijn verven bereidde, behandelt hij zijir"et
sen. Het groot aantal van de proefdrukken
of staten" der ets getuigen van het on
vermoeide zoeken van den kunstenaar om
een afdruk naar zijn inzichten volkomen te
maken. In het Rijks-Prentenkabinet te
iAmsterdam cn ook in de Kon. Bibliotheek
te DeD Haag kan men dit bezichtigen.
Toen Rembrandt nog te Leiden woonde,
ontmoette hij bij den kunstkooper Van
UylenborcJi wel eens diens nicht Saskia.
'Haar vader was burgemeester van Leeu
warden, (dezelfde Uylenborch, die tegen
woordig was als gast bij Prins Willem van
Oranje op den noodlottigen lOden Juli
1584). Met deze Saskia trad Rembrandt
in 1634 in het huwelijk. In de Friesche ge
meente Het Bildt wordt het huwelijk in
gezegend. Zijn leven, al zoo rijk door het
succes, dat hij als schilder had, wordt nog
levensvoller door het huiselijk geluk, dat
nu voor hem aanbrak. Maar hoe het tee
kenen en schilderen hem door allo levens
omstandigheden heen behecrschen, kan blij
ken uit een teekening, die hij van Saskia
maakte en waar hij zelf onderschreef:
„Dit is nacr myn huysvrou géccraterfeit
so sy 21 jaer oud was, den derden dach
als wy getroudt waeren", Yan nu af aan
valt ook Saskia in de rol, die Rembrandts
familieleden naar het schijnt met zooveel
liefde voor hem vervulden: in die van
model. In do acht huwelijksjaren, die Sas
kia maar beleefd' heeft, ontmoeten wij
telkens haar portretten. Ook neemt hij zijn
eerste zoontje tot model voor composities
en tcekent voor Saskia, terwijl zij op het
kraambed ligt, een schetsboek vol tafe
reeltjes uit het vrouwenleven.
Schilderde hij in de eerste jaren van zijn
verblijf in Amsterdam door hartstocht in 't
fccheppen en begeerte iets ongemeens en
grootsoh tot stand te brengen, verschillen
de tafereelen van to zeer gewilde emotie,
eoo schildert hij bijvoorbeeld „De roof van
Proserpina", waarop zwarte duivelsheng-
6ten de Ier-;.wenkar met do ontvoerde vrouw
de hel in sleuren, of do gevangenneming
van Simson, waar één tegen vier op leven
en dood worstelt, langzamerhand voelt hij
zich meer zelfbewust. Een zelfportret, toen
hij 29 jaar oud was, stelt hom voor in ge
wone kleeding, heel natuurlijk voor zich
uitziend en hij is dan een jonge man met
ongewoon ernstig cn schrander voorkomen.
Voor Rembrandt was het Amsterdam
van dio dagen heel aantrekkelijk. Hij gaat
©r om mot do aanzienlijkon, hij is er in
uitstekende gelegenheid kunstschatten te
verzamelen en wel het allerbelangrijkste
voor hem: hij vindt er zijn typen, zoo ge
schikt om geplaatst te worden in do Bij-
belsche voorstellingen, die hij tallooze ma-
Ion geschilderd en geëtst lieeft.
Die typen zijn zelden mooi; regelmatig
mooie trekken schijnen Rembrandt niet
aangelokt te hebben om er karakter en ge
moedsleven in te leggen.
Een rij van schilderijen, allo op het
lijden van Jezus betrekking" hebbende,
heeft hij ook op bestelling moeten maken
voor prins Frederik Hendrik.
Maar de betaling bleef lang uit en kwam
eerst toen Rembrandt schreef, dat hij ©en
huis op de St.-Anthonie- of Joden-B ree
straat had gekocht en daarvoor de koop
penningen moest betalen.
'r ot aan den fatalen koop van dat huis in
1640 kendo Rembrandt geen geldzorgen, leef
de hij 't gelukkige leven van een man, die
opgaat in zijn kunst, in welvaart toeneemt
en door de aanzienlijken en geleerden van
zijn tijd wordt gezocht.
Kort na dit jaar vallen de eerst© scha
duwen in dit voll© geluk.
Brieven van een Leidenaar.
CXLIY.
Er wordt zoo las ik onlangs in oen
aardig boekje, geschreven door Henri Her
mans, secretaris van den Arbeid te Maas-
stricht er wordt in ons land nog weinig
gedaan om de onvrijwillig© werkeloosheid
te bestrijden.
Onvrijwillig© werkeloosheid menigeen
zal het woord misschien nooit gehoord heb
ben wat verstaat men daaronder?
Het is niet de werkeloosheid Yan de land-
loopers en luiaards, dio niet werken w i 1-
1 e n, niet die van zieken en invaliden, die
niet arbeiden kunnen, niet van de
werkstakers, die hun werk om welke re
denen ook onderbroken hebben, het
is do werkeloosheid van hem, of haar,
die werken wil, werken k a n en werken
moet, omdat het hun eenig bestaan is,
maar er wegens gebrek werk, de ge
legenheid niet toe vinden.
Het ia deze werkeloosheid, die de be
langstelling getrokken heeft van allen, die
zich met het sociale vraagstuk bezig hou
den en velen hunner met zorg vervult.
Onvrijwillige werkeloosheid hecrscht ook
in ons land, heorscht ook in de stad on
zer inwoning. Zij openbaart zich natuurlijk
het meest in den wintertijd, wanneer uit
den aard van het bedrijf menig werk niet
kan worden verricht cn stop gezet wordt.
Over de oorzaken voor deze werkeloos
heid genoemd, zal ik het nu niet hebben,
het is mij genoeg als allen het mdj eens zijn
dat zij inderdaad bestaat en moet worden
bestreden.
Op welke wijze dat moet geschieden is
do moeilijke vraag. Zeker is het, dat als
men een kwaal wil bestrijden, men aller
eerst den omvang moet kennen en daarom
is elke zaak die een juisten blik wil geven
op de werkeloosheid, door ons bedoeld,
al reeds toe te juichen.
Men heeft als een middel genoemd en
toegepast de liefdadigheid, maar leeren In
zien, dat dit inderdaad niet het middel is.
Het is het middel wel voor zieken en on
geschikte n tot den arbeid',dio niet werken
kunnen. De gezonde en krachtige werklooze
geneert zich voor een aalmoes en zijn geest
kracht gaat er mee verloren.
Tijdelijke werkverschaffing is een ander
middel, goed te keuren wanneer zij pro
ductieven arbeid beteeken t. Zoo heeft in
Leiden de af deeling Arbeid van de Leidscho
Maatschappij van Weldadigheid jaren lang
de werkeloosheid onder do kleermakers,
naaisters en breisters weten te bezweren.
Jammer dat tengevolge van het ontbreken
van bestellingen do Maatschappij deze af-
deeling heeft moeten opheffen. Ze wordt
echter, gelijk men weet, op ander© wijze
voortgezet.
Een ander zeer te waardeeren middel,
waarmede de gevolgen der werkloosheid
worden bestreden is de onderlinge verze
kering, waarvan ongetwijfeld in de toekomst
veel te verwachten is. Wij staan ten opzich
te daarvan vooral hier te lande nog aan
het begin. Leiden lieeft hierin echter ook
al vele plaatsen een voorbeeld gegeven. Wij
hebben hier sinds eenige jaren een Ver-
eeniging tot bestrijdig tegen de gekklijko
gevolgen der werkeloosheid, die nog maar
alleen de werklieden in do bouwvakken om
vat, dooh die voor uitbreiding vatbaar is.
Het is daarom te betreuren, dat deze ver-
eeniging, die, wanneer de deelneming alge
meen werd, ongetwijfeld zeer nuttig zou
kunnen werken, blijkbaar met eenig wan
trouwen begroet wondt. Men schijnt in do
wereld der werklieden nog niet rijp tc zijn
voor dit denkbeeld en daarom te meer is
het te waardeeren, dat in do kringen der
werklieden propaganda er voor gemaakt
wordt.
Ik herinner mij daarover van een der
Loidsche voormannen van „Patrimonium"
zeer behartens waar dig© woorden te hebben
gelezen.
Wij leven in de twintigste eeuw snel.
Nieuwe denkbeelden broken zich spoedig
baan en zoo zal het vraagstuk der verzeke
ring tegen geldelijke gövolgen van de werk
loosheid over eenige jaren ook wel tot een
nadere oplossing zijn gebracht. Het komt
mij voor, dat in onze 6tad, de bestaande
Leidscho verecniging tot basis en uitgangs
punt dient genomen te worden.
En nu kom ik, als ik het derde middel om
do werkloosheid te bestrijden, noem, waar
ik dezen keer wezen wil.
Als een middel ter bestrijding van de on
vrijwillige werkloosheid moeten ook ge
noemd .worden de arbeidsbeurzenkantoren,
waar werkgevers naar arbeidskrachten, do
werklieden naar arbeidsgelegeulieden ko
men informeoren, bureaux waar vraag cn
aanbod samentreffen.
Om drieërlei zijn arbeidsbeurzen van be
lang; omdat zij den omvang en den aard
van die kwaal leeren kennen;
omdat zij werkgever en werknemer kun
nen inlichten omtrent den stand der ar
beidsmarkt;
omdat zij voorkomen het voor den werk
man moreel en financieel nadeelig© van
werkzoeken.
Zulk een Arbeidsbeurs, uitgaande van do
gemeente, hebben wij sinds Januari ook.
Een tijd lang waren er twee, maar de par
ticuliere, opgericht door do afdeel in gen
„Patrimonium" en ,,R.-K. Volksbond" ist
nu do gemeentelijke beurs getoond heeft al
leen het werk te kunnen doen, gesloten.
Dit besluit kunnen wij niet anders dan
toejuichen. Vooral met het oog op het Tee-
ren kennen van den omvang der werkeloos
heid en do stad zouden ze elkaar in den
weg staan. Het was te veronderstellen dat
werkzoekenden zich tegelijk kwamen aan
melden bij beide beurzon en op die wijze
werd een nauwkourige opgave heel moeilijk.
Sinds 1 Januari is, zooals ik zeide, de
beurs in werking getreden en men kan
met do voorloopige resultaten tevreden zijn.
Allo begin is moeilijk en nieuwe dingon
worden door velen in het eerst wel eens
mot wantrouwen bejegend.
Dat men, hiermede rekening houdende,
over do resultaten tevreden kan zijn, blijkt
uit het volgond staatje:
Aanvragon van Aanvragon van
workgovers workzookondo Geplaatst.
Januari 6 201 3
Februari 16 100 10
Maart 28 72 16
April 21 46 15
Mei 27 45 16
Juni 81 65 15
Daar blijkt uit, wat trouwens niet te
verwonderen is, dat er veel meer aanbod van
werkkrachten is dan aanvraag. Het cijfer
van de eerste maand Januari is echter on
natuurlijk hoog. Het vindt zijn reden Hier
in, dat de straatslijpers on kaailoopors,
do mannen, die men dagelijks bij het Sta
tion on op de Haven ziet staan en dio men
niet tot de rubriek onvrijwillige werkeloe-
zen kan rekenen, zich misschien voor een
relletje ook eens kwamen aanmelden. Ze
moesten ambtshalve worden ingeschreven,
ook al wist do secretaris der beurs, dat zij
voor eenig vast werk toch niet waren aan
t© bevolen, en het niet zouden aanvaarden.
Langzamerhand werden de cijfers normaal
cn thans is heb reeds zoover, dat zij, die
zioh aangeven, inderdaad naar werk zoo
ken en do patroons, die werkkrachten noo-
dig hebben, beginnen ook met de bemidde
ling van do beurs in t© roepen.
Wie zich opgeven, worden in een regis
ter ingeschreven, dat naar den aard van
het werk in 23 klassen is verdeeld. Ge
woonlijk vormen werklieden zonder vakken
nis: loop- en pakhuisknechten, enz. de
meerderheid, waaruit alweer blijkt, hoe
goed het is, dat men in zijn jeugd ccd vak
leert.
Do man of vrouw, die zich aanmeldt
en ingeschreven is, ontvangt een kaart, die
zij moeten bewaren. Wordt cr een aanvraag
gedaan, waarvoor de ingeschrevene in aan
merking kan komen, dan worden ze on-
jniddellijk door de beurs ontboden en met 'n
kaart-, waarop al de gegevens voorkomen die
de werkgever noodïg heeft naar den patroon
gezonden. Slaagt de werkzoekende, dan
wordt do naam uit do registers geschrapt.
Deze week heb ik eens een kijkje geno
men op het kantoor der Arbeidsbeurs, die,
zooals men weet, op do Stadstimmerworf
a&n het Galgewatcr, ingang Smidsstccg, is
gevestigd. De secretaris der beurs, do heer
Schutter, houdt or des voormiddags van
9 tot 12 uren en des namiddags van 1 tot
5 uren zitting en ontvangt cr belangheb
benden met do grootst© welwillendheid.
Volgens hem, die zich, zooals uit een ge
sprok over deze zaak bleek, reeds bijzonder
er ingewerkt heeft, zal in de toekomst blij
ken, dat do beurs ook voor Leiden van be-
teekenis is. En dat zal zo vooral worden,
wanneer verwezenlijkt wordt, .wat hij zich
voorstelt, n.l. dat er een geregeld contact
komt t-usschon do verschillende beurzen in
den omtrek, Den Haag, Leiden, Haarlem,
Schiedam, enz.
Er zou dan echter een klein fonds moe
ten wezen, om reisgeld voor te schieten.
Bovendien zouden ook meer dan tot dus
verre do werkgevers uit do omliggende
plaatsen van de beurs kunnen profitceren.
Het was reeds voorgekomen, dat patroons
uit de omliggende z..plaatsen, waar het
werkvolk naar zee is, door bemiddeling der
beurs werkkrachten uit Leiden hadden bo-
trokken.
Ook was cr iemand, die een bijzonder
vak beoefend©, waarvoor in Leiden geen
plaats .was, maar in Den Haag behoefte,
aldaar een goede i .werkkring verkreeg.
Voorloopig had mon het zoover gekregen,
dat elke week do opgave der vacante plaat
een hier en in Den Haag zal worden gewis
seld. Dat zal al veel gewonnen wezen en
ongetwijfeld den Leidschen werkcloozen
ten goede komen.
Zoo is er alles voor en niets er tegen,
dat werkgevers in en om Leiden voor het
zoeken van werkkrachten zich tot do Ar
beidsbeurs wenden. Zij zijn dan niet ge
bonden aan den eersten den besten werk
man, dio zioh komt aanmelden, maar kun
nen, indien zij willen, uit do in do regis
ters ingeschrevenen oen keuzo (loon.
Aan don anderen kant mag 3c onvrij
willige werkeloozc, di© werk verlangt, ook
niet verzuimen zioh t© doen inschrijven.
Het kost hem geen geld en hij heeft do
kans, dat er onverwacht en ongedacht con
goede betrokking wordt gevonden.
Het gemeentebestuur heeft met deze in
stelling in het leven te roepen een uitne
mend werk gedaan. In do eerste 6 maan
den van haar bestaan is reeds gebleken,
dat zij in een behoefte voorziet, in do toe
komst zal dit ongetwijfeld nog in veel
sterkere mate blijken.
Ander© plaatsen zullen het goede voor
beeld navolgen en hoe meer arbeidsbeur
zen er komen, des t© meer zal men be
naderen het ideaalArbeidsbeurzen op
kosten der gemeentekassen met een cen
traal bureau als Rijksinstelling.
En daar moet het heen.
De handel kent den overvloed cn de be
hoefte van het kleinste hoekje der wereld
en zoover moet liet met den arbeid ook ko
men.
En met do uitwisseling van arbeidskrach
ten op steeds ruimer gebied zal do werke
loosheid meer en meer inkrimpen en het
algemeen peil der volkswelvaart worden
verhoogd.
Tentoonstelling „Leger «les Heil».'
Wie zich door het ceuigszins wijdscho
„Tentoonstelling" eenigo voorstelling maakt
van een mooi versierde zaal, voorzien van
een keur van voorwerpen, zal op zijn neus
kijken als hij, de Lawmcrenuiarkt overste
kend, het Legcr-des Heils-ge-bouwtjo biu-
ncntrcedt.
Het is als de meest© samenkomstzaaltjes
van dio vereeniging ontbloot van wat ook
maar ©enigszins naar weelde of welvarend
heid zweemt.
Maar hier wordt cr ook niet naar go-
strcefd. ,,Dc liefdo tot Jezus is beter besteed
aan die hulp en steun behoeven, dan in
het verstoren van de plaats van bijeen
komst-", vertelde me eens een zustor. Nu
aan dit zaaltje is het stellig niet besteed,
maar hier óók zijn de goede bedoelingen
en het zich met ijver wijden aan een goede
taak, ruimschoots aanwezig.
En nu met de tentoonstelling, ja nu
heeft men het toch eens mcoi willen maken.
Heol primitief zijn de hulpmiddelen, die
kapitein en luitenant ten dienste stonden;
maar een springondo fontein, omgeven
door rotsblokken, ja, die komt er; ik heb
do ingrediënten zion aanrukken. Decora
teur en timmerman zijn hier onbekende
grootheden, alles moet zelf bescharreld
worden; bloemen werden rondom opgehaald
van gulle bloemisten hier tor stede on
kleine handwerkjes en knutselarijtjes van
der Vereeniging een goed hart toedragend©
broeders cn zusters èn buitenstaanden zijn
verzameld en liggen uitgespreid op tafels.
Vanavond, Maandag ©n Dinsdag is het
zaaltje geopend voor wie do Tentoonstel
ling wil bezooken en zijn klcino gift offe
ren (groote worden intusschcn niet gewei
gerd) tot instandhouding van hot Leger des
Heilswerk, dat bewezen lieeft in do onder
scheidene jaren, dat liet werkte, zijn rookt
tot bestaan te verdionen.
Mijnheer de liedacteurI
Mag ik s. v. p. voor hot volgend© oen
plaatsj©?
Leest men in do couranten nog wel eens
van dakloozo gezinnen in mcor verwijderd©
plaatsen, vreemd stond ik op te kijken,
toen ik Donderdagavond in het hot Van-
der-Werfpark met een zeer verarmde, ccW
Leidscho familie kennis maakte, bestaande
uit man, vrouw en zes kinderen d© 7do
t© wachten waarvan d© oudst©
8 A 9 jaren telt, ©n welk© al sedert dagen
langs do straat of liever langs de bui
tenwegen zwerft, cn des nachts in een
schuit of op do hard© brit-s op het Politio-
buroau bivakkccren.
Do vrouw, blijkbaar een goedig zieltje,
is met haar zo* kinderen cn overig rom
mel tjo, wogens 10 A 12 gulden huursohuld
uit do Duivolphoompoort (do duivel halo
dezulken) op straat gezet. Do man is 15
jaren op eqn fabriek geweest, wegens ge
brek aan werk ontslagen en moet dua
trachten hior on d-oar con weokhuur
to verdienen voor 8 personen,
wat in do tegenwoordig© omstandighoden
zeer moeilijk, zoo niet onmogelijk is, uit
zonderingen daargelaten.
Mogelijk, dat naar aanleiding van dit
schrijven dez© of gene Leidscho philantroop
of phil. inrichting over tijd cn middelen
beachikkendo, zich gedrongen gevoelt, dit
in allertreurigst© omstandigheden verkoe-
ronde gezin weer wat op pootcn to hel
pen.
U dankend© voor d'o plaatsing, in haast:
Een Loidach Workman.
P. S. Op het Politic-bureel zal men wel
naar dezo familie B. kunnen informcereti.
Zij het dan ook bij vluchtig© kennismaking,
de indruk, dien ik van dezo menschen kreeg,
was in het geheel niet slecht.
ALKEMADE. Geboren: Sophia Cwlbnrioa,
D. van N. T. van der Meer on P. 0. Zandvliet.
Nelly Kosina Johanna, D. van L. J. 0. VVillinck
en (J. M. C. Veldhoer.
Overleden: Dirk Uoosovoen, ongeh.,05j.
J. Turk, woduwe P. Castelyn, 71 j.
86)
Hij schudde hot hoofd en keek haar on
derzoekend aan, als wilde hij weten hoeveel
zij zou kunnen verdragen.
„Lieve Carola»" zei hij daarop aarze
lend, „misschien was het beter, indien ik
je nu uiets zei; maar ik geloof, dat je
voorbereid moet worden. Ronsbcrgs zaken
zijn in de grootst mogelijke verwarring
achter gelaten. Maar zooveel is nu al wel
duidelijk, dat het grootste deel van je ver
mogen, misschien wel alles, verloren is.
We zullen moeten liquideeren. Om dat te
ontgaan, heeft Ronsberg con pleizierreisje
ondernomen. Op jouw handteekening heeft
hij je kapitaal bij d© Rijksbank opgevraagd
en natuurlijk meegenomen. In zijn boeken
js het nog eon war© chaos, maar nu ik zie,
waarvoor jij getsekend hebt, vrees ik, dat
er niets meer t© redden is. Ik moet er niet
aan donken, dat jouw toekomst door mijn
laksheid
„Stil, Hans", viel CarHa hem in de re
de, „zeg verder geen word! Jij hebt ge
handeld, o..Is j© moest. Wie kan dat be
ter weten dan ik? En Hans, ik'betreur het
geld niet; ik heb meer verloren. Hoeveel
gelukkiger zou ik geword n zijn, indien
dien rijkdom nr u gekend had. Ik ben
°°k evenmin aan de weelde hier gehecht
r Weet dat d 1 - cn ben niet van plan
Jets tegen Eugen te doen 1 Ik", zij keek
hem angstig aan „ik ben bang voor zijn
£°odet als h'j terugko fc."-
„Hij komt niet terug", zei Reuter met
overtuiging, terwijl hij do hand op de por
tefeuille legde, waarin hij dat stukje pa
pier had gc *">rgen.
„Jawel", antwoordde zij. „Hij komt ze-
kor terug, om mij mijn kind af te nemen.
Hij weet hoe- cl air daarvau houd en hij
zal mij iets, dat mij dierbaar is, niet la
ten."
Reuter keerde zich af en deed als keek
hij naar iets op straat, opdat zij de tra
nen niet zou zien, die hem in d© oogen
kwamen.
„Wees gerust, Carola 1" zei hij ten slot
te. „Niemand kan jou je kind afnemen,
zelfs Ronsberg niet. Hij is te kort gescho
ten in zijn plichten als echtgenoot en va
der en wilde hij zijn recht Laten geldon,
dan ben ik er nog, om dat te verhinderen."
„Wat ben je toch goed!" mompelde zij,
hem met een dankbaren blik aanziend
maar in haar oogen las hij, dat haar angat
nog niet verdwenen was.
Daarom zweeg hij voortaan over alles,
wat haar aan Ronsberg kon doen herinne
ren. Maar geheel kon hij toch niet over
diens zaken zwijgen. Nu men tot liquidatie
overging, kwamen iedoren dag nieuwe
schulden aan het lioi.b en daar dezo vaak
betrekking hadden op het huishouden van
Ronsberg, moost hij wel, of hij wilde of
niet, Carola daarmede in kennis stollen,
om met haar van gedachten to kunnen wis
selen. Meermalen ook moest zij met Reu
ter naar het Paleis van Justitie, maar zij
droeg alles gelaten, vroeg niets en klaagde
niet, en wanneer zij haar kind in de ar
men hield en met hem speelde en hem
liefkoosde, dan scheon het wel, dat zij nau
welijks eenig begrip had van de verande
ring, die haar leven zou ondergaan.
Toen hij haar eens zei, dat door een on
verwacht gunstigen verkoop van het bouw
terrein en de zich daarop bevindende hui
zen, geen der schuldeischers iets te kort
zou worden gedaan cn zij de eenigo ver
liezende was, kwam ©r van vreugde weer
kleur op haar gezichtje, dat in d© laatst©
maanden smal en bleek was geworden
Nog nooit had zij er zich over uitgelaten
hoe zij haar volgend loven dacht in t©
richten; maar Reuter was vast besloten,
voor hot geval Ronsberg tot vrouw en kind
wild© terugkecren, eenige papieren, die den
man met den strafrechter in aanraking zou
den brengen, te gebruiken, om Carola's
vrijheid te verkrijgen.
Hij had al zijn krachten ingespannen,
om ten minste het vermogen t© redden, dat
Carola van haar ouders had geërfd en dat
hij door gelukkige speculaties bad ver
groot.
Dit kapitaal, dat goring genoemd kon
worden in vergelijking met haar vroeger
vermogen, zou in ieder geval voldoende
zijn om haar een wel is waar besohcidcn
maar toch onbezorgd bestaan te vcTzckc-
ren.
De regeling der zaken liep door den
gunstigen verkoop zoo spoedig van sta
pel, dat Reuter Carola opmerkzaam moest
maken op de groot© verandering, dio er
spoedig in haar leven zou plaats grijpen.
Om haar hierbij behulpzaam te zijn, had
hij reeds verscheidene kleinere woningen
bekeken, maar nog steeds hield een rekero
aarzeling hem er van terug, haar beslis
sing uit te lokken. Er moest nog eens tij
ding van Ronsberg komen 1 Maanden wa
ren reeds sedert zijn vertrek verloopen en
niemand had in dien tijd iets van hem go-
zien of gehoord. Allo door Reuter ingestel
de onderzoekingen waren «onder gevolg
gebleven.
Maar zoo zou het tooh niet immer blij
ven- Hij was iemand, dio niet licht voor
goed van het tooneol kon verdwijnen. In
do verschillende betrekkingen, die hij ach
tereenvolgens bekleed had, was hij mot on
telbare personen in kennis gekomen cn in
Berlijn had hij toch oek een zekere rol ge
speeld. Men kon er dus zoo goed als zeker
van zijn, dat men op den een of anderen
dag iots omtrent hem te hooien kreeg.
Daarom weifelde Renter nog Carola oen
besluit te doen nemen.
Het is reeds ©cn dagelijkschen regel ge
worden, dat Reuter even naar zijn be
schermelingen komt kijken. Fransje kraait
van plezier, wanneer hij komt en Carola
gevoelt zich niet meer zoo verlaten, wan
neer hij ©r is.
Daarom ziet zij cr ook nieta vreemds
in, dat hij haar op zekeren avond komt
opzoeken, al hoewol hij er reeds des mor
gens is geweest. Hij schijnt echter ver
strooid en zenuwachtig, en daar hij meer
malen naar de gezondheid van het kind
vraagt, wordt Fransje, hoewel reeds in bed,
nog ©ven voor den dag gehaald. Toch
komt het Carola voor, dat zelfs dc lief-
koozingen van het kind Hans niet op-
vroolijèen, want hij loopt heen en weer
door do kamer, weigort een stoel te ne
men, omdat hij haast heeft en rekt toch
telkens zijn bezoek. Ten slotte too Pt. hij
zich ontsterao', omdat hem een opmerking
uit het beursbericht in het avondblad is
ontgaan, die hij bij zijn zaakf die hij straks
nog even af moet doen, noodig heeft. Dit
ongeluk ia gemakkelijk te verhelpen. D©
courant wordt uit do bus gehaald on nu
verdiept hij cr zich in, als wilde hij de ge
heel© beursnoteering uit het hoofd leeren.
Fransje is ondertusschen op het kleed
bezig met loopoefeningen, dio reeds tame
lijk goed gelukken en daardoor merkt
Carola niet, dat Hans, wanneer hij klaar is
met lozen, do oourant opvouwt en in zijn
zak steekt.
Eerst nadat bij vertrokken is en zij den
kleinen jongen weer naar zijn bedje heeft
gebracht, mist zij het blad en nu {-temt
zijn manier van doen haar tot nadenken.
Wat is zij toch zelfzuchtig 1 Beschouwt zij
Het niet als iets, dat vanzelf spreekt, dat.
haar belangen bij hem hoofdzaak zijn?
En nu hij bij haar kwam, om misschiet»
»net haar over eigen zorgen t© spreken
heeft zij geen woord van troost voor hem
gehad 1
Zij doet zichzelf heftige verwijten on
wacht met ongeduld den volgenden dag
af, wanneer zij hem weer zal zien. Zij vindt
des morgens bij het ontwaken evenwel
reeds oen brief van hera, waarin iij zegt,
dat hij bij zijn thuiskomst een brief uit
Hamburg heeft gevonden en dat hij haar
nog voor heden het bezoek van tan to
Blum© cn misschien ook van Elizabeth kan
aankondigen.
(Slot vólgt.)