No. 14223. LSIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 7 JULI. - VIERDE BLAD. Anno I9C6 Ingezonden. FEUILLETON. De gesleten deur. 't Leven van Rembrandt, ii. Jaren van voorspoed. 'Als man van eenige reputatie goat Rem brandt zich dus op vier en twintigjarigen leeftijd in Amsterdam vestigen. Eerst neemt hij zijn intrek bij Hendrick van jüylenborch, een kunstkooperf een neef van jiaar, die later zij vrouw zou worden. Maar al spoedig huurt hij op do Bloem gracht een pakhuis, dat hij tot werkplaats inricht voor zijn leerlingen. Want leerlin gen houden was voor een schilder uit dien tijd een groot© bron van inkomsten. Onder 2ijn leerlingen zijn er dio veel aan hun jncester te danken 'hebbendaarvan levert een schilderstuk van Govert Flinck: „Izaac zegent Jacob"' in het Rijks-Museum ;wel het levendigst bewijs. Het is een uit stekend doek, dat in kleur en opvatting •san Rembranot denken doet. De meestcr-schilder krijgt het nu druk znet portretten schilderen, die hem worden besteld, en weldra ontvangt hij een op bracht, die zijn naam nog meer zal vesti gen. In 1632 draagt dr. Tulp, professor in de ontleedkunde, Rembrandt op een gil- destuk to r-.akcn tot versiering der ver gaderkamer van het gilde. Op geniale wijze is deze Anatomische Les" ten uitvoer gebracht. Het is een losse groep van weet- gierig-aandachtigo student igezichten en den doceerenden dr. Tulp. Op de ontleed- tafel ligt in schgrauwe doodsvaalheid het lijk, waar het volle licht op valt. (Dit werk is in het Mauritshuis in Den Haag). Maar naast het schilderen werd het "etsen door Rembrandt beoefend cn met die uiterste zorgvuldigheid,, waarmee hij zijn verven bereidde, behandelt hij zijir"et sen. Het groot aantal van de proefdrukken of staten" der ets getuigen van het on vermoeide zoeken van den kunstenaar om een afdruk naar zijn inzichten volkomen te maken. In het Rijks-Prentenkabinet te iAmsterdam cn ook in de Kon. Bibliotheek te DeD Haag kan men dit bezichtigen. Toen Rembrandt nog te Leiden woonde, ontmoette hij bij den kunstkooper Van UylenborcJi wel eens diens nicht Saskia. 'Haar vader was burgemeester van Leeu warden, (dezelfde Uylenborch, die tegen woordig was als gast bij Prins Willem van Oranje op den noodlottigen lOden Juli 1584). Met deze Saskia trad Rembrandt in 1634 in het huwelijk. In de Friesche ge meente Het Bildt wordt het huwelijk in gezegend. Zijn leven, al zoo rijk door het succes, dat hij als schilder had, wordt nog levensvoller door het huiselijk geluk, dat nu voor hem aanbrak. Maar hoe het tee kenen en schilderen hem door allo levens omstandigheden heen behecrschen, kan blij ken uit een teekening, die hij van Saskia maakte en waar hij zelf onderschreef: „Dit is nacr myn huysvrou géccraterfeit so sy 21 jaer oud was, den derden dach als wy getroudt waeren", Yan nu af aan valt ook Saskia in de rol, die Rembrandts familieleden naar het schijnt met zooveel liefde voor hem vervulden: in die van model. In do acht huwelijksjaren, die Sas kia maar beleefd' heeft, ontmoeten wij telkens haar portretten. Ook neemt hij zijn eerste zoontje tot model voor composities en tcekent voor Saskia, terwijl zij op het kraambed ligt, een schetsboek vol tafe reeltjes uit het vrouwenleven. Schilderde hij in de eerste jaren van zijn verblijf in Amsterdam door hartstocht in 't fccheppen en begeerte iets ongemeens en grootsoh tot stand te brengen, verschillen de tafereelen van to zeer gewilde emotie, eoo schildert hij bijvoorbeeld „De roof van Proserpina", waarop zwarte duivelsheng- 6ten de Ier-;.wenkar met do ontvoerde vrouw de hel in sleuren, of do gevangenneming van Simson, waar één tegen vier op leven en dood worstelt, langzamerhand voelt hij zich meer zelfbewust. Een zelfportret, toen hij 29 jaar oud was, stelt hom voor in ge wone kleeding, heel natuurlijk voor zich uitziend en hij is dan een jonge man met ongewoon ernstig cn schrander voorkomen. Voor Rembrandt was het Amsterdam van dio dagen heel aantrekkelijk. Hij gaat ©r om mot do aanzienlijkon, hij is er in uitstekende gelegenheid kunstschatten te verzamelen en wel het allerbelangrijkste voor hem: hij vindt er zijn typen, zoo ge schikt om geplaatst te worden in do Bij- belsche voorstellingen, die hij tallooze ma- Ion geschilderd en geëtst lieeft. Die typen zijn zelden mooi; regelmatig mooie trekken schijnen Rembrandt niet aangelokt te hebben om er karakter en ge moedsleven in te leggen. Een rij van schilderijen, allo op het lijden van Jezus betrekking" hebbende, heeft hij ook op bestelling moeten maken voor prins Frederik Hendrik. Maar de betaling bleef lang uit en kwam eerst toen Rembrandt schreef, dat hij ©en huis op de St.-Anthonie- of Joden-B ree straat had gekocht en daarvoor de koop penningen moest betalen. 'r ot aan den fatalen koop van dat huis in 1640 kendo Rembrandt geen geldzorgen, leef de hij 't gelukkige leven van een man, die opgaat in zijn kunst, in welvaart toeneemt en door de aanzienlijken en geleerden van zijn tijd wordt gezocht. Kort na dit jaar vallen de eerst© scha duwen in dit voll© geluk. Brieven van een Leidenaar. CXLIY. Er wordt zoo las ik onlangs in oen aardig boekje, geschreven door Henri Her mans, secretaris van den Arbeid te Maas- stricht er wordt in ons land nog weinig gedaan om de onvrijwillig© werkeloosheid te bestrijden. Onvrijwillig© werkeloosheid menigeen zal het woord misschien nooit gehoord heb ben wat verstaat men daaronder? Het is niet de werkeloosheid Yan de land- loopers en luiaards, dio niet werken w i 1- 1 e n, niet die van zieken en invaliden, die niet arbeiden kunnen, niet van de werkstakers, die hun werk om welke re denen ook onderbroken hebben, het is do werkeloosheid van hem, of haar, die werken wil, werken k a n en werken moet, omdat het hun eenig bestaan is, maar er wegens gebrek werk, de ge legenheid niet toe vinden. Het ia deze werkeloosheid, die de be langstelling getrokken heeft van allen, die zich met het sociale vraagstuk bezig hou den en velen hunner met zorg vervult. Onvrijwillige werkeloosheid hecrscht ook in ons land, heorscht ook in de stad on zer inwoning. Zij openbaart zich natuurlijk het meest in den wintertijd, wanneer uit den aard van het bedrijf menig werk niet kan worden verricht cn stop gezet wordt. Over de oorzaken voor deze werkeloos heid genoemd, zal ik het nu niet hebben, het is mij genoeg als allen het mdj eens zijn dat zij inderdaad bestaat en moet worden bestreden. Op welke wijze dat moet geschieden is do moeilijke vraag. Zeker is het, dat als men een kwaal wil bestrijden, men aller eerst den omvang moet kennen en daarom is elke zaak die een juisten blik wil geven op de werkeloosheid, door ons bedoeld, al reeds toe te juichen. Men heeft als een middel genoemd en toegepast de liefdadigheid, maar leeren In zien, dat dit inderdaad niet het middel is. Het is het middel wel voor zieken en on geschikte n tot den arbeid',dio niet werken kunnen. De gezonde en krachtige werklooze geneert zich voor een aalmoes en zijn geest kracht gaat er mee verloren. Tijdelijke werkverschaffing is een ander middel, goed te keuren wanneer zij pro ductieven arbeid beteeken t. Zoo heeft in Leiden de af deeling Arbeid van de Leidscho Maatschappij van Weldadigheid jaren lang de werkeloosheid onder do kleermakers, naaisters en breisters weten te bezweren. Jammer dat tengevolge van het ontbreken van bestellingen do Maatschappij deze af- deeling heeft moeten opheffen. Ze wordt echter, gelijk men weet, op ander© wijze voortgezet. Een ander zeer te waardeeren middel, waarmede de gevolgen der werkloosheid worden bestreden is de onderlinge verze kering, waarvan ongetwijfeld in de toekomst veel te verwachten is. Wij staan ten opzich te daarvan vooral hier te lande nog aan het begin. Leiden lieeft hierin echter ook al vele plaatsen een voorbeeld gegeven. Wij hebben hier sinds eenige jaren een Ver- eeniging tot bestrijdig tegen de gekklijko gevolgen der werkeloosheid, die nog maar alleen de werklieden in do bouwvakken om vat, dooh die voor uitbreiding vatbaar is. Het is daarom te betreuren, dat deze ver- eeniging, die, wanneer de deelneming alge meen werd, ongetwijfeld zeer nuttig zou kunnen werken, blijkbaar met eenig wan trouwen begroet wondt. Men schijnt in do wereld der werklieden nog niet rijp tc zijn voor dit denkbeeld en daarom te meer is het te waardeeren, dat in do kringen der werklieden propaganda er voor gemaakt wordt. Ik herinner mij daarover van een der Loidsche voormannen van „Patrimonium" zeer behartens waar dig© woorden te hebben gelezen. Wij leven in de twintigste eeuw snel. Nieuwe denkbeelden broken zich spoedig baan en zoo zal het vraagstuk der verzeke ring tegen geldelijke gövolgen van de werk loosheid over eenige jaren ook wel tot een nadere oplossing zijn gebracht. Het komt mij voor, dat in onze 6tad, de bestaande Leidscho verecniging tot basis en uitgangs punt dient genomen te worden. En nu kom ik, als ik het derde middel om do werkloosheid te bestrijden, noem, waar ik dezen keer wezen wil. Als een middel ter bestrijding van de on vrijwillige werkloosheid moeten ook ge noemd .worden de arbeidsbeurzenkantoren, waar werkgevers naar arbeidskrachten, do werklieden naar arbeidsgelegeulieden ko men informeoren, bureaux waar vraag cn aanbod samentreffen. Om drieërlei zijn arbeidsbeurzen van be lang; omdat zij den omvang en den aard van die kwaal leeren kennen; omdat zij werkgever en werknemer kun nen inlichten omtrent den stand der ar beidsmarkt; omdat zij voorkomen het voor den werk man moreel en financieel nadeelig© van werkzoeken. Zulk een Arbeidsbeurs, uitgaande van do gemeente, hebben wij sinds Januari ook. Een tijd lang waren er twee, maar de par ticuliere, opgericht door do afdeel in gen „Patrimonium" en ,,R.-K. Volksbond" ist nu do gemeentelijke beurs getoond heeft al leen het werk te kunnen doen, gesloten. Dit besluit kunnen wij niet anders dan toejuichen. Vooral met het oog op het Tee- ren kennen van den omvang der werkeloos heid en do stad zouden ze elkaar in den weg staan. Het was te veronderstellen dat werkzoekenden zich tegelijk kwamen aan melden bij beide beurzon en op die wijze werd een nauwkourige opgave heel moeilijk. Sinds 1 Januari is, zooals ik zeide, de beurs in werking getreden en men kan met do voorloopige resultaten tevreden zijn. Allo begin is moeilijk en nieuwe dingon worden door velen in het eerst wel eens mot wantrouwen bejegend. Dat men, hiermede rekening houdende, over do resultaten tevreden kan zijn, blijkt uit het volgond staatje: Aanvragon van Aanvragon van workgovers workzookondo Geplaatst. Januari 6 201 3 Februari 16 100 10 Maart 28 72 16 April 21 46 15 Mei 27 45 16 Juni 81 65 15 Daar blijkt uit, wat trouwens niet te verwonderen is, dat er veel meer aanbod van werkkrachten is dan aanvraag. Het cijfer van de eerste maand Januari is echter on natuurlijk hoog. Het vindt zijn reden Hier in, dat de straatslijpers on kaailoopors, do mannen, die men dagelijks bij het Sta tion on op de Haven ziet staan en dio men niet tot de rubriek onvrijwillige werkeloe- zen kan rekenen, zich misschien voor een relletje ook eens kwamen aanmelden. Ze moesten ambtshalve worden ingeschreven, ook al wist do secretaris der beurs, dat zij voor eenig vast werk toch niet waren aan t© bevolen, en het niet zouden aanvaarden. Langzamerhand werden de cijfers normaal cn thans is heb reeds zoover, dat zij, die zioh aangeven, inderdaad naar werk zoo ken en do patroons, die werkkrachten noo- dig hebben, beginnen ook met de bemidde ling van do beurs in t© roepen. Wie zich opgeven, worden in een regis ter ingeschreven, dat naar den aard van het werk in 23 klassen is verdeeld. Ge woonlijk vormen werklieden zonder vakken nis: loop- en pakhuisknechten, enz. de meerderheid, waaruit alweer blijkt, hoe goed het is, dat men in zijn jeugd ccd vak leert. Do man of vrouw, die zich aanmeldt en ingeschreven is, ontvangt een kaart, die zij moeten bewaren. Wordt cr een aanvraag gedaan, waarvoor de ingeschrevene in aan merking kan komen, dan worden ze on- jniddellijk door de beurs ontboden en met 'n kaart-, waarop al de gegevens voorkomen die de werkgever noodïg heeft naar den patroon gezonden. Slaagt de werkzoekende, dan wordt do naam uit do registers geschrapt. Deze week heb ik eens een kijkje geno men op het kantoor der Arbeidsbeurs, die, zooals men weet, op do Stadstimmerworf a&n het Galgewatcr, ingang Smidsstccg, is gevestigd. De secretaris der beurs, do heer Schutter, houdt or des voormiddags van 9 tot 12 uren en des namiddags van 1 tot 5 uren zitting en ontvangt cr belangheb benden met do grootst© welwillendheid. Volgens hem, die zich, zooals uit een ge sprok over deze zaak bleek, reeds bijzonder er ingewerkt heeft, zal in de toekomst blij ken, dat do beurs ook voor Leiden van be- teekenis is. En dat zal zo vooral worden, wanneer verwezenlijkt wordt, .wat hij zich voorstelt, n.l. dat er een geregeld contact komt t-usschon do verschillende beurzen in den omtrek, Den Haag, Leiden, Haarlem, Schiedam, enz. Er zou dan echter een klein fonds moe ten wezen, om reisgeld voor te schieten. Bovendien zouden ook meer dan tot dus verre do werkgevers uit do omliggende plaatsen van de beurs kunnen profitceren. Het was reeds voorgekomen, dat patroons uit de omliggende z..plaatsen, waar het werkvolk naar zee is, door bemiddeling der beurs werkkrachten uit Leiden hadden bo- trokken. Ook was cr iemand, die een bijzonder vak beoefend©, waarvoor in Leiden geen plaats .was, maar in Den Haag behoefte, aldaar een goede i .werkkring verkreeg. Voorloopig had mon het zoover gekregen, dat elke week do opgave der vacante plaat een hier en in Den Haag zal worden gewis seld. Dat zal al veel gewonnen wezen en ongetwijfeld den Leidschen werkcloozen ten goede komen. Zoo is er alles voor en niets er tegen, dat werkgevers in en om Leiden voor het zoeken van werkkrachten zich tot do Ar beidsbeurs wenden. Zij zijn dan niet ge bonden aan den eersten den besten werk man, dio zioh komt aanmelden, maar kun nen, indien zij willen, uit do in do regis ters ingeschrevenen oen keuzo (loon. Aan don anderen kant mag 3c onvrij willige werkeloozc, di© werk verlangt, ook niet verzuimen zioh t© doen inschrijven. Het kost hem geen geld en hij heeft do kans, dat er onverwacht en ongedacht con goede betrokking wordt gevonden. Het gemeentebestuur heeft met deze in stelling in het leven te roepen een uitne mend werk gedaan. In do eerste 6 maan den van haar bestaan is reeds gebleken, dat zij in een behoefte voorziet, in do toe komst zal dit ongetwijfeld nog in veel sterkere mate blijken. Ander© plaatsen zullen het goede voor beeld navolgen en hoe meer arbeidsbeur zen er komen, des t© meer zal men be naderen het ideaalArbeidsbeurzen op kosten der gemeentekassen met een cen traal bureau als Rijksinstelling. En daar moet het heen. De handel kent den overvloed cn de be hoefte van het kleinste hoekje der wereld en zoover moet liet met den arbeid ook ko men. En met do uitwisseling van arbeidskrach ten op steeds ruimer gebied zal do werke loosheid meer en meer inkrimpen en het algemeen peil der volkswelvaart worden verhoogd. Tentoonstelling „Leger «les Heil».' Wie zich door het ceuigszins wijdscho „Tentoonstelling" eenigo voorstelling maakt van een mooi versierde zaal, voorzien van een keur van voorwerpen, zal op zijn neus kijken als hij, de Lawmcrenuiarkt overste kend, het Legcr-des Heils-ge-bouwtjo biu- ncntrcedt. Het is als de meest© samenkomstzaaltjes van dio vereeniging ontbloot van wat ook maar ©enigszins naar weelde of welvarend heid zweemt. Maar hier wordt cr ook niet naar go- strcefd. ,,Dc liefdo tot Jezus is beter besteed aan die hulp en steun behoeven, dan in het verstoren van de plaats van bijeen komst-", vertelde me eens een zustor. Nu aan dit zaaltje is het stellig niet besteed, maar hier óók zijn de goede bedoelingen en het zich met ijver wijden aan een goede taak, ruimschoots aanwezig. En nu met de tentoonstelling, ja nu heeft men het toch eens mcoi willen maken. Heol primitief zijn de hulpmiddelen, die kapitein en luitenant ten dienste stonden; maar een springondo fontein, omgeven door rotsblokken, ja, die komt er; ik heb do ingrediënten zion aanrukken. Decora teur en timmerman zijn hier onbekende grootheden, alles moet zelf bescharreld worden; bloemen werden rondom opgehaald van gulle bloemisten hier tor stede on kleine handwerkjes en knutselarijtjes van der Vereeniging een goed hart toedragend© broeders cn zusters èn buitenstaanden zijn verzameld en liggen uitgespreid op tafels. Vanavond, Maandag ©n Dinsdag is het zaaltje geopend voor wie do Tentoonstel ling wil bezooken en zijn klcino gift offe ren (groote worden intusschcn niet gewei gerd) tot instandhouding van hot Leger des Heilswerk, dat bewezen lieeft in do onder scheidene jaren, dat liet werkte, zijn rookt tot bestaan te verdionen. Mijnheer de liedacteurI Mag ik s. v. p. voor hot volgend© oen plaatsj©? Leest men in do couranten nog wel eens van dakloozo gezinnen in mcor verwijderd© plaatsen, vreemd stond ik op te kijken, toen ik Donderdagavond in het hot Van- der-Werfpark met een zeer verarmde, ccW Leidscho familie kennis maakte, bestaande uit man, vrouw en zes kinderen d© 7do t© wachten waarvan d© oudst© 8 A 9 jaren telt, ©n welk© al sedert dagen langs do straat of liever langs de bui tenwegen zwerft, cn des nachts in een schuit of op do hard© brit-s op het Politio- buroau bivakkccren. Do vrouw, blijkbaar een goedig zieltje, is met haar zo* kinderen cn overig rom mel tjo, wogens 10 A 12 gulden huursohuld uit do Duivolphoompoort (do duivel halo dezulken) op straat gezet. Do man is 15 jaren op eqn fabriek geweest, wegens ge brek aan werk ontslagen en moet dua trachten hior on d-oar con weokhuur to verdienen voor 8 personen, wat in do tegenwoordig© omstandighoden zeer moeilijk, zoo niet onmogelijk is, uit zonderingen daargelaten. Mogelijk, dat naar aanleiding van dit schrijven dez© of gene Leidscho philantroop of phil. inrichting over tijd cn middelen beachikkendo, zich gedrongen gevoelt, dit in allertreurigst© omstandigheden verkoe- ronde gezin weer wat op pootcn to hel pen. U dankend© voor d'o plaatsing, in haast: Een Loidach Workman. P. S. Op het Politic-bureel zal men wel naar dezo familie B. kunnen informcereti. Zij het dan ook bij vluchtig© kennismaking, de indruk, dien ik van dezo menschen kreeg, was in het geheel niet slecht. ALKEMADE. Geboren: Sophia Cwlbnrioa, D. van N. T. van der Meer on P. 0. Zandvliet. Nelly Kosina Johanna, D. van L. J. 0. VVillinck en (J. M. C. Veldhoer. Overleden: Dirk Uoosovoen, ongeh.,05j. J. Turk, woduwe P. Castelyn, 71 j. 86) Hij schudde hot hoofd en keek haar on derzoekend aan, als wilde hij weten hoeveel zij zou kunnen verdragen. „Lieve Carola»" zei hij daarop aarze lend, „misschien was het beter, indien ik je nu uiets zei; maar ik geloof, dat je voorbereid moet worden. Ronsbcrgs zaken zijn in de grootst mogelijke verwarring achter gelaten. Maar zooveel is nu al wel duidelijk, dat het grootste deel van je ver mogen, misschien wel alles, verloren is. We zullen moeten liquideeren. Om dat te ontgaan, heeft Ronsberg con pleizierreisje ondernomen. Op jouw handteekening heeft hij je kapitaal bij d© Rijksbank opgevraagd en natuurlijk meegenomen. In zijn boeken js het nog eon war© chaos, maar nu ik zie, waarvoor jij getsekend hebt, vrees ik, dat er niets meer t© redden is. Ik moet er niet aan donken, dat jouw toekomst door mijn laksheid „Stil, Hans", viel CarHa hem in de re de, „zeg verder geen word! Jij hebt ge handeld, o..Is j© moest. Wie kan dat be ter weten dan ik? En Hans, ik'betreur het geld niet; ik heb meer verloren. Hoeveel gelukkiger zou ik geword n zijn, indien dien rijkdom nr u gekend had. Ik ben °°k evenmin aan de weelde hier gehecht r Weet dat d 1 - cn ben niet van plan Jets tegen Eugen te doen 1 Ik", zij keek hem angstig aan „ik ben bang voor zijn £°odet als h'j terugko fc."- „Hij komt niet terug", zei Reuter met overtuiging, terwijl hij do hand op de por tefeuille legde, waarin hij dat stukje pa pier had gc *">rgen. „Jawel", antwoordde zij. „Hij komt ze- kor terug, om mij mijn kind af te nemen. Hij weet hoe- cl air daarvau houd en hij zal mij iets, dat mij dierbaar is, niet la ten." Reuter keerde zich af en deed als keek hij naar iets op straat, opdat zij de tra nen niet zou zien, die hem in d© oogen kwamen. „Wees gerust, Carola 1" zei hij ten slot te. „Niemand kan jou je kind afnemen, zelfs Ronsberg niet. Hij is te kort gescho ten in zijn plichten als echtgenoot en va der en wilde hij zijn recht Laten geldon, dan ben ik er nog, om dat te verhinderen." „Wat ben je toch goed!" mompelde zij, hem met een dankbaren blik aanziend maar in haar oogen las hij, dat haar angat nog niet verdwenen was. Daarom zweeg hij voortaan over alles, wat haar aan Ronsberg kon doen herinne ren. Maar geheel kon hij toch niet over diens zaken zwijgen. Nu men tot liquidatie overging, kwamen iedoren dag nieuwe schulden aan het lioi.b en daar dezo vaak betrekking hadden op het huishouden van Ronsberg, moost hij wel, of hij wilde of niet, Carola daarmede in kennis stollen, om met haar van gedachten to kunnen wis selen. Meermalen ook moest zij met Reu ter naar het Paleis van Justitie, maar zij droeg alles gelaten, vroeg niets en klaagde niet, en wanneer zij haar kind in de ar men hield en met hem speelde en hem liefkoosde, dan scheon het wel, dat zij nau welijks eenig begrip had van de verande ring, die haar leven zou ondergaan. Toen hij haar eens zei, dat door een on verwacht gunstigen verkoop van het bouw terrein en de zich daarop bevindende hui zen, geen der schuldeischers iets te kort zou worden gedaan cn zij de eenigo ver liezende was, kwam ©r van vreugde weer kleur op haar gezichtje, dat in d© laatst© maanden smal en bleek was geworden Nog nooit had zij er zich over uitgelaten hoe zij haar volgend loven dacht in t© richten; maar Reuter was vast besloten, voor hot geval Ronsberg tot vrouw en kind wild© terugkecren, eenige papieren, die den man met den strafrechter in aanraking zou den brengen, te gebruiken, om Carola's vrijheid te verkrijgen. Hij had al zijn krachten ingespannen, om ten minste het vermogen t© redden, dat Carola van haar ouders had geërfd en dat hij door gelukkige speculaties bad ver groot. Dit kapitaal, dat goring genoemd kon worden in vergelijking met haar vroeger vermogen, zou in ieder geval voldoende zijn om haar een wel is waar besohcidcn maar toch onbezorgd bestaan te vcTzckc- ren. De regeling der zaken liep door den gunstigen verkoop zoo spoedig van sta pel, dat Reuter Carola opmerkzaam moest maken op de groot© verandering, dio er spoedig in haar leven zou plaats grijpen. Om haar hierbij behulpzaam te zijn, had hij reeds verscheidene kleinere woningen bekeken, maar nog steeds hield een rekero aarzeling hem er van terug, haar beslis sing uit te lokken. Er moest nog eens tij ding van Ronsberg komen 1 Maanden wa ren reeds sedert zijn vertrek verloopen en niemand had in dien tijd iets van hem go- zien of gehoord. Allo door Reuter ingestel de onderzoekingen waren «onder gevolg gebleven. Maar zoo zou het tooh niet immer blij ven- Hij was iemand, dio niet licht voor goed van het tooneol kon verdwijnen. In do verschillende betrekkingen, die hij ach tereenvolgens bekleed had, was hij mot on telbare personen in kennis gekomen cn in Berlijn had hij toch oek een zekere rol ge speeld. Men kon er dus zoo goed als zeker van zijn, dat men op den een of anderen dag iots omtrent hem te hooien kreeg. Daarom weifelde Renter nog Carola oen besluit te doen nemen. Het is reeds ©cn dagelijkschen regel ge worden, dat Reuter even naar zijn be schermelingen komt kijken. Fransje kraait van plezier, wanneer hij komt en Carola gevoelt zich niet meer zoo verlaten, wan neer hij ©r is. Daarom ziet zij cr ook nieta vreemds in, dat hij haar op zekeren avond komt opzoeken, al hoewol hij er reeds des mor gens is geweest. Hij schijnt echter ver strooid en zenuwachtig, en daar hij meer malen naar de gezondheid van het kind vraagt, wordt Fransje, hoewel reeds in bed, nog ©ven voor den dag gehaald. Toch komt het Carola voor, dat zelfs dc lief- koozingen van het kind Hans niet op- vroolijèen, want hij loopt heen en weer door do kamer, weigort een stoel te ne men, omdat hij haast heeft en rekt toch telkens zijn bezoek. Ten slotte too Pt. hij zich ontsterao', omdat hem een opmerking uit het beursbericht in het avondblad is ontgaan, die hij bij zijn zaakf die hij straks nog even af moet doen, noodig heeft. Dit ongeluk ia gemakkelijk te verhelpen. D© courant wordt uit do bus gehaald on nu verdiept hij cr zich in, als wilde hij de ge heel© beursnoteering uit het hoofd leeren. Fransje is ondertusschen op het kleed bezig met loopoefeningen, dio reeds tame lijk goed gelukken en daardoor merkt Carola niet, dat Hans, wanneer hij klaar is met lozen, do oourant opvouwt en in zijn zak steekt. Eerst nadat bij vertrokken is en zij den kleinen jongen weer naar zijn bedje heeft gebracht, mist zij het blad en nu {-temt zijn manier van doen haar tot nadenken. Wat is zij toch zelfzuchtig 1 Beschouwt zij Het niet als iets, dat vanzelf spreekt, dat. haar belangen bij hem hoofdzaak zijn? En nu hij bij haar kwam, om misschiet» »net haar over eigen zorgen t© spreken heeft zij geen woord van troost voor hem gehad 1 Zij doet zichzelf heftige verwijten on wacht met ongeduld den volgenden dag af, wanneer zij hem weer zal zien. Zij vindt des morgens bij het ontwaken evenwel reeds oen brief van hera, waarin iij zegt, dat hij bij zijn thuiskomst een brief uit Hamburg heeft gevonden en dat hij haar nog voor heden het bezoek van tan to Blum© cn misschien ook van Elizabeth kan aankondigen. (Slot vólgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 17