tïo. imi. LEIDSCH DAGBLAD', ZATERDAG 30 JUNI. - TWEEDE BLAD. Anno 1906„ PERSOVERZICHT. FEUILLETON. De gesleten deur. In een asterisk .Waarom redres?" zegt „De Standaard": Ook in de pers van rechts acht men onze bede om redres niet ontvankelijk. „D e N ederlan der' vindt onze bede min duidelijk„De T ij d" geeft aan practisob handelen boven theoretiseeren voorkeur. Daarom nog een kort .woord ter toelich ting. Ten onzent is niet gelijk veelal elders, enkel uit den strijd der steden, maar ster ker nog uit den strijd tegen liet water, bur gerbemoeiing met 's lands zaken Qif, zelf- rcgecring opgekomen. revolu^- van het laatst der 18de eeuw nêkto cue zelf- regeering in ons waterwezen. Smcfi^nief zé het hoofd ten decle weer op, maar gedurig bedreigd door óentralisafciezuchfc. Ook do wetgeving op onzen waterstaat dreef in die richting van centralisatie; maar de provincia-lo schakel behield, dank zij de kracht der traditie, toch haar werking. Dit nu moet nopen, om dio schakel te sterken, en vervanging van provinciale handeling door Rijksbemoeiing tegen te gaan. Hier dreigt thans het omgekeerde te geschieden, omdat er aan het geval een dubieuze kant is. •Dringt-, ^dwingt hier nu de nood van het oogenblik,? Stellig niet. Anders toch zou minister Vcegcns niet verklaard hebben, zich des noods bij verwerping te zullen nederleg- gen. De zaak laat alzoo verwerping toeen dan komt bet been vanzelf in het lid. Iets, wat to meer gewenscht is, nu dezo wet niet is ingediend door den in Ame rika. vertoevenden minister van water staat, dien mr. Yeegens slechts tijdelijk vervangt. Bij interimair bewind nu is liet in dub bele mato bedenkelijk, een maatregel uit te lokken, die zoo licht in de toekomst een gevaarlijk antecedent kan stellen. Juist tegen den lust om den geldelijken last naar hooger op te schuiven, ia de strijd ten dezo voor zelfregeering gestre den. Hoe nu zal men later aan andere pro vinciën weigeren kunnen, wat hier, Zee land ten behoeve, wordt toegestaan Bij dit stukje uit „De Stan d a a r d" teekent ,,D e Nederlander het vol gende aan: Het wil ons toeschijnen, dat het thans door „Do Standaard" geopperd be zwaar geenszins overeenkomt met het eerst aang .voerde, alsof hier ware aantasting van ons historisch-Nederlandsch Staats recht,'"om er een- Frar.sch centralistisch expediënt vo in de plaats te schuiven", en dat he"; blad zich eenvoudig plaatst op heb ook door minister Lely ingenomen, in de Tweede Kamer ampel en bivcd be sproken standpunt; zoodat van een ,,in do fuik loopen" door de Kamerleden ook geen sprako kan zijn. Z j zijn in elk geval ge waarschuwd Van een ,,lust om den geldelijken last naar hooger op te schuiven" is o.i. in deze minder sprake dan van do vraag of de provincie verplicht is waterstaatswerken te doen uitvoeren, waarbij niemand genoeg zaam 'oclang heeft, behalve het Rijk, het welk voor zijn spoordam heeft te zorgen, on of in d&t go- ,1 het Rijk tot uitvoering van dat waterstaatswerk, desnoods op kosten der provincie mag dwingen. Aangetoond is in de Tweede Kamér, dat men hier met een exceptioneel en twijfel achtig geval to doen lveeft, weshalve van antecedent" nooit sprake kan zijn. En wat betreft de noodzakelijkheid van d a d e 1 ij k herstel, daarover kunnen al leen deskundigen oordeelén; de verklaring van minister Vecgens, „dat hij zich bij verwerping zal neerleggen", be teekent, vooral in verband met al het overige door hem aangevoerde, niets. Trouwens, wat kan deze Minister anders doen „De Tijd" uit rich aldus: Het eerste gedeelte d~r opmerkingen van „D o Standaard" komt ons voor do 21) En zij hield woord; in het eerst alleen, omdat zij door medelijden gedreven weid de jonge, verlaten vrouw wat afleiding te bezorgen, maar spoedig ook, omdat zij Ca- rola meer en meer lief kreeg en hetzelfde gevoel haar uit Carol a's oogen t-egen- tcraaldo. Nu kon zij, wanneer haar man ha een urenlange afwezigheid thuiskwam, hem weer het een en ander vertellen, want nu had zij weer vele interc ^.ante nieuwtjes gehoord, waarin liij ook belang stelde, en zij werd niet moede Thea's schoonheid, verstand en lieftalligheid te prijzen. Maar ofschoon zij hem verzekerde, dat het een groot genot .was haar nieuwe vriendin t© hooren zingen en spelen, kon zij hem er niet toe brengen, een avond thuis te blijven om eens met 'haar kennis te maken. Het feit, dat grootmoeder en kleindoch ter in hetzelfde huis op de tweede verdie ping woonden, deèd hem naar ccn kennis making in het minst niet verlangen. De kloof tusschen den heer Eugen von Rons- berg eh een onbemiddelde ambtenaarswedu- wo waak t- groot, dan dat hij haar als zijn gclijko kon beschouwen. Hij maakte slechts grapjes over Carola's enthusiasm© voor de interessante hofda me," alhoewel hij er niets op tegen had, dat zijn vrouw door haar aangenaam werd bezig gehouden en opgewekter werd, zonder t-e aandacht ,te verdienen indien weder eens 'n principieele wijziging onzer waterschaps wetten aan do orde komt. De tegenwoor dige waterstaatswét is van 10 Nov. 1900, t-.rwijl in de wet van 9 Mei 1902 ,,tot toe kenning van eenige bevoegdheden aan de besturen van waterschappen, enz." een wet, onder het Ministerie-Kuyper tot stand gexomen in de principieele bepa ling Van eerstgenoemde, meer aJgemeene wet geen verandering werd gebracht. Dat het in het algemeen genomen wenschelijk zou wezen, den waterschappen een grootere mate van zelfregeering toe te kennen, is daarbij een zaak, welke voor ons geenszins vaststaat. Bij den strijd tegen het water, evenals bij dien tegen een buitenlandschen vijand, behoort de centrale leiding in één hand te zijn en kan zelf regeering" van afzonderlijke deelen van het leger, hetwelk den strijd te voeren heeft, hoogst gevaar lijk wezen, 't Is thans echter volstrekt niet het oogenblik, om over dit punt te twisten. Wel zou het van practisch en oogenblikke- lijk belang wezen, indien de consequentie bij het verstrekken van het aangevraagdo subsidie zou medebrengen het verleencn van soortgelijko subsidiën bij andere water- rampen. Zonder in dezen een definitief oordeel te willen uitspreken, meenon wij echter er op te mogen wijzen, dat het bij het weder droog-lcggen van den B a t h- polder betreft in hoofdzaak domein grond cn in de tweede plaats, dat het voor naamste argument van den Minister bij de verdediging zijner aanvrage is geweest, het gevaar, hetwelk zou ontstaan voor onze in ternationale apoorw-v jverbindiHig, fndtem; de gaten in de dijken van den Bath-polder niet vóór den winter worden gedicht. Of het mogelijk zou wezen den spoorwegdijk RoosendaalVlissingen! in die maJtiei te versterken, dat hij ook als zeewering zou kunnen dienst doen, is een punt, waarom trent de geleerden het nog niet eens schij nen en waarmede in elk geval eveneens ton nen gouds gemoeid zouden zijn. Zeker is h?t, dat bij deze zaak meer be langen gemoeid zijn dan die van den polder alleen en dat daarom door hot aannemen van het aanhangige wetsontwerp nog geenszins een anecxlent zal gesteld wor den, waarop men zich bij alle andere over stroomingen zal kunnen beroepen. Wat eindelijk de verklaring van minister Veegens aangaat, dat hij zich desnoods bij een verwerping zou nederleggen (een ver klaring, die ons, in parenthesi opgemerkt, moeilijk verecnigbaar voorkomt met andere krasso uitlatingen van dienzelfden bewinds man) houde men in betoog, dat een minis ter ad interim aan het woord was. Zeer juist schijnt ons, wat „Do Vrij zinnig Democraat" hieromtrent opmerkt. [Deze opmerkingen brachten wij den le zers reeds in het vorig Overzicht onder het oog]. ,,Het Ccntru m" wil in do organi- s at- i e der v.r ij e liberalen een daad zien, waarvan dc spits tegen do „Bib. Unie" is gericht en waarmede het kabinet en zijn formateur weinig ingenomen zullen zijn. Het blad schrijft: Gebroken werd mét do politiek van con centratie zonder meer^ en de schijn getrot seerd, alsof men een daad van aggressio beging. En dc heer Tydeman gaf het on omwonden te verstaan. Do vrije liberalen wallen wel overleg mot andere groepen, maar staande op hun eigen erf, wonende onder hun eigen dak. Een „sa menwerking van allo vrijzinnigen," als het vorige jaar werd uitgevonden en die fei telijk neerkomt Op een 'allegalavty' co - p o 1 u tiek bevredigt hun niet. Zij gaan hun eigen weg. Voor de zuiverheid van onze staatkundi ge verhoudingen is dit besluit toe te juichen. Wij kunnen dit zonder eenige nevenbedoeling getuigen, omdat het meer dan naïef zou zijn, onzerzijds stembus- verwachtingen op deze definitieve afschei ding der vrije liberalen te bouwen. Hoeveel organisaties er ook aan de overzijde mo gen ontstaan, bij de verkiezingen zal men daar steeds do oude, anti-clericale concen tratie in practijk brengen en zullen bijv. verlangen, da,t' ij haar gezelschap bleef houden. Eindelijk was weer de lente ïn het land gekomen en werd bet werk op het bouw terrein hervat, met een haast, waardoor het geheelo terrein wel een mierenhoop geleek. Ronsberg was nu den geheelen dag van huis. Hij kon zich onmogelijk onttrekken aan dc eischen, die zijn onderneming hem stelde, cn als onvermijdelijk gevolg gevoelde hij zich des avonds verplicht ontspanning te ^oeken voor do vermoeienissen van den dag. Door den aankoop van een paar rijpaar den was de eavalerie-officier weer in hom Ontwaakt en niet alleen werd een deel van zijn tijd in beslag genomen door zijn uren lange ritten, maar ook door de bezoeken aan zijn eigen stal cn aaü dien van anderen. Carola was weer heel wat aangesterkt en veel levenslustiger, en hoewel haar zwak gestel nog steeds ontzien moest worden, had zij toch best aan enkele vermaken van haar echtgenoot deel kunnen nomeïi. Zijn werk en zijn paardrijden waren 'echter een voorwendsel om haar daarvan terug to hou den. En Carola nam zijn verontschuldigin gen aan en trachtte in zijn liefde to blijven geloovch, want zij gevoelde zich niet in staat om te erkennen, dat hij haar best kon missen. Bij haar wandelingen, dio zij op bevel van haar dokter iederen dag deed, bracht zij meermalen een bezoek aan haar vriend, den kapelmeester Fabel. Vroeger, toen haar huis iederen dag gevuld was met gas ten, had zij voor den vriend uit haar jeugd slechts.eenige minuten over gehad. Nu zij door haar zwakke gezondheid aan het uit gaande leven geen deel kon nemen, zocht zij hem gaarne nu en dan op, om met hem de oud-liberalen van Enschede© onverdro ten op den socialist stommen. Maar de groep-Tydeman zal nu ten minste kleur bekennen, een banier ontrollen en onom wonden zeggen, wat het volk aan haar heeft, ook op het stuk van beginselen. Dat is beter, dat is zuiverder dan een con- centratie-program> in dagen van verkiezings- agitatie opgemaakt-, met een blanco-artikel, als lokvogel enfundament. De Unie-liberalen en vrijzinnig-demo- oraton kunnen op dit stuk van '6 hccven Tydeknans geestverwanten .wel iets leeren. „L an d on Volk" meent, dat onder d© vrije liberalen op belangrijke punten mceningsverschil bestaat, cn zegt: De Bondt die blijkbaar de rechterzijde van de eertijds vcreenigde liberale partij wen sell t te wezen, zal op zijn beurt aan eigen boezem een réchter.- ten een linker fractie moeten koesteren, tenzij, naar wij vertrouwen, do meer links staanden zich rondweg gaan voegen bij de vooruitstreven de groepen. Het is dit vertrouwen, dat mede aanlei ding geeft om de stichting van der vrije- liberalen bond als een voor de politieko verhoudingen gunstig verschijnsel te be schouwen. Ook en vooral omdat een bekoor lijke organisatie waarborg biedt togen het afdwalen van vrij-libcralc stemmen naar den clericalen kant. Do ,,K amper Courant'' vindt don naam „vrije liboralon" niet gelukkig geko zen en na daarover een cn ander gozegd te hebben, gaat het blad voort: "VVij kunnen ons denken, dat cr liberalen zijp, die met do overeenkomst, verleden jaar tusschen de Unie-liberalen en do vrij zinnig-democraten gesloten, niet meegaan. Maar is het daarom volstrekt nocdig, dat zij een af zonder lij ko orgajiisatie vormen? Die afzonderlijke organisatie kan niets anders beteekenen dan blijvende afscheiding En wie zal zeggen, dat afscheiding, scheu ring in hot belang der liberale beginselen is? Wat ons betreft, wij zien dio scheuring met leedwezen, omdat zij naar onze overtui- gingmiet bevorderlijk kan zijn aan de kracht der liberal© beginselen in do toekomst. Zooals wij afgekeurd hebben de breuk, door de vrijzinnig-de moor aton gemaakt, zoo keuren wij ook dezo breuk af. Do heer Tydeman, die de vergadering to Utrecht presideerde, heeft tot hen, die con centratie van allo vrijzinnige krachten w©n- schen, dc vraag gericht, of dan niet ieder het reeliü heeft een eigen huis tc bouwen. Maar dit is een vraag, die hier niet to pas komt. Een eigen huis bouwen en ccn eigen partij oprichten zijn twee verschillende dingen. Onze voorgangers, de liberalen, die groó- le dingen gedaan hebben, dachten niet aan hot-bonwen van eigen huizen in den geest van den heer Tydoman. Zij zouden dio groo- te dingen niet tot stand gebracht hebben, wanneer zij onder elkander scheuring ge maakt hadden, in plaats van naajr aaneen sluiting te streven. Dit stre»-cn naar samenwerking, naar aan eensluiting is de liberaal traditie, waaTaan moet. worden vastgehouden. Wio met dezo traditie breekt, 6telt de beginselen ïn gevaar Of geldt het woord niet langer, dat ccn huis, hetwelk in zichzelf verdeeld is, zal vergaan Do Z u t p h e n s c li o Courant" noemt dc vorming van den Bond van Vrije Liberalen een gebeurtenis in onze Staat kundige Geschiedenis, dio niet onopgemerkt kan voorbijgaan. Na enkele woorden gewijd te "hebben aan den naam van den nieuwen Bondt vooral wat het woordje Vrije" betreft, cn eenige gissingen gemaakt to hebben over het nog niet bekende beginselprogramma, wordt besproken hetgeen mr. Tydeman in do vergadering van j.l. Zaterdag zeide omtrent dc plaats, die dc Bond zal innemen onder de verschillende staatkundige groepen. Hieromtrent schrijft de „Zutplic n- s c h e Courant": Merkwaardig is het, dat dc heer Ty de nman zijn groep voorstelde als ccn midden partij, staande tusschen twee uitersten. Het is daarmee tnaar net, zooals uien het wil voorstellen. Een middenpartij vormen dc Oud- of Vrije Liberalen zeer zeker, wanneer men hun plaats bepaalt in de gehecle linio der staatkundige partijen, van Troelstra tot Lohman. De plaats der middenpartij, zóó verstaan, nam do (toen nog niet georga niseerde) Oud-Liberale partij in, toen zij, of althans sommigen harer, uit verzot tegen de sociale politiek van het Kobmct- Borgesius, in 1901 medewerkte om do ker kelijke partijen aan het roer t© b ion gen. En dat behoort niet tot de schoonste blad zijden, uit haar geschiedenis. Maar verbissen wij ons niet, dan was de bedoeling van den spreker veel meer, dat zijn fractie een middengroep vormt in de partijen van links. En dat bctwis ton wij. Trouwens, do redenaar moet zelf ge voeld hobbon, dat dit het zwakke punt zij ner redeneering was, want nadat hij had herinnerd, dat er altijd een droit© on eon g-auche behoort te zijn, liet hij er op volgen: „Want al wil men aanvoeren, dat er feitelijk drie groepen zijn, het valt niet te ontkennen, dat de middelste dior groepen (do „Liberale Unie") zeer hetero gene elementen bevat; zelfs ccn zeer be- leidvollo tactiek vermag dat niet verbor gen to houden. Die plaats van middenpartij, staande tusschen dc boido uitersten in on trachtend de balans to houden tusschon die twee, komt, naai' ons gevoelent toe aan do „Li berale Unie". Dat zij bestaat uit wat men noemt „heterogene bestanddeolen" is iets, wat geonszins roden geeft om te ontken nen, dat zij indclinkerzijcle (en daar komt het op aan) die plaats inder daad inneemt. Per slot van rekening be staat iedere partij uit „heterogene bestand deolen", en heeft (zooals clo redenaar trouwens zelf duidelijk liet uitkomen) haar linker- en rechtervleugel. Do „Liberale Unie" ontkomt daaraan evenmin als de vrijzinnig-democratische on de vrije libera le fractie. Ook in hun midden denken niet allen eender, ook zij bestaan als men dat zoo wil noemen uit „heterogene bcstanddeelen"ook zij hebben haar gau- cho on haar droite. Maar dit neemt niet weg, dat do plaats in het midden van de drie vrijzinnige fracties niet wordt in genomen door do vrije liberalen, m^uir door do „Liberale Unie" en dat de vrije libera len alzoo geen middenpartij vormen, maar een der uitersten innemen. Wij wenséhen dit hier uit te sproken, zonder daarom ook maar eenigormate van zins te zijn, ccn wedloop in „gematigdheid'1 tegen dc nieuwe fractie te ondernemen, of togen haar te willen opbieden in waar schijnlijkheid om steeds „het juiste mid den" to bewaren. Dat sommigen van den rechtervleu gel der Unie na de slichting der nieu we fractie de Unie-gelederen zullen verla ten, daar zij zich beter thuis gevoelen in do nabijzijnden linkervleugel der vrije libc ralon, het is even zeker als dat de op richting dor vrijz.-democratische fractio een overgang van sommige elementen van detn linkorVlcugel der Unie naar den rechtervleugel dor vrijz.-democraten heeft ten gevolge gehad. Maar dc behoefte aan een middenpartij, een partij, dio als staatkundig geheel do vrijzinnige balans in ovenwicht houdt, zat wel 'ailtijd blijven bestaan. Do „Zutf, C t." begroet „dan ook do nieuwe fractie, volstrekt "niet met lecnige animositeit"'. Heb blad .waardeert, dat haar optreden getuigt van gezindheid tot samenwerking met andere vrijzinnigen, zooals do Zutfensche dat indertijd gewaar deerd heeft in liet manifest der 75. Ten slotte schrijft liet blad: De „Lib. Unie", „heterogeen"-verschijn sel als zij is, bevat elementen, die liet, wat de kwestie van het „hoe ver" betreft dik wijls, die het zelden en die het nooit met haar zullen eens zijn, zooals dc nieuwe fractie „heterogeen" alsook zij is, cr beVat die het dikwijls die het zelden, en die liet nooit met de „Unie'' zullen eens zijn. Soms zal samenwerking mogelijk, soms zal zij het niet zijn. Herhaalde zich bijv. dc go-, drags lijn door de franc-tireurs harer partij in 1901 gcvolgdt zij zou ons beslist- tegen over zich vinden. De omstandigheden /all ien bepalen, in hoeverre samenwerking mogelijk is en het zal ook er van afhangen welke ondergroep in de Unie zelvo c:i in do nieuwe fractie het overwicht heeft. De samenstelling van een partij-program* ma is intusschon slechts toe t? juichen, omdat daardoor beter aal uit tc maken zijn, wat men aan elkaar lieeft. Hoowel er voor het oogenblik weinig re sultaat van te verwaohtca is, zegt dc „A rnhemscho Cour an t", wordt toch door d© voorstanders de propoganda voor het protectionism© niet verge ten, in de hoop op daarvoor gunstiger tij den natuurlijk. Zoo bevatte „D c T ij d" aan het hoofvan liaar binnenland het volgende rtnkjc: „Tor leering. Wij waren dezer dagen in gesprek met een onzer groot-induslrico- len, een beken 1 rijwiolfabrikant, en infor meerden naar de toestanden in dc indus trie. Wij vernamen ccn merkwaardig stnal- tjo van dc wijze, waarop onzo grootc na buur zijn industrie weet tc beschermen on de onzo weot t© drukken en bieden liet on zen doctrinairen vrij handel aars ter over woging en leering aan. Bedoelde fabrikant voerde sinds eenigen tijd groote hoeveelhe den stuurstangen van rijwielen, in welker fabricaat hij specialiteit is naar Duitsch- land uit. Met eon invoerrecht van 22 Mark por 100 K.G. kan hij gemakkelijk met de Duitschc industrie concurreeren. Tusschen haakjes ccn mooi bewijs, dat onzo indu strie wel ooncurrentio aandurft cn ook aan kan. (Onzerzijds tusschen haakjes: Wio ontkent dit? x.xl. „Arnhemscho C o u r a n t"). Wat doet echter Duitscliland Het gaat geregeld statistisch den invoer na cn neemt, als het den tijd gekomen acht, maatregelen. In c a s u verhoogde het de invoerrechten op genoemd artikel onlangs van 22 Mark tot honderd cn vijftig Mark. zegge 150, per 100 K. G. Natuurlijk was verdere concurrentie nu onmogelijk cn moest do bedoelde fabrikant zijn importatio in Duitscliland staken. Do firma, haar cliënbeein Duitscliland bevittend denkt or nu over aan gen© zijde van do Ooste. ko grens ook een fabriek to. plaatsen. Tegenovor dergelijke maatregelen stent? Nederland, dank zijn liberaal vrijhandels- systeem, machteloos. Het heft, vergissen wij ons niet, op dergelijke producten, waarmedj ons land overstroomd wordt, slechts 5 pCt. van de waarde Zoo wordt- ons land afzetgebied vooï Duitschlands overproductie, onze indu strie ondervindt de concurrentie on llol- landsch© energio verplaatst zich steaks naar den naburigen Staat. Dit is één staaltje, hocvelc zouden cr wel to boeken vallen? Wat Üunkt u, mochten wij hoven dit stukje „tor leering 1" plaatsen of niet?" Het antwoord op dezo laatste waag kan mooilijk anders dan ontkennend luiden, tenzij de bedoeling mocht zijn den oppcr- vlakkigon lezer op ccn dwaalspoor te lei den. Want is er uit dozo ervaring iets an ders to leeren dan wat ook zonder dit voor beeld iedereen weet, n.l. dat door hot hef fen van hoogo iuvocrrechten door het bui tenland de uitvoer der voortbrengselen van onzen nationalen arbeid belemmerd, vaak zelfs uelet wordt? 't Is volkomen waar, dat „tegenover der gelijke maatregelen Nederland machteloos staat," maar niét waar is wat „De T ij d" er bij voegt: „dank zijn liberaal vrij- handelssysteom." Want gesteld al, dat haar hartowensch vervuld werd en het Ncdcr- landsohe tarief van invoerrechten zóó uit gebreid en algemeen verhoogd werd, dat om nu maar bij Duitschland to blijven in Nederland de Duitschc concurrentie zoo goed als onmogelijk werd gemaakt, zou dan de exorbitante vorhooging van het Duitseho invoerrecht op stuurstangen ach terwege zijn gebleven, of, zoo -neen, de uit werking hebben gemist, wclko do Nedelv to spreken over hen, di© vroeger haar we reld hadden uitgemaakt, 'tante Blume en Elizabeth ach en oom Hans, oom Hans, van wien de oude heer een der wirigste bewonderaars was. Ja, in zijn gezelschap gold oom Hans toch voor meer dan een „goede kerel", zooals Eugcn hem met een spottend' lachje noemde. In den laatsten tijd had zij dit meerma len van hem gehoord. Carola was er van overtuigd, dat zij een meen ings ver schil had den over geldzaken, want anders kon zij zich deze uitvallen niet verklaren. Zij werd in dezo meening versterkt, doordien hij haar onlangs gevraagd had, wanneer zij nu eens eindelijk meerderjarig werd. Op zekeren dag, terwijl Ronsberg uit was, werd' Carola verrast door Reuters bezoek.. Hij zei haar dadelijk, dat dit eigenlijk haar echtgenoot gold, daar hét. hem ondanks herhaalde pogingen niet gelukt was hém in-zijn kan toor aan te troffen. Hij scheen opgewonden en zenuwachtig en niettegenstaande zijn pogingen dit voor haar verborgen te hou den, bemerkte do jonge vrouw, dio hem scherp gadesloeg, dat do zaak, waarvoor hij gekomen was, liaar betrof. Met moeite Icon hij zijn verbazing onderdrukken over haar onwetendheid betreffend© de onder neming van haar man, cn alsof hij het niet gelooven kon, vroeg hij meer dan eens, of zij dan werkelijk de prachtige gebouwen, die onder Ronsbcrgs leiding waren opge trokken, nog niet gezien had. „Dan behoef ik jo zeker ook niet te vra gen, of het waar is, dat hij do twee bijna voltooide paleizen verkocht heeft? Ik hoor de het als waar verzekeren." Zij keek hem onderzoekend aan. Dat was do oorzaak van zijn onrust, die hem hier heen gedreven had, en die hij gedacht had voor haar te kunnen verzwijgen. „Het is ook bijna onmogelijk," ging hij half in zichzelf voort. „Do liypothcekrego- ling is nog niet afgeloopon, en ik heb toch ook nog een woordje mee te spreken." Toen Eugen tegen etenstijd thuis kwam, vertelde Carola hem van het bozoek, 'en toen zij ook het gerucht van den verkoop aanroerde, mompelde hij stil voor zich heen: „Ik wilde, dat hot al zoo ver wa3," zonder naar verder© mededcelingen to luis teren. Van dien dag af werd' zijn humeur met den dag slechter. Tegen zijn vrouw sprak hij bijna geen woord en tegenover do dienst boden was hij opvliegend cn met niets te vreden. Carola leed onder dezo slecht© stemming als onder een drukkenden last, cn als Thea, piot wio zij reods lang vriendschap had gesléteh, haar niet door menig vervelend uur had heengeliolpcn, of de kapelmeester haar niet met zijn grappige verhalen uit haar kinderjaren had opgefrischt, dan zou zij zeker er nog meer onder geleden hebben dat zij in dezen kommervollen tijd geen kameraad voor haar innig geliefden man kon zijn. IX. Op ccn drakkend-hccten namiddag in Ju li, tegen hot vallen van den avond, stond Carola voor het venster uit to zien naar Thea, die na de les haar zou komen afha len voor een wandeling. De hoop, dat het tegen den avond wat frisseher zou worden, was tot nu toe niet vervuld. Donker© wol ken pakten zich aan den hemel samennu en dan rommelde het in de vert© cn toen de lang verwachte éindelijk kwam cn zij nog beraadslaagden, of zij al dan niet zou den uitgaan, gaf het losbarstendo onweer een antwoord op deze vraag. Dc electrischo spanning in de atmosfeer had echter sterk op Carola's zenuwen go- werkt. Zij meende to gevoelen, dat cr ccn naderend onheil dreigde, zoodat Thea, om haar schadeloos to stellen voor de wande ling, voorsteldo samen een uurtje muziek te maken. Het licht in het salon werd opgestoken en zij waren nog bezig met liet uitzoeken der muziek, toen ccn haastige stap in do woonkamer Carola deed opzien. Ronsberg bracht zoo zelden een avond thuis door, dat zij daarop in het minst niet rokende, cn blijde verrast hem aankeek, toen dc deur openging cn Ronsberg binnen kwam. Minstens even verbaasd keek hij om zich» heen. Dezo helder verlichte, gezellige ka mer was in de scherpste 'tegenstelling mot den donkeren hemel, den stroomenden re gen en de smerige straten daarbuiten. En dio jonge darao, die imponecrc-nde, slonko gestalte, wie was dat? Hij nam snel den hoed af, dien hij het niet noodig vond in zijn eigen buis in do gang op te han^n, en maakte- ec-ri buiging als voor een vorstin, waarbij hij het ala een soort ontgoocheling geveelde, toon Ca rola vroolijk uitriep: „O, Eugen, wat doet Let mij een piei- zier, dat ik jo eindelijk eens in kennis km brengen met mijrT vriendin Thea I" (Woixll vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5