tïo. imi.
LEIDSCH DAGBLAD', ZATERDAG 30 JUNI. - TWEEDE BLAD.
Anno 1906„
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
De gesleten deur.
In een asterisk .Waarom redres?" zegt
„De Standaard":
Ook in de pers van rechts acht men onze
bede om redres niet ontvankelijk. „D e
N ederlan der' vindt onze bede min
duidelijk„De T ij d" geeft aan practisob
handelen boven theoretiseeren voorkeur.
Daarom nog een kort .woord ter toelich
ting.
Ten onzent is niet gelijk veelal elders,
enkel uit den strijd der steden, maar ster
ker nog uit den strijd tegen liet water, bur
gerbemoeiing met 's lands zaken Qif, zelf-
rcgecring opgekomen. revolu^- van
het laatst der 18de eeuw nêkto cue zelf-
regeering in ons waterwezen. Smcfi^nief zé
het hoofd ten decle weer op, maar gedurig
bedreigd door óentralisafciezuchfc. Ook do
wetgeving op onzen waterstaat dreef in
die richting van centralisatie; maar de
provincia-lo schakel behield, dank zij de
kracht der traditie, toch haar werking.
Dit nu moet nopen, om dio schakel te
sterken, en vervanging van provinciale
handeling door Rijksbemoeiing tegen te
gaan. Hier dreigt thans het omgekeerde te
geschieden, omdat er aan het geval een
dubieuze kant is.
•Dringt-, ^dwingt hier nu de nood van het
oogenblik,?
Stellig niet. Anders toch zou minister
Vcegcns niet verklaard hebben, zich des
noods bij verwerping te zullen nederleg-
gen.
De zaak laat alzoo verwerping toeen
dan komt bet been vanzelf in het lid.
Iets, wat to meer gewenscht is, nu dezo
wet niet is ingediend door den in Ame
rika. vertoevenden minister van water
staat, dien mr. Yeegens slechts tijdelijk
vervangt.
Bij interimair bewind nu is liet in dub
bele mato bedenkelijk, een maatregel uit
te lokken, die zoo licht in de toekomst een
gevaarlijk antecedent kan stellen.
Juist tegen den lust om den geldelijken
last naar hooger op te schuiven, ia de
strijd ten dezo voor zelfregeering gestre
den.
Hoe nu zal men later aan andere pro
vinciën weigeren kunnen, wat hier, Zee
land ten behoeve, wordt toegestaan
Bij dit stukje uit „De Stan d a a r d"
teekent ,,D e Nederlander het vol
gende aan:
Het wil ons toeschijnen, dat het thans
door „Do Standaard" geopperd be
zwaar geenszins overeenkomt met het eerst
aang .voerde, alsof hier ware aantasting
van ons historisch-Nederlandsch Staats
recht,'"om er een- Frar.sch centralistisch
expediënt vo in de plaats te schuiven",
en dat he"; blad zich eenvoudig plaatst op
heb ook door minister Lely ingenomen,
in de Tweede Kamer ampel en bivcd be
sproken standpunt; zoodat van een ,,in do
fuik loopen" door de Kamerleden ook geen
sprako kan zijn. Z j zijn in elk geval ge
waarschuwd
Van een ,,lust om den geldelijken last
naar hooger op te schuiven" is o.i. in deze
minder sprake dan van do vraag of de
provincie verplicht is waterstaatswerken te
doen uitvoeren, waarbij niemand genoeg
zaam 'oclang heeft, behalve het Rijk, het
welk voor zijn spoordam heeft te zorgen,
on of in d&t go- ,1 het Rijk tot uitvoering
van dat waterstaatswerk, desnoods op
kosten der provincie mag dwingen.
Aangetoond is in de Tweede Kamér, dat
men hier met een exceptioneel en twijfel
achtig geval to doen lveeft, weshalve van
antecedent" nooit sprake kan zijn.
En wat betreft de noodzakelijkheid van
d a d e 1 ij k herstel, daarover kunnen al
leen deskundigen oordeelén; de verklaring
van minister Vecgens, „dat hij zich bij
verwerping zal neerleggen", be teekent,
vooral in verband met al het overige door
hem aangevoerde, niets. Trouwens, wat
kan deze Minister anders doen
„De Tijd" uit rich aldus:
Het eerste gedeelte d~r opmerkingen van
„D o Standaard" komt ons voor do
21)
En zij hield woord; in het eerst alleen,
omdat zij door medelijden gedreven weid
de jonge, verlaten vrouw wat afleiding te
bezorgen, maar spoedig ook, omdat zij Ca-
rola meer en meer lief kreeg en hetzelfde
gevoel haar uit Carol a's oogen t-egen-
tcraaldo.
Nu kon zij, wanneer haar man ha een
urenlange afwezigheid thuiskwam, hem weer
het een en ander vertellen, want nu had zij
weer vele interc ^.ante nieuwtjes gehoord,
waarin liij ook belang stelde, en zij werd
niet moede Thea's schoonheid, verstand en
lieftalligheid te prijzen. Maar ofschoon zij
hem verzekerde, dat het een groot genot
.was haar nieuwe vriendin t© hooren zingen
en spelen, kon zij hem er niet toe brengen,
een avond thuis te blijven om eens met
'haar kennis te maken.
Het feit, dat grootmoeder en kleindoch
ter in hetzelfde huis op de tweede verdie
ping woonden, deèd hem naar ccn kennis
making in het minst niet verlangen. De
kloof tusschen den heer Eugen von Rons-
berg eh een onbemiddelde ambtenaarswedu-
wo waak t- groot, dan dat hij haar als zijn
gclijko kon beschouwen.
Hij maakte slechts grapjes over Carola's
enthusiasm© voor de interessante hofda
me," alhoewel hij er niets op tegen had, dat
zijn vrouw door haar aangenaam werd bezig
gehouden en opgewekter werd, zonder t-e
aandacht ,te verdienen indien weder eens
'n principieele wijziging onzer waterschaps
wetten aan do orde komt. De tegenwoor
dige waterstaatswét is van 10 Nov. 1900,
t-.rwijl in de wet van 9 Mei 1902 ,,tot toe
kenning van eenige bevoegdheden aan de
besturen van waterschappen, enz." een
wet, onder het Ministerie-Kuyper tot
stand gexomen in de principieele bepa
ling Van eerstgenoemde, meer aJgemeene
wet geen verandering werd gebracht. Dat
het in het algemeen genomen wenschelijk
zou wezen, den waterschappen een grootere
mate van zelfregeering toe te kennen, is
daarbij een zaak, welke voor ons geenszins
vaststaat. Bij den strijd tegen het water,
evenals bij dien tegen een buitenlandschen
vijand, behoort de centrale leiding in één
hand te zijn en kan zelf regeering" van
afzonderlijke deelen van het leger, hetwelk
den strijd te voeren heeft, hoogst gevaar
lijk wezen, 't Is thans echter volstrekt niet
het oogenblik, om over dit punt te twisten.
Wel zou het van practisch en oogenblikke-
lijk belang wezen, indien de consequentie
bij het verstrekken van het aangevraagdo
subsidie zou medebrengen het verleencn
van soortgelijko subsidiën bij andere water-
rampen. Zonder in dezen een definitief
oordeel te willen uitspreken, meenon wij
echter er op te mogen wijzen, dat het bij
het weder droog-lcggen van den B a t h-
polder betreft in hoofdzaak domein
grond cn in de tweede plaats, dat het voor
naamste argument van den Minister bij de
verdediging zijner aanvrage is geweest, het
gevaar, hetwelk zou ontstaan voor onze in
ternationale apoorw-v jverbindiHig, fndtem;
de gaten in de dijken van den Bath-polder
niet vóór den winter worden gedicht. Of
het mogelijk zou wezen den spoorwegdijk
RoosendaalVlissingen! in die maJtiei te
versterken, dat hij ook als zeewering zou
kunnen dienst doen, is een punt, waarom
trent de geleerden het nog niet eens schij
nen en waarmede in elk geval eveneens ton
nen gouds gemoeid zouden zijn.
Zeker is h?t, dat bij deze zaak meer be
langen gemoeid zijn dan die van den polder
alleen en dat daarom door hot aannemen
van het aanhangige wetsontwerp nog
geenszins een anecxlent zal gesteld wor
den, waarop men zich bij alle andere over
stroomingen zal kunnen beroepen.
Wat eindelijk de verklaring van minister
Veegens aangaat, dat hij zich desnoods bij
een verwerping zou nederleggen (een ver
klaring, die ons, in parenthesi opgemerkt,
moeilijk verecnigbaar voorkomt met andere
krasso uitlatingen van dienzelfden bewinds
man) houde men in betoog, dat een minis
ter ad interim aan het woord was.
Zeer juist schijnt ons, wat „Do Vrij
zinnig Democraat" hieromtrent
opmerkt.
[Deze opmerkingen brachten wij den le
zers reeds in het vorig Overzicht onder het
oog].
,,Het Ccntru m" wil in do organi-
s at- i e der v.r ij e liberalen een daad
zien, waarvan dc spits tegen do „Bib.
Unie" is gericht en waarmede het kabinet
en zijn formateur weinig ingenomen zullen
zijn. Het blad schrijft:
Gebroken werd mét do politiek van con
centratie zonder meer^ en de schijn getrot
seerd, alsof men een daad van aggressio
beging. En dc heer Tydeman gaf het on
omwonden te verstaan. Do vrije liberalen
wallen wel overleg mot andere groepen,
maar staande op hun eigen erf, wonende
onder hun eigen dak. Een „sa
menwerking van allo vrijzinnigen," als het
vorige jaar werd uitgevonden en die fei
telijk neerkomt Op een 'allegalavty' co - p o 1 u
tiek bevredigt hun niet. Zij gaan hun eigen
weg.
Voor de zuiverheid van onze staatkundi
ge verhoudingen is dit besluit toe te
juichen. Wij kunnen dit zonder eenige
nevenbedoeling getuigen, omdat het meer
dan naïef zou zijn, onzerzijds stembus-
verwachtingen op deze definitieve afschei
ding der vrije liberalen te bouwen. Hoeveel
organisaties er ook aan de overzijde mo
gen ontstaan, bij de verkiezingen zal men
daar steeds do oude, anti-clericale concen
tratie in practijk brengen en zullen bijv.
verlangen, da,t' ij haar gezelschap bleef
houden.
Eindelijk was weer de lente ïn het land
gekomen en werd bet werk op het bouw
terrein hervat, met een haast, waardoor het
geheelo terrein wel een mierenhoop geleek.
Ronsberg was nu den geheelen dag van huis.
Hij kon zich onmogelijk onttrekken aan dc
eischen, die zijn onderneming hem stelde,
cn als onvermijdelijk gevolg gevoelde hij
zich des avonds verplicht ontspanning te
^oeken voor do vermoeienissen van den dag.
Door den aankoop van een paar rijpaar
den was de eavalerie-officier weer in hom
Ontwaakt en niet alleen werd een deel van
zijn tijd in beslag genomen door zijn uren
lange ritten, maar ook door de bezoeken
aan zijn eigen stal cn aaü dien van anderen.
Carola was weer heel wat aangesterkt en
veel levenslustiger, en hoewel haar zwak
gestel nog steeds ontzien moest worden,
had zij toch best aan enkele vermaken van
haar echtgenoot deel kunnen nomeïi. Zijn
werk en zijn paardrijden waren 'echter een
voorwendsel om haar daarvan terug to hou
den. En Carola nam zijn verontschuldigin
gen aan en trachtte in zijn liefde to blijven
geloovch, want zij gevoelde zich niet in
staat om te erkennen, dat hij haar best
kon missen.
Bij haar wandelingen, dio zij op bevel van
haar dokter iederen dag deed, bracht zij
meermalen een bezoek aan haar vriend,
den kapelmeester Fabel. Vroeger, toen
haar huis iederen dag gevuld was met gas
ten, had zij voor den vriend uit haar jeugd
slechts.eenige minuten over gehad. Nu zij
door haar zwakke gezondheid aan het uit
gaande leven geen deel kon nemen, zocht
zij hem gaarne nu en dan op, om met hem
de oud-liberalen van Enschede© onverdro
ten op den socialist stommen. Maar de
groep-Tydeman zal nu ten minste kleur
bekennen, een banier ontrollen en onom
wonden zeggen, wat het volk aan haar
heeft, ook op het stuk van beginselen.
Dat is beter, dat is zuiverder dan een con-
centratie-program> in dagen van verkiezings-
agitatie opgemaakt-, met een blanco-artikel,
als lokvogel enfundament.
De Unie-liberalen en vrijzinnig-demo-
oraton kunnen op dit stuk van '6 hccven
Tydeknans geestverwanten .wel iets leeren.
„L an d on Volk" meent, dat onder
d© vrije liberalen op belangrijke punten
mceningsverschil bestaat, cn zegt:
De Bondt die blijkbaar de rechterzijde
van de eertijds vcreenigde liberale partij
wen sell t te wezen, zal op zijn beurt aan
eigen boezem een réchter.- ten een linker
fractie moeten koesteren, tenzij, naar wij
vertrouwen, do meer links staanden zich
rondweg gaan voegen bij de vooruitstreven
de groepen.
Het is dit vertrouwen, dat mede aanlei
ding geeft om de stichting van der vrije-
liberalen bond als een voor de politieko
verhoudingen gunstig verschijnsel te be
schouwen. Ook en vooral omdat een bekoor
lijke organisatie waarborg biedt togen het
afdwalen van vrij-libcralc stemmen naar
den clericalen kant.
Do ,,K amper Courant'' vindt don
naam „vrije liboralon" niet gelukkig geko
zen en na daarover een cn ander gozegd te
hebben, gaat het blad voort:
"VVij kunnen ons denken, dat cr liberalen
zijp, die met do overeenkomst, verleden
jaar tusschen de Unie-liberalen en do vrij
zinnig-democraten gesloten, niet meegaan.
Maar is het daarom volstrekt nocdig, dat
zij een af zonder lij ko orgajiisatie vormen?
Die afzonderlijke organisatie kan niets
anders beteekenen dan blijvende afscheiding
En wie zal zeggen, dat afscheiding, scheu
ring in hot belang der liberale beginselen
is?
Wat ons betreft, wij zien dio scheuring
met leedwezen, omdat zij naar onze overtui-
gingmiet bevorderlijk kan zijn aan de kracht
der liberal© beginselen in do toekomst.
Zooals wij afgekeurd hebben de breuk,
door de vrijzinnig-de moor aton gemaakt, zoo
keuren wij ook dezo breuk af.
Do heer Tydeman, die de vergadering to
Utrecht presideerde, heeft tot hen, die con
centratie van allo vrijzinnige krachten w©n-
schen, dc vraag gericht, of dan niet ieder
het reeliü heeft een eigen huis tc bouwen.
Maar dit is een vraag, die hier niet to pas
komt. Een eigen huis bouwen en ccn eigen
partij oprichten zijn twee verschillende
dingen.
Onze voorgangers, de liberalen, die groó-
le dingen gedaan hebben, dachten niet aan
hot-bonwen van eigen huizen in den geest
van den heer Tydoman. Zij zouden dio groo-
te dingen niet tot stand gebracht hebben,
wanneer zij onder elkander scheuring ge
maakt hadden, in plaats van naajr aaneen
sluiting te streven.
Dit stre»-cn naar samenwerking, naar aan
eensluiting is de liberaal traditie, waaTaan
moet. worden vastgehouden. Wio met dezo
traditie breekt, 6telt de beginselen ïn gevaar
Of geldt het woord niet langer, dat ccn
huis, hetwelk in zichzelf verdeeld is, zal
vergaan
Do Z u t p h e n s c li o Courant"
noemt dc vorming van den Bond van Vrije
Liberalen een gebeurtenis in onze Staat
kundige Geschiedenis, dio niet onopgemerkt
kan voorbijgaan.
Na enkele woorden gewijd te "hebben aan
den naam van den nieuwen Bondt vooral
wat het woordje Vrije" betreft, cn eenige
gissingen gemaakt to hebben over het nog
niet bekende beginselprogramma, wordt
besproken hetgeen mr. Tydeman in do
vergadering van j.l. Zaterdag zeide omtrent
dc plaats, die dc Bond zal innemen onder
de verschillende staatkundige groepen.
Hieromtrent schrijft de „Zutplic n-
s c h e Courant":
Merkwaardig is het, dat dc heer Ty de
nman zijn groep voorstelde als ccn midden
partij, staande tusschen twee uitersten.
Het is daarmee tnaar net, zooals uien
het wil voorstellen.
Een middenpartij vormen dc Oud- of
Vrije Liberalen zeer zeker, wanneer men
hun plaats bepaalt in de gehecle linio der
staatkundige partijen, van Troelstra tot
Lohman. De plaats der middenpartij, zóó
verstaan, nam do (toen nog niet georga
niseerde) Oud-Liberale partij in, toen zij,
of althans sommigen harer, uit verzot
tegen de sociale politiek van het Kobmct-
Borgesius, in 1901 medewerkte om do ker
kelijke partijen aan het roer t© b ion gen.
En dat behoort niet tot de schoonste blad
zijden, uit haar geschiedenis.
Maar verbissen wij ons niet, dan was
de bedoeling van den spreker veel meer,
dat zijn fractie een middengroep vormt in
de partijen van links. En dat bctwis
ton wij.
Trouwens, do redenaar moet zelf ge
voeld hobbon, dat dit het zwakke punt zij
ner redeneering was, want nadat hij had
herinnerd, dat er altijd een droit© on
eon g-auche behoort te zijn, liet hij er
op volgen: „Want al wil men aanvoeren,
dat er feitelijk drie groepen zijn, het valt
niet te ontkennen, dat de middelste dior
groepen (do „Liberale Unie") zeer hetero
gene elementen bevat; zelfs ccn zeer be-
leidvollo tactiek vermag dat niet verbor
gen to houden.
Die plaats van middenpartij, staande
tusschen dc boido uitersten in on trachtend
de balans to houden tusschon die twee,
komt, naai' ons gevoelent toe aan do „Li
berale Unie". Dat zij bestaat uit wat men
noemt „heterogene bestanddeolen" is iets,
wat geonszins roden geeft om te ontken
nen, dat zij indclinkerzijcle (en
daar komt het op aan) die plaats inder
daad inneemt. Per slot van rekening be
staat iedere partij uit „heterogene bestand
deolen", en heeft (zooals clo redenaar
trouwens zelf duidelijk liet uitkomen) haar
linker- en rechtervleugel. Do „Liberale
Unie" ontkomt daaraan evenmin als de
vrijzinnig-democratische on de vrije libera
le fractie. Ook in hun midden denken niet
allen eender, ook zij bestaan als men
dat zoo wil noemen uit „heterogene
bcstanddeelen"ook zij hebben haar gau-
cho on haar droite. Maar dit neemt
niet weg, dat do plaats in het midden van
de drie vrijzinnige fracties niet wordt in
genomen door do vrije liberalen, m^uir door
do „Liberale Unie" en dat de vrije libera
len alzoo geen middenpartij vormen, maar
een der uitersten innemen.
Wij wenséhen dit hier uit te sproken,
zonder daarom ook maar eenigormate van
zins te zijn, ccn wedloop in „gematigdheid'1
tegen dc nieuwe fractie te ondernemen, of
togen haar te willen opbieden in waar
schijnlijkheid om steeds „het juiste mid
den" to bewaren.
Dat sommigen van den rechtervleu
gel der Unie na de slichting der nieu
we fractie de Unie-gelederen zullen verla
ten, daar zij zich beter thuis gevoelen in
do nabijzijnden linkervleugel der vrije libc
ralon, het is even zeker als dat de op
richting dor vrijz.-democratische fractio
een overgang van sommige elementen van
detn linkorVlcugel der Unie naar
den rechtervleugel dor vrijz.-democraten
heeft ten gevolge gehad.
Maar dc behoefte aan een middenpartij,
een partij, dio als staatkundig geheel do
vrijzinnige balans in ovenwicht houdt, zat
wel 'ailtijd blijven bestaan.
Do „Zutf, C t." begroet „dan ook do
nieuwe fractie, volstrekt "niet met lecnige
animositeit"'. Heb blad .waardeert, dat
haar optreden getuigt van gezindheid tot
samenwerking met andere vrijzinnigen,
zooals do Zutfensche dat indertijd gewaar
deerd heeft in liet manifest der 75.
Ten slotte schrijft liet blad:
De „Lib. Unie", „heterogeen"-verschijn
sel als zij is, bevat elementen, die liet, wat
de kwestie van het „hoe ver" betreft dik
wijls, die het zelden en die het nooit met
haar zullen eens zijn, zooals dc nieuwe
fractie „heterogeen" alsook zij is, cr beVat
die het dikwijls die het zelden, en die liet
nooit met de „Unie'' zullen eens zijn. Soms
zal samenwerking mogelijk, soms zal zij
het niet zijn. Herhaalde zich bijv. dc go-,
drags lijn door de franc-tireurs harer partij
in 1901 gcvolgdt zij zou ons beslist- tegen
over zich vinden. De omstandigheden /all
ien bepalen, in hoeverre samenwerking
mogelijk is en het zal ook er van afhangen
welke ondergroep in de Unie zelvo c:i in do
nieuwe fractie het overwicht heeft.
De samenstelling van een partij-program*
ma is intusschon slechts toe t? juichen,
omdat daardoor beter aal uit tc maken
zijn, wat men aan elkaar lieeft.
Hoowel er voor het oogenblik weinig re
sultaat van te verwaohtca is, zegt dc
„A rnhemscho Cour an t", wordt
toch door d© voorstanders de propoganda
voor het protectionism© niet verge
ten, in de hoop op daarvoor gunstiger tij
den natuurlijk. Zoo bevatte „D c T ij d"
aan het hoofvan liaar binnenland het
volgende rtnkjc:
„Tor leering. Wij waren dezer dagen
in gesprek met een onzer groot-induslrico-
len, een beken 1 rijwiolfabrikant, en infor
meerden naar de toestanden in dc indus
trie. Wij vernamen ccn merkwaardig stnal-
tjo van dc wijze, waarop onzo grootc na
buur zijn industrie weet tc beschermen on
de onzo weot t© drukken en bieden liet on
zen doctrinairen vrij handel aars ter over
woging en leering aan. Bedoelde fabrikant
voerde sinds eenigen tijd groote hoeveelhe
den stuurstangen van rijwielen, in welker
fabricaat hij specialiteit is naar Duitsch-
land uit. Met eon invoerrecht van 22 Mark
por 100 K.G. kan hij gemakkelijk met de
Duitschc industrie concurreeren. Tusschen
haakjes ccn mooi bewijs, dat onzo indu
strie wel ooncurrentio aandurft cn ook
aan kan. (Onzerzijds tusschen haakjes: Wio
ontkent dit? x.xl. „Arnhemscho
C o u r a n t").
Wat doet echter Duitscliland Het gaat
geregeld statistisch den invoer na cn
neemt, als het den tijd gekomen acht,
maatregelen. In c a s u verhoogde het de
invoerrechten op genoemd artikel onlangs
van 22 Mark tot honderd cn vijftig Mark.
zegge 150, per 100 K. G. Natuurlijk was
verdere concurrentie nu onmogelijk cn
moest do bedoelde fabrikant zijn importatio
in Duitscliland staken.
Do firma, haar cliënbeein Duitscliland
bevittend denkt or nu over aan gen© zijde
van do Ooste. ko grens ook een fabriek to.
plaatsen.
Tegenovor dergelijke maatregelen stent?
Nederland, dank zijn liberaal vrijhandels-
systeem, machteloos. Het heft, vergissen
wij ons niet, op dergelijke producten,
waarmedj ons land overstroomd wordt,
slechts 5 pCt. van de waarde
Zoo wordt- ons land afzetgebied vooï
Duitschlands overproductie, onze indu
strie ondervindt de concurrentie on llol-
landsch© energio verplaatst zich steaks
naar den naburigen Staat.
Dit is één staaltje, hocvelc zouden cr
wel to boeken vallen?
Wat Üunkt u, mochten wij hoven dit
stukje „tor leering 1" plaatsen of niet?"
Het antwoord op dezo laatste waag kan
mooilijk anders dan ontkennend luiden,
tenzij de bedoeling mocht zijn den oppcr-
vlakkigon lezer op ccn dwaalspoor te lei
den. Want is er uit dozo ervaring iets an
ders to leeren dan wat ook zonder dit voor
beeld iedereen weet, n.l. dat door hot hef
fen van hoogo iuvocrrechten door het bui
tenland de uitvoer der voortbrengselen van
onzen nationalen arbeid belemmerd, vaak
zelfs uelet wordt?
't Is volkomen waar, dat „tegenover der
gelijke maatregelen Nederland machteloos
staat," maar niét waar is wat „De
T ij d" er bij voegt: „dank zijn liberaal vrij-
handelssysteom." Want gesteld al, dat haar
hartowensch vervuld werd en het Ncdcr-
landsohe tarief van invoerrechten zóó uit
gebreid en algemeen verhoogd werd, dat
om nu maar bij Duitschland to blijven
in Nederland de Duitschc concurrentie zoo
goed als onmogelijk werd gemaakt, zou
dan de exorbitante vorhooging van het
Duitseho invoerrecht op stuurstangen ach
terwege zijn gebleven, of, zoo -neen, de uit
werking hebben gemist, wclko do Nedelv
to spreken over hen, di© vroeger haar we
reld hadden uitgemaakt, 'tante Blume en
Elizabeth ach en oom Hans, oom Hans,
van wien de oude heer een der wirigste
bewonderaars was. Ja, in zijn gezelschap
gold oom Hans toch voor meer dan een
„goede kerel", zooals Eugcn hem met een
spottend' lachje noemde.
In den laatsten tijd had zij dit meerma
len van hem gehoord. Carola was er van
overtuigd, dat zij een meen ings ver schil had
den over geldzaken, want anders kon zij
zich deze uitvallen niet verklaren. Zij werd
in dezo meening versterkt, doordien hij haar
onlangs gevraagd had, wanneer zij nu eens
eindelijk meerderjarig werd. Op zekeren
dag, terwijl Ronsberg uit was, werd' Carola
verrast door Reuters bezoek.. Hij zei haar
dadelijk, dat dit eigenlijk haar echtgenoot
gold, daar hét. hem ondanks herhaalde
pogingen niet gelukt was hém in-zijn kan
toor aan te troffen. Hij scheen opgewonden
en zenuwachtig en niettegenstaande zijn
pogingen dit voor haar verborgen te hou
den, bemerkte do jonge vrouw, dio hem
scherp gadesloeg, dat do zaak, waarvoor
hij gekomen was, liaar betrof. Met moeite
Icon hij zijn verbazing onderdrukken over
haar onwetendheid betreffend© de onder
neming van haar man, cn alsof hij het niet
gelooven kon, vroeg hij meer dan eens, of
zij dan werkelijk de prachtige gebouwen,
die onder Ronsbcrgs leiding waren opge
trokken, nog niet gezien had.
„Dan behoef ik jo zeker ook niet te vra
gen, of het waar is, dat hij do twee bijna
voltooide paleizen verkocht heeft? Ik hoor
de het als waar verzekeren."
Zij keek hem onderzoekend aan. Dat was
do oorzaak van zijn onrust, die hem hier
heen gedreven had, en die hij gedacht had
voor haar te kunnen verzwijgen.
„Het is ook bijna onmogelijk," ging hij
half in zichzelf voort. „Do liypothcekrego-
ling is nog niet afgeloopon, en ik heb toch
ook nog een woordje mee te spreken."
Toen Eugen tegen etenstijd thuis kwam,
vertelde Carola hem van het bozoek, 'en
toen zij ook het gerucht van den verkoop
aanroerde, mompelde hij stil voor zich
heen: „Ik wilde, dat hot al zoo ver wa3,"
zonder naar verder© mededcelingen to luis
teren.
Van dien dag af werd' zijn humeur met
den dag slechter. Tegen zijn vrouw sprak
hij bijna geen woord en tegenover do dienst
boden was hij opvliegend cn met niets te
vreden.
Carola leed onder dezo slecht© stemming
als onder een drukkenden last, cn als Thea,
piot wio zij reods lang vriendschap had
gesléteh, haar niet door menig vervelend
uur had heengeliolpcn, of de kapelmeester
haar niet met zijn grappige verhalen uit
haar kinderjaren had opgefrischt, dan zou
zij zeker er nog meer onder geleden hebben
dat zij in dezen kommervollen tijd geen
kameraad voor haar innig geliefden man
kon zijn.
IX.
Op ccn drakkend-hccten namiddag in Ju
li, tegen hot vallen van den avond, stond
Carola voor het venster uit to zien naar
Thea, die na de les haar zou komen afha
len voor een wandeling. De hoop, dat het
tegen den avond wat frisseher zou worden,
was tot nu toe niet vervuld. Donker© wol
ken pakten zich aan den hemel samennu
en dan rommelde het in de vert© cn toen
de lang verwachte éindelijk kwam cn zij
nog beraadslaagden, of zij al dan niet zou
den uitgaan, gaf het losbarstendo onweer
een antwoord op deze vraag.
Dc electrischo spanning in de atmosfeer
had echter sterk op Carola's zenuwen go-
werkt. Zij meende to gevoelen, dat cr ccn
naderend onheil dreigde, zoodat Thea, om
haar schadeloos to stellen voor de wande
ling, voorsteldo samen een uurtje muziek
te maken.
Het licht in het salon werd opgestoken
en zij waren nog bezig met liet uitzoeken
der muziek, toen ccn haastige stap in do
woonkamer Carola deed opzien. Ronsberg
bracht zoo zelden een avond thuis door,
dat zij daarop in het minst niet rokende,
cn blijde verrast hem aankeek, toen dc deur
openging cn Ronsberg binnen kwam.
Minstens even verbaasd keek hij om zich»
heen. Dezo helder verlichte, gezellige ka
mer was in de scherpste 'tegenstelling mot
den donkeren hemel, den stroomenden re
gen en de smerige straten daarbuiten. En
dio jonge darao, die imponecrc-nde, slonko
gestalte, wie was dat?
Hij nam snel den hoed af, dien hij het
niet noodig vond in zijn eigen buis in do
gang op te han^n, en maakte- ec-ri buiging
als voor een vorstin, waarbij hij het ala
een soort ontgoocheling geveelde, toon Ca
rola vroolijk uitriep:
„O, Eugen, wat doet Let mij een piei-
zier, dat ik jo eindelijk eens in kennis km
brengen met mijrT vriendin Thea I"
(Woixll vervolgd).