BLANCKAERTS Go.,
Voorhanden Zilveren Aardbeien-Lepels.
AANBESTEDINB.
BEKWAAM VORMER
F. J. BLEUS, w/h. firma Oerner I Co., Leiden.
Xndië en Amerika.
Kaas-Export-Handel.
Voor alle
Gelegenheden.
Effecten, Wissels, Hypotheken, Assurantiën.
LEEDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 28 JUNI. - TWEEDE BLAD.
Rubriek voor de Jeugd.
Lessen buiten de school.
DE BAJLLING.
Vervolg Advertentiën,
Hotel „KONINGIN EMMA",
LeSeBscEt© QBashandel.
Voor Passagiers en Goederen, Agentschap voor de Rotter-
damsche Lloyd en Holland-Amerika-lijn:
J. WM& NOUHU'YS.
J. WERmiSWEM,
SfUijudiaradeS,, Breestraat 34.
WITTE BERGERAC
De Graciense, Prijs per kwartaal UF/&
v. R8SSUH DO CHATTEL, Juwelier,
So. I42I5.
Anno 1906,
Onze lieve lezers zien natuurlijk vol blij
de verwachting de naderendo vacantieda-
gen te gemoet. Ik wensch hun veel genoe
gen toe en ook... dat zij heel wat wijzer zul
len wedcrkceren van hun verschillende uit
stapjes; want niet uit dc boeken alleen
valt iets to leeren. Wie zich bekwamen wil
in de groote Levenskunst, kan dat beter
nog doen gedurende zijn vrije dagen, dan
wanneer zijn geest bij schoollessen wordt
bepaald
„Leeren, altijd leerenroept gij onte
vreden uit.
OI laat ons maar spoedig vrede sluiten.
Ik verzeker u, dat dergelijke levenslessen
verre van vervelend zijn en zal u, om u
dat te bewijzen, eens vertellen, wat mijzelf
onlangs wederom geleerd werd.
Ik zag mij verplicht plotseling op reis
te gaan voor acht dagen cn ofschoon deze
gedwongen vacantio mij, te midden van
al mijn lvezïgheden, zeer ongelegen kwam,
besloot ik zooveel mogelijk van die week
van rust te genieten. In blijde stemming
was ik een waggon ingestapt en zoo iemand
ooit ,,in racnschcn een welbehagen'' had
gevoeld, dan was ik het op dat oogcnblik.
Maar o weedaar brak een rem van onzen
trein cn kon dezo niet meer voort. Wij
stonden stil aan een klein station en de
chef liep heel opgewonden op cn neer, roe
pende, dat er (het was den tweeden Pink
sterdag) een tweede trein in aantocht was.
Ik moest een herstellende zieke naar het
buitenland brengen, dus was ik in zekeren
zin voor haar veiligheid aansprakelijk en
achtte het daarom wijze den chef to vra
gen of .wij niet uitstappen zouden. Ter
wijl ik mij uit het portierraampje boog,
haakte een gespje van mijn parapluie-ko-
kor in het galon eener damesjapon cn, of
schoon de aangerichte schade niet zonder
vergrootglas viel te bespeuren, had ik op
eens een onverzoenlijke vijandin gemaakt.
Ik zal u dc woorden besparen, die mij
werden toegevoegd, maar ik leerde er uit,
dat het goed is zich niet boos te maken
over nietigheden, geheel cn al zonder kwa
den wil gepleegd.
Wij bereikten de Duitsclie badplaats,
waar mijn reisgenoote heen moest om op
krachten te komen Ons pension aldaar
was uitstekend cn wij zaten den eersten
middag smakelijk te eten van het goede
voedsel, dat ons werd voorgezet, toen een
der gasten een haar van haar bord haalde
en het aan de hccle tafel vertoonde. On
middellijk waren or vijf k zes dischgenoo-
ten, die hun vork nederlegden en verklaar
den niets meer te kunnen gebruiken. Keu
ander zcide, dat dit het bewijs was, dat
men onzindelijk was daar aan huis. De
"goede stemming was opeens verstoord,
door iets, dat overal kan gebeuren en de
arme huisvrouw kreeg meer klachten dan
zij verdragen kon.
Wie was de schuldige? Het jonge meisje,
dat niet stil haar ontdekking verzwegen
had. Men moet leeren onaangename en
toch onschadelijke dingen voor zich te hou
den.
Den volgenden dag kwam er een andere
jongedame aan. Zij was naar buiten ge
zonden door de geneesheeren, en die plaats
werd als bijzonder geschikt voor haar ge
acht; maar ongelukkigerwijze had zijzelve
haar zinnen gezet op een ander plekje aan
den Rijn. Haar moeder, die haar bracht,
had een heerlijke kamer voor haar laten
inrichten, zij kon tuiten zitten in een
prieeltje vlak aan den drukken weg Wat
deed zij echter?
Zij liet dc blinden van haar vertrek neer j
cn .wanneer zij zich naar liet prieel begaF,
ging zij zitten met den rug naar den weg 1
gekeerd, zoodat zij niets zag van de aar- i
digc kinderen, die op de met rood© dek- j
ken versierde czeTs voorbijkwamen van de
vroolijko badgasten, de mooie rijtuigen,
do heeren cn dames te paard. Aan het J
oindo van den tweeden dag verklaarde zij
te willen vertrekken, omdat daar niets
te zien viel 1
En zij hield vol ch 3e moeder was ge
noodzaakt toe to geven en er den pensions-
prijs der verdere weck aan op te offeren.
Dit meisje vooral gaf mij veel stof tot
nadenken. Zij leerde mij, hoo men het leven
door kan gaan met diohtgeknepen oogen
en dan klagen, dat er niets belangwek
kends in ligt; hoe men willekeurig blind
kan zijn voor het mooie, het goede en
daardoor reden vinden tot ontevredenheid.
Maar ook dezo les gaf zij mij, zonder het
te vermoeden, mede: hoe sommige kinde
ren waro kwelgeesten voor hun ouders wor
den, wanneer zij er zich aan gewennen
hun wil dooi' te drijven tot eiken prijs. De
pensionhoudster was een lieve, fatsoenlijke,
oude dame, die betere dagen had gekend
en zich reed6 verheugd had op het haar
beloofde vooruitzicht moeder en dochter
den geheelen zomer bij zich te behouden.
Beider vertrek was haar zulk een groote
teleurstelling, dat de tranen haar in de
oogen kwamen; maar daar bekommerde
het groote bedorven kind zich niet om, als
zij slechts haar zin kreeg.
Okijkt rond in uw vaeantiedagenniet
om anderen te veroordeelen in uw hart,
maar om tot uzelven tc zeggen: „Zoo zou
ik ook kunnen handelen, als ik niet van
nu af aan op mijn daden en .woorden let
teEn zoo worden wil ik nietl" Zulk een
wil moogt gij doordrij'ven, lieve lezers.
De brandweer-brigade.
George Ward uit de vijfde klasse stond
verdrietig uit het venster van zijn leerka-
mertjo neer te kijken op een groep leer
lingen, die bezig waren eon gedeukten ko
peren helm voort te schoppen. Zij maak
ten heel wat leven daarbij en George
slaakte juibt een uitroep Van ongeduld,,
toen do deur van het vertrek geopend werd
en een klein meisje binnentrad. Haar ge
laat was een kleinere, bleek ore kopij van
het zijne. Zij droeg een stapel booken, die
zij op de tafel liet neervallen.
„Wat eoheedt- er aan, Gcorfge?" vijoeg
zij haastig.
George wees op de knapen daarbuiten.
„Het dient nergens toe, Elizabeth," zeide
bijl. „Ik ga de brandweer opgeven. Wij
hebben ons geoefend en alles aangekocht
voor niets. De directeur neemt er geen.
notitie van; do zesde klasse lacht ons uit
en do onzen spelen met de helmen. En
toch was het zulk eon goedo inval onze
eigen brigade te hebbenWij zijn wel per
telefoon met Los Angelos verbonden; maar
als hier brand kwam, zouden wij lang
kunnen wachten op do spuiten van daar.
Het is schande!"
„Ik zou den moed niet opgeven," verklaar
de Elizabeth; „als je maar volhardt, zul
je eens zien!"
„Neen; wij hebben er al ons zakgeld
aan gegeven en er voor gesloofd en ge
zwoegd. Ik gaf er zooveel tijd aan, dat je
mij zelfs op school hebt kunnen inhalen;
maar niemand die onze pogingen waar
deert. De jongens worden het ook moede,
tweo van hen hebben er al voor bedankt cn
ik ga het ook opgeven cn mij nog alleen
meti mijn boeken bemoeien. Het wordt
trouwens tijd; verloden week was je al
verder dan ik en dat mag zoo niet blijven.
Hoeveel ik ook van je houd, ik moet jo
voor zijn. Ik ben anderhalf jaar ouder,
vergeet dat niet. Ik heb mij ingeschreven
voor het examen."
Jaarlijks werd er een bijzonder examen
op de Bormonscliool gehouden. Men nam
daaraan alleen vrijwilig deel en zij die
slaagden gingen aanstonds in een hoogcre
klasse over. George hoopto daardoor in de
zesdo te komen.
„Maar, George", riep zijn zuster uit:
„Ik kwam je juist vertellen, dat ik het
examen ook zou doen
George blikte haar ontsteld aan. Het was
al erg genoeg dat zij hem had ingehaald;
maar als zij in do zesde moest komen en
hij niet, wat zou het dan zijn? Wat zou
men ei* thuis van zeggen En er waren
toch maar drie plaatsen in do zesdo open
en zij had zooveel meer gestudeerd dan hij
het laatste jaar.
„Ga maar naar je eigen kamer", brom
de hij eindelijk:
gaan, samen
Dien nacht
Zij dacht voortd
sohen haar en
len was en zat
zou toch niet meer
Elisabeth niet slapen.
hetgeen er tus-
broeder was voorgeval-
:htop in bed voor zioh
uit te staren. Gcorgo had haar voortge
holpen van den eersten dag af, waarop zij
op school was aangekomen, haar steeds
aangemoedigd en tegen allen verdedigd;
nooit hadden zij getwist en nu...? Zij snikte
het uit en zat daar reeds uren over te
schreien, toen zij plotseling ineenkromp
door het vernemen van een hovig
gedruisch, dat do stilte ver
brak en aanstonds daarop het venster
van haar slaapkamertje rood gekleurd zag.
Zij sprong overeind en snelde op het
raam too. In de verte kon zij de kromming
van de spoorlijn zien, verlicht door hoog
opstijgende vlammen. Een beag van op el
kaar gestapelde wagons liet haar geen twij
fel over of do knal was veroorzaakt door de
botsing van tweo treinen. Zij hoordo ook
verwijdende kreten en verbeeldde zich ge
daanten te aien bewegen. Het was een
schrikwekkend tooneel.
Haastig trok zij eenige kleederen aan en
sloop toen onhoorbaar de slaapzaal uit,
nog slechts één doel voor oogen hebbende.
Goorgo en de brandweerbriga/de te wekken.
Zonder door iemand opgemerkt te worden,
verliet zij het gebouw dor meisjes, do
voordeur achter zich aan latende staan cn
twee minuten later stond zij op de jon
gens-binnenplaats, die geheimzinnig ver
licht was door den verwijderden vuurgloed.
Zij nam nu eon steentje op en wierp het
tegen George's venster. Hij ontwaakte
terstond.
„Wat i9 er gebeurd? Wio is daar?"
riep hij.
„Er heeft een ongeluk op de lijn plaats
gehad. Er is brand. Roep,..'' Maar George
was al verdwenen en enkele oogenblikken
later voegde hij zich bij haar met nog vier
andere flinke knapen, die met haar naar
do schuur snelden, waar de spuit en helmen
geborgen waren. Nog twee' kameraden
voegden zich bij hen. Twee uur later
brachten zeven zwart geworden jongens een
even zwart meisje naar het meisjeshuis
terug en fluisterde George zijn zuster in
het oor: „Dat zal ik jo vergelden hoor!"
Do verdere School sliep nog altijd onge
stoord voort.
Den volgenden morgen gingen alle leor-
lingen naar de plek des onheils kijken In
een naburige hut lagen drie vorkooldo lij
ken do wagens waren nog niet wegge
ruimd. Om zeven uur dien avond riep de
directeur alle Leerlingen bijeen en zendc:
„Ik zal do namen aflezen dergonen, die
dit jaar aan het examen zullen deelnomen;
maar eerst moei ik ulieden van het spoor
wegongeluk vertellen. Door een noodlottig
toeval liep een goederentrein op een passa-
gierstreiu aan de kromming van den weg.
Eenige waggons geraakten in brand en
een aantal axtfzigjors die 'zich onmogelijk
uit de wagens kondon bevrijden, schenen
veroordeeld in do vlammen om te komen.
Luistert nu cons naar hetgeen het dag
blad van Los-Anglois zegt:
„Kort nadat do algoineeno schrik zijn
toppunt had bereikt, viel er iets onver
klaarbaars voo/. Acht of negen knapen
kwamen met een -randspuit aansnellen.
"Zij werkten zóó dapper aan hun reddings
werk, dat zij oinncn een half uur het vuur
meester waren en de ongelukkige passa
giers uit do brandende rijtuigen bovrijdden.
Zoodra er niemand meer in gevaar vorkeer
de, verdween doze brigade weer. De zaak
schijnt onverklaarbaarwant niemand in
den omtrek weet van het bestaan eener
particuliere brandweer af en toch droegen
do jongelingen koperen helmen en waren
zij prachtig afg richt...
De direfcteutr hield met Icjren op, om
naar Wand te kijken, met een blik, die ver
re van onverschillig was.
„Welnu?" vroeg hij.
„Ja mijnheer", antwoordde George: „het
was de Bormon-brandweer."
„Best, maar hoe wist je van het onge
luk af?"
„Mijn zuster zag den gloed der vlammen,
wekte mij en hielp mede, mijnheer." Nu
barstte do heelo school in toejuichingen
los; maai* de directeur verzocht om stilte.
„Jo zuster, zou wijzer gedaan hebben mij
te hebben gewaarschuwdmaar dat neemt
niet wog, dat ik do brigade gelukwenscb,
met haar praohtig werk. Zaterdag zal ik
inspectie over onze brandweer houden.
Wat Elizabeth War 1 betreft zij wordt zon
der examen in do zesdo klasse overge
plaatst. En jij, George, die je naam van
morgen weer van de examenKjst hebt laten
schrappen, ik' wensch. dat j© terug zult
komen op jo beslu..."
Broeder en zuster zagen elkander aan.
Elizabeth wist thans op welke wijze George
baar had willen beloon
De Legende van het
V ergeet-mjj -nietj e.
In lang vervlogen dagen leefdo er een
zeer mooi prinsesje. Zij was heel donker
van haar en had een gelaatskleur als van
een theeroos. Haar grooto blauwo oogen
naakten echter haar bijzondere schoon
heid uit. Zij waren even diop als een
bodemloozo aeo.
Natuurlijk werd zij door vele prinsen
bewonderd, maar dat vcrveeldo haar ten
slotte en op zekeren dag werd een heraut
door do stad gezonden, die aan allo hoe
kon dor straten verkondigde, dat do in
de residentie aanwezige prinsen ten pa-
leize bijeen moesten komen, om te verne
men wio door do prinses tot echtgenoot
zou worden verkozen.
Dien middag verdrongen do jongelieden
zich vol ongeduld en hoop op den binnen
hof van het koninklijk slot. De prinses
wachtte hen op in do groote zaal, gekleed
in een rijk gewaad van blauw fluweel met
zilverborduursel.
Zoodra allen bijeen waren, deelde zij
hun mede, dat zij haar hand zou schenken
aan dengcon, die iets zou vinden, dat ge
heel en al do kleur van haar oogen bezat-
Helaas I antwoorddo een haror toe
hoorders; niets ter wereld is zoo mooi als
het blauw uwer oogen; wij kunnen niets
vinden, dat daarop gelijkt, cn zijn stem
beefde, want hij was heel jong en zij was
hem zeer dierbaar.
Zoo gij mij wensoht to winnen, zeido
het prtndosje, moet gij zoeken tot gij
vindt. Of doe nog beter en vergeet mij.
Zij zeido dit uit medelijden, want al
wenschto zij hem niet te trouwen, Van
hem hield zij nog het meest.
Allen begaven zioh dus op weg, om iets
te zoqken, dat bij het blauw hnrer oogen
te vergelijken zou zijn en zij had daarmee
haar doel bereikt, want ccn tijdlang werd
zij met vrede gelaten.
Eerst na' eenige maanden keerden zij
terug, verschillende voorwerpen medebren
gende, maar zonder dat iets daarvan hol
blauw hJaretr ooigonl nabijkwam. Eindelijk
op een middag kwaan ook do jongo prins
geheel bdstovon aansnellen Hij naderde
het prinsesje, opende een ivoren doosje
en haaldo daaruit een praohtig stukje
zeegras tc voorsohijn. Met bevende han
den bracht hij het vlak bij haar gelaat.
Helaas I het scheen kleurloos bij haar
oogen.
De arme Gavaine, want zoo heette hij,
zag er zóó ongelukkig uit, dat zij diep me
delijden mot hem kneeg, maarf tc^on hij-
haar smeekte hem in weerwil van zijn
mislukken te trouwen, antwoorddo zij hem
dat zij hem daartoe niet lief genoeg had
en troosteloos verwijdordo hij zich.
Het prinsesje bleef bedroefd achter.
Het viel haar zoo hard iemand leed te
moeten doen cn zij zat nog met betraande
oogen voor zich uit to staren, toen er op
eens een and< ro prins voor haar stond.
Hjj was lang en donker en zijn ernstig
gelaat schonk haar een gevoel van veilig
heid en geluk. Hij was heel eenvoudig
gekleed, maar dïoeg een bosje van de
fraaiste blauwo bloempjes in do hand.
Na haar die toegestoken to hebben, zei hij
Ik heb wijd en zijd gezocht, tot ik
vond, wat bij de kleur uwer oogen kon
worden vergeleken. Niets ter wereld is
zoo blauw als deze bloemen en do klour
uwer oogen.
De prinses gaf hem con wenk haar naar
j de Raadzaal to vergezellen cn hier brnohfc
zij hot geval voor haar minislcrs| die allen
j verrukt waren, dat zij ccn prins tot go-
I maal zou verkrijgen, alom door zijn dap-
j perheid en deugden bekend. Zij vcrkl.var-
den eenparig, dut do bloempjes tk kl?ur
van haar oogen bezaten, maar vroegen
j tevens, waar zij groeiden, want niemand
had zo ooit to voren aanschouwd Zij
moesten dit eerst weten.
Den dag re or het huwelijk ai •.woord-
do do prins, zal ik do prinses do plek
aanwijzen. Zij allcon mag die het eerst
Ven.
Op con zonnigen morgen reden beiden
daartoe onvcrgczeld uit en vol blijdschap
vervolgden z) hun weg, tot zij tegen den
middag een groot woud bereikten, waar
zij afstegen en, na hun paarden aan do
hoede van een kolenbrander te hebben toe-
vertrouwd, hot bosch in nep en tot aan den
oever van een snelvlietenden stroom. Aan
den tegenovergcstelden dover zagen zij een
heerlijk blauwe plok.
-- Do bloemenDo bloemenriep do
prinses uit. OKarei, ga er nog wat voor
mij plukken
De prins gehoorzaamde onmiddellijk,
zwom naar do overzijde en plukte een hec-
lon ruiker, waarna hij den terugweg aan
vaarde. Maar do stroom was hein to sterk.
Hij vocht met het machtige water, den
blik gevestigd op het ongelukkige prin
sesje, dat do arrnen vruchteloos naar hein
uitstrekte en toen hij eindelijk voelde dat
hij zinken ging, zond hij haar als loatstcn
afscheidsgroet het woord „Vergeet mij
niet" toe.
Zij deed dit nooit zoo lang zij leefdo on
noemde het bloempje naar zijn stervens
woord.
Napoleon schonk in 1808 het koninkrijk
Napcis aan Murat. Het Fransohe leger
was nog in het land gebleven, maar bij
di© zegevierende en werkoloozo troepen
was allo krijgstucht verloren gegaan.
Do nieuwe Koning van Napels was een
flink monsch, hij besloot wederom oris
en gehoorzaamheid in de kazernen in te
voeren, iets, wat heel wat ontevredenheid
en opstand ten gevolge had.
Onder de meest oproerigen bohooixlo ccn
jongo soldaat, Frans Forelli, dio al zijn
makkors aanspoordo tot verzet en daar
hij welbespraakt was, luisterdo men maar
al to gaarno naar hem. Dat had ten ge
volge, dat op zekeren dag zijn regiment
weigerde op do parade to verschijnen,
waartoe het ^evel had ontvangen.
Murat aarzelde geen oogenblik. Hij go-
Laette do artillcrio het regiment te om
singelen en liet ccn kanon op de deur
richten.
Ditmaal zagen de soldaten hun schuld
in al "haar omvang, en or diep berouw over
gevoelende, richtten zij een smeekschrift
fc6t Murat, om hem vergiffenis tc vragen
en do belofte af te leggen van onvoor
waardelijke onderwerping voor do toe
komst. Na dit schrijven gelezen te hebben,
deed do Koning aan do rebellen weten,
dab hij medelijden zou hebben, op voor
waarde, dat zij hem den belhamel zouden
aanwijzen, dio mot den kogel zou worden
gestraft. Dit antwoord brooht de grootste
verslagenheid onder de manschappen te
weeg; niemand wildo als verklikker op
treden. Forolli echter, die, ondanks zijn
fouten moedig was, zeido onmiddellijk:
„Ik weet wat mijn plicht gebiedt; ik
alleen spoorde u tot opstand aan cn ik
ga mij overleveren."
Hij begaf zich rechtstreeks naar zijn
kapiteinbeleed hem alles cn werd in
hechtenis genome i.
Hij bevond zich thans reeds sedert eeni
ge dagen in do gevangenis, wetende wat
hom to wachten stond. Hij was to dapper
om den dood te vreeoen; maar dat nam
niet wog, dat hjj dacht aan zijn oudo
moeder, dio een houthakkershut in de
bcu-gen bewoonde on vol ongeduld zijn
Hot Bestuur der Coöperatieve
Broodbakker^ en Verbruiksvereeni-
glng ,0 n s Doe 1", te Leiden, zal
op Dondordag den 12den Juli, des
voormiddaga te 10 uren, in het
Koffiehuis „Den Burcht",
AANBESTEDEN
Den bouw van een
Broodbakkerij met
Magazijn, Kantoor, Pak
huis en twee Boven
woningen met af
zonderlijken Opgang, op
een terrein gelegen, Kad8.
Sectie II No. 2177, aan
de Van-der-Werfslraat te
Leiden.
Bestok on Teekeningen liggen tor
inzago in genoemd Koffiehuis en z\jn
aldaar veikrjjgbaar a f 1.60 por stel.
Aanwijzing op hot terrein zal ge
schieden den 3den Juli, voormiddags
10 uren. 7086 33
Kaders inlichtingen geeft
L. VAN DER LAAN,
Architect (Hoogl. Kerkgr. 23.)
Leiden, den 26sten Juni 1906.
Meersen (Genldal),
tusschen Maastricht ea Valkenberg
aan het spoor. Deftig en ruetig Familie-
Hotel, schaduwrijk park met 200 zitjes.
Flinke warande, speelplaats voor kin
deren. Peiisionjprijs f 2,50.
7000 8
gevraagd. Zich te adresseoren onder
opgaaf van verlangd loon en waar
information te bekomen zlln, aan do
Fabriek „Amstelkoek", Wees-
perzijde (naast de Kalkovens) to
Amsterdam. 7089 9
Spiegel- en Vensterglas, Deurplaten, Reclame
platen van groen en zwart marmerglas.
Kantoor en Magazijn: Pelikaanstraat 27, Koordeinde 43 en
Galgewater 16. Intercomm. ïelefoonn. 646.
Aanbevelend: 5266 24
Kanfoor: Sfoomb.-Sflaatsch. „De Volharding".
In een goed rendoerenden Kaas-
Export-Handel, wegens uitbrei
ding der zaken, COMPAGNON
gevraagd. Benoodigd kapitaal 10 mille.
Brieven aan het Bureel van dit Blad
onder No. 7111. 9
6927 26
Christ eiijk Brievenboek,
omvattende modelion van Brioven
voor Gelukwensching of Deel
neming, Getuigschriften, In
lichtingen, Aanbevelingen,
Eitnoodigingen, met de ant
woorden daarop, Verzoek- en be
zwaarschriften aan Overheid en
Kerkelijke besturen, Briefjes in
verband niet de wet op den
leerplicht, Modellen van reke
ningen, Schuldbekentenissen,
Volmachten, Paspoorten, onz.
a w die postwissel ovormaakt
yan slechts G5 cents,
waarop vermeld: Chr. Brieven
boek, aan D. BOLLE, Bazaar
van Goedkoope Boeken, Hang 98,
Botterdam, ontvaugt het fi°. thuis.
Kassier en Oommissionnair in .Effecten,
Pieterskerkstraat 4,
IN 971 30
INTERC. TELEPN. 568.
Aanbevolen Zoete Wijnen: 3543 32
grieksche SAMOB
en i f 0.90 per flesch.
a f 1.09 per flesch.
Nieuwe Rijn 55. o— Haarlemmerstraat 114. „K