BLANCKAERTS Go., Voorhanden Zilveren Aardbeien-Lepels. AANBESTEDINB. BEKWAAM VORMER F. J. BLEUS, w/h. firma Oerner I Co., Leiden. Xndië en Amerika. Kaas-Export-Handel. Voor alle Gelegenheden. Effecten, Wissels, Hypotheken, Assurantiën. LEEDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 28 JUNI. - TWEEDE BLAD. Rubriek voor de Jeugd. Lessen buiten de school. DE BAJLLING. Vervolg Advertentiën, Hotel „KONINGIN EMMA", LeSeBscEt© QBashandel. Voor Passagiers en Goederen, Agentschap voor de Rotter- damsche Lloyd en Holland-Amerika-lijn: J. WM& NOUHU'YS. J. WERmiSWEM, SfUijudiaradeS,, Breestraat 34. WITTE BERGERAC De Graciense, Prijs per kwartaal UF/& v. R8SSUH DO CHATTEL, Juwelier, So. I42I5. Anno 1906, Onze lieve lezers zien natuurlijk vol blij de verwachting de naderendo vacantieda- gen te gemoet. Ik wensch hun veel genoe gen toe en ook... dat zij heel wat wijzer zul len wedcrkceren van hun verschillende uit stapjes; want niet uit dc boeken alleen valt iets to leeren. Wie zich bekwamen wil in de groote Levenskunst, kan dat beter nog doen gedurende zijn vrije dagen, dan wanneer zijn geest bij schoollessen wordt bepaald „Leeren, altijd leerenroept gij onte vreden uit. OI laat ons maar spoedig vrede sluiten. Ik verzeker u, dat dergelijke levenslessen verre van vervelend zijn en zal u, om u dat te bewijzen, eens vertellen, wat mijzelf onlangs wederom geleerd werd. Ik zag mij verplicht plotseling op reis te gaan voor acht dagen cn ofschoon deze gedwongen vacantio mij, te midden van al mijn lvezïgheden, zeer ongelegen kwam, besloot ik zooveel mogelijk van die week van rust te genieten. In blijde stemming was ik een waggon ingestapt en zoo iemand ooit ,,in racnschcn een welbehagen'' had gevoeld, dan was ik het op dat oogcnblik. Maar o weedaar brak een rem van onzen trein cn kon dezo niet meer voort. Wij stonden stil aan een klein station en de chef liep heel opgewonden op cn neer, roe pende, dat er (het was den tweeden Pink sterdag) een tweede trein in aantocht was. Ik moest een herstellende zieke naar het buitenland brengen, dus was ik in zekeren zin voor haar veiligheid aansprakelijk en achtte het daarom wijze den chef to vra gen of .wij niet uitstappen zouden. Ter wijl ik mij uit het portierraampje boog, haakte een gespje van mijn parapluie-ko- kor in het galon eener damesjapon cn, of schoon de aangerichte schade niet zonder vergrootglas viel te bespeuren, had ik op eens een onverzoenlijke vijandin gemaakt. Ik zal u dc woorden besparen, die mij werden toegevoegd, maar ik leerde er uit, dat het goed is zich niet boos te maken over nietigheden, geheel cn al zonder kwa den wil gepleegd. Wij bereikten de Duitsclie badplaats, waar mijn reisgenoote heen moest om op krachten te komen Ons pension aldaar was uitstekend cn wij zaten den eersten middag smakelijk te eten van het goede voedsel, dat ons werd voorgezet, toen een der gasten een haar van haar bord haalde en het aan de hccle tafel vertoonde. On middellijk waren or vijf k zes dischgenoo- ten, die hun vork nederlegden en verklaar den niets meer te kunnen gebruiken. Keu ander zcide, dat dit het bewijs was, dat men onzindelijk was daar aan huis. De "goede stemming was opeens verstoord, door iets, dat overal kan gebeuren en de arme huisvrouw kreeg meer klachten dan zij verdragen kon. Wie was de schuldige? Het jonge meisje, dat niet stil haar ontdekking verzwegen had. Men moet leeren onaangename en toch onschadelijke dingen voor zich te hou den. Den volgenden dag kwam er een andere jongedame aan. Zij was naar buiten ge zonden door de geneesheeren, en die plaats werd als bijzonder geschikt voor haar ge acht; maar ongelukkigerwijze had zijzelve haar zinnen gezet op een ander plekje aan den Rijn. Haar moeder, die haar bracht, had een heerlijke kamer voor haar laten inrichten, zij kon tuiten zitten in een prieeltje vlak aan den drukken weg Wat deed zij echter? Zij liet dc blinden van haar vertrek neer j cn .wanneer zij zich naar liet prieel begaF, ging zij zitten met den rug naar den weg 1 gekeerd, zoodat zij niets zag van de aar- i digc kinderen, die op de met rood© dek- j ken versierde czeTs voorbijkwamen van de vroolijko badgasten, de mooie rijtuigen, do heeren cn dames te paard. Aan het J oindo van den tweeden dag verklaarde zij te willen vertrekken, omdat daar niets te zien viel 1 En zij hield vol ch 3e moeder was ge noodzaakt toe to geven en er den pensions- prijs der verdere weck aan op te offeren. Dit meisje vooral gaf mij veel stof tot nadenken. Zij leerde mij, hoo men het leven door kan gaan met diohtgeknepen oogen en dan klagen, dat er niets belangwek kends in ligt; hoe men willekeurig blind kan zijn voor het mooie, het goede en daardoor reden vinden tot ontevredenheid. Maar ook dezo les gaf zij mij, zonder het te vermoeden, mede: hoe sommige kinde ren waro kwelgeesten voor hun ouders wor den, wanneer zij er zich aan gewennen hun wil dooi' te drijven tot eiken prijs. De pensionhoudster was een lieve, fatsoenlijke, oude dame, die betere dagen had gekend en zich reed6 verheugd had op het haar beloofde vooruitzicht moeder en dochter den geheelen zomer bij zich te behouden. Beider vertrek was haar zulk een groote teleurstelling, dat de tranen haar in de oogen kwamen; maar daar bekommerde het groote bedorven kind zich niet om, als zij slechts haar zin kreeg. Okijkt rond in uw vaeantiedagenniet om anderen te veroordeelen in uw hart, maar om tot uzelven tc zeggen: „Zoo zou ik ook kunnen handelen, als ik niet van nu af aan op mijn daden en .woorden let teEn zoo worden wil ik nietl" Zulk een wil moogt gij doordrij'ven, lieve lezers. De brandweer-brigade. George Ward uit de vijfde klasse stond verdrietig uit het venster van zijn leerka- mertjo neer te kijken op een groep leer lingen, die bezig waren eon gedeukten ko peren helm voort te schoppen. Zij maak ten heel wat leven daarbij en George slaakte juibt een uitroep Van ongeduld,, toen do deur van het vertrek geopend werd en een klein meisje binnentrad. Haar ge laat was een kleinere, bleek ore kopij van het zijne. Zij droeg een stapel booken, die zij op de tafel liet neervallen. „Wat eoheedt- er aan, Gcorfge?" vijoeg zij haastig. George wees op de knapen daarbuiten. „Het dient nergens toe, Elizabeth," zeide bijl. „Ik ga de brandweer opgeven. Wij hebben ons geoefend en alles aangekocht voor niets. De directeur neemt er geen. notitie van; do zesde klasse lacht ons uit en do onzen spelen met de helmen. En toch was het zulk eon goedo inval onze eigen brigade te hebbenWij zijn wel per telefoon met Los Angelos verbonden; maar als hier brand kwam, zouden wij lang kunnen wachten op do spuiten van daar. Het is schande!" „Ik zou den moed niet opgeven," verklaar de Elizabeth; „als je maar volhardt, zul je eens zien!" „Neen; wij hebben er al ons zakgeld aan gegeven en er voor gesloofd en ge zwoegd. Ik gaf er zooveel tijd aan, dat je mij zelfs op school hebt kunnen inhalen; maar niemand die onze pogingen waar deert. De jongens worden het ook moede, tweo van hen hebben er al voor bedankt cn ik ga het ook opgeven cn mij nog alleen meti mijn boeken bemoeien. Het wordt trouwens tijd; verloden week was je al verder dan ik en dat mag zoo niet blijven. Hoeveel ik ook van je houd, ik moet jo voor zijn. Ik ben anderhalf jaar ouder, vergeet dat niet. Ik heb mij ingeschreven voor het examen." Jaarlijks werd er een bijzonder examen op de Bormonscliool gehouden. Men nam daaraan alleen vrijwilig deel en zij die slaagden gingen aanstonds in een hoogcre klasse over. George hoopto daardoor in de zesdo te komen. „Maar, George", riep zijn zuster uit: „Ik kwam je juist vertellen, dat ik het examen ook zou doen George blikte haar ontsteld aan. Het was al erg genoeg dat zij hem had ingehaald; maar als zij in do zesde moest komen en hij niet, wat zou het dan zijn? Wat zou men ei* thuis van zeggen En er waren toch maar drie plaatsen in do zesdo open en zij had zooveel meer gestudeerd dan hij het laatste jaar. „Ga maar naar je eigen kamer", brom de hij eindelijk: gaan, samen Dien nacht Zij dacht voortd sohen haar en len was en zat zou toch niet meer Elisabeth niet slapen. hetgeen er tus- broeder was voorgeval- :htop in bed voor zioh uit te staren. Gcorgo had haar voortge holpen van den eersten dag af, waarop zij op school was aangekomen, haar steeds aangemoedigd en tegen allen verdedigd; nooit hadden zij getwist en nu...? Zij snikte het uit en zat daar reeds uren over te schreien, toen zij plotseling ineenkromp door het vernemen van een hovig gedruisch, dat do stilte ver brak en aanstonds daarop het venster van haar slaapkamertje rood gekleurd zag. Zij sprong overeind en snelde op het raam too. In de verte kon zij de kromming van de spoorlijn zien, verlicht door hoog opstijgende vlammen. Een beag van op el kaar gestapelde wagons liet haar geen twij fel over of do knal was veroorzaakt door de botsing van tweo treinen. Zij hoordo ook verwijdende kreten en verbeeldde zich ge daanten te aien bewegen. Het was een schrikwekkend tooneel. Haastig trok zij eenige kleederen aan en sloop toen onhoorbaar de slaapzaal uit, nog slechts één doel voor oogen hebbende. Goorgo en de brandweerbriga/de te wekken. Zonder door iemand opgemerkt te worden, verliet zij het gebouw dor meisjes, do voordeur achter zich aan latende staan cn twee minuten later stond zij op de jon gens-binnenplaats, die geheimzinnig ver licht was door den verwijderden vuurgloed. Zij nam nu eon steentje op en wierp het tegen George's venster. Hij ontwaakte terstond. „Wat i9 er gebeurd? Wio is daar?" riep hij. „Er heeft een ongeluk op de lijn plaats gehad. Er is brand. Roep,..'' Maar George was al verdwenen en enkele oogenblikken later voegde hij zich bij haar met nog vier andere flinke knapen, die met haar naar do schuur snelden, waar de spuit en helmen geborgen waren. Nog twee' kameraden voegden zich bij hen. Twee uur later brachten zeven zwart geworden jongens een even zwart meisje naar het meisjeshuis terug en fluisterde George zijn zuster in het oor: „Dat zal ik jo vergelden hoor!" Do verdere School sliep nog altijd onge stoord voort. Den volgenden morgen gingen alle leor- lingen naar de plek des onheils kijken In een naburige hut lagen drie vorkooldo lij ken do wagens waren nog niet wegge ruimd. Om zeven uur dien avond riep de directeur alle Leerlingen bijeen en zendc: „Ik zal do namen aflezen dergonen, die dit jaar aan het examen zullen deelnomen; maar eerst moei ik ulieden van het spoor wegongeluk vertellen. Door een noodlottig toeval liep een goederentrein op een passa- gierstreiu aan de kromming van den weg. Eenige waggons geraakten in brand en een aantal axtfzigjors die 'zich onmogelijk uit de wagens kondon bevrijden, schenen veroordeeld in do vlammen om te komen. Luistert nu cons naar hetgeen het dag blad van Los-Anglois zegt: „Kort nadat do algoineeno schrik zijn toppunt had bereikt, viel er iets onver klaarbaars voo/. Acht of negen knapen kwamen met een -randspuit aansnellen. "Zij werkten zóó dapper aan hun reddings werk, dat zij oinncn een half uur het vuur meester waren en de ongelukkige passa giers uit do brandende rijtuigen bovrijdden. Zoodra er niemand meer in gevaar vorkeer de, verdween doze brigade weer. De zaak schijnt onverklaarbaarwant niemand in den omtrek weet van het bestaan eener particuliere brandweer af en toch droegen do jongelingen koperen helmen en waren zij prachtig afg richt... De direfcteutr hield met Icjren op, om naar Wand te kijken, met een blik, die ver re van onverschillig was. „Welnu?" vroeg hij. „Ja mijnheer", antwoordde George: „het was de Bormon-brandweer." „Best, maar hoe wist je van het onge luk af?" „Mijn zuster zag den gloed der vlammen, wekte mij en hielp mede, mijnheer." Nu barstte do heelo school in toejuichingen los; maai* de directeur verzocht om stilte. „Jo zuster, zou wijzer gedaan hebben mij te hebben gewaarschuwdmaar dat neemt niet wog, dat ik do brigade gelukwenscb, met haar praohtig werk. Zaterdag zal ik inspectie over onze brandweer houden. Wat Elizabeth War 1 betreft zij wordt zon der examen in do zesdo klasse overge plaatst. En jij, George, die je naam van morgen weer van de examenKjst hebt laten schrappen, ik' wensch. dat j© terug zult komen op jo beslu..." Broeder en zuster zagen elkander aan. Elizabeth wist thans op welke wijze George baar had willen beloon De Legende van het V ergeet-mjj -nietj e. In lang vervlogen dagen leefdo er een zeer mooi prinsesje. Zij was heel donker van haar en had een gelaatskleur als van een theeroos. Haar grooto blauwo oogen naakten echter haar bijzondere schoon heid uit. Zij waren even diop als een bodemloozo aeo. Natuurlijk werd zij door vele prinsen bewonderd, maar dat vcrveeldo haar ten slotte en op zekeren dag werd een heraut door do stad gezonden, die aan allo hoe kon dor straten verkondigde, dat do in de residentie aanwezige prinsen ten pa- leize bijeen moesten komen, om te verne men wio door do prinses tot echtgenoot zou worden verkozen. Dien middag verdrongen do jongelieden zich vol ongeduld en hoop op den binnen hof van het koninklijk slot. De prinses wachtte hen op in do groote zaal, gekleed in een rijk gewaad van blauw fluweel met zilverborduursel. Zoodra allen bijeen waren, deelde zij hun mede, dat zij haar hand zou schenken aan dengcon, die iets zou vinden, dat ge heel en al do kleur van haar oogen bezat- Helaas I antwoorddo een haror toe hoorders; niets ter wereld is zoo mooi als het blauw uwer oogen; wij kunnen niets vinden, dat daarop gelijkt, cn zijn stem beefde, want hij was heel jong en zij was hem zeer dierbaar. Zoo gij mij wensoht to winnen, zeido het prtndosje, moet gij zoeken tot gij vindt. Of doe nog beter en vergeet mij. Zij zeido dit uit medelijden, want al wenschto zij hem niet te trouwen, Van hem hield zij nog het meest. Allen begaven zioh dus op weg, om iets te zoqken, dat bij het blauw hnrer oogen te vergelijken zou zijn en zij had daarmee haar doel bereikt, want ccn tijdlang werd zij met vrede gelaten. Eerst na' eenige maanden keerden zij terug, verschillende voorwerpen medebren gende, maar zonder dat iets daarvan hol blauw hJaretr ooigonl nabijkwam. Eindelijk op een middag kwaan ook do jongo prins geheel bdstovon aansnellen Hij naderde het prinsesje, opende een ivoren doosje en haaldo daaruit een praohtig stukje zeegras tc voorsohijn. Met bevende han den bracht hij het vlak bij haar gelaat. Helaas I het scheen kleurloos bij haar oogen. De arme Gavaine, want zoo heette hij, zag er zóó ongelukkig uit, dat zij diep me delijden mot hem kneeg, maarf tc^on hij- haar smeekte hem in weerwil van zijn mislukken te trouwen, antwoorddo zij hem dat zij hem daartoe niet lief genoeg had en troosteloos verwijdordo hij zich. Het prinsesje bleef bedroefd achter. Het viel haar zoo hard iemand leed te moeten doen cn zij zat nog met betraande oogen voor zich uit to staren, toen er op eens een and< ro prins voor haar stond. Hjj was lang en donker en zijn ernstig gelaat schonk haar een gevoel van veilig heid en geluk. Hij was heel eenvoudig gekleed, maar dïoeg een bosje van de fraaiste blauwo bloempjes in do hand. Na haar die toegestoken to hebben, zei hij Ik heb wijd en zijd gezocht, tot ik vond, wat bij de kleur uwer oogen kon worden vergeleken. Niets ter wereld is zoo blauw als deze bloemen en do klour uwer oogen. De prinses gaf hem con wenk haar naar j de Raadzaal to vergezellen cn hier brnohfc zij hot geval voor haar minislcrs| die allen j verrukt waren, dat zij ccn prins tot go- I maal zou verkrijgen, alom door zijn dap- j perheid en deugden bekend. Zij vcrkl.var- den eenparig, dut do bloempjes tk kl?ur van haar oogen bezaten, maar vroegen j tevens, waar zij groeiden, want niemand had zo ooit to voren aanschouwd Zij moesten dit eerst weten. Den dag re or het huwelijk ai •.woord- do do prins, zal ik do prinses do plek aanwijzen. Zij allcon mag die het eerst Ven. Op con zonnigen morgen reden beiden daartoe onvcrgczeld uit en vol blijdschap vervolgden z) hun weg, tot zij tegen den middag een groot woud bereikten, waar zij afstegen en, na hun paarden aan do hoede van een kolenbrander te hebben toe- vertrouwd, hot bosch in nep en tot aan den oever van een snelvlietenden stroom. Aan den tegenovergcstelden dover zagen zij een heerlijk blauwe plok. -- Do bloemenDo bloemenriep do prinses uit. OKarei, ga er nog wat voor mij plukken De prins gehoorzaamde onmiddellijk, zwom naar do overzijde en plukte een hec- lon ruiker, waarna hij den terugweg aan vaarde. Maar do stroom was hein to sterk. Hij vocht met het machtige water, den blik gevestigd op het ongelukkige prin sesje, dat do arrnen vruchteloos naar hein uitstrekte en toen hij eindelijk voelde dat hij zinken ging, zond hij haar als loatstcn afscheidsgroet het woord „Vergeet mij niet" toe. Zij deed dit nooit zoo lang zij leefdo on noemde het bloempje naar zijn stervens woord. Napoleon schonk in 1808 het koninkrijk Napcis aan Murat. Het Fransohe leger was nog in het land gebleven, maar bij di© zegevierende en werkoloozo troepen was allo krijgstucht verloren gegaan. Do nieuwe Koning van Napels was een flink monsch, hij besloot wederom oris en gehoorzaamheid in de kazernen in te voeren, iets, wat heel wat ontevredenheid en opstand ten gevolge had. Onder de meest oproerigen bohooixlo ccn jongo soldaat, Frans Forelli, dio al zijn makkors aanspoordo tot verzet en daar hij welbespraakt was, luisterdo men maar al to gaarno naar hem. Dat had ten ge volge, dat op zekeren dag zijn regiment weigerde op do parade to verschijnen, waartoe het ^evel had ontvangen. Murat aarzelde geen oogenblik. Hij go- Laette do artillcrio het regiment te om singelen en liet ccn kanon op de deur richten. Ditmaal zagen de soldaten hun schuld in al "haar omvang, en or diep berouw over gevoelende, richtten zij een smeekschrift fc6t Murat, om hem vergiffenis tc vragen en do belofte af te leggen van onvoor waardelijke onderwerping voor do toe komst. Na dit schrijven gelezen te hebben, deed do Koning aan do rebellen weten, dab hij medelijden zou hebben, op voor waarde, dat zij hem den belhamel zouden aanwijzen, dio mot den kogel zou worden gestraft. Dit antwoord brooht de grootste verslagenheid onder de manschappen te weeg; niemand wildo als verklikker op treden. Forolli echter, die, ondanks zijn fouten moedig was, zeido onmiddellijk: „Ik weet wat mijn plicht gebiedt; ik alleen spoorde u tot opstand aan cn ik ga mij overleveren." Hij begaf zich rechtstreeks naar zijn kapiteinbeleed hem alles cn werd in hechtenis genome i. Hij bevond zich thans reeds sedert eeni ge dagen in do gevangenis, wetende wat hom to wachten stond. Hij was to dapper om den dood te vreeoen; maar dat nam niet wog, dat hjj dacht aan zijn oudo moeder, dio een houthakkershut in de bcu-gen bewoonde on vol ongeduld zijn Hot Bestuur der Coöperatieve Broodbakker^ en Verbruiksvereeni- glng ,0 n s Doe 1", te Leiden, zal op Dondordag den 12den Juli, des voormiddaga te 10 uren, in het Koffiehuis „Den Burcht", AANBESTEDEN Den bouw van een Broodbakkerij met Magazijn, Kantoor, Pak huis en twee Boven woningen met af zonderlijken Opgang, op een terrein gelegen, Kad8. Sectie II No. 2177, aan de Van-der-Werfslraat te Leiden. Bestok on Teekeningen liggen tor inzago in genoemd Koffiehuis en z\jn aldaar veikrjjgbaar a f 1.60 por stel. Aanwijzing op hot terrein zal ge schieden den 3den Juli, voormiddags 10 uren. 7086 33 Kaders inlichtingen geeft L. VAN DER LAAN, Architect (Hoogl. Kerkgr. 23.) Leiden, den 26sten Juni 1906. Meersen (Genldal), tusschen Maastricht ea Valkenberg aan het spoor. Deftig en ruetig Familie- Hotel, schaduwrijk park met 200 zitjes. Flinke warande, speelplaats voor kin deren. Peiisionjprijs f 2,50. 7000 8 gevraagd. Zich te adresseoren onder opgaaf van verlangd loon en waar information te bekomen zlln, aan do Fabriek „Amstelkoek", Wees- perzijde (naast de Kalkovens) to Amsterdam. 7089 9 Spiegel- en Vensterglas, Deurplaten, Reclame platen van groen en zwart marmerglas. Kantoor en Magazijn: Pelikaanstraat 27, Koordeinde 43 en Galgewater 16. Intercomm. ïelefoonn. 646. Aanbevelend: 5266 24 Kanfoor: Sfoomb.-Sflaatsch. „De Volharding". In een goed rendoerenden Kaas- Export-Handel, wegens uitbrei ding der zaken, COMPAGNON gevraagd. Benoodigd kapitaal 10 mille. Brieven aan het Bureel van dit Blad onder No. 7111. 9 6927 26 Christ eiijk Brievenboek, omvattende modelion van Brioven voor Gelukwensching of Deel neming, Getuigschriften, In lichtingen, Aanbevelingen, Eitnoodigingen, met de ant woorden daarop, Verzoek- en be zwaarschriften aan Overheid en Kerkelijke besturen, Briefjes in verband niet de wet op den leerplicht, Modellen van reke ningen, Schuldbekentenissen, Volmachten, Paspoorten, onz. a w die postwissel ovormaakt yan slechts G5 cents, waarop vermeld: Chr. Brieven boek, aan D. BOLLE, Bazaar van Goedkoope Boeken, Hang 98, Botterdam, ontvaugt het fi°. thuis. Kassier en Oommissionnair in .Effecten, Pieterskerkstraat 4, IN 971 30 INTERC. TELEPN. 568. Aanbevolen Zoete Wijnen: 3543 32 grieksche SAMOB en i f 0.90 per flesch. a f 1.09 per flesch. Nieuwe Rijn 55. o— Haarlemmerstraat 114. „K

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5