Kostuum-Linnen C BLANCKAERTS Co., ECHTSCHEIDING. Noordhollandsclt LAN9S0UW-CREDIET. J. P. VERBOUWEN, Effecten, Wissels, Hypotheken, Assurantiën. Nijverheids-Hoenderliroot), DE VRIES STEVENS. PEBISIÖia Gerard Üee, Oreestraat 28. Haarl.str. 122. J. C. KORT. Versche Gras-Roomboter, LEIDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 14 JUNI. - TWEEDE BLAD. Anno 1906. Rubriek voor de Jeugd. HET MOGELIJKET- X>e Duvf-plaag. Vervolg Advertentiën, Ter overa. aangeboden: Prima versche BRASBOTER, Wed. J. STEEAUAUEB.&ZD., Agentschap Leiden: gesloten zijn. Wijnhandel, Breestraat 34. aEIEKBGHS SAMGS WITTE BSRaEEAS Nijveriieids-Hoenderbrooilen Nijvcrheids-Patent-Hondeocakes L. J. C. DËE, Pianist, Een gebruikte „De Vijzel", Nieuwe Rijn 94. Solar- Lara i aar ns Galcium Carbid. met en zonder rand. 6662 20 NBEUWEN KAASHANDEL, Wat baat het ot gij smeert en poetst en 0 verhit De Chroom slechts glanst bij hem, die Frisia Cream bezit "W. WAOBMANS, Mi de ttude Vest. No. 14203. Dezer dagen was ik getuige van een klein voorval, dat mij, ondanks al zijn eenvoud, met bewondering vervulde. Een der leden van den huize was jarig en er waren tal van bezoekers gekomen, om hem geluk te wensehen. Terwijl do kamer vol vreemden was, kwam een veertienjarig meisje binnen, het kleindochtertje onzer gastvrouw, dat slechts voor enkele dagen uit een andere plaats was overgekomen Zij kende de meeste aanwezigen niet; maar men maakte het haar heel gemakkelijk, door het lieve kind hier en daar een vriendelijk woordje toe te voegen. Een der bezoeksters echter scheen den tijd vergeten te hebben, toen zij zelvo jong was en wierp, op het oogenblik, dat de kleine haar naderde, haar een critischen blik toe, zonder iets te zeg gen. Het blonde meisje kreeg eene hevige kleur en zeide: ,,Ik heb gisteren zoute bolletjes gebakken." Dat zal onzen jongen lezers heel gek toe- ichijnen; maar luistert slechts. Zoodra de bezoekers weder vertrokken waren, zeido de kleine nederig: ,,Ik heb zeker iets geks gezegdmaar mama heeft mij geleerd, dat het onfatsoenlijk was te zwijgen als men aan iemand werd voorgesteld en ik vergat alles, toon ik voor dio dame stond, dus zeido ik maar gauw het eenige wat ik nog .wist". Ziet gij, dat was juist wat behoorde. Dat kind deed „het mogelijke". Doen wij dat altnjd? 01 zoo dat in alles gedaan werd door allen, hoe gcihccl anders zou do wereld er dan uitzienEr zou geen enkele luiaard meer wezen. Er zouden geen armen meer zijn; want degenen, die inderdaad niet werken konden, zouden worden geholpen door de rijken, die van hun zijde ook we derom al het mogelijke zouden aanwenden, om anderen tegen gebrek lijden te bevei ligen. Maar hoevelen laten het mogelijke na en wat al rampen zijn daarvan het gevolg I Herinnert gij u nog het spoorwegonge luk, dat enkele jaren geleden in het zui den van ons land voorviel? Men had zich moeite gegeven tot redding der passa giers, maar zich daarmede al spoedig te vreden gesteld. Iemand beweerde, dat de verongelukte trein geen sterveling meer be vatte en men liet verder het mogelijke on beproefd. Enkele dagen later ontdekte men tusschen de overblijfselen bet lijk van een jong meisje, clat nog heel lang na het onge luk had geleefd en waarschijnlijk to redden ware geweest, indien men haar intijds hulp had geboden. Indien men voort ware gegaan het mo gelijke aan te wonden in de mijn van Cour- rióres, zouden nog tal van mensclienlevens zijn gered. Als men het mogelijke deed met zijn tijd, hoeveel zou er dan niet worden verricht, dat nu onvolbracht blijft. Zoo men het leven van zijn omgeving zoo ge lukkig mogelijk wilde maken, hoe zonnig zou liet dan niet in zulk een huis zijn I Men kan dan ook cio pogingen in alles „het mogelijke" te doen niet genoeg toe juichen, al mogen zij dan ook in den aan vang nog zoo onhandig zijn. En toch, hoe dikwijls wordt niet het tegendeel gedaan 1 Wanneer vreemdelingen zich in ons land vestigen, ondervinden zij de groot© moei lijkheden, verbonden aan het leeren van onze taal. Trotseeren zij die en leggen zij zich met ijver op de studie van het Hol- landsch toe, hoe ontmoedigend is het dan niet voor hen, dat men ze uitlacht, zoodra zij slecht een volzin in onze taal uiten Onlangs naderde een klein Engelsch meisje mij en vroeg beschroomd: „Zou ik met uw grootdochtertje mogen spelen?" Mijn buren lachten hartelijk. Het kind bedoelde een aanwezig meisje, dat nog on mogelijk mijn kleinkind kon wezen, en zij had ook dat woord letterlijk vertaald; maar ik kon niet anders dan haar mijn compliment maken over de moeite, die zij zich gegeven had. Zij had „het mogelijke" gedaan. Laat ons dat eveneens doen, van onze eerste jeugd af; het zal ons heel wat moei te kosten, want er schuilt gemakzucht in ons allen; maar juist de inspanning is goed. De voldoening zal er te grooter om zijn als wij dagen en wij zullen er door leeren de moeite van anderen op prijs te stellen. He'c was Johnny Howard, dio do eerste zaadkorrels plantte en de plaag verspreidde zich met noodlottige snelheid door de gan- sche school. „01" spotte die ondernemende jonge Ame rikaan op zekeren dag: „Jelui Europeanen weten niet wat öhrven is. In mijn land dur- ven wij alles, al is het ook van een toren springen; maar hier is iedereen even flauw." Alleen het feit-, dab Johnny algemeen be mind was redde hem van onmiddellijke ver delging. De jongens vergenoegden zich thans de vuisten te ballen en hem met hun blikken te verpletteren. Willy Major raapte aanstonds den toegeworpen hand schoen op. „Geef ons het voorbeeld maar eena!" Hep [hij uitdagend. John richtte zich zoj hoog mogelijk over eind, met do jianden in zijn zakken: „Zeg dan maar wat ik durven moetl" „Ik daag jo uit do lange weide door te loopen, waar de stior van boer Culler isl" zeide Major. Johnny knipte met de oogen. „Bahl" zeido hij, zich fluitend van de speelplaats verwijderende. De zwarte stier van boer Culler was het gevaarlijkste beest uit heel het graafschap. Do jongens keken elkander verschrikt aan en zelfs Willy blikte den Amerikaan ang stig na. Maar Tam, do Schot, holde Johnny aohtema: „NecnL neen P' sohreeuwde hij luidkeels: „Je moogb niet gaan, je zult gedood worden." Johnny hield op met fluiten: „Ik durf en ik ga!" antwoordde hij dapper. De heelo school volgde hem eD ging bij de heg Bbaan, die de weido van ccn void scheidde. Johnny lette op niemand. Hij koek bedaard over het hooge hek en zag den zwarten stier onder een boom staan, met den rug naar hem toegekeerd. Vastberaden klom hij over het hek. De jongons hielden den adem in. Johnny begon rustig do weido over te steken, nog altijd de handen diep in de zakken houdende. De zwarte kop werd onheilspellend om gewend en de staart bewoog zich toornig. De ronde oogen vestigden zich vlammend op den schoolknaap en nu begon de stier den kop op en, neer te zwaaien. Johnny, die liem niet uit hot oog verloor, ver haastte bij dit sein van gevaar den tred'. Maar plotseling slaakte het groole aier eon geloei, dat ons allen kippevel gaf en nu begon Johnny te rennen, achtervolgd door het woedende beest. De kleine jongens sloten de oogen, om die weer to openen, toen er een luide kreet oprees„Tam I Tam I Bravo Taml" Aan het andere eind der weido liep do moedige Schot op en neer, onder hot zwaai en van oen rood en doek. „Kom hier, kerel 1" riep hij. „Kom, zwar te! Wees niet verlegen voor mij. Ilc wil jo maar een dasje ombinden, je mooi maken, lief beest 1 Kom eens hier! wij moeten samen kennis maken 1" De roode doek hielp meer dan de woor den. Do stier vergat op eens Johnny en stormde brullend op Tam af. Johnny klau terde langzaam over het hek. In een oogwenk was ook de Schot bij hem en do anderen. Dat was het begin der ziekte, die allen aanstak. „Durf en doe!" werd ons aller wachtwoord. Er werden vele schrikwekken de daden op school begaan; maar zoolang zij zich tot do speeluren bepaalden en er niet al te veel armen en beencn gebroken weiden, bekommerden de meesters zioh niet om de blauwe oogen, de verstuikte enkels en polsen en de regenboogkleurigo buiion, die do meesten versierden. Het was eerst toen de plaag zioh ook in de klassen deed gevoelen, dab er verzet tegen aangeteekend werd. Het kwam aldus. Een levendige jongen kreeg het in zijn hoofd zijn buurman uit te dagen een wit velletje in to dienen in plaats van zijn Fransohe thema, den vol genden dag. Het slachtoffer sidderde, maar moest gehoorzamen, wildo hij durven. Het gevolg was honderd regels strafwerk voor luiheid, terwijl do thema gedurende het speeluur moest worden geschreven. Maar in plaats van hierdoor bedwongen to zijn, had do plaag thans oen nieuw veld gevonden. Bij de eerstvolgende Latijnscho les had slechts één jongen het opgegeven vers ge leerd. De meester liet nooit met zich spot ten. „Hadt gijlieden vergeten wat ik op gaf?" vroeg hij. „Neen, mijnheer," antwoordden allen. „Waarom dan dit verzuim?" Kom hier, Marsh 1" gebood' hij. Marsh trad voor zijn lessenaar. Hij was gewoonlijk con voorbeeldig leerling en slechts tegen wil en dank door de Durf- ziekte aangetast. Waarom heb je jo les niet geleerd?" vroeg mijnheer Newman bedaard. „Omdat ik uitgedaagd wend" te duiven, mijnheer," antwoordde Marsh verdrietig „Waren al de jongens uitgedaagd claar- fcoo?" woog db loeraar, beginnende to be grijpen. „Ja, mijnheer 1" riep men eenparig „Hm!" mompelde de meester eu hernam eerst na eonigen tijd nadenkens: „Voor dit maal zal ik u vrij laten met honderd regels strafwerk en een dubbele les voor den vol genden keer, maar draagt er zorg voor, dat zoo iets zich niet herhaalt. Ik zal than3 do les van verleden week overhooren." Maar do zaak was gemakkelijker begon nen dan geëindigd fn het ging van kwaad tot erger. Men leerde niet meer van buiten; men liet het schoolwerk ongedaan; men was niet meer op tijd'; kortom, do meesters werden er wanhopig onder, terwijl de eeni ge verontschuldiging steeds luidde: „Ik moest durven, mijnheer I" De plaag steeg ten top, toen Marsh na- liet de zeshonderd regels strafwerk, aio hem opgelegd waren voor een „durven" ie schrijven. Het was het hoofd zelf, die hem dat werk opgegeven had. Marsh zocht hem met tranen in de oogen op en zeide: „Men daagde mij uit te dur ven, mijnheer 1" Dien avond werd er door het hoofd een krijgsraad belegd en den volgenden morgen, nadat er uit den Bijbel gelezen was, verzocht het hoofd den jongens nog een oogenblik te wachten, aangezien hij hun iets te zeggen had. „Ik moot u allen mccdeelen, dat er van morgen» geen apeeluun zal zijn; het is Woensdag, maar gij krijgt geen vrijen mid dag en kunt dien tijd besteden met het lezen der tweo eerste boeken van Euclides Er volgde een oogenblik van zwijgende ontsteltenis. Daarop riep een onzer: „Maar waarom, mijnheer?" „Het spijt mij," antwoordde het hoofd; „maar mijnheer Matthews daagde mij uit dat te durven." En hij verwijderdo zich om plaats t© ma ken voor mijnheer Matthews, den leeraar in wiskunde. „Laat mij eeua zien," zeide deze: mij dunkt, dat ik ulieden maar allereerst eeni- go aardige vraagstukken op zal geven, die gij morgenochtend in het speeluur oplossen kunt. Ik zal ze u dicteeren." „Maar, mijnheer," riep Johnny Howard bedremmeld„dat is niet rechtvaardig!" „Het spijt mij, jongenlief; maar het hoofd daagde mij uit het te durven 1" „Luistert cons, jongens," sprak do Ame rikaan, aan het eind van dien vreoselijken dag; „ik bon ziek van durven." En dat waren wij allon. Dus ging er ecu deputatie het hoofd om vergiffenis vragen. Dit schonk ons kwijtschelding -van straf en do Durfplaag was ten eindo. EEN ALBUMBLAD. Onder de herinneringen mijner jeugd ie er eene, die mij altijd van zelfverwijt vervult en wel de gedachte aan iemand, door mij en door velen miskend. Hij was ons een levend raadsel; want hij had het tot meester in de rechten gebracht en toch hielden wij hom voor idioot- Dit was hoofdzakelijk te danken aan zijne bij ziendheid, begrepen wij later. Hij was zoo kortziohtigi dat hij tegen alles aanstootte en meestal hot een of ander omverwierp, wanneer hij ergens een bezoek bracht. Ver schrikt over zijn onhandigheid, kroop hij dan verlegen in een hoekje weg en hoordo men geen woord over zijn lippen komen. In plaats van medelijden te hebben met dien man, dio alles vóór scheen to hebben op anderennaam, fortuin en zelfs uiter lijk en die toch overal onwelkom was, Lachten wij om hem en beschouwden wij hom als onwijs. Op zekeren dag kwam een onzer op den inval een album aan te leggen, waarin al haar konnissen iels teek enen of schrijven moesten. Ik zag het toen cr reeds een twintigtal bijdragen voor waren geleverd, voor het meerendeel al heel gebrekkig ge slaagd. Op het oogenblik, dat ik hot be keek, viel mijn oog op baron v. d. H., dio wederom heel stil op cenigen afstand van do anderen was gezeten. Ik fluisterde do eigenares iets toe en zij nadorde hom en verzocht ook hem om' een bijdrago daarin. „Nu of later?" vroeg hij( zonder aarze len. „O1" zeido zij, een weinig verrast, „lio- vcr nu Hij verzocht om een pen en inkt en schreef: „Wees oven bijziend als ik voor de gebreken van andoren; heb de beste oogon ter wereld tot het ontdekken hunner goede hoedanigheden I" Hij gaf liet boek vriondolijk terug en vor- wijderde zich; maar wij, die achterbleven, Lachten niot meer; wij govocldon ons bo- sohaamd. Dat waren niot do woorden van een idioot, maar van een diepdenkend man, die do menschlieid liefhad en wijwij waren oneindig dommer geweest dan hij, hem uit to lachen. Van dien dag af geschiedde dat nooit meer. Als hij nog eons iots omstootte cu zich verlegen afzonderde, ging men om hem heen zitten, vroeg men zijn oordeel ovar het een of ander, leidde men zijn gedachten af en de uitslag wa$ waarlijk roerend; hij verkreeg zelfvertrouwen, werd hoo langor hoe minder onhandig en eindelijk een dor geliefkoosdo gasten. Maar hoozcer hijzelf ook veranderde, zijn albumblad bleef moer dan een in het geheugen gtgrift. Hoo goed is het inder- daad niet de oogen te sluiten voor kleine gebreken in anderen. Wij zijn geen van al len volmaakt en toch zou nion somtijds meenen, dat wij ons verbeelden dat zelf te zijn, als men ons hoort ziften wat or wol in iemand af te keuren valt. Wat worden wij niot gauw boos over een woord, dat ons niot aanstond, mnjir daarom nog niet slecht bedoeld behoefd® te zijn; hoeveel vijandschappen ziet men niet reeds op school, terwijl, indien men cr don oorsprong van ging nasporen, men niet andera zou ontdekken dan een beuze ling. En hoe weinig weten wij daarentegen het goede te vindon I Zooken -wij het ooit btf den strengen onderwijzer, die ons niot voor zijn genoegen zoo ferm aanpakt, maar ons in do wereld vooruit wil holpon, on danks onze eigen speolsohhcid Zien wij het nobele wol in dien kame raad, die „flauw" hoot, omdat hij aan geen rolletje doel wil nemen on slechts één doelwit voor oogen heeft: spoedig hot brood te kunnen verdienen voor een arme moeder Men beweerde wel eens, dat Napoleons grooto kracht was gelegen in het on mid del b'jk zien van de hoedanigheden die ©r in rijn offioioren en soldaten schuilden en die aan te wonden. Verwaande lieden ken nen alleen ziohzelven deugden en bekwaam heden too. Laat ons ze zoeken bij anderen. Men moet delven om goud te vindon. Zo® ook gaat het mot de edelste deugden. Men loopt er niet mede to koop, maar an.n onj zo te vinden en van gansoher harte te waar- deeron. Pro Deo. BU vonnis der Arrondissemonts- Rechtbank te 's Gravenhage van den 278ten Februari 1906, is het huwe lijk van II>A BBEEF, zonder beroep, wonende te Lelden en TH031AS SAMUEL WILLEM VAN LEEUWEN, van beroep Muziekonderwijzer, wonende to 's-Gra- venhage, door Echtscheiding ont bonden verkinnrd, met alle wet telijke gevolgen daarvan. Mr. Th. 0. G0NSALVES, Procureur van de Elscheres. Dun Haag. 6660 18 Op het Rapenburg 6 de Hinnr van hot Ilnis en de Inboedel, geschikt voor 2 G.H. Studenten. Br. Bur. v. d. BI. No. 6380. Natuurboter. f 1.40 per Kilo. Rlandenmakerssieeg 4, bij de Waag. PRIMA ADRES VOOR: zuivere NATUURBOTER, Goudsche, Leidsche en echie Edair.aier KAAS. 6681 14 Hoek BREESTRflflT en K0HT-RAPENBUR6. Van at 15 Juni a. s., zal het Kantoor voorlaan 's namiddags om 3 uren Kassier en Oommissionnair in Elöecten, Pieterskerkstraat 4, IN 971 80 INTBRC. TELBFN. 568. Aanbevolen Zoete Wijnen: 8543 32 en af 0.90 per flesch. a f 1.00 per flesch. Het allerwegen zoozeer geroemde het meest licht verteerbaar Voeder voor uw hoenders, ■bevat het rijkste gehalte aan dierlijk voedsel. Het wordt met graagte gegeten en bevordert zeer het leggen. bevat alle bestanddeelen voor een doelmatige voedering, is met bouillon doortrokken en buiten gewoon krachtig en versterkend. Volledige voedermethode gratis. zijn bij ons verkrijgbaar. 6300 50 Erven JT. TBEUB, Hoenderpark te Oegstgeest. Muziek- en Tooneolvoreoniginer „NUT EN VERMAAK". Gezellige Bijeenkomst met Dames, op Zondag; fl Juli, des avonds te halfncgen, in de Stadszaal. 6648 10 HET BESTUUR. N.B. Tot en met 25 dezer bestaat er nog gelegenheid zich als Lid of Donateur aan te raeldon by den Secretaris, Haarlemmerstraat 91. beveelt zich beleefd aan tot het geven van Mnziek op Bruiloften en Par tijen. Breestraat 09. 6658 6 TE KOOP. Grondverf 35 Cts. per kilo. Glansverl 45 Cts. per kilo. Uit zuivere grondstoffen bereid. In alle plaatsen afnemers gevraagd. 3573 7 Een bejaarde, ziekelijke DAME viaagt 6667 10 met liefderijke verzorging, in een beschaafd, eenvoudig gezin, zonder kl. kinderen. Bei-Etage. Liefst omtrek Plantage. Brieven fr. onder No. 454 aan 0. A. TERNEDEN, Boekh., Vaa Hogendorpsplein 4, Rottordam en 6667 8 De Administratie van het „Leidsch Dagblad" belast zich met het plaatsen van Advertentiën in alle Bladen. 1ste kwaliteit, 65 Cents per pond, onder Rykscontróle. Alle soorten GOUDSCHE en LEIDSCHE KAAS van de goedkoopste tot de duurste. Groote voorraad echte EDAMMER-K AAS, Speciaal adres voor Wederverkoopeps. IN DEN 68 Haarlemmerstraat i&W" 68 TELEFOONN. 706. Dagelijks aanvoer van versche Eieren. Gebruikt voor het onderhoud uwer Chroomloderen Schoeisel alleen prima Cream soorten, hieronder nomen de gedeponeerde merken „Friala", „Cavalier" en „Metropole" een eerato plaats in. Deze zyn m doozen eu glazen potten verkrijgbaar bJJ 6592 24

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5