N». 14178
Rlaaiidas; 14 IMLei,.
Aö. 1906.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
f Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
De Humberflets.
Uit de „Staatscourant"
FEUILLETON.
IEIISCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COÜRAUT:
Voor Ulien per week 9 Cents; per 3 me&nden s f LIO.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn 1.30.
franco per poet i I 1,65.
PRIJS DER ADYERTEOTIEN:
Van 16 regels fLOb. Iedere regal meer 0.17J. örootere letters n&ar
plaatsruimte. - Kleine adyortentiên ran 30 woorden 40 Oentaoontant; olk
tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het inoaaseoren wordt/" 0.06 berekend.
v'Onze lezers hebben dus Zaterdagavond
kun noulezen hoe wij de Humber-fiets, aio
in onze vestibule te zien is, willen doen
yinnen
In een verzegelde enveloppe is een papier
gestoken, waarop een nummer staat.
Wij vragen: welk nummer is dat? Wie
het op een aan ons Bureel te verkrijgen
i iormulier invult of het dichtst er bij is,
krijgt als belooning de Humber-fiets van
105 gulden thuis 1
Maar, zooals gezegdwij geven niet
meer dan 1050 formulieren, die op
het in dit nummer voorkomend bewijs it
10 cents per exemplaar worden afgegeven,
Uit.
Daarom kunnen wtf niet meer dan twee
formulieren op één bewijs afgevon en
iWij doen dit alléén, omdat, als broer er één
wil hebben, het zusje wellicht ook eon
kansje "fr'il wagen.
Een goede troost bestaat er echter voor
'degenen, die geen formulier machtig kunnen
.Worden. Wanneer toch blijkt, dat onze le
zers in dezo prijsvraag pleizier hebben
iets waaraan wij niet tw.'jfelen, maar dat
..wij toch altijd moeten afwachten dan
stellen wij do volgende week weer een
fiets beschikbaar, want het staat on
wrikbaar vast, zoodra de 1050 formulieren
rijn uitgereikt wordt do verkoop gestaakt.
Men vraagt ons waarom wij tot Zaterdag
wnebten met het openen van de enveloppe?
Maar wij moeten toch alle biljetten weer
terug hebben 1
Indien wij dez© echter hebben ontvangen,
dan is er geen bezwaar tot opening over
te gaan, waarvan wij echter te voren ken
nis zullen geven.
Zijn or twee, die hetzelfde nummer heb
ben, -aan moet opnieuw door deze twee
personen geraden worden.
De afgifte heeft hedenavond plaats.
Het Bureel wordt echter te zeven uren
gesloten.
Leiden, 14 Mei.
Heden mocht de boekbinder D. Meyer
den dag herdenken, dat hij 25 jaren in de
binderij van den heer A. W. Sijthoff alhier
werkzaam is. Het ontbrak hem niet aan
bewijzen van waardeering voor zijn ijver,
trouw, goede zorg en kameraadschap zoo
wel van de zijde van zijn patroons en het
kantoor- en redactie-personeel, als van dat
van binderij, zetterij en drukkerij. Met van
genegenheid getuigende toespraken we .-den
hem huldeblijken aangeboden in den vorm
yan een gouden horloge met inscriptie, en
daarbij behoorenden gouden ketting, en ma-
honio penantkastje, een dito met bruin le
der bekleeó'en ruststoel, een dito tafel en
een barometer.
De door allen geachte jubilaris, wiens
werkplaats nu versierd was, betuigde voor
de goede wenschen en stoffelijke blijken van
belangstelling zijn hartclijken dank Hem
werd gelegenheid gegeven den dag ve.dcr
in zijn familiekring door te brengen.
Ingevolge 't bepaalde bij 't 1ste lid van
art. 8 van 't gemeentewerklieden-reglement
worden de werk- en rusttijden voor eiken
tak van dienst door den directeur ge-* egsld,
onder goedkeuring van de bctrokkea com
missie van bijstand of beheer. Hoewei doer
deze bepaling het 3de lid van art. ja van
do Verordening van 18 September 1902 „ro
gelende het beheer van het openbaar slacht
huis enz.", zooals die verordening werd aan
gevuld bij die van 12 Febr. 1903, impli
cit e is vervallen, daar ook dat 3de lid een
regeling der werktijden van de stokers,
stalknechts en andere werklieden aan het
openbaar slachthuis inhoudt, zoo schijnt
het B. en Ws. toch regelmatiger het 3do
lid van art. 5a der bovongenoemde verorde
ning uitdrukkelijk af t© schaffen.
Voorts bepaalt art. 9, 1ste lid van het
werklieden-reglement, das voor eiken tak
van dienst en voor elke soort van arbeid
door den gemeenteraad een minimum
bedrag van de week-, dag- en uurloonen
wordt vastgesteld. Met dezo bepaling is in
strijd de loonsregeling in het 1ste lid van
het zooeven genoemde art. 5a, in zooverre
bij dio regeling vaste loonen worden aan
gegeven. Het zal dus noodig zijn, ten einde
art. 5a, 1ste lid, in overeenstemming te
brengen met het werklieden-reglement, de
daar aangegeven loonen als minimum-Ico
nen vast te stellen.
Op grond van het bovenstaande geven
B. en Ws. den gemeenteraad in overweging
te besluiten:
lo. tot intrekking van het 3de lid van art.
5a der veror1 ning, regelende het beheer
van heb openbaar slachthuis, enz.
2o. tot inlassching in het 1ste lid van art.
5a dor bovengenoemde verordening eub a
b en c vóór do bedragen 12.50 gulden, 10.50
gld. en 10 gld. van de woorden „ten
minste".
Nog deelen B. en Ws. mede dat de
werktijden van de portiers van „Endo-
geest" en „Rnyngeest" en van do stokers,
stalknechts en andere werklieden van het
openbaar slachthuis, door de directeuren
der betrokken inrienfcingen, onder goedkeu
ring van de betrokken commissies van -be
heer en bijstand, zijn vastgesteld op ten
hoogste 13 uur per dag, en dat deze rege
lingen, aangezien zij zijn bestemd om voor
langer dan een maand te werken en daar
tegen bij B. en Ws. gi.n bezwaar bestaat,
door hen zijn bestendigd, van welko besten
diging den Raad ingovo!-^ het voorschrift
van het laatste lid van art. 8 van het Werk-
liodenreglemont schriftelijk me-dedeoling
moet worden gedaan.
Het is B. en Ws. gebleken, dat ten
gev lgo der in cte gemeenteraadsvergade
ring van 26 April 11. gehouden stemmingen,
waarbij het voorgestelde artikel 7 der ver
ordening, houdende .wijziging der verorde
ning c"p de straat poli tie, werd verwor
pen en waarbij art. 11 der voorgestelde ver
ordening op het rijden met motorrijtuigen
en rijwielen geamendeerd werd, aanvul
ling en nadere wijziging van dio beide
verordeningen noodzakelijk geworden zijn,
ten einde te voorkomen, dat de in deze
gevallen beslissingen gevolgen zouden
hebben in strijd met de strekking der ge
nomen besluiten. Immers, wel is door
verwerping van het voormelde artikel 7,
de daarbij voorgestelde wijziging van het
bestaande art. 77bis vervalleD, maar dit
artikel zelf is, gelijk het in de verorde
ning op de sjtraatpolitievocrkcfoit, in
stand gebleven, nu het nieti vermeld
wordt onder de artikelen, die bij art. 5
der wijzigingsverordening als vervallen
Worden beschouwd. Dit artikel zal dus
alsnog moeten worden aangevuld met do
■viermbljdingi van artiktel 77bis.
Om dezeQfdo redbn moet in artikel 8,
nu artikel 7, de correspomdeerend© straf
bepaling in artikel 86 1ste lid vervallen.
Artikel 11 der voorgesteldo verordening
op het rijden met motorrijtuigen en rij
wielen dient, ten gevolge van do aanne
ming der daarop ingediende amendemen
ten, evenzeei* wijziging te ondergaan.
Zooals het nu luidt, na do toevoeging
in de 2de zinsnede van het woord „overi
ge' vóór „artikelen," zeju juist de over
treding van artikel 2, die men in verband
met de aangenomen stralverzwaring voor
overtreding door bestuurders van motor
rijtuigen in hot lsto lid, eveneens voor
wie'rijders met een, zwaarder maximum
dan van 5 wilde bedreigen, ongestraft
blijven.
Er bestaat toch veel kans, dat, wan
neer de aanhef der laatste zinsnede blijft
luiden: „die begaan door bestuurders van
rijwielen zulks alleen" als een strafbe
dreiging op de „overige" artikelen dus
met uitzondering van artikel 2 zou worden
beschouwd. Om dit te voorkomen stellen
B. en Ws. voor artikel 11 der vercTdening
op het rijden met motorrijtuigen en rijwie
len als volgt to lezen:
„De overtreding van art. 2 dejzer ver
ordening, begaan door be-stuurderte van
motorrijtuigen, wordt gestraft met (hech
tenis van ten hoogste zes dagon of geld
boete van ten hoogste vijf en twintig gul-
don dio van dc overige artikelen dezer
verordening, begaan door bestuurders van
motorrijtuigen, met een geldboete van
ten hoogste vijf en t winti j gulden.
De overtreding van do artikelen dezer
verordening, begaan door bestuurders van
rijwielen, wordt gestraft mot een geldboe
te van ten hoogste vijftien gulden."
Voorts geven B. en Ws. op grond van
het boven vormelde in overweging in ar
tikel 5 der verordeninj houdende wijziging
der verordening op de straatpolitie achter
,,74, 2de lid", in te voegen: ,,77bis" en
aan artikel 7 (oud artikel 8) dier veror
dening als 1ste lid te to voegen: „in de
bepaling van artikel 86 1ste lid vervalt het
cijfer „77 bi/s.,(i
B. en Ws. meenden in overleg met de
Commissie voor do Strafverordeningen den
Raad in de gelegenheid te moeten stellen
de beide reeds behandelde vcrordoningon,
mot inachtneming van de hiervoren aange
geven wijzigingen, opnieuw vast te stellen,
on in verband hiermede ook die, waarbij
de verordening op het wielrijcTen ingetrok
ken wordt.
De Vereeniging „Wilskracht cn Go-
nie" gaf Zaterdagavond in ,,Du Nord" een
uitvoering. Het gevorderd© seizoen bleek
op de opkomst niet zonder invloed. In zijn
welkomstwoord, waarbij de voorzitter, do
heer W. Epskainp, tevens dank bracht aan
de vertegenwoordiging van dc zustervor-
ceniging „Lycurgus", wees hij er op, dat
het misschien do aandacht zou trekken, dat
do banier ditmaal iu I© plantengroep ont
brak; maar er was reden voor. Vroeger
was ,,W. en G-" een gymnastiek- en too-
neelvereeniging, maar in den laatsten tijd
bleek voor het tooneel bij de leden te wei
nig ambitie te bestaan, zoodat besloten
werd die afdeeling to laten vervallen cn
in het vervolg te vervangen door schermen.
Spr. hoopte, dat onder leiding van den kra-
nigen directeur (den heer A. H. van Keu
len) de vereeniging weder een vernieuwden
bloei moge te gomoet gaan. Aangezien het
zien van gymnastiek een geheelen avond
wel wat eentonig zou worden, had men bij
de mandoline-club „Krebustlipo" om ccnige
nummers aangeklopt on wel met gunstigen
uitslag.
Op zijn wensch, dat, wat te zien en te
hooren zou worden gebracht, veel genoegen
zou versohaffen, volgden toejuichingen van
het publiek en fanfares van een drietal
musici, die zich bij herhaling en ter af
wisseling deden hooren.
De gymnastische werkzaamheden, zoowel
van do werkende als van dc adspirantleden,
vonden veel belangfiitcllling en werden tel
kens luid toegejuicht, terwijl dc mandoline
club, dri zich onlangs zelfstandig zoo gun
stig deed kennen, ook nu veel bijval met
haar medewerking inocgstte.
Als een bewijs van.dankbaarheid voor dio
welwillendheid werd, na een gepast woord,
door den voorzitter van ,,W. en G." en een
dame den madolincspelers en -speelsters
ieder een hcrinneringslint in dc kleuren van
die vereeniging, wit on groen, aangeboden,
voorzien van gulden letters en cijfers met
naam en datum. De voorzitter van „Kre-
bustlipo" betuigde voor deze onderschei
ding wederkcerig den dank der leden,
waarop nog een nornuïertjo werd toegegeven
en met een bal zou worden begonnen.
Op 1 Juni a. a hoopt dc heer A, H.
J. van der Horst, ohef van het vrachtgoe-
dorenbureau bij de H. IJ.-S.-M. alhier,
don dng te herdenken, waarop hij vóór 25
jaren bij genoemde Maatschappij in dienst
trad.
heroopen is bij do Neó.-Herv. Gem.
to Amersfoort, in de vacature-ds. G. W.
Vundorink, to Hoogevcen.
Zaterdagmiddag is in do kerkte Hoeve
laken het huwelijk gesloten van jhr. H. A.
Reigersberg Yersluijs cn A. Baronesse
Schimmclpenninck van der Oijo. De plech
tigheid werd nog opgeluisterd door de te
genwoordigheid van Z. K. H. den Prins
der Nederlanden, die zich met zijn adju
dant, jhr. Hooft Graafland in een rijtuig
met vier paarden van het Loo naar Hoe
velaken begeven li ad.
Het huwelijk werd voltrokken door ds.
Kijttenbelt van Hoevelaken.
Na afloop begaf de Prins zich naar den
huize „Hoevelaken", vanwaar hij later,
weer per vierspan, naar Het Loo terugge
keerd is.
Volgens ingekomen berichten bij do
intendance zal H. M. de Koningin-Moeder
den 20en Juni hot palcis te Socstdijk be
trekken.
Het staldepartement en het gevolg van
H. M. arriveeren aldaar reeds op 16 Juni.
Naar wij vernemen, zal jhr. mr. J«
J. lïochussen, pas benoemd tot onder
directeur van de Arasterdrunscho Bank,
in zijn betrekking van referendaris oil
chef van do politieke aldeeling aan het de
partement van buitenlaadsche zaken,
worden opgevolgd door jhr. mr. W. I. M.
van Eysinga, onlangs gepromoveerd tot
doctor in de staatswetenschappen cn aan
diezelfde afdecling werkzaam. („N. C.")
Aan de bibilotheek der Rijks-LTnivcr-
sitcit to Utrecht, is door mevrouw do wed.
M. Twiss, geboren Suermondt, to Utrecht,
ten geschenke aangeboden een volledige
genealogie in 15 folio dselen der familie
Boot, ongesteld door Comolis Boot, bur
gemeester van Utrecht cn eerste-bibliothe-
caris van de boekerij der hoogoschool.
De schenkster is daarvoor do dank der
Regcering betuigd. („Sb.-Ct.")
De directie der „Nieuwe Veendara-
mor Courant" stelt voor het livid end to
bepalen op -15 pCt. (over 1901 S3 1/3 i Cfc.
—Do gewone audiëntie van den minis
ter van justitie zal Woensdag 16 Mei a.s.
niet plaats hebben.
Hot stoomschip „Slofcerdijk" arriveer
de 12 Mei van Newport News te IJ muiden;
do „Oranjo", van Batavia naar Amsterdam,
vertrok 12 Mei van Singapore; do „Goen-
toer", van Rotterdam naar Batavia, is 12
Mei Kaap del Ar mi gepasseerd; do „Prinz
Eitel Friedrich", van Singapore naar Am
sterdam, is 12 Moi te Aden aangekomen.
Alfen. Met liartelijkeu dank maakte ds.
Wensinok, predikant dor Ned.-Horv. Kerk
alhier, gisteren bekend, dat hij in de af-
gcloopen week vijf gouden tientjes had ont
vangen voor do Diaconie.
Niouwowotoring. Een verzoek van O.
Straathof alhier tot overname door hot
Rijk van een hem toebehoorend tuberculeus
rund, is ingewilligd.
Bij Koninklijk besluit is, mot ingang van
1 Juli 1906, tijdelijk benoemd tot dirocteur
der tuchtschool to Ginnekcn, P. Schol tea,
gepensionncerd kapitein-luitenant tor zoo,
arrondissemenksckoolopziener, to Dor
drecht.
Toegekend de ccre-medaillo der orda
van Oranjc-Nassau, in zilver, aan den
eorgeant-majoor-instructour H. Kooy, van
het regiment grenadiers en jagers.
Aan den reserve-officior van gezondheid
2de klasse, J. A. Audier, gerekond van 10
Mei 1906, een eervol ontslag verleend uit
zijn betrekking tot d© landmacht.
De eerste luitenant J. H. Deddes, adju
dant bij hot lsto regiment vesting-artillerie,
op non-activiteit gesteld.
Adapirantingonieura voor
don Indiachoa dienst.
Bij den dienst van den Waterstaat en do
Burgerlijke Openbare Werken in Nodcr-
landsch-Indië kunnen worden geplaatst
zeven adspirant-ingenicurs.
Zij, die voor plaatsing in aanmerking
wenschen to komen, behooren zich vóór 15
Juli, bij gezegeld adres, te wenden tot het
Departement van Koloniën.
Nadere bijzonderheden bevat de „Staats
courant" No. Hl.
13)
„Maar, Adat ik bemin hem niet; kan,
mag ik hom trouwen?"
„Dwaas kind, alsof dat noodig was! Dat
komt vanzelf in het huwelijk. Je onervaren
hartje zal den baronet niet lang weerstand
bieden. Bovendien, May, welke eischen stel
•jo aan het leven? Word het daaromtrent
toch met je zelve eens! Je vraagt, of je
mijnheer William kunt of moogt trouwen:
jo bedoelt daar toch niet mees dat je moogt
aarzelen zijn voorstel aan te nemen? Wacht
je op een schitterender partij? Do hoop is
bedrieglijk; verspeel dus niet wat je zeker
in jo hand hebt
„Ada, wat zoudt gij in mijn plaats
doen V'
„Eenvoudig.dat, dat ik doen zou als mijn
heer William mij ten huwelijk gevraagd had
in plaats van jou. Ik zou met vreugde mijn
jawoord geven."
„Ook... ook als jo... als je aan een an
der dacht?"
„Ook dan. Zelfs wanneer ik dien ander
met al do kracht mijner ziel liefhad... Bij
jou komt dat niet in aanmerking, zusje.
Kijk, May, je kent onzen financieelen toe
stand. Wat moet daarvan terecht komen?
Ik vraag niet, of dat niet anders zijn kon,
doch neem het, zooals het is. Zoo ge Wil
liam afwijst, wat dan? De lijfrente van
onze moeder is ternauwernood voor haar
alleen toereikend."
„Ada, wij zijn jong; wij kunnen werken.
Duizenden meisjes moeten zdchzelven onder
houden
„Dezen zijn van jongs af er voor groot
gebracht om hun brood te verdienen. Wil
je onderwijzeres, gouvernante worden,
May? Gij, met jo zachtaardig karakter, je
fijngevoelend hart? Weet je wat het zeggen
wil, d^'or kinderen, die in afkomst en opvoe
ding ver heneden ons staan, met kwetsen-
den hoogmoed behandeld te worden, omdat
zij rijker zijn dan wij Kind, kind, je weet
niet wat de strijd om het dagelijksch brood
beteckent! Hoe spoedig zoudt go daaronder
bezwijkenNeen,neen, onbemiddelde doch
ters uit goedo familién als wij mogen niet
do stem haars harten volgen: zij moeten
aan het strengo gebod van verstand en
plicht gehoorzamen."
May glimlachte somber. „Is dat niet een
ruw levenspad Ada?" vroeg zij.
„Wel mogelijk; toch zou ik het inslaan,
zonder aarzelen. Eén ding zou ik je nog
willen vragen: hoe denkt ge u ons huiselijk
leven met met mama voor te stellen, in
geval je dat verzoek van de hand wijst?
En hoelang zou papa wel den ondergang
van ons vermogen overleven? Doch waarom
ons met zulke ongegronde bezorgdheid ai-
matten? Jo thee wordt koud en eten moet
je ook; de heer William mag je morgen
niet bleek en ontdaan aantreffen."
Haar vaderHoe had May hem kunnen
vergeten, aan zelfzuchtige gedachten kun-
.nen toegevenZij wist immers, dat hij
sinds jaren lijdend, alle opwinding schade
lijk voor hem wasHoezeer was zijn toe
stand vererge. d sinds dat onverkwikkelijk
tooneel, door de onvoldoende geldmiddelen
to voorschijn geroepen 1 En nu stond het in
haar macht aan dat alles een einde te ma
ken, de zorgen haars vaders weg te nemen.
Had haar moeder niet uitdrukkelijk verze
kerd, dat zij geheel en al in de hand van
William waren? Ach, waarom had deze niet
haar schoon© zuster gekozen in plaats van
haar! Wat kon hem toch in zoo'n onbedui
dend meisje behagen? Ada zou den baro
net gaarne haar jawoord gegeven hebben,
zij had het immers zelf gezegd. Dat zij
(May) evenzoo handelen zou, beschouwde
zij als iets, dat vanzelf 6prak.
Als May weigerde de gade van William
te worden, dan was zij natuurlijkerwijze
voor de gevolgen van haar daad verant
woordelijk- Aan haar de schuld van den
ondergang van haar familie; om harentwil
moest Ada het brood der afhankelijkheid
eten, haar moeder in "nooddruft leven cn
dan haar oude vader, aan wien zij
met geheel haar hart gehecht was l Had
niet Jessies vader, de eenvoudige arbeider
haar onlangs gezegd, dat kinderen niet
wisten, hoo gelukkig of ongelukkig zij hun
ouders kunnen maken? Haar vader geluk
kig te maken, zoo gelukkig als zij kon
dat was voorzeker haar eerste, haar hei
ligste plicht.
Zoo zij Williams hand afsloeg, welke re
den moest zij daarvoor aangeven? May was
te jong, te onervaren, om haar eigen hart
te kunnen peilen, om de taal te kunnen
verstaan, die een trouw oogenpaar zoo
openhartig tot haar gesproken had. Reeds
bij de gedachte aan den bezitter dier
oogen overtoog een verraderlijke blos haar
tccdere wangen. Had de gedachte aan
„hem" niet iets onmeisjesachtigs Wist zij
dan, of die ander wel eens om haar gaf?
Oprecht wilde zij William zeggen, dat zij
hem niet beminde; zoo hij desniettemin
haar hand begeerde, dan moest zij in de
eerste plaats aan haar vader denken.
Die ongewone gemoedsbeweging verjoeg
den slaap uit May's oogen; eerst tegen
den morgen sluimerde zij in. Toen zij ont
waakte, zat Ada bij haar bed; verschrokken
wilde het meisje haar legerstede verlaten.
Glimlachend drukte haar zuster haar weer
in de kussens neer. „Blijf kalm, j© hebt
rust noodig en ik was blij, dat je zoo goed
sliep", zoide juffrouw Greville. „Nu ga ik
ja ontbijt halen, en dan zal ik later je
haar in ordo brengen". Zij vertrok.
May wist piet, wat haar overkwam. Ada,
die anders zoo naijverig over haar voorrech
ten als oudste zuster waakte, wildé haar
bedienen? Was do wereld dan omgekeerd?
Daar kwamen haar de gebeurtenissen van
den vorigen dag in de gedachte. Maar ver-
dor kon zij niet denken. Reeds kwam baar
moeder de kamer binnenstappen. „Mijn
liof kind, heb je wèl gerust?" riep zij, haar
dochter teedor omvattend. „Blijf bedaard,
mijn schat, wij hebben tijd genoeg Later
helpt Ada je bij het aankleeden, ik heb je
goed al bij elkaar gelogd. Daarna wenscht
je vader met je te spreken; een paar woor
den maar, voor den vorm"
Ada kwam terug, op den voet gevolgd
door een dienstbode met het rijk bezotte
theeblad. Nog nooit waren May zulke lek
kernijen voor ontbijt aangeboden. Mevrouw
Grovillo lachte haar to?. „Eet, mijn doch
tertje!" sprak zij, „jo hebt om dio nare
hoofdpijn gisteren het middagmaal ver
zuimd". May's bord word volgestapeld, en
zij had noch achttien jaar cud, noch zoo
uitgehongerd moeten zijn als zij was, om
de verzoeking te weerstaan.
Middelerwijl putte mevrouw Greville zich
uit in een onafgebroken beschrijving van de
schitterende toekomst harer dochter. May,
luisterde er slechts weinig naar. Was heb
dan reeds beslist, dat zij mevrouw Mark
ham worden moest? Waren anderen gerech
tigd zoo kort en bondig over haar toekomst
te beschikken? Had zij ook hier eenvoudig
te gehoorzamen?
Te rechter tijd werd mevrouw Grevil'o
weggeroopc-n; Ada, dio haar zuster beter
kende, zweeg, tot de storm in May's ziol
bedaard was. Toen de gezusters do trap af
gingen, fluisterde Ada aan de deur der stu
deerkamer May enkol deze woorden in het
oor: „Vergeet niet, mijn sokat, dat het go-
luk, misschien het leven van onzon vader in
jo hand ligt."
Toen de heer Greville haar het huwelijks
aanzoek van den hcor Wiiliam mededeelde,
antwoordde May kalm, dat zij bereid was
het aan to nemen.
„Overhaast jc niet, mijn kind 1" ver
maande haar vader. „Tegen het karakter
van den baronet is wel is waar niéts in te
brengen, cn do positie, die hij jo aanbiedt,
is schitterendmaar je bent nog zeer jong
en ik had gewenscht, dat jo eerst over ccni
ge jaren jo voor je leven verbinden zou.
Mijnheer William is veel ouder dan jij".
„Dan bezit hij zeker de ervaring, die mij
ontbreekt, vader".
„May, het huwelijk is een ernstige stap,
die niet ongedaan kan gemaakt worden.
Kun je er do gevolgen wel van overzien 1
Laat je niet door raadgevingen van ando
ren overhalen, door schitterende vooruit
zichten verlokken."
(Wordê Vervolgd*)