N». 14178 Rlaaiidas; 14 IMLei,. Aö. 1906. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. f Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. De Humberflets. Uit de „Staatscourant" FEUILLETON. IEIISCH DAGBLAD PRIJS DEZER COÜRAUT: Voor Ulien per week 9 Cents; per 3 me&nden s f LIO. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn 1.30. franco per poet i I 1,65. PRIJS DER ADYERTEOTIEN: Van 16 regels fLOb. Iedere regal meer 0.17J. örootere letters n&ar plaatsruimte. - Kleine adyortentiên ran 30 woorden 40 Oentaoontant; olk tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het inoaaseoren wordt/" 0.06 berekend. v'Onze lezers hebben dus Zaterdagavond kun noulezen hoe wij de Humber-fiets, aio in onze vestibule te zien is, willen doen yinnen In een verzegelde enveloppe is een papier gestoken, waarop een nummer staat. Wij vragen: welk nummer is dat? Wie het op een aan ons Bureel te verkrijgen i iormulier invult of het dichtst er bij is, krijgt als belooning de Humber-fiets van 105 gulden thuis 1 Maar, zooals gezegdwij geven niet meer dan 1050 formulieren, die op het in dit nummer voorkomend bewijs it 10 cents per exemplaar worden afgegeven, Uit. Daarom kunnen wtf niet meer dan twee formulieren op één bewijs afgevon en iWij doen dit alléén, omdat, als broer er één wil hebben, het zusje wellicht ook eon kansje "fr'il wagen. Een goede troost bestaat er echter voor 'degenen, die geen formulier machtig kunnen .Worden. Wanneer toch blijkt, dat onze le zers in dezo prijsvraag pleizier hebben iets waaraan wij niet tw.'jfelen, maar dat ..wij toch altijd moeten afwachten dan stellen wij do volgende week weer een fiets beschikbaar, want het staat on wrikbaar vast, zoodra de 1050 formulieren rijn uitgereikt wordt do verkoop gestaakt. Men vraagt ons waarom wij tot Zaterdag wnebten met het openen van de enveloppe? Maar wij moeten toch alle biljetten weer terug hebben 1 Indien wij dez© echter hebben ontvangen, dan is er geen bezwaar tot opening over te gaan, waarvan wij echter te voren ken nis zullen geven. Zijn or twee, die hetzelfde nummer heb ben, -aan moet opnieuw door deze twee personen geraden worden. De afgifte heeft hedenavond plaats. Het Bureel wordt echter te zeven uren gesloten. Leiden, 14 Mei. Heden mocht de boekbinder D. Meyer den dag herdenken, dat hij 25 jaren in de binderij van den heer A. W. Sijthoff alhier werkzaam is. Het ontbrak hem niet aan bewijzen van waardeering voor zijn ijver, trouw, goede zorg en kameraadschap zoo wel van de zijde van zijn patroons en het kantoor- en redactie-personeel, als van dat van binderij, zetterij en drukkerij. Met van genegenheid getuigende toespraken we .-den hem huldeblijken aangeboden in den vorm yan een gouden horloge met inscriptie, en daarbij behoorenden gouden ketting, en ma- honio penantkastje, een dito met bruin le der bekleeó'en ruststoel, een dito tafel en een barometer. De door allen geachte jubilaris, wiens werkplaats nu versierd was, betuigde voor de goede wenschen en stoffelijke blijken van belangstelling zijn hartclijken dank Hem werd gelegenheid gegeven den dag ve.dcr in zijn familiekring door te brengen. Ingevolge 't bepaalde bij 't 1ste lid van art. 8 van 't gemeentewerklieden-reglement worden de werk- en rusttijden voor eiken tak van dienst door den directeur ge-* egsld, onder goedkeuring van de bctrokkea com missie van bijstand of beheer. Hoewei doer deze bepaling het 3de lid van art. ja van do Verordening van 18 September 1902 „ro gelende het beheer van het openbaar slacht huis enz.", zooals die verordening werd aan gevuld bij die van 12 Febr. 1903, impli cit e is vervallen, daar ook dat 3de lid een regeling der werktijden van de stokers, stalknechts en andere werklieden aan het openbaar slachthuis inhoudt, zoo schijnt het B. en Ws. toch regelmatiger het 3do lid van art. 5a der bovongenoemde verorde ning uitdrukkelijk af t© schaffen. Voorts bepaalt art. 9, 1ste lid van het werklieden-reglement, das voor eiken tak van dienst en voor elke soort van arbeid door den gemeenteraad een minimum bedrag van de week-, dag- en uurloonen wordt vastgesteld. Met dezo bepaling is in strijd de loonsregeling in het 1ste lid van het zooeven genoemde art. 5a, in zooverre bij dio regeling vaste loonen worden aan gegeven. Het zal dus noodig zijn, ten einde art. 5a, 1ste lid, in overeenstemming te brengen met het werklieden-reglement, de daar aangegeven loonen als minimum-Ico nen vast te stellen. Op grond van het bovenstaande geven B. en Ws. den gemeenteraad in overweging te besluiten: lo. tot intrekking van het 3de lid van art. 5a der veror1 ning, regelende het beheer van heb openbaar slachthuis, enz. 2o. tot inlassching in het 1ste lid van art. 5a dor bovengenoemde verordening eub a b en c vóór do bedragen 12.50 gulden, 10.50 gld. en 10 gld. van de woorden „ten minste". Nog deelen B. en Ws. mede dat de werktijden van de portiers van „Endo- geest" en „Rnyngeest" en van do stokers, stalknechts en andere werklieden van het openbaar slachthuis, door de directeuren der betrokken inrienfcingen, onder goedkeu ring van de betrokken commissies van -be heer en bijstand, zijn vastgesteld op ten hoogste 13 uur per dag, en dat deze rege lingen, aangezien zij zijn bestemd om voor langer dan een maand te werken en daar tegen bij B. en Ws. gi.n bezwaar bestaat, door hen zijn bestendigd, van welko besten diging den Raad ingovo!-^ het voorschrift van het laatste lid van art. 8 van het Werk- liodenreglemont schriftelijk me-dedeoling moet worden gedaan. Het is B. en Ws. gebleken, dat ten gev lgo der in cte gemeenteraadsvergade ring van 26 April 11. gehouden stemmingen, waarbij het voorgestelde artikel 7 der ver ordening, houdende .wijziging der verorde ning c"p de straat poli tie, werd verwor pen en waarbij art. 11 der voorgestelde ver ordening op het rijden met motorrijtuigen en rijwielen geamendeerd werd, aanvul ling en nadere wijziging van dio beide verordeningen noodzakelijk geworden zijn, ten einde te voorkomen, dat de in deze gevallen beslissingen gevolgen zouden hebben in strijd met de strekking der ge nomen besluiten. Immers, wel is door verwerping van het voormelde artikel 7, de daarbij voorgestelde wijziging van het bestaande art. 77bis vervalleD, maar dit artikel zelf is, gelijk het in de verorde ning op de sjtraatpolitievocrkcfoit, in stand gebleven, nu het nieti vermeld wordt onder de artikelen, die bij art. 5 der wijzigingsverordening als vervallen Worden beschouwd. Dit artikel zal dus alsnog moeten worden aangevuld met do ■viermbljdingi van artiktel 77bis. Om dezeQfdo redbn moet in artikel 8, nu artikel 7, de correspomdeerend© straf bepaling in artikel 86 1ste lid vervallen. Artikel 11 der voorgesteldo verordening op het rijden met motorrijtuigen en rij wielen dient, ten gevolge van do aanne ming der daarop ingediende amendemen ten, evenzeei* wijziging te ondergaan. Zooals het nu luidt, na do toevoeging in de 2de zinsnede van het woord „overi ge' vóór „artikelen," zeju juist de over treding van artikel 2, die men in verband met de aangenomen stralverzwaring voor overtreding door bestuurders van motor rijtuigen in hot lsto lid, eveneens voor wie'rijders met een, zwaarder maximum dan van 5 wilde bedreigen, ongestraft blijven. Er bestaat toch veel kans, dat, wan neer de aanhef der laatste zinsnede blijft luiden: „die begaan door bestuurders van rijwielen zulks alleen" als een strafbe dreiging op de „overige" artikelen dus met uitzondering van artikel 2 zou worden beschouwd. Om dit te voorkomen stellen B. en Ws. voor artikel 11 der vercTdening op het rijden met motorrijtuigen en rijwie len als volgt to lezen: „De overtreding van art. 2 dejzer ver ordening, begaan door be-stuurderte van motorrijtuigen, wordt gestraft met (hech tenis van ten hoogste zes dagon of geld boete van ten hoogste vijf en twintig gul- don dio van dc overige artikelen dezer verordening, begaan door bestuurders van motorrijtuigen, met een geldboete van ten hoogste vijf en t winti j gulden. De overtreding van do artikelen dezer verordening, begaan door bestuurders van rijwielen, wordt gestraft mot een geldboe te van ten hoogste vijftien gulden." Voorts geven B. en Ws. op grond van het boven vormelde in overweging in ar tikel 5 der verordeninj houdende wijziging der verordening op de straatpolitie achter ,,74, 2de lid", in te voegen: ,,77bis" en aan artikel 7 (oud artikel 8) dier veror dening als 1ste lid te to voegen: „in de bepaling van artikel 86 1ste lid vervalt het cijfer „77 bi/s.,(i B. en Ws. meenden in overleg met de Commissie voor do Strafverordeningen den Raad in de gelegenheid te moeten stellen de beide reeds behandelde vcrordoningon, mot inachtneming van de hiervoren aange geven wijzigingen, opnieuw vast te stellen, on in verband hiermede ook die, waarbij de verordening op het wielrijcTen ingetrok ken wordt. De Vereeniging „Wilskracht cn Go- nie" gaf Zaterdagavond in ,,Du Nord" een uitvoering. Het gevorderd© seizoen bleek op de opkomst niet zonder invloed. In zijn welkomstwoord, waarbij de voorzitter, do heer W. Epskainp, tevens dank bracht aan de vertegenwoordiging van dc zustervor- ceniging „Lycurgus", wees hij er op, dat het misschien do aandacht zou trekken, dat do banier ditmaal iu I© plantengroep ont brak; maar er was reden voor. Vroeger was ,,W. en G-" een gymnastiek- en too- neelvereeniging, maar in den laatsten tijd bleek voor het tooneel bij de leden te wei nig ambitie te bestaan, zoodat besloten werd die afdeeling to laten vervallen cn in het vervolg te vervangen door schermen. Spr. hoopte, dat onder leiding van den kra- nigen directeur (den heer A. H. van Keu len) de vereeniging weder een vernieuwden bloei moge te gomoet gaan. Aangezien het zien van gymnastiek een geheelen avond wel wat eentonig zou worden, had men bij de mandoline-club „Krebustlipo" om ccnige nummers aangeklopt on wel met gunstigen uitslag. Op zijn wensch, dat, wat te zien en te hooren zou worden gebracht, veel genoegen zou versohaffen, volgden toejuichingen van het publiek en fanfares van een drietal musici, die zich bij herhaling en ter af wisseling deden hooren. De gymnastische werkzaamheden, zoowel van do werkende als van dc adspirantleden, vonden veel belangfiitcllling en werden tel kens luid toegejuicht, terwijl dc mandoline club, dri zich onlangs zelfstandig zoo gun stig deed kennen, ook nu veel bijval met haar medewerking inocgstte. Als een bewijs van.dankbaarheid voor dio welwillendheid werd, na een gepast woord, door den voorzitter van ,,W. en G." en een dame den madolincspelers en -speelsters ieder een hcrinneringslint in dc kleuren van die vereeniging, wit on groen, aangeboden, voorzien van gulden letters en cijfers met naam en datum. De voorzitter van „Kre- bustlipo" betuigde voor deze onderschei ding wederkcerig den dank der leden, waarop nog een nornuïertjo werd toegegeven en met een bal zou worden begonnen. Op 1 Juni a. a hoopt dc heer A, H. J. van der Horst, ohef van het vrachtgoe- dorenbureau bij de H. IJ.-S.-M. alhier, don dng te herdenken, waarop hij vóór 25 jaren bij genoemde Maatschappij in dienst trad. heroopen is bij do Neó.-Herv. Gem. to Amersfoort, in de vacature-ds. G. W. Vundorink, to Hoogevcen. Zaterdagmiddag is in do kerkte Hoeve laken het huwelijk gesloten van jhr. H. A. Reigersberg Yersluijs cn A. Baronesse Schimmclpenninck van der Oijo. De plech tigheid werd nog opgeluisterd door de te genwoordigheid van Z. K. H. den Prins der Nederlanden, die zich met zijn adju dant, jhr. Hooft Graafland in een rijtuig met vier paarden van het Loo naar Hoe velaken begeven li ad. Het huwelijk werd voltrokken door ds. Kijttenbelt van Hoevelaken. Na afloop begaf de Prins zich naar den huize „Hoevelaken", vanwaar hij later, weer per vierspan, naar Het Loo terugge keerd is. Volgens ingekomen berichten bij do intendance zal H. M. de Koningin-Moeder den 20en Juni hot palcis te Socstdijk be trekken. Het staldepartement en het gevolg van H. M. arriveeren aldaar reeds op 16 Juni. Naar wij vernemen, zal jhr. mr. J« J. lïochussen, pas benoemd tot onder directeur van de Arasterdrunscho Bank, in zijn betrekking van referendaris oil chef van do politieke aldeeling aan het de partement van buitenlaadsche zaken, worden opgevolgd door jhr. mr. W. I. M. van Eysinga, onlangs gepromoveerd tot doctor in de staatswetenschappen cn aan diezelfde afdecling werkzaam. („N. C.") Aan de bibilotheek der Rijks-LTnivcr- sitcit to Utrecht, is door mevrouw do wed. M. Twiss, geboren Suermondt, to Utrecht, ten geschenke aangeboden een volledige genealogie in 15 folio dselen der familie Boot, ongesteld door Comolis Boot, bur gemeester van Utrecht cn eerste-bibliothe- caris van de boekerij der hoogoschool. De schenkster is daarvoor do dank der Regcering betuigd. („Sb.-Ct.") De directie der „Nieuwe Veendara- mor Courant" stelt voor het livid end to bepalen op -15 pCt. (over 1901 S3 1/3 i Cfc. —Do gewone audiëntie van den minis ter van justitie zal Woensdag 16 Mei a.s. niet plaats hebben. Hot stoomschip „Slofcerdijk" arriveer de 12 Mei van Newport News te IJ muiden; do „Oranjo", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 12 Mei van Singapore; do „Goen- toer", van Rotterdam naar Batavia, is 12 Mei Kaap del Ar mi gepasseerd; do „Prinz Eitel Friedrich", van Singapore naar Am sterdam, is 12 Moi te Aden aangekomen. Alfen. Met liartelijkeu dank maakte ds. Wensinok, predikant dor Ned.-Horv. Kerk alhier, gisteren bekend, dat hij in de af- gcloopen week vijf gouden tientjes had ont vangen voor do Diaconie. Niouwowotoring. Een verzoek van O. Straathof alhier tot overname door hot Rijk van een hem toebehoorend tuberculeus rund, is ingewilligd. Bij Koninklijk besluit is, mot ingang van 1 Juli 1906, tijdelijk benoemd tot dirocteur der tuchtschool to Ginnekcn, P. Schol tea, gepensionncerd kapitein-luitenant tor zoo, arrondissemenksckoolopziener, to Dor drecht. Toegekend de ccre-medaillo der orda van Oranjc-Nassau, in zilver, aan den eorgeant-majoor-instructour H. Kooy, van het regiment grenadiers en jagers. Aan den reserve-officior van gezondheid 2de klasse, J. A. Audier, gerekond van 10 Mei 1906, een eervol ontslag verleend uit zijn betrekking tot d© landmacht. De eerste luitenant J. H. Deddes, adju dant bij hot lsto regiment vesting-artillerie, op non-activiteit gesteld. Adapirantingonieura voor don Indiachoa dienst. Bij den dienst van den Waterstaat en do Burgerlijke Openbare Werken in Nodcr- landsch-Indië kunnen worden geplaatst zeven adspirant-ingenicurs. Zij, die voor plaatsing in aanmerking wenschen to komen, behooren zich vóór 15 Juli, bij gezegeld adres, te wenden tot het Departement van Koloniën. Nadere bijzonderheden bevat de „Staats courant" No. Hl. 13) „Maar, Adat ik bemin hem niet; kan, mag ik hom trouwen?" „Dwaas kind, alsof dat noodig was! Dat komt vanzelf in het huwelijk. Je onervaren hartje zal den baronet niet lang weerstand bieden. Bovendien, May, welke eischen stel •jo aan het leven? Word het daaromtrent toch met je zelve eens! Je vraagt, of je mijnheer William kunt of moogt trouwen: jo bedoelt daar toch niet mees dat je moogt aarzelen zijn voorstel aan te nemen? Wacht je op een schitterender partij? Do hoop is bedrieglijk; verspeel dus niet wat je zeker in jo hand hebt „Ada, wat zoudt gij in mijn plaats doen V' „Eenvoudig.dat, dat ik doen zou als mijn heer William mij ten huwelijk gevraagd had in plaats van jou. Ik zou met vreugde mijn jawoord geven." „Ook... ook als jo... als je aan een an der dacht?" „Ook dan. Zelfs wanneer ik dien ander met al do kracht mijner ziel liefhad... Bij jou komt dat niet in aanmerking, zusje. Kijk, May, je kent onzen financieelen toe stand. Wat moet daarvan terecht komen? Ik vraag niet, of dat niet anders zijn kon, doch neem het, zooals het is. Zoo ge Wil liam afwijst, wat dan? De lijfrente van onze moeder is ternauwernood voor haar alleen toereikend." „Ada, wij zijn jong; wij kunnen werken. Duizenden meisjes moeten zdchzelven onder houden „Dezen zijn van jongs af er voor groot gebracht om hun brood te verdienen. Wil je onderwijzeres, gouvernante worden, May? Gij, met jo zachtaardig karakter, je fijngevoelend hart? Weet je wat het zeggen wil, d^'or kinderen, die in afkomst en opvoe ding ver heneden ons staan, met kwetsen- den hoogmoed behandeld te worden, omdat zij rijker zijn dan wij Kind, kind, je weet niet wat de strijd om het dagelijksch brood beteckent! Hoe spoedig zoudt go daaronder bezwijkenNeen,neen, onbemiddelde doch ters uit goedo familién als wij mogen niet do stem haars harten volgen: zij moeten aan het strengo gebod van verstand en plicht gehoorzamen." May glimlachte somber. „Is dat niet een ruw levenspad Ada?" vroeg zij. „Wel mogelijk; toch zou ik het inslaan, zonder aarzelen. Eén ding zou ik je nog willen vragen: hoe denkt ge u ons huiselijk leven met met mama voor te stellen, in geval je dat verzoek van de hand wijst? En hoelang zou papa wel den ondergang van ons vermogen overleven? Doch waarom ons met zulke ongegronde bezorgdheid ai- matten? Jo thee wordt koud en eten moet je ook; de heer William mag je morgen niet bleek en ontdaan aantreffen." Haar vaderHoe had May hem kunnen vergeten, aan zelfzuchtige gedachten kun- .nen toegevenZij wist immers, dat hij sinds jaren lijdend, alle opwinding schade lijk voor hem wasHoezeer was zijn toe stand vererge. d sinds dat onverkwikkelijk tooneel, door de onvoldoende geldmiddelen to voorschijn geroepen 1 En nu stond het in haar macht aan dat alles een einde te ma ken, de zorgen haars vaders weg te nemen. Had haar moeder niet uitdrukkelijk verze kerd, dat zij geheel en al in de hand van William waren? Ach, waarom had deze niet haar schoon© zuster gekozen in plaats van haar! Wat kon hem toch in zoo'n onbedui dend meisje behagen? Ada zou den baro net gaarne haar jawoord gegeven hebben, zij had het immers zelf gezegd. Dat zij (May) evenzoo handelen zou, beschouwde zij als iets, dat vanzelf 6prak. Als May weigerde de gade van William te worden, dan was zij natuurlijkerwijze voor de gevolgen van haar daad verant woordelijk- Aan haar de schuld van den ondergang van haar familie; om harentwil moest Ada het brood der afhankelijkheid eten, haar moeder in "nooddruft leven cn dan haar oude vader, aan wien zij met geheel haar hart gehecht was l Had niet Jessies vader, de eenvoudige arbeider haar onlangs gezegd, dat kinderen niet wisten, hoo gelukkig of ongelukkig zij hun ouders kunnen maken? Haar vader geluk kig te maken, zoo gelukkig als zij kon dat was voorzeker haar eerste, haar hei ligste plicht. Zoo zij Williams hand afsloeg, welke re den moest zij daarvoor aangeven? May was te jong, te onervaren, om haar eigen hart te kunnen peilen, om de taal te kunnen verstaan, die een trouw oogenpaar zoo openhartig tot haar gesproken had. Reeds bij de gedachte aan den bezitter dier oogen overtoog een verraderlijke blos haar tccdere wangen. Had de gedachte aan „hem" niet iets onmeisjesachtigs Wist zij dan, of die ander wel eens om haar gaf? Oprecht wilde zij William zeggen, dat zij hem niet beminde; zoo hij desniettemin haar hand begeerde, dan moest zij in de eerste plaats aan haar vader denken. Die ongewone gemoedsbeweging verjoeg den slaap uit May's oogen; eerst tegen den morgen sluimerde zij in. Toen zij ont waakte, zat Ada bij haar bed; verschrokken wilde het meisje haar legerstede verlaten. Glimlachend drukte haar zuster haar weer in de kussens neer. „Blijf kalm, j© hebt rust noodig en ik was blij, dat je zoo goed sliep", zoide juffrouw Greville. „Nu ga ik ja ontbijt halen, en dan zal ik later je haar in ordo brengen". Zij vertrok. May wist piet, wat haar overkwam. Ada, die anders zoo naijverig over haar voorrech ten als oudste zuster waakte, wildé haar bedienen? Was do wereld dan omgekeerd? Daar kwamen haar de gebeurtenissen van den vorigen dag in de gedachte. Maar ver- dor kon zij niet denken. Reeds kwam baar moeder de kamer binnenstappen. „Mijn liof kind, heb je wèl gerust?" riep zij, haar dochter teedor omvattend. „Blijf bedaard, mijn schat, wij hebben tijd genoeg Later helpt Ada je bij het aankleeden, ik heb je goed al bij elkaar gelogd. Daarna wenscht je vader met je te spreken; een paar woor den maar, voor den vorm" Ada kwam terug, op den voet gevolgd door een dienstbode met het rijk bezotte theeblad. Nog nooit waren May zulke lek kernijen voor ontbijt aangeboden. Mevrouw Grovillo lachte haar to?. „Eet, mijn doch tertje!" sprak zij, „jo hebt om dio nare hoofdpijn gisteren het middagmaal ver zuimd". May's bord word volgestapeld, en zij had noch achttien jaar cud, noch zoo uitgehongerd moeten zijn als zij was, om de verzoeking te weerstaan. Middelerwijl putte mevrouw Greville zich uit in een onafgebroken beschrijving van de schitterende toekomst harer dochter. May, luisterde er slechts weinig naar. Was heb dan reeds beslist, dat zij mevrouw Mark ham worden moest? Waren anderen gerech tigd zoo kort en bondig over haar toekomst te beschikken? Had zij ook hier eenvoudig te gehoorzamen? Te rechter tijd werd mevrouw Grevil'o weggeroopc-n; Ada, dio haar zuster beter kende, zweeg, tot de storm in May's ziol bedaard was. Toen de gezusters do trap af gingen, fluisterde Ada aan de deur der stu deerkamer May enkol deze woorden in het oor: „Vergeet niet, mijn sokat, dat het go- luk, misschien het leven van onzon vader in jo hand ligt." Toen de heer Greville haar het huwelijks aanzoek van den hcor Wiiliam mededeelde, antwoordde May kalm, dat zij bereid was het aan to nemen. „Overhaast jc niet, mijn kind 1" ver maande haar vader. „Tegen het karakter van den baronet is wel is waar niéts in te brengen, cn do positie, die hij jo aanbiedt, is schitterendmaar je bent nog zeer jong en ik had gewenscht, dat jo eerst over ccni ge jaren jo voor je leven verbinden zou. Mijnheer William is veel ouder dan jij". „Dan bezit hij zeker de ervaring, die mij ontbreekt, vader". „May, het huwelijk is een ernstige stap, die niet ongedaan kan gemaakt worden. Kun je er do gevolgen wel van overzien 1 Laat je niet door raadgevingen van ando ren overhalen, door schitterende vooruit zichten verlokken." (Wordê Vervolgd*)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 1