No. 14177.
LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 12 Mal. - TW£EDE BLAD.
Anno 190G.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
iEkAATST.
Do »H aagsche Courant'' sprak
brer de samenstelling van de
@etneenteradon.
Zij wijt do langzame afdoeniüg der zaken
Üoor den Haagschen ï^aad, welken zij als
voorbeeld neemt, aan het stelsel der Ge
meentewet. Tal van onderwerpen behooröon
slechts formeel aan do beslissing van den
Gemeenteraad onderworpen to zijn, maar,
althans in een grooto gemeente, feitelijk
'aan hot Uitvoerend Gezag te moeten wor
den ovorgelaten.
De bevoegdheden van den Raad cn van
bot Dagelijksch Bestuur behoeven dringefld
yerandcring, zegt het blad.
,,Dwaas is, dat de wetgever, die de be
noeming van bijna alle ambtenaren aan B.
Cn Ws. opdroeg, van onzen Raad ongeveer
een hallfimr per zitting eischt voor het
{benoemen van onderwijzeressen in handwer
ken e.d. wat onder 'sRaads recht van ver
ordenen cn onder de controle van zijn in-
terpcllatïerecht, ingeval van misbruik, veilig
'fcan B. en Ws. ken worden overgelaten.
Noodeloos belemmerend zijn een aantal
yorplichte goedkeuringen op allerlei zaken
yan uitvoering: bet verhuren van een stuk
'duingrond, het afkoopen van een grondren
te, het vernoemen van een straat, het ma^en
van ccn uitbouw tje van 0.17 vierk. Meter,
het koopen van een dozijn schoolbanken
(al of niet uit leening) en dergelijke dingen
gnecr.
Schadelijk, daarentegen, is het, dab Loos-
'duinen, Rijswijk of Yoofrburg, sterk in
'eigen gemeentelijke autonomie, allerlei
dingen kan of zou kunnen doen, die het al-
gomecn belang dor aangrenzende grc'ote
gemeenschap benadeelen, on gelegenheid
geven of kunnen geven om parasïetisch
te loven op kosten van de groote zuster,
zonder ia de uitgaven harer huishouding
bij te dragen, waarvan Amsterdam en Rot
terdam met haar „forensen" (uitwonende
ingezetenen) de lasten ruimschoots Onder-
yinden.
Zeer dringend noodig wordt het daarom
en de Woningwet met haar bepalingen
omtrent do uitbreiding der steden bewees
dit alweer eens krachtig een wijziging in
de Gemeentewet te brengen, waardoor voor
de groote steden moj- haar omgeving van
dorpen, die de bebouwde kom naderen, een
ander bestuur wordt ingesteld, dat wij ons
cenigermate ingericht denken als hét Pro
vinciaal bestuur, met een voor de looponde
zaken ruim bevoegd Gedeputeerd college
(i.e. bijv. samen te stellen uit de burge
meesters en wethouders van zulk een com
plex van gemeenten) en daarnevens de
tegenwoordige Raden, die over bepaald
aangewezen groepen van grootere belangen
beslissen, gelijk nu j?rov. Staten dit doen
yoor zaken van provinciaal belang.
De Gemeenteraden zouden, daardoor ont
heven van allerlei inmenging in zaken van
uitvoering, zich ernstiger en degelijker met
do groote, algcmecnc belangeu kunnen be
zighouden, en do Dag. Besturen zouden
zich doelmatiger door al de loopendo zaken
kunnen heenwerken en dus ook meer tijd
beschikbaar houd eh voor het 'behartigen
van dc groote zakenterwijl do verplichte
samenwerking tusschen de naburen een
waarborg geven zou voor eenheid in het
regelen van do gemeenschappelijke belan
gen, waarbij nu vaak strijd bestaat of al
thans mcgelijk is."
Er is ook een andere verbetering noodig,
dio een waarborg geeFt voor een degelijker
samenstelling van onze Gemeenteraden. _.cn
der grootst© gebreken is gebleken de split
sing van de grootere gemeenten in afzon
derlijke kiesdistricten voor don Raad, waar
uit cm ons maar weer tot Den Haag to
bepalen allerlei zonderlingo resultaten
.voortkomen.
Het is niet goed, dat een deel der stad
zijn speciale pleitbezorgers heeft, die on
willekeurig meer of minder op bijzondere
belangen letten. Hüe grooter een gemeente,
des te ruimer moet do blik van den verte
genwoordiger zijn; en'des te onafhankelij
ker moet hij zich altijd-gevoelen van plaat
selijke invloeden bij zijn verkiezing.
Do „H a a g s c h o Oourant" dringt
or daarom op aan, dat het districten-stel
sel voor do Raadsverkiezingen weer worde
ingetrokken en dat een soort van evenre
dige vertegenwoordiging werd ingevoerd.
„Laat do Gemeenten weer „één en on
deelbaar" worden 'n leerschool werden
voor dat stelsel. Herstel de Raad, dio de j
geheele Gem. vertegenwoordigt, maar
laat hem kiezen krachtens 'ai goed overwo
gen systeem van „evenredige Vertegenwoor
diging, dat niet in 't eene district 'n 1000-tal
christ. kiezers machteloos maakt, door een
tc'evalligen loop Van omstandigheden 'ti an
dere 1000 soc.-democraten over de drie dis
tricten verdeelt, zoc'dat hun stemmen overal
verloren gaan, en aan den anderen kant
eenige duizenden vrijzinnigen ophoopt in
één deel der gemeente, zoodab daar twee
stemmen evenveel waarde hebben als een in
ander gedeelte der stad.
Voer voor de Gemeente openlijk en regel
matig een „evenredige vertegenwoordiging"
in, zonder te vragen voor wie het vooidee-
lig zal zijn.
De rechtvaardigheid zal er in elk geval
door gebaat worden, wat hoofdzaak is.
En allicht zal daarbij het resutaat zijn,
dat niet, zooal9 nu, een groot aantal kiezers
thuisblijven, omdat zij meenen, dat het voor
hun wenschen tóch niets baat of fe al een
stembriefje in de bus gaan werpen."
X
De „N ieuwe Roti e 'rtf amsche
Oouran t" bespreekt de plannen tot
reorganisatie van het korps ma
riniers en merkt in haar bespreking
op, dat wat het verschil betreft tusscheo
het ingetrokken en ingediende .wetsontwerp,
al mege eerstgenoemd ontwerp tot eenige
bezuiniging leiden, zij toch de voorkeur zou
geven aan de regeling van 's Ministers vcor-
ganger.
,,In het algemeen gesproken is het wen-
schelijk, dat een bepaald korps ook afzon
derlijke officieren heeft. Samenhang cn am
bitie om goed te dienon kunnen slechts be
staan bij een korps, als het zijn eigen offi
cieren heeft, die loven met en voor het korps
en vc'or de belangen er van opkomen. "Wa
ren de mariniers afgeschaft en had de mi
nister het noodig geoordeeld de matrozen
nu en dan voor het meer intensieve infante-
rie-ondcrwijs om beurten in een kazerns
to plaatsen, dan zou het geen zin hebben
gehad speciale zee-officieren aan te wijzen,
die steeds dien kazernedienst hadden to ver
vullen. Maar nu het kcrpszcesoldaten be
houden blijft, is het o.i. beter gezien om aan
dat korps ook afzonderlijke offieieren te ge
ven, ook al zouden die getrokken worden uit
uit het kc'rps zee-officieren.
Wij zijn het eens jnet 's Ministers voor
ganger, als deze zegt: „Een kern van of
ficieren, uitsluitend bestemd om dienst te
doen hij het korps mariniers, aoht onderge-
teekende noodzakelijk om den noc'digon sa
menhang te behouden en eenheid van oefe
ning te waarborgen." Waarom de tegen
woordige Minister alleen „in den overgangs
toestand een tijdelijke kern van officieren
onmisbaar acht om den noodigen samen
hang en eenheid van oefening te waarbor
gen", is ons niet duidelijk.
Indien dezelfde officieren in de kazerne
belast blijven met die Oefeningen, dan zal,
waar telkens andero mariniers daarvoor in
aanmerking komen, do eenheid van oefe
ning veel meer gewaarborgd zijn dan wan
neer, zooals nu het geval zal wezen, tel
kens andore leiding voorzit.
De oefening der mariniers zal niet ge
baat wordeD, als ook in kazernes herhaal
delijk nieuwe officieren werden geplaatst,
en dat zal toch een onvermijdelijk gevolg
zijn.
In beginsel moge worden aangenomen,
dat die plaatsingen zoo lang mogelijk be
stendigd zullen worden, do kazerne zal een
nieuwe factor zijn, die geveegd wordt bij
de vele, waarmede do chef van het personeel
rekening heeft te houden bij de plaatsing
van zee-officieren. De fout van het to veel
verplaatsen met al de nadeelen daarvan,
die men aan bcord kent, zal noodwendig
ingevoerd moeten worden in de kazerne.
Die fout zal zich daar neg meer doen ge
voelen, omdat do kazerne piet de daarbij
behoorende oefeningen toch altijd iets onge
woons zal zijn voor ben, die daarmede
belast worden.
De laatste zin der Memorie van Toelich
ting moge overigens naar waarheid luiden:
„Van do voorgestelde reorganisatie kan
dan ook gezegd worden, dat zij tot bezui
niging zal leiden", tc'ch zouden wij willen
vragen, of die bezuiniging niet grooter had
kunnen zijn, zonder schade te doen aan
het doel.
Volgens den inhoud van Bijlage B zullen
in de toekomst in twee kazernes 312 mari
niers en 100 recruten zijn, to zamen 412
man, en daarvoor zijn volgens Bijlage C-
noodig 2 kapitein-luitenants ter zeo en 16
luitenants ter zeo lsle en 2de klasse, en
bovendien nog een kapitein ter zee.
Het wil ons) voorkomen, dat dit getal,
om niet to zeggen buitensporig, tc'ch zeker
veel te hoog is, en dat het, v at de subalter
ne officieren betreft, wel haast met de
helft verminderd zou kunnen worden.
Onderstelde minister Ellis reeds do moge
lijkheid, dat de kapitein ter zee, inspecteur
van het korps, adviseur van den Minister,
niet noodzakelijk zen blijken, wij twijfelen
niet of die onderstelling zou op den duur
juist gebleken zijn. Dat daarom het voor
nemen geuit werd om dien rang niet voor
hot kc'rps verloren te laten gaan, door de(n)
commandaht(ën) dér (eener) kazerne(s)
dien te Loten bokfeeden, komt alleszins
begrijpelijk voor. -^Doch welke werkkring
gedacht wordt voor den kapitein ter zee,
die nog boven de commandanten der kazer
nes in een dier kazernes zal verblijf heuden,
is ons niet duidelijk. Daaróm kan die jaar-
lijksche uitgaaf van ÖOuO gulden naar onz©
mecning ook niet als een blijk van zuinig
heid beschouwd worden."
Do „Provinciale Groninger
C o u v a n t" bevat een artikel naar aan
leiding van mr. Limburgs „Kraak-
porseloinP in „Dc Gids" van de
ze maand. Over het vooruitzicht op een
nieuwe part ij groep ee ving
schrijft het blad:
„De voorspelling wordt niet voor het
eerst gedaan. Het is onmogelijk, dat men
haar vervulling in een «afzienbaar tijdvak
zal beleven. Maar zoo heel stellig is dit
toch niet. Dat de liberalen van de groep
Tydeman-Röoll gemakkelijk zouden zijn te
krijgen tot een b 1 ij v e n d e unie met dc
Lohman-groop en zich behaaglijk zouden
gevoelen in dit bondgenootschap, is oven
twijfelachtig als het omgekeerde. En ook
mn een b 1 ij v o n d samengaan der lin-
kerelomenten in de katholieke partij met
de liberalo linkerzijde maakt men licht zich
een voorstolling, die faalt. Ook hier geldt
wat dc schrijver ergens opmerkt, dat het
bloed kruipt waar hot niet gaan kan. Er
is hier een wat men ziet en wat men niet
ziet. Wat men ziet, is de gissing in den
boezem zelf van iodere partij. Wat men
verwaarloost, is do blijvende tegenstelling
tusschen de recihtsöhe en linksche groepen
on dc toovcrkracht, die zij altijd opnieuw
uitoefent als het nijpt, als de beslissende
slag moet worden geleverd.
Zoo schijnt de toekomst, die de
,,G i d s"-sohrijver voor het partijleven in
aantocht ziet en waarvan het zeer de vraag
is of zij een begeerenswnardo is, ons niet
zoo nabij too als hij wil doen gelooven."
Sterker dan deze voorspelling acht dc
schrijver mr. Limburgs raeening over de
positie van het Kabinot. In do
negen maanden van zijn bestaan heeft het
aan kracht en sympathie gewonnen en de
kansen staan goed, dat het de vierjarige
periode tot het eind zal doorloopen cn veel
vruchtbaren arbeid tot stand brengen.
„.Zoowel bij de verdediging hunner be
grootingen als daarna zijn de ministers
gebleken bekwame mannen te zijn, bere
kend voor hun taak. Dat hun ook de ka
raktereigenschappen niet ontbreken, die in
den bewindsman meer dan iets anders
worden vereischt, is bij het Chileensch in
cident sprekend aan den dag gekomen.
Zoover men voor het oogenblik kan zien
liet ,,G i d s"-artikel verzuimt het niet het
in het licht to stellon is alleen do minis
ter van oorlog tenzij hij mocht willen le
ven bij dc gratie van dc rechterzijde, wat
niet aannemelijk is, een zwak element in
het ministerie."
Aanzienlijke vermindering der oorlogs
uitgaven slechts zal volgens den schrijver
de schatkist in staat kunnen stei.on do
kosten der groote sociale maatregelen,
welke verlangd wonden, te dragen; belas
tinghervorming zal daarin niet alléén kun
nen voorzien. Maar slaagt de Regeering
er in clit punt van heb coalitieprogram
(militaire bezuiniging) „waaroo de ver
kiezingen van 1904 zijn ingezet, te verwe
zenlijken, dan zal zij, naar het thans zich
laat aanzien, links geen struikelblok op
haar weg ontmoeten dan misschien dat,
hetwelk uit het aan-de-orde-stellen van do
Grond we tsherziening zal worden geboren.
Maar vóór einde 1908 of begin 1909 wordt
dezo twistappel niet voor den dag gehaald.
Men moet geen zorgen hebben vóór den
tijd. Yoor het oogenblik staat dit beslist
linksche Kabinet aanzienlijk 6terkcr dan
bij zijn optreden. In do Kamer zoowel als
in het land".
Aan de „H a a g s c b o Courant"
wordt geschreven over lastigo exa
minatoren als volgt:
Bij het afnomen van de examens Lager
Onderwijs is bij het onderzoek in de kennis
van do aardrijkskunde aan de candidateu
herhaalde malen gevraagd: dc beschrijving,
werking en teekening van een schutsluis,
een duikersluis, een waaiersluis en nog
meer sluizen, maar vooral de waaiersluis
is het stokpaardje van ccn der examinato
ren, waardoor hij reeds menigen candidaat
in do war heeft gebracht en „onvoldoende"
voor aardrijkskunde heeft doen beloopen.
M.i. is de ongeschiktheid hier niet bij
den candidaat, maar bij don examinator,
dio geen verschil weet tusschen waterbouw
kunde en aardrijkskunde.
Een onderzoek, dat ik instelde bij den
Waterstaat, sterkte mij hierin. Een man
van liat vak verzekerde mij, dat zelfs
vele candidaten bij het examen voor opzich
ter bij den Waterstaat dc werking en con
structie van een .waaiersluis óf onvoldocndo
óf gebrekkig kunnen verklaren.
^Een c-audidaat voor de lagero akte, die
onvoldoende krijgt, omdat hij of zij dio
vragen niet weet te beantwoorden, heeft
dat dus gekregen voor Waterbouwkunde,
waarbij deze vraag thuis behoort en is dus
geëxamineerd in een vak, dat niet op het
L.-O.-program staat. ZocA'n „onvoldoend"
is onwettig en do geheele afwijzing tevens.
Do klachten over eenige leden dezer com
missie zijn zoo velen, dat bij een volgend
examen wel in dc eerste plaats gelet mag
worden op de geschiktheid der examina
toren.
Ilollnndsehe Hypotheekbank.
Do instructie tegen de ontrouwo direc
teuren van dc Hollandsehe Hypotheek
bank nadert haar einde. Dank zij liet ge
duld en de scherpzinnigheid van den rech-
ter-commissaris, n.r. Hijmans, geven dc
verzamelde gegevens thans een vrij volle
dig overzicht van al wat gedurende een
jaar óf acht gebeurd moet zijn.
De beido beklaagden zien blijkbaar ook
met verlangen het einde van dit voorbe
reidend gedeelto hunner zaak te gemoct,
althans zij hebben do meest volledige in
lichtingen verstrekt. Hoo hopoloos ver
ward hun administratie ook woi, nauw
keurig is toch door hen van allo transac
tion on handelingen aantcekening
gehouden, zoodat er in hoofdzaak slechts
wat geduld noodig was, om' alles haarfijn
uit te pluizen.
Yooral jhr. Do Geer had zorgvuldig allo
aanteekeningen bewaard.
Van do beide beklaagden is De Gcor
het zwaarst getroffen. Zijn voorkomen is
lijdend cn wekt deernis.
Beiden hebben hun baard laten groeien,
wat hen op het eerste gezicht haast on
kenbaar maakt. („N. v. N.")
Naar de „Dagelijkschc Beurscourant"
verneemt, zal in do eerstvolgende jaarlijk-
sche vergadering van aandeelhouders wor
den voorgesteld 'n storting op dc aandeelcn
op te vragen van 50 pCt. cn tevens een
regeling te treffen met do z.g. gesignaleer
de pandbrieven. Er zou ui. een 4 pCt. pre
ferent aandcclenkapitnal worden gecreëerd
met garantie van betaling dezer 1 pCt.
door de commissarissen ten einde vorenbe
doelde pandbrioven tegen deze preferente
oandeelen to verwissolen.
Do vertraging van de jaarlyksche ver
gadering die gewoonlijk vóór Mei wordt
gehouden staat in verband met de voor
bereiding tot dit regelingsontwerp.
Voorbereidend militair onderricht.
Blijkens do jongste aflevering van het
„Rccueil Militair" heeft do Minister van
Oorlog bepaald, dat voortaun het Voor
bereidend Militair Onderricht, hetwelk in
de laatste jaren gegeven word van aanvang
November tot cindo Februari, voortaan
zal plaats vindon van begin October «.ot
oindo Januari en dat do aanmelding tot
deelneming aan dat onderricht voortaan
moet geschieden vóór 1 Juni, doch met het
oog op don korten nog beschikbaren ti„d
in het jaar 1906 bij uitzondering kan
plaats hebben tot en met 1 5 J u n i e. k.
Wij brengen hierbij in herinnering, dat
het voorbereidend militair onderricht o.a.
ten doel heeft, aan toekomstig© militic-
plichtigen do gelegenheid te verschaffen,
om de geschiktheid tc vcrwcr/on tot het
voldoen aan do eischen van m i 1 i t a i r o
bekwaamheid cn zooveel mogelijk
ook aan die van lichamelijko go
oof endhe id, bedoeld bij artikel lOi
van do Militiewet 1901.
Do lotelingen, dio aan eerst- of laatst
bedoelde cischen voldoen, worden, vóór
zoover zij daarte'e geschikt bevonden zijn
en dit mot <lc belangen van den dienst is
overeen te brongen, ingelijfd b:j het korps
en geplaatst in het garnizoen hunner
keuze, terwijl ^oor inlijving tot korte
oefening (z. g. viorma-ondor) in do
eerste plaats in aanmerking genomen wor
den de lotelingen, dio zoowol aan do
eischcn van militaire bekwaamheid als
aan die van lichamelijke geoefendheid vol
doen.
De hier bedoelde oefeningen hobbon
plaats gedurende ten mïnsto 4 uren per
.weck on naar een programma, loopen do
over twee achtereenvolgende wintertijd-
perken.
Het spreekt vanzelf, dat men dc kans,
om bij het examen l.ct gowenschte getuig
schrift te behalen, belangrijk vergroot,
door het onderricht gedurende moer dan
twee wintertijdperk^n bij to wonen, wnac-
tc'o do gelegenheid bestaat, omdat men
reeds op lö-jarigen leeftijd tob het ondor-
richt kan worden toegelaten.
Hot examen tor verkrijging van ccn ge
tuigschrift moet telken jaro vóór 20 Janua
ri afgeloopen zijn cn vangt in verband
daarmede op meerdere plaatsen ^reeds in
hot begin van die maand aan. Het ge
volg daarvan was, dat tot nu too zij, dio
aan het examen deelnamen, in het laatste
.wintertijdperk slechts gedurende 2 maan-
don werden geoefend. In dit euvel is nu
dc'or den Minister van Oorlog voorzien,
door het voorbereidend militair onderricht
reeds begin October tc doen aanvangen.
Do aanmelding geschiedt bij den com
mandeerenden officier der infanterie of
der vesting artillerie in plaatsen, waar gc-
noemdo wapens garnizoen houden; in allo
andere plaatsen bij den burgemeester der
gemeente.
Wij herhalen, dat de aanmelding in 1006
vóór 15 Juni e. k. moet plaats vin
den.
Fiunncioel© moeilijkheden bij ccn
mnnnfactnrcnflrmn t© Amsterdam.
In do „Köln. Zoit." lezen wij, dat do
manufacturen firma voorheen Eduard Sahiir
dé to Amsterdam, zich in financieel©
moeilijkheden bevindt. Do passiva zouden
volgens de „Conf. M. 500,000 bedragen.
Duilsche firma's, waaronder zeer vclo
Berlijnscho huizen in do confectie- en ma-
nufacturenbranche, zouden hierbij het
sterkst goïntcssecrd zijn. Er werd 50 pCt.
aangeboden.
Uit ingewonnen information blijkt, dat
bovenstaand bericht niet zonder grond
is. („Hbld.")
8)
„Gij meent toch niet, dat ik u zou laten
heengaan, vóór go een warm kopjo theo
gedronken hebt?" vroeg juffrouw Grant.
„Wat zou uw moeder van mij denken 1 Ga
kalm even zitten, liefste; gij weet nog niet
„eens, welk een vreeseiijke huistiran ik rijn
kan."
„Maar ik weet het des to beter", verze
kerde nu een bekende mannenstem.
Dr Grant was ongemerkt binnengetre
den. „Nu, wie zijn gebreken inziet cn ze
oprecht bekent, bij zoo iemand is nog op
beterschap te hopen."
„Mij dacht, dat een zoo eerlijke bekente
nis meer waardeering verdiende," antwoord
de zijn zuster. „Hot was trouwens niet voor
jouw ooren bestemd'. Do eene oprechtheid
is de andere waard. Vurige kolen kan ik
niet op je hoofd stapelen, neem in plaats
daarvan een kopjo heete thee."
„Dat zal ik koud laten worden, 'terwijl
ik je gasten begroet," zei do jonge arts.
Doch zijn vroolijk gezicht betrok eenigs-
zins, toen hij bespeurde, dat May er al
leen was, zonder haar zuster. Juffrouw
Greville is tooh wel?" informeerde hij.
„Mama kon Ada niet missen," veront
schuldigde May. „Wij verwachten gasten.'*
l f beer Salford' u reeds van vroe
ger bekend, licvo May?" vroeg Lucy.
„volstrekt niet; ik zag hem gisteren voor
pet eerst.
up an rijt^gijj zeker ook nog niet op Wil
ton Castle geweest?"
„Hoe zou ik? Mama werd daar opgevoed
en bracht er ook haar kinderjaren door.
Zij denkt nog altijd met vreugde aan dien
tijd. Maar nu moet ik weg. Het wordt
laat."
„Wil u reeds heengaan, juffrouw May,
en ik heb u nog zooveel te zeggen 1" riep
Frank Elton.
,,U mij V' May zag hem verbaasd aan.
i,Natuurlijk over Jessie Miller, onze ge
meenschappelijke beschermelinge. Ik ga
morgen op reis naar Schotland; wie weet,
hoe lang ik daar wel blijven moet! Maar
mijn moeder heeft mij beloofd tijdens mijn
afwezigheid voor do zieke te zorgen. Dien
aangaande kan ik gerust rijn."
„Zeker; bij mevrouw Elton is Jessie iu
goed o handen, daar kan men verzekerd
van zijn. Misschien zou ook dr. Grant fcus-
sohenbeide eens naar het arme meisje kun
nen zien?''
„Gaarne," beloofde de arts. „Luoy heeft
mij reeds over Jessie Miller gesproken;
doch ik vrees, d'at de geneeskunst hier
woinig vermag. Maar hoe komt het, El-
ton, dat gij zoo plotseling tot die reis be
sloten hebt? Ik heb er van te voren nooit
een woord van gehooid
„Ik ook niet. Het betreft een aangele
genheid voor zaken. Mijn vader is van
meening, dat ik daar noodig ben. Maar
ook ik moet weg, ik heb nog veel te rege
len. Mag ik u naar uw rijtuig begeleiden,
juffrouw May?"
Dr. Grant volgdo hen. Ongemerkt fluis
terde Frank het diepblozendo meisje toe:
Yergeet mij niet, tot ik terugkom. Ik zal
dagelijks aan u denken."
De geneesheer keerde in de kamer terug
en ging zwijgend aan do theetafel zitten.
„Nu, Henri?" riep zijn zuster eindelijk on
geduldig.
Hij schrok op. „Wat zei je, Lucy?"
„Ik? Voltrekt niets. Ik wilde slechts je
meening liooren, mijn wijze broeder."
„Mijn raeening? Maar waarover dan,
zusje?"
„Waarover? Moet ik je eerst aan ons ge
sprok op dén terugweg van het bal her
inneren?"
„Ha zoo, jat wij spraken over mevrouw
Greville. Welnu, Lucy. Ik begin tot je in
zichten over to hellen. De hoogmoedigo
vrouw zal allee er op zetten, om haar doch
ters schitterend uit te huwelijken. Zelfs al
zou het den meisjes ook haar levensgeluk
kosten 1"
„En wie geen schiterende partij is, Hen
ry, dio doet goed bijtijds op zijn hart te
passen."
„Een goede raad', dooh, helaas, zooals
bekend is, worden profeten, zelfs profe
tessen, zelden in hun eigen Land geëerd.
Tooh schrijf ik Ada Greville een zelfstan
dig karakter toe, en haar zuster May »9
tooh nog een echt kind. Dio komt hierbij nog
niet in aanmerking."
„Een zelfstandig karakter? Tegenover
een eerzuchtige moeder, een mogelijkcn
peersta'tel en familiediamanten De eecigo
zoon-van lord Wilton moet hopeloos riek
zijn, en de hoer Salford is do naaste erf
genaam. En gij noemt May een kind. Wer
kelijk, Henry, ik heb medelijden met jo.
Weet je dan niet, d'at juist voor mannen,
die niet heel jong meer zijn, als de heer
William Markham, zoo'n kind het verlok-
kendste is? Wij zullen zien.. Het schijnt
mij toe, dat ook Frank Elton zich hier dc
vleugels verzengd heeft."
„Als dat zoo is, en zijn genegenheid on
beantwoord of hopeloos mocht blijven dan
moet hij het ook loeren verdragen. Frank
is een man; hij zou niet do eerste zijn,
wion zoo iets overkwam. Aan een meisje,
dat aan jo inzichten beantwoordt, zou een
man echter niet veel verliezen."
Dr. Grant stond op. „Waarheen, Hcnry?"
vroeg zijn zuster.
„Naar mijn studeerkamer; later moet ik
nog eenige zieken bezoeken. Zoo ik niet op
tijd aan tafel beD, Lucy, wacht dan niet
op mij 1"
V.
Veertien dagen verliepen, cn nog ver
toefde do heer William Markham met zijn
gast op Stanham Park. Schier dagelijks
kwamen beide heeren naar „De Olmen" en
de heer William liet openlijk blijken, dat
hij May's gezelsohap zocht, terwijl de heer
Salford zich streng binnen do perken van
den familie-omgang hield. Mevrouw Gre
ville hoopte van dag tot dag, dat haar
„lieve Ernst" tegenover Ada ccn bindend
woord zou uitspreken; liet gedrag van den
heer William hield zij daarentegen voor
onschuldige kortswijl. May was immers nog
maar een kind I Gaarno had mevrouw Gre
ville de opmerkzaamheid van den baronet
op do oudste der twee zusters gevestigd,
ook al kwam het niet tot een beslissendon
stap. Zoo het gelukt© eerst, de ijverzucht
van Ernst Salford gaande te maken, dan
kon de eerzuchtige vrouw in elk geval ho
pen een der huwelijkscandidaten voor zich
te winnen.
Op dit oogenblik zaten de beido h'ecren
in de studeerkamer van d?n heer William
op Stanham Park. Do heer Salford bla
dorde verstrooid in een bock; de baronet
keek eenigo papieren door, welko zijn rent
meester hem had voorgelegd.
Nu bracht een dienaar twee sierlijk©
korfjes binnen, het ccno met aardbeien, licfc
andere met do zeldzaamste bloemen uit do
broeikassen van Stanham Park gevuld.
„Zijn dit wederom gaven, die op „Do Ol
men" aan do schoonheid worden opgedra
gen?" vroeg Salford, nadat do dienaar de
kamer verlaten had.
„Natuurlijk," antwoordde de heer Wil
liam. „Waartoe dienen zulke fijne bloesems
hier in mijn hol? Jammer, Salford, dab
gij niet het gezicht van mijn tuinman ge
zien hebt, toen ik hem gelastte do bloemen
af te snijden: het was een studio."
„Dat bewijst, dat de mau vau bloemen
houdt."
„Mij wel, maar hij moet afgeven, v/a¥
ik verlang. Daar ik slechts zelden hier kom
begint mijn personeel zich bepaald voor den
eigenaar van Stanham Park to houden.
Mijn zuster heeft er meer verstand van res
pect af to dwingen dan ik 1"
„Lady Maltbay? Dat wil ik wel gclod-
ven. Maar, Markham, hoo lang moet did
zaak nog voortduren?"
„Woike zaak, Salford? Ik begrijp je
waarlijk nice."
fW :rdi tri olijd.)