.2
O
N
N
o
O
bffi
4*
Daar wij heden
MANTELS van de
een zeer groote en voordeelige zending
laatst uitgekomen modellen ontvingen,
M
zoowel in de beste als in de goedkoopste genres, zijn wij in
staat deze tegen ongekend lage prijzen aan te bieden. p
Vraagt uw Leverancier het Merk L. A. V. De Sportman, zeer goede 2;-Cents-Sigaar.
LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 28 APRIL. - VlaRDE BLAD.
Anno 1906
De Schoonmaaktijd.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
13© Prinses.
N&. um.
O, tijd tussohen Pasohen en Pinksteren,
ge zijt gezegend boven vele tijden ea door
vele vrouwen. (Jij huisvrouwen en schoon
maaksters, treedt naar voren on spreekt
uw lof 1 Ge zijt een tijd van groo'to Bchoon-
beid en van veel werk.
Zooala een zwerui vogels, die in het voor
jaar hun nesten opzoeken en ieder weer het
rijno vindt, lapt, en vlijtig bouwt, bijstrijkt
en dicht; zoo strijkt de zwerm van schoon
maaksters neer, ieder haar huis vindend,
,,haar werkhuis", in dien gezagenden ttjd
tussohen Paschen en Pinksteren, als de
gtoflap, dien standaard dor Bchoonmaak, bo
ven gansch Nederland geheschen is. In dien
tijd als witte muren nog witter, blinkende
vlooron nog bliukender gemaakt worden,
als de op kleine middolen aangewezen huis
vrouw met busjes (enamel)verf rondwaart,
hier likkondo en daar strijkende en ver
vende cn wrijvende en de meer welhebbende
haai" orders uitdeelt aan dienstmeisjes en
werkstora. Dat de stof warrelt en alles in
huis on alles daar buiten, het geheelo Hei
land ache leven schijnt to bewegen op do
chytmiacbe maat der borstelende bezems.
Dan ook is do anarchie der
behangers cn witters begonnen, waar.
voor alle andere erkende machten
terugtreden. Dan voeren do burgeressen
van den staat moj. X. en ruevr. Y don hef
fcigen strijd om don behangersknecht en den
witter, &La wijlen do Grieken voor de muren
van Troje om het lijk «van Patroklos. Dan
ook is de tijd gekomen voor behanger en
witter om hun aardo te voelen, hun
opgespaarde bon mots te vordeelen, met
hun schlagwörtir rond te slaan en hun
gevleugelde woorden uit te laten vliegen;
dan is de tijd daar om té zeggen dat een
men8oh maar twee handen heeft; maar m'u
hemel, mevrouw, ik kan mijn lichaam toch
niet verdeelcn, of kortweg en kernachtig,
dat een menach maar oen mensch ia
Nu wordt er geschrobd en geboend, ge
poetst en geveegd met roodo extase-gezich
ten en als allea geschrobd en geboend, ge
poetst en geveegd is, herliaalt zich dat pro
oëdó tot er niets meer te vegen valt, totdat
het buis eohoou en de schoonmaakster vuil
ia, de behanger er uitziet of 't stijfsel ge
regend heeft en de schilder of de regen
boog op zijn rug in stukken is gevallen
Vele jaren zijn vergaan sinds Tromp met
den bezem in den mast Engelands kusten
wilde 6choonvegen. En geen Hollandor zal
wel ooit meer dit nationale symbool zoover
van honk sleepen. We hebben het ook zelf
te hard noodig. Maar w© rijn toch nog een
schoon volkl Dat is ons gebleven van een
wereld-reputatie. En daar moeten we 't nu
maar mee doen. Daarvoor gaat de Hol-
landsoho natie eens per jaar onder 't juk
van bezemstelendaarvoor schikken en
plooien we, dansen naar de pijpen van den
stuoadoor, die wol, en deD verver, die
niet kan komende schoonmaakster, die
als do heele huishouding uitgepakt is, zich
in den dag heeft vergist of 't afzegt op 't
laatste nippertje en of ze morgen komen
kan. Dat moet dan wel. Want in het voor
jaar hebben schoonmaaksters en gediensti
gen alle troeven in handen en spelen ze uit,
vooral tegen den heer des huizes, die zit
met z'n misère forcéo.
Hij mag den dag vreczen, dat hij 's mor
gens een vreemd vrouwspersoon in huis
ontwaart, met alle attributen van den ko
menden strijd, rinkinkende emmers, klet
send water, begeleid door slaande deuren,
geschoffel van klompen en onderdrukt ge-
gichel; dat is de staat van beleg. Het
waohten is nu maar op het bevel tot op
rukken Heb eerst wordt de zolder boven
zijn studeerkamer gepatrouilleerd, do meer
geciviliseerde voeten van de meid en de
Idos-klos dito's van do werkster exercee-
ren daar den langen dag, het plafond-witsel
valt met nijdig© sputtortje» op zijn boeken
neer. Na een paar dagen verplaatsen zich
de voo rj aars manoeuvres naar eeu verdie
ping lager- Dan wordt zajn kamer in be
werking genomen; profane handen beroe
ren zijn boeken, bevoelen, bervrijon zijn
schrijftafel; onderwijl kan men den heer
doe huizes op allerlei ongewone plaatsen
aantreffenin het priëel achter in den
tuin, waar hij zelden, in do keuken, waar
hij nooit komt.
En als zijn kamer ontzet is en hij zich
voorstelt in zijn intiem hoekje te neste
len, te midden van 't rumoerend huis, dan
wacht hem do grooto desillusie; het gezel
lige, mat-verschoton donkerroode behang
heeft plaats gemaakt voor een hel blauw
groen, dat hij, hij herinnert het zich, zon
der erg zelf heeft uitgezocht, onder in
vloed weliswaar van zijn vrouw; alles is
van rijn plaats, kleinigheden weg, boeken
op den kop, wonderlijk leeg en ruim en
wat drommel 1 de kachel weg; een renk
van boenwas en spiritus en in zijn depres
sie de kale, vreemde, schoone kamer in
kijkend, kan hij zich ineens begrijpen, dat
de vogels niet terugwillen in het oude nest
als er aan gemorreld ie. Dan rekent hij
uit: na zijn kamer, de slaapkamer; dan
de suite; dan do buiskamer; dan de keu
ken, een lange reeks van dagen nog, dat
er weinig notitie van hem genomen wordt,
dat men vriendelijk kijkt, als hij maar uit
gaat, hem alleen fat thuis komen animeert
als er wat te helpen valt, dat hij overal
te veel is, dat er voortdurend „geschikt"
wordt met het eten of dat het ,,org oen-
voudig" is- Maar Aan eindelijk komt do be
vrijdingsdag het ontzet-, dat zijn vrouw
plechtig verklaart, met een voldoenings-
zuoht: „Wij zijn schoon".
O, tijd, tussohen Paschen en Pinksterenj
gij zijt gezegend boven vele tijden. Gij,
huisvrouwen en schoonmaaksters, treedt
naar voren en zingt uwen lofl
[Wij weten, dat wij reeds een dag of tien
geleden een schoonmaak-artikeltje opna
men, maar daarom vonden wij nog geen
reden om aan het bovenstaande een plaats
je te weigeren. Red.]
Gemeenteraad van Koudekerk.
Voorzitter de heer J. O. van Voorthuysen,
Burgemeester.
Tegenwoordig alle leden, behalve de
beer D DorrepaaL
Na opening door den voorzitter worden
de notulen der vorige bijeenkomst door den
secretaris voorgelezen, welk© onveranderd
worden goeogekeurd.
Modedeoling wordt gedaan van enkele ia-
gekomen stukken, welke op voorstel van
deD voorzitter voor kennisgeving worden
aangenomen.
Daarna wordt het kohier schoolgeld 1st©
kwartaal 1906 door den Raad vastgesteld
tot een bedrag van 177.60, hetwelk aan
Gedeputeerde 8taten ter goedkeuring zal
worden aangeboden.
Vervolgens wordt goedgekeurd eeu besluit
van bet Algemeen Armbestuur alhier tot
het doen van eenige af- en overschrijvingen
op de begrooting 1906.
Alsnu doet de voorzitter voorlezing van
een ingekomen schrijven van Ged. Staten
dezer provincie, waarin wordt meegedeeld,
dat genoomd College den termijn van 17
jaren voor afloseaing van do door do Ge
meente aan te gane goldleening ad 19,000
t© lang vinden en stellen den Raad voor
do aflossing zoodanig te regelen, dat over
twaalf jaren het gohcele bedrag zal zijn te
rugbetaald
Nadat door den voorzitter de noodigo in
lichtingen hieromtrent rijn verstrekt, wordt
door hem uamens B. cn Ws. den Raad ge
adviseerd het ofloesingsplan te wijzigen,
aIs door Ged. Staten is aangegeven.
De heer Oppelaar vraagt of het niet mo
gelijk zou zijn dat God. Staten do rege
ling zooals zij reeds door den Raad is voor
gesteld, alsnog goedkeuren, waarop do
voorzitter antwoordt, dat uit de voorgele
zen missive voldoende blijkt, dat Ged. Sto-
ten daartoo niet bereid zijn. Rekening moet
worden gehouden, dat do meerdere uitga
ven, die de gemeente zioh door dit plan
van aflossing zal hebben te getroosten, haar
financieel® draagkracht niet te boven gaat
To meer, daar op hot personeel geen op-
oenten worden geheven ©n de peroentago
van den hoofde...jken omslag slechts twee
percent bedraagt.
De beer Roynevcld verklaart zich voor
het voorstel van B. en Wa en zal gaarne
zien, dat de gemeente zoo spoedig mogelijk
uit den schuldenlast geraakt.
Hierna wordt het voorstel van B. on Ws.
in stemming gebracht en* aangenomen met
vijf tegen één stem ©n wel dfo van don
heer Oppelaar.
Voor deze vergadering niets meer t© bo-
han delen rijnde en niemand meer het woord
verlangende, wordt de vergadering door
den voorzitter gesloten
Wljsiglng der Wet op do Grond-
bei asting.
Met genoegen oenstateert de Regeering
in haar Memorie van Antwoord betreffen
de het wetsontwerp tot wijziging van art.
41 der wet van 26 Mei 1870 (St -BL No. 82)
tot regeling der grondbelasting, dat hot
wetsontwerp algemeoo instemming heeft
mogen vinden on dat in de aanneming
daarvan oen verbetering gezien wordt ten
bate van de droogmakingen en bodijkingof
van geringea omvang. Aangezien hoê
Uitwerp niet dient, om in het stolsel de»
bestaande wet veranderiug te brengoo^
maar alleen can oen onbillijkheid weg to
nomen, bestaat or geen voldoend© grond*
om gehoor te geven aan don wensch, cm
cenig verband t© leggen tussohen den duur
van den belastingvrijdom en de uitkom-
stou eonor oudernomen bedijking. Wol
vindt de Itegccring bij uadero evorweging
voldoende reden, om con bopaling in heb
leven to roepen ten gunste van thans reeds
ondernomen droogmakingen of indijkingon
van gronden, welker belastbare opbrengst
oog niet is geregold.
Hiertoe werdt bij Nota van Wijziging ru»
artikel 1 ingelascht: artikel 2 van den
volgendon inhoud:
„Voor droogmakdngeu of bedijkingen
van buitengewone kostbaarheid, doob tor
oppervlakte van 600 hoctaren of minder,
die vóór het in werking troden dezer wet»
zijn ondernomen, kan do krachtons artikel
35 of 30 dor wet van 26 Mei 1870 (St-BL
No. 82) toegekende termijD door ons op don
voot van artikel 41 dier wot worden ver
lengd voor zoovool dio gronden botroft, die
op hot tijdstip, waarop doze wet in wer
king treedt, oog niet oad de belasting of
de vorhoogdo belasting zijn ondorworpen.
Verzoeken om toepassing dezer bepaling
moeten binnen drie maanden na dat tijd
stip schriftelijk worden ingediend.
Voratrokkingon aan Odriog,
Een wotsontwerp is ingediend tot Be
schikbaarstelling van goldon wegens door
het dopartement van tOrlog gedane vor-
strokkingen voor den dienst van 1906.
Bedoelde vorstrekkingen zijn gedurendo
1905 gedaan bot een gezamenlijk bedrag
van 249,602, terwijl de daarvoor ontvan
gen sommen in de schatkist zijn gestort.
Een specificatie a .n bedeelde ontvangsten
is bij het wetsontwerp gevoegd.
LISSE. Getrouwd: N. Verbruggen on M.
Schram». J. van Raitan oo U. J. van D(jk.
Be vallen: J. J. Uliee geb. Veroteogo Z.
M. Duinovold geb. Brouwer D. M. ven der Reep
geb. Viin 'lol D.
Ovorleden: 0. Scheak geb. Arraobert 82
j. M Laogeveld geb. Kooweoboven 63 j.
J. Staphorst 12 j. H. van Djjk geb. Van
DoDgoo 27 j.
MANTELS.
TEBHEUDES VAALS. 1
66)
„Uwe Hoogheid," riep Bolaroz, zich naar
dea troon begevend, „verscheur dat benu't.
Deze dappere officier heeft Graustark ge
red. Binnen een uur zuilen mijn infdlbrere
•en document opmaken van een uitzie' van
tien jaar en ik zal het met blijdschap on-
derteckenen. Ik heb mijo belofte niet ver
geten."
Plotseling richtte Yetive zich op, greep
de pen en begon baar naam te teekencü,
eer ae omstanders begrepen wat zij voor
had. Lorry was de eerste, die haar het pa
pier uit de handen rukte. De halfgescure-
ven naam van Yetive eindigend in een lan
ge krabbel, getuigde, hoe gaarne zij de pro
vinciën van Gr. ustark had willen opoffe
ren, vergetend, dat liet hem, dien z.j lief
had, toch niet meer zou kunnen rcoden
„Yetive I" bracht haar oom met moei to
nit.
„Zij zou geteekend hebben!" riep Qas-
pon, verboaaa en ontsteld.
„Ja, ik zou geteekend hebben!" riep rij
uit, terwijl zij opsprong en uitdagend om
rich heen keek. „Misschien had ik zijn le
ven niet kunnen redden maar ik had hem
dan toch de wreede straf bespaard, dio
door dien wraakzuchtige® man zal woroen
uitgedacht. Hij is onschuldig, en ik zou er
mijn vorstendom voor willen opofferen, om
het onrecht te kunnen beletten, dat zal
plaats hebben 1"
„WatJ Verdedigt u dien hond nogt" riep
Bolaroz. „Grijpt hem, mannen 1 Ik zal zor
gen, aat de gerechtigheid haar loop heeft.
Hij heeft nu met geen meisje te doen."
„Holt!" gebood do -Prinses.
Quinnox plaatsto zich voor den vluoht©-
liug.
.,Hij is mijn gevangen©," ging Yetivo
voort, „en gerechtigheid zal hem gesohiedou
Houd uw solaaten bij u, prins Bolaroz. U
boeft met een meisje te doen. Tegenover al
len, mijn volk en het uwe, wil ik het zeg
gen, dat ik aan zijn onschuld geloof, en
dat ik rijn gevangenneming, hoo voordeelig
zij ook voor ons moge rijn, oprecht betreur.
Hij zaJ eerlijk en rechtvaardig geoordeeld
worden, en ik zal alles doen wat in mijn
macht staat, prins Bolaroz, om zijn vrij
spraak te bewerken.
„Waarom do© j© dat, Yetive? Waarom
tracht jo hem t© beschermen?" riep Halfont
diep bedroeid
Zij richtte zioh in haar volle lengte op,
keek uitdagend om zich heen en riep met
krachtigo, heldere stem, die boven het ru
moer uit klonk
„Omdat ik hem liefheb!"
AJs met een tooverslog werd het stil in
d© zaal.
„Hij is een man van eer. Met opoffering
van mijn eer had ik hem willen readen, dJ
zoudt gij mij er ook om verachten. Do trail,
dio hier als beschuldigde staat, kwan. vnj
willig naar dit kasteel, en gaf zich over
aan kapitein Quinnox, ofschoon hij onschul
dig is, alleen om het dreigende onheil van
ons af te wendon. Hij was buiten ons be
reik, en toch kwam hij terug, misschien om
te sterven. Dit deen hij voor mij, voor u en
voor Graustark. Is er iemand onder u, die
dit alles voor zijn vaderland zou willen
doen Doch hij doet het voor een land, dat
hom vreemd is. Ik moot. hom opnieuw naar
de gevangenis laten brengen, dooh,'1 riep
zij met plotselinge heftigheid, „reeds vóór
do uitspraak van de rechtbank beloof ik
hem gratie. Begrijpt u mijn bedoeling goed,
prins Bolaroz?"
Do oude Vorst kon geen woord over de
lippen brengen
„Neem uw woorden in acht, Uwo Hoog
heid," riep de gevangene haastig. „Gratie
ten koste van uw eer moet ik weigeren.
Juist omdat ik u meer liefheb dan mijn le
ven, sta ik hier. Ik mag u en uw volk Diet
in lijden brengen, als het in mijn macht
staat dit te verhinderen. Het eenige, wat
ik vragen kan, is eerlijkheid en gerechtig
heid Ik ben niet schuldig en God zal mij
beschermen. Prins Bolaroz, ik verzoek u,
uw belofte te houaen Ik ben niet de aro©r-
denaar van uw zoon, maar ik ben de man,
dien gij, schuldig of onschuldig, naar hc'c
schavot wilt zenden."
Terwijl hij sprak zonk de Prinses op
haar zetel neder; haar plotseling© moed
was verdwenen. Opeens >ta(.!o Harry An
guish naar voren; zijn gelaat getuigde van
zijn opgowonaenheiJ
„Uwe Hoogheid zei de hij „Tk bal ïeeds
vroeger willen preken, en cpendo r«- ds
mond, toen prins Gabriel tusvbooboidt)
kwam en u belette het besluit te teekenen.
Grenfall Lorry heeft den jongen Prins niet
vermoord. Ik kan den schuldige aanwijzen I
XXVI
Dit verbijsterende bericht bracht weer een
nieuwe gewaarwording 'ccweeg, dieper en
meer ingrijpend dan al do vorige. Do nieuwe
hold in dit drama stond midden in de saai.
Harry 1" riep Lorry.
„Prins Gabriel, waarom beeft u zoo? Is
't misschien, omdat u weet, wat ik ga zog
gen?". riep Anguish, op den verbaasoou
Prins van Daws borgen wijzend.
Gabriel deed wel oen uiond open, doch
kon geen woord uitbrengen. Onwillokeung
zocht zijn blik de deur en do ramen. Bolaroz
en alle ovcrigo aanwezigen staarden hem
aan. Yotivo had' rioh weer opgericht en
haar gelaat gloeide.
„Een modcpliohtig© beeft alios bekend
Ik heb het oerowoord van den man, die do
misdaad zag begaan. Ik beschuldig prins
Gabriel van den moord op Zijno Hoogheid
prins Lorcntz."
Mot een schreeuw bief prins Gabnël do
handen op en deed' wankelend ecnigo sohro
don, zijn meedoogenloozen beschuldiger aan
starend.
„Bekend I Verraden 1" stotterdo hij. Toen
stoof hij als eon razendo op zijn eigen ho
velingen aan. „Lag© verrader!" schreeuwde
hij, „ik zal je dooolen 1"
Met een sprong stond hij voor een dor
©delen, Berrowog genaamd. Dezo wist hem
eehtor te ontkomen en stormdo naar de
deur onder het roepen van
„Het is een leugen I Een lougei! Hij
heeft u beetgenomen I Ik heb niets bekend!"
Do vloekende, worstelende Prins werd
door zijn vrienden tcgengehoudon. - Op
gelaat van Harry Anguish vertoonde rich
een eigenaardig© glimlaoh.
„Ik herhaalde hot," zeida hij, „Hij is de
moordenaar I"
Gabriël rukto zich los, en liep mc-fc een
revolver in de hand naar de deur.
„Uit den wegl Ik wil niet levend gevat
worden!"
Bij do portières ving AIloo© hom in zijn
krachtig© armen op. Baron Dangloss en on
deren rukten hem het wapen uit de hand.
Er heorschte do grootste verwarring; vruo-
wou gildon, mannon brulden, en boven allea
uit boorde men de stein van den beschuldig
den prins:
„Laat mij loal Vervloekt 1 Ik laat mij niet
gevangennemen 1 Laat mij dien vornvaor
doodslaan 1 Laat mij bij hem 1"
Berrowog word door bereidwillige han
den vastgehouden, en de twee mannen
staarden elkander aan, do een dol van woe
de, de onder ineenkrimpend van vrees.
Half drogend, half slccpond brachten
Dangloss cn Allode hem voor Bolaroz en do
prinses Daar zakt© hij in elkander en
BDicokte bevend cn kermend om genade. Do
beschuldiging vun Anguish had dool go-
troffen.
„Prins Bolaroz, ik vertrouw, dat u er
geen bezwaar tegen zult hebben, indien
prinses Yetivo den werkclijken moordenaar
in do plaats stelt van den man, die in uw
belofte aan Graustark genoemd "wordt",,
sprak Anguish op dramatischen toon.
Als uit een droom ontwakend, keerde
Bolaroz zich om, on knielde voor den troon
nieder.
„Hooggeëerd© Yetivo", sprak hij; ,,ik
smeek om vergiffenis. Ik buig mij diep voor
do edelst© vrouw tor wereld."
Hij kuste de zwarte kant van haar go-
waad en stond op.
„Ik ben uw vriend ©n bondgenoot", ging
hij voort; „nooit zullen Axpanië en Grau
stark weer haat tegen olkander koesteren.
Ik hob van u een les ontvangen in recht
vaardigheid en standvastigheid."
(Wordt vervolgd.)