Iets over de Tanden.
„Hij loopt alweer, grootmoe."
„Ik zie hec, Wimpje. Maar na moet je
hem vandaag vrat rust geven, hoor."
Als antwoord nam "VVimpje zijn lieveling
in zijn armpjes.
„Grootmoe! Grootmoe 1 Wat ben ik blij
en paardje ook!"
„Goed, kindlief!"
„Mag ik nog een beetje bij u blijven,
grootmoe?"
„Zeker, lieveling, maar waarom wou je
dat?"
„Het is hier 100 8Gil, grootmoe, en dat
n immers goed voor het zieke paardje?"
„Nu, leg je paardje maar daar in dien
hoek. Daar ligt het warm en BfciL En dan
zullen wij samen prentjes gaan kijken; je
weet wel, uit dat groote boek."
„Heerlijk, grootmoe. Zal ik het uit de
kast halen?"
.„Doe dat, mijn jongen 1"
En terwijl het paardje uitrustte van zijn
vel© ondervindingen, vermeiden Wimpje en
grootmoe zich met prentjes-kijken, een lan
gen tijd.
De liefde sticht, ook door te heelen en
vertroosten.
Als men bedenkt hoeveel menschen hun
Handen geheel verwaarloozea, dan moet
men deze onverschilligheid ten deele daar
aan wijten, dat zij over het algemeen do
waarde van een goed gebit niet kennen
En toch moet het nut der tanden een ieder,
die er over nadenkt, duidelijk zijn.
In de eerste plaats wat het eten betreft.
Al worden onze meeste spijzen in een vrij
zaohten toestand op tafel gebracht, toch
vereischen ze nog vermaling, .en daarvoor
dienen onze tanden en kiezenhet kauwen
bevordert tevens de afscheiding van speek
sel en het vermengen dor spijzen daarme
de. Dit is noodzakelijk voor een behoorlij
ke vertering van de zetmeelhoudende
spijzen, daar deze door het speekselfer-
ment veranderd en geschikt worden ge
maakt om in het bloed te worden opgeno
men. Wanneer men zijn tanden door de
een of andere oorzaak niet behoorlijk kan
gebruiken, dan heeft er geen voldoende
afscheiding van speeksel bij het eten plaats.
De spijzen komen onvoorbereid in de
maag, worden niet verteerd en geven dien
tengevolge aanleiding tot gistingsprocessen.
Gebrekkige voeding, maag- en darmont
stekingen zijn aJ te dikwijls hiervan de ge
volgen. Menig maaglijder zou in korten
taja hersteld zijn, indien zijn gebit in goe
den staat verkeerde.
Ook bieden holle tanden en kiezen een
gunstige bergplaats voor in gisting over
gaande spijsresten en worden zoo de
broeiplaats van millioenen micro-organis
men, die, volgens de onderzoekingen van
prof. Miller, in do mondholte worden aan
getroffen. Tuberculose, diphtheritis, typhus,
longontsteking en andere ziekten kunnei
zich gemakkelijk in het lichaam nestelen,
als de ingang, de mondholte, in holle kie
zen en tanden een goede schuilplaats voor
de ziektekiemen biedt.
Afgebrokkelde tanden en kiezen geven
dikwijls aanleiding tot nadeeligen prikkel
in den mond, tot ontstoken tandvlcesch
en niet zelden tot kaakontstekingen (dik
gezicht) en leveren het bewijs, dat do
wortolreston niet op tijd behandeld of ver
wijderd werden.
Onmisbaar zijn de tanden ook voor de
spraak, ieder gebrek in de tandenrij kau
aanleiding geven tot onaangename stoor
nis in de uitspraak. In het oog vallend
eindelijk is de beteekenis van het gebit
voor het uiterlijk, voor de schoonheid van
het gelaat. Een regelmatig gebit coet wit
te tanden geldt terecht als een der eerst 3
schoonheden. Staan d© tanden onregelmatig,
dan zijn er altijd cenige, die niet goed
schoon te houden zijn, wat het on regel ma
tige nog meer doet uitkomen. Ontbreken
de voortanden, dan is de ontsiering zelfs
bij gesloten mond opvallend; bij gemis van
de meeste kiezen valt de wang in en krijgt
het gelaat een oudachtig aanzien.
Zoo draagt dus een goed onderhouden
gebit er in de eerste plaats toe bij, om Lex
lichaam eeD gezond en jeugdig aanzien te
doen behouden.
De tandcaries (tandbederf) is de voor
naamste ziekte van onze tan-len en de
oorzaak van de meeste andere tandziekten.
Onder de beschaafde volkeren i? zij de
meest verspreide ziekte, die nog steeds
toeneemt.
De tandcaries is verreweg in de meeste
gevallen de oorzaak van kiespijn; zij on
dermijnt de tanden en kiezen, totdat zij
afbreken. Zij is de eerste oorzaak van ge
zwollen gezichten cn kaakontstekingen, met
koortsen en slapelooze nachten. Zij geeft
aanleiding tot raaagkatarrhen en slechte
spijsvertering.
De naam „caries" boteekent vermolmd-
heid, verrotting, vergaan; een eigen Hoi-
landsch woora ontbreekt or voor.
Het volk noemt dit rottingsproces meestal
„wolf in de tanden".
Wij behouden hier den gebruikelijken
Latijnschen naam „caries".
De tandcaries begint altijd van buiten,
meestal in de tandgroeven der kiezen of
tusschen de tanden en kiezen, daar, waar
op de kauwvlakte een tand den naburigec
raakt.
Het émail wordt op de aangedane plaats
langzamerhand in een kruimelig poeder
veranderd. Onder het defect in het émail
wordt het tandbeen al zachter en zachter,
neemt een geelachtig-bruine kleur aan en
verteert steeds meer. In het tandbeen
maakt de ziekte veel vluggeren voortgang
dan in het émailt waardoor het laatste
ondermijnd wordt.
Tot zoover wordt het ziekteproces in de
meeste gevallen door den lijder niet opge
merkt.
Spoedig echter volgt gevoeligheid van
'den tand tegen thermische invloeden
(koude of warme dranken of spijzen, ook
koude lucht), bij het gebruik van zoet en
zuur, en deze neemt toe, naarmate het
tandbeen, hetwelk de tandzenuw bedekt,
verwoest is.
Eindelijk volgt de echte tand- of kies
pijn. Na dagen of weken, zelfs maanden
van lijden, komt hieraan gewoonlijk een
einde. De tandzenuw gaat te gronde, sterft
af, wat zich kenbaar maakt door een wal
gelijke, den adem bedervende lucht, en de
lijder heeft weer voor een tijd rust.
Intusschen neemt de caries haar voort
gang, het tandbeen verweekt en verteert
nog meer; van het ondermijnde émail
breken groobere stukken af, tot op het
laatst de geheele kroon bezwijkt.
Ook in den wortel kan de caries voort
gaan.
Een nieuw ziekteproces in de wortelhuid
volgt en is een nieuwe hron van dikwijls
smartelijk lijden. Jaren kunnen verloopen,
voordat de ruïne van een zieken tand door
de kaak uitgestooten wordt, waarmede een
einde komt aan het lijden, waarvan de
tandcaries de oorzaak was.
Hoe ontstaat nu deze noodlottige ziekte?
Bij het eten dringen er steeds gedeelten
van spijzen in de fissuren en tusschenruim-
ten van tanden en kiezen. Deze blijven
daar soms dagen Lang, zonder opgemerkt
te worden, en worden dan in melkzuur ont
leed, door de id werking van het speeks el-
ferment en door micro-organismen.
Het melkzuur tast de kalkzouten van de
tanden aan, waarmede het in aanraking
komt, en lost deze op. Aangezien nu het
émail bijna enkel uit kalkzouten bestaat,
wjordt het dus op plaatsen, waar de kool
hydraten zich vastzetten en gisten, geheel
verteerd, en hiermede neemt de caries haar
aanvang. Vervolgens worden ook de kalk
zouten van het tandbeen door dezelfde
oorzaken opgelost en wel nog vlugger, daar
de holte in het émail een geschikte schuil
plaats voor spijsresten en micro-organis
men is Het organische gedeelte van het
tandbeen (een soort van gelatine) wordt
door de inwerking van micro-organismen
verteerd en de holte wordt steeds grooter.
Eerst wanneer de tandkroon ondermijnd
en de pulpa door de caries bereikt is,
wordt de patiënt door pijn gewaarschuwd,
te laat om de schade gemakkelijk te doen
herstellen.
In verreweg de meeste gevallen is een
tand of kies, waarin de caries haar vernie
tigingswerk begonnen is, ten ondergang
gedoemd. Onophoudelijk en steeds sneller
neemt de verweeking en vertering van
émail on tandbeen haar voortgang. De ge
vormde holte biedt meer ruimte voor spijs
resten en de tandkroon wordt ten slotte
het offer van hun gistingsprocessen. Door en
door verweekt breekt zij bij 't eten af, soms
stuksgewijs, soms in haar geheel. Door het
afbreken van de kroon mist do tand zijn
doel, is hij verder ongeschikt voor het
kauwen en de opening in de tandenrij ver
oorzaakt een leelijke misvorming.
Maar niet alleen deze tand is verloren-
Ook de antagonist, d.i. de tand of kies, die
bij het dicht bijten door oen zieken tand
getroffen werd, is nu nutteloos. Niet zel
den wordt do antagonist, geen tegen beet
vindende, langzamerhand uit de kaak ge
drongen, raakt ten slotte los en valt uit.
De twee tanden of kiezen, die vóór en
achter den afgebroken, uitgevallen of ge
trokken tand in de rij hun plaats hebben,
loopen gevaar zwak en ziek te worden, we
gens het gemis van den wederkeerigen
6teun, dien iedere tand aan zijn buurman
verleent.
Het verlies van één tand heeft dus het
verlies van meerdere tanden ten gevolge.
Heeft men zoo ten gevolge der oaries
het verlies van tanden en kiezen te betreu
ren, erger is voor den patiënt de soms af
schuwelijke pijn, waarmede dit samengaat.
Om de caries te voorkomen, heeft men,
met het doel de gistingsbacteriën te doo-
den, naar een desinfecteerende mondspoe-
ling gezocht. Advertentiën in de dagbladen
berichten dagelijks, dat deze of gene
mond spoeling alle bacteriën vernietigt en
het hol-worden der tanden voorkomt. Dit
zijn echter beweringen van kwakzalvers,
want een onschadelijk middel om den mond
hacteriënvrij te houden, bestaat niet. De
desinfectie van mond en tanden is alleen
door zeer zorgvuldig spoelen met zeer sterke
middelen te bereiken. Deze zijn onaange
naam van smaak en giftig en verkleuren
de tanden. Al mocht men er in slagen, den
mond volkomen hacteriënvrij te maken, het
zou steeds van korten duur zijn; de mond
holte biedt voor deze boosdoeners al te
gunstige levensvoorwaarden, zoodat wei
nige uren na de desinfectie de mend al weer
besmet is. Van antiseptische mondspoelin-
gen heeft men dus in den strijd tegen ca
ries niet veel te verwachten.
Het reinigen van de tanden, het zuiveren
van het gebit van de overblijfselen der ge
kauwde spijzen is beslist het beste voorbe
hoedmiddel en aan dezen maatregel moet
steeds de grootste zorg besteed worden.
Door de spijsresten uit de nondholte te ver
wijderen ontneemt men aan de gistingspro
cessen, die de oorzaak der tandcaries zijn,
het materiaal en aan de mon-oacteriën
het voedsel.
Hun, die dachten hier het een of ander
middel beschreven te vinden, waarmede zij
zich gemakkelijk tegen kiespijn konden
vrijwaren, het een of ander toovermiddel,
dat de tanden steeds wit en gezond houdt,
gelijk het dagelijks in de dagbladen gead
verteerd wordt ten bate van de ver-
koopers, wacht hier een teleurstelling. Zulk
een middel bestaat niet; wij moeten stre
ven naar een mechanische zuivering van.
de tanden.
Groot is nog steeds het getal van men
schen, die hun mond in het geheel niet
reinigen en men vindt vuile, slecht rieken
de, half of geheel verrotte tanden, niet zel
den bij menschen, die op hun zindelijkheid
trotsch zijn. De oorzaken hiervan zijn in
hoofdzaak: slordigheid en vrees. Borstel
do tanden en het tandvleesch iedenen och
tend en avond met tandpoeder. De borstel
moet niet te groot, de haren mogen niet te
hard zijn en Diet te dicht op elkaar staan-
Ycor het tandpoeder kan men aan een
deskundige een voorschrift vragen. Een
goedkoop en eenvoudig tandpoeder ver
schaft men zich door bij een apotheker ge
prepareerd krijt te koopen.
camphor, melksuiker, houtskool, aiga
renasch, puimsteen, tandzeepen en scherpe
pasta's bederven tanden en tandvleesch.