No. 14137.
FEUILLETON.
Iö© Prinses*
PERSOVERZICHT.
In de „Nieuwe Eoct. Courant'
besprak do hoer Hoitsema (oontroleur-
generaal wan 's Rijks Munt) het onder
werp Arbeidscontract en vreem
de muntcircula'tie, in dezer voege-.
„In het thans bij de Tweede Kamer ra-
behandeling z.'jnoo wetsc twerp op het Ar
beidscontract heeft art. 1637 j. betrekking
op de wijze, waarop het loon van niefc-
inwonende arbeiders kan worden vastge
steld en art. 1638 h. op de wijze van vol
doening van arbeidsloon. Beide artikelen
hebben eerst na herhaalde wijzigingen den
tegen woordigen vorm verkregen. Deze
laatste is, naar mijn meaning, hoogst ongun
stig mee het oog op mogelijke verbetering,
welke zal kunnen woraen aangebracht in
het „kwaad" der vreemde circulatie in een
betrekkelijk aanzienlijk deel van ons laad,
niet alleen in Limburg, maar ook elders.
Op dit verband is, naar hetgeen daarover
•in de stukken wordt medegedeeld, bij a'e
wijzigingen, in bedoelde artikelen aange
bracht, nimmer gelet. Des te meer reden
om do aandacht op ait punt te vestigen,
nu hot nog tijd is.
Wie objectief nagaat wat het wezen der
muntverwikkelingen langs onze grenzen
eigenlijk is, kan geen oogenblik er over in
twijfel zijn, dat in don strijd togen het
vreemde ruilmiddel (die nog moe'c worden
gestreden) door enkele op zichzelf staande
maatregelen niets van bete eken is kan
worden bereikt, wel daarentegen door een
goed overwogen, gelijktijdig ingevoerd,
complex van maatregelen. (Do op dit ge
bied ook weder steeds zich herhalende his
torie leert dit duidelijk genoeg. De Staats
commissie van 5 September 1855 (Sts.-bld.
No. 118) liet, eerst in haar- rapport van
1856, en later weer in 1861,- 'daarop Teeds
het noodige licht vallen).
Nu de strijd tegen de vreemde circula
tie weder van boogerhand is opgenomen,
moge men niet opnieuw in het oude euvel
vervallen, maar zorge men tevens, dot niet
door een partieel ingrijpen de mogelijkheid
voor een heter© handelwijze ontijdig wordt
afgesneden."
Ia het belang onzer nationale circulatie
behooraen er nu twee voorschriften, voor
het geheele land geldende, ook van krachc
te zijn, of te worden voor d© grensstrook,
waar men steeds gemeng-e circulatie moet
houden, nL
,,lo. een geheel verbod van aannemen en
uitgeven van vreemde specie door alle hou
ders van kassen van openbare instellingen
(met enkele uitzonderingen slechts voor
post, spoor, tram en dgl., aie volgens een
vast en laag tarief, zooals nu reeds, vreemd
geld kunnen blijven aannemen),
,,2o. betaling van weekloonen in Neder-
laiidsoh geld, voor zoover zij worden vol
daan in zilveren of minderwaardige munt.
Naar mijn meening is het eenige, wat
van Staatsweg© mee kans op sucocs tegen
het „kwaad" der vreemde circulatie kan
worden gedaan, het gel ij kt ij dig vast
stellen van de twee laats ogenoemdo voor
schriften, ook op het nog „vrije" gebied,
te z a m e n met: a. een herziening van
gemeenten, welke op dit oogenblik van het
verbod van vreemde circulatie geheel zijn
vrijgesteld; b, een belemmering van den
ynjen invoer van vreemd© pasmunt in mas
sa; c. een voortdurend en op zeer veel
plaatsen in. voorraad hebben van voldoende
hoeveelheden Nederlandsche s»peci© ter
omwisseling van grof zilver tegen pasmunt
of omgekeer.t (alsmede enkele andere za
ken van minder belang).
Behalve dat dit kan gedaan worden, is
het ook zeer gewenschc, dat bet i n d e r-
d a a a' geschiedt".
De heeren Pierson en Patijn hebben nu
wijziging van de voorgestelde bepalingen
van art. 1637 j. en 1638 h. voorgesteld,
maar schr. is van oordeel, dat do voor
gestelde verbeteringen geenszins zullen
blijken de uitkomst op to leveren, di© men
er van verwacht, en hij concludeert daarom
„Het door mij met bovenstaande regelen
beoogde doel j>al woraen bereikt, wanneer
in art. 1637 j. van het Arbeidscontract
voor niet-inwonendo arbeiders vaststel
ling van het loon in Nederlandsch geld'
zonder meer, werd voorgeschreven, en
wanneer art. 1638 h. bepaalde, dat de v o 1-
doening van het loon, voor zoover die
in zilveren of minderwaardig» specie be
taald wordt, wederom in Nederlandsch
geld geschiedt, terwijl de vrijstelling vaa
art. 19, ssde lid, der Muntwet 1901 hiervoor
niet gelde. 0
Inaien dan tegoa het in-werking-treden
dezer bepalingen tevens de andere maat
regelen, waarop boven terloops werd ge
wezen, werden voorbereid, dan, maar ook
dan alleen, zou gezegd kunnen worden, dat
inderdaad tegen de „vreemd»" circulatie
stelselmatig strijd wordt gevoerd.
Dat <ët gewenaoht is, leert onze mun'c-
geschiedenis meer dan voldoende. Moge
de geèegcnhjid, die daartoe nu is gegeven,
niet onbenut voorbijgaan".
„De Stan da a r d" handelde over het
ingediende ontwerp betreffende den af
koop der tienden. Het blad meent,
dat de toelichting tot het ontwerp eenigs-
zins onvolledig is, omdat voldoende gege
vens omtrent den omvang, dien de tiend
rechten in ons land hebbent ontbreken.
Maar zegt hot blad dan
„Dat overigens de heffing van tiendrech
ten 'n misstand is en belemmerend werkt
veer de ontwikkeling en den bloei van den
landbouw, daarover is ieder het wel eens.
Twee groot© nadoelen zijn voor den land
bouw aan die tiendheffing verbonden.
Vooreerst, dat do tiende een belasting ia,
die hooger wordt naar gelang de opbrengst
van den grond, welke aan het tiendrecht
is onderworpen.
Het tweede nadeel, aan het bestaande
tiendrecht verbonden, ligt hierin, dat, al
vorens met het binnenhalen van den oogst
te beginnen, de vooraf behoorlijk gewaar
schuwde tiendheffer in de gelegenheid moet
worden gesteld zijn aai 'eel in te zamelen.
En dat kan bij ongunstig oogstweder,
als wanneer van iederen drogen dag pro
fijt moet worden getrokken, grocte verlie
zen veroorzaken.
Het is zeker niet te verwonderen, dat de
ze nadeelen ontstemming bij do betrokken
eigenaars on gebruikers van cku grond
aankweeken; een ontstemming, die zich
meermalen in verzet tegen de tiend
heffing uit. In Noord-Brabant, waar
veel tiendplichtige gr- nd is gelegen, open
baarde zich meermalen zulk een verzet,
waarbij soms militaire hulp moest worden
ingeroepen.
Dat do afschaffing van de tienden een
gewenschte zaak is, zal dan ook wel door
niemand betwist worden."
„De Standaard', wenscht nog niet te
treden in een oritische bespreking overdo
wijze, waarop deze zaak geregeld is. „Daar
voor zal nog gelegenheid genoeg zijn,"
meent het blad.
„Bij de langzame wijze, waarop hier te
laad© do wott-on den weg nttar hotSt-bl."
afleggen, is bet niet te verwachten, dat
do afschaffing van do tienden zoo heel
spoedig zal plaats hebben. En ook, al
mocht de Kamer spoed er medo mazen,
dan zal het nog wel eenigen tijd duren,
eer do wet volledig uitgevoerd wordt. De
schattingen toch zullen vanzelf heelwat
tijd vorderen."
In ons vorig Overzicht vermeldden wij
den inhoud van een artikel in „De Ne
derland© r", waarin uiteengezet werd,
dat thans de vrijzinnigen wel ver
ontwaardigd zijn over misleiding en
kwaadaardigheid van sociaal-demo
craten bij de oppositie tegen Eet A r-
beidscontract; een wetsontwerp,
waarvan vrijzinnigen overgrootvader en
grootvader geweest zijn, maar dat zij het
niet waren toen Je sociaal-democraten
op gelijke wijze tegen tal va-n wetsontwer
pen van bot vorig Kabinet handelden, ja,
dat toen zelfs de soc.-dem. een deel der
vrijzinnigen in haar kwaadaardig zog me-
denam. Tot nadere toelichting van haar
meening haalde „D o Nederlander"
een aantal voorbeelden aan.
De „Arnhemsche Courant" kan
zich met de door „D e Nederlander"
aan de hand van die voorbeelden gegeven
voorstelling van zaken niet vereenigen.
Yolgens het blad toont „D e N e de r 1 a n-
d o r" in alle vijf door haar genoemde ge
vallen, de beteckenis der oppositie niet
begrepen te hebben, of voegt de „Arn
hemsche Courant" hier aan toe
„wat .waarschijnlijk dichter bij de waar
heid is, geeft daar-an niet zonder erg een
zeer „onzuivere" voorstelling."
„Dit zou" Bchrijft de „Ariihem-
aclieCouranfc" „op elk der genoem
de punten zeer gemakkelijk zijn aan t©
toon en, maar tegen zulk een onwaardige
©n opzettelijk onware beschuldiging is ver
weer onnoodig. Reeds daérom alleen kan
zulk een beschuldiging niet anders dan
onwaar wezen, ooidat de oppositi© van
vier op velerlei punten sterk uiteenlocpen-
de staatkundige groepen onmogelijk uit
één en dezelfde bron zou kunnen ontsprui
ten ten aanzien van vijf onderwerpen van
zeer uiteenloopenden aard, t© minder, in
dien als die gemeenschappelijke bron
wordt aangewezen bhnde, onberedeneerd©
partijzucht'. Tot die groepen behooren
toch mannen, aan wier karakter en eer
lijkheid ook „De Nedorlandor" in
een minder boozo bui, ondanks alle ver
schil van richting, immers niet aarzelen
zal, de verdiende hulde te brengen?
Waar moet het keen, als zelfs een blad
als „Do Nederlander" zich in den
politieken strijd bedienen gaat van het wa
pen der verdachtmaking en de eerlijke
overtuiging van alle tegenstanders, zon
der éénigo uitzondering, uitmaakt voor de
laagste partijzucht? Voor zulk generaii-
secren moest haar reeds het Christelijke
voorschrift behoeden
Wat gij niet wilt, dat u geschiedt,
Doe dat ook aan een ander niet.
„De Nederlander" bedenke toch,
dat zij een goeden naam heeft op te hou
den
Naar aanleiding van hetgeen „De Ne
derlander" onder het opschrift „Dit
maal zelf getroffen" schreef, zegt „Het
Vader la nd":
„D e Nederlander" meent onzuiver
heid te bespeuren in de huidige veront
waardiging der vrijzinnigen over de soci
aal - domoor atiach e agitatie tegen het wets
ontwerp op het Arbeidscontract.
De vrijzinnigen nebben dan tooh, merkt
het blad op, van ai© agitatie profijt ge
trokken in den gemeenschappelijkcn strijd
tegen Kuyper.
„De Nederlander" vergeet, dat,
wanneer de vrijzinnigen hadden gedaan
gekregen, wat zij begeerden, het Arbeids
contract nog vóór d© algemeen© verkiezin
gen van 1905 door de Tweeao Kamer zou
zijn behandeld.
Over hetgeen „Het Vaderland"
zegt, oordeelt „Do Nederlander":
In dien trant gaat het blad dan voort.
Dit is ons gaoscb onbegrijpelijk en doet
ons bijna vermoeden, dat hot blad van liet
betrokken artikel slechts uit de tweed©
hand heeft kennis genomen, en dan uit
een weinig nauwkeurig extract. Wij heb
ben toch met geen enkel woord gezegd, dat
de vrijzinnigen van de agitatie togen het
Arbeidscontract profijt hebben getrokken.
Dit laatste zou trouwens ondoenlijk zijn
geweest, waar ieder wist, dat het Arbeids
contract onder liberale auspiciën in de
wereld was gekomen. Wij hebben slechts
gezegd, dat de socialisten op gelijke mis
leidende wijs© hebben geageerd tcgon an
dere ontwerpen van het vorig Kabinet, on
dat toen de „kwaadaardig©" oppositi©
„geen vrijzinnig© verontwaardiging ver
mocht te wekken, ja zelfs vaak een deed
der vrijzinnigen in haar kwaadaardig zog
meenam."
Wij noemden daarvan eenige voorbeelden.
„H et Vaderland" laat dit liggen en
bestrijdt ons op iets wat wij niet gezegd
hebben.
Anders, zegt „De Nederland!©V',
de „Arnhemsoh© Courant".
Dit blad gaat op ons artikel in en
schrijft o. a.
„Tot staving van de beschuldiging be
roept zij zich op vijf voorbcelaonde op
positie tegen de Speetrwet, 'cegen de snel-
vuurkanonnnen, tegen het ontwerp in zake
invftiiditeits- en ouderdomsverzekering, te
gen ds Stakingswetten en tegen het verrc-
kenings-artikel uit de Lager-Onderwijswot,
taaar in alle genoemde gevallen toont zij
de beteckenis der oppositie niot begrepen
te hebben, of, wat waarsohijnlij'k dichte-
bij de waarheid is, daarvan niet zonder erg
een zeer „onzuivere" voorstelling te ge
ven.
Dit zou op elk, enz. tot partijzucht"
(zi© boven.)
Dit is al hot zakelijke, wat het blad te
gen onB artikel aanvoert.
Er volgen dan nog eenige onvriendelijk
heden, voortbordurend© op do ergerlijk©
verdachtmaking, dat wij „opzettelijk on
ware" beschuldigingen neerschrijven. Hier
op zullen wij niet antwoorden.
Wat bet zakelijk© aangaat, de „Arn
hemsche Courant" zegt feitelijk
niet veel anders dan dat „zeor gemakkelijk
zou zijn aan te toon en", dat wij de
oppositie niet begrepen hebben. Tegen
over onze uitvoerig© argumentatie ten aan
zien vaa speetwet, snclvuurkanoancn, enz.,
zijn dit natuurlijk phrases, waaraan wij
geen houvast bebbon.
Haar éénig concreet argument is, dat
do oppositie van vior uiteonloopende groe
pen ten aanzien van rijf zeer onderscheiden
onderwerpen onmogelijk uit één en dezelf
de bron kan ontspruiten, „te minder", in
dien als ai© bron wordt aangewezen partij
zucht. Ons dunkt, dit „te minder" zal ve
len weinig logisch voorkomen. Eer moest
het luiden: „behalve." Immers, partijzucht
tegen een bepaald Kabinet is juist het
éénige, wat wèl een band vaa •eoheid kan
werpen om uiteenioopendo groepen bij on
derscheiden onderwerpen. Partijzucht <toet
grofcig gebruik maken van do oritiek van
den één, ook al past die critiek gansch niet
in de lijn van den ander.
Overige us merken wy aan do „Arn
hems oh e Courant" op, dat wij vol
strekt niet allo groepen, veel min nog alle
loden van elke groep, hoofd voor hoofd,
het exploiteercn van soc.-dom. misleiding
ten laste hebben gelegd. Reeds in don aan
hef hebben wij gesproken van „een deel
der vrijzinnigen", en bij de voorbeelden
kobbe® wij telkens iets dergelijks her
haald Hoe komt het blad dan aan het slot
'co sproken van „al 1 e tegenstanders, zon
der éónig© uitzondorring" (de spatieoring
is wan do „Arnh. C t."), en clan nog weer
eens van „zulk generalise©ren" Is het dan
niet eens noodig, een schrijver go©cl te le
zen voordat men hem „opzettelijk on
waar" besehuldigingen verwijt?
De beschuldiging zelve blijven wij incus-
aohon onve»rzwakt handhaven. En zij iis>
zóó weinig opzettelijk onwaar in onze pon,
dat wij nog trillen van verontwaardiging,
wanneer wij bedenken, hoe op meetings
werd gemanoeuvreerd' met ontwerpen als
speetwoc, snelvuurkanonnon, oudordoma-
peTïsioen. De socialistisch© logendo werd
ook door liberale sprekers uitgebuit. Om
trent hot ouderdoms pensioen wij merk
ten het reeds op, zijn enkel© vrijzinnige
woordvoerders, o. a. d© heer Dmoker, er
togen opgekomen, maar do meest spreken
den, o'e heer Roodhuyzon c. e., namen aan
de averechtsche voorstelling deel. De speet
wet werd als een daad van 6ocial© reactie
voorgesteld, hoewel thans ook minidcer
Veogens haar noodzakelijkheid erkont. De
6nelvuurkanoiHieo worden als een symbool
van clericaal militarisme het land rondge
dragen, hoewel geon enkele minister
ran oorlog aan dezen maatrogel had kun
nen ontkomen. Dit alles geschiedde» in het
gevolg der eociaal-domoeraxie.
Geüjko kwaadaardigheid en vervalachiug
van de strekking van ontwerpen als nu
door de linkerzijd© bij het Arbeidscontract
gogeesdd wordt, is van soc-dem. zijd© ge
schied bij d© genoemd© voordrachten. Toen
oahter van die zijde geon algemeen© ver
ontwaardiging. Toen zolfs ten dcelo een in
het soc.-dem. zog meevaren.
Dit zijn eenvoudig do vaststaando feiten,
die de geschiedschrijver boeken zal en aie,
zoo d© redactie der „Arnh, Courant"
ze nog niet zien kan, door haar wel kun
nen worden ontkend zonder onze waarheids
liefde verdacht te maken
Wij althans zullen van haar niet zog
gen ,dat zij, van de waarheid der feiten
overtuigd, zo tegen beter weten in ont
kent.
Naar aanleiding van de verklaring van
minister Vcegens, dat hij bereid is do noo
dige gelden voor een middenstands-
enquête op do begrooting voor het
volgend jaar uit to trekken, nuts men eerst
bokend mak© wolk© vragen een enquête
commissie zou hebben te stollen, somt „De
Middenstander", orgaan van do
„Handelsvcreeniging Rotterdam", do vol
gen do vraagstukken op van belang voor den
middenstand, welke de Verceniging oudor
de aandacht der cvenhieele enqu£t©-oom
missie zou wensclion te brengen, opdat zij
door het stellen van vragen op do hoogt©
kan komen van de denkbeelden en wen
schcn dienaangaande in belanghebbende»
kringen
1. werking van hot bestaande tarief van
invoerrechten cn do bezwaren cr tegen;
2. wcnschelijkheid van snel cn goedkoop
recht;
3. invoering van wettelijke bepalingen to
gen onecrlijko concurrentie
4. de wcnschelijkheid eencr wijziging van
do wet op do personeel© belasting, evenals
werkplaatsen, zullen worden vrijgesteld
5. wenschclijkhcid der invoering van een
wettolijk sluitingsuur;
6. de werking dor bestaand© wetgeving,
in zake het faillissement en de oaamlooze
vennootschappen
7. de wenscbelijkheid der invoering van
overheidswege» van handels-vakondorwijs;
8. d© werking vad het bestaande krediet
wezen
9. do werking van do coöperatie in haar
verschillendo vormen;
10. do wcnschelijkheid der afschaffing
van het quitantio-zegel tot bedragen van
25;
11. do wenscholijkheid der uitbreiding
van het ledental der Kamers van Koop
handel, ten einde don detailhandel gelegen
heid te geven beter vertegenwoordigd te
worden; cn
12. do wenscholijkheid om do consulaire
verslagen ook dienstbaar te maken aan de
belangen van den detailhandel.
Heemstede. In do Raadszitting zijn do
plannen voor het nieuwe Raadhuis goedge
keurd. Zij zijn ontworpen door do archi
tecten Jan Stuyt, Jos. Uuypors en Etmans.,
Het zal worden ge ouwd tegenover het te
genwoordig ltaadbuis aan den hoek Van
Mcrlcnloan, cn zal 60,000 kosten.
Voorts werd omtrent de gasfabriekplan-
nen medegede .u, dat hot voornemen bo-
staax om voor rokeuir.g, van de gemeente
een fabriek to bouwen, en de aan gegadig
den t© verpacl ten. Eén gegadigde heeft zich'
reeds bereid verklaard daarvoor een pacht
som to botalen, waaruit rente cn aflossing
kunnen worden bestred .Ti, zoodat cc fabriok
in 30 jaar vrij zal komen. Ecd beslissing
werd echter nog niot genomen.
Besloten werd den burgemeester jhr.
Van Lcnnep een jaarwedde 'co© te kennen
van 1350. Thans bedraagt zij 1000.
Burgerlijke Stand.
AARLANDERVEEN. Bevallen: A. van 'I
Wout gob, Van Wieringen Z. F, J. vod (Jon
Bosch geb. Löoko D.
B0DEG1LA VEN. B e v n 1 1 o n; B. G. de Jongh
geb, boel Jl> T. Groenevold geb. lilonk D.
J. van do Borg geb. De Borst Z. W. Olierook
geb. Groenoveld Z.
0 v e r 1 e d o a: E. Domburg 24 j,
HAZE RS WOUD E. B v a 11 o n; W. J. van Rijn
geb. v- d. Berg Z. 8. M, E. do Vroede gob.
Swttzar 2 D.
Ovorlodon: J. Smits Z. 5 j.
OUpSliOORN. Bevallen J. Molenaar geb.
Ballos D. M. Scbraverua geb. Kruijs Z. A.
van Beu8ekom geb. Kaplein D. Al. Oppolaar
geb. Van Klaveren Z. K. Zekveld geb. Van
Muijen Z,
KUNZATER WOUDE. B e v a 11 o n J, Verboom
geb. v. Ryswijk Z.
KEEU WIJK. Bo val Ion: A. Plak geb. Vorwejj
D, K do Jagor geb. Vau iierk Z.
Ovorlodon: IJ. J. tSobalkwyk 17 j.
17»
Over Graustark sprak Lorry met zijn
yriend eerst veertien dagen na zijn komst
in de stad. Hij had bij zichzelf overlegd
of het raadzaam was, zijn plannen aan An
guish mee te deden, omdat hij vreesde, dat
deze hem zou bespotten. Hij verlangd© ech
ter ongeduldig om het onbekende land te
gaan zoeken, met zijn hoofdstad, en min
stens één der bewoners, en zag zich einde
lijk genoodzaakt, ADguish tot zekere hoog
te in zijn plannen voor de toekomst in te
wijden. Tot zijn verwondering en ontstel
tenis was Anguish dadelijk vol geestdrift
bereid om den tocht met hem t© maken,
Raar hij reeds bijna een jaar met hetzelfde
plan rondliep.
Nu kon Lorry wel niet anders dan zijn
geheele hort uitstorten, en hij deed dit
met een beschaamd gezicht, want hij ver
wachtte, dat zijn luchthartige vriend h©m
•tot loon van zijn vertrouwen zou uitlachen
en bespotten. Doch Anguish, die levendig
en romantisch van aard was, vond inte
gendeel zijn verhaal zeer belangwekkend;
het was het merkwaardigst© avontuur, dat
'ooit. iemand buiten een roman was ten deel
gevallen.
„Vertol mij allee van haar," drong hij
aan, terwijl zijn oogen fonkelden van jon
gensachtige geestdrift.
Lorry beschreef hem zoo goed mogelijk
3© geheimzinnig© schoone, den deftigen
<K>m ©n diens vrouw, met- bijvoeging van
alle bijzonderheden, die hem zelf in de war
gebracht haddon.
„Dat is prachtig 1" riep Anguish. „Veel
mooier dan eonige roman, dat verzeker ik
je. Kerel, ik kan het je niet kwalijk ne-
m©D, dat j© dit prachtig© schepseltje wilt
gaan opzoeken. Als mijn nieuwsgierigheid
en bewondering zóó waren geprikkeld als
de jouwe, dan ging ik tot aan het eindje
van de wereld om die bevredigd te zien."
„Ik zi© alleen kans om mijn nieuwsgie
righeid te bevredigen. En mogelijk die niet
eens. Wie weet iets van Graustark?"
„Geef nu den moed niet op, eer je let
beproefd hebt. Als die menschen in dat
land wonen, dan moet het natuurlijk ook
te vinden wezen. In elk spoorwegboekje zal
het wol aangegeven zijn. Daarginds zijn
zoo verduiveld veel van die kleine konink
rijkjes en vorstendommetjes, dat er een
mens© heul even noodig zou zijn om ze alle
uit het hoofd te leeren. Morgenochtend
gaan wij naar een van de groot© spoorweg
stations en nemen daar informatica. En
als wij dan Graustark ontdekt hebben, dan
gaan wij er heen en plukken de bloem, die
daar bloeit. Ik zal dat zaakje wel in orde
brengen en jij zult alleen voor het plukken
t© zorgen hebben."
„Gemakkelijker gezegd don gedaan."
„Zij heeft je een kus toegeworpen, niet
waar 1"
„Zeker, maar dat was, omdat zij dacht
mij nimmer te zullen wederzien."
„En om dezelfae reden wierp jij haar ook
een kus toe, naar ik veronderstel?"
„Op dat oogenblik was ik niet toere
kenbaar."
„Nu, als zij zich er iets meer van b©
wust was dan jij, dan is zij toerekenbaar,
en ik zou haar opzoeken en een verklaring
vragen."
Lorry lachte om zijn ijver, maar hij waa
toch blijde, dat hij zijn energieken landge
noot in zijn vertrouwen had genomen. Twee
wisten meer dan één, en hij moest beken
nen, dat hij bij deze. onderneming gaarne
een bondgenoot had. Niet omdat hij zulke
groot© moeilijkheden voorzag, maar omdat
hij do eenzaamheid vreesde. Daarom was
het voornemen van zijn vriend om kern
naar Edelweiss te vergezellen een uitkomst
voor hem in plaats van een last. Tot laat
in don nacht spraken zij over hun uit
stapje en toen zij zich eindelijk gereed
maakten om naar hun hotel te gaan, wierp
Anguish nog even oen vraag op, waarvan
hij schrikte.
„Wat zul je met haar beginnen, als je
haar gevonden hebt, oude jongen?"
Grenfalls wenkbrauwen trokken zich sa
men; zijn houding zoowel ais zijn gelaat
getuigde van pijnlijk© onzekerheid.
„Daar zal ik over denken, als ik haar
maar eerst gevonden heb," antwoordde hij.
„Denk je met haar te trouwen 1" drong
de ander aan.
„Hoe weet ik dat?" riep Lorry barsch-
„O neen, dat kun je ook niet weten,"
sprak Anguish. „Misschien wil zij je niet
hebben, misschien is zij wel getrouwd, er
zijn zooveel dingen mogelijk. Maar als je
mijn onbescheidenheid niet kwalijk neemt,
zou ik je wel eens willen vragen, waar die
jacht over dc halve wereld toe leiden
moet? Alleen om haar eens te zien?"
„Je vroeg mij of ik dacht..."
Hij brak af,
„Ik neem dus aan, dat je het gaarne
zoudt willen. Nu, ik ben blij, dat ik ten
minste een bepaald punt heb, om van uit
te gaan- Hot eenige, waarnaar wij nu
moeten streven, is, Guggensiookor te ver
ruilen voor Lorry, wat zeker geen diefstal
is, maar veeleer een goede daad, zou ik
zeggen. Goeden nacht I Tot morgen."
Den volgenden morgen namen de twee
vrienden een rijtuig, reden naar verschil
lende stations cn vroegen naar Graustark
en Edelweiss.
„Zij heeft j© beetgenomen, oud© jon
gen," zeide Anguish, toen zij van het derde
6tatioo onverrichter zake terugkwamen.
Hij sprak op medelijdenden toon, want
hot deed hem werkelijk leed.
„Neenl" riep Lorry. „Zij heeft mij do
waarheid gezegd. Er is een Graustark en
daar woont zij Daar zou ik mijn Loof cl op
durven verwedden.
„Weet je zeker, dat zij gezegd heeft, dat
het in Europa lag?" vroeg Harry, om rich
hqen kijkend, alsof hij verwachtte, haar te
Parijs te zullen zien.
In rijn hart geloofde hij,, ,dat zij en
haar deftige bloedverwanten Gren bedro
gen hadden. Misschien woonden zij wel te
Parijs on nergens anders. Als Lorry niet
zoo stellig gesproken had, zou Anguish
h»em hartelijk uitgelachen hebben om zijn
domme lichtgeloovigheid. Er bestond zeker
geen Graustark, en evenmin waren do
GuggenBlockers met d© „Wilhelm" vertrok
ken, ondanks alle bewijzen voor het te
gendeel. Lorry had koorts gehad en zich
verbeeld, dat hij haar op de boot zag.
Waarom stond haar naam niet op dc lijst,
als zij aan boord was?
Eindelijk, na twee dagen van vr chtc-
loozo nasporingen, wilde Lorry in wanhoop
het onderzoek opgegeven. Doch Anguish
verzette zich hiertegen, vergetend. -Jut hij
den vorigen dag zolf zijn best gedaan had,
orn zijn vriond van ziju plan af tc brengen.
„Wij zullen nog eerst naar do biblio
theek van Parijs gaan en do boeken en at
lassen doorkijken", zeide hij. „Of, n<~g be
ter, laat ons naar bet postkantoor gaan.
Als er een Graustark bestaat, weten ij
bet bij d© posterijen."
Samen begaven zij zich naar hot hoofd
postkantoor, waar zij, na van den cc j naar
don ander verwozon te zijn, eindelijk heb
departement oDtdekfcen, waar zij inlichtin
gen konden krijgen. Binnen vijf minuten
hadden zij genoeg vernomen om juffrouw
Guggenalockor te rechtvaardigen, Lorry in
den zevenden hemel tc verheffen, en An-<
guiah razend van ongeduld te maken*
Graustark was een klein vorstendom, ver
oostelijk gelegen, cn Edol.vciss was een
st-ad van vijf cn zeventig duizend nwonera^
altijd volgens den postgids.
Meer konden dc Amerikanen niet te wc
ten komen; dus trokken zij nu nnar hel'
bureau van Baedekker. Hier vonden zij een
groeten atlas cn na ijverig en nauwkeurig;
zoeken, mocht het hun gelukken, bet vor»
stendom Graustark te ontdokken. VersLv
gen keken zij elkantler aan.
,.V t een verduiveld eind ver ligt dai
roo i vi ltje op do kaart," peinsde Lorry*
„Wat een afgelegen hoek voor zoo'n meisj*
om te wonen", ging hij voort. „En dit
vriendelijke oude dame en die deftige opn*
Caspar I Men zou eer denken, dat er baf*
baren woonden dan menschen als do Gu#»
genslorkers, zoo verfijnd, beschaafd, voor*
naam cn rijk. Ik begin boe langer zotf
meer belang t© stellen in dat land."
(Wordt vervolgd.)