No. 14125
L1IÖSCH DAGBLAD, ZATERDAG IÖ PAART. - VIERDE BLAD.
Anno 1006
cxxix
Gemengd Nieuws.-
FEUILLETON.
~Vixeii eui 1 £oi*ie.
Brieven van een Leidenaar.
Het viel me daDig uit de handen,"
zoo' schreef een lezer mij„dat je verle
den week met een Brief aan de Electn-
Bohe Central© hebt. gewijd. Je optimisme
in dezen kennend, hadden wij, zoo niet een
lofdicht op onze vroedo vaderen voor hun
kloek besluit om zoo maar, zonder slag of
stoot, een klein half millioen voor het
nieuwe licht te voteeren, dan toch voor
het minst een bestrijding verwacht vaq
h-b groote ingezonden stuk van den lieor
J. H G. van der Weide in de krant van
Woensdag 28 Februari, waarin deze met
cijfers aantoont, dat Leiden dit 'dure ding
niet noodig beeft. En alsof er die week in
onze gemeente niets bijzonders heeft plaats
gehad, houdt de Leidsche Briefschrijver
een praatje over bet nadeel van het rooken
in vergaderingen
Men- zal al hebben bemerkt, clat deze
Bohrijver geen voorstander van do elektri
sche centrale is en uit hetgeen hij mij ver
der schreef, meende ik te kunnen opma
ken, dat, bij geloofde, dat ik eigenlijk nu
ook een beetje met de zaak verlegen zat.
Een ander een hooggeleerde maakte
'de opmerking, dat wij nu werkelijk al
Hcht genoeg hebben on dat het vooral te
betreuren zou zijn, indien wij door mid
del van electro-motoren Leiden nog meer
zouden maken tot een industrie-, en vooral
kleine-industrie-stad. Leiden moest zijn
kracht zoeken in do Academie. Nu ben ik,
als Leidenaar, trotsch op onze hoogeschool
en ik zal niets liever wenschen dan rlat
zij een brandpunt Is en blijft van do we
tenschap, maar als wij het alleen moesten
hebben van de Academie, geloof ik toch,
dat wij nog mer achteruit zouden gaan
'dan waarover men nu reeds klaagt. Het
verschijnsel doet zich toch meer en meer
voor, dat do studenten, die hun opleiding
aan do Leidsche Alma Mater ontvangen
dea morgens met spoor en fiets naar haar
toe komen, om haar des namiddags wedor
te verlaten.
Als men eens precies wist hoe groot een
percentage der studenten niet in de stad
zelvo woont, dan zou men er waarschijnlijk
verbaasd over staan En wat profiteert
Leiden daar nu van? En menig hoogleer-
aar, die aftreedt, verlaat de stad óók al
zoo spoedig mogelijk, om zijn rust en pen
sioen elders ie genieten.
Elk doet wat hem of haar het best past
en het voordeeligst voorkomt of het aan
genaamst is, en dat mogen wij niemand
kwalijk nemen, maar om to gelooven, dat
Leiden kan teren enkel op zijn hooger on
derwijs en niet alles in heb werk behoort
fce stellen ook andere bronnen van bestaan
te scheppen of milder te doen vloeien,
komt mij in hoogo mate onpractisoh voor.
Leiden verkeert ten opzichte van zijn
ligging nabij Den Haag niet in een gun-
Btige positie, dat weten we altemaal wel,
en dat er menschen zijn, die van ons heen
gaan, omdat 2nj elders eenigie procenten
minder belasting van hun inkomen betalen
dan hier, is ook wel bekend; maar zou
meu nu inderdaad meenen, dat wij in het
belang van de gemeente zouden handelen,
als wij, om de uitgaven wat in te krim
pen, alles bij het oude lieten en niet mee
gingen met de eisclien van onzen tijd?
Ik ben van een tegengesteld gevoelen.
Meer dan menige andere gemeente moeten
wij trachten aan do spits te staan, waar
het geldt nieuwe uitvindingen toe te pas
een, om het den menschen zoo aangenaam
mogelijk te maken en hun de gelegenheid
te openen op gemakkelijke wijze en naar
de eisclien des tijds hun zaken te drijven.
Meer dan eens heb ik gewaarschuwd het
hooi niet over den balk te gooien, nog
kortgeleden mij met kracht verzet tegen
het creceren van een nieuwe betrekking,
die de gemeente geld zal kosten, zonder
dat daarmede de vooruitgang der stad
naar mijn meening, zal worden gebaat;
maar voor het in het leven roepen van
instellingen, die in de lijn van onzen tijd
liggen, waaraan men eenmaal toch niet ont
komt en waarvan men het meest profi
teert, als men er het vlugst bij is, daar
voor ben ik te vinden.
Daarom heb ik voor een paar jaren toe
gejuicht, dat onze veemarkt een belang
rijke uitbreiding zou ondergaan, ook, al
berekende men, dat daar nog zoo'n haast
niet bij was, omdat, als men de koppen der
koeien maar een beetje dichter naast el
kaar bond, er nog ruimte genoeg was.
En daarom was ik in October 1904, toen
het plan tot oprichting van een electri-
sche centraio aan de orde kwam, er ook
voor, dat de gemeente deze zaak zoo spoe
dig mogelijk zelf ter hand nam en tot
stand bracht, en ik heb er nog geen be
rouw van er het mijne toe bijgedragen te
hebben, dat het voorstel tot oprichting
toen is aangenomen, waardoor een defini
tief plan nu eerstdaags tot uitvoering zal
kunnen komen.
Heeds hierom al, omdat, wanneer de ge
meente deze zaak liet rusten, particulieren
stellig concessie voor den aanleg zouden
aanvragen, wat dan ook reeds al was ge
schied. En hoe zou men dat met fatsoen
weigeren, hoewel men daardoor een gewel
digen concurrent voor het gemeentelijk
gasbedrijf zou binnenhalen?
Aan electriciteit is nu eenmaal do triumf
over gas en stoom weggelegd, dat houdt
geen berg van vertoogen en berekeningen
tegen. En zouden wij de voordeelen van
dien triumf dan werpen in den schoot van
concessionarissen, zooals wiji eenmaal te
kwader ure aan verziende mannen, die
inzagen, dat frisch leidingwater onze troe
bele wel- en regenputten zou vervangen,
het recht gaven de stad uitsluitend van
duinwater te voorzien?
Het geval staat, voor zoover tweo ver
schillende zaken vergelijkbaar zijn, pre
cies gelijk.
Heeft Leiden behoefte aan een elcctri-
scüe centrale? heeft de heer Van der
Weide gevraagd. En in een doorwerkt knap
stuk, met feitenkennis in elkaar gezet, en
met overtuiging neergeschreven, beant
woordt hij deze vraag ontkennend. Het
spreekt vanzelf, dat ik met een paar los
daarheengeworpen gedachten zijn becijfe
ringen niet omver kan werpen. Als de 11 e-
dactie mij daartoe verlof geeft, wil ik ech
ter de volgende week trachten er een en
andor tegen aan te voeren. Het stuk is veel
te goed en...te gevaarlijk, om in de
phase, waarin wij nu verkeeren, het dood
te zwijgen- Het zou de nieuwe inrichting
in miskrediet kunnen brengen vóór zij er
is. En ik weet niets gevaarlijkers voor iets,
wat nog worden moet en groeien dan dat
niet wordt geloofd in zijn levensvatbaar
heid. Nu heeft de Wethouder van Fabri
cage in do laatste Raadszitting wel mee
gedeeld, dat er ook van de zijde van de
gemconto door aanschouw el ijk onderwijs als
het ware propaganda voor de nieuwe zaak
zou worden gemaakt, wat ik van harte toe
juich, maar laat mij dan pogen daarvoor
ruim baan te maken, door mijn krachten
te beproeven, enkele struikelblokken, die
do hoer Van der Weide heeft neergewor
pen en waarop velen zien, alsof het rot
sen waren, niet eens te verwrikken, uit
den weg te ruimen.
Op het oogenblik wil ik dit er alleen van
zeggen, dat indertijd ook tegen de oprich
ting van de gemeentelijke gasfabriek van
inderdaad niet minder gezaghebbende zijde
bezwaren van denzelfden aard zijn aange
voerd. De industrie zou van geen gas ge
bruik maken; de burgerij laat staan de
arbeider zou baar goedkoop© petroleum
niet ruilen voor gas. En lees nu eens bij
den heer Van der Weide: wat een gasmo
toren, wat een gebruikers van gas met ge
wone en muntgasmeters I Natuurlijk wist
men bij de oprichting niet, dat er eenmaal
van deze muntgasmeters zouden zijn, die
het doelmatig en gemakkelijk zouden ma
ken zelfs den armste gas voor verlichting
en voor keukengebruik te verschaffen.
En zouden wij zoo waanwijs zijn, om bij
onze berekeningen van de veronderstelling
uit te gaan, dat op het gebied der electri
citeit nu reeds het laatste woord zou zijn
gesproken
Wie wat vertrouwen in de toekomst
heeft, doet het anders.
En mocht het zijn, dat de directe voor
deelen, omgezet in een batig saldo, bij de
exploitatie wat langer op zich laten wach
ten dan door de voorstanders gehoopt
wordt, dan zijn daarmede uog niet wegge
cijferd de indirecte voordeelen voor de ge
meenschap en de bijzondere personen,
voortvloeiend uit een beter lioht en doel
matiger drijfkracht voor de industrie, en
voornamelijk de zeer kleine industrie. Wat
ik maar zeggen wil: men moet een zaak
niet uitsluitend van koopmansstandpunt
bezien.
Ik heb deze week heel wat oppositieto-
nen tegen- de ElectriscUe Centrale gehoord.
Wie daaraan meededen zou ik het ver
standig woord van den groot-industrieel en
't gemeenteraadslid, den heer Zaalberg in
herinnering willen brengen, die dezer da
gen nog in dit blad ongeveer schreef: ,,ik
ben geen voorstander Ivan de Electrische
Centrale, maar nu zij er eenmaal toch
komt, wil ik van harte meewerken aan haar
welslagen." En zoo hoort elk rechtgeaard
Leidenaar te zeggen en te... doen, Jan zal
het met onze Centrale wel goed komen.
P.S. De vorige week deelde ik mede,
dat iemand in de nabijheid van Leiden
tuingrond voor kweektuintjes had aange
boden bij 10 vierk. M. a 50 cent p:r M.
Men zal vermoed hebben, dat deze opgave
onjuist was. Het moet zijn 20 cent per
vierk. M., bij meer dan 10 vierk. M. 15
oent. Tot mijn genoegen kan ik er aan toe
voegen, dat het denkbeeld ernstig zal
worden overwogen door een lichaam, dat
op verwezenlijking er van is aangewezen.
Gistermiddag omstreeks 4
uren spreng een man in do Prinsessegracht
te '8-Gravenhage. Niettegenstaande een of
ficier en een agent in het water sprongen
om den man te redden, mocht dit niet go-
lukken. Een kwartier later werd de dren
keling met de dregge opgeliaald en naax
den politiepost aan dj Boachbrug gebracht.
(„Vad.")
Naar „Het V ad." verneemt, is
aan den gemeenteraad van Den Haag over
legd een rapport omtrent de oorzaken van
de instorting bij den aanbouw van nieuwe
huizon in de Heulstraat aldaar. Het on
geval zoo moot do oonclusio zijn moet
aan het gebruik van ondeugdelijke mate
rialen te wijten zijn.
Gisteren is W. V. uit Borgam-
bacht in do electrische centrale to Rotter
dam van een hoogte van 7 meter op oen
gootsteen gevallen. Hij werd naar het Dia-
conessenhuis overgebracht, waar hij na een
uur overleed. De was was 39 jaar oud en
laat een weduwe met 3 kinderen na.
V a 1 8 c h g o 1 <1. Bijdepolitie
te Wormervecr is gedeponeerd een valscho
gulden, dragende de beeltenis van de
Koningin met opgestoken haar en het
jaartal 1901.
Het randschrift ontbreekt geheel cn do
kleur is loodachtig, de klank dof.
D© vrouw, dio oen paar da-
gen geleden te Arnhem door oen bierwo-
gen op het Yelperploin aldaar overreden
werd, ia aan de bekomen verwondingen
overleden
Te N i e u w-W e e r d i n g o heeft
een ernstige mishandeling met doodelijken
afloop plaats gehad. De kleermaker A.
van der Vcon, wien een steek in den rug
is toegebracht, is, toon hij op do vlucht
gin^ in het kanaal geraakt on verdronken.
De vermoedelijke dader bevindt zioh in
Duitschland.
Hot vierjarig zoontje van J
R., te BerkeJ, trok in een onbewaakt
oogenblik zijn vaders baggersLaarzon aan
en ging daarmede langs den kant van een
vaarwater. Toen do laarzen vol water wa
ren geloopen, schoot de knaap naar het
midden en verdronk.
'Door een voorbijvarenden sohipper werd
het lijkje opgehaald.
Toen Donderdagavond de
vrouw van Ter Horst, in de Van der Laen-
Btraat te Zwolle, haar twee kinderen van
2 en 3 jaar eveD alleen gelaten had, om
te zien waar haar zoontje bleef, had het
jongste kind zich van de lucifers meester
gemaakt. Er werd er een afgestreken, met
het gevolg, dat do kleertjes van het kind
vlam vatten ©n het kind hevige brand
wonden bokwam. Het is naar hot Sophia-
ziekenhuis overgebracht, maar denzelfdcn
avond na hevig lijden aan de bekomen
brandwonden overleden. („2w, Ct.")
Aan de „Li mb. Koorior" wordt
uit Valkenburg geschreven: Gistermiddag
werd zekere J. G., cm Franschman, lid
der ,,Club iPrivóe do la Société Particu-
lière d'Agrément", door de marechaussees
aangehouden. Uit goede bron vernemen wij
ook nog, dat andere leden der club van
wege den procu.eur-generaal bij het ge
rechtshof aanzegging is gedaan onze plaats
te verlaten, alsmedo dat alles streng zal
worden uitgevoerd. Zoodoendo hoopt men
een einde to maken aan de speelholen in
het Zuid-Limburgsohe.
De stranding van do ,,E v e r t-
sen". Men schrijft aan de ,,0. H. Ct.":
Op 29 dezer zullen voor de rechtbank te
Alkmaar tweo processen aanvangen tegen
den Staat der Nederlanden tot opvorde
ring van hulpbetoon ter zake van het ver-
leenen van bijstand aan het op onze kust
gestrande pantserscihip de „Evcrtsen". Do
vorderingen wegens hulploon zijn zaken van
koophandel, waarin aan de eischende partij
haar eisch slechts bij hoogo uitzondering
wordt ontzegd en waarbij krachtens de wet
aan do eischende partij, behalve het eigen
lijke hulploon, 6 pCt. handelsrcnte wordt
vergoed. Verkrijgt do eischende partij me
nigmaal niet wat zij in der minne vroeg,
deze rentevoet en do bepaling der wet, dat
de hulp- en bcrgloonen in geval van ver
schil door den rechter worden begroot, zoo
dat de proceskosten geheol ten loste van
de gedaagde partij komen, maakt help ere
en bergers in den regel minder afkcerig
van proeedeoren, dan de doorsneó-Neder
lander, ingevolge onze gebrekkige wetge
ving meestal is. Wij vernamen, clat een der
eischende partijen den rechtsbijstand heeft
ingeroepen van oen der leden der Haarlcm-
ache balie. Wij kunnen niet bcoordeelon, of
de vorderingen der twee eischende partijen,
waarvan eene is do Bergingsmaatschappij
der firma Zur Miiblen, zoo overdreven wa
ren dat het departement van marine er niet
aan kon denken ze buiten den rechter om to
voldoen, doch wij betreuren het, dat deze
voor liet gevóel van eigenwaarde van ons
volk zoo kwetsende aangelegenheid thans
in alle haar betreurenswaardige bijzonder
heden weder voor het voetlicht zal komen.
Een meer verheffend schouwspel ware het
geweest, wanneor beide partijen, helpers cn
departement, 's lands belang vóór eigen
financieel voordeel of departementaal pres
tige stellende, in een minnelijke schikking
tot elkander hadden kunnen komen.
Onder do puin en van het
ingestorte geboxiw to Antwerpen
werd gisternacht nog levend uitge
haald een 50-jarig te Deurne wenende
werkman. Zijn rechterbeen is gebroken en
zajn linkerenkel gekwetst. Een tweedo ver
miste kwam to middernacht tot ieders
verbazing te voorschijn onder de volksme
nigte. Verdwaasd, was hij tijdig wegge-
loopen en kwam nu eens kijken.
Gisteren om tweo uron dos namiddags
werd een derde slachtoffer levenloos bui
ten gebracht. Nu is er nog een enkele,
die naar alle waarschijnlijkheid dood is.
Het schouwspel is grievend. Al do ijze
ren gebinten zij i omlaag gekomen on met
selaars en timmerlieden werden er onder
bedolven. De oorzaak der ramp zal wei
moeten gezocht worden in de onverant
woordelijk slecht verzorgde aanbeuwing;
er zijn letterlijk niets dan venstors, en men
vraagt zich af wie zoo een .werk durfde
afleveren. Het gevaar voor verdere instor
ting is niet geweken. („N. R. Ct.")
Te Hertogonrath, inde R ij n-
provincie, vlak bij de Limburgscho grens,
zijn een schrijnwerker en zijn dochter gebe
ten door een hond, die vermoedelijk dol
was. Beiden zijn naar Berlijn gezonden,
om daar behandeld te worden. To Herto-
genrath en in het na mrige Merkstoin
heeft de overheid last gegeven, allo hon
den to muilbandon.
Volgens een later bericht, is ook te
Aken dezelfde voorzorgsmaatregel geno
men.
Uit Hclsingfors wordt aan
het ,,Berl. Tagcblatt" gemold: In do Fin-
8che Golf werd door een storm een reusach
tig ijsveld, waarop zich ongeveer duizend
visschers bevonden, van de Esthlandsoho
kust losgescheurd. Men slaagde er in on
geveer 200 menschen cn een aantal paar
den to redden, maar men vreest, dat do
800 overblijvendo visschcre reddeloos ver-*
loren zijn.
Volgens „üagsposton" zijn
gisternacht op de Lofcddon vele hutten
van visschers door een lawino verwoest.
Tot dusver zijn 21 lijkeu cn 39 zwaar go-
wonden opgegraven. Het aantal van de
onder de sneeuw bedolven menschen be
draagt 61. Het reddingswerk wordt met
kracht voortgezet.
Do hongersnood in Japan.
In Januari is buitenlandscho rijst aange
voerd in het rijstland JapanWitte Ran-
goon-rijst en andere soorten verschenen op
do markt te Kobe.
Het mislukken van den rijstoogst heeft,
naar men weet, grooto ellendo veroorzaakt,
Do getroffen streek is de Miagi-provincio,
die 16 districten telt. Hot ergst heerscht de
nood in liet district Kocrihara. Men heeft
door, bij zorgvuldige waarneming, bevonden
dat or 92,756 menschen noodlijdendeu zijn,
van wie 41,541 op de grens van den hon
gerdood. In gewone jaren voert dit district
een belangrijke hoeveelheid rijst uit-, dit
maal was er niet alleen van export geen
sprake, maar bovendien schoot de oogst go-
lieol to kort voor de bevolking; zij droeg
nog geen percent van het gemiddelde.
Diep-treurig is de toestand der bcA'olking.
Het hulp-comité, dat te Sendai is opge
richt vond in een dorp van 50 huizen 45
waarin de menschen nagenoeg niets beza
ten. Paarden, werktuigen, beddegoed, ja.
kleeren alles wat eenige waarde had was
verkocht.
In eon ander dorp van 5356 inwoners
haddon 3730 lieden aan alles gebrek. In een
derde vond men een vrouw die in vijf dagen
geonerlei voedsel had gehad.
Do ongel ukkigen koken stroo en eikels
als voedsel.
De redactie van een der groote Japansche
bladon ontving vier soorten van honger-
voedsol, zooals dit in hot noorden van Ja
pan gegeten wordt. Het eerste is een meng
sel van mochi en gobo. Mochi wordt ge
maakt van de armste soort van rijst en
vormt een derde van bet mengsel, gobo is
een zwarte wortel, die alleen door do arm-
sten wordt gegeten. Het zwarte mengsel is
weerzinwekkend van reuk cn smaak.
Een ander grauw mengsel van moohi mot
daikon-worlels en -bladen lijkt volgens de
beschrijving op den inhoud van een sinds
lang niet gebruikte kookepan. Voorts
mengt men mochi met eikols, na deze in
kalk te hebben gewassohen ten einde het
bittere er wat ai te nemen. Of men kookt
stroo met een derde mochi, een mengsel,
dat natuurlijk bijna geen voedingswaarde
heeft.
Hoe de treurige toestanden zijn ont
staan? Reeds drio jaren geleden heorschte
er in sommigo streken gebrek, waardoor
honderden gezinuen in nood kwamen. Nog
Bteods worstelende om weder op do been
te komen, worden zij door deze ramp
overvallen do ergste dio bij monschen-
heiigenis in Japan is voorgekomen. Het
natuurlijk gevolg is, dat de chrenischo
armen bijna op den achtergrond worden
gedrongen door het plotseling opkomende
recrutcn-contingcnt van dit hongerleger.
De Seine is onrustbarend
hoog en blijft nog steeds wassen. Zo bo-
hoeft nog slechts enkoio o.M. hooger te
worden, en de booto i kunnon ondor som
migo bruggen niot meer door. Reeds
thans liggen op verschillend© plaatsen al-
lorlci vaartuigen, die bij gebrek aan
slcopbooten nic' verder kunnen, waardoor
natuurlijk ontzaglijk veel nadeel wordt ge
leden. De gemeenteraad van Parijs heeft
een sopi van 20,000 fr. uitgetrokken ter
ondersteuning van dc werklieden en de
havenarbeiders, dio door den hoogen wa
terstand tot een onvrijwillige werkstaking
zijn gedwongen.
102,
,,Dat zullen wij hebben, Rorie. Ik wil
gaarno de verbeteringen zien, dio gij voor
lady Mabel hebt laten aanbrengen."
Welnu, ik zal mijn huishoudster zeg
gen, dat zij zorgen moet voor thee en ge
bakjes en confituren, en alles, waarvan
kinderen en jonge dames ook veel
houden Wij moesten het maar op vier
uren in plaats van vijf stellen, want de
namiddagen zijn zoo kort".
,,Als gij er zoo spottend over spreekt,
komen wij niet."
„O, dat doet gij wel. Nieuwsgierigheid
zal u drijven. Bedenk, dat dit de laatste
kans voor u is om de kamer vaü Blauw
baard op Briarwood te zien."
„Is or een kamer van Blauwbaard?"
„Welzeker, Dat bohoort er immers bij."
Vixen vond hot zeer aardig het land
goed van haar aanstaanden echtgenoot
met hem te bez'chtigen. Hoe levendig her
innerde zij zich dien dag, toen zij met
haar vader naar de jachtpartij op Brïar-
;wood ging 1 En toch scheen het haar wel
een eeuw geleden toe het begin van
haar leven voordat ze wiBt wat droef
heid was.
Miss Mac Oroke, die bereid was alles
te doen wat haar voormalige leerlinge
.verlangde, was werkelijk blijde, dat zij
Briarwood nu ook eens van binnen zou
(den.
Vimn had een nieuw pan ponies, 'die
haar verloofde voor baar gekooht had, na
vergeef8ch© pogingen om den lang verloren
Titmouse op te sporen. Met dit span reed
zij naar Briarwood, in gezelschap van miss
Mac Croke, clie er in berustte, met een
blinde onderwerping, gevoelende, dat, als
het voorbeschikt was, dat zij hals over kop
uit een ponyrijtuig geworpen moest worden,
dit toch vroeg of laat zou gebeuren. Door
thuis te blijven kon zij het noodlot niet af
wenden. Dus nam ze naast Violet plaats,
en zat kalm en stil, terwijl de ponies, waar
voor was ingestaan als mak in het tuig,
steigerden en met do voorpooten in de
lucht grabbelden, alsof ze voornemens wa
ren tegen de hoogte met rhododendrons op
te klauteren.
„Zij zullen wel bedaren als de cor6te
verschheid er wat af is", zeide Vixen, vroo-
lijk, tenwijl ze hun een bestraffend tikje
met de zweep gaf,
,,Ik hoop het", sprak miss Mac Croke;
„maar zou het niet beter geweest zijn, dat
Bates er de eerste verschheid van had afge
nomen, voordat wij er mee reden
Weldra rolde het nette rijtuig in snelle
vaart langs den effen straatwegde ponies
liepen „als een klok", zooals Vixen goed
keurend aanmerkte.
Roderick stond de dames aan het hek op
te wachteD. Een helder vuur vlamde in do
amberkleurig-en-witto gezelschapskamer
een nette theetafel was voor den haard ge
trokken; ter wederzijde van de tafel stonden
dó gemakkelijkste van alle armstoelen, een
theeketel siste, Rorie's geliefkoosd© speur
hond lag op jt haardkleed, alles zag er zoo
recht gezellig uit. Briarwood was toch
eigenlijk zoo'n leelijke plaats niet, dacht
Vixen. Dóór zelfs zou zij met Roderick
gelukkig kunnen zijnmaar natuurlijk was,
naar haar gevoelen, Abbey-House honderd
maal beter, .want zoo wa- er geen tweede
woonplaats op do wereld.
Zij zateD alle drio bij het vuur thee te
drinken, door Vixen geschonken, die zeer
aardig de rol van vrouw des huizes speelde.
Zij spraken over vroeger tijd, soms wee
moedig, soms schertsend, en kwamen van
de eene oud© herinnering op de andere. Al
de plagerijen van Rorie, al de schalksche
streken van Vixen werdén weder opgehaald.
„Ik geloof, dat gij toen veel van mij te
lijden hebt gehad, Rorie", zeide Vixen, van
het theeblad opstaande en aohter den stoel
van baar verloofde over zijn schouder leu
nende. „Niets is zoo aangenaam als aen-
geen, dien men het meest p do wereld
liefheeft, te plagen. O, Rorie, wat zult gij
een leven bij mij hebben 1"
,,,Het leven, dat ge mij laat leiden, zal mo
wel bevallen, want ik breng het met u
door," was het antwoord.
Na het theedrinken deden zij een inspec
tietocht en bewonderden de zitkamer, die
naar den laatsten smaak, la renaissanoe,
voor lady Mabel was ingericht.
,,Ik zou u, eer het geheel donker is, de
stallen ook wel eens willen laten zien,"
zeido Rorie nu. „Ik hoo er ook eenige klei
ne verbeteringen in laten aanbrengen."
„Gdj weet, dat ik e©n zwak voor stallen
heb," antwoordde Viken. „Wat heeft die
goede mama mij niet dikwijls de les gelezen
over mijn ongeluk kigen smaak I Maar wat
kan er aangenamer op d© wereld zijn dan
een ouderwetsche stal, die naar klaver en
versch gemaaid hooi riekt?"
„Stallen zijn niet onaardig en te behoor
lijker plaats zeer nuttig," merkte miss Mae
Cioke wijs aan.
„Maar men moet geen stallen in een ge
zelschapskamer brengen," zeide Vixen, op
deftigen toon. „kom, Rorie, laat ons uw
nieuwste verbeteringen in do stalinrichting
zien."
Zij begaven zich naar het net onderhou
den, geplaveide vierkante plein. Miss Mae
Croke droeg altijd een gevoel van angst
voor de achterpooten van vreemde paarden
met zich om; maar zij volgde Violet in den
stal, met dezelfde heldhaftige getrouwheid,
waarmede zij haar naar het schavot of den
brandstapel gevolgd zou hebben.
Daar stonden al do oude lievelingen van
Rorie: Starlight Bess, met haar glanzige
bruine huid en een witten poot; do forsche
Blue Peter, met zijn breed'o borst; Pixic,
de grijze Arabische merrie, waarmede lady
Jane in haar phaeton door hot park placht
t© rijden nu een oude juffreuw en
Donald, het gespierde jachtpaard.
Vixen kende al dio paarden, trad naar
hen toe, klopte zo op den nek, en was recht
thuis met hon.
„Ge zult allen op Abbey-House komen,
lieve dieren," zeide zij, verheugd.
Aan bet eene einde van den stal was een
vak, door een schot van vijf voet afgesle
ten, met oen traliewerk er boven, cn toen
Vixen het naderde, werd zij met hinniken
de en snuivende geluiden begroet, die haar
zonderling welbekend klonken.
Zij bleef staan, werd beurtelings rood en
bleek, en zag Rorie, die glimlachend bij
haar stond, ernstig aan.
„Dat is mijn kamer vaü Blauwbaard,"
zeide hij, vroolijk. „Daarbinnen is i©ts heel
akeligs."
„Wat hebt gij daar voor een paard in?"
riep Vixen, met levendigheid.
„Een paard, dat u braaf zal dragen als
wij te zamen op do jacht gaan."
„Wat voor paard? Heb ik het ooit go-
zien? Ken ik het?"
Het gehinnik en gesnuif werd sterker;
een neus deed de klink van de deur, dio
bet vak afsloot, rammelen.
„Als gij een goed geheugen voor oude
vrienden hebt, geloof ik dat gij dozen wol
zult herkennen," zeido Rorie, een grendel
openschuivendo.
Een kop kwam door de deur, en het vol
gend oogenblik had Vixen haar armen om
don hals van haar ouden lieveling gesla
gen, en besnuffelden de fluweelcn neusga
ten haar gelaat.
„Lieve, lieve oude jongen 1" riep Vixen
en zich tot Rorie wendende, zeido zij: „Gij
ha.db mij gezegd, dat hij verkocht was I"
„Dat is hij ook, en ik heb hem gekocht."
„Waarom hebt ge mij dat niet gezegd?"
„Omdat ge het mij niet gevraagd hebt."-
„Ik vind u zoo onaardig, zoo on verschil-*
lig omtrent hem."
„Gij waart onaardig, als gij het mogelijk
kondet achten, dat ik uw lievelingspaard
in vreemde handen zou laten vallen. Maar
missohien liadt gij liever gehad, dat lord
Mallow hem gekocht had?"
„En dat hebt gij al dien tijd voor mij
geheim kunnen houden 1" zeide Vixen.
(Slot iolgi.)