Een coöperatieve Wasscherij.
De meisjes komen zich niet gaarne aan
bieden, als er een „dienstbode" wordt ge
vraag©. En telkens weer moeten de me
vrouwen en juffrouwen haar toevlucht ne
men tot een grooto of kleine advertentie,
want dit is nog de eenige weg om eindelijk
wellicht to slagen.
De meisjes verwisselen liever de katoe
nen japon met een meer gekleede, verhui
zen dolgraag van de keuken naar den win
kel of een of ander atelier.
Er is dus gebrek aaD dienstboden
en do oorzaak ligt in do strooming
van onzen tijcL Een van de kenmerken van
die strooming is: grooteontevredenheid en
oppervlakkigheid. Men wil wel dienen, maar
liefst niet een ander, wel zichzelf. Men wil
dienen bijna uitsluitend om geld, en het
liefst veel geld verdienen. Geld verdienen,
niet om in de noodige behoeften te voor
zien, maar om zich op te dirken en voor
juffrouw of mevrouw door te gaan- En daar
voor is zelfs het hoogste loon niet voldoende.
Vroeger, toen de loon en lager waren, er
meer trouw werd gevonden en menigeen
het zich eon eer rekende een familie jaren
lang te dienen, zorgden dienstboden voor
een flink gevulde linnenkast en degelijke
kleeding. In het werk gekleed met jak en
rok en muts en witgeschuurde tripklompjes
aandes Zondags met een eenvoudigen hoed
en omslagdoek. En het goed ging jaren mee.
Maar nu Aan ondergoed wordt bijna niet
gedacht. Het geld wordt besteed aan prullen.
Om den haverklap een nieuwe hoed, een
oieuwe mantel, een nieuwe ceintuur, nieu
we handschoenen, kantjes voor dit en lint
voor dat, lesnemen in dansen, fietsrijden
en wie weet wat meer. Min of meer kost
bare andere sieraden mogen natuurlijk
ook niet ontbreken. Hoe maller de
hoed, hoe liever. Als men maar niet op
een „dienstbode" gelijkt.
Vcor dat alles is geld, veel geld noodig,
en daarom worden de eischen der dienst
meisjes met den dag hooger. Ook met be
trekking tot hun „uitgaansdagen", liefst
eiken Zondag en meermalen in de week
En omdat niet iedere huismoeder aan alle
eischen en nukken der meisjes kan cn wil
voldoen, blijft het een sukkelen met de
dienstboden.
Een trouwe dienstbode, een dienstbode,
die al vele jaren bij dezelfde familie dient,
begint een zeldzaamheid te worden. Zulke
dienstboden zijn een sieraad in de maat
schappij en van reel grooter beteekenis cn
waarde, dan die honderden stoethaspels,
die haar neus optrekken voor de wasch,
nauwelijks een aardappel kunnen schillen
of o 'c maar eenigszins behoorlijk kunnen
koken, het stof in de hoeken en gaten la
ten zitten, een uur lang uitblijven als ze
een boodschap moeten doen, die een half
uur vereischt, en liever met buurmeisjes
staan te babbelen dan haar werk verrichten.
Niet ten onrecht© spreekt men van de
dienstboden als van een noodzakelijk
kwaad.
"Wat is hieraan te doen? Ziedaar een
vraag, die gemakkelijker gedaan dan be
antwoord is.
Toch is het goed er even bij stil te
staan. Met klagen wordt de toestand niet
beter
Bedriegen wij ons niet, dan ligt de schuld
niet in de eerste plaats bij de dienstmeis
jes. maar bii de ouders, in een fout der op
voeding. Hinderen opvoeden is een moei
lijk werk en vereischt veel wijsheid. In
huis moeb de grondslag gelegd worden voor
het volgend leven. Men wenno daarom de
kinderen aan huiselijkheid'. De plaats
van vader en moeder is, na volbrachten ar
beid. het huis. Gaan vader en moeder
veel uit, de kinderen zullen spoedig hun
voorbeeld volgen. Men wenne de kinderen
aan orde en niet het minst aan een werk
zaam leven. Het is een slecht teeken, als
de kinderen niet weten wat zij thuis zul
len doen. Men geve den kinderen vooral
een eenvoudige opvoeding, en leere hun ver
staan. dat dienen gelukkig maakt. Meni
ge jongeling loopt hoog geboord en strui
kelt bijna over zijd manchetten, terwijl
vader in den werkmanskiel gekleed gaat,
en menige huismoeder, die vcor anderen
wasoht, maakt van haar dochter een opge
prikte kapel. 19 het wonder, dat zulke
meisjes later niet het minste begrip hebben
van wat het zeggen wil een dienstbode te
zijn 1 Moeders, zet, als gij zo goe-. onder
wijs, naar haar stand, hebt doon geven,
uw dochters aan het werk, leert ze de han
den uit de mouw steken. Dan worden zij
bruikbare en nuttige leden der maatschap
pij en zij zullen er u later voor danken-
En dan: aan hoe menige vrouw des hui
zes ontbreekt tact en wijsheid om haar
dienstbode te leiden. Met veel geduld, met
veel liefde kan zooveel terechtgebracht
wcivten. Voor hen, die ,,m onze poorte",
d. i. onder ons dak zijn, zijn wij in zeker
opzicht aansprakelijk.
En dan bewijzen wij haar geen dienst,
als wij liaar veel gelegenheid geven om
„uit", dat wil in de meeste gevallen zeg
gen veel op straat, te zijn.
Wat de gevolgen zijn van het doen der
wasch voor het arbeidersgezin, weet hij,
die maar eens even rond heeft gezien in
de arbeiderswereld, slechts al te goed. De
vrouw reeds vroeg verouderd, vooral ten
gvolge van het staan aan de waschtobbe,
de woning ongezellig door den geur van
het zeepsop en het onooglijk gezicht van
een drogende wasch, ziedaar wat een ieder
dadelijk in het oog moet vallen. Maar do
gevolgen zijn nog ernstiger uit een sociaal
oogpunt, zegt het ,,S. W."
Als d© man 's avonds thuis komt en daai
een moede, vroeg verouderde vrouw vindt
iü een onsmakelijk riekend© woning, dan
mo©t hij al heel veel van vrouw en kinde
ren houden, al heel wat plichtsbesef heb
ben, indien hem niet nu en dan de lust
bekruipt naar een minder ongezellig lokaal
te gaan, en... waar raakt hij dan al spoe
dig heen
Wij hebben in den laatsten tijd al heel
wat gehoord over het verbeteren van de
woningen der mingegoedener is zelfs hier
en daar al wat aan gedaan, èn door meer-
gegoeden, èn langs den weg der coöperatie,
maar wordt het niet hoog tijd, dat een der
groote oorzaken van de verslechtering der
woningen wordt weggenomen 1
Een moeilijk probleem, omdat èn het far
briekmatig wasschen vrij duur is, èn het
arbeidersgezin zelfs vrij laag gestelde prij
zen voor het wasschen moeilijk kan mis
sen. Op deze bezwaren hebben veelal de
plannen tot. verbetering in den toestand
dan ook schipbreuk geleden, want onder die
omstandigheden beloofden volkswasscherij-
en niet veel winst.
Dit alles heeft echter twee Haagsche dar
mes, mevr. Dietz en mevr. Weber, niet
atgeschrikt. Met echt vrouwelijke volhar
ding hebben zij twee jaar lang propaganda
gemaakt voor het denkbeeld om in Den
Haag een volkswasscherij op te richten en
gepoogd' daarvoor de benoodigde geldeD
bijeen te krijgen.
Het eerste is haar gelukt en reeds onge
veer 200 gezinnen beloofden de wasch bij
d6 inrichting te laten reinigen, maar hel
benoodigde kapitaal konden zo niet geheel
bijeen krijgen. Wèl waren er onaer de meer-
bevoorrechten, die er een bedrag aan durf
den wagen, maar er ontbreekt nog f 5000
aan.
Het bestuur der coöperatieve Volkswas
scherij heeft zich daarom gewend tot den
Raad van 's-Gravenhage, met het verzoek
om aan de Vereeniging een jaarbjksch
subsidie.van ongeveer 650 toe te kennen,
als wanneer zij haar zegenrijke taak zou
kunnen aanvangen.
De bedoeling is voor de arbeidersgezin-
Den de wasch droog toegeslagen aan huis
te leveren, zoodat d© huismoeders alleen
ontslagen zullen zijn van den ^loopenden
arbeid van het wasschen ïd de won:.ng eo
van het onhygiënische drogen der wasch in
de huiskamer. Et zal dus voor de vrouw
nog werk genoeg overblijven, maaT niet
zulk een arbeid, die vrouw en huis t> gelijk
sloopt.
Over Voeding van Kinderen.
Het is een waan-idee, dat lichamelijke
6terkte uitsluiten! van de voeding en meer
speciaal v^n een voeding, rijk aan eiwit
stoffen, zou afhangen, aldus schrijft dr.
Klaus. Niet door voortduxenden toevoer,
van eiwitstof wordt spiermassa aangezet;)
een hoofd vereischt© hiervoor is geregeldoj
spieroefening. En omgekeerd alleen bij ge
regelde spieroef ening, bij harden, li-
cli&melijken arbeid wordt de stof
wisseling zoo verhoogd, dat wij een relatief
groot quantum eiwit kunnen verbruiken,
zonder schadelijke gevolgen te ondervin
den. Daar oohter, waar niet alleen heti
lichaam in evenwicht moet gehouden wor
den, maar waar ook nog groei plaats;
vindt, voortdurend nieuwe weefsel-elemen
ten gevormd moeten worden, is een eiwit
rijke voeding op haar plaats. Vooral ie
dit het geval, waar in de groeiperiode veel
ue we ging genomen, waar dus veel arbeid
verricht wordt» zooals bij onze spruiten,
van af het tijdstip, dat zij kruipen, ei^
later in de zoogenaamde vlegeljaren, tot
het moment, dat ze als „volwassen" dame
hun entree in do wereld maken of in de
termen vallen ,,'s Konings rok" te dnagen.
Maar omgekeerd is ook weer, voor kin
deren en jongelieden, veel beweging,veel
inspanning noodig om het in die groei pe
riod 0 voor hen noodzakelijke eiwitrijke
voedsel te kunnen verteren-
Wanneer wij in deze wisselwerking een
der factoren verlammen, pakt het dan ook
verkeerd uit.
Indien wij onzen kinderen flinke porties
eiwitrijk voedsel, melk, eieren, visch, boo-
nen, vleesch, enz., geven, maar uit overdre
ven vrees voor ongelukken, uit misplaatst
fatsoensbegrip of uit angst om de kleeren
te bederven, hun verbieden naar harte.ost
te ravotten, te vechten, te wandelen, te
fietsen of op andero wijze zich aan ferme
lichaamsbeweging ovor te geven, dan ont
nemen wij hun daardoor tevens de gele
genheid het voedsel te verteren. De di
gestie gaat er onder lijden en niet nat
minst het humeur. Do aldus gevoede kin
deren, buitenshuis bij ruime beweging in
de frissche lucht opgeruimd en opgewekt,
worden, zoodra ze te veel aan den ketting
gelegd worden, onhebbelijke, kribbige en
vervelende exemplaren. En ook -olwasse-
nen, vooral wanneer zij niet te reel uit
voeren, worden er niet beter op door een
overvloedig© eiwitvoedmg. Nvch de ener
gie, noch de spiertkraoht wordt -r door
verhoogd.
De Salarissen en de Arbeids
duur der Boekverkoopers-
bedienden.
De Bond van NederLandsche Boekver-
koopersbedienden beeft onder zijn leden
een enquête gehouden naar arbeidsduur en
loon en het resultaat van dit onderzoek in
het Februarinnramer van rijn orgaan mede
gedeeld.
Volgens deze enquête komt een varlijk-
sche verdienste van minder dan f 500 nog
dikwijls bij boekverkoopersbedienden voor
Gewoonlijk zijn het niet de winkelbedien
den, maar personen, die voor „diverse
werkzaamheden" gebruikt worden, deze
minimum-verdiensten ontvangen; hun leef
tijd varieert van 19 tot 29 jaar.
De verdienste van een eersten winkelbe
diende wisselt af, tusscben f 500 tot f 1500,
die van een tweeden bediende tusschen
500 tot f 1000, boekhouders ontvangen van
600 tot f 1250 en administrateurs van f 300
tot f 1000.
IV arbeidsduur der meeste boekverkoo
persbedienden bedraagt van 8 tot 10 uren
per dag; echter nog 34 pCt. van hen, die
mededeelingcn hebben gedaan, hadden een
arbeidsdag van langer dan 10 uren. In en
kele gevallen treft men onder de bedienden
een arbeidsdag van korter dan 8 uren aan.
16 pCt. der bedienden mist het recht
v vacantie. De meesten (75 pCt) hebben
echter een of twee weken vacantie per
jaar. 4S pCt. der bedienden heeft een vrij-