Zindelijkheid en Gezondheid. RAADGEVING. een onderdeel ran zijn project een er wa terleiding, ran de groote watervallen van den Potomao naar Washington ontworpen en in de jaren 1357 tot 1863 opgericht. Deze aquaductbrug is eveneens volkomen massief gebc/uwd en maakt wol ccd impo- saütei). maar toch vrij zwaarmoedigen, weinig eleganten indruk. Do eerste brug, welke haar in span wijdte overtrof, was de Addabrug, in hot begin der middeleeuwen door den hertog van Milaan bij Tresco, in Opper-Italië, gebouwd, die echter reeds in 1427 door. Carmagnota weder vernield werd. Zij be zat een spanwijdte van 76.50 M., een pijl hoogte van 26.80 M. en wafl in het top punt van den boog 1.20 M- dik. Alle tot hedefa bekende uitvoeringen op het gebied van den stecnen bruggen bouw worden intusschen door de nieuwe Luxemburgsche dalbrug overtroffen. Zij overspant, met twee gescheiden naast elk ander liggende bogen van 84 M. spanwijd te, het Petrusdal en vormt een nieuwe verbinding met het nieuwe Luxemburg- sche station. De rijbaan ligt 44 M. bo ven den dalbodem. De beid© 6 M. uit elk ander gelegen hogen rusten op beton porti^en. Behalve deze hoofdbogen, zijn telkens nog tweo aansluitbogen van 21.50 M. spanning aanwezig. De rijbaan wc'rdt boven de boogteenen, telkens door vier, ongeveer 5.30 M. wijde half rondo bogen gedragen. De totaio breedte dor brug bedraagt 16 M. Aan bouwmateriaal vorderde zij ongeveer 22,000 kub. M. met selwerk, 800 kub. M. hout voor de mon tage vaji do brug, plus 47 tonnen ijzer, zink, enz. De bouwkosten worden op 680,000 geschat. De natuur wijst den mensch den weg hoe !dj in stand kan blijven en wat hij moet doen om dat doel te bereiken. Volgt hij dien weg, dan doet hij het goede en vindt zijn be looning in een gezond en krachtig lichaam; verwaarloost hij den wenk, dan gaat hij te gronde: de deugd wordt beloond cn do on deugd gestraft. Onder de ondeugden, die wij hier op het oog hebben, noemen we onwetendheid, half heid! cn traagheid,, maar vooral onmatigheid en onzindelijkheid. Vooral de laatste is oor zaak van een groot aantal ziekten; zij is de oorzaak van tal van ongesteldheden, waar onder huidziekten een voorname plaats in nemen. Terecht wordt beweerd, dat de zindelijk heid' van een volk gelijken tred houdt met zijn beschaving. Het gebruik van zeep is een maatstaf bij het bepalen van den graad van ontwikkeling van een volk; hoo meer zeep er gebruikt wordt, hoe hooger het peil. Zeep en water zijn voor het lichaam, wat goede zeden zijn voor do ziel^ Reeds in oude wetboeken had het baden een plaatsje en de oudheid zorgde ruim voor openbare badgelegenheden. De Romein ge bruikte zijn bad zoo goed als do oude Egyp tenaar, en de voorschriften van Mozes waren voor een groot deel op do zindelijkheid ge zicht. Zindelijkheid werd een onderdeel van den godsdienst bij velo Oostersche volken. En naar dat voorbeeld' verhief men ook het betrachten der reinheid bij de Christenen tot! een 6oort van eeredienst. Wij hebben geen wetten meer, die was- schen of baden voorschrijvendo Christelijke godsdienst bemoeit er zich als zoodanig evenmin meeons moet het verstand, onze boogere ontwikkeling, zeggen, dat gezond heid en zindelijkheid familie van elkaar zijn. Bij paarden en andere dieren is de een voudigste man overtuigd, dat verzorging van da huid in het nauwste verband staat met do g?3cniktheid van het dier tot den arbeid. i)o boer verzuimt niet, zijn paard te was- ohen, te rossen en te reinigen. Ten opzichte van zijn kind denkt menige boer er niet a .n; wordt dat ziek, dan denkt hij nog eer aan beheksing en tooverij dan aan do oor zaak, die hij voor zijn paard els vanzelf spre kend aanneemt. Terwijl hij zijn bruintje rost en kamtt tot hij zich in en aan het beest kaa spiegelen, staat zijn veelbelovende oudste er bij te kijkon met vuile handen, vuile voe ten en een vuil gezicht, zonder dat het hem in het hocfTd komt, den jongen toe te voe gen: ,,Loop naar je moeder en laat je was- scheri I" Juist voor kinderen is het zoo noodig, do grootste zindelijkheid te betrachten, en te blijven betrachten, om allerlei leelijke ziek ten buiten to bannen. Opmerkelijk is het, dat in vele gezinnen de kindenen, zoolang ze zuigeling zijn of heeten,; dagelijks meer dan een© gereinigd worden, maar dat deze heilzame exercitie ophoudt, zoodra hun kostuum wat meer op do gewo ne kleeding gaat gelijken, alsof op een go- geven oogenblik de zorg voor het lichaam kon nagelaten worden. Behalve dat het geheele lichaam van het kind eens een goede beurt" moet hebben, komen vooral de handen voor herhaalde reiniging in aanmerking. Want wat grijpt een kind al niet aan 1 Allo smakelijke cd on smakelijke stoffen en voorwerpen gaan door do handen en straks wordt met die zelfde handen de appel of de peer aange nomen, di© ongeschild naar binnen gaat, do wortel, waaraan nog hier en daar iets is overgebleven van den bodem, waarin hij groeide; ja, zelfs de boterham wordt met behulp van diezelfde handen genoten, en eten of snoepen en knikkeren gaan o zoo vaak samen. Met dio vuile handen worden mouw, neus en oogen aangeraakt. Houd de handen zindelijk in de eerste plaats en gij behoedt uw, kind voor allerlei kleine onge steldheden. Maar al is het voor het kind het meest noodig, daarom mag d'e volwassene nog niet meenen, dat hij Ik i zonder baden en wassoheo wel redden zai. Reinheid van het lichaam is een veel machtiger middel om tot gezondheid, werkkracht, werklust en dus tot welvaart te geraken dan velen mee nen. De overheid, die zorgt voor goedkoope gelegenliOi-vi om een bad te nemen, bewijst de grootst© weldaad aan d© jmenschen, waarover zij gesteld is, en hot geld, dat do burgerij helpt betalen voor goede badin richtingen, die tegen goringen prijs voor ieder toegankelijk zijn, draagt honderdvou dige rente. Do gemeente, die voor sehoolbaden zorgt, geeft den kinderen iets mee, waarvan ook volgende geslachten zullen profiteeren; en de werkman, die zijn bad kan nemen en het ook geregeld doet, is een stuiver uurloon meer waard dan zijn onzindelijke kameraad. Wie do centen voor het bad uitwint, betaalt het dubbele aan dokter ©u apotheker (want het zajü meest slepend© ziekten, die door onzindelijkheid ontstaan), het tienvoudige aan kwakzalvers en kwak zalversmiddelen. Haartooi. De Grieksche vrouwen droegen een een voudig, maar natuurlijk kapsel. De „Griek sche knoop", die tegenwoordig weer zeer modem is, is bekend genoeg, maar het haar werd #ook loshangend gedragen. In het Romeinsche rijk was men dol op het lange, blonde haar de/r Noorscho uarbaren. Do Romeinen zelvcn droegen het haar kort afgeknipt. Drie eeuwen vóór Christus kwamen de barbiers van Sicilië naar Rome. De Germanen lieten hun haren vrij groei en. Het afknippen werd als een schande beschouwd en alleen do slaven werden ge schoren. Van de werktuigen, dio destijds bij het in-orde-brengen, gladmaken en opsteken van het kapsel gebruikt werden, zijn ver schillende kammen bewaard geblcvtea. Zoo zijn in de paalwoningen in Zwitser land, in de venen van Denemarken, in Ita lië en op andere plaatsen, voorwerpen van hout of been gevonden, die beschouwd mogèn worden als voorloopera van do kammen. Zij zijn ruw bewerkt, en de tan den staan niet gelijk, maar op onregelma tige afstanden, en zijn verschillend van lengte. D© kam zelf was meer breed dan hoog. Ook in de graven van de oud© Egypto- naren zijn enkele kammen gevonden, die bevallig er en handiger van vojrm en met fraai© ornamenten versierd zijn; Het Louvre, te Parijs, bezit eenigë Assy-, risoho kammen van ivoor, die do bekende stierfiguren met menschenhoofd en vleugels vertoouen. In het Romeinsch-Germaanscha museum te Mainz bevindt zich een oud-1 Romeinsche kam van ivoor. In dien tijdi gebruikt© men enkele, dubbel©, ja zelfs' zakkammen. Deze laatst© zijn geheel over eenkomstig het moderne model. Voor gewoon, gebruik dienden eenvoudiger kammen vanj hout, maar ook van brons en ivoor. On-i langs zijn bij do opgravingen in Pomp©jij een groot aantal exemplaren gevonden, rijk. versierd evenals do kammen tot de middel-; eeuwen. Bij een middeleeuwscho kerkelijkei plechtigheid was gebruik, dat, na de zal-1 ving van het hoo£dt het haar weer in ord©i gebracht werd met een prachtig gesneden ivoren kam, die vooraf door den bisschop werd gewijd. Deze kammen werden in' hooge eero gehouden en aan don bisschop medegegeven in het graf, en zoo zijn volei exemplaren later teruggevonden. Waf en hoe een Japansche bruid moet zijn. Dat de Japanners toch eigenlijk nog, maar een bitter onbeschaafd menschenrasj zijn, bewijzen wel de volgende regelen, dio een jonggetrouwde vrouw daarl in acht; moet nemen, wil ze den naam van „vrouw" met eero dragen. Steeds vriendelijk zijn met uw schoonpa en schoonma. Niet te veel sproken. Vroeg opstaan, vroeg naar-bed-gaac en nooit 's middags slapen. U nooit onder de menigte begeven vóói gd vijftig jaar zijt.. Geen somnambules of helderzienden raadplegen. Nooit licht© kloeren dragen. Onderdanig, bescheiden en beleefd zijn. Zich niet laten meesleepen door jaloo* zio. U nooit kwaad tponen, zelfs al heeft uw man ongelijk. Nooit kwaad van uw naast© zeggen. Do striktste gehoorzaamheid aan zijn echtgenoot is de edelste aller deugden. Is het nu nieb waar, dat die ongelukki ge Japanners nog mot lijf en ziel vastge bakken zitten aan de wanhopigste, duis terste achterlijkheid? Een menschenleeftijd zou immers voor een Europeesche vrouw bijlange niet vol doende zijn om ook maar één dier regelen naar behooron onder de knie te krijgen 1 Yerwyderon van vlekken. Vlekken van bier, chocolade, koffie ot saus kan men gemakkelijk uit heoren-kiee- dingstukken verwijderen met quillayabast. Deze bast schuimt in verbinding met water juist als zeepzij is in verschillende drogis terijen te krijgen. Men laat ze ongeveer oca kwartier koken op drie of vier deelcn wa ter, giet het afkooksel door een fijne zeel en vermengt heb mot wat spiritus. Nadat men hot klecdingstuk plat op een plank of een tafel gelegd heeft, strijkt men de vlloei- stof, die lauwwarm moet zijn, meteen borstel over de vlek. Het verdient aanbeveling een drogen doek onder het klecdingstuk t© leg gen, daar deze do overmatig© vochtigheid opneemt. Wanneer do vlek goed nat ia ge maakt, wordt het overmatige vocht spoedig verwijderd door kloppen met een zeemlec- ren of linnen doek. Wanneer men dames- kleedingstukken met deze vloeistof wiJ schoonmaken, doet men het best de voering of garnoering in d© nabijheid d'er vlek even los to tomen, daar door het nat worden daarvan soms nieuwe vlekken kunnen ont staan. Wanneer d© vlekken na behandeling met deze vloeistof nog niet geheel verdwe nen zijn, wrijft men ze met wat benzine na. Eindelijk wordt het kleedingstuk aan den verkeerden kant opgestreken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 11