No. 14092. LËIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 31 JANUARI. TWEEDE BLAD. Anno 1900 PERSOVERZICHT. FEUILLETON. "Vixeiï en üoï*ie. Onder hot hoofd„De 8 tan d i» r d" en do „politieke dominees legt do „Nieuwe rt otter dam soh e O ou. Uj# standaard" zegt, dat, zoo de dominees de partijen Links steunen zoo zo in politicis maar ageeren „tegen Kuyper tegen de politiek fan Rechts, men zich niet ergert, wanneer zij aan do politiek doen iloens, Do Meyier, Lieftmck, Hou- wing, Rooasingh, Poelman, Melchers, Hu. geniioltz, werden naar het Binnenhof af gevaardigd, zonder dab daartegen van vrijzinnig© zijde, op gronden, ontleend aan het kerkelijk ambt, bezwaren werden ingebracht." Het blad had nog meer namen kunnen noemen. Zoo had het bijvoorbeeld ook Van Höevell en Blaupot ten Cato in het lijstje kunnen opnemen. Maar het vergeet één kapitaal ding: die Kamerlodcn hadden zich van het kerkelijk ambt losgemaakt. Op enkele uitzonderingen na, werden trou_ wens de genoemden gekozen onder do wer king der Grondweb van 1848, die geestelij ken en bedienaren van den godsdienst van het lidmaatschap der Staten-Gencraal uit sloot, zoodat zij zich wel losmaken moos. ten van het ambt. Als er van die dagen sprake is, dan zou gevraagd mogen worden: Waarom bracht de partij van Groen de predikanten niet bij do stembus op den voorgrond! Waar om bleef het aan Groens opvolger in d© leiding der partij voorbehouden om zich in den politieken strijd bij voorkeur van dit element te bedienen! Wel zegt „De Stanaaard", dat Groen nooit aarzelde om steun voor do publieke zaak te aan vaarden van do dominees, maar het is een feit, dat, zoolang hij de leiding had, er van een optreden van predikanten zooals men tegenwoordig ziet, in do verste verte geen sprake was. Waren misschien in de dagen van Groen do anti-revolutionairen met do Staatscommissie van 1848 van oor deel, dat geestelijken of godsdicnstleera- ron een andere taak hebben dan deel to ne men aan politieke verrichtingen, „waarin kerkgeloof en kerkverschil niet mag wor den gemengd!" Wat daarvan zij, het is onzerzijds nooit do bedoeling geweest, de predikanten van alle politieke bemoeiing buiten te sluiten. En blijkbaar is dat ook niet do bedoeling geweest van do Gereformeerde predikan ten op do conferentie te Heiden, die zich aan do zijde van ds. Sikkel schaarden. Waar men tegen opkwam, het is te6on de verregaande overdrijving, waarvan men in de laatste jaren getuige was. Zooals net toeging tijdens het,,theologisch intermezzo'' in het staatsbewind, is het dan toch to vo- mo nooit beleefd: dit zal „De Stand aard'' moeten toestemmen. Zelf erkent het blad, dat aanleiding ge geven wordt tot critiek, „wanneer in een stad van negotie, onder do vijf can di dat en voor bet Kamerlidmaatschap, drie mannen mn de religie voorkomen." In het voorbij, gaan: het blad heeft ondortusschen zelf dan toch maar deze drie „mannen van de reli gie" aan de kiezers in „de stad van nego tie" aanbevolen 1 Dit geval is inbussehen niet heb eenige voorbeeld van schromelijke overdrijving. Niet voor niemendal was de Verontwaardiging over dit optreden der predikanten-propagandisten zoo algemeen »n het land 1 „De Standaard" erkent als op zich zelf juist, wat op de Leidsoho conferentie van Gereformeerde predikanten werd ge. zegd: „dat wanneer do predikanten zich al to zeer en te algemeeD als politici op den voorgrond stellen, dit èn voor de Kerk èn voor den Staat nadeelig kon zijn." Maar als ook heb antirevolutionaire hoofdorgaan dit op zichzelf juist noomt, dan zijn im. iners alle partijen hot op dit punt eens 1 Wat spartelt het dan nog tegen? Laat „De Standaard" er liever toe medewerken, dat bij volgende verkiezingen haar partij den al te grooten ijver van de geestelijke heeren, die aan haar zijde staan, intoome, opdat de ergernis dio zich nu ook in eigen kring zoo krachtig openbaarde worde weggenomen. W) „Misschien is het niet noodig, dat go mij tets vertelt, mama," antwoordde Violet op een toon, dio haar moeder zoo streng in het oor klonk als de stem van een rechter, die een vonnis uitspreekt. „Zal ik u het geheim peggen Geen antwoord. „Wilt gij, dat ik het doe!" „Ik geloof niet, dat gij het kunt, lieve." „Ja, ik vrees, dat ik het wel kan. Het Igeheim, dat geen geheim meer voor mij ia zoo min als voor ieder ander het ge heim is, dat gij, na vele jaren lang de ge- lukkigo vrouw van den besten on braafsten aller mannen, den. bartel ij ksten, getrouw- pten en edelmoedigste® echtgenoot to zijn ge weest, met een ander gaat trouwen, die geen betere aanbeveling beeft dan eon gladde tong en aangename manieren, en die u on feilbaar ongelukkig zal maken." Do weduwe gaf een flauwen gil, half van verontwaardiging, half van schrik. Die rij- zigo gedaante in haar wit kleed, die daar in bet volle schijnsel van het maanlicht stond, Epg er zoo ontzagwekkend uit als Cassandra, die in het huis der boosheid te Argos dood en verderf voorspelde. t Is to erg," snikte mevrouw Tempest; „t is wreed, onbehoorlijk van u zóó tot mij te spr. sen. Hos heeft misa Mac Croke u Opgevoed, dat ge zulk een taal kunt voeren 'Hebt ge hst vierde gebod vergeten?" »»Neen, dat leert mij mijo vader en mijn In een asterisk: „Geen juiste vergelij king" zegt „De Standaard" hierop: De „Nieuwe Ro tt e rdam s c he Courant'1 houdt met volharding aan stemming te maken tegen het optreden van predikanten in den politieken strijd; men begrijpt wel waar hier de schoen wringt. Wij hebben haar op dit punt te woord gestaan en o. a. beweerd, dat Groen van Prinsterer nooit aarzelde om steun voor i..o publieke zaak van predikanten te aan vaarden. Daarop nu antwoordt heb blad (als bo ven). Nu begrijpt ieder, dat een vergelijking tusschen dio dagen en nu ontzettend mank moet gaan. Zeer van verre zou misschien een verge lijking mogelijk zijn van het laatste tijd perk uit Groens lerven met onze dagen; maar ook dan nog is zij uiterst onvolko men. De stembusarbaid, waarover het hier toch eigenlijk gaat, droeg toen een gansah an der karakter; het land werd niet afgemce. tingd en niet overdekt met „lectuur" zooals heden ten dage; wat dan ook onder het zeer beperkte censuskiesrecht niet noo dig was. Maar toch, nu de „Nieuwe Rott. O o u r a n t" het doet voorkomen, alsof toen de predikanten meer op den achter grond bleven, willen wij wel herinneren, dat wij toen hoofdzakelijk den schoolstrijd streden, die wel niet het eenige, maar toch het voornaamste punt op ons program uit maakte, omdat het actueel was. En dat ons uit die dagen toch wel en kele namen van predikanten to binnen schieten, dio druk met Groen correspon deerden on openlijk streden aan zijn zijde, iB duidelijk. De „N. R. Ct." weet ze óók wel. Bijvoorbeeld om te beginnen met den predikant dr. A. Kuyper, op wiens mede. werking Groen wel eenigen prijs stelde. En als wij dan de namen noemen van man nen als Bronsveld en Buytendijk, van Pier. son, Brummelkamp, Nonhebei, Heldring, Cohen Stuart, Tinholt, Doedes, Van Dijk en anderen, worden er onder dezen aange troffen, omtrent wier arbeid in de oudo jaargangen van de „N. R. Ot." nog wel een ©n ander te vinden zal zijn. D© vergelijking van toen met nu gaat in geen geval op; dooh als men haar wil maken, dan komt ze zeker niet in ons nadeel. Ten slotte antwoordt de „N i o u w o iDoltter damschle Courant": Wij voelen weinig lust om mot „D e Standaard" de gedachtenwisseling over de inmenging van predikanten in den politieken strijd tot in het oneindige voort te zetten. Doch ter voorkoming van misverstand moetc.i wij toch nog een korte opmerking maken naar aanleiding van hetgeen het blad: zegt in zijn jongste nom- mer. Er is daar sprake van do-dagen van Groen, en „De Standaard" noemt de namen van enkele predikanten, „die d. ..k met Groen correspondeerden en open lijk streden aan zijn zijde", en omtrent wier arbeid „in do cude jaargangen van oe ,,N. R. Ct." nog wel een en ander te vinden zal zijn." Wij hebben die jaargangen niet to raad plegen, want ook zonder dat weten wij wel, dat er onder de predikanten van dio dagen waren, die met Groen correspon deerden en in de politiek aan zijn zijde stonden. Maar daarvan was geen spraae. Wij hadden het over een optreden van predikanten in den politieken strijd, zoo als men tegenwoordig ziet. Dat is heel wat andere. Juist het feit, dat er ook destijds predikan ten waren, die aan de zijde der antirevo lutionairen stonden, zen-der dat zij echter zich op den voorgrond stelden of bij voor keur voor den propaganda^-arbeid werden gebruikt, bewijst, dat wij reoht hadden om de vergelijking te maken. Het spreekt vanzelf, dat wij d'r. Kuyper, door „De Standaard" in de eerste plaats genoemd, uiteenderen. De „mede werking", dio Groen bij hem vond, was van anderen aard dan die van do overige predikanten uit dio dagen. moeder te ceron. Ik eer mijn overleden vo- der, ik eer u, wanneer ik u tracht to red den van het verderf, waarin gij u door een tweede huwelijk stort." „Het verderf 1" herhaalde mevrouw Tem pest zacht, „welk een taall" „Ik wist zoodra die man hier kwam, dat hij voornemens was zich van dit huis mees ter te maken, de plaats van mijn overleden vader te overweldigen," riep Vixen driftig. „Gij hebt geen recht hem een overweldi ger te noemen. Hij is een officier en een gentleman. Ge doet hem een grove beleedi- ging aan, waartoe hij geen aanleiding heeft gegeven. Ge beleedigt mij nog zwaarder door uw geschimp op hem. Ben ik zoo oud, of zoo leelijk, of over het geheel zoo afschuwe lijk, dat een man mij niet om mijzelve kan beminnen „Niet zulk een man als kapitein Winstan ley. Hij weet niet wat liefde beteekent. Hij had gowild, dat ik mot hem trouwde, omdat de bezitting later aan mij komt. Nu dat niez gelukte, heeft hij gemaakt, dat gij hem tot echtgenoot neemt. Ja, hij heeft zich van u meester gemaakt, evenals een kat zoo lang met haar groene oogen op een armen vogel loert, tot-dat zij haar prooi in haar macht heeft. Gij zijt nog jong genoeg on ziet er nog goed genoeg uit om do liefde van een braaf man te winnen als gij een weduwe zon der geld en zonder bescherming waart. Maar gij zijt het natuurlijk slachtoffer van zulk een man als kapitein Win Stanley.0 „Gij zijt zeer hard en onbïlllijk," riep mevrouw Tempest, rijkelijk tranen storten de. „Uw goede vader heeft u bedorven. Al leen een bedorven kind kan zoo spreken als gij doet. Wie heeft u het recht gegeven ka pitein Winstanley te beoordeelenï Het is De ,,0 s s e rv ato r e Romano" heeft gemeld, dat Z. H- de Paus als zijn mee ning te kennen gegeven had, dat hij zoo wel de Christelijke als de Katho lieke vakvoroeniging „met go- lijk e welgezindheid prijkt en aanmoedigt daar hij zeer goed' weet, dat de bijzondere behoeften der verschillende bisdommen en provinciën van Duitschland het noodig kunnen maken, aan de Christelijke vakver- eenigingeifcwde voorkeur te geven boven ue Katholieke vakvereenigingen," Naar aanleiding hiervan schrijft „D o Nederlander" heb volgende: „Hiervan zal zeker ook in ons land met genoegen kennis worden genomen. Want men heeft hier te doen met een stap in de goede richting. Wat do werklieden in een vakvereoniging samenbrengt, is niet hun politieke of godsdienstige richting, maar hun deelge nootschap aan het vak. Daarom strijdt het in den grond der zaak met de natuur der vakvereeniging, dat men op dit terrein gedeeld optreedt. Eigenlijk moesten alle vakarbeiders hier samengaan. Niet uit zucht tot „samenwerking" van verschillen de richtingen, maar omdat hier van rich tingen geheel geen sprake is. Wanneer Protestanten en R.-K. in een onverdeclden boodel zitten, dan ziet niemand in do han delingen, die daaruit voortvloeien, „sa menwerking van Room se h en Protes- tantsch". Man kan dit voorbeeld met vele andere vermeerderen. Het maatschappelijk samenwonen met burgers van andere le. vensrichting verplichtelk oogenblik tot gemeenschappelijke sociale daden. Aldus bestaat er ook oen natuurlijke sociale saamhoorigheixi tusschon de arbeiders in eenzelfde vak. Nu wü echter het geval, dat op dit go- bied do 8aamhoorigheid niet tot haar volle recht kan komen, doordat de sociaal-demo craten en andere revolutionairen een le vensbeschouwing huldigen, die juist óók( en vooral, de vakvereeniging be- heerscht en vergiftigt. De aanhangers van den klassenstrijd maken van de vakveree niging iets andere dan zij van nature is; misbruiken haar als politiek wapen en als openbaringsvorm van hun booze klassen- strijdleer. Zij stellen haar aan de verbrei ding en overwinning dier leer dienstbaar, en doen heel haar w. king en optreden naar buiten door dit dool beïnvloeden. Yandaai-, dab zelfstandigo vakvereeni gingen, buiten dio giftatmosfeer levende, noodzakelijk geworden zijn. Doch voor verdere splitsing bestaat dan ook in het wezen der zaak geen reden. Dat men niettemin verder is gegaan en ook afzonderlijko protesteulsoh-christehjke vakvereenigingen heeft opgericht, vindt zijn oorzaak hierin, dat do R.-K. hun vakvereenigingen stelden onder leiding van geestelijke adviseurs, die uiteraard als zoodanig slechte voor hen golden. In vel© gevallen heeft dezo gedeeldlieid in do practijk trouwens niet veel kwaad gedaan. Federatief was er doorgaans vol doende voeling tu&schen beide soort vor- eeniglngen. Men denke bijv. aan de ha_ venarbeiders te Rotterdam, wier vakveree nigingen „Toenadering" (protestantsch- chriatelijk van iedere kleur) en „Kardi naal Manning" (R.-K.) elkaar m den re gel goed verstonden. Toch hoeft in sommige vakken en stre ken de splitsing schaduwzijden en behoort men in elk geval in heb oog te houden, dat zij niet normaal is. Onder de R.-K., vooral in Duitschland, bestaat Binds lang etrijd, inhoever een al gemeen christelijke vakorganisatie voor hen oirbaar is. Een „gemengd-confessioneele" noemt dit de „Nieuwe Rotterdamsoho O ou rant". Doch dit komt in Duitach, land vrijwel op hetzelfde neor, daar do vakvereenigingen, die niet op confessio neel-christelijk en grondslag staan, daar nagenoeg alle leven onder de beademing van de, lijnrecht tegenover de christelij ke levensbeschouwing staande, sociaal- democratie. Daarom is de thans gekomen verkla ring van den Paus van groot belang. Zij niet waar, dat hij ooit met u heeft willm trouwen. Ik geloof het geen oogenblik." „Uoed, moeder. Als gij dan opzettelijk blmd zijt „Ik ben niet blind. Ik heb tweemaal zoo lang geleeid als gij. Ik kan het'menschelijii karakter boter beoordeelen dan gij." Het karakter van uw bewonderaar, van uw vleier niet," zeido Vixen. „Hij heeft u met mooie praatjes en lieve woord jes weten te betooveren. Hij zal u vernc- deren in de oogen van allen, die u kon- nen, ook in uw eigen oogen." ,,'t Is niet waar. Gij zijt door voor oordeel verblind." „Ik wil u redden, als ik kan." „Gij komt te laat om mij te redden, zooals gij het noemt. Kapitein Winstan ley heeft door zijn geduldige en getrouw© gehechtheid mijn hart gewonnen. Dat ie zoo gemakkelijk niet gegaan als gij schijnt to denken. Driemaal heb ik hem afgewo- zen, doch zijn goduld heeft mij overwon nen. Zooveel gehechtheid, als ik van hem beeft een vtouw niet dikwijls van een man ondervonden. Ik geloof niet, dat er een vrouw leeft, die zoo iets zou kunnen weerstaan. Hij is alles wat goed en edel is, Violet, en ik ben zeker, dat hij als een tweede vader Violet vic-1 haar met een kreet van af schuw in de rede. „Om 's Hemels wil, mama, spreek het woord „vader" niet uit in verband met zijn naam. Hij moge uw man worden, maar nooit zal h.j zich mijn vader noemen.". „Hoe kunnen wij een van allen gelukkig zijn, Violet, als gij reeds dadelijk begint met zulke vooroordeelen klaagde me vrouw Tempest.. is zoowel een bewijs van gezond sociaal inzicht bij dien geestelijke, als een belofte voor het veldwinnen van juistere begrip pen omtrent het vakroreenigingswezon ook onder die Katholieken, di© tot dusver in deze uiting van hedendaagsch maatschap pelijk leven een soort appendix van de Kerk meende® te moeten zien". „De T ij d" meent, dat de bekendmaking van den „Osservatore Romano" omtrent de katholieke en christelijke ar- beidorsvereonigingen in Duitsohiand mob een enkel woord dient te worden toege licht, ten einde mogelijke misvattingen te voorkomen. „Voor de Dnitsclio Katholieken," aldus schrijft het blad „bestaat 1 ier voor mis verstand minder gevaar, aangezien dezen de uitspraak van den „O ssorvatore" gemakkelijker met juistheid kunnen beoor deelen, in verband namelijk met de toe standen en de gebeurtenissen, welke tot die uitspraak geleid hebben. Losgemaakt evenwel van do geschiedenis der Duitscho arbeidersbeweging, afgescheiden van het getwist, dat aan de beslissing voorafging, op ziohzelvo beschouwd, zou do gewiohtigo mededeeling, luidens welke de christelijke (imten-oonfessdoneele) arbeider sveroenigin- g©n door den H. Vader „met g e 1 ij k welge vallen" geprezen en bemoedigd worden als do zuiver Katholieke, lichtelijk wanbegrip pen kunnen doen ontstaan omtrent hot karakter en de werking van deze zoo ver schillende organisaties. Wie do katholieke beginselen, betreffen de de godsdic®8tig-8ocialo roeping van heb katholieke vereenigingswezen, niet uit het oog verliest, zal uit bedoeld „g el ij k wel gevallen" des Pausen niet afleiden, dat uiteraard, in het algemeen on in alle omstandighedon, inter. confessioneolo en katholieke arbeidersver- conigingen den katholieken arbeiders g e- l ij kei ijk moeten aanbevolen werden. Hot eigenaardigo van een cliristelijko vorceniging, waarvan zoowol Protestanten als Katholieken lid zijn, is immers juist hierin gelegen, dat een deel van de kracht, weLke in de katholiek-sociologische begin- solen en leiders schuilt, buiten werking, op non-activiteit wordt gesteld. Niet in dien zin, dat men een deel van onze beginselen opoffert, om daarvoor een deel van do spocifiok proto8tantsohe, a n- t i-kabholioko beginselen in de statuten of hot werkprogram op to nemen, maar wel in zooverre de katholieke arbeidors er in berusten, dat alles, wat specifiek katho liek is en de® Protestanten aanstoot zou kunnen geven, uit het vereenigingsleven, uit de reglementen, uit de actie en de lei ding van do vakorganisatie geweerd wordt. Bijvoorbeeld een gemengd-christelijko ver. eeniging, zal, als zoodanig, niet staan onder de leiding der bisschoppen, voor haar statuten en reglementen niet de goed keuring van het kerkelijk gezag vragen, goen priesters als geestelijke adviseurs hebbenspecifiek katholieke beginselen en middelen zullen tot bevordering van hot godsdienstig-sociaal doeleindo van deze oorporaties niet kunnen aangewend wor den. Een zuiver katholiek streven is bij haar uitgesloten. Dezo uiteenzetting alleen is voldoende, om den Katholiek to doen inzien, dat do katholieke en niet de gemengd-christelijko aibeidorevcreeniging voor onzo arbeiders het ideaal is; dat do eerste en niet de laatste beschikt over de v o 1 le en tevens de noodig© kracht om het doel, dat de katholiek© sociologie zich voorstelt, vol komen te bereiken." Wat do Paus met do mededeeling in den „Os8erratoro" heeft booogd „Hot lag", zegt „Do T ij d", „aller minst in do bedoeling van Z. H., om in het algemeen de voordooien van do zuiver katholieke organisatie boven die van do intor-confessioneele te ontkennen, maar Pius X heeft heb zwijgen willen opleggen aan do holle, sociale rhetorica in Duitsch land, welke zonder zich te bekommeren om plaats en omstandigheden, do eigenaar dige behoeften van het oogenblik on do historisch© ontwikkeling der Duitscho vak. organisatie de niebkatholieke (vóór alles „Daar verwacht ik ook niet veel van," zoido Vixen. „Goeden nacht, mama." „Gij zijt zeer onaardig. Gij wilt niet eens hooren hoe heb zoo gekomen is." „Neen, mama. Ik verlang geen bijzon derheden to hooren. Het feit zelf is mij genoeg. Als het kon baton, dat ik voor u op de knieën viel en u smcekto van dien man af te zien, zou ik het guarno doen; maar ik vrees, dat hot vruchteloos zou zijn." „Dat zou het zeker, Violet," antwoord de de weduwe, mot bedaarde vastheid. „Ik tie^ Conrad mijn vroord gegeven. Ik kan het niet intrekkon.'' „Dan heb ik niets meer to zeggen," her nam Violet, met haar hand aan do deur, „dan u goeden nacht to wensohon." „Wilt go mij geen kus geven?" „Ver&chooning, mama; ik ben in geen stemming om te kussen." En zoo verliet Vixen haar. Mevrouw Tempest zat bij hot half uit gedoofd© vuur en weendo zich in een zachte sluimering. Het was zeer hard voor haar. Hot had haar op het hart gebrand do ge schiedenis van haar voorgenomen tweede huwelijk, als een verrassend en verblijdend nieuws, aan een sympathetisch oor toe te vertrouwen; en Violet, die or de naaete toe was om zulko vertrouwelijke mededeelingen aan to hooren, had haar zoo wreed behan deld. Zij gevoelde zioh bitter gegriefd; maar allengs kwamen er vertroostende gedachten bij haar op cn viel zij in een zachten slaap. en hoofdzakelijk anti-socialistische) ver- ecniging por so minder goed, minder waard oordeelde dan de katholieke en no voorstanders van de gemengd-christelij&o corporaties, met een verwijzing naar de Pauselijke Encyclieken cn een Pauselijke audiëntie aan den bisschop van Trier (waarin Z. H. do katholieke vakverocaigmg eenvoudig prees) in tegenstelling met „Uo. oio" poogde to brvngou." Bewonderenswaardig is, meent het blid. de diepte van inzicht en do breedheid a an opvatting, waarvan „Rome" telkens blijk geeft. „Rome" doorziet cn begrijpt, dat ccn katholieke vakorganisatie, welke niet iu staat is, om do o economische belangen be hoorlijk te behartigen en tegenover do so cialistische cn anarchistische macht een armzalig figuur slaat door gebrek aan krocht, uitbreiding en werkzaamheid, n i o fc to verkiezen valt boven ccn geuiongd- christelijko, welke bij machte is, om do vakbelangon krachtig to behartigen cn zich in geheel haar optreden en werken op so ciaal gebied met do social is tischo organi- safcïo kan meten. Een katholieke organisa tie, welke machteloos is cn weinig of niets uitricht, zal ondanks de sociale kracht, welke in do katholieke beginselen schuilt, veel minder vermogen, om het lot der ar beiders stoffelijk en zedelijk te verbeteren en hen van het socialisme af tc houden, dan con inter-oonfessionoelo maar anti. socialistisohe), welke goed werkt, on rijke vruchten afwerpt. Do eerste zal op den duur de mensohen n i o t trekken cn aan het sooialismo niet ernstig ia den weg 6ta»an; do laatste vvèl." Verder schrijft het blad onder meer nog: „Men wachte zich echter wel uit dezo bekendmaking voor D u i t s ch laud zonder mcor conclusie te trekken voor o n a va d o r 1 a n d. Willen do boa taande gemongd-chris. telijke organisaties („Boerenbond", „Rocht en Plicht", enz.) or uit afleiden, dat oon kritiek op haar statuten on haar werking niet kan worden gemotiveerd door oen be roep op do „Rerum novarum" cn do „Gra ves de oommuni ro"; willen zij daarin do verzekering lezen, dat zij niet op den kwa den weg zijn en gelet op do omstandighe den, nu zelfs met goed zouden doen mot zich op zuiver katholieken grondslag to or ganiseer en, w ij zullen haar daarvan geon verwijt maken cn haar nog veol minder .et principicele bezwaren lastig vallen. Deze organisaties zijn op den gemengd-chcute. lijkon grondslag tot stand en tot wa«dom gekomen, mogen wij aannemen, onder don drang van do omstandigheden on nair den oisch en do behoeften van hot oogenblik, zoolang geen hoogero macht haar jcduidfc, dat liet tijd is om voor kathol ieke vakvereenigingen plaats to maken, icnen zij, dio mot rnct gezag bekleed zijn, zich o.i. wel tc wachten, haar bestaan en wer king verdacht te maken, Voor het overige zijn wij van oordeel, dat voor do toekomst in Nederla ld, waar het geldt nieuwe organisaties to vest'gen: Katholieken hooren thais in katholieke bonden, ons id o aal moet blijven, oiel alleen theoretisch, maar ook practiseh. En dit is, meencn wij, geen louter persoonlijke zienswijze van onze redactio op niet on dubbelzinnige wijze steurt, dunkt ons, het Nederlandsch Episcopaat in do richting van do zuiver katholieke vakorganisatio; de gezaghebbende katholieke sociologen willen geen anderen koers inslaand e Katholieke Sociale Aotie is ccn langzaam gorijpt© vrucht van de soliier algemeen geworden overtuig ng, dat het dien en geen anderen weg uit moot. Hot eigenaardige van ons volkskarakter zoo. wel bij pretestanten als bij katholieken en geheel do ontwikkelingsgeschiedenis van ons anti-socialist isch vereenigingswezen sohijnt er op te wijzen, dat de katholieken ©n het overig christelijk volksdeel ten on zent een afzonderlijke organisatio, welko natuurlijk geen federatieve samen werking uitsluit, verlangen en onwille keurig, als uit inncrlijken drang, nastre ven. Dezo strooming moeten wij niet tegen, gaan, maar leiden en een goede bedding bereiden." rrnm^r>«^rgqppiBB3ai3»wr rrrr 17 XI£. Na dien avond hield Vixen zich stil. Er vielen geen bittere woorden meer tusschen racy rouw Tempest en haar dochter voor, maar de moeder wist, dat er een onuitput- tei-j-o bron van bitterheid in het hart ba rer dochter was, en dat voortaan huiselijk goluk, ouJ.r één dak, voor dio twee o n on mogelijkheid zou zijn. Over het geheel werceu er toen weinig woorden, van welken aard ook, tusschon iolet en mevrouw Tempest gewisseld. Het meisje hield zich zooveel mogelijk op ccn afstand van haar moeder. Do weduwe ver beuzelde in de gezelschapskamer do voor haar traag vorloopende dagen, die niet meer indruk achterlieten dan de afgeval len bloemblaadjes op hot groene grasperk voor haar venster. In do eentonigheid van een zoodanig be staan was do komst van. leap'tein Wiu&tan- ley als een frisscho windvlaag door do zoel heid van een Augustusmiddag, Zijn vlug heid, zijn vaardigheid en flinkheid in den kon en handelen gaven mevrouw Tempest den indruk, dat hij een man van buitenge wone geestkracht moeet zijn. Het kwam haar voor, dat zo zioh bij hem altijd veilig moest gevoelen. Geen gevaar, geen moei lijkheid kon haar deren, zoolang zijn sterke arm er was om haar ey tegen te bescher men. In Conrad Winstanley liad ze haar meester gevonden, en mik een meester wil de 20 gaarne erkennen. (Wordt rr,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5