1 dubbel Winkelhuis, Stoomtram HAARLEM-LEIDEN. Goeile Geldbelegging. Nationale Greiliet-aank Galaaierieën. 11. il. SASSE, Effecten, Coupons, Wissels en Assurantiën. C. H. G. VAN DEN BERGH, LEIOSCH DACBLAD. DONDERDAG II JANUARI. - TWEEDE BLAD. Rubriek voor de Jeugd. Eon g©ed middel. Iels over den goudvisclL Gevraagd) 'L-'l Keur van Ziekenwijnen, als- ialaga, Spaansck Wijn, eaz. Voorradig bij- - - Wegens de ongekend lage prijzen is het vervoer van Eest©!- en Vrachtgoederen per Stoomtram het voordeeligst. 8749 44 Goederen worden vervoerd naar 6e$jst- geest, Sasssnheim, Lisse, B-SÊile- gom, Be^neSsrosk, ISeesnsieiüe en ilaasissn om 7 u. 22 en II u. IS v in. en as. 1© en 7, as. 04- n m. Amsterd. tijd. Inlichtingen worden verstrekt aan het be- stelkantoor Clarasteeg No. 2 nabij de Mare. rEEKEMSCHÜÜL, 61 ESreestraat (naast h Rijnlandshuis.) Moderne TALE ©onv Gonversalie. Vertalingen TURFMARKT 6. en °2 Coupons, >00000000000ooooooc No. lil75. Anno 19CC Een moeder was met haar zoontje uit- eeea ui tot het doen van eemge tnkoopen, en keerde, beladen met pakjes van do wm- kels huiswaarts. De kleine jongen was vermoeid, hij be gon pijn in clc voetjes te voelen en het duurde niet Lang of hij snikte: „Ik ben zoo moe; ik wilde, dat iemand "mij naar huis droeg." De moeder wierp een blik om zich neen, maar zij zag niemand, wien zij de zorg over haar pakjes kon toevertrouwen en den knaap te dragen, terwijl zij zoo belast was, daarvan kon geen sprake wezen. Zij nam nu het kleinste harer pakjes, gaf dat aan het kind en zeide: „Mama is ook moe. Je moet mij daarom helpen, Willem. Ik ben blij zulk een fün- ken, kleinen jongen bij mij te hebben, die dit pak voor mij dragen kan." Het ventje richtte zich oogenblikkelijk op en zag haar vol fierheid aan. „Ik zal u helpen, mama", verklaarde hij, het pakte aannemende en vergeten waren moeheid en pijn in do voeten. Die moeder was een verstandige vrouw. Zij wist dat kinderen cn mensclien zich allerlei ongemakken en zorgen veel orger voorstellen dan zij in waarheid zijn, zoo lang zij slechts aan zichzelf denken en zij vond het juiste middel, om haar zoontje daarvan te verstrooien. Het is zoo heil zaam elkanders lasten te dragen. Het is alsof wij er door worden gestaald Het ligt in de menscholijke natuur eigen krachten te onderschatten. Hoe dikwijls hoort men niet zeggen: „Ik kan veel; maar vioeg opstaan is mij onmogelijk. Als ik dat doe, l/en ik den geheelon dag ziek." Maar laat men eens voor zijn pleizier op reis moeten gaan, dan denkt niemand er aan zioh te verslapen, bemerkt men dat men even goed opstaan kan verdragen als de keizers Frans Jozef en Wilhelm, de een reeds gebogen door hoogen ouderdom, de ander zoo vaak lijdende aan de hevigste oorpijn©. Zij arbeidden in den morgen stond, jaar in jaar uit, voor hun land en volk. Wat zouden wij niet veel voor ande ren kunnen volbrengen, als wij hetzelfde deden! Wilt gij er een voorbeeld van? Er was een cijd, dat ik meende de han den vol te hebben met letterkundigen ar beid; maar op zekeren dag erkende ik tooh bij mijzelve dat ieder lid van een huisgezin, onverschillig of hij man of vrouw, jongen cj meisje, is, kleine plichten tegenover an deren heeft te vervullen, wil niet alles op één hoofd neerkomen. Ik zeido niemand iets van mijn planmaar stond een half uur vroeger op en nam er eens de proef van. Nu zorg ik voor de pendules cn klok ken van het huis, voor do planten en die ren, voor de 'boeken van het leesgezel schap, enz., enz.: allerlei onbeduidende zaakjes; maar die als zij volbracht worden door ons, anderen meer rust schenken en nooit heb ik mij zoo weinig vermoeid ge voeld. Beproeft het ook eens, lieve lezers. Be zitten uw ouders bijvoorbeeld een tuin, dan hebt gij al dadelijk uw werk gevonden en wel de gezondste taak, die men beden ken kan. In Japan begint elke vrouw bij het opstaan in de open lucht te gaan. Zij acht dit nog noodzakelijker dan een bad: de longen met frissche lucht te vullen. Wij doen dat als wij gelegenheid vinden nog vóór het ontbijt een oogenblikje in den tuin werkzaam te zijn en doen wij dat sleohts één kwartier per dag dan zullen wij daar van reeds do meest verrassende uitkomsten zien Een tuinman kan meestal 'slechts zel den komen; het zou andere te duur zijn en daarom is onze tuin dikwijls een wildernis. Laat ons de nieuwe klimopranken langs de schutting leiden; de dorre takken wegne men, de gele bladeren opharken, kastan jes planten, die o! zoo spoedig tot boom pjes worden; de z g. kappertjes van Oost- xndische kers afplukken en drogen voor den volgenden zomer; ja zelfs op de eeno of andere kale plek een rots van cokes of steenen maken, om daar later varens uit de bosschen in te planten. De tuin zal spoedig mooi en goed onderhouden worden tot zelfs in den winter. Wia gezond en sterk rs en zich over moeheid beklaagt, waar geen vermoeienis sen doorworsteld worden, is meestal lui. Wij leven in een tijd van sport en ik heb niets tegen f: teen of tennis-spel, of der gelijke zaken. Alleen mag dat alles niet heel onzen vrijen tijd iD beslag nemen w..nt het zijn slechts genoegens, die wij zelf smaken en wij zijn hier beneden ook voor anderen geplaatst. Wij moeten tijd en krachten overhouden voor hen en keeren wij van zulk een pretjo terug, gauw onze vermoeienis vergeten door het een of an der to verrichte. voor onze omgeving. Dan hebben wij het pleizier verdiend, dat wij onszelve-n gunden; maar niet eerder. Helpen wij ook onze ouders hun „pak jes" te dragen? Zij hebben er zoo vele en die zoo zwaar zijn vaak. Een zware strijd. Het was het uur, waarop de leerlingen do schoo! zouden verlaten- en de meisjes leg den vol vreugde de pen neder, zoodra de- klok had geslagen. „Eindelijk is het uit met deze slavernij voor vandaag," fluisterde een harer het naast bij haar zittende mak kertje toe; maar haar woorden gingen ver loren, want de andere lette nog slechts op de meesteres, die de hand had opgestoken, ten teeken dat zij stilte verzocht. „Ik heb u iets te zoggen, kinderen, zeide zij ca boog zich opnieuw over haar boeken. Allerlei gedachten gingen de meisjes door het hoofd. Zij begrepen volstrekt niet, waarom zij moesten blijven, terwijl zij toch zagen dat de leerlingen der andere klassen zich verwijderden. Al spoeoig sloeg de onderwijzeres haar boeken dicht en deelae haar de reden mede. „Ik zal u niet lang ophouden, meisjes," eprak zij. „Ik ben zeT bedroefd cn gij zult de oorzaak daarvan hooren. Onder het tweede ontbijt zat ik op mijn gewone plaats en keek uit op de speelplaats, Lenige meisjes kwamen daar, zoodra zij met eten klaar waren, en zetten zich neer op de bank onder het raam, waar r j luid onder elkan der begonnen te sproken. Ik ving elk har«?r woorden opmaar ik ben niet van plan die hier te herhalen Ik was zoowel verontwaar. digd als bedroefd dat enkele mijner leer lingen zich op zoo minrchtende wijze over haar onderwijzeressen konden uitlaton. Wie die meisjes waren heb ik niet willen zien maar ik herkende sommigen aan haar stem Zoo ieto kan of wil ik niet ongestraft laten. Mijn wensch is dat de meisjes, die zich hier aan schuldig maakten, over do a&akzullen nadenken en ik ben bereid haar morgen aan te hooren, als zij mij ora verschooning wil len vragen. Er volgde een diep© stilte op deze woor den. Indien oogen kunnen spreken, dan deden die van Emma het dien middag. D© buk, door haar aan vier harer kameraadjes toegeworpen, beduidde zooveel als: Zegt niets aan de andere meisjes; wacht tot wij alleen zijn. Zoodra het vijftal buiten gekomen was, begonnen zij druk onder elkaar te fluiste ren. Ik ben volstrekt niet van plan om ver giffenis te vragen, verklaarde Emma be slist. Zij is altijd gewoon van niets een hec le zaak te makeu. Wij lachten immers maar. Geen van de andere leeraars of juf frouwen zou er zich om bekommerd hebben. Ik denk wel, dit zij mijn stem herkende, maar zij kan lang wachten voordat ik mij voor haar verneder. Emma was heel wild en lastig te regeeren. Zij was steeds de bel hamel bij alle mogelijke relletjes en altijd bedacht zij weer nieuw kattekwaad. Den volgenden dag verstreken de uren op school alsof er niets ware voorgevallen. Vijf der leerlingen namen echter geen deel aan de gissingen der overigen wie toch wel de schuldigen mochten zijn. Indien onze lezers cie onderwijzeres hadden kunnen zien, zou den zij bemerkt hebben, dat zij herhaalae- l.jk de oogen op het vijftal richtte, maar in haar oogen lag daarb j geen toorn. Andermaal werd het tijd heen te gaan, maar zonder dat iemand om vergiffenis ge. vraagd had. De onderwijzeres scheen iets te willen zeggen, maar bedacht zich en iiet de kinderen vertrekken. De volgende dag was een Zaterdag. Aller oogen vestigden zich op de directrice, toen zij voor de klasse trad cn zeido: Het is nu Zaterdagmiddag, maar tot nu toe heeft niemand om verschooning ge vraagd. Ik zal u nog tien minuten geven na to denken over hetgeen gij doen zult. Die tien minuten vielen lang. Mem hoorde duidelijk de schoolklok aaken, zoo st-il was het geworden. Vijf minuten verstreken Viola, een der vijf meisjes begon er zenuw achtig uit to zien. Zij keek op en ontmoette den op haar gevestigden blik der leerares, waarop zij bloedrood werd. Weliswaar had zij nauwelijks aan het bewuste gesprek deelgenomen, maar voch voelde zij zich schuldig. Indien zij Emma niet beloofd had het niet te doen, zou zij geen oogen ine langer geaarzeld hebben te bekennen. Doch ook thans keek Emma haar aan op een wijze, die duidelijk zeide: „Waag het niet, of j krijgt met mij te doen 1" Toen de tien minuten om wareD, stond de directrice op. Ik had u nog slechts deze laatste gele. genheid willen schenken, zeide zij, maar ik kan er nog niet toe over gaan te straffen Hoe langer gij wacht liOe zwaard r nel en mij zal vallen. Nog een korten tijd van be denken wil ik ulieden laten. Heeft men mij in den loop van Maandag niet om vergif fenis gevraagd, dan zal ik de namen noe men. Den volgendon dag veerde Emma een zwa- ren strijd met zichzelvo. Haar geweten be gon te knagen en zij zou zioh gaarne ver ootmoedigd hebben, maar wat zouden haar makkertjes zeggen en de juffrouwen? Dat alleco hield haar terug. Heel hanr Zondag werd er door bedorven, telkens zag zij het. zachte, bedroefde gelaat der directrice voor zich, dacht zij aan haar geduld, lm 11102*3, wat weerhield haar te straffen, als zij de namen kende? Den morgen daarop kwam zij op school ai, juist toen do klas zou beginnen. Ha re vi r mnkkertjes wierpen haar een blik toe die zeide: „Wij zullen volhouden 1" Maar op Emma's gezicht vertoond© zich een glimlach en de aai de ran begrepen niet waarom zij zoo ernstig keek. In plaats var, zooab gewoonlijk op de voorste bank te gaan zitten, zette zij zich na-ast een pas aangekomen meisje. De di re-trice hield zich als zag zij niets. Er ver liep'nog een half uur en toen trad Emma opeens naar voren on zeide: Juffrouw ik zou U gaarne vergiffenis vragen. Ik was het die Woensdag de ando re meisjes aan den gang maakte. De heele klas hoorde die woorden en do on derwij zot es drukte innig verheugd Emma do hand. Nu stond ook Viola be vend cn stamelend op, gevolgd door dc drie anderen. Alles werd vergeven en ver geten. Op deze wijze had Emma voor het eerst haar invloed op hare makkertjes ten goe de gebruikt» De kleine belhamel van v< r- heen hield dit daarna onder allo omstan digheden vol. In de ChineeBohe provincie Teho Kiang verheft zich in do nabijheid der stad Changwha-whyen de berg Tsyen-king. Langs de helling van dien berg vindt men heerlijke theeplantages, welker opbrengst ons bij het ontbijt verkwikt. Aan den voet van dien berg staan dichte bosschen came lia's, een manslengte hoog. Zij worden daar gekweekt, om uit het rijpe zaad olie te slaan. Het roet, dat onder het branden dezer olie gevormd wordt, dient tot be reiding van den zwarten Oost-Indiechen inkt. Omgeven van theestruiken en schoo- no camelia-velden, breidt een helder meer zijn zilveren spiegel uit. Dat meer is het vaderland van het goudviachje. Van daar heeft het zijn reizen moeten onder nemen naar alle deelen der aarde. Elko provincio van China is verplicht, jaarlijks den keizer geschenken aan te bicden uit do beste voortbrengselen van natuur en kunst. Zoo bracht de provincie Tehe-Kiang hem eens uo scüoonsto goudvisachcn uil haar gebied. De keizer luid behngon in de prachtig gekleurde diertjes en liet er van overbrengen in de vijvers zijner lusttuinen, waar zij zich buitengewoon sterk verme nigvuldigden. De goudvischjes zien or bij do geboorte bijna geheel zwart uit; eerst later worden ze donkerbruin ©n krijgen na zes weken roode en vervolgens goudkleurige vlekken. Men verhaalt, dat de jonge goudvissohen in China eerst vuurrood zijn cn later goud geel worden. Zij groeien tamelijk schielijk op, want een half jaar, nadat zij uit het eitje te voorschijn komen, hebben ze reeds een lengte van acht centimeter. Vele nemen ook een afwijkende kleur aan. Zoo zijn er zilverkleurige, roode en groene, en elk dezer kleuren heeft dan weder een goud- of zilverkleurigen metaalglans. ja er zijn er nog met verschillende kleuren tegelijk, met. schakceringen tot in het oneindige. Welke sooifc do duurste is, wordt door do mouo bepaald. Ook in gedaante en leefwijze ver. killen deze aardige diertjes aanmerkelijk. De voorname Ohincczen houden, al naar hun smaak is, do een of andere soort van goudvissohen in hun vij vers, cn de dames, die zich om liaar op zettelijk verminkte voeten niet verre van huis kunnen begeven, scheppen oen bijzon- dar behagen in het voederen dezer fraaie diertjes. Zij lokken zo met een fluit naar den oever, werpen hun wonnen toe cn vermaken er zich mee, als de vischjes om een brokje vechten. Hoc meor het water door den zonneschijn verwarmd wordt, de» te behaaglijker ge voelt zich de goudvisch; maar hij kan geen koude verdragen cn sterft, als hij zich in oen vlakken waterbak bevindt, die dichtgevroren is. De rijke Chincezcn hebhen daarom in hun tuinen bijzonder diepe grachten, waarin de visch des win ters veilig kan blijven leven. Den geheelen winter zijn zij dan bcweegloos en schijnen verkleumd; ook nemen zij al dien tijd geen voedsel tot zich. Vóór ruim 200 jaran (omstreeks 1611 of 1619) werd de goudvisch voor het cer6t naar Europa gebracht. Men verhaalt, dat de Pórtugeezcn, nadat zij don zeeweg naar Oost-Indië en China, rondom de Kaap do Goede Hoop hadden ontdekt, de eersten zijn geweest, die ze op hun schepen mede gebracht en aan het klimaat van de Kaap gewend hebben, vanwaar ze vervolgens na.a- Lissaoon zoudeu zijn overgebracht. Anderen meenen, dat ze eerst naar St.- Helena cn van daar naar Europa zijn ge bracht. In alleu geval is het waar, dat do goudvissohen al sinds jaren op Isle de France, ten Zuidoosten van Afrika, zoo talrijk zijn, dat ze als gewone vissehen bij on ter markt gebracht en gegeten worden. Zij smaken oven lekker als de baars cn veel beter dan de karper; doch mindev aangenaam voor do liefhebbers van doze visehsoort is btt, dat zij zoo klein zijn. Eerst in 1753 werden do goudvisschon hier te lande ingevoerd, ofschoon ze reeds veel vroeger c'.oor kooplieden op Java wa ren overgebrach De zonnebloem. De zonnebloem is een plunt, die hier en daar als sieraad iji onze tuinen worot gevon den, maar die in Rusland on Oostenrijk op groote veiden wordt geteeld tor wiilo Van hot voordeol. Jbijna ieder deel van de plant hecil waarde. Zoo is het zaad een uitnemend kip- penvoeder, dat bet eieren leggen sterk be vordert cn de ijmkcr vinut dc* i de nabijheid van zonnebloemen veel liuuig in z.jn korf, al is deze wat erg donker van kleur. Mea vindt in Kusiaud en Oostenrijk hoofdzakelijk twee soorteu van zoi n oloe- men» De eene soort heelt blauwachtige zwar te, de andere grijswitte pitten. De eerste soort wordt gegeteu. Nadat de pitien zijn gepeld, worden zij tot meel gem.iKu of aan stukjes gestampt voor het bereiden van meelspijzen, koeken, brood en audcr voed zoam en smakelijk gobak. Het zwarte zaad bevat betrekkelijk weinig olie en hoeft sen smaak, gi lijken 1 op dien van noten oi amandels. Do tweede soort wordt vooral vci'xmwd om het hooge oliegehalte der zaden. Als dezo gepeld zijn, bevatten zij minstens 2-1 tot 32 gewichtsprocent oiic. Van hetgeen bij de oliebereiding over blijft, worden voederkockcn voor het vee geslagen, die hooge waarde hebben. et is geen wonder, dat zij bijv. in Rusland oen beduidend uitioerari.k i Duitsch- land, Denemarken, Zweden o Eng» land be trekken ze in groote ho- itxleu, alleen Duitechland 30 nnllioen K. O Hot kalkrijke, houtachtige deol van do zonnebloem wordt gebruikt voor de berei ding van potaach en ook dat artikel voort vooial hum tun uit. waar weinig hout- voorraad aanwezig is, dient het voor brand stof. In den laat sten tijd heeft do industrie van die houtachtige deelen nog op andero wijze partij weten te trekken. Het merg van den stengel is bijzonder licht, veel lichter clan :..c on KO.il in .iet w. lor een last ira gen, die veertig maal zijn eigen gewicht ver tegenwoordigt. Uit uien hoofd.: gebruikt men het bij do vervaardiging van iviuings- gordcls, reddingsboeien. De houtachtige en meestal als een horen gekromde wortel duofc oot nog dienst. Men maakt er knóppen of handvatten voor stokaen. parapiuies, enz., van. De bladeren cn andere groeno dcclon vormen voor kooien, schapen cn varkens oen zeer gewild groenvoer, dat versch, gedroogd o. ingekuild wordt gebruikt. De teelt van zonnebloemen kon dus zekor loonend zijn Het verdient aanbeveling, om een proef akkertje aan tc leggen on daarvoor zaad tc laten komen uit de landen, waar do plant in bet groot geteeld wordt. Vervolg Advertentiën. Te Oud8hoorn t© hanr: een waarin jaren met succos galanterie- zaak on sigarenhandel ls uiigeoefend. Prachtigen stamJ. Te bevragen by den Heer C. DE GRAUW, Stalhouder, Oudshoorn. 365 9 om zoo spoedig mogelijk in dienst te treden: eon It. K. HUIS HOUDSTER, voor i-uiten brieven Bur. v. d. Blad onder No. 404. 6 Gedurende de maand Januari om- i 28 t worden allo Tapijten, Gordijnen en Vloerzeilen, alsraedo alle Slenhelen, het/JI aparte of voor Kamers, com pleat, voor veel verminderden prlj* uitverkocht. 333 28 HAS3ELMAN PAiMDEJ», Leiden. Voop Tapijten: Hoogewoerd IS5. ï<Jef. 338. Voor uleubelen: Nieuwe Rijn 28. e.ef. 6S2. »- be. Tapijten on Gordijnen worden pasklaar gemaakt bewaar ouk mot arideie Donderen tot de schoonmaak. Firma ICLtJ! i a 5ssob 20 Opgericht A°. 1825. Langebrug 4, LEIDEN. Te Koop aangebodenvjer onlang» nieuw gebouwde Wo ningen, slaande op goeden si and, wekuHJksche Huuropbrengat f 9 25 Koopsom zeer billijkhet grootste gedeelte der koopsom kan als hypo theek op de panden gevestigd blijven. Acnes: lireestraat Mo. 54 3 11 govestigd te ARNHEM, verstrekt bedrijfskapitalen, en voorschotten van et 500 tot elk bedrag, aan Handelaren, Ulflcie- ren en Particulieren, op langen ter mijn, met gemakkelijke aflossing. Voor Inlichtingen wende men zich teD kantore der Bank, Koningstraat 1. 191 12 lijdelp GALGEKATER 2. Aanvang der Lessen 8 Januari. Aanmelding nieuwe Leerlingen da gelijks van ÏO 12 uren, behalve Jlaandag en Donderdag. W. C. A. RZDDERUOF, 210 10 Leoiaai Al. U. Februari of Haart kan een flinke JUFFROUW geplaatst worden m een nette Zaak, extern. Veroischt wordt: R.K., onbespro ken gedrag en reeds in een Winkel zaak werkzaam geweest zijnde. By bekwaamheid en goede ver koopster, wordt een flink salaris gegeven Brieven Bureel van dit Blad onder No. 353. 13 VEilliUaiHQ van Brandkastjes ter bewaring van Geldswaarden. 443 20 BERLITZ SCHOOL LEERT dooi' Leeraten der besrokken landen. RF V Privaat- en Cufsuslessen ük in en buiten de school. Prospectus en Proefles gratis. )I7 00 GEVESTrOD 1S76. 430 20 Telefoonn. 586. Kantoer Breestraat 1Ö5. JOOOCOOOQOCOC ^iissels^ Assurantiën. Let by don inkoop vooral op den naam il. YAM DEBMOOLEN, daar nvjn étiquet precies nagemaakt wordt, torwyi ry inhoud dezer flusschen van mindere quaüteit is. 4921 28

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5