Kerstmisdrnfete te Londen.
ron nog wit van do sneeuw, terwijl do
donkorroodo bosjes van den hulst afsta
ken bij do rose tint op Lcty's .wangen, uu
eerder rose van gezondheid dan van geluk.
De kinderlijke oogjes wierpen een ernstir
gen blik naar hot portret van cec harer
vooroudera.
„Kan ik u sotns helpen, jongojuffrouw?"
Jaantje, hot kamermeisje, had Etty al
eonige oogenblikken stilzwijgond gadege-
talagcai. Het deed haar onaangenaam aan
een kind oen huis te zien versieren, dat
zoo goed als geheel verlaten was.
,,0, aJsjeblioft, Joantje; jouw arm is
voel langer dan do mijne, of anders kuot
gij mij misschien wel oplichten, als ik niet
to zwaar voor jo ben."
Jaantje tilde het lichte figuurtje op en
Etty stak den hulst in de lijst.
,,Het zou geen Kerstmis zijn, als ik do
kamers en de gang niet versierde," zeide
zij. Juffrouw Greve zal het heerlijk vin
den alles versierd to zien. Yindt gij juf
frouw Greve geen erg lief menach V'
Jaantje was altijd bijzonder langzaam
met haar antwoorden en deze waren daar
bij zeer twijfelachtig. Ten laatsts kreeg
zij dus ten antwoord: ,,Ja, te li af om in
een leerkamer opgesloten te zijn, zoo den
ken wij er ten minste over in de keuken.
Etty zeido op kinderlijke wijz>: „O,
maar zij is niet opgesloten; de deur is
nooit op slot!"
„Zij gaat toch nooit naar partijon, waar
jonge meisjes van haar leeftijd wel naar
too gaan," antwoordde Jaantje. „Maar ik
moet liever niet over die dingen mot u
pratendaarbij zijn het mijn zaken niet
Mot deze woorden ging zij heen eu bleef
de kleine Etty alleen op de trap achter,
•mgeven door het groenzij peinsdo nog
eens over hetgeen Jaantje gezegd had.
,,To lief om opgesloten te zijn in een
leerkamer, afgesloten van de feestvieren
de wereld." Ja, het was toch vreemd,
vond zij, terwijl zij het leven van juffrouw-
Greve vergeleek met het leven van do jon
ge meisjes, die bij haar mama kwamen.
Vreemde schaduwen kropen door de
gang cn omsloten dit wijsgeerige kind.
Juffrouw Greve opende de deur van de
leerkamer en keek over do balustrade
naar beneden. Toen zij dat kind omgeven
zag door dat groen en door dien hulst,
kwam er een treurige trek over haar ge
laat.
Juist een week geleden had mevrouw
Weysman, eon type van een vrcuw van do
wereld, haai' als gouvernante aangeno
men. „Mijn man en ik hebben een uitnoo-
diging voor een groot bal," zaide zij>,on.
zo kleine Etty zal dan geheel alleen zijn.
Nu durf ik haar echter wol aan de dienst
boden toevertrouwen, maar dit ie minder
prettig voor haar, en het zal mij b»jz©ader
aangenaam zijn, als u nu reeds bij haar
kunt komen," zeide mevrouw Weysraao,
toen zij haar al3 gouvernante aannam.
Juffrouw Grevo was nog jong en had
het leven altijd van de zonnige zijde be
schouwd, teen plotseling eenige maanden
geleden haar vader zijn fortuin verloor en
zij dus genoodzaakt was in betrekking te
gaan.
Etty wist niets van dit verhaal en aan
deD vroolijken lacn van jufm>aw Greve
zou men nooit gelooven, dat zij in rouw
was, maar aan haar eenvoudig* zwart©
japon was het to zien. Zij had dan ook
ongeveer een jaar geleden haar jongste
zusje verloren.
.,D© gang ziet er Kersturisachtig uit."
riep zij, „maar het is te koud voor je; kom
naar beven, dan kunt gij je warmen bij
den haardmorgen kunt gij wel verder
gaan met versieren." Etty bemerkte, dat
haar handen blauw van de kouu© waren,
en ging dan ook vlug naar boven.
„Is het niet een vuurtje om wat bij te
vertellen?" vroeg zij. „Zullen wij elkaar
verhalen vertellen, juffrouw Grove?" Hot
aardige slanke figuurtje zette zich op het
haardkleed neer.
„Zooals ge wilt", antwoordde de zachte
stem, terwijl zij met de blonde krulletjes
speelde, die Etty's vragend gezichtje om-
«*avea.
„Ik heb een verhaal over u bedacht",
babbeioe zij; een vreemde uitdrukking
kwam over baar gezichtje; een uitdruk
king, die juflrouw Greve zeer goed op
merkte.
„Er is oen juffrouw, die veel to lief
was om opgesloten to zijn in een leerkar
mor, mot een klein meisje als gezelschap;
zij heet juffrouw Greve. Zij is nooit op
bols of partijen geweest, omdat zij geen
japonnen heeft zooals mijn mama z© heeft,
alleen maar zwarte. Toon Kerstmis kwam,
zeiden de eDgelen: „Nu moet gij een
wensch doen". Zij lag den geheelon oacht
wakker.
„En wat wenscht© zij?" vroeg juffrouw
Grove.
„Och, zij wenschte een goed mensch te
vertellen, dat die lievo juffrouw Greve
opgesloten was. Zij dacht, ais die mensch
werkelijk goed ia, dan moest hij een groot
moeder of iemand anders zoeken, die haar
meo naar een bal toeneemt, of een prins
zonden om mot haar te t: uwen, of iets
anders doen om haar gelukkig te maken
met Kerstmis."
Eon paar sympathieke oogjes wisselden
een blik met die van juffrouw Grevedeze
voolde iets in haar keel komen, terwijl een
vaag ideo bij haar opkwam. Zij was be
droefd omreden dat het kind alleen gelaten
was door de moeder, die zoo dol op uit
gaan is, dat zij zelfs niet met Kerstmis
thuis kon blijven.
„Indien", antwoordde juffrouw Greve
lachend, „die wensch wordt vervuld, dan
zal dat kleine mensje heedcmaal alleen
zijn". Yoor een oogenblik omvatten de
klein© handjes den rok van juffrouw Greve;
het scheen of zij terugdeinsde bij die ge
dachte.
Het zou zoo heel erg niet rijn", ant
woordde Etty flink, „omdat zij veel houdt
van die lieve juffrouw Greve; gij hebt
dat, geloof ik, vergeten."
Juffrouw Greve nam het kind in haar
armen.
„Wij zullen nu een nieuw verhaal be
ginnen", zeide zij op een ietwat beverigen
toon„over andore dingen, zóó, dat wij
zullen lachen."
IL
Juffrouw Greve steldo zich tot taak het
Etty zoo prettig mogelijk te maken. Den
volgenden middag verzen zij om verstop
pertje te spelen, daar de sneeuw haar
bei-Jen noodzaakte thuis te blijven. Het
spelletje was juist begonnen, toen een rij
tuig voor kwam rijden, en een oogenblik
later bevond juffrouw Greve zich in de
huiskamer in hot gezelschap van een
oudon vriend, den heer George Mol.
„Zijt gij het, George?" nep zij verwon
derd uit en een hoogvoode kleur bedente
haar wangen.
„Hoe komt gij hier?" Zij keek hem met
een paar verwonderde oogen aan, torwij-l
hij met een blik antwoordde, die alleen
beminnende vrouwen kunnen begrijpen.
„Ik ben juist weer terug in Holland",
zeide hij.
„Ik hoorde nu pas van de moeilijkhe
den, die gij gehad hebt en vond nu eerst
je tegenwoordig adres uit xk heb een
brief voor je van mijn moeder, waarin zij
je vraagt mede te gaan om bij on9 Kerst
mis te vieren. Ik kan er niet aan denken
je hier alleen achter te laten. Ais je mij
maar toestaat, dat ik voor je zorg. Of
Hij eindigde zijn zin niet, maar zijo ar
men omsloten haar eD als een vermoeid
kind legde zij haar hoofd op zijn schou
der. Eenige oogenblikken van zalig stil
zwijgen volgden, waarin zij elkaar zoo
goed begrepen.
„Je weet niet hoe ik mij alleen voelde".
Hij droogde haar tranen f.t en maakte
reecb plannen voor de toekomst. Alles
was zoo vlug in zijn werk gegaan, dat zij
het nog niet goed kon bevatten. Yerleden
jaar had zij slechts verondersteld, dat hij
van haar hield, en nu was a.ie9 voor haar
werkelijkheid.
„O, noen, ik kan niet met je meegaan
om ratmis bij jou thuis te vieren. Be
dank je moeder uit mijn naam voor baar
lieve bedoeling en vertel haar, dat ik bij,
Etty blijven moet. Er is zoo iets treurigs
in, een kind verlaten te zien door haar
ouders om dezen tijd van het jaar."
Georges gelaat betrokzijn liefde voor
die vrouw overtrof zijn toegenegenheid;
voor dat kleine, hem onbekende wezen.
„Zeker", bracht hij er tegen in, „je
kunt best meegaan. Telegrafeer aan de J
familie, doe een poging om er af te ko;
men. Het is te gek, dat je hier opgesloten1
zit in deze komende feestdageo en dat al-I
les voor een vervelend kind. Indien je wer-|
kulijk wat om mij geeft, moet je allo moei
lijkheden op tij zetten."
Zij vertelde hem wat het hoar koette do
ze Kerstdagen ail een te zijn. Zoo graag
wilde zij deze gelegenEeid waarnemen en
Kerstmis vieren in het huis van haar
aanstaanden man; maar bet kind stond
er tusschen, een kleine hulpelooze fi
guur; het kind, dat toch in aanmerking
genomen moest wordenj a, dat kind, het
welk gisteren nog wensohte, dat een goed
mensch iets mocht doen om juffrouw Gro
ve gelukkig te maken. Het soheen of deze
wensch san dit kind tooverij was geweest
en den man, dien zij liefhad, in haar on-
middollijke nabijheid had gebracht.
„Je moest liever vertrekken; je maakt
het mij zoo moeilijk. Het Bpijt mij erg,
maar mevrouw Weysman zou het ten zeer
ste afkeuren. Ik herinner mij, dat zij zelfs
gezegd heeft, dat zij liever niet wilde, dat
ia vrienden op bezoek kreeg."
Juffrouw Greve zeide hem nog eem
vaarwel met een vriondelijken glimlach. Zij
vertelde hom nog eens hoe vreesolijk jam»
mer zij het vond alleen Kerstmis te vie
ren. Hij nam haar nog eens in zijn armen
en vertrok toen treurig, maar met do
heerlijke herinnering van zijn laatste om
helzing.
Daarna was juffrouw Grove naar boven
gegaan om de „kleine" te zoeken, toen op
dat oogenblik het zware gordijn in de
huiskamer door een klein, bevend handje
op zijde werd geduwd en oen kinderge
zichtje te voorschijn kwam. Dit hoekje was
juist een plaatsje om zich te verstoppen,
dacht zijhun spel was verbroken door de
komst van den heer Mei Een oogenblik
stond Etty tegen het gordijnhaar lichaam
baefde; haar handjes hielden de zware
plooien vast. De kamer was nu uitgestor
ven, maar hield toeh in zioh een levens
historie, die haar jong hartje zelfs vlug
ger deed slaan. Maar het verhaal had vwi'
haar zijn donkere zijde onwetend getee-
kend hij een „vervelend" kind, zooals Etty
zichzelf duidelijk hoorde noemen.
„Ik wensch ook, juffrouw Greve, ik wil
zoo erg graag, dat ga bij mij blijft," zeide
het stemmetje hardop, alsof zij sprak tot
dien heer, die pas nog bij het gordijn
stond. „Zij is zoo bijzonder lief en maakt,
dat de degen zoo gauw voorbij gaan; moet
gij haar nu van mij wegnemen V'
Zij was op het punt te gaan snikken,
toen zij zich met alle moeite inhield. De
goede geest kwam in haar, maakte baar
zachtmoedig en fluisterde van „opoffe
ren". Juffrouw Greve wenrehte met hem
j^eratmis te vierenmet den man, dien
zij vaak gekust heeft en waarvan zij zoo
veel bou dt,
Etty liet het gordijn vallen; zij beefde
van zenuwaohtigneid, want een nieuw© ge
dachte was bij baar opgekomen.
Ylug vlcog zij naar de schrijftafel van
haar moeder en schreef met groote letters
een briefje aan haar mama.
„Lieve mama", zoo luidde het, „wilt u
alsjeblieft..."
Na dezen aanhef wist zij een oogenblik
niet wat zij schrijven moest, toen zij plot
seling weer verder ging.
„Ik zou erg graag willen hebben, dat u
dadelijk na ontvangst van dezen brief een
teleg-am zondt aan juffrouw Greve, dat
zij onmiddellijk weg mag gaan. Ik weet,
dat zij vrienden heeft, naar wie zij kan
gaan. Ik zal tóch een prettige Kerstmis
hebben al gaat zij weg; de dienstboden
zullen wel goed voor mij zorgenik zal u
later wel vertellen, waarom ik graag had,
dat juffrouw Greve weggaan mag. Als het
telegram niet komt, dan ben ik boos op u.
Dog, mJimn. J
Uw liefhebbend kind
Etty".
P. 8. „Ik zend u een Keretmiftkaartje,
door mij zelf gemaakt."
Zij sohreef het adres en de brief ging
naar do plaats zijner bestemming.
„Ik zal toch wol een prettige Kerstmis
heltbon, aj gaat zjj weg. Natuurlijk zal ilc
cod prettige Keratnm hebban, want juf
frouw Greve zal zoo blij rijn."
HL
Tot groot© verwondering ran juffrouw
Greve, kreeg zij op Kerstochtend het vol
gend, voor haar geheel onverwacht tele
gram van mevrouw Weysman:
„Wees zoo goed dadelijk te vertrekken.
Uw trein gaat om twaalf uren. Neem dien
zoo mogelijk.
Mevrouw Weysman."
Yoor een oogenblik was juffrouw Greve
geheel verbluft, toen plotseling de ge
dachte bij haar opkwam, dat er juist tijd
genoeg geweest was om haar te schrijven
na Georges bezoek. Zij verdacht niemand
anders dan de dienstboden.
Zij g ng naar Etty en nam haar in
haar armen.
„Liefste," sprak zij, „ik ga vanmorgen
weg?'.
Zij hield het kleine figuurtje vast tegen
rich aan, met iets van moederliefde er in.
„Ik zal je nimmer vergeten, lieve kleine
Etty, ofschoon ik er aan twijfel, dat wij
elkaar ooit zullen terugzien. Wilt gij af
en toe eens aan mij donken en dan bij
jezelf zeggen:
„Zij zou op Kerstochtend niet zijn weg
gegaan, als zij er iets aan had kunnen
doen"
Etty legde haar wang tegen die van
juffrouw Greve.
„Het lijkt wel op on9 verhaal van ver
leden avond," fluisterde het kind. „Een
goed mensch heeft de lieve juffrouw Greve
toch gevonden en hij hoeft ook een prins
gezonden, maar de prins is net als de an
dere mannen, precies hetzelfae gekleed,
cn hij kwam in een gewoon rijtuig, riet
kleine meisje is erg blij, dat hij de Lieve
juffrouw Greve meeneemt, want iedereon
moet gelukkig zijn met Kerstmis. Ieder
een". Dit laatste woord ging met een
zucht gepaard en juffrouw Greve zag, dat
er tranen onder haar wimpers glinsterden
Vlug ging het kind van haar schoot en
hoopte dat zij daardoor de tranen niet
zou gezien hebben.
Toen Etty dc juffrouw een laatst vaar
wel toewuifde, zal iedereen bekennen, dat
Etty do gelukkigste was, want zij had
rich „opgeofferd".
Te Lenden weet men van geen Sinter-
kiaosdrukte. De Londenaar6 nomen van
den goeden heilige geen notitie. Het
Kerstfeest echter vergt veel van hun krach
ten. needs geruimen tijd toch vóór het
aanbreken van dit feest wij zagen het ook
n weer uit verschillende correspondenties
van Londenscbe medewerkers aan Neder-
landsobe dagbladen hebben de meeste
winkels hun étalages klaar, de meesto men
schen hun beurzen ookde danspartijen be
ginnende eetpartijen eveneens; jonge da
mes zitten met handwerkjes; jonge heeren
kijken naar juwelierswinkels, cn zoo ver
der.
Op straat »is het dan de meeste dagen
tusscheD zoowat half elf en halfzes zeer druk
©u vol. In de winkelstraten, zoowel van de
City, als van het West-End, is het op do
trottoirs af en toe „om niet door te ko
men." Voor de winkelruiten staan do men
leken een gelid of wat dik; achter dezen
Schuifelt een dichte massa, wien het ge
wone Londcnsche hollen en vliegen dan niet
pogelijk is, wijl het zoo vol isen langs
den trottoirband staan de venters met al
lerlei aardige, nieuwe snuisterijtjes, schou
der aan schouder. Vooral langB Lndgate
Hill, den heuvel, op welks top de St.-Puula.
Kathedraal staat, vindt meo dan kooplui,
bij wie het niet is: „Allee kost een dubbel
tje", dooh: „Alles kost een stuiver." Men
ziet zo alles verkoopen: locomotieven
met en zoncLr mechaniek-, zakkammetjes,
motorbussen, chooolade, manchotknoopen,
muziek, vingerhoeden en vechtende hanen,
te veel om op te sommen.
En Diet alleen op de trottoirs ia het dan
druk, do straten ïelvcn zijn voJlor don ooit,
zoodat, wie een omnibuo of een cab
neemt, in do hoop het gedrang te vermij
den, niet voel beter af ia; want ook d© rij
tuigen kunDon maar langzaam voort.
Bovendien zitten de omnibussen en mo
torbussen stampvol en ala de Kemtvaoajitie
begonnen is, is er heelema&l geen plaats
meer te krijgen.
Wie daarom wat ver moet gaan, wordt
eenvoudig „straphanger." Dit is een nieu
we waardigheid, waarmee de Londensche
burgerij bekleed is, ten gevolge van de
slechte regeling van het Londensche spoor
wegverkeer. Daar de woorden „straphan
ger" en „straphanging" do infinitief
„to strap hang" is er nog niet, doch zal wol
komen, nu wij hot tegenwoordig deelwoord
al hebben te Londen burgerrecht hebben
gekregen ,is het wellicht niet overbodig
even te vernemen wat er mee bedoeld
wordt.
Ie>deer kent die leeren riempjes of strop
jes, welke boven in de tramwagens hangen
en waarin men zich vasthoudt bij het uit
en ingaan, ten einde te voorkomen, dat men
zijn zittenden medereizigers „op bet Lijf
gegooid" wordt. Die stroppen of „straps"
hee.i. men ook in de wagens der Londen
sche electrische ondorgrondscho treinen.
Deze wagens zijn niet meer in „ooupé's"
afgedeeld, doch iedere wagen is één ruimte.
Bij het uit- en ingaan heeft men daar dus
nog meer behoefte om zich aan de „straps"
vast to houden.
Dit is nu in zooverre goed en wel. Doch
nu zijn de treinen zoo slecht geregeld, dat
op vele uren van den dag niet alleen alle
zit-, doch ook alle staanplaatsen worden
ingenomen. Als sardines staan de menschen,
vooral bij het uit- en aangaan van kanto
ren, fabrieken, matinees, concerten, fchoo-
teirs, enz., op elkaar gedrukt. En de aldus
vervoerde schepselen houden zich met één
hand vast, hangen met één hand aan de
„straps", zijn „straphanger
Er is heel wat te doen geweest om uio
straphangerijde couranten stonden vol
ingezonden stukkendooh de spoorweg
maatschappij liet do monsehon praten. Wie
nog onnoazel genoeg is zich te verbeelden,
dat eon spoorwegmaatschappij bestaat ten
gerieve van het publiek, wordt te Londen
wel van die dwaling genezen.
Bij do nieuwigheden, die do menschen te
Londen ingevoerd hebben, is doze:
Heeft men al salons met glazen bijenkor
ven te Londen, nu gaat men elkaar mie
rennesten cadeau doenhet is het aller
nieuwste op het gebied van Kerstcadeau*.
Zij kosten f 7.50 en een „Koningin" kost
f 6 bovendien. Men kan ze in verschillende
winkels koopen, zooal9 er te Londen zoo
veel zijn, waar men alles kan krijgen, van
een veiligheidsspeld af tot een tammen oli
fant toe. De mierennesten behooren tot de
afdeeling „Sport." Zoo'n „formicarium"
zit in een plat glazen kisjo. In het glazen
deksel zijn twee gaatjes, die gesloten kun
nen worden en waardoor men den beestjes
hun voedsel honig en water geeft.
Naar de winkelbediende een correspondent
verzekerde, hadden ze in dit nnjaar aiover
de duizend van die nesten verkocht, alle
maal aan „groote wereld-"lingenhij ge
loofde zelfs, dat het Hof er had of er zou
koopen.
Als men rekent, dat deze nesten bet vijf
jaar kunnen uithouden, is 7.50 niet een3
zoo heel duur voor dit speelgoed.
De mieren, die do journalist zag, waren
aanhoudend in de weeT. Zij schijnen het
zand aanhoudend te verplaatsen, en nu
hier, dan daar haar woning op to slaan.
De sporen vaD de verlaten woning kan men
dan nog op het glas zien.
YeeJ interessanter dan dit mioronhuiu te
evenwel het zij hier metoon vermold
een nieuw huis voor menschen, dat London
njk ia geworden.
Het heet Ingram House, naar den t^
gen woord igen bisschop van London, beeft
zes ton gekost en staat in Stock well Road.
Deo© straat ligt aan do zuidzijde van d»
Theems, ongeveer tegenover Victoria-stor-
tiou en in hot vervolg dor naburige Voux-
holl Brug.
In twintig minuten hnn m*m mot
trein van Ingram IIoum naar Mansion
House, dns in bet hartje der City, komen.
Het gobouw is gesticht voor nnlHwntoxici
de vrijgezellen: studenten, knnt/xrrbedieiv
den en dergclijken. Er rijn 200 kamers in»
die verhuurd worden tegen 4-80 1/0
per week. Bovendien kan men voor /O.flO
per week er zoogenaamd „partial board"
(ontbijt en 'a avondo diner) krijgen, zoo
dot luen voor 14^40 m de week bezorgd
ia.
Bovendien heeft men er rookkamers,
een bibliotheek, gymnastieklokaal, biljar
ten, een zaal voor lezingen en voordrach
ten, badkamers, donkere kamers voor fo
tografen. Het gebouw wordt olectrisch
verlicht, voor bediening en schoen poetsen
wordt niets berekend En ten slotte heeft,
het gebouw een plat dok, wa^r roen „bui
ten" kan zitten. Langzaam aan worden die
platte dakon. eigenlij'; hangende tuinen,
te Londen weer inheemsch.
De jongelui zijn er dus goedkoop en
goed onder dak. En huiselijke grzcllig-
heid? Och, die hebben ze in een „board
ing house" of bij Engelsohen, die „Pay~
ing guests (betalende logé's) ontvangen,
ook niet. De Engelschen bemoeien zich
niet met elkaar; alleen als men bij. Ne
derlanders te Londen een thuis kon vin
den. heeft men kans het wat gezellig te
krijgen.
KERSTNACHT.
't Was nacht, 't was alles donker.
't Lag ai in diepe rust;
De nachtvorst in had do aarde
In zoeten slaap gekust;
Het vee Lag veilig neder,
Want herders hielden trouw
De noohtwacbt bij de kudde,
Die anders dolen zou.
Zij waren vroom, die mannen,
Tevreên in t needng lot;
Niets spraken zij, maar richtten
Het oog omboog, *tot God.
Daar woonde Hij, hun Koning,
De Scheppor van 't heelal.
De Eeuwige, Onbegonncn,
Die Eeuwig wezen zoL
Wat flonkerden die sterren
Aan de onbewolkte lucht;
De maan, met zilv'ren stralen,
Joeg 't duister op de vlucht,
Al was hun de aard' bij tijden
Een dal van rouw en smart,
Thans was 't rondom ben vrede
En vreê ook in hun hart.
Nog lagen rij tor neder,
't Aanschouwen nimmer moê;
Doch stil, van waar klinkt plots'ling
Dat lief geluid hun toe?
an waar die glans der heem'len,
Verblindend voor 't gezicht?
O! 't is een koor van Eng'lon,
Omstraald van hemellicht 1
Waarom, eenvoud© mannen,
Vreest gij met groote vrees?
't Is God, de Allerh<x>gBte,
Die U die gunst bewees;
Neen, niet het eerst aan Vorsten
Of eigenaars van 't goud;
't Bericht dc® heils wordt 't eerste
Aan herders toevertrouwd.
Hoort toch wat zij vernamen:
,,U is in dezen nacht
„De Christus Gods geboren,
„Die vrede aan de aarde braoht.