LE1DSCH DAGBLAD, VRIJDAG 15 - TWEEDE BLAD. Uit de Rechtzaal, Tweede Kamer. FEUILLETON. Een BfeEdin. Anno 1005 Burgerlijke Stand. felde of de Minister wel voldoende vasten wil zal toonen, iete wat juist zoo nóodig is voor de hand, die thans het roer nloet stu- j ren. Spreker oordeelde '6 Ministers antwoord niet bemoedigend, want hij had een mee ning over de organisatie kunnen hebben. Wel zegt de Minister, dat hij geen plan heeft, omdat hij geen overleg heeft ge pleegd met den Minister van Oorlog. Maar, vroeg Spreker, heeft dat overleg over een plan dan niet plaats gehad vóór de aan vaarding der portefeuille? Spreker meende, dat er ook niet voldoen de wordt bezuinigd. Niet enkele schepen, maar de geheele oude rommel moet wor den opgeruimd. Het arsenaal to Hellevoet- eluis kan zoo niet opgeheven, dan toch wor den ingekrompen evenals de werf te Am sterdam. De heer Y a n Q ij n oordeelde gunstiger over den Minister, die z. i. eerst eens de kat uit den boom wil zien. Spreker vond dit een prijzenswaardige voorzichtigheid. Hoewel eenigszins onge rust naar aanleiding van het feit, dat de Minister, die steeds voorstander was van gTOofce schepen, het in aanbouw zijnde schip verdedigt, verklaarde spreker fcooh een afwachtende houding aan te nemen. Met betrekking tot het rapport van do Commissie van Samenwerking, vroeg Spr. nog, of er nu ook werkelijk een p la n, een bondgenootschap is tussohen Mo- rine en Oorlog. De heer Thomson besprak het gebeur- do met de „Evertsen", z. i. een ernstig foit, dat betrekking heeft op het beleid van onze geheele zeemacht. Spreker vroeg dienaangaande nadere in lichtingen. Onder meer vroog hij waarom de commanoant op de zeer gevaarlijke plaats was gebleven. Do heer Verhoy had ook van dezen kundigen Minister over zijn plannen meer licht verwaoht. Met den heer Yan Gijn wenschte Spreker een bondgenootschap tus sohen marine en Oorlog. Een vast plan van samenwerking i6 noo dig, ook in verband met de wenschelijk- heid van maatregelen tol handhaving on zer neutraliteit en niet minder voor de ver dediging van onze overzeesche bezittin gen. Spreker betoogde, dat de Minister zich de werkkring onzer marine vooral niet te grc'ot moet voorstellen. Ook spre ker is voor behoorlijke verdediging van ons land, maar in overeenstemming met onze financieole kracht en onze staats rechterlijke positie. In verband hiermede drong hij op bezuiniging aan. De heer Hugenholtz meende to kunnen constateeren, dat ten aanzien van dezo begrooting is te zeggen, dat zij staat, wat het materiaal betreft, in het teeken van hét blanco". Spreker oordeelde ook, dat de zuinigheid er bij den Minister niet diep inzit. Wat een uitvinding bijv. om schepen van 7000 ton te kunnen aanvra gen 1 Waar gaan we heen Minister Ellis had althans een plan, merkte spreker op Voorts kwam spreker op tegen het dwa ze militarisme, omdat wij toch niet tegen grooto mogendheden op kunnen. Een amendement om het in aAnbotfw zijnde schip niet verder af to bouwen, zul len de sociaal-democraten niet voorstellen, omdat dit een hopelooze poging zou zijn nu do rechterzijde door dik en dun met dit kluitje van den „paganistischen maal tijd" zal medegaan. De heer Roodhuyzen bepleitte sa menvoeging van de werken van Helle- voetsluia en Amsterdam cn wenschto do werf dan geplaatst to zien in eerstgenoem de plaats. De Min. van Marine sprak er zijn leedwezen over uit, dat zijn mededeelingen over zijn plannen teleurstelling hebben ge wekt. Hij meende, dat zijn standpunt juist' is. Zoo lang hij geen geld voor een schip aanvraagt, kan hij geen plannen overleg gen. MAt het oog op de Koloniën is het voor een Nederlandschen Minister van Marine moeilijk een werkplan te ontwerpen. Do Minister herinnerde er aan, dat hij j toch gezegd heeft, dat hij een krachtige I torpedo-vloot wil met enkele goede scho j pen. Hoeveel kon hij niet zeggen. De strijd- waarde der drie „Kortonaers" zal verhoogd worden door toevoeging van het hi aanbouw zijnde schip van 5000 ton. Op de vraag of er meer van die schepen noodig zijn, behield cle Minister zich zijn antwoord voor tot aan zijn algemeen werkplan. De Minister was zich niet bewust een weifelende houding te hebben aangenomen. Aan saménwerking tusschen Oorlog en Marine mankeert niets. Maar zóó kort na hun optreden kunnen tie Ministers n^pt zoo ver gevorderd zijn, dat zij reeds nut plannen kunnen overleggeiisj^o Minister ontkende, dat het gemis aan**a- menwerking tot stelsellooze uitgaven leven heeft geleid. De samenwerking bes*—i- Men is het volkomen eens over het gebruik der weermiddelen. Yóór er uitgaven voor do kunstdefensie gedaan worden zal de Kamer toelichting ontvangen, ook ontleend aan het rapport der commissie voor de samenwerking. In 's lands belang kan dit rapport niet in zijn geheel aan do Kamer worden overgelegd. Meer oud materieel te verkoopen kwam den Minister ondoelmatig voor. Do werf to Hellevoetsluit moet behouden blijven. Op heffing van de werf te Amsterdam zal wor den overwogen. Aan verplaatsing naar Hcl- levoetsluis zijn bezwaren verbonden. De signalen aan do kust moeten verbeterd worden. Het gebeurde met de Evertsen" heeft zulks geleerd. Ten onrechte is door dit gebeurde het beleid in de zeemanschap onzer Marine in twijfel getrokken. De gast vrijheid brengt mede, dat bij bezoeken van vloten, do vreemde vloot verder van de kust ligt dan do schepen van het land, dat het bezoek krijgt. Zoo was het ook met de „Evertsen". De ankerplaats was wel vast gesteld, maar in tijd van gevaar kan de oommandant van de instructie afwijken. Dat hij het niet deed, was zeker niet te wijten aan schroom bij dien commandant. De Minister verzekerde des heeren Yerhoy's wenken ten aanzien van het niet to ver uit strekken van de vlootplannen te zullen ter harte nemen. Bij de replieken verklaarde o.a. de heer Yan G ij n, dat de Minister niet op zijn steun cn dien van anderen zal kunnen blij ven rekenen, wanneer voor de kustverdedi ging geen gemeenschappelijk plan wordt overgelegd. Het algemeen debat is gesloten. Door de i-eeren Ter Laan, Tak eo Troel stra is bij amendement op art. 79 van de begrooting voor Binnenlandscho Zaken voorgesteld het pubsidio voor drankbe- strijdersvereenigingen te verhoogen met f 15,150 cn dus te brengen op 30,000. Accijns op hot gedistilleerd. Een wetsontwerp i'b ingediend, houdende nadere bepalingen omtrent den accijns op het gedistilleerd- Het voorstel luidt aldus: Artikol 1- De brander of distillateur die, volgens de wettelijke bepalingen omtrent den accijns op hot gedistilleerd, recht heeft op korting bij de vereffening zijner rekening, wordt, indien hij daarvan mis bruik maakt, door den directeur der accijn zen schriitelijk gewaarschuwd. Maakt hij na die waarschuwing wederom misbruik van het bedoelde recht, dan kan de directeur hem schriftelijk het verder genot van korting ontzeggen. Zoowel de waarsohuwing als de beschik king volgens het vorig lid, vermelden hot feit of de feiten, waarop zij is gegrond. Artikel 2. De brander of distillateur kan van des directeurs beschikking, waarbij hem het verder genot van kortings is ont zegd, binnen een maand nadat zij te zijnor kennis is gebracht, bij Ons in beroep ko men. Door Ons wordt beslist, den Raad van State gehoord. Artikel 3. Voor do waarsohuwing volgens artikol 1 wordt geen nieuw feit vereischt, wanneer do brander of distillateur van bet recht op korting misbruik heeft gemaakt vóór het m werking treden dezer wet, dooh nadat het ontwerp van wet hem vanwege den inspecteur der accijnzen was medege deeld. Artikel 4. Deze wet treedt in werking met den dag barer afkondiging. Blijkens de memorie van toelichting, heeft het wetsontwerp ten doel krachtiger op to treden tegen het ergerlijk misbruik, dat van hot reoht op korting wordt ge maakt. Dat dit noodig is, blijkt uit het volgend staaltje, door den Minister van Finanoiên medegedeeld Er is amelijk een nieuw raiddel gevonden om het frauduleus bedrijf openlijk voorc tv zetten. Het bestaat hier in, dat de duigen en bodems van fusten op zettelijk met sterken spiritus worden ge drenkt^ cn het aldus geprepareerd vaat werk, dat overigens geen gedistilleerd bo- vat en dus al ledig moet worden be schouwd, word overgebracht naar een buiten de distilleerderij gelegen lokaal, waar dan het gedistilleerd, zoo goed moge lijk, door uitloogen der fusten met water, wordt teruggewonnen. Hot bij do opnemin gen van den voorraad ontbrekend gedistil leerd, dat als korting voor fabrioksverlies moet woixien afgeschreven, is voor een groot deel niet in de distilleerderij teloor gegaan, doch langs den geschetsten weg aan den accijns onttrokken en in consumptio gebracht. Werd do fraude aanvankelijk, kennelijk bij wijze van proef, op kleine schaal gedre ven, do lijdelijkheid, waartoe do ambtena ren genoodzaakt zijn, heeft spoedig oen driester optreden uitgelokt. Blijkens do jongste ambtelijke mededeelingen is, wat men zou kunnen noemen een geregelde dienst met ledig vaatwerk tussohen een dis tilleerderij en een aangrenzend lokaal ge opend, en do schade, die het Rijk daardoor lijdt, wordt thans reeds matig geschat op f 250 per week. De Minister meent dan ook, dat bij misbruik van het reoht op korting, ontne ming van dat reoht het meest logische ge volg is, en de noodzakelijkheid om die eeu- voudigo logica in toepassing te kuuneu brengen, klemt vooral, nu zelfs onafgebro ken bewaking noodig is om do strafbaar gestelde feiten te wcron. Haagsohe Reohtbank. Yan eon 'Catwijksche hitten- verhuurdor. Bij den ontvanger der registratie en do meinen to Noordwijk kwamen in den voor zomer van dit jaar klachten in, dat het niet naar behooren toeging op eonigo vor- paclU© domeingoederen, etaande ouder zijn ressort. Het gevolg daarvan was, dat do domeinopziener te Katwijk>aan-Zeo nog scherper ging toezien dan anders. Zijn ohef, de genoomdo ontvanger, zal daarop bij dien opzibner, den heer P., wel aange drongen hebben. En zoo gebeurde liet, dat hij op 27 Juni op domeingrond to Katwijk-aan-Zee, ver pacht aan den reeder den heer M., tot het drogen van uo.ten, zag loopen twee hitten, hetgeen iets ongeoorloofds was. Dc dieren waren door middel van touwen met pinnen, welke in den grond staken, verbonden. De heer P., aangesteld door den minister van financiën, mocht do dieren daar niet laten en, niet wetende of kunnende nagaan aan wie zij toebehoorden, en zo niet mogendo overgeven aan den eerste den beste, wilde hij ze overbrengen naar den schutstal waar uit do bezitter zo dan later kon terugkrij gen. Hij riep de hulp in van den zestien jarigen veldarbeider Jacob v. d. P. en ieder ging met een hit op weg. Daar daagde in het duin op de 22-jarigo koopman, des zomers strandhitten verhuur de- 0. den H., Katwijk-aan-Zoccr, dio het toezicht over do hitten had, aLsmcdo do be schikking er over, en dio ze door een jon gen in het verboden duin had laten bren gen. Op do Meerburgkado verzette bij zich tegen de overbrenging dor hitten. Hij ruk te aan de touwen, zooals de domeinopziener en Jakob gisteren tegen den avond voor do rechtbank verklaarden, bij Jakobs hit uxt sucoes, bij P's paardje, dank zij do kracht van P., vruchteloos. De hittenman ontkendo gorukt te hebben en toen het O. M. tegen hem had gecischt vijf dagen gevangenisstraf tor zak© vu* poging tot het misdrijf, dab in art. 179 van TTo. H081. Voortzetting der vergadering van Donderdagn amiddag. Bij de gisternamiddag voortgezette be handeling van het hoofdstuk Binnenland- teclie Zaken zou do heer Borgesius des noods nog eens den termijn willen verlen gen waarbij de bouwverordeningen moeten zijn vastgesteld, om een eii^de te maken aan de onzekerheid of vele der eerst onlangs tot stand gekomen verordeningen wel geldig zijn. Eindelijk bepleitte hij de wenschelijk- heid om den termijn van terugbetaling van het door den Staat te geven voorschot, te brengen van 50 op 70 jaar. Een schets gevende van de slecht© wo ningtoestanden bepleitte de heer v. d. Z w a a g meer directen geldelijken steun yan stad en staat. -Rechtstreeksch© verstrekking van gelden door den Staat en terugbetaling niet binnen do 50, maar binnen de 80 jaren werd door den lieer Tak noodig geacht, die verder krachtige bestrijding van het saccharine- gebruik wilde doen samengaan met verla ging van den suikeraccijns. De vertraging in de uitvoering dor Wo ningwet schreef de heer P i e r s on toe aan do weinige opgewektheid in deze bij de gemeentebesturen cn aan de omstandigheid, dat de Regeering to veel adviseerende li chamen tot haar beschikking heeft. Hij trad voorts in een verdediging van het aango Vallen Koninklijk besluit. Do gemeentebesturen kan men toch niet bverreden om tegen minder dan den kos- tenden prijs en den marktprijs te verhuren, [waar de financieele nood juist in de gemeen ten zoo hoog gestegen is. To lage huren scheppen niets an- dcrs-.dan een lange lijst van liefhebbers voor Üie woningen. Zij verschaffen een voorrecht yoor de bewoners, maar oefenen geen in- yloed op den marktprijs van andere wonin gen. Yereenaigingen die tegen te lage prijzen verhuren, zullen dan ook tot de oplossing yan hot woning-vraagstuk niet bijdragen. In tegenstelling met inr. Treub acht spr. £en altruïstisch doel vereischt© voor toe lating van en bijdragen voor vereenigingen niet aanwezig bij ooöpe rati eve vereeni gingen. Hij weixscht wijziging ten opzichte van artikel 30 der Woningwet om onduide lijkheid weg to nemen, maar tevens vast t© stellen; dat coöperatieve vereenigingen niet yoor een bijdrage in aanmerking komen. De heer J a n n i n k steunt hot door den heer Borgesius opgemerkt© aangaande een Verlenging van den duur der annuïteiten voor de gemeenten. Hij dringt voorts aan op Vergoeding voor hen, die uit hun woning zijn verwijderd, te betalen door do gemeen ten, maar terug to geven door het Rijk. 'Avondvergadering van Donderdag. 1M a r i n e-B egrooting. Het algemeen debat werd geopend door den heer Duymaor van Twist, die er over klaagde, dat 's Ministers plannen nog geheel in het duister blijven, niettegen staande do Kamer toch recht heeft om 'a Min. plannen met betrekking tot den aanbouw te kennen Spreker oordeelde, dat de Minister het blijkbaar allen naar den zin wil maken. Daarom was sprekers ongeruste heid in het beleid van den Minister toege nomen. Hier is geen varen in vasten koers, maar schikken cn plooien. Geheel in tegen stelling aan zijn ambtsvoorganger, die zoo krachtig positie nam. Spreker meende, dat d© Minister een verkeerde zuinigheid betracht. Spreker en zijn geestverwanten Willen den Minister geld voor aanbouw geven, maar vooraf oiechen zij een werk plan. Ook de heer Brummelkamp betoog de tot zijn leedwezen bij den Minister wei feling te hebben ontdekt. Wat over do hoe grootheid en hoeveelheid der schepen, die yoor onze defensie t zee noodig zijn, ver keert men nog volkomen in het duister. Spreker hoopt©, dat de Minister zich be slister zou uitspreken, dan kon hij rekenen op de rechterzijde, die in 's lands belang geen oppositie quand mêmo zal voeren. De heer J ansen (Den Haag) wees op 's Ministers eervolle loopbaan, maar betwij- Y5) Doch vijf cindelooz© dagen verstreken, «ctider mjj het minste bericht van buiten af te brengen. Eindelijk kwam Begur op een namiddag in mijn kamer geslopen en legde een visitekaartje van Mas ïho- rold voor mij neer „Hij is in het kleine salon, naast de audiëntiezaal, en verlangt miss Sahib on middellijk te spreker Ik stond onver wij ki op en volgde haar. Als ik het had durven wagen zou. ik haar het liefst zijn voorbijgesneld j mijn hart dreef mij vol verlangen naar mijn bezoe ker. Ik vond Max in een klein, geel salon, hetwelk op Europeesche wijze was inge richt. Bij mijn binnenkomst stond hij met blijkbare inspanning op want hij was oogenschijnlijk nog ontzettend zwak. Hij Zag er daarbij spookachtig bleek uit en was zoo mager als een geraamte. Uit zijn t'ogen blonk echter koene, woeste vastbe radenheid. „Ach, gevoelt gij u beter?" vroeg ik, hem beide handen toestekend. ,,Maar gij hadt nog aiet moeten uitgaan." „ïk moest komen, al had het mij ook het leven gekost. Ik zou gestorven zijn, zoo men mij daarin had verhinderd. Ik moest opheldering hebben, hiereve-," zeide hij, Daar adem hijgend. En zitten gaande, hield hij mij met zijn pevende hand den ring toe, dien hij mij geschonken en dien ik weggegeven had. In sprakelooze wanhoop staarde ik den ring cn dao weer M~x aan, terwijl hij "zijn blik strak op mij hield gevestigd. „Ibrahim beroemde er zich op, dat hij dien van jou had gekregen/' ging hij met zachte, rnatte stem voort. „Maar hij heeft hem natuurlijk gestolen ,j,Neen," anwooixi'de ik, onwillekeurig bevend, „ik heb hem den ring werkelijk gegeven." Ik was van plan hem alles te zeggen, maar fijn tong was als vastge kleefd'. „En gij... gij"... Hij zag er uit alsof hij op het punt was van to stikken. „Het was dus geen leugen?" „Neen..." fluisterde ik. ,,0, ben ik dan nog bij mijn verstand?" riep hij en trachtte daarbij tevergeefs van zijn stoel op te staan. „Neen, neen, ik moet waanzinnig zijn. aan jou heb ik im mers mijn loven to danken; maar de schurk beweerde, dat gij beloofd hebt, met hem to trouwen, waarop ik hem natuurlijk de deur liet uitwerpen." „Aoh, alia is immers waar," zeide ik, de handen wringend. „Luister slechts naar mij 1" Doch Max was niet meer in staat te luisteren. Nog terwijl ik sprak, zag ik hem wankelen, daarop zenk hij plotseling voor over, viel met zijn hoofd tusschen zijn uit gestrekte armen op de tafel cu verroerde zich niet meer. Had ik hem slechts het leven gered om het hem het volgende oogenblik weer te ontnemen? Mrs. Evans schoot mij plotse ling te binnen en het was mij daarbij te moede alsof een zwaard door mijn ziel drong. Bracht ik mijn vrienden altijd on geluk aan? Ik legde mijn hand op do zijne; die was slap en krachteloos. Nu rende ik naar do audiëntiezaal co riep als wanho pig om hulp. Op mijn geroep kwamen van alle kan ten monschen toestroomen. Ook doktor Flcmming kwam uit het rijtuig, waarin hij gewacht had, tcogeaneld. Zijn anders zoo vroolijko oogen keken mij allesbehalve vriendelijk aan en terwijl hij allo pogingen in het werk steldo om Max weer tot be wustzijn to brengen, keerde uij zich plote iseling om eai zeido op barschcn Cooh tegen mij: „Wij hebben uw hulp niet noodig, mis3 Ferrars. Zoodra mr. Thorcld .weer bij kon nis komt, breng ik hem naar huis. Dit bezoek hier komt een zelfmoord nabij. Bo vendien is het beter, dat hij u vooreerst niet weerziet." Dat was de wreedste slag, welke mij tot ■dusver had getroffen. En een stem in mijn binnenst© herhaald© deze uitspraak voort durend. Wanhopig, buiten mijzclve, half zinno- lo'oB, liep ik, zonder een uitnoodiging om binnen t© treden af te wachten, naar mijn lieve, vriendelijke beschermster, de Rani Gindia-, en zeide buiten adem: „Uwe Hoogheid, ik smeek u, mij toe t© staan het paleis voor een maand te verlaten. Ik ben ziek naar ziel en lichaam en zou gaar ne naar een vriendin in het gebergte gaanO Rani, wanneer u mij waar deert, wanneer u vindt, dat ik nuttig geweest ben voor uw kinderen, help mij dan in naam van uw goden en mijn God I" besloot ik, in tranen uitbarstend. „De Rani Sundaram heeft zich in haar particulier© vertrekken teruggetrokken," antwoordde zij vriendelijk.. „Zij is ziek, met andere woorden ontzettend uit haar humeur, en ik, ach ik bezit, zcoals gij weet, niet de minst j macht. Maar ik zal het toch probeeren." ,.U is do mooder van den Radscha, de moeder van mijn leerlingen. Help mij, dat ik nog \un avond het palcis kan verlaten," smeekte ik. „Over drie weken zal ik weer hier zijn." Ik moest immers terugkeeren, zoolang ik niet van mijn belofte ontheven was; maar als ik nu in het paleis moest blijven, dan zou ik zeker mijn verstand verliezen. Ik had van mrs. Dalrymple een bijzonder harte lijken brief ontvangen, waarin zij mij met mijn verloving met den beste aller mannen geluk weDsehte en mij verzocht, zoo spoedig mogelijk bij haar te komen. Zij gaf mij een aantrekkelijke beschrijving van haar met jasmijn begroeid landhuis, haar tuin, waar viooltjes, anjelieren, rozen en oranjeboomen bloeiden, en roemde het prachtige uitzicht en de heerlijke berglucht in waarlijk verleidelijke uitdrukkingen. Als ik mij het oord voorstelde, waar zij ver toefde, dan kwam het mij voor of daar do hemel, om mij heen echter de hel was. Mijn tranen, mijn dringende smeekbeden en mijn welsprekendheid droegen goede vruchten. Do kleino Rani nam het koene besluit mij verlof te geven, z-onder iemand andere dan liaar broeder daarvan iets t© zeggen. Er werd besloten, dat ik mij bij het aanbreken van den dag naar het star tion Bowenpillay zou begeven. Ik nam weinig bagage mee, maakte Mu- nasawmy gelukkig met een geschenk in gold, hetwelk voor hem rijkdom bedui//, en reed met een dichten sluier voor het gelaat en door Öhumsha-Lal in eigen per ons Wetboek van Strafrecht genoemd wordt het door geweld een ambtenaar dwingen tot het nalaten eeuer rechtmatige ambts verrichting, waarop een gevangenisstraf 's gesteld van ton hoogst© drie jaren, zei hij, dat do rechters toch wel zouden be grijpen, dat hij zoo'n kabaal, als waarvan hij beticht werd, niet zou gemaakt hebben voor de zestig echten boete, die hot- geval letje hem gekost zou hebben. In deze zaak werd de uitspraak bepaald op 23 December. Yan oen n i o t-v o r s c lie n e n L o i- d o n a a r. Toen moost voor do rechtbank verschij nen een persoon, die danig weerspannig 's geweest on togen politie-boambten ergerlijk te werk is gegaan door zo te mishandelen* Wij vornamen van dezen jongen Leidenaar veel kwaads. Doze jongeling, C. J. van W., dio 5 Janu ari a. 8. achttien jaren hoopt t© worden, verscheen echter niet. Wol zijn vader, O. van W., die zijn zoon don vorigon avond nog opgewekt had naar Den Haag te gaan, maar hem nu niet zag. Hij, do vader, ver zuimde nu van zijn werk ter wille van <licn jongen, dio nu eens bij hem, dan weer bij diens zuster woont. „En dio grap zult go nu heden over drie weken nog eens hebben", zei gisteren de presidont, „want aangezien bekloagdo nog geen achttien jaar is, moet hijzelf komen, maar dan zal hij voor dc rechtbftjt ge bracht worden." Vader had nog een papiertje meege bracht. „Goof maar eens hier", sp.-nfc do presidont. Dat papiortjo bleek te zijn... zijn dagvaarding. Toon konden allen gaan, ook vad^r en de vijf Lcidsche agenten, bij deze '.vik betrok ken. Advocaat-generaal mr. Reitsma, vorderde in de gisteren gehouden zitting van hot ge rechtshof to 's-Grnvenbago o.a. bevestiging van liet vonnis der Hnagscho rechtbank, waarbij een vorsknecht tob 4 jaar ge vangenisstraf werd veroordeeld wegens po ging tot inbraak in een perceel aan do Ko- ningskado aldaar, waar hij op hoctordaad door de politie werd betrapt cu gearres teerd, en zulks na vroegere veroordeeling. De toegevoegd© raadsman jhr. r r. G. W. H. van Swindcren, advocaat tc 's-Graven- hage, pleitte op verscliillendo gronden ont slag van rechtsvervolging. Uitspraak 28 December. Vóór 11 dagen stond voor do rechtbank to Amsterdam terecht een 19-jarigo kellner, wegens diefstal van een gouden horlogo mot ketting ten nadeele van do buffetjuf frouw van het café, waar hij in betrokking was. Bij do behandeling zijner zaak simu- Jcend© beklaagde krankzinnigheid cn zijn verdediger vroeg zelfs onderzoek naar zijn geestvermogensi waarvoor do rechtbank ovenwol geen termen aanwezig achtte. Toen hij gisteren zijn veroordceling hoorde tot Ij jaar gevangenisstraf (overeenkom stig hot requisitoir) werd hij brutaal, sprak van „draaibank" on deed heelemaal niet krankzinnig meer. Doetinchemsoh© school- qua e s t i e. Do bekende zaak ca. da. J. van Dijk Mzn. (Doetinchemscho schoolquacstio) is zeer eenvoudig geëindigd. Zooals men zich zal herinneren, is ds. v. D. op do terechte! b- ting, waarin hij als beklaagde moest te rechtstaan, niet verschenen, en algemeen word toon vermoed, dat hij wel spoedig togen het voroordeelend vonnis in verzet zou komen. Ds. v. D. hoeft ochtor het von nis aanvaard en de hem opgelegde boet© van 75 gulden betaald. („Arn. Ot.") ZOkTEllWOUDK. Goboron; Apolonin, D. van A. lloogewoning en G. Schoenmaker. Nioaje Cornelia (Jalharina, D. van U. Groenendijk on D. E. van üjjhk. Cornelia Jobannos, Z. van N. v. d. Krogt on M. Vis teller. Overleden: Cstharmu van Diemen, 16 j. A. M. C. van Nieuwlund, w«d. van JU. A. J. KiQger, 05 j. van Leeuwen, V., wed. van P. Kuneburgor, 72 j. eoon begeleid, met razende sneLboid in een hofrijtuig naar hot station, waar ik juist bijtijds do vrocgtrein naar Joll&pett on Mettapollum liaaldo. Ix was ten minsto voor drio weken vrij 1 XX. Schilderachtig tegen een heuvelketen ge legen, met het uitzicht op do liefelijke da len, diep beneden, scheen Kunur mij mot nieuw loven to bezielen. Als ik op de ver anda van hot bekoorlijks landhuis stond en mijn blik dwaalde over do boomhoogo varens, do bont© bloemenpracht en de val lei in het blauwo verschiet, dan was ik ge lukkig, dat ik nu, in den dubbelen zin van het woord, een andoro lucht inad mdo. Bij mijn aankomst echter, toen ik, uit mijn tonga krabbelend, voor het eeret dit liefelijk oord betrad, joeg ik mijn vriendin oon ontzettenden schrik op hot lijf. „O God, Pamela", riep zij. „Wat 7 gij er uit? Als uw geest 1 Wat is er met u gebeurd?" En mij in haar armen sluitend, voegdo zij er bij: „Ie dat de uitwerking van uw verloving met Max?" „Ik ben niet rncer met hem verloofd." „Och wat, onzin 1" En schertsend voegde zij er bij: „Ei, ei, nauwelijks verloofd en reeds ruzie. 1i moet ik zeker vrede tus- schen u beiden stichten?" „Neen, neen," antwoordde ik opgewon den, dal is alles voorbij." (Wordt ï'rvolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5