Uit onze Koloniën. H. VAN KOL, Antillen en Venezuela. LEIDSCH DAGBLAD, DONDERDAG (6 &OVESVIBER. TWEEDE BLAD; Anno 1905 Een les van fis Chlneczen. Vervolg Advertentiën. J. HENRI BERKELJON. Lange Mare 40. LEIDEN. TE KOOP Eet geheugen van een olifant. Firma J. P, DRIESSEN, Gouden en Zilveren Dameskettingen voorradig. HuismoedersLeest dit eerst! Vrijwillige Verknoping een gedeeltelijken Inboedel, TE KOOP, Iï©©p3 Keur van Ziekenwijnen, als- üaSagga, Spaaiascfoe Wijn, enz. Voorradig bij-------- Firma SCLUSTa 5886b 20 So. 14029. Rubriek voor ds Jeugd. Hel is mijn ondervinding, dat avonturen meestal onaangenaam zijn en ik zoek er dan ook nooit een op; maar tocli ben ik mis schien niet geheel vrij van schuld mij met die Ckincezen te hebben ingelaten. Do geschiedenis begon te Kobe, in Ja pan. Wij zouden dien dag uitzeilen en ik was naar het Hiogo-hotel gegaan, om daar mijn toclitgenooten te vinden en mij met hen te begeven naar de sampan, die wij gehuurd hadden, om ons naar ons schip over te breagen. Ziende, dab ik te vroeg was en nog niemand was aangekomen, be dacht ik, dat ik van bet halve uur, dab mij overbleef, wel gebruik kon makeu om een laatsten rit in een dier wagentjes le doen, die in plaats van door een paard, door een Japanees worden voortgotrokken. Kr stonden er bij menigte voor het loge ment. Mij niet bekommerende waar ik heen zou gaan, liet ik de keus van den weg aan Jen man, wiens karretje ik huurde, over. Het was liet uur van heb middagmaal en daar door zag men weinig lieden; maar ter holft van de eerste straat, welke wij insloe gen, ontmoetten wij twee Chineezen. Het waren deftige heeren, met de groote, ronde brilleglazen, die zoo algemeen gedragen worden door 'e beschaafde lieden van hun jas. Zij zagen cr zoo bijzonder plechtig uit, dat ik er om moest lachen en hen, uit een ilauwo aardigheid, met hand toewuif de. Mijn koetsier" zag dat gebaar aan voor een hem gegeven teeken en meende zich van zijn plicht te kwijten, door mij vlak voor do onbekenden stil to doen houden. Zij bloven onmiddellijk staan en de o ui- te to van beiden, dio tévens de hoogstgo- plaatate in rang soheen, boog zeer beleefd yoor mij. Ik had hun natuurlijk mijn ver ontschuldigingen moeten aan' :den en zeg gen, dat ik hen voor iemand anders had aaogozien; maar ik verloor het hoofd en stamelde „Ho© maakt u het?" Do man vroeg met do grootste beleefd heid: „Waar hebben wij elkander ook weer het laatst ontmoet?" „Te Pekin," antwoordde ik in mijn wan hoop. „Ja, dit is waar. Nu herinner ik het mij weer." Ik had mijlen ver willen zijn. De oude was zoo scherp als een naald, en sprak even goed Engelsch als ik. Zijn metgezel had nog geen woord gesproken en gaapte mij zoo boosaardig aan, dat ik er nog ineer door in de war werd gebracht. Om toch iets te zeggen, hernam ik: „Ik heb China verlaten." „Dat spijt mij. Woont gij hier? Neen Waar gaat gij heen?" „Naar Amerika", antwoordde ik, niet noodig achtende hem de waarheid te zeg gen en ik wilde afscheid nomen, toen de houding van den ouden Chinees onrustba rend werd. Hij nam mij ter zijde en fluis terde mij toe: „Moet ik opmaken uit de wijze, waarop gij mij aanspraakt, dat gij mij wildet verzekeren China trouw te Lul len blijven, ook al verlaat gij ons?" „Juist," antwoordde ik, denkende, dat 'dit maar het verstandigste was wat ik kon doen. „Dus gaat gij naar Amerika? Ik ken dat land en weet wat daar verricht kan wor den. Herinner onzen gezant...". Zijn motgezel begon hem plotseling toe te spreken in heb Chirieesch, een mij on bekende taal. „Mijn vriend waarschuwt mij, dat wij to laat zullen komen voor een gemaakte af spraak!" zoido bij daarop. Maar ik was nieuwsgierig naar zijn ge- teohiodenis omtrent „den gezant" en vroeg met zijn hand in de mijne: „Zal ik uw gezant te Washington mede- deelen, dat ik u hier ontmoette?" „Do© datl' sprak hij met een glimlach. vHij zal blij zijn van mij te hoorenj" Daarop ging hij verder. Leeraar voor Piano. 3625 5 aan den Haarlemmerweg. Te koop aangeboden: diverse perceelen JBÜUWTEBSEIN, voor billijken prijs. Conditiön naar koopors kouze. Adres op het werk .Groenoord" aldaar, alsmede by den Agent A. L. VEEHOOG, Bouwkun dige, Papenburg 115, Telefoon Interc. 636, by wien, alsook op het werk „Qroenoord", zeer netto vrij© BE NEDEN- ea BOVENHUIZEN te knur zyn tegen biliykó prijzen. 8946 1^ „Vooruit, manl" riep ik tot mijn koet sier, „terug naar het Hiogo-hotoU" Wij zeilden dien middag naar Hongkong, dicht achter een - on O.-boot, die dezelfde richting koos en kwamen kort na haar aan. Ik werd aanstonds uitgenoodigd door een oud vriend dien avond bij hem in het Victoria-hotel to eten. De overige gasten kende ik niet; maar wij hadden een vroo- lijk diner en toen wij aan hot dessert za- ten, stelde onze gastheer een tochtje voor in zijn stoombarkrs naar Kowloon, waar wij konden zien spelen of zelf daaraan deelnemen. Het ws een warme avond en het voorsl 4 vond bijval. Do speelzaal te Kowloon bleek een zeer eenvoudige, bijna armoedige kamer to zijn, die niets anders bevatte dan een rieten tafel en versleten houten stoelen. Ik vond het er zoo weinig gezellig, dat ik spoedig wogsloop, om Kow loon zelf eens to bekijken. Het speelhuis stond op een klein, slecht verlioht plein. Uit de vereenigdo wonin gen, die dicht bevolkt moesten zijn, drong een benauwde luoht naar buiten. Ik sloeg dan ook spoedig een laantje in, dat, naar ik meende, naar zee moest voe ren en mij dus een frissokei atmosfeer be loofde. Maar nauwe lij" wai ik dien don keren weg opgegaan, of ik werd aangeval len dc r. een troep Cluneezen, die mij in een oogwenk buiten verweer hadden ge steld. Zij wikkelden mij een dishen doek, dio mij bijna verstikte, om hot hoofd en droegen mij weg. Gelukkig duurde die tocht niet ver. Ik werd al spoedig het een of andere huis en trappeu opgedragen, waarna men mij in een kamer wierp. Ik hoorde mijn aanvallers verdwijnen en er heer8chto een diepo stilte om mij heen; maar ik voelde, dat ik niet alleen was. Plotseling verhief zich een gebiedende stem, clio in het Chineesch een bevel gaf on de doek w d van mijn hoofd losge maakt. Ik stond in het midden cener lange, vuile kamer. Aan weerszijden van den muur zaten tal van Chineezen op banken en voor mij uit zag ik een atform, waarop een enkele man was gezeten: de oude Chinees, dien ik te Kobe h d ontmoet 1 Ik beefdo bij do gedachte, dao ik thans voor mijn dwaasheid zou hebben to boeten; want de houding van al de zwijgende Chineezen, met do i "ïcdo gelaatstrekken, was verre van geruststellend. Ik - -greep in dc macht te zijn van een dier geheime genootschap pen, waan-an China vergiftigd is. Nu stond een man achter mij op cn ging plaats nemen op het platform. Het was de tweede Chinees uit Kobe en hij wierp mij zulk eea nieuwsgierigen blik toe, dat mijn vrees yoor verontwaardiging plaats maak te en ik een luid protest deed hooren; maar niemand bekommerde zich daarom. Mijn t\v 'c bekenden spraken om beurten dc vergadering toe, zonder dat ik cr een woord van verstond Maai 'en slotte richtte dc president, zich in het Engelsch tot mij. „Mijnheer", zcide hij: „ik weet niet wie gij zijt, maar gij verkeert in groot gevaar en ik raad li in uw eigen belang mij naar waarheid te antwoorden op de vragen, dio u doen zaJ Ik viel hem driftig in de rede: „Ik ken u evenmin en weiger uw vragen te beant woorden A/aartoe bracht men mij op zoo schandelijke, wijze bier? Ik eisch onmiddel lijk in vrijheid te worden gesteld." „Ik wil wel beginnen mot u te zeggen, dat gij beschuldigd wordt een spion onz^r vereeniging to zijn", sprak de president even bedaard als to Kobe. De man, die dat doet, is hier", cn hij boog voor zijn zwij genden buurman: „onzo trouwe onder voorzitter Sun Yat Ling. Ik beken, dat ik nog niet volkomen overtuigd ben van uw schuld, maar de vergadering heeft u verder met eenparige stemmen veroordeeld en men wacht slechts op mijn toestemming tot bet voltrekken van uw doodvonnis." Ik werd ijskoud, maar bulderde: „Men zal geen haar van mijn hoofd durven laten vollen 1 Donk aan myn duizenden landge- nootcn in Hongkong, aan mijn vrienden hier vlak bij1" En ik lachte spottend. Do president gaf nu een bevel in het Chineesch. Ik bemerkte, dat do tempera tuur der kamer plotseling kil cn vochtig werd. Vier Chineezen grepen mij aan en keerden mij om cn daar aan mijn voeten gaapte een gat in den vloer. Men had stil een vtnlluik achter mij ontsloten. Men dwong mij op de knieën voorover gebukt over do diepto, waaruit het gemurmel als van een snelvlietende rivier tot mij op steeg," „Vriend", hoorde ik do rustige stem van den president zeggen: „Dit huis is ge bouwd boven de zee; eenmaal in dit water is uw dood zeker, maar zal men onbekend blijven met uw lot-, tot den dag waarop het ons behaagt het traliehek aan den mond van den tunnel to ontsluiten en uw lijk weg to laten drijven." De beredeneerde toon dezer verklaring deed mij inzien, dat ik verloren was. Moest ik waarlijk sterven te midden van lijken? Toch poogde ik mijzeiven meestor te wor den en riep ik uit: „Ik kan niet ontken nen, dat uw maatregelen goed genomen zijn, president, maar een moord komt al tijd uit en aangezien er geen reden bestaat mij to dooden, zie ik niet in waarom gij uzelven in gevaar zoudb brengen. Ik ben geen spion. Mijn naam is Charles Collins, ik ben soheepsdokter aan boord van het stoomschip „Changfoo", dat gereed ligt naar Australië te gaan. Ik ben een vreem deling in China en weet niets van uw ge nootschap af." „Sta op en zie mij aan 1" sprak de pre sident, die mij een seconde later met zijn blikken dooi boorde. „Als hot waar is wat gij zegt, waarom hebt gij mij dan aange sproken te Kobe Sedert twee jaren heb ik mij niet op Chineeschen bodem gewaagd, waar mijn vrijheid bedreigd wordt. En nu dat ernstigo redenen mij dwingen hier te komen, spraakt gij 'j ond- een valsch vooi -cl aan, werdt gij van nacht bij deze straa. ontdekt! Welnu, ofschoöp mijn vrienden uw dood verlangen, blijf ik tegen noodde os bloedvergieten. Men zal u op mijn bevql naar boord roeien. Zweert gij volslagen geheimhouding en ook, dat gij van nu af geen voet meer aan wal zult zetten; hier in geen jaar wederkcoren zult?" „Dat zweer ik n, mijnheer; maar hoe kan iüLucoit uw goedheid vergelden?" „Zoo gij mij iete verschuldigd meent te zijn, trachl het dan aan een mijner land- ge nootcn te vergelden." Hij reikte mij de hand cn men lachte mij i it zooveel men wil maar ik kuste haar. Geblinddoekt werd ik weggevoerd en naar boord geroeid. Ik had althans een les in beleefdheid ontvangen. De kleine negeer. Howard, ccn Amcrikaansche knaap, was bezig in de Kamer zijner moeder zijn lessen to leeroa, toen Isom, het negertje, dat al lerlei werk verricht.- en de aoove, oude Suzanna, de keukenmeid, hielp, het ver trek binnensnelde met uitpuilende oogen. Een oud spook in den kelder zitl gilde hij. Isom het gezien. Stond *n den hoek, heelemael gekleed in wit. Isom, zeido Howard's moeder, me vrouw Brent, je weet heel goed dat or geen spoken in den kelder zijn en dat men "2 ook nergens elders ziet. Dat heb ik je dik wijls genoeg gezegd. Ga rtil weer aan jo werk en onthoud dat ik zulke dwaze din gen niet weer wil hooren. Maar Isom verklaarde niet moer alleen naar den kelder te willen gaan, al vilde men hem ook geeselen voor zijn ongehoor zaamheid. Isom weet dat er geen spoken zijn, zeide hij, maar Isom er zelf een gezien, want hij was daar heelemaaJ in het wit, Howard, zeide mevrouw Brent, zich tot haar zoon koerende, dio zat te schate ren voor zijn boek, het spijt mij, dat jo Isom uitlacht. Vergeet je dan, dat bet nog zoo heel lang niet geleden is, dat je zelf bang waart alleen in een donkere kauier te gaan? Isom is veel minder in do gele genheid geweest dan jij zulke zaken af te leeren en angst is veel laffer bij jou dau bij hem. Howard antwoordde niet en hield' zich alsof hij druk bezig .was met zijn lessen. Hij wist zeer goed nog altijd bang in don ker te zijn en dat was juist de reden waar om hij Isom had uitgelachen. Hij wilde hem den indruk geven, dat hetgeen in den kelderhoek zat hom geen schrik aanjoeg. Kom, Isom, hernam mevrouw Brent, ik zal met je naar den kelder gaan en wij zullen dat 6pook eens samen bekijken. Toen zij den kelder betraden, wees Isom naar den donkorsten hoek cn fluisterde: Daar hij zitl Daarl Ga het eens aanraken, lachte zijn meesteres, en vertel mij dan wat het wer- kelijk is. Neen, neensmeekte het negertje, wiens oogen nog ronder werden. Isom dat niet doen kan. Hij mij beetpakken zou. Mevrouw Brent liep naar den hoek too en nam het spook op, dat wit was en in de duisternis veel grooter scheen dan hot waarlijk was. Zio je nu, wat het is, Isom? Lievo deugd, Miss SallyHet is niets dan do strijkplank! Isom niet begrijpen dat een strijkplank op een spook gelijkt. En nu zal je ook nooit meer met je dwaze verhalen van spoken bij mij aanko men, nietwaar? vroeg mevrouw Brent, de plank weer neerzettende. Nooit meer, Miss Sally. Isom nu we ten dat het maar een strijkplank is. Den volgendon middag was mevrouw Brent zeer verbaasd hot negertje weer ge heel cn al op dozelfdo wijze als den vori- gen dag haar kamer te zien binnenstor men. Miss Sally, gilde hij, een spook ie don kelder zit. Hij beven en kormon, Maar, Isom, waar raaskal jo toch over? sprak mevrouw Brent knorrig. Je hebt immers zelf gezien dat het niets dau de strijkplank was. Ja, Miss Sally, maar hot oude spook achter de strijkplank leven. Isom weet het, want Isom hem zien beven cn kermen. Zijn meesteres was echter zoo zeker, dat het alles verbeelding bij bet ncgortjo was, dat zij weigerde n.a.r hom ie luisteren. Ik wil zulke dommo dingen niet meer aanhooren. Isom holde naar beneden cn do achter poort uit, in plaata van in den kolder een daar achtergelaten kolenschop to gaan halen. Do oude tante Suzanna, die hem wogloopen zag, ging de kelderdeur op slot draaien, binnensmonds brommende dat Isom de domste negerjongen w».:?, dien zij ooit in haar leven had gezion. De avond viel en de heer des huizes keerdo later dan gewoonlijk van zijn kan toor terug. Wat heeft al dat leven toch te betee- kenen? was het eerste wat hij vroeg. Mevrouw Breut antwoordde hem niets gehoord te hebben. Ik hoor het ook niet meer, hernam haar echtgenoot, nu ik boven bon. Het klonk alsof or iemand in den kelder zat te kermen en te snikken. Lieve hemel, riep mevrouw Brent uit, laat ons dadelijk gaan kijken. Ik kan mij niet voorstellen wat het is. En waar zou Howard toch blijven? Hij was hier bezig met zijn lessen cn ging daarna uit. Onder het naar beneden gaan vernamen zij duidelijk do kreten van angst en wan hoop, die uit den kelder opstegen. Hot is Howards stern! nop dc moe der. O. maak toch voort! Zoodra zij do kelderdeur ontsloten, sprong er een knaap uit, Howard, die hart brekend snikte, zwart van kolengruis was en nauwelijks kon spreken. Wie heeft je daar opgesloten, Jlio- ward? vroeg zijn vader, na zich overtuigd te hebben, dat zijn zoon niet gekwetst, maar alleen vreesclijk goschokt was. Het is zeker die kleine deugniet Isom geweest. Neen, vader, hij was het niet. Ik weet niet wie do deur op slot draaide, antwoordde Howard, pogende tot bedaren te komen. Niemand wist dat ik daar zat. Ik verstopte mij ach r de strijkplank, om Isom bang to maken als hij steenkolen ha len kwam en wilde op hom toespringen, zoodra hij terugkwam; maar hij kwam niet terug cn toen sloot iemand mij op. Ik deed het maar voor de aardigheid, vader. Mijnheer Brent keek hem een oogenbiilc strak aan. Je hebt het voor do aardigheid gedaan, zeido hij ernstig, nu, jo hebt eens ontdekt hoe aardig zoo ;ots isl Toen Isom den volgenden morgen kwam, zeido Howard: Isom, ik ben het geweest, dio giste ren achter de strijkplank verborgen zat,, toen jo dacht dat hot een spook was. Ik deed het maar voor een grap, om jo bang to maken, maar ik zal het nooit weer doen. Het negertje keek Howard vol bewon dering aan. Was dat u, wezenlijk waar? vroog hij. Nu, do kleine massa heel knap is. Precies kermen als een spook 1 Do olifanten onderscheiden zich vooral door hun uitstekend geheugen. „Ik kan zeer goed vergeven, maar niet vergeten,'' hooren wij zoo dikwijls zeggen- Wio zoo spreekt, verraadt eenvoudig, dat hij geen vergiffenis weet tc Echonken. Ook do enfant toont evon duidelijk aan, dat hij do kunst van vergeven niet verstaat. Meu kan hem voorzichtig den snuit zien slaan om een klein kind, dat zich zonder, eonig kwaad vermoeden dicht bij zijn zwa re pooten neerlegt en hot van die gevaar lijke plek verwijderen. Maar gelooft hij slecht behandeld te zijn geworden door ie mand, dan stelt hij zich anders aan. Dan grijpt hij hem aan en is er water in do buurt, dan rrdrinkt hij dien man, zoo niot, dan drukt bij hem tegen een beschot, een boom of een hek dood. Wij zien dus dab olifanten gevoelens koesteren, hoe moeilijk men zich dat ook van die loggo dieren voorstellon kan ou met die gevoelens hebben de personen te rokenen, «die met de olifanten omgaan. Do ongelukkigen, die door hon werden gedood, hadden zonder uitzondering gespaard kun nen blijven, indien zij slechts aan het goe de geheugen van die beesten gedacht had den. Charlie was een circus-olifant van In disch ras. Dertig jaren achtereen had hij een en dcnzelfden meester. H->t dier had zich steeds voorbeeldig gedragen en woa door ieder bemind. Op oen avond onmiddellijk nadat zijn be waker hem uit de zaal terug had gebracht, veranderde hij plotseling van houding. Een man, Baker genaamd, was zijn stal bin nengetreden cn had tot den bewaker ge zegd: „Haast je wat cn kom met mij mco naar. oen koffiehuis, dan gaan wij oog wat eten." Op hetzelfde oogenblik greep (Jharlie Baker met zijn snuit vast, drukte hem te gen den muur aan cn hield hem daar als vastgeschroefd. Toen men er in slaagde den man te bevrijden, was hij bewusteloos cn hij stierf kort daarop. Dezo Baker had tien maanden te vorctf den olifant gesard en deze had dit nie# vergeten. Zoodra do man den mond ont sloot, herkende het dier zijn stem, herin nerde zich wat hij gedaan had en narü daarover op zoo ontzettende wijze wraak. Do eigenaar van hot circus verhaalde, dat Baker vroeger met do zorg over Charlio belast was geweest, maar dat hij hem had afgedankt op grond van zijn ruw heid tegenover het dLr. Later had hij hem opnieuw in dienst genomen, doch tot hef) verrichten van g 'heel ander work. Want, zoide hij, ik had een kwarteeuw lang het geheugen van olifanten loeren kon non, zoo wel voor goedheid als voor plagerijen. Ik zog eenmaal een olifant weer, die sedcrb twee jaar van mij af was cn zijn ontroering bij dat weerzien was zoo groot, dat zijn. oogen zich met tranon vulden. Dieren voo* len evengoed onvriendelijkheid als menschel dat doen. Laat ons dat nooit vergeten,, ook al zijn zij to zwak om cr zich over to wreken. BOTERMARKT 2. TELEF. INTERC. 619, RWSU KEUZE CCOOOOOOCOOOOOOÖOOOOOOOO VAN CUD GOUD, ZILVER EH EOELSTEENEK. Zoo gil Uw voordeel zoekt, haalt dan b(J Uw winkelier een pak Zeepexiract «ra hrh p voor 7 Cent, 11 It H ft 7 7 daarvan kunt U 5 pond vette wltt© Zeep maken. Es 0 U kunt het ook als ZEEPPOEDER gebruiken, ft Lepels op eon ommer water, roere dit even om, en men heeft etn emmor VET SOP. Het la veel beter en vetter dan Zeep of Zeeppoeder. Probeert ze en gy gebruikt ze altyd en beveelt ze Uw kennissen aan. Vele waschvrouwen zetten hun wasch, voor zy gaan wasschen des avonds ln lauw water, waarin een kleine hoeveelheid Zeopextract opgolost is, 's morgens wasschen zy haar uit en het goed ie schoon, noodlgen U beleefd nït ©on proef te nemen, n «II? Ji!>.k,ti^^T6lkrUgbaar en ln «root bU do Hoeren F. H. UIi liAalmarkt en 3. W. PADBENBUIiÜ Haarlemmerstraat H09. 486g Ie Noorriivijk-aan-Zee, (wegens vertrek), op VRIJDAG 17 November a.s., dos voormiddags te EIaF uien, voor het huls staande aldaar, aan den Zeeweg No. 1 ft, ten overstaan van den Deurwaarder J. F. TEUNIS, van: waarbyTafels, Stoelen, Chaise lon gue, Linnenkast, Spiogols, Pendule met Coupes, Gaslampen, Waschtafels, Bedkastjes, diverse Meubolgordyneu, dlverso Ledikanten, Kapok- en audere Matrassen, compleet Eetservies, divers Glas- en Aardewerk, Vloerkleedon, Vloor- en Looperzellon, Keukenge reedschap, een Kinderwagon enz., enz. Op don vorkoopdag vanaf 's mor gens 9 uren te zien. 4783 25 Op Donderdag 23 Nov. 1906, des morgens to elf ureD, zal, ln het Hotel „Du Bord", Steenstraat, worden aanbesteed (in vakken): Het afbreken van per ceel, hlaarsmanssteeg No. 8 en het daar ter plaatse bouwen van een Winkel huis. Bestek en leekening ad f 0.60 ter Drukkory van J. J. GROEN ZOON. Inlichtingen worden gogoven door de Architecten 4766 16 JESSE en FONTEIN. wegens afschaffing: een PAARD, mak ln allo Tuigen, mot Kar en Tuig, ook afzonderlUk. Te zien by J- 33BIJER, Ryndyk, Voorschoten. 4852 6 wegens afschaffing, een bondagen houten westlander, ln zeer goeden staat. Brieven Bur. v. d. Blad onder No. 4817. 6 Opgericht A°. 1825. Langebrug 4, LEIDEN. A. W. SIJTHOFF, te Leiden, heeft uitgegeven en by alle Boekhandelaars verkrijgbaar gesteld: Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Geïllustreerd met 80 groote platon, vele gravures tusschon den tekst en 6 Kaarten. 52 vel drnlis In 2 dln., royaal 8o. formaat. Ing. /"O. in prnclitb. /*6.00. Het meest Interessanto boek, dat over Nederl.-Indiö ls verschonen. Naar de Geïllustroord met groote platon, vele gravures tusschen den tekst en Kaarton. 1 deel 30 vel tlrukg) royaal 8vo formaat. Ing. f4., gel>. f4,90. Aan do tegenwoordig bestaande groote belangstelling voor onze West- Indische Koloniën komt dit boek ongetwyfeld te gemoet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5