N<>. 14019 Zaterdag 4 November. Tweede Blad, A0. 1905. (Beze dOourant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. PERSOVERZICHT. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT i Voor Leiden per week 9 Oentai per 3 maanden 5 l l t l f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn 2 2» 1.30. Franco per post j x.66. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 16 regels f 1.05. Iedere regel meer /0.17J. Qrootere lettere naar plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contantelk tiental woorden meer 10 Oents. Voor het incasseeren wordt/"0.05 berekend. Een 75-jarigee De oud-hoogleeraar in de anorganische scheikunde aan de Leidsche Universiteit, prof. dr. J. Ai. van Bemmelen had Vrijdag hot voorrecht *Ün 76sten geboortedag te gieren. Voorzeker niet onder 3e meest gunstige omstan digheden, waar by nog kort geleden zyn ochtgenoote moest ten grave brengen. Zoo is doze dag in huise- lyken kring voorbijgegaan zonder feestelijkheid niet alleen, maar het overigens heuglijke feit van deze ^verjaring zal aanleiding le meer hebben gegeven lot weemoedige gedach ten. In hoeveel heerlijker licht zou voor den oud-hoog leeraar deze gewichtige dag verrezen zyn, indien de vrouw, met wio hy zoovele Jaren in zeldzame sympathie hamonleefde, op dien dag het ^mddelpunt had kunnen we zen van professors vriendo- lyk huishouden. Doch dit alles, van hoe groote beteekenls voor den 75 jarige zeil en zyn familie kan nlots afdoen van zyn waarde als man der Yretenacliap, als hoogleeraai en als mensch. Jacob Alaarten van Bemmelen werd den Sden November 1830 geboren te Almeloo, studeerde aan de Universiteit te Leiden, waar hy in 1854 promoveerde tot doctor in de wis- en natuur kunde, was van 1852 1860 assistent aan het Chemisch Laboratorium van de Universiteit te Groningen, van 1850 1664 leeraar aan de landbouwkundige school aldaar en werd In 18(54 benoemd tot directeur der Ryks Hoogere Burgerschool te dier slede, welke betrekking hy tot 1869 vervulde, toen dezelfde inrichting te Amsterdam hem aan haar hoofd zag. Daar verkreeg hy in 1874 de eervoile be- Hooming tot -hoogleeraar aan onze Universiteit, welk ambt hy tot aan zUn 70ste jaar heeft vervuld, toen do wet ook hem officieel tot heengaan noopte. Wy zeggen officieel, want metterdaad de rector-magnificus prof. dr- Van Leeuwen heeft er by de jongste over. dracht van het rectoraat nog aan herinnerd metterdaad behoort hy nog tot dienstdoende profossoren. Dageiyks kan men den kleinen man naar zyn oud-laboratorium zien wandelen en daar is hy nog steeds met jeugdige yver workzaam, de jongelieden in raad en daad büstaaud met zyn wyze voorlichting. Want aan groote kennis paart deze hoogleeraar een ruim hart, dat al zyn leerlingen vermag te omvatten. Toen hy zyn 26 jarig professoraat Vierde, bleek dit op ondubbelzinnige wyze, p. a. ook hierdoor, dat zyn dankbare leerlingen ruim f 1000 byeenbrachten, weike som door hem werd gestort in het Universiteitsfonds, het fonds dat overigens ook veel aan den heer Van Bemmelen hoeft te danken. Dr. Vau Bemmelen is een der beste ikonners van do colloide stoffen en de daar mede verband hou^nde absoifatieverbin- dingen en heeft zich als zoodanig veel bewogen op hot gebied van do landbouw- fihemie. Het pleit zeer voor de wete-schappe- jlijkhoid van prof. Van Bemmelen, dat niet alleen een zijner liefste leerlingen, dr. Schreinemakor, als zijn opvolger werd be noemd, maar dat zelfs op één na allo Jioogloeraren in de chemie aan onze Uni versiteiten, it» Leid -i. onder zijn leiding hebben gestudeerd. Eveneens mag in -dit .yerband vermeld worden, dat een nieuwe [tak der chemische wetenschap, de phasen- leer, het eerBt aan de Universiteit te Leiden door zijn leerlingen dr. Bakhuysen, jRoozebooni en dr. Schreinemaker ia beoe fend. -'.drijk zijn de wetenschappelijke ver handelingen door prof. Van Bemmelen in Verschillende binnen- en buitenlandsche 'tijdschriften geleverd. De Regecring 'toonde zijn wetenschappelijke verdiensten Ito waardeeren door hem te benoemen tot ridder in -de orde van den Nederlandsehen Leeuw, terwijl hij lid is van de Konink lijke Aoademio van Wetenschappen te Am sterdam, de Holland8che Maatschappij yan Wetenschappen te Haarlem en het Bataafsch Genootschap te Rotterdam. Buiten het hooger onderwijs heeft dr Van Bemmelen zich yooral verdienstelijk gemaakt voor het Genootschap „Mathesis Scientiarum Genitrix", waarvan hij langer dan 25 jaren bestuurslid was en. negen maal voorzitter. De verslagen, door hem in deze qualiteit geleverd, zijn merkwaardig en voor het Genootschap van historische beteekenis. Nog is hij een gewaardeerd bestuurslid van „Mathesis" en voorzitter van do schoolcommissie van het Genoot schap. Ook ten opziohte der Practischo Ambachtsschool mag de naam van Van Bemmelen met eere worden genoemd. Hij was er mede-oprichter van en steeds eon warm bevorderaar voor haar bloei. Opmerkelijk is heb ook, dat deze naar het lichaam schijnbaar nietige man even eens mede-oprichter is van het studenten gezelschap „Arenao Studiosorum" ter booefening van schermkunst en de gym nastiek, welk gezelschap hem nog als zijn meest gewaardeerd eerelid telt. Inderdaad yan dozen 75-jarigen man uiag getuigd worden, dat hij terug kan zien op een welbesteed leven, dat is gewiju geworden aan do wetenschap, die hem lief is en aan zijn medemenschen, onder wie hij geen vijanden kent. En waar deze man op, hoogen leeftijd nog blakende is van werklust en werkkracht, daar is op hem van toepassing, dat hij arbeidt zoo lang het voor hem dag is. Moge de nacht voor hem nog ver af zijn In „H o t Nieuws van den Dag lazen wij het volgende artikel, waarboven staat „De goede o.ude t ij d" Slechte vergelijking schenkt wetenschap Wie den tijd, waarin hij leeft, wil leereu kennen, heeft dien dus te vergelijken met de toestanden van vroeger eeuw, heeft studie te maken van de geschiedenis. Ge- schiedboeken, met 'de namen van veldsla gen en de jaartallen van do regeeringen der vorsten gevuld, zullen hem maar ge- ringen dienst bewijzen; hij zal werken moe ten raadplegen, die het inwendig leven des volks beschrijvon. Uit een 'dier werken, thans in tweeden druk verschenen 1), dea len wij een cn ander mede. Wie tot heden toe gemeend heeft, dat het in het laatst der zeventiende edes Zon dags stil en rustig was op de straten, heeft van die meening terug te Komen. Do koopman is gewoon zijn knechts op Zon dagmorgen hun .weekloon uit te betalen; do notaris heeft vandaag, Zondag, een verkoo- ping; op vele plaatsen werdt door de bak kers op Zondag gebak., jn; men maalt, al is het buiten noodzakelijkheid, op Zondag op de publieke molens; lanwa de straten loopt men te venten „met garnaat, krab ben, alykruyken, oesters, nooten, raapen, bukking, fruyten"; ,,selfs bij Placcate" is het toegestaan op Zondag te venten, te lossen en te laaden, karsen, krieken, druy- veo, pruymen, en andere bederffelyke waren"; op dè marktplaats is het druk op den dag der ruste; aan de kaai karren en wagens, die de goederen a .rvoeren naar het beurtschip, dat zoo aanstonds afvaren moet; sleepers en kruiers druk in de weer, schippers en knechts niet minder. En de publieke opinie omtrent Zondagsrust in die dagen'1 Men luistere: „Er zijn van die femelaars, die ons als kluisnaars willen doen loven, maar dat gaat nu eenmaal niet meer. De dominó's preeken .wel over het vierde gebod, maar zij doen er zelf niet naar. Ik hoorde luatst, toen ik te Leeuwarden moest zijn, eeoen dominó Brakel daarover pr^ ken en zeggen, dat men van den sab bath hedendaags wel een werkdag, een merktdag, een wereltsch playsierdag, en sonden-dag of een ezels-dag maakt. Nu van zulk ecu man, die vroom is, kan ik dat zetten; maar heel veel predikanten geven aan het volk een geheel ander exempel. Ik voor mij zie er anders niets in, om den Zondag als een vrijc-dag te gebruiken, en laat dan ieder doen, wat hem lust." Des Zon ,gs. Buiten de stad zijn do her bergen en kroegen vol. Daar gesohioden allerlei baldadigheden, ongeregeldheden „ende grouwelen", zooals moifc op eouigen dag dor week. Men speelt er „met dobbel steen en kaert ofte troefbTaederen", waarin trouwens voorgaan „zommïge Leeraren, die ja somtijds wel snoodt duyvelscb spel spoelen, naemlijk met de kaart, waar voor zij dan noch pleyton, als middelmatig, ende niet derven daar tegen te spreeken." „In veel herbergen op do Dorpen danst men, springt men, quinkeleert men, springt men met de violon, en diergolycke snoode exer citiën heeft men daar meer." Er wordt veel gevloekt. „Het misbruyk van Godts heilige Naam is ysselijk, in 't midden des Landts, zoo dat men naulijks op de straeten gaen, of in schepen en schuyten kan reysen, of mot veelo inon- schen kan omgaan, of men hoort haar Godts Naam op veelerley wysen oothoy- ligen." In de Gereformeerde Kerk heerschen on geloof elijke toestanden. „Omtrent het doen van beroepen geschieden in dezen land© vecle snoode kuyperyen.'' Althans, wij le zen van kerkeraadslcdcn, die hun stem ge ven voor een onthaalvan predikanten, dio een beroep hebben verworven door een jaar traktement af te staan, door een ju weel of stuk huisraad te geven, hetzij aan den heer, dio de benoeming in handen heeft, hetzij aan Ambachtsheer of Burge meester, hetzij aan huD vrouw. Ook zijn er De troebelen te St.-Petersbnrg. De viecselyke tooneelen, die zich in deze dagen in de stralen van Öt.-Petersburg afspe len, gaven ons gereede aanleiding ook daar van een afbeelding te goven. Hetgeen men hier ziet gebeuren, geschiedde in de Tverskaja-Straat, waar uit koffiehuizen met steonen op de militairen word geworpen, die op bevel de geweren daarop naar do vensters richtten, van waar word gegooid. predikanten beroepen, op belofte de we duwe of vlo huwbare dochter van den vori- gen predikant te zullen trouwen. „Het an ti-christendom is in de zoden." Zoo zei het van Lodensteiu. Leer en leven vloekon togen elkander. In vormelijkheid en vormen dienst verloopt men zich in deztu tijd. Men vergaapt zich aan begrippen. Op hot wezen dor dingen gooft men minder acht. Aan de Hoogesoholen is het niet beter dan in kerk en maatschappij. Profes6oron on studenten makon zich sohuldig aan brasser ij en en vorloopeo zich in ongebon denheid. Professor Kaldonbach, te Frane- ker, had zich te verantwoorden „over 't eijgerlijk kaartspel van hem voor .wei nige dagen in een herberg gepleegd, waar- Een Salto-Hortale met een fiets in den Circns Schnmanii te Berlijn. 1) Vóór Twechonder4 Jaren" door Dr- S. D. van Yeen, Hoogleeraar te Utrecht. 2de Druk. Utrecht, Kemink en Zoon 1905. Wat men zoo nu en dan in een specialiteiten- voorstelling ziet gebeuren, grenst somwyien aan het ongeloofiyke. Dit komt echter alleen daaruit voort, dat het publiek steed» móér ver langt, dat ook de artisten zioh beyveren steeds móér te geven om volle zalen te trekken. Wy geven hier een afbeelding van een salto-mortale op de fiets, welk kunstje tegen woordig wordt vertoond in den circus Schumann te Beriyn. De fietsrijder komt van oen plank in de hoogte afryden, gaat op het laatste oogenblik de hoogte ln, maakt oen salto- mortale en komt wat wy voor den man hopen steeds behouden op een met kussens voorzleno plank op den grond terechtl over hij spottelik berugtigd is." Professor Fronohin stond bekend als „een verre gaand liederlijk sujet." Professor Blancar- dus leefde annstoohchjk on verkocht ten eigen bate handschriften uit de bibliotheek. Professor Wubbona, regoerend jaren lang provinoio en academie, .was een voorbcekl van schandelijk loven, en had als zoodanig zijn gebjke in Professor Hecroboart tc Leiden. De Leidscho 'Professor Uchtman- nus moest wegens onbetamelijk gedrag worden gestraft met vjrminj©ring van ziju jaarwedde. Professor Steinberg stookte de studenten op om bij andere boogloer- aren do glazen in te gooien. Professor Schoock, te Groningen, was dikwijls „min der nuchter", en schreef over de.i Mun- stcrschen vrede on over turf, over eieren on over het Pausdom, over de geestelijke gocderon on over haring, over boter ou kuaa cn over scepticisme; vorzuimdo mot dat al zijn collogcs, stak diep in dc schulden, verdween niet do noorderzon, tot hij einde lijk weor opdook als hoogleeraar m do ge schiedenis te Frankfort aan den Ücicr, al waar hij gestorven is. En do studenten leidden gcou stiou Lelij ker loven. De academies hebben haar eigen rechtbank, maar deze oordeelt in deu regel mot do grootste zachtmoedigheid. De stu dent Jelto Ackema, te Groningen, snijdt een burger 'des nachts op straat den neus af, en wordt daarvoor veroordeeld toe het betalen van 17 aan den pedel eu f 145 aan den man zonder neus... tot scha devergoeding. „Hoe meer ik kennis neem van de dagen van oude" aldus de go- leerde schrijver van het werk, waaraan wij een en ander ontleedden hi e dank baarder ik ben geboren t<j zijn in do J9rlo en niet in de 17de eeuw. Door vergelijking alleen verwerft do mcnsch zich wetenschap. Wat wij hierbo ven aanhaalden is uit. do gouden eeuw onzer, historie zij hot ook de laat*-*'» helfb dier eeuw. Vergeleken met dat tijdperk zijn wij vooruitgegaan. Wat toen gedoogd werd zou thans niet meer worden geJoogd. Wat toen mogelijk was, zou thajns onmoge lijk zijn. In die dagen was het zout van Kerk en school smakeloos geworden. „Zeg niet wat is er, dat de vorige dagon beter geweest zijn dan deze, want gij zoudb naar zulks niet uit wijsheid vragen" zei reefde eeuwen vóór onze jaartelling 'n don- ker van 't Oosten. Vergelijkenderwijs zijn on' z© 'dagen nog do slechtste niet. Ziedaar Onze lezers herinneren zich nog wel het bericht van het zinken van een groot stoomschip, met dynamiet geladen in het Suez-Kanaal. Niet minder dan. tachtig ton dynamiet waren in het vaartuig, dat door aanvaring in het zoo druk bevaren Kanaal dientengevolge zonk, Hoe het op te ruimen, was nu een moeilyke vraag; men besloot het geheele stoomschip maar in de lucht te doen vliegen, hetgeen dan ook gesohiod ie; het Kanaal was daardoor gedurende ge- ruimen tyd voor de scheepvaart gesloten. Al is onze plaat niet groot, men krygt toch eenigszins een '- ilkje op het een tonige van het Buuz j^auaal, dat aan beide zyden door een onafzienbare zand- woestyn wordt begrensd. Het gezonken, met dynamiet geladen stoomschip Chatham" in het Suez-Kanaal.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 13