Raadgeving;. Stofgoud. awexlx.:ex. Wekelljksche Kalender. Zondag. Gewoonlijk houdt men meer van 7' - be ich^-relingen dan van zijn beschermers, vant het is aangenamer aan een bewezen dan aan ccn ontvangen weldaad te denken. maandag. Wie niet gewoon is zijn vootcn to gebrui ken, dien dragen zij niet ver. Dinsdag. Drift doet 'de geheugenis verliezen, en ■gebrek aan geheugen is dienstig voor de drift Woensdag. De herinnering is het vernis, dat de kleuren ophaalt yan bet ingeschoten beeld Donderdag. Standvastigheid is geen koelheid, be daardheid geen onverschilligheid. Vrijdag. Wie den mensch wil ontginnen, moge vooral naar machtige en rijke vennooten omzien; anders zaj, is de exploitatie ter hal\|irwege gevorderd, de vennootschap, wegens het uitblijven der dividenden, moe ten ontbonden worden. Zaterdag. Zij .verwelken snel, de bloemen des lé vens, en wij, ,wij verwelken haar lang zaam achterna. H-et kewaren van ooft. Vruchten mogen niet bewaard worden op een temperatuur, welke beneden bet vries punt ligt; doch ook niet op een, die aan merkelijk daarboven is. De ervaringen, welke men ten opzichte van de tempera tuur heeft opgedaan, zeggen ons, dat zeke re yruehten, zooals sinaasappelen en gewo ne appelen, het best bewaard blijven op een temperatuur van 0 tot pl.m. 1 gr. fCelsiuB. Ten opzichte van dezen warmtegraad nu heeft men in de laatste jaren proeven ge- oomen om te zien, welke voor de verschil lende ooftsoorten do meest gewenschte is, ,om ze zoo frisch mogelijk te houden. De kennis hiervan is toch niet alleen van be lang voor den vreemden ooftbouw er, dia ons zijn vruchten toezendt, maar ook voor den inlandschen, omdat deze kennis hem in staat zal stellen zijn ooft te bewaren en bij kleine partijen op de markt u brengen, of om goede prijzen af te wachten, in plaats van alles te gelijk te moeten ver- koopen en zoo de markt te overstelpen. Het is van belang, dat de vruchten al leen bewaard worden; ooftzendingen kwa men dikwijls niet in goeden staat over, omdat ze op bet schip niet verwijderd ge houden worden van andere waren. Bij de proeven bovengenoemd, werden de vruchten bewaard in ruimten, 3.2 M. lang, 1.7 M. breed en 2.2 M. hoog, die zóó in gericht waren, dat ze zonder groote schommelingen op gelijkmatige koude tem peratuur gehouden konden worden. Op grond van deze proeven wordt aanbe volen aardbeien, aalbessen en kersen te plukken vóór zij doodrijp zijn, vooral aard beden- Do vruchten moeten volkomen gezond en volstrekt niet door vogels of insekten zijn aangevreten. Do koelruimten moeten droog gehouden .worden en voortdurend gesloten blijven. En eindelijk moet alle on- j reinheid of vuilnis verre gehouden worden. Bij een temperatuur van 1 tot 2 graden Celsius hadden alle vruchten zich goed ge houden. Pruimen schijnen voor deze wijze van bewaring minder geschikt; vooral wanneer de temperatuur maar even boven het vriespunt stijgt, geven de zachtere soorten slechte resultaten. Bij de proeven met appelen werden zulke genomen, welke in gewone omstandigheden niet lang duren. Een warmtegraad van pl.m. 2 gr. C. bleek de meest gewenscute; nul graden in bijna alle gevallen te koud. De manier van bewaring, onbedekt of in papier gewikkeld, had geen invloed op de duurzaamheid. De meeste zomerappelen werden tot het einde van Januan bewaard. De minste kwetsing, de kleinste stofvlek bleek nadeelig te zijn. Peren hebben een weinig koudere tempe ratuur noodig dan appelen. Een bedekking of omwikkeling had ook hier geen invloed. Ook de peren moeten geplukt worden vóór ze volrijp zijn en mogen evenmin als de appelen kwetsingen of stof vlekken hebceo. Onder deze voorwaarden -iunnc?i fijne, zachte peren 3 tot 4 maanden goed ge houden worden. Druiven en perziken schijnen een lagere temperatuur, n.l. die van het vriespunt, te verdragen. Maar voor deze twee vruch tensoorten had men nog geen voldoende proeven genomen, ofschoon reeds met ze kerheid werd vastgesteld, dat ook deze tot twee maanden in meer of minder fris- schen toestand kunnen bewaard blijven. Men moet denken wat waar, gevoelen wat schoon, en willen wat goed is. Plato. Het is de tegenspoed, 'die de kracht of de zwakheid van den mensch doet kennen. Zij omsluiert haar ware gevoelens. Dorean. Iemand, 'die jong van jaren is, kon oud van uren zijn, als hij geen tijd heeft laten verloren gaan. Bacon. ftftüjn kDein zoontje. Oogjes zoo klaar, Zacht, lichtblond haar; Neusje zoo fijn, Mondje zoo klein; Lijfje zoo slank, Armpjes zoo blank; Lief, rein gemoed, Woordjes zoo zoet; Toetjes zoo rap, Gaan stap, stap, stap; Guitig en aardig niet om te beschrijven, Zóó moest nu altijd mijn klein zoontje blijven. Horben sia. RECEPT. Schapehout. Het vleeScb wordt bestrooid met zout en daarna in half boter, half spekvet, licht bruin gebraden. Vervolgens begiet men den bout met een hoeveelheid kokend wa ter en een paar lepels azijn. Men voegt er bij een paar laurierbladen, wat kruid nagelen, peper, eenige sjalotjes en wat gesnipperde augurken. De bout wordt in een gesloten pan drie uur gebraden, en moet telkens bedropen wordenvóór het opdoen meügt men er een lepeltje mosterd bij. Lamscoteletten worden evenals kalfs karbonaden, na gepeperd en gezouten te zijn in beschuit of paneermeel gewenteld en in boter bruingebraden. Wat is ccn kind? Een roos met al haar schoone, maar nog gesloten blaadjes. Een engel, waaraan alleen de vleugels vergeten zijn. Een sleutel, die de harten vaa allo stan den, rijk en arm, en in alle landen opent. Een kind is datgene, wat het huis geluk kiger, het geduld grooter, de nachten lan ger, den dag korter, de beurzen lichter- en de kleederen eenvoudiger maakt Dominee en Boer. Dominee is een stevige zestiger; maar haj ziet er ouder uit dan hij is en hij hoort dat niet gaarne. Bij een klein station kwam een oude, kromloopendo boer hijgend op het laatste oogenblik in den spoorwaggon, waar hij zat. „Ik heb hard moeten loopen om den trein nog te halen," zei hij, „en hard loopen",. zoo vervolgde hij zich tot den predikant wendende, „is een leelijk ding voor oude menschen zooals u en ik." Dominee frouste het voorhoofd en vroeg den boer hoe oud hij was. „Ik ben zes en tachtig", was het ant woord. „Nu," zeide de predikant, „dan schelen wij toch nog twintig jaren." „Goede hemel 1" riep de oude boer, „ge wilt toch niet zeggen, dat gij 106 jaren oud zijtï" Parvenu's. Mevrouw Zilver- 81 ij n (als de huisonderwijzer haar komt vertellen van het slechte gedrag van haar zcon): „Als dat zoo doorgaat, zal hij mij nog in het praalgraf helpen." A.: „Haast had ik je voor een poét van vertrouwen aanbevolen, maar te juister tijd viel het mij nog in, 'dat je geen geweten hebt." B.: „Wel, dan hadt gij mij het uvfro kun nen leenen; ge gebruikt het toch niet." Menzel zat eens aan zijn stamtafel in Kissdngen, toen hij voortdurend gefixeerd werd door een dame, die, met een beer te genover haar, blijkbaar voortdurend opmer kingen wisselde over den kleinen schilder. Eindelijk verdroot het Menzel. Hij greep zijn schetsboek en begon te teekenen, na de dame oplettend te hebben aangekeken. Even later sprong de heer, die tegenover de dame zat, op, liep op Menzel toe en riep: „Mijnheer, die dame wenseht niet door u als model te worden gebruikt 1" Menzel keek den man bedaard aan, hield hem zijn schetsboek voor en vroeg: „Is dat! die dame?" De teokening vertoonde een' gans cn de vertoornde cavalier droop af. Trouw: „Ik hd> gisteravond, toen je naar bed waart, het gat in je vestjeszak ge-; maakt, Karei. Ben ik nu geen beste, zorg vuldige huisvrouw?" Karei: „Zeker, zeker, lieve! Maar hoe drommel kwam je te weten, dat er een gat Sn dien zak was?" D© treinconducteur als or ganist. In Groszherïngen, bij Apolda, stierf onlangs oen conducteur, Frans' Freund, van wien de volgende anekdote' verhaald wordt. Als een bekwaam orgelspeler verving hij voor eenige jaren den organist van zijn dorp in de Zondagsgodsdienstoefening. Hij had een zware dagtaak van Zaterdag achter den rug en was gedurende de preek in vas ten slaap gevallen. Men wachtte in de kerK op het inzetten van het orgel, dat echter zweeg. 1 Een bekende geeft den organist een duw, om hem wakker te maken, en Freund, uit den slaap ontwakend, in de meening, dat hij een trein moest afroepen, buldert uit. alle macht met zijn geweldige tenorstem: „Einsteigen in der Richting Suiza, Apolda, Weimar, Erfurt, Gotha, Eisenach,J" VRAAG. Wie wil aan de hand doen een middel om wijnvlekken te verwijderen uit een stoffen japon? [Antwoorden in te zenden onder motto „Traag Zondagsblad" aan het BuTeel „Leidsoh Dagblad".]

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 12