No. 13971. LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 9 SEPTEMBER. - TWEEDE BLAD. Anno 1905. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Zijn Moeder. 65) Deze kreet, gcljjkendo op een zwaren jzucht, dio nauwelijks door do rechters en het publiek gehoord was, had den officier jq den loop zijner rede onderbroken. Hij hield een oogenblik op en wierp een onder zoekenden blik naar de bank, waarop do half vernietigde (Jarvalho zat, maar nieuwe woede ontvlamde hem; dat dierlijk wezen daar had hem gedwongen zijn verwant schap mot een anarchist, een zelfmoorde naar te onthullen; hij haatte don bewerker ,van dien toestand en de hand pathetisch uitstrekkende, ging hij met verheffing van stem voort: ,,Zict, overtuigt u, hoo do boklaagde door gelaat en gebaar elk woord der aan klacht ais waar bevestigt. Hij is niet in Btaat ook slechts een jota te bestrijden van hetgeen tegen hem is ingebracht, en het spijt mij, dat hem niet wegens moord een proces kan worden aangedaan, dat op hem slechts paragraaf 243 al. 2 van. het straf wetboek voor het Duitsche Kijk toepassing rindt, die dc door hem gepleegde misdaad □eet tuchthuisstraf tot een maximum van jaar straft." Den blik, dien Carvalho thans den of fi toewierp, kon deze niet meer zien, hij had zich reeds weder tot de rech- gewend; wel echter zat er iemand on- het publiek, die dezen wraakzuchtigen opmerkte en daarbij huiverde. Het was Just, die getuige van het succes ^insel kunnon hoog houden en toch vinden in het groote antirevolutionair verband. van zijn lieveling had willen zijn; hij had tot nu too kalm en nauwelijks door iemand opgemerkt op zijn plaats gezeten, en slechts zijn oogen hadden aan de lippen van den officier gehangen, zijn ooren elk zijner woorden als het ware verslonden. Hoe innig had hij in stilte God gedankt, dat alles zoo gunstig was afgeloopenTeli behoefde niets meer te verbergen noch te verzwijgen; met een rein geweten kon hij zijn ambt waar nemen en een zaak beëindigen, waarvan de gelukkige afloop do vrijheer von Brank een deel van het hem ontstolen geld terug gegeven, den officier de bijzondero waar deering van den Kroonprins verschaffen zou. Nu evenwel dood de vijandige, fana- tiek-woeste blik van den gesarden misdadi ger den kalmen toehoorder uit zijn rust opschrikken. Al had Just ook een dubbele voldoening, dat den booswicht, die reeds TeH'8 vader geruïneerd cn uit een betrek kelijk geregeld bestaan in het woeste avon turiersleven van liet Verre Westen gedre ven had, nu eindelijk toch nog de straf be reikt, zoo bekroop hem nu ook de bezorgd heid over Teil, die zich de doodelijke vijandschap van een man op den hals had gehaald, die voorloopig wel door een paar jaar tuchthuisstraf onschadelijk gemaakt zou kunnen worden, na dien tijd echter mis schien wraak zou kunnen nemen op zijn aanklager. Maar reeds verjoeg hij die zor gen; hier in Europa waren gelukkig andere toestanden als ginds in het wilde westen; het tu ..televen zou den wraakzuohtigen kerel wel tam maken en alle gewelddadige gedachten uit zijn brein verdrijven, cn ton slotte was hij, Friedrich Just, er ook nog; hij zou ook verder Teil wel beschermen. Het proces was afgeloopen. Het gorechte- juist-, dan kan ook wel met- zekerheid worden geprofeteord, dat dc Hervormd-anti-rovolu. tionaire partij niet levensvatbaar zal gebo ren worden. Op zuiver onpolitiokcn gr*, d- slag kan geen politiek gebouw verrij/.t In „Do Maasbode'' bepleit de wel eer w. heer Th. J. Gielen do oprichting van Patronaten. ,,Te hopen cn te verwachten is het," zegt de schrijver, „dat iedere parochie of ton minste stadsgedeelte weldra zijn Patronaat hebbe, des te meer zullen de GczelLenver- oenigio& de Volksbond, kortom alle Ver- eenigingen, die vermeerdering van katho liek leven ten doel hebben, toenemen, vooral In gehalte." Het patronaat aldus wordt verder be toogd is zoo noodzakelijk, als do Room- scho school, „want do vruchten, met do Roomaoho school verworven, gaan zonder Patronaat voor een aanmerkelijk deel verloren." „Een Patronaat", zegt de heerGielcn, „is een inrichting, waarin aan de ouders do behulpzame hand wordt geboden, om hun kindoren godsdienstig en maatschappelijk op te voeden, wanneer school en catechismus die hulp niet meer geven. Wanneer een kind, tot dc jaren van ver stand gekomen, gaat leeren op catechismus en school, dan is het altijd onder liet oog van vader en moedor cn van degenen, die dezen in de opvoeding helpen, den priester en den onderwijzer. Maar nu zijn die kinderjaren voorhij. Kan men nu zeggen, dat eon jongen of meisje van 12, 13 jaren opgevoed is? Kunnen zij nu hun gang gaan, zijn zij nu mensch en Chris ten genoeg, om hun levenspad door de we reld volgens den cisch van goddelijke cn mensohelijko wetten af te leggen. Do vraag is te belachelijk. Immers, hun handen staan nog verkeerd, op oigen beo- non kunnen zij nog niet staan, zij moeten nog geleid worden; maar, wat wel duidelijk aan hen te bemerken is: hun oogen gaan open voor 'tgeen de wereld te aanschouwen geeft, en over hetgeen zij zien, gaan zij na- donken; doch in wolken kant dwalen hun gedachten heen? Ziedaar het gevaarlijko punt, waar zij de Patronaten ontmoeten mogen. En zeg nu, de meisjes keeren van school on catechismus weer in het huisgezin en on der de oogen der ouders terug (wat echter Bij do tegenwoordige behoeften van het huisgezin lang niet altijd het geval is), cn zeg ook dat er veel jóngens van dien leeftijd naar Katholieke hoogerc burger- of kosb soholcn gaan, waar ze in den onderwijzer den plaatsbokleeder der ouders weervindon; maar wat zegt go nu van die groote massa Roomschc jongens uit de minder gefortu neerde klassen, dio school en catechismus hebben doorgemaakt, wier horeens nu pas aan hot losgaan zijn cn dio nu voor vader on moeder naar een baas moot>enk om wat te loeren verdienen. Zc moeten nog opgevoed wondon, zo zijn nog lang niet volwassen, nog niét mans, laat staan mans genoeg, niet eens jonge ling; „joDgens" zijn zo, leergierig, zonder dat aan hun begeerten voldaan kan wor- don, zo laten zich meenemen ten goede of ton kwade, waarheen men wil. En juist de jongens waar wat van te maken is, die gemakkelijk in zich opnemen en verwerken, van wat hun wordt voorgehoudon, zij vooral gaan dikwijls voor den godsdienst verloren. Van des morgens tot des avonds zijn zo in don winkel, de werkplaats, do fabriek, op karwei of wat ook, en daar zijn ze sa men niot met jongens van oigen leeftijd cn eigen godsdionat, maar daar zijn zo met do govaarlijke twintigjardgen, met mannen van iedoren leeftijd cn verschillende lovonsbe- sohouwing, on zooals de ouden zingen, zoo piepen de jongen; ze nomen van al de ge sprekken, die zij hooren, wat in zich op en het eind van het liedje is, dat zo don gods dienst vergoten. Daar wordon zo niet opgevoed, zo moeten werken cu verdienen. En wat kan de priester doen? Door de week vindt hij zo niet thuis en des Zondags bereikt hij ze niet met zijn predikatie; in vele kerken staan zij in de hoeken, liefst achter een pilaar. hof was niot lang in raadkamer geweest en had Carvalho veroordeeld tot drie jaar tuchthuisstraf. De veroordeelde had van hcoger beroep afgezien en zijn straf dado lijk aanvaard. Teil was naar het parket gegaan, had daar baret en toga afgelegd en zijn handen gewasschen. Hij herademde. Goddank, dat was door staan Hij dacht aan den misdadiger en kon, hoe scherp "hij ook tegen hem opgetre den was, ham toch niet alle achting ont zeggen, want Carvalho was voor alle be dreigingen ontoegankelijk gebleven en had der. persoon van den derden medeplichtige met geen syllabe verraden. Ook zulk een diep gezonken mensch was in staat tot hot Bewaren van trouw jegens zijn lotgen'ooten I Er was alleen geconstateerd, dat de derde, Frits, waarschijnlijk mat een doe] van den buit naar Londen gevlucht was. Tell had groot succes gehad, en hij zou waarschijnlijk tevreden hebben kunnen zijn, als dit succes niet met zulk een beden kelijke benadeeling van Tell's maatschap pelijk aanzien had gekocht moeten worden. Zoo dacht althans de officier van justitie; hij meende de wereld te kennen, en hij zag in zijn geest., hoe men zich voortaan op een afstand van hem zou houden. Dat hij de stiefbroeder van een anarchist, dief en zelfmoordenaar was, dat zou reeds morgen in alle couranten staan, dio immers met voorliefde zulke rechtszaken opnemen. Vaarwel nu, gezelligheid! Vaarwel nu, om gang met de voornaamste familiënDe in hun verkeer zoo kieskeurige garde-cava- lerie-officieren, met wie hij tot nu toe zulke aangename betrekkingen had onderhouden, zouden hem natuurlijk den rug toe draaien... nu, hij zou zich niet bij hen op- Mocht toch ioder begrijpen, dat er in de zorg voor he. vormen van degelijke Ka tholieken een belangrijk iets wordt overge slagen. Do godsdienstige workman kan zijn kind naar een Roomsche school zonden, de jongeling en dc volwassene kan sterkte in zijn geloofsovertuiging zoeken en vindon in de reeds bestanndo Gescllcnvoreenigingen en Volksbonden, maar de jongen van 12 tot 16, 18 jaar loopt alleen, verlaten on hulp behoevend. Juist de gevaarlijk© leeftijd, de leeftijd, die doorgaans beslissend is voor het karak ter, do levensgewoonten, de geheelc por- soonlijkhoid van den mensch. Ziedaar wat hot Patronaat beoogt: Do leemte, die er in de zorg voor de jaren van 1218 bestaat, aanvullen; do opvoeding van school en catechismus voortzetten, tot ze „klaar" on onderlegd zijn, om ala Christo lijk werkman tc kunnen leven." Het „Tijdschrift voor Goneos- kunde soh rijft: „T he Lancet" wijdt een artikeltje aan de wijze, waarop dc d i o ns t b o d o n in vele woningen worden gehuisvest. Hocwol do mee6ton uit den arbeidersstand afkom stig zijn, hebben zij het, zolfs in duro wo ningen, dikwijls nog mindor dan thuis, wat licht, lucht en ruimte aangaat. In deftige wijken, in woningen van 1800 tot /3000 huur met indrukwekkende salons, ziet men „meidenkamertjes", waar men zolfs in den zomer slechts een paar uren daglicht heeft, en rechtstreeks zonlicht nooit. Do luchtver versching is uiterst gebrekkig. „Tho Lan- c o t" begrijpt niot-, dat men in wèlonder- richte klassen, waar men do waardo van licht en lucht heeft leeren begrijpen, do dienstboden in omstandigheden laat vcr- keeren, dio voor liet minst neerdrukkend mogon heeten. Eon gunstige wijziging in do algemcono opvattingen op dit gebied is zeer gewenschtalthans in Engeland. En hier Ook hier te lande is meermalen geklaagd over dc huisvesting van dienstboden, hoewel zij toch over hot algemeen nog gunstig schijnt af le steken bij dio in Engeland, zegt „Het Contru m". Trouwens, niet enkel dienstboden, ook gouvernantes en kinderjuffrouwen hebben het daar blijkbaar niet al te best. Onlangs bevatte het Weekblad „Dc A ui ster dam mor" eonigc mcdcdeelingcn omtrent do ervaring cener Ncderlandsche gouvernante, in Engeland, die bepaald er gerlijk waren. In een „zeer deftig" gezin had zij zich moeten behelpen met een erg benauwd ka- mertjo cn toen zij ziek werd, liet men zich weinig of niet aan haar gelegen liggen. Ton slotte werd zij naar buiten vervoerd, op haar oigen kosten. Bijzonder beschaafd waren deze deftige menschon blijkbaar niet. En de gowono naastenliefde schijnen zij tegenover medcmenschen, dio men in dienst heeft, niot noodig tc oordeelon. Dio worden immers voor hun arbeid bo- taald I „Do Nederlander" schrijft: Onlangs trachtten wij aan to toonen, dat eeri groep ambtenaren nooit een vakvereeniging kan vormen, omdat een vak vereen iging alleen zin heeft in het vrijo bedrijf, terwijl dc verhouding van beambto ou superieur, van beambten cn overheid ge heel cn al van die tusschen patroon cn arbcu dor voTBchilt. Men vraagt ons, of dan ambtenaren niet oen korpsveroeniging kunnen vormen,welke met het eigenlijke ambt niet in contact komt, doob meer in 't algemeen aanspraak ea pleitbozorger wil zijn, dewijl dit niet aan olken ambtenaar individueel kan wor den overgelaten. Naar onze meaning is con korpsvoreeni- ging, dio dus in beginsel alle rangen om vat, wel mogelijk cn geoorloofd, indien daarbij Uet publick belang, dat m dient, op don voorgrond staat. Want liet l.orps dient in de eerste plaats het belang van den Staat. Daarvan moet iedei* ambte naar zich bewust zijn. Intussehr'i kan het persoonlijk belang van den ambtenaar ook dringen; hij wist wat hij te doen had, om zich cn andoren ccn pijnlijken toestand to besparen. Maar hoe zou hij de aanraking met do wereld vermijden, als lbj een staatsambt bekleedde cn dus met de rnen- schen io verbinding bleef? Hij moest zijn ambt vaarwel zeggen; hij moest zijn ont slag uit den staatsdienst vragen. Slechts in het genot van volle persoonlijke vrijheid kon hij het middel vinden, het verlies zijner positie te boven to komen; vrijheid en een zaamheid, dat waren voortaan dc voor waarden, waaronder hij nog verder zou kunnon leven I Zijn pleegouders zouden hem bereidwillig toestaan wat hij tot het leideu van eon zelfstandig loven noodig had; va der Lamport had hem reeds herhaaldelijk verwijten gedaan, dat hij in het geheel niets meer scheen noodig te hebben, cn mevrouw Julie was zoo gek mot haar pleegzoon Wil liam, dat zij al zijn wcnschen zou vervul len. Reeds morgen wilde hij zijn pleeg ouders een bezoek brengen en met hen zijn plannen bespreken. Hij bad zijn toilet geëindigd, de palctofc aangetrokken cn zette den hoogen hoed op, om heen te gaan, toen Just, zonder eerst aan te kloppen, binnen kwam stormen „Mijnheer Tell, u moot spoedig in de Hornstrasse komen, mevrouw Lampert heeft juist een dienstman gezonden; mijn heer Wilhelm Lampert is van de trap go- vallen, het moet slecht met hem zijn." Teil vloqg, nadat hij Just een teeken gegeven had, hem te vergezellen, door den corridor cn do breede steencn trap af naar buiten, riep een droschke aan, liet Just oveneens instijgen en riep den koetsier het doel van den rit toe, met de bijvoeging: „Snel, snel in het gedrang komeu; de mogelijkheid be staat, dat dc Staat, die don dienst oplegt en otecht, zijnerzijds zijn plichten egenover do ambtenaren niet goed in het oog houdt. Dat dan ook daarop gelet mag worden, spreekt vanzelf. Maar ook die belangen zijn nooit var. het booger belang, dat men dient to scheiden. Staat dit bij do korpsveroeniging op den voorgrond dan zou o. i. togen haar vorming geen bezwaar behooven tc worden gemaakt. Hel candidaat-lndisch amblenaars-examso. Blijkens hot rapport aan don minister van koloniën van de Commissie tot voor bereiding van dc aanwijzing in 19C5 van candidaat-ambtonarcn voor den Indiscben administratievcn dienst, constateert do Commissio dat slechts ccn betrekkelijk klein gedeelte dor sollicitanten genoegzaam voldeed aan dc cischeu van algcmocno ken nis en ontwikkeling, wclko naar liet oor- dool der Oommissie het gewenscht is te stol len. Weliswaar maakt dit jaar tc dezen aanzien gocn workelijk verschil met vorigo jaren; immors reeds do Commissie van 1903 schroef in haar rapport („Ncderland- sche Staatscourant" van 21 October 19UJ), dat zij zich na kennismaking van het schriftelijk werk der sollicitanten wel ver plicht zag om geen hoogo eischcn to stellen, cn die loden der Commissie, die ook in do Commissio van 1004 zitting hackten, verkla ren hetzelfde omtrent dat jaardooh do Commissie hecht or aan openlijk uit to spreken, dat onder dc sollicitanten gocn 28-tal gevonden wordt, hetwelk, wat algo- mecnc kennis en ontwikkeling bctroft, on voorwaardelijk aan tc bevelen is. Hot ont breekt velen vermoedelijk minder aan aan log, kennis on begrip, dan wel aan vlug heid van bevatting cn vaardigheid in het ordenen on behoorlijk uiten van hun go dachten; van goed oordoel, begrip cn door zicht, gepaard aan gcmakkclijkhoid en juisbheid van uiting, word slochts bij uit zondering blijk te geven. Ongetwijfeld ia dat voor oen deel to vorklaren uit don jcug digon leeftijd van onderscheiden sollicitan ten on uit de vaak ook nog geringe mato van zelfstandigheid van anderen, dio niet zoo jeugdig meer zijn, doch evenccDs do schoolbanken pas verlatenhierin is intus- schcn ccn bewijs tc zien van de wcnschc- lijkheid, dat dergelijke jongelieden trach ten zich meer in algcmconon zin to ontwik kolen, alvorens naar het candidaat-Indisoh ambtenaarschap mede tc dingen. Te veel werk lil) lie Haagschc rechtbank. Naar het „Wcokblad van hot Recht" meldt, zijn met het ingetreden zittiugsjaar do nog bij do Rechtbank lo 's-Gravcnhago ten getale van ruim 200 aanhaugigc zaken jl. Dinsdag wederom vcrracordord mot een 80 nieuwe; onder deze 200 zijn niet begre pen 144 gedingen, waarin nog ploidooi of gcfcuigenvor'.ioor moet plant» vindon; zoo- dat op het oogenblik niot minder clan ruim 42-1 rolzaken bij do Rechtbank hangonde zijn. Hot behoeft dus gocn verwondering to wekkon, wanneer men verneemt, dat reeds thans tot 16 Mei 1900 geen pleit- en tot 8 Juni d.a.v. geen enquetedng meer beschik baar is. Als ccn staaltje van dc misstanden, waartoe, volgons hot „Woekblad van hot Recht" deze overbelading aanleiding geeft, deelt het blad mede, dat in Merkcnznkcn, waarvoor do Rechtbank to 's-Gravcnhagc het aangewezen forum is, hot ongeveer een jaar duurt, alvorons daarin kan gepleit worden, niottcgenstaando tegenwoordig op eonzelfden dag pleidooien in drie verschil lende Mcrkonzakon wordon gehouden. Nu hoeft zich rceda hot geval voorgedaan, dab den griffier het verzoek bereikte om con ingekomen verzoekschrift tot betwisting van zeker merk als ingetrokken to beschou wen, wanneer 's Rechters beslissing oen jaar op zich liet wachten, daar gedurende dat tijdsvorloop het to betwisten mork een zoodanige bekendheid zou hebben gek t o gen, dat 's Rechters beslissing pruolisch tot niets zou leiden. Het „Weekblad van het Recht" komt dan pok tót de conclusie, dat hel dringend tijd wordt tot versterking van hot pcrsonool bij de Haogschc Rechtbank over te gaan. Toen hij met zijn geleider de Hornslrasse bereikt bad en de trap opsteeg naar do Lampertooho woning, kwam bem een gees telijke to gemoet. Het was dc predikant Sattler, uit Brelitz, bij Gies-dorf, dien Toll uit het Brankscho huis konde. ,,U hier, dominee? Wat heeft u hier ge bracht?" vroeg Teil, terwijl hij op do trap bleef staan en den ander do hand gaf. Doze beantwoordde den handdruk, knik- to Just vriendelijk toe en zcide op ge- dempten toon: „Ik had hier zakcD in do buurt on nu had de heer von Brank mij een ruiker rozeD medegegeven, dien ik aan den heer Lamport zou overhandigen; n weet, hij viert morgen zijn verjaardag. Toen ik nu hier binnenkwam cn de corslo trap bereikte, ligt daar ccn mensch bewe gingloos aan mijn voeten. Verschrikt buig ik mij neor cn ik herken don heer Wilhelm Lampert. Hij moest van de trap gevallen zijn; hij had hot bewustzijn verloren. Ik maakte alarm, men kwam aanloopen on wij brachten den schijnbaar doode naar zijn woning en in bod. Is hij dood? vroeg zijn cchtgenoolo ontsteld. Ik kon haar geruit stellen, want ik zag, dat hij adem haaldo en onderzocht, dat /.ijn hart klopte, maar liij had droppels bloed in het oor cn was zoo vaalbleek ala dc kalk aan den wand; dat waren slechte tcokens, cn ik had moi'ito mijn ernstige bezorgdheid voor de be droefde vrouw to verbergen. Er werd na tuurlijk dadelijk om den dokter gezonden, cn thans is hij binnen bij den vorongelukte. U houdt wel veel van uw pleegvader Wordt vervolgd.) Over de formatie van een nieuwe fractie, de Hervorm d-a nti-revo- lutionaire part ij, waaromtrent wij dezer dagen eenige médedeelingen deden, zegt „Het Centrum": Wanneer deze „Hervormd-anti-revolutio naire partij" het program van beginselen der anti-revolutionairen als basis zal aan vaarden, dan is het niet heel duidelijk, ,waarom zij toch een afzonderlijk standpunt .wenscht in te nemen. Trouwens, het geheele optreden der „par tij" lijkt ons ietwat zonderling. Zouden deze heeren, die met hun bericht bij een liberale redactie aankloppen, („D e Nieuwe Couran t") nu in ernst meo- nen, dat zij, enkel door zich afzonderlijk te organiseeren, het verlios van districten als Gorkum, Kampen, Leiden en Gouda Zullen beletten? Zouden zij werkelijk gelooven, dat wan neer hun groep slechts tot stand komt en een eigen weekblad als orgaan krijgt, dit de meerderheid bij dc eerstvolgende verkie zingen naar Rechts zal doen overslaan En komt het geen oogenblik bij hen op, 'dat de oorzaak der Juni-nedcrloag voor een goed deel juist te zoeken is in do ver brokkeling Rechte, in do zucht om afzonder lijk op tc treden, in kleine fracties en groe pen? De „Hervormd-anti revolutionaire par tij" za! het aantal dier fracties, die afzon derlijk niets vermogen, weer met een pogen te vermeerderen. M/en heeft dan, als dissidenten van dc anti-revolutionaire en vrij.anti-revolutia naire partijen: de Friesch-chriatelijk-hist. fractie, het groepje van ds. Hoedemakor, het kliekje van de. Bronsveld en do Her vormd anti-revolutionairen, om van de na- tionaal-historischen nog te zwijgen. Ook schijnt het, dat de Friesch-cliriste- lijk historischcn en de partij( 1) van ds. Hoe_ detnaker weer onderling verdeeld zijn en op hun beurt dissidcerende broeders tellen. De noodzakelijkheid van ccn nieuwe partij mag dus wel cenigszins twijfelachtig heeten. Want men kan toch niet aannemen, dat deze nog ongenoemde partij-formateurs bij hun opzet enkel gedreven worden door het verlangen naar meer Kamerzetels cn meer Staalsposten voor dc „vrienden." Ook in dat geval zou hun verdeolend en 'dus verzwakkend optreden hen het tegen overgestelde doen bereiken van hetgeen zij beooogen. Er is niet veel geleerdheid, alleen maar een beetje... gezond verstand noodig om dit te begrijpen. En dit zullen dc „invloedrijke mannen" naar wij hopen, toch wc] bezitten „De Re si-.. entiebodo" zegt onder hot hoofd: „Een verstandig besluit": Gelijk dezer dagen gemold werd, zal het hot verlies van Kampen, Gorkum cn Gouda bij de jongste Kamervcrkie>zing, cn het niet herwinnen van den Lcidschen zetel, wcl- lciding wezen tot het stichten van een „Hervormd-antirevolutionnaire partij", wel ke, kerkelijk bij do Hervormde Kedk aange sloten, op staatkundig gebied dc beginselen der antirevolutionnairo partij zal zijn toe gedaan. Dit nu juichen wij van harto toe, want het is een bekend feit, dat de vrees, hun kerkgenootschap tc zien ondergaan, reeds in 1897 velen in handen dor liberalen dreef, die krachtons hun beginselen hij do anti liberalen thuis behoorden. En het is even zeer hekend, dat in den afgeloopen zomer gelijke oorzaken in verschillende der hier boven- genoemde districten aanmerkelijk tot de overwinning der liberalen hebben bij gedragen. Wol was in 1901 bet bestaande wantrou- ,wen geweken, maar het is waarschijnlijk, dat de strijd om do Hoogor-On der wijs-wet in verband met de theologische faculteiten aan onze Hoogcscholen dit wantrouwen wederom voet heeft gego^cv. Daarom juichen wij de stichting dorniou- antirevolutionnaine groep van harte toe opdat die elementen, welke tot geen prij9 de Hervormds Kerk willen opofferen, hun be- Het communiqué over de nieuwe partij in den dop kan zoo schrijft „Het V ader- land" „De Standaard" doen zuchten over de sp^jtzwam en het kan de vrijzinnigen, wier eigen gedccldheid wel oens verder is gegaan dan noodig was, troosten met de wetenschap, d:.t geen enkele partij, al heeft ze ook een leider als dr. Kuyper is, ontkomt aan de differentieering, die van haast allen vooruitgang zich do stage metgezel betoonde. Of hot berioht dezer nieuwe partij-formatie nu ook inder daad belangrijk blijken z&l, is thans nog niet te zeggen. Op grond van wat over de motieven der stichters verluidde, kan .daar naar enkel worden gegist. Twee motieven zijn op te maken uit het sober bericht: ontevredenheid met den uit slag (en de leiding dus) der verkiezingen on kerkolijke naijver van Nederlansch-Her- vormden op Gereformeerden, die bij be noemingen aan heb Departement van Bin- nonlandsche Zaken en ook bij Kamsrcandi- daturén heeten te zijn voorgetrokko-i boven leden der Ned.-Herv. Kerk. Heb tweede motief is voor een gebeurte nis als niets minder dan de formatie eoner nieuwe partij wat klein. Dat minister Kuyper partijdig was bij het doen van be noemingen en dat het antirevolutionair partijbestuur hem hierin bij het verdeoleu der Kamerzetels volgde, is, nu minister Kuyper is afgetreden en dc Kamerzetels verdeeld zijn, voor partijsplitsing ccn nau welijks houdbaar motief. Van beter gehalte is de andere beweeg grond: het verlies der districten Gorkum, Kampen, Leidon on Gouda. Gedoeld wordt hier klaarblijkelijk op het gemis van sa menwerking tusschen de rcchtschc groepen in deze districten, dat zich het scherpst accentueerde tusschen anti-revolutionairen en Friesch-christelijtt-histori8chen. Blijk baar zijn de „invloedrijke mannen", die tot de nieuwe prrtijformatie den stoot gaven, met de politieke vrienden der heeren Wa genaar en Hoedemaker van oordeel, dat de Friesch-christelijk-historischen door dc an ti-revolutionairen inderdaad niet naar beta men behandeld zijn. Zelfs blijken zij ern stig te hebben overwogen om kortweg zich aan te sluiten bij de Fricsch-christelijk-his torischo partij. Waarom zij dit echter niet deden? Om „de onvaste leiding van ds. Wagenaar"een anc. ro redou wordt niot opgegeven, zoodat de welbron dezer nieuwe partij een van hoogst ondoorzichtig water blijft. Er bestaat nl. tusschen anti-revolutionai ren en Friesch-christelijk-historischon principieel verschilbevordering van christelijke instellingen naast de indifferen te openbare wonsebt do eerste, kerste ning der openbare instellingen zelve wen soh t dc tweede p-rtij. Dit is een vèf- sehil van be'.ckenis. En welk program begeert voor zich nu de nieuwe partij, die om zuivor pcr- s o o nl ij k e redcneD zeide, met de Friesch- christelijk-kistorischen niot in één hui» te willen wonen? Zij verklaart uitdrukkelijk, het progrom van beginselen der anti-revo lutionaire partij als basis tc zullen aanvaar, den 1 De heeren, dio aan „De Nieuw e Cou. rant" het bewuste communique verstrek ten, hebben zoo moet men wel aannemen het raadselachtige eD tegenstrijdige hunner modedeelingen niet gevoeld. Op scherp politieken aanleg wijst dit niet. En hot bevastigt. het vermoeden, dat de eigenlijke roden vau hun optreden gele gen is in het oud zeer, dat nog altoos tus schen Nederlandsch-Hcrvormden en Gcre formeerden bestaat. Vandaar ook de nel- ging om naar den kant der Friesch rbriste- lijk-historischen over te wippen, die immors in de provincie hunner herkomst, in Fries land, zich haast zonder uitzondori ig van de anti-revolutionairen, die bijna allen lid maat van Gereformeerde Kerken zijn, ker kelijk onderscheiden door het lidmaatschap der NcderlaflKtaoli-Hervormde Kerk. Maar is deze veronderstelling, die in 'de weinige tob dusveo: bekende feiten en ook in den naam der nieuwe partij steun vindt,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5