PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Moeder. No. 13953. Anno 1905. een valhoed aanschafte, om het zwakbee- nige kindeke in zijn eerste loopproeven to doen slagen.'7 „De Nederlander" schrijft: Bij het optreden van een Kabinet geïdb niet het spreekwoord: onbekend maakt on bemind. Integendeel; in Nederland heeft een ministerie nog de meeste kans op liefde en waardeering op het oogenblik van zijn eerste verschijning. Daarna gaat het sera- pre decrescendo. Wij mogen dan ook beginnen met den mannen dankbaar to zijn, dio zich in de gegeven omstandigheden er toe hebben wil len leenen, om de nalatenschap van hot Kabinet hetzij to aanvaarden, hetzij te ver werpen. Zoowel het een als het ander is lastig. Indien zij dio aanvaarden, zal men hun vragen, waarom zij in de plaats treden van hun voorgangers, en indien zij ze ver werpen, zullen ze gereed moeten staan tor- stond wat beters op te disschen. Want hot praatje, dat het vorig Kabinet niets gedaan of geleerd heeft, kan voor de kiezers wel, maar in de Kamer niet worden voigehou- houden. "Ork zullen do ministers moeten duidelijk make j, hoe ze, zonder tariefver- hooging, do noodige millioenen zullen kun nen bijeenbrengen. Natuurlijk heeft het nieuwe Kabinet dit overwogen, en voor ziohzelf beantwoord. Laat ons hopen dat het antwoord ook de natie bevrc.- gen zal. Onze taak is het af te wachten, en, op de waoht staande bij onze beginselen, anderen den arbeid niet noodeloos te bemoeilijken. Onder de personen, die het Kabinet vormen, zijn enkele Kamerleden, die, hoe wel ver van ons af staande, toch niet. onder onze onaangenaamste en onbillijkstc tegen standers behooren, en het oud-Kamerlid Veegens heeft zelfs op de erkentelijkheid der christelijke partijen aanspraak, daar hij het was, die het eerst de pensionneer!ng der christelijke onderwijzers ter sprake bracht, iets dat, wij erkennen het, vroeger ons toescheen in onze staatsinstellingen en staatsrechterlijke beginseleD niet wel te passen, maar ten slotte toch, dank zij het afgetreden Kabinet, op vrij bevredigende wijze is tot stand gebracht. De andere leden van het Kabinet zijn op politiek gebied onbekend. Men zal te wachten hebben op hun daden, alvorens een oordcel over hen uit te spreken. Zeker is, zoo schrijft de katholieke „Maasbode", dat wij naar dit nieuwe stel Ministers hebben op te zien als naar man nen, die een grooten durf bezitten on voor geen klein beetje schijnen vervaard to zijn. Want om onder het schujntcl van de hui dige politieke oonstellatio naar het stuur uer Staatsliulk tc grepen waarlijk hier- too behoorde eigenlijk de ruige i~_nd en het gepantserd gemoed van den zeeman, die alle zeeën bevaren heeft. Als homines novi dat stuur tooli aan te •durven, het verdient doD cijns onzer be wondering, O ie het ons dan ook zeer ge makkelijk is voor het ministerieel stellaad- je neer to leggen. Daar is voor ons cén punt van verblij ding, hoewel negatief, en het is dit, dat geen katholiek, in het algemceD geen man der rechterzij ie, in dit Kabinet zitting ge nomen heeft. Stel eens: in dit Kabinet eon zetel inge nomen door een positief Ghristen-geloovige hoe treurige figuur zou zoo iemand slaan in zulk gezelschap, dat door geen enkil politieke gedachte bezield wordt 'dan door die conc gemeenschappelijke, dat bet staats beleid in Nederland weer gefundeerd en gedragen moet worden door het politiek atheïsme, God gebannen uit de wetgeving, uit de rechtspraak-, uitdo algemeeneen lei dende beginselen der regeerkunst. Nu echter geen Christen zitting nam, staan wij zuiver en principieel tegenover dit Kabinet en hebben we dus af te \vach- ton, wat men or.zal aanbieden, sterk en onverwinhaar ons gevoelende in dc gedach te, dat wij tot het politiek echec der linker zijde onzerzijds noch dirc t, noch indirect hebben meegewerk' Nu het al buiten ons om ging, zal de vrijzinnigheid zeer naar ons als naar het Kabinet telkens met pijnlijk-angstige blikken opzien en 't is niet twijfelachtig wie uit zulke houding van het liberalisme heb meeste munt zal daan. In deze omstandigheden den nieuwen re geerders do volle -vier jaren toedenken, zou dunkt ons ccn wreedheid wezen, die geen dezer achtbare mannen aan ons ver diend heeft. Het nieuwe ministerie aanvaardt geen gemakkelijke taak, sohrijft het liberale „N. v. d. D." De meerderheid der Eerste Kamer be hoort tot de rechterzijde. En nu ligt do meerderheid in dc Tweede Kamer wel links, maar die meerderheid bestaat uit slechts 52 van de 100 stemmen. En die meerderheid van 52 stemmen is nog ver deeld in twee partijen: de liboraleD en do soeiaal-demooraten, terwijl de liberalen, 45 in aantal, nog weer in drie schakecringen onderve h?.eld zijn. Daarenboven vindt hot nieuwe ministerie zich geplaatst voor een der moeilijkste vraagstukkenhot vraagstuk dor financiën. Tegenover deze bezwaren staat, dat hot nieuwe ministerie uit mannen is samenge steld, wier bekwaamheid algemeen wordt erkend, vooruitstrevende mannen, en wier verleden en temperament waarborgen zijn, dat. zij niet zullen liandelen zonder beleid. En juist dat laatsto, beleid, is in de ge geven omstandigheden eerste eisch. Ten al len tijde is het aanbevelenswaardig alleen naar het mogelijke tc trachten, maar nooit was dat in die mate eerste voorwaar de als thans. Zal ons vaderland heenkomen door dezen moeilijken tijd, dan moet wor den gezocht naar 'wt vereenigt en zooveel maar mogelijk is worden vermeden wat verdeelt. Wij meenen, dat zuiks to verwachten is van de mannen, door Hare Majesteit do Koningin tot hoofden der voortaan negen departementen benoemd. Moge nu ook de Kamer, van dc uiterste rechter- tot de uiterste linkerzijde daarin medewerken. Partij-fanatisme mogo in de eerstkomen de jaren eenige rust nemen. Samenwerking, waar dat met behoud van beginselen is overeen te brongen, is thans een plicht, opgelegd door de liefde tot hot vaderland. En liefde tot het vaderland zal voorzeker bij alle honderd leden der Kamer meer zijn dan een holle klank. Hot oud-iiberalo „Utr. Dagblad" schrijft: „De heer Goeman Jiorgesius heeft dan nu een ministerie bij elkaar gekregen. Het heeft een heclcn tijd geduurd. Tut op het laatste boorde men van moei lijkheden, die aan de fabel van de ratten en het schijj deden den keu. Mag men dc geruchten gelooven, dan zou het aaaitaJ aangezochte personen liet aantal tens lotte benoemde ministers eenige ma len overtreffen. 't Is ook volkomen begrijpelijk, dat me nigeen weinig roeping heeft gevoeld, zich in een combinatie to laten opnemen, wier basis van levensvatbaarheid wellicht even problematisch zou kunnen zijn als haar vermoedelijke levensduur. En zoo is de combinatie, die thans aan het land wordt voorgesteld, dan ook... een combinatie van vraagteekens." Vooreerst wat haar oorsprong betreft. „Indien men aanneemt dat de heer Goeman Borgesius kabinetsvormcr is ge weest, dan rijst de vraag: waarom juist hij Misschien ging hot zoo. „Op 28 Juni 1905 won links en in linker zijde was de talrijkste groep dio der unio nisten, welaan, haar aanvoerder was do aangewezen man. Maar hierbij 'werd ochter over het hoofd gezien: hoe zal men op dien grondslag rc- geeren1 Eon gematigd ministerie zou voor tal van positieve maatregelen gemakkelijk in de Tweede Kamer een ruime meerderheid vinden, zoolang de oppositie niet in ob structie over zou willen slaan. Een unionistisch gekleurd kabinet daar entegen kan naar gelang van omstandighe den op 23, op 3-1, op 41 stommen rekenen; zeker op niet moor". En het blad vraagt daarom: „Waarom is aan geen staatsman op dracht tot kabinetsvorming gegeven, dio, mot behoud van eigen program en begin selen, een kabinet zou hebben kunnen vor men, tot regeeren in staat? Waarom is dc heer Goeman Borgesius voor do taak gozet om een kabinet bijeon te zoeken, waarvan nog niet blijkt of het program en de beginselen zijner eigen groep vertegenwoordigt?" Do liberale „Prov. Gron. CtV schrijft o. a. aldus: Als goheel boezemt het nieuwe minis terie hoop en vertrouwen in. Het telt zeer bekwame mannen in zijn midden. De man, die als tijdelijke leider optreedt, cu die mot do minst zware taak in den eerstkomende» tijd zal hebben te vervullen, is in onze stad, waarin iuj zeven jaren met grooto eer het ambt van secretaris der gemeente heeft vervuld, een goede bekende en hooft hier herinneringen aan zijn werkkracht achter gelaten, dio geenszins reeds zijn uilge- wischt. Onwaarschijnlijk is het niet, dut. do urgentie van hot vraagstuk van den nood der gemeenten, van hetwelk het vorig Ka binet zich heeft afgemaakt met list benoe men van een Staatscommissie, die tot nu toe niets van zich liet hooren, op dezen in dc politiek ganseh nieuwen bewindsman dc bijzondere aandacht heeft doen. va-jon. Dc mannen, die met eu naast hem plaata nemen, hebben zonder onderscheid op het gebied van dc bestuurswerkzaamheid aan het hoofd waarvan zij komen to slaan antecedenten, dio goeds beloven. En dat alle do drie richtingen der vrijzinnigen in het Kabinet zijn vertegenwoordigd, doet onderstellen, dat liob uit de gezamenlijke overleggingen is geboren en dat het mag rekenen op den trouwen steun deer geza menlijke) vrijzinnige groepen. Maar die brengt nog niet een regeerings- meerderheid ,zal men zeggen. Inderdaad: die brengt hij niet. Zelfs indien, wat nu do dagen van het eerste ministerie Thorbccko niet meer is gezien, de vrijzinnigen zonder onderscheid van nuance, zóó door en dun mot de nieuwe regeering medegaan, als dit de gecoaJiseerdc meerderheid hoeft gedaan bij welker gratie dr. Kuyper en zijn lijfwacht vier jaren hebben kunnen regee ren, zelfs dan is voor vruchtbaren arbeid de steun van andere groepen noodig. In do eerste plaats valt daarbij het oog op do socialistisch# fractie. Van haar gedragslijn hangt in de naaste toekomst zeer veel af. En deze gedragslijn zal naar men mag ho pen want na de houding door de socia listen in den verkiezingsstrijd aangenomen, zal stellig van hen niet een stelselmatige oppositie zijn te wachten door het werk program van het kabinet worden be- heerRcht, Daarom zal eerst als dit bekend is met eenigo stelligheid eeno prognose kunnen worden gewaagd nopens do vruch ten- die onder dit kabinet kunnen worden geplukt. Hot nieuwe kabinet schijnt do katft. „Geldorlander" toe te bestaan uit een kern van politici met een omhulsel van techni ci; „en dit vruchtvleesch moge zoo sappig zijn als men wil, do pit zal, vreczen we, ve len te steenhard naar den rmaak wezen. Beeldspraak daargelaten: voor zoover het kabinet kleur heeft, draagt het een ge mengd karakter: Unie-liberaal on vrijzinnig, democratisch, - een bosUard-type, dat don oud-liberalen op den duur wel te rood en den socialisten to bleek van pluimage zal lijken. Wat ons weinig zint in dit kabinet, is hot verdoken staan van den man achter do schermen. Want wel verleende ïl. M. met ingang van 15 dezer ontslag aan den heer Harto als minister van financiën en benoeming te vens aan den heer Do Meester, on stolt hot Kon. besluit de wisseling van do overigo portefeuilles op 17 dezer vast, hetgocn vpor den officieclen vorm don heer De Meester als kabinetsformoerder doet uit komen; doch dien schijn zal geen politicus voor liet wezen aanzien. De Haagsehe Briefschrijver van „De Standaard" is gestemd voor een wijzi ging der Grondwet, waardoor de perio dieke Kamerverkiezingen bijv. in de maand Januari zouden vallen. „De winter" meent hij „is de tijd voor de politiek. Een beetje warmte door de poli tiek tegenover de koude van buiten zou geen kwaad doen. In Januari verkiezing, in April opening der Staten-Generaal. Vóór het zomerreces zouden de beide Ka mers kunnea- geconstitueerd zijn, om half September aan den parlementairen arbeid te kunnen beginnen. „Wat zou daartegen in te brengen zijn? Naar het mij voorkomt, heeft een dergelijke w ijziging van de Grondwet meer waarde dan eeD blanco-artikel, dat, in ruzie gebo ren, slechts ruzie zal voortbrengen. De beide zomermaanden Juli en Augustus konden alsdan werkelijk rust en ontspan ning geven in do politiek. Zooals het thans is, gaat het verkeerd, is het politieke on weer nooit van de lucht en. gaan „de zonen van hetzelfde vaderland" al meer als grimmige tegenstanders, die elkaar het licht in de oogen niet gunnen, tegenover elkander staan. Bij een regeling als hier aangegeven, kon de komkommertijd ook voor onze courantenweer in volle eere hersteld worden en konden de redacteuren eens behoorlijk uitblazen. Dat zou voor hun temperament, voor hun kijk op do dingen, waarlijk niet kwaad zijn. Onder heb hoofd: „Historische datum" zei ,,De Standaard": 17 Augustus 187 8. De Schoolwet van Kappeyne geteekend. Naar heb zich liet aanzien, op dit gebied althans de Christenen in Nederland voor goed geslagen. Maar 17 Augustus tèch de dag, die, on der den zegen Govs, als een aer geboorte dagen van ons Christenvolk op politiek ge bied in de historie bewaard bleef. Alee van dien dag af zijn we gewassen in dit land. Hebben we kracht ontvangen om den strijd opnieuw' aan to binden en vol te hou den om te overwi_nen, keer op keer. Eerst heeft het Kabinet-Mackay onzen druk voor een deel verlicht; toen kwam het Kabinet-Kuypcr en zotte een belangrijke schrede verder op den weg onzer vrijma king. En buiten dat al, wat rijke zegeningeu verkregen we in allerlei opzicht; hoe is de duisternis in licht veranderd; hoe zijn we gegroeid en op kracht glekomen; wat de menschen ten kwade hadden gedacht, heeft God de. Heere ten goede doen keeren. En nu, 17 Augustus 1905. Een dag van pijnlijke teleurstelling op nieuw voor wie in deze landen nog vragen naar de eeuwige beginselen van Guüs Woord, ook op het terrein ^.er Staatkunde. Er gaat een Kabinet heen, dat veel, zéér veel heeft tot stand gebracht; een Kabinet, dat nog zooveel schoone verwachtingen wekte; een Ministerie, dat zeker weergaloos gesmaad is door den tegenstander, maar dat de oprechte liefde bezat van ons volk; dat met innigen dank aan den arbeid is ge zien, cn waarvoor de dankbaarheid zal blij ven leven in ons aller hart. Die mannen hun taak onafgedaan te zien neerleggen, het doet pijn. Maar we richten den blik vooruit. Toen we .1878 schreven, stonden wo er giansch anders voor dan nu. Welnu, we houden den datum van 17 Augustus in het geheugen. En, oDB voordeel doende met do les9 2n der historie, gaan we met onzen arbeii yoort. Het zaaien van het zaad is de vermoe'eu- de arbeid, die, naar luid van het woo d van den Psalmist, vaak niet zonder tra nen wordt volbracht; maar „te goeier ure" zal de oogst rijpen, we hebben n°t reeds aans.nouwd, en onder Gods zeg >»i zal ook in de toekomst dat uur der blijd schap weer ons deel zijn. 37) „Ook tweemaal." Zij lachte ondeugend, gtend op en ging met hem dansen. Toen bij haar slanko taille omvat hield, doorstroomde hem een eigenaardig gevoel van welbehagen. Hij dronk haar reinen adem, cn hij voelde, hoe de atmosfeer, wel ke dit lichaam uitwasemde, hem in een ge- luksroes bracht, zooals hij dien in langen tijd niet meer gekend had Zij is nog schoo ner dan Ellen Onwillekeurig had hij deze vergelijking gemaakt, maar reeds had hij er spijt van, hoe kon hij thans aan Ellen denken Hij had den geheelen avond niet aan haar gedacht. Zijn betrekkingen met Gicsdorf waren definitief afgebroken. Wat ging hem de hoogmoedige landfreule aan, ■die hem lang uit haar herinnering zou heb ben gewischt? Het meisje hier, dat met Tfem danste, dat was waarschijnlijk van anderen aard; het zou zich zeker geëerd gevoelen, als hij om haar gunst dong; zij was immers de dochter van een klein su baltern ambtenaar; zij zag tot hem, den gestudeerden man, zeker als tot een half god op. Was hij een halfgod? Hij had wel willen lachen, hij, de zoon van een rond trekkend goochelaar en van een min of meer op de tong geweest zijnde schoonc. „Alle duivels! Hoe goed zou hij bij deze Sabine passen." Of misschien paste hij niet eens bij haar, misschien zou ook dit niet pretensieuze meisje hem een blauwtje laten loopen, zooals zij dit ook wel zijn stiefbroe- „De Standaard" schrijft: Toen de formatie van het nieuwe ka binet bekend werd gemaakt, deelde men mee, dat jhr. Van Tets van Goudriaan, de nieuwe minister van buitenlandsche zaken, behoorde tot de vrije liberalen. Is dit juist, dan zou daaruit volgen, dat het ministerie steun vindt bij drie groepen der linkerzijde, en alzoo een minderheid van 45 leden achter zich heeft. Doch nu komt „De Nieuwe Oou- r a n t" een blad, dat in dezen gezag heeft vertellen, dat het verheugd is over het feit, dat de vrij-liberale groep ge meend heeft zich van medewerking bij de kabinetsformatie te moeten onthouden. ïs dat nu zoo, dan is hier in meer dan één opzicht een belangrijk verschil. Allereerst wel hierin, dat dan de minder heid, waarop het ministerie vast rekenen kan, slinkt van 45 op 35: en dat is nogal van beteekenis. Maar ook van beteekenis zou het zijn voor het komende Itogeeriiigsprogram, dat er allicht heel anders zal uitzien als de vrije liberalen thuisbleven, dan wanneer zij meedoen. Eenige inlichting is hier niet overbo dig- We hebben nu zoo dikwerf en zoo luide hooren verkondigen, dat „de natie" recht heeft om volkomen van alles op de hoogte te zijn, dat het niet buitensporig lijkt aan de vrijzinnige pers te verzoeken de natie op dit punt eens in te lichten. Of moeten we daarop ook wachten tot half {September? Het nieuwe Kabinet. „Dc Standaard'' noemt 't ministerie een lang verbeid kindeke, maar het blad is or verre gerust van, dat het kindeLe „welge schapen" is, want een levensvatbaar kabi net moet passen op een besliste Kamer meerderheid, en dit is hier niet het geval.. Daar de sociaal-democraten hun man niet in het kabinet hebben, is de meerder heid van 52 in de Kamer geslonken tot een minderheid van 45. Doch zelfs die 45 vor men nog geen vast aaneengeklonken bond. Na dit nader uitgewerkt te hebben, noemt „De Standaard" ai3 tweede punt van zwakheid, dat de kabinetsformateur zelf buiten het kabinet blijft. Het blad acht dit een zonderlinge exceptie. Over de combinatie van de bronnen van ons bestaan met den Arbeid zegt „De Standaard": „Tusschen beide categorieën bestaat een zeer ernstige strijd van belangen, en waar bet bij de Afdeeling Arbeid op bescher ming van den werkman juist tegenover den patroon aankomt, schijnt er voor deze af deeling alleen hetzij bij Justitie, hetzij bij Binnenlandsche Zaken een natuurlijke plaats te vinden te zijn. Nu zal allicht de chef van dit verzamel- departement öf meer man van de nijver heid, den handel en de landbouw zijn, cn deswege minder geschikt en aangewezen om de bescherming van den werkman krachtig door te zetten, oftewel hij zal bekend staan als een warm strijder voor do rechten en belangen van den werkman, maar dan ook aan nijverheid, handel cn landbouw minder vertrouwen inboezemen „Het zou een Uebermensch in kracht en harmonie moeten zijn, die, wat hier strijdig is, tot een allen bevredigende oplossing bracht." Gemeenlijk valt uit de samenstelling vap het kabinet het program, dat te komen staat, in het algemeen vrijwel tc gissen. Maar ditmaal is dit niet het geval. „De Standaard" besluit daarom „Afwachten tot m e d i o-September zal de boodschap zijn. Eerst daarna zal ook de oppositie, in haar onderscheidene deelen, haar houding tegenover dit zonderlinge Kabinet bepaleü kunnen. Het zal heel wat tijd behoeven eer het flink loopen leert. Zelfs zouden we niet durven zeggen, dat het overbodige bezorgdheid zou zijn., indien men zich bijtijds, we zeggen nu niet de krukken, maar dan toch een loop stoel en der Poter zou hebben laten doen Hij zag er mismoedig uit, toen zij weder plaats genomeD hadden, en een lichte zucht ontsnapte aan zijn hart. „Zijt u ontevreden, mijnheer?" vroeg Sabine. Hoe verrukkelijk klonken hem deze woor den in het oor 1 Hoe week en zoet drong dio zilveren stem in zijn hart door! „Wie is heden niet ontevreden, j'uffrouw Meerholt?" zekle Teil „Of zijt u een Zon dagskind, dat nog nooit de ernstige zijde van het leven zag? „O, ook ik weet dat wij niet voor ons genoegen op de wereld zijn, maar een meisje heeft zwijgend te lijden, Hoe benijd ik u, mijnheerAls man kunt u strijden en worstelen, om het geluk bij het hoofd te vatten 1" MerkwaardigIets dergelijks moest Ellen hem ook eens gezegd hebben Verwekt dan het verkeer met den man in alle meisjes dezelfde gedachtenrecksen Bij welke gele genheid had Ellen het ook weer gezegd? Altijd weer Ellen Waarom drong de her innering aan haar zich tusschen hera en dit meisje? Op ironischen toon herhaalde hij Sabines laatste wooraen: „Om het geluk bij het hoofd te vattenLieve HemelHet laat zich niet zoo gemakkelijk vasthouden en als men werkelijk gelooft, dat men het gevat heeft, dan is het een schaduw, waarnaar men gerepen lieeft en men heeft niets lu de handen. Sabine zweeg. Zij verwonderde zich in stil te, dat Teil, dé trots van het Lamperische huis, de aanzienlijke ambtenaar, die in de voorname wereld verkeerde en hier wel met het oog op rijn min of meer ijdeïe pleegmoeder, een vluchtige gastrol vervulde toch naar allen schijn ook niet gelukkig en tevreden was. Zij zou hem gaarne moed in gesproken hebben maar zij wilde voor den gestudeerden man niet gaarne haar meisjes domheid uitkramen Daarom stekte zij zich tevreden met een warme en bemoedigenden blik in zijn grootc eerlijke oogentoen stond zij op liep in het midden der zaal waar do heer Knoblauch een atlaskusseu met bonte papieren ordeteekens op ccd ta feltje gelegd had en zocht een zilveren ster uit om dezo den officier met bekwame vin gers op zijn rok te hechten. De zoo geridderde knikte naar toe. „Nu moet u mij nog een dans schenken. Met zichtbaar genoegen voldeed zij aan zijn uitnoodiging en vlijde zich in zijn ar men. Tegen drie uren was ue cotuilon afge- loopen en de onvermoeide balmoedcra dron. gen aan op onmiddellijk vertrek. „Maar waarom zulk een haast?" vroeg de gastvrouw ontevreden. „Nu komt eerst de koffie en kon het recht genoeglijk worden De dikke bediende kwam met verglaasde oogen een reusachtig blad met boordevolle koffiekopjes in de handen, in de zaal. Hij was thans geheel dronken volgens Volkers bewering „als een kanon") en bespeurde in het geheel niet, dat bij zijn waggelende be wegingen een deel van den inhoud stortte. De collega, die hem vergezelde, droeg een Glürnborasso van kleine ,in allerlei fantas tische vormen gebakken rijk met vruchten belegde koeken. „Pas op, spotte de met zijn vriend Teil pratende schilder „Mieseke begint ook nog aan dien berg van koek. Na haar dood moet zij bepaald naar die snijkamer, zij heeft be slist een ratelslangmaag. „William 1" hijgde mevrouw Julie, terwijl zij den officier de hand op den arm legde. Gij moot mij een genoegen doen én juffrouw Meerholt en haar dochter thuis brengen, een rijtuig zullen zij wel niet besteld hebben. Gij begrijpt, om de kosten. Het zou Peters plicht geweest zijn haar te vergezellen, maar die is verdwenen. Ik begrijp in het geheel niet wat er voorgevallen is. „Pst pstl zeido de officier, „daarover een andermaal. Wat de Meerholts betreft-, wees onbezorgd, ik zal hen onder mijn be scherming nemen. „Dank, William, gij zijt altijd een attent cavalier geweest. Ik zal het aan juffrouw Meerholt zeggen. Het was reeds bij vieren, toen de dames Meerholt, in mantels en hoofddoeken wol ingepakt, de richting van de Ghausscestras- se insloegen. Teil ging naast hen en onder hield zich op hoffelijke wijze met de oude juffrouw Meerholt, die zeide, dat zij er voor heden genoeg van had. De volle maan glansde aan den onbe- wolkten hemel; het was bitter koud. Een nachtwacht keek niëuwsgierig de beide da mes in het gezicht. „Och, mijnheer de officier van justitie, zeide juffrouw Meerholt met bijzondcreo nadruk op den titel, „geef mijn dochter den arm. Ik, oude vrouw, heb geen bescherming noodig. De nachtwacht schrikte en trad, beleefd groetend, op zijde. Teil dacht in Btilte: „Juffrouw Meerholt is een flinke vrouw, die weet zich te helpen." Met genoegen vervulde hij den ridder dienst en bood het lieve meisje den arm, dien zij niet weer losliet voordat men voor do woning der MecrhoIt9 was aangekomen. Juffrouw Meerholt ontsloot de deur, dank te don officier voor zijn gezelschap on trad de donkere gang oinnen. Sabine wilde haar moeder volgen, toen Teil haar met do woor den terughield: „Wacht, juffrouw Meerholt hier zijn lucifers. Bedien u daarvan, an ders vindt u de trap niet. Hij gaf haar een doosje lucifers en door de huisdeur voor do blikken der moeder be schut, kuste hij haar snel op den mond. Had zij werkelijk den kus beantwoord? Of was zij slechts door zijn vermetelheid overrom peld, niet in staat af te weren '2 Pijlsnel ver dween zij in de gang, de deur sloeg dicht en Teil hoorde hoe de sleutel van binnen in het gat gedaan en tweemaal omgcdiaaid werd. Een oogenblik bleef hij staan; toen fluis terde hij. „Foei, dat was slecht van je 1" Zou hij een meisje, dat met zijn beide stiefbroeders verloofd was geweest, ooit tot zijn aanstaande begceren? Zou hij mogen genieten, waar Adolf en Peter ook rced9 genoten hadden? Hij huiverde. Een gevoel van haat tegen zichzelf kwam er in zijn hart op. Die kus kwam hem thans als een huichelachtig gegeven belofte voor, als een gelofte, welko hij snood breken wilde. Maar zij was zoo bekoorlijk in de bctoovoring van haar frissche jeugd; zoo verleidelijk met den gouden glans van haar blonden baardos, zoo zin bedwelmend met den fonke lenden sfelialkschen blik van haar viooltjes oogen 1 Als bet zonde was zulk een paar lippen te kussen, waar was do man, die in dorgclijkcn toestand niet voor dc verzoe king bezweken ware! (Wordi vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5