PERSOVERZICHT. FEUILLETON. No. 13941". Anno 1905. In een asterisk: „Ergerlijke par tij c r i t i e k" schreef „D e Stand- a a rd": Bij benoemingen, zoo luidt het liberaal ad vies, mag alleen gelet worden p „be kwaamheid en geschiktheid." De libjrale pers is verstoord over de be noeming van den heer W i r t z als school opziener te Winschoten toont ze nu aan, dat do heer Wirtz hetzij niet bekwaam hetzij niet geschikt is? Dat kan ze niet. Des hccren Wirtz' be kwaamheid is een ieder bekend, en te Gro ningen zelf heeft een ieder zijn geschikt heid, wat tact in den omgang betreft» en in zijn arrondissement zijn geschiktheid als opziener kunnen waardeeren. Alleen zou ze kunnen zeggen, dat de heer "Wirtz ook wel op politiek gebied zich Streifzugc veroorlooftmaar ook dit gaat niet, want in het Noorden werkt ook als opziener de heer Zolveldor, van meetings wel bekend als liberaal agitator. Neen, ze heeft een heel andere grief, t.w. dat de heer Wirtz antirovolu- tionnair is. Ware hij liberaal, or zou geen aanmerking vallenmaar de heer Wirtz is dat niet. En wat nog erger is, de opziener in het district Groningen, de heer Kloppers, is ook niet liberaal. En oat in do liberale provincie Groningen 1 Toppunt van partijdigheid! Hoe rijmt d nu? Staande houden, dat alleen do maatstaf va.i „bekwaamheid en geschiktheid" raag worden aangelegd, en te gelijk de benoe ming van een aleszins bekwaam en geacht paan c.Neuron, omdat hij niet libe raal is. Immers van een Itoomsche be- noemiDg was hier ganseh geen sprake. Is nu ergerlijke partijcritiek denkbaar? Stelt de liberale pers zich thans op het standpunt, dat ook in de schoolinspectie, naar z \:;o proportie, bij gelijkj bekwaam heid en geschiktheid, mannen van verschil lende richting beV oren op te treden, wat da.i te oordeelen over de rregaando partijdigheid van vroegere liberale Kabi netten In de gewesten, die benoorden den Moer dijk liggen, bestaan twintig distrieten, en tot 188-1 waren deze allo bezet door Liberalen. In dat jaar is er één antirevolutio nair to Zuti'en gekomen. En toen heeft het weer zestien jaren geduurd, eer er ook in Zwolle en Middelburg een antirevolutionair bijkwam. Toen het tegenwoordig Kabinet optrad, bestond cv alzoo deze verhouding, dat er op do twintig personea niet minder dan zeventien liberalen waren. Zoo men dan nu op politieke kleur wil letten, was dit dan niet het ultra van partijdigheid Zeventien tegenover drie, niettegenstaande do stembus keer op keer get ad had, dat de liberalen in minderheid waren. En zegt men nu, dat liet in Limburg en Noord-Brabant toch anders stond, dan zij al aanstonds opgemerkt, dat de berale Kabinetten voor deze provincie altoos wel op „het geloof" letten. Hier was Let benoe men van Eoomschen zelfs regel. Maar dit neemt niet weg, dat ook in Limburg en in half Noord-Brabant de benoemde dis trictsschoolopzieners, ook al waren ze Roomscb, behoor en tot der liberalen vrien7 den. We kunnen alzoo op de proportie van 17 tegen 3 benoorden Moerdijk onverzwakten nadruk doen vallen. Thans, na de benoeming van den heer Wirtz, is deze proportie ondr. dit Kabinet verandord van 17 3 in die van 14 6. Indien men, golijk de liberale pers dit maal, uit haar rol vallend, deed, in de eerste plaats zelfs op politiek© kleur let, zoo kan derhalve hoogstens gezegd, dat de partijdigheid van vroegere Kabinetten thans eenigermato getemperd werd. Wij zouden zeggen, dat nu gebleken is, dat do bekwame cn geschikte mannen vol strekt niet uitsluitend onder de liberalen te zoeken zijn, maar ook onder mannen an deren geestes worden gevonden. Maar zelfs op dit thans door de liberale SSijii. J&Ioedeï-. 23) „Ja, ja, Peter", zeide de goudsmid met zijn zachte, min of meer lispelende stem, ,,do lieve God ziet alles, wat gij doet, en gij zult eenmaal voor elk onnut woord, dat uit uw mond gaat, rekenschap hebben af te leg gen." De fcoegesprokene lachte spottend, alsof het niet de moeite waard was op dit verwijt in te gaan, en hij wees met de hand naar den tuin: „Ga binnen, waarde pleegvader, het concert zal dadelijic beginnen; mijn broeder Aclolf stemt reeds zijn keel." Hij sneed met deze uitnoodiging elke verdere uiteenzetting af en wendde zich tot een groep van nieuw© aankomelingen. Dö heer Lampert zuchtte cn bood zijn wederhelft den arm. Beiden zeilden als twee in vlaggengaJa paradeerend© fregat ten zelfbewust den tuin in; Sabine \olgde hen als een licht beweeglijke, slanke aviso en liet haar oogen over de menigte zweven. „Daar! Daarachter 1'' fluisterde zij me vrouw Lampert in; „daar staat de tribune. Wij zullen daarvoor gaan zitten; ik geloof, dat Adolf een tafel voor ons heeft gereser veerd De instrumentmaker had zijn pleegouders en zijn meisje zien aankomen. Hij kwam hen te gcmoct, groette hen. Hij bracht alle drie aan een kleine tafel en zcide: „Zoo, hier zit gij het best; wij beginnen dadelijk." Hij boog zich tot zijn meisje over,dat reeds plaats genomen had, en fluisterde haar pers ingenomen standpunt, dat ook bij deze benoemingen met politiek© richting te re kenen zij, i3 de nadere uitwerking van doze gedachte, vooral in „H et V aderlan d", voor geen verdediging vatbaar. Dit blad stelt het namelijk voor, alsof men in liberale steden alleen een liberaal mocht benoemen, omdat er het openbaar onderwijs sterk bloeit, en het bijzonder on derwijs er weinig te beduiden heeft. Dit nu raakt kant noch waL Dat men in een gemeente als Leeuwar den liefst een liberaal burgemees ter, en in een provincio als Drente liefst een liberaal C ommissaris benoemd ziet, spreekt vanzelf. Had het tegenwoor dig Kabinet anders gehandeld, er zou tot billijke klacht aanleiding geweest zijn, want tusschen ht hoofd eener gemeente of provincie, en de inwoners in die gemeente of provincie, behoort zekere harmonie te bestaan. Maar juist omgekeerd is het bij de Schoolinspectie. Hier toch komt het op scherp© controle aan, en daarom juist zou men te vreezen hebben, dat een man, van het openbaar onderwijs herkomstig, leemten bij het openbaar, en een man, van het bijzonder onderwijs komend, leemten bij het bijzon der onderwijs verschoonen zou. Voor zoover hier dus van gevaar voor partijdigheid sprak© kon zijn, zou dit juist kunnen opkomen, indien een niet-liberaal benoemd was in een district, waar het bijzonder onderwijs de overhand had; en gaat men juist het veiligst door zoo iemand te plaatsen in een district, dat alle aanleiding hiertoe mist. En dat juist is het geval in een zoo overwegend liberale pro vincie als Groningen. Yan welken kant men do geoefende cri- tiek dan oo. toetst, steeds blijkt z© onge meen partijdig te zijn. Toch had deze critiek dit goede, dat ze ons ongezocht de gelegenheid bood, om, gemeten naar den maatstaf, door de libe ral© pers zelve thans aangelegd, de partij digheid, waaraan in het bezetten van <ie schoolinspectie vroegere liberale Kabinet ten zich schuldig maakten, eens in onwo- dérïögbare cijfers te doen uitkomen. Gelukkig mag er bij worden gevoegd, dat bij de schoolinspectie van partijdigheid in de uitoefening van liet ambt, voor zooveel ons ter oore kwam, zeer zelden iets to be speuren viel. Do bijzonder© school klaagt bijna nooit over liberal© opzieners, en wat de anti- rcvolutionnairo opzieners betrerc-, is in de liberale pers over dc gedraging dezer hee ren ten opzichte van het openbaar onder wijs, nooit klacht geuit. Iets, wat zo zeer zeker niet zou hebben nagelaten to doen, bijaldien er oorzaak tot klacht geweest ware. Inzak© de benoeming van den heer Wirtz schrijft men aan het „Handelsblad": Nu ,,D e Standaard'' ingaat op het geen „Het Vaderland'' en ook wij schreven naar aanleiding van de bonoeming van den heer Wirtz tot schoolopziener in het district Winschoten, zij het ons vergund nog een enkel woord in het midden te brengen. „Toont do liberal© pers aan," aldus vraagt „De Standaard," „dat de heer Wirtz hetzij niet bekwaam, hetzij niet geschikt is? Dat kan ze niet. Des heeren Wirtz' bekwaamheid is een ieder bekend en te Groningen zelf heeft een ieder zijn geschiktheid, wat tact in uea omgang betreft, en in zijn arrondissement zijn ge schiktheid als opziener kunnen waardee ren/' Wat des heeren Wirtz' bekwaamheid betreft, die is toch zeker niet zóó groot, dat zij „een ieder" zou bekend zijn. Do heer Wirtz was vóór zijn benoeming tot arrondissements-schoolopziener, hoofd eener christelijke school. Speciale capaci teiten zijn in het openbaar niet van hem waargenomen, ook niet op onderwijsgebied. Wat niet wegneemt, dat hij toch een be kwaam onderwijzer kan geweest zijn. Doch zoo zijn er duizenden, minstens honderden in ons land, Hoe evenwel staat het met d e geschiktheid des heeren Wirtz? iu het kleine oor: „Zijt gij nog boos op mij, Sabine?" Deze schudde het hoofd, maar toch pruil de eventjes haar fijn besneden mondje. Zij zag den galant in zijn eerlijk gezicht en zei niet onvriendelijk: „Doe uw best, opdat ook Peter leere begrijpen wat gij kunt." Adolf lachte: „Wat gaat ons Peter aan 1 Alleen voor jou wil ik zingen, en als het jou bevalt, applaudisseer dan, dat zal mijn schoonste belooning zijn." Hij was reeds weder heengegaan en stond nu met zijn kwartetgenooten op de houten trap, waar hij do stemvork cleed trillen, om den juisten toon aan te geven. Het waren niet juist uitsluitend de inge wikkeldst© composities voor vierstemmigen mannenzang, welke de vereenigïng „Har monie" in haar repertoire had opgenomen maar het waren oude, bekende volksliede ren, welke steeds het oor streelcn en ook tot de harten der niet-pretensieuze toe hoorders iets te zeggen hebben; zoo du eu dan werd ook een echte parel van Duitsche zangkunst ten beste gegeven. Met een pa triottisch lied werd de avond ingezet en na een meervoudig „pst, pst", dat waarschu wend door den tuin klonk, zwegeD de bab beltongen, en alles luisterde naar do vier mannon, die in zwarte rokken en met witte handschoenen op de tribune stonden en hua kelen in den dienst der heilige Caecilïa zoozeer inspanden, dat dc aderen opzwol len en den dikken bas de schelvischoogen als het ware uit de kassen traden. Peter had de functie aan de kas aan een jonger lid van het feestcomité overgegeven, kwam aan de tafel zijner pleegouders en zetce zich naast Sabine op den stoel, dien Adolf voor zichzelf gereserveerd had gedu- De Staat eischt van zijn ambtenaren, dat zij met hart en ziel de belangen zullen be hartigen van dat déél der regceringstaak, hun opgedragen. De Staat vraagt toewijding. En hoc is het nu mogelijk, dat iemand, die „Het Vaderland" heeft er zoo te recht aan herinnord de openbars school heeft genoemd „Het kind van 't bij wijf", op kan treden als pleitzorger vóór die school? Dat gaat immers niet I „Harmonie, zekoro harmonie/' zegt ,,D o Standaard", „behoort er te bestaan tusschen het hoofd eener gemeente of pro vincie en derzelvcr inwoners, doch," en het volgende is ongetwijfeld nog nooit neer geschreven: „Bij de schoolinspectie is het juist om gekeerd 1" En dan gaat het blad voort: „Hier (bij het schooltoezicht nl.) toch komt het op scherpe controle aan, en daar om juist zou men te vreezen hebben, dat een man, van het openbaar onderwijs her komstig, leemten bij het openbaar, en een man, van het bijzonder onderwijs komend, leemten bij het bijzonder ondorwijs ver schoonen zou. „Voor zoover hier dus van gevaar voor partijdigheid sprake kon zijn, zou dit juist kunnen opkomen, indien een niet-liberaai benoemd was in een district, waar het bij zonder onderwijs de overhand had; en gaat men juist het veiligst door zoo iemand te plaatsen in een district, dat alle aanleiding hiertoe mist. Ep dat juist is het geval in eon zoo overwegend liberale provincio als Groningen." M. a. w.in liberale districten belmo ren kerkelijke on in kerkelijke districten vrijzinnige schoolopzieners benoemd te worden, ^.lacr waarom heeft het tegenwoor dige Kabinet dit beginsel dan niet toege past in N.-Brabant en Limburg? Waarlijk, als iemand in het nauw zit, kan hij moeilijk grooter onzin debiteoren; wit zwart noemen is niet ieders werk. En dan, wat een miskenning van den ar beid van het Schooltoezicht, of controle hier hoofdzaak, het eenige is 1 Weet „De Standaard" niet-, dat het openbaar onderwijs «volgens de Grondwet „een aanhoudende zorg" is van do Regee ring? En dat het schooltoezicht ook hot zijne moet bijdragen dat onderwijs tot bloei te brengen Dat de Regeering inlich tingen en voorstellen van haar ambtena ren verlangt, die leiden kunnen tot volma king van de verschillende takken van dienst? Zou „De Standaard" denken, dat van den heer Wirtz voorstellen kunnen ko men om het openbaar onderwijs kracht bij te zetten? Liever zal hij „het kind van het bijwijf' als vagebond laten opgroeien 1 Neon, neen, de heer Wirtz is niet geschikt voor schoolopziener in het vrijzinnige dis trict Winschoten. Do partijdigheid ligt duimen dik op do- ze benoeming. Trouwens ook op die van den collega van den heer Wirtz, den heer Kloppers, anti- revolutionnair schoolopziener in het vrij zinnige district Groningen. De he©r Kloppers, eertijds hoofd van een christelijk© school te Amsterdam, vertrok naar Transvaal, doch keerde gedurende den oorlog terug. Door medelijden gedreven, be- noemdo hom het liberale bestuur van het Schoolmuseum tot opvolger van den kundi- gen heer Lalleman, te Amsterdam. Plotse ling, als een donderslag bij helderen hemel, leest de verbaasde onderwijswereld, dat de heer Kloppers benoemd is tot districts schoolopziener in Groningen. Wie is hij Yan waar komt hij vroeg men elkaar af. Toch hadden zich voor deze betrekking vel© liberale arrondissementsschoolopzie ners aange>dicnd, die een keurigon dienst staat konden overleggen. En hoe is het gegaan, toen het district Dordrecht vacant kwam Met voorbijgang van allo vrijzinnige ar- rondissemontsschoolopzieners werd benoemd de hoer P. lo Grand, hoofd eener christe lijke school te Amsterdam. rende de pauzes. „Ben julie nog boos?" vroeg hij zacht aan Sabine. Deze zag hem verbaasd aan; hoe kon Pe ter bekend zijn met het kleine meenings- vèrschil, dat zij sedert eenige dagen met haar verloofde had? „Nu, nu," ging Peter voort, „houd u nu niet van den domme. Hij heeft mij toch verteld, hoe gij hem op zijn plaats hebt willen zetten, en hij is er mannelijk trotsch op, dat hij zoo standvastig gebleven is. Het meisje werd rood van verontwaar- ging. Dat haar verloofde niet eens in zulke dingen tegenover zijn broeder den mond kon houdenWat behoefde Peter te weten, dat zij het lange engagement moede was; dat zij er naar haakte te trouwen? Maar Adolf mocht Peter wel even gaarne lijden als haar. En misschien had hij zijn hart moeten uitstorten; misschien had hij be rouw van zijn eigenzinnigheid; misschien liet hem zijn kwaad geweten geen rust. Hij had wel alle reden zich verwijtingen te doen, dat hij tegen den wensch van zijo meisje zoo onverzettelijk was geweest. Welko nietige redenen waren het toch, welk© Adolf aanvoerde voor zijn weigering 1 Hij wilde eerst afwachten, wat het resul taat was van de onderhandelingen met Hasz- lach Wat ring haar de heer Haszlach aan Als «die een compagnon zocht, dan mocht hij nemen wien hij wilde. Daarom behoefd© haar bruiloft toch geen dag uitgesteld te worden Al deze gedachten vlogen Sabino blik semsnel door het brein en bits zeide zij „Wat gaat het jou aan, als ik met Adolf een geschil heb „Dat doet mij leed", zeide Peter. „Ik zou Door deze partijdige benoemingen heeft het huidige Kabinet het schooltoezicht te gen zich in hot harnas gejaagd. Kuypers val was een opluchting ook voor die ambtenaren. Nu mag men weer billijke, rechtvaardige promotie verwachten. Intusschen, wat van kerkelijke zijde ook moge worden aangevoerd, het is niet goed te praten, dat do Regeoring ambtenaren aanstelt, die in den grond van hun hart het openbaar onderwijs verfoeien en toch dat onderwijs moeten behartigen, als zijn de volgens de Grondwet „een aanhoudende zorg van de Regeering".. In „De Bo weging" schrijft mr. P. J. Troelstra een uitvoerig artikel over den liuidigcn politiokon toestand, waarin hij, na een schrijving van den in- drus, dien do K. merverkiczingcn op hom maakten, en een v-rhandeling over do oor zaken van Kuypers val, ook de crisis be spreekt. D© wenschen dor onderscheiden politieke partijen met haar geh.-l uiteenloopcnd© programs vergelijkend, vormt hij aldus zijn oordeel „Of er uit deze verschillend© programs één Regeering3program zal kunnen gedis tilleerd worden, staat to bezien. Natuur lijk wél, indien de heer Van Houten zijn zin krijgt, die uit de stembus-uitspraak afleidt, dat do natio genoeg heeft van nieu we social© wetgeving, zioli tegen do verze- keringswetgeving heeft uitgesproken en nu niets liever heeft dan wat rust, wat werken op de neutraio zóne, aan dingen aJs ad ministratieve rcchl spraak, aan do techniek van ons Staatswezen, enz. Ging deze bewo- ring op, dan zou Borgesius een ministe rie van stilstand moeten vormen, dat zioh buiten de sociale strcoming van onzen tijd plaatst en, als hoogste deugd, vrede en zuinigheid betracht. Het behoeft echter geen betoog, dat zulk een ministorio waar zoovel© sociale ontwerpen van zijn Ghristelijken voorganger gjereed liggen, niots anders zou zijn dan do doodkist, waarin het liberalisme, na zijn jongste stuiptrekking, zichzelf onder het vrcugdo- gezang der Christelijke groepen zou gaan begTaven. Willen dc liberalen, na eerst Kuyper wegen/? zijn gemis aan sociale wet ten te hebben uitgefloten, zich nu met fat soen rtoande houdc-n, dan moeten zij onderworpen als bijv. arbeiderspension- neoring en daarmee samenhangende be lastinghervorming ter hand nemen cn tot een goed eindo brengen. En dat kunnen zij niet, zonder de kiesrechtkwestie op te lossen en daardoor den tcgonstand van heb behoud tegen een voldoende regeling dozer sociale onder werpen te breken. Maar juist daarover loopt hot blijkt uit bovenstaande verge lijking de strijd tussohen do mannen van het manifest en van de liberale concentra tie. Hier wortelt de groot© moeilijkheid bij dj oplossing der aanhangige crisis. Een ministerie van oud-liberalen, Christelijk- historischen cn Roomschen zou, ware het onder de huidige omstandigheden mogelijk (wat niet het geval is), een conservatieve politiek kunnen voeren. Een ministerie van concentratie-liberalen cn anti-revolu tionairen zou, stond niet de scherp© strijd juist tusschen deze groepen, als een muur tussohen hen, een democratische politiek kunnen aanvangen, indien Kuyper daar voor een nieuwen afval van „mannen met tweo namen" uit zijn partij wilde riskeerc-n. Natuurlijk is hiervan geen sprake. Maar oen „vrijzinnige" politiek, is bij de on macht van getal en van heterogeniteit than3 uitgesloten, evenzeer als con „Christelijke" politiek. Zoo vorkeeren wij in een crisis van im potentie, waarbij, zooals trouwens de gan- sohe blanco-opzet van den strijd moest doen voorzien slechts het negatieve duidelijk ©n het positieve één groot vraagteeken is. Naar aanleiding van hot ontslag van rechtsvervolging, door de Haag- scho rechtbank aan den zeventien jarigen Brouwers verleend, bespreekt het gaarne alles, wat u verdriet doet-, uit den weg ruimen." Hij ging nog dichter bij haar zitten, zoodat zijn warme adem haar hals trof, en fluisterde hartstochtelijk: „Als ik uw galant was en gij verzocht mij, dat ik spoedig uw man zou worden, inder daad, Sabine, in dit oogenblik nog stond ik op, om u naar den burgerlijken stand te voeren. Niets zou ik kunnen weigeren aan uw schoon© oogen." Langzaam hief zij nu haar gelaat op cn wendde het toen, half boos, half gestreeld, naar haar buurman. Nadat zij hem een se conde lang vragend had aangezien, liet zij haar oogen langzaam naar de andere zijde zweven en monsterde Adolf, die juist een wals aanhief, dien de kameraden met brom stemmen moesten accompagneeren. Na een korte pauz© zeide zij nadenkend: „Het is merkwaardigUw broeder gelijkt sprekend op je, en toch zijt gij zoo verschillend van elkaar! Hoe kan dat toch zoo zijn?" „Wij gelijken op elkaar, omdat wij tweelingen zijn; Adolf is echter een alle- daagsch mensch en dat ben ik gelukkig niet." De laatste woorden had Peter onwillekeu rig luider gesproken, zoodat zij door den heer Lampert verstaan konden worden. „Een droppel van dat alledaagsche men- schenbloed zou je niet schaden", zeide deze droog: „dan zoudt gij niet zoo doordraaic- rig zijn!" „Pleegvader, u hebt gelijk. Heden willen wij toch nog eens doordraaien", riep Peter uitgelaten. „Kellner, kellner, alle duivels, hoor dan tochBreng ons een flesch rooden wijn, van dien geelgelakten, begrepc" „Maar, Peter", zeide mevrouw Lampcit „wat zijn dat nu voor streken? Waarom be- W e e k o 1 a d van hot Recht" de be grijpelijke ontroering, in verschillende kringen door deze uitspraak cn het over eenkomstig requisitoir gewekt. De angst ia gewettigdImmers, na verloop van het proefjaar in het krankzinnigengesticht kan Brouwers ontslagen worden. En dan is het niet onmogelijk, dab hij opnieuw komt on der denzelfden drang, waarvoor hij nu be zweek, en een nieuw slachtoffer maakt. „Men kan het gevaar, in dergelijke geval len gelegen, zoeken to bezweren door voor ongelukkigen ids Brouwers do kwestie der toerekenbaarheid minder streng op te vat ten en zoo een veroordeeling tot langdurige vrijheidsstraf mogelijk tc maken. Slechts indien die straf zou bestaan in bewaring in een speciaal ingericht, ouder psyohiatrisoho leiding beheerd gesticht, zou men or zich praetisch me© kunnen verzoenen. Theore tisch juister en het rechtsgevoel beter be vredigend is de andere oplossing. Indien de deskundigen als hun oordeel te kennen geven, dat do daad gepleegd is onder den invloed eener gebrekkige ontwikkeling der verstandelijke vermogens, dan behoort de rechter hun te volgen cn een niet toerokon- baar uit t© spreken. Doch dan moet de voor do maatschappij gevaarlijke, in het krank zinnigcngesticht geplaatste, niet tot do vrijheid kunnen terugkecron, tenzij dc rech ter daartoe zijn toestemming gaf. Hij moot, Laten wij maar zeggen, bewaard, wil men, opgeborgen blijven in het krankzinnigenge sticht totdat hot gevaar voor recidicvc ge noegzaam geweken is. Zegt men, hot krank zinnigengesticht is voor die bewaring niet geschikt, dan ligt de conclusie voor de hand, dan moet er zijn een bijzonder go- sticht, voor dergelijke individuen speciaal ingericht. In dc vestiging van zoodanig ge sticht ligt de kern der kwestie. Is zulk eon gesticht er, dan is het betrekkelijk van on dergeschikt. belang of individuen «als Brou wers er komen als toerekenbaron of als onto rekenbaren Hoofdzaak is, dat zij er behandeld worden, zooals hun abnormnJo psychische gesteldheid het vordert." Het blad hoopt, dat dit geval voor de Regeering aanleiding zal zijn om aau dit moeilijke vraagstuk haar vol'c opmerk zaamheid t© schonken. Iu „Belang cn Recht" schrijft M. ondor het opschrift: „Vraagteekons" het volgende over d'cmooder in dc stoon- fa brick: Den heelen dag kindergeschrei op do steenfabriek. In den feilen zonneschijn bukken en dra ven mau en vrouw tusschen andere arbei ders bij het oprapen cn wegbergen van do steenen. In den feilen zonneschijn staat een kinderwagen met een dreinend kind cr in mot vlasblond, onbedekt hoofdje. Een jon gen van een jaar of vier ligt op den grond en trapt cn schreeuwt. Do oudere hebben geen tijd tot holpcn. Wie weet hoé kort dit gunstige weer duurt. Dan weer maanden lang gocn ver diensten. Nu, voor enkele zonnigo dagen, hoo meer sbcenen geraapt, boe meer geld moe naar huis. Voort, voort. Tegen den middag kruipt or iets vreemds over mijn stoep. Wio niet goed tuurt» door den feilen zonneschijn, zou niet weten of het een aap, een bond of iets mcnsdiolijks is, dat daar in rupsvorm ineengedoken be scherming zoekt in dc schaduw van mijn huis. Het blijkt do kleino arbeiderszoon to zijn. „Stout" wcggcloopen, nu onversclui lig zich neerleggend naast mijn hond en mijn poes, die een beetje voor hem opschui ven. Misschien hebben zc iets tegen den stank van dit kleine muskusdier, dio al van bcol verre to ruiken is. Blijkbaar heeft do moe der geen gelegenheid gehad in eonig op zicht to zorgen voor haar nog voel hulp behocvcnden zoon. Spreken kan hij zeker niet. Als hem ver snaperingen worden mangeboden, vraagt hij alleen met gretige oogen „Pap 1" Als hij eindelijk vorschcideno dingen heeft verorberd, die hem smaken, zet hij zijr handen op zijn knieën en kijkt vcrgc- stelt gij dien duren wijn?" „Het zal wel zuro kost zijn 1" zcido de goudsmid, den neus optrekkend. „Dc geclgelakte is goed", zoid© Peter, „het is niet do eerste flesch, di© ik er van drink." „Dat geloof ik", bromde do heer Lampert; „do enkele verdiende groschen springen jo zeker weder in den zak." „Nu, liet zijn vijf en zeventig mark, welke ik deze week bijeengeschraapt heb; wat blijft er iemand anders over dan zijn geld te verjubelen? Als ik cca vrouwtje thuis hda, nu... dan kon ik ook rnefc haar een flesch roodc baai drinkenvoor twee zou mijn ver dienste ook toereikende zijn." „Waarom trouwt gij dan niet?" vroeg do goudsmid. „Maar Wilhelm 1" stoof mevrouw Lamport op, terwijl zij baar stevig knuistje op den arm van haar man legde, „spreek toch geen zotheden tegen Peter. Eerst moet hij een' flinke meester zijn, voordat hij er aan kan denken een eigen nestje tc bouwen". „Dat kon hij al lang zijn," zcide do echt genoot, „de lievo God heeft hem in Zijn! goede genade de beste talenten geschon ken, ïpaar bij zal nooit den meesterbncD krijgen." „Waarom niet?" vroeg Peter op scher« pen toon. „Omdat gij u aan den duivel hebt over* geleverd 1" antwoorddo kalm dc plcegva* der; „omdat gij u door den lijmstok van' dio sociaal-democratische vogelvanger» hebt laten vangen, die u do veoron uitpluk ken en do vleugels van godsvrucht cn van vaderlandsliefde verminken." Wordt vervolgd.").

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5