PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
No. 13941".
Anno 1905.
In een asterisk: „Ergerlijke par
tij c r i t i e k" schreef „D e Stand-
a a rd":
Bij benoemingen, zoo luidt het liberaal
ad vies, mag alleen gelet worden p „be
kwaamheid en geschiktheid."
De libjrale pers is verstoord over de be
noeming van den heer W i r t z als school
opziener te Winschoten toont ze nu aan,
dat do heer Wirtz hetzij niet bekwaam
hetzij niet geschikt is?
Dat kan ze niet. Des hccren Wirtz' be
kwaamheid is een ieder bekend, en te Gro
ningen zelf heeft een ieder zijn geschikt
heid, wat tact in den omgang betreft» en
in zijn arrondissement zijn geschiktheid als
opziener kunnen waardeeren.
Alleen zou ze kunnen zeggen, dat de heer
"Wirtz ook wel op politiek gebied zich
Streifzugc veroorlooftmaar ook
dit gaat niet, want in het Noorden werkt
ook als opziener de heer Zolveldor, van
meetings wel bekend als liberaal agitator.
Neen, ze heeft een heel andere grief,
t.w. dat de heer Wirtz antirovolu-
tionnair is. Ware hij liberaal, or
zou geen aanmerking vallenmaar de heer
Wirtz is dat niet. En wat nog erger is,
de opziener in het district Groningen, de
heer Kloppers, is ook niet liberaal. En
oat in do liberale provincie Groningen 1
Toppunt van partijdigheid!
Hoe rijmt d nu?
Staande houden, dat alleen do maatstaf
va.i „bekwaamheid en geschiktheid" raag
worden aangelegd, en te gelijk de benoe
ming van een aleszins bekwaam en geacht
paan c.Neuron, omdat hij niet libe
raal is. Immers van een Itoomsche be-
noemiDg was hier ganseh geen sprake.
Is nu ergerlijke partijcritiek denkbaar?
Stelt de liberale pers zich thans op het
standpunt, dat ook in de schoolinspectie,
naar z \:;o proportie, bij gelijkj bekwaam
heid en geschiktheid, mannen van verschil
lende richting beV oren op te treden,
wat da.i te oordeelen over de rregaando
partijdigheid van vroegere liberale Kabi
netten
In de gewesten, die benoorden den Moer
dijk liggen, bestaan twintig distrieten,
en tot 188-1 waren deze allo bezet door
Liberalen. In dat jaar is er één antirevolutio
nair to Zuti'en gekomen. En toen heeft het
weer zestien jaren geduurd, eer er ook in
Zwolle en Middelburg een antirevolutionair
bijkwam.
Toen het tegenwoordig Kabinet optrad,
bestond cv alzoo deze verhouding, dat er
op do twintig personea niet minder dan
zeventien liberalen waren.
Zoo men dan nu op politieke kleur wil
letten, was dit dan niet het ultra van
partijdigheid Zeventien tegenover
drie, niettegenstaande do stembus keer
op keer get ad had, dat de liberalen in
minderheid waren.
En zegt men nu, dat liet in Limburg en
Noord-Brabant toch anders stond, dan zij
al aanstonds opgemerkt, dat de berale
Kabinetten voor deze provincie altoos wel
op „het geloof" letten. Hier was Let benoe
men van Eoomschen zelfs regel. Maar
dit neemt niet weg, dat ook in Limburg en
in half Noord-Brabant de benoemde dis
trictsschoolopzieners, ook al waren ze
Roomscb, behoor en tot der liberalen vrien7
den.
We kunnen alzoo op de proportie van 17
tegen 3 benoorden Moerdijk onverzwakten
nadruk doen vallen.
Thans, na de benoeming van den heer
Wirtz, is deze proportie ondr. dit Kabinet
verandord van 17 3 in die van 14 6.
Indien men, golijk de liberale pers dit
maal, uit haar rol vallend, deed, in de
eerste plaats zelfs op politiek© kleur let,
zoo kan derhalve hoogstens gezegd, dat de
partijdigheid van vroegere Kabinetten
thans eenigermato getemperd werd.
Wij zouden zeggen, dat nu gebleken is,
dat do bekwame cn geschikte mannen vol
strekt niet uitsluitend onder de liberalen
te zoeken zijn, maar ook onder mannen an
deren geestes worden gevonden.
Maar zelfs op dit thans door de liberale
SSijii. J&Ioedeï-.
23)
„Ja, ja, Peter", zeide de goudsmid met
zijn zachte, min of meer lispelende stem, ,,do
lieve God ziet alles, wat gij doet, en gij zult
eenmaal voor elk onnut woord, dat uit uw
mond gaat, rekenschap hebben af te leg
gen."
De fcoegesprokene lachte spottend, alsof
het niet de moeite waard was op dit verwijt
in te gaan, en hij wees met de hand naar
den tuin: „Ga binnen, waarde pleegvader,
het concert zal dadelijic beginnen; mijn
broeder Aclolf stemt reeds zijn keel." Hij
sneed met deze uitnoodiging elke verdere
uiteenzetting af en wendde zich tot een
groep van nieuw© aankomelingen.
Dö heer Lampert zuchtte cn bood zijn
wederhelft den arm. Beiden zeilden als
twee in vlaggengaJa paradeerend© fregat
ten zelfbewust den tuin in; Sabine \olgde
hen als een licht beweeglijke, slanke aviso
en liet haar oogen over de menigte zweven.
„Daar! Daarachter 1'' fluisterde zij me
vrouw Lampert in; „daar staat de tribune.
Wij zullen daarvoor gaan zitten; ik geloof,
dat Adolf een tafel voor ons heeft gereser
veerd
De instrumentmaker had zijn pleegouders
en zijn meisje zien aankomen. Hij kwam
hen te gcmoct, groette hen. Hij bracht alle
drie aan een kleine tafel en zcide: „Zoo, hier
zit gij het best; wij beginnen dadelijk."
Hij boog zich tot zijn meisje over,dat
reeds plaats genomen had, en fluisterde haar
pers ingenomen standpunt, dat ook bij deze
benoemingen met politiek© richting te re
kenen zij, i3 de nadere uitwerking van doze
gedachte, vooral in „H et V aderlan d",
voor geen verdediging vatbaar.
Dit blad stelt het namelijk voor, alsof
men in liberale steden alleen een liberaal
mocht benoemen, omdat er het openbaar
onderwijs sterk bloeit, en het bijzonder on
derwijs er weinig te beduiden heeft.
Dit nu raakt kant noch waL
Dat men in een gemeente als Leeuwar
den liefst een liberaal burgemees
ter, en in een provincio als Drente liefst
een liberaal C ommissaris benoemd
ziet, spreekt vanzelf. Had het tegenwoor
dig Kabinet anders gehandeld, er zou tot
billijke klacht aanleiding geweest zijn,
want tusschen ht hoofd eener gemeente of
provincie, en de inwoners in die gemeente
of provincie, behoort zekere harmonie te
bestaan.
Maar juist omgekeerd is het bij de
Schoolinspectie.
Hier toch komt het op scherp© controle
aan, en daarom juist zou men te vreezen
hebben, dat een man, van het openbaar
onderwijs herkomstig, leemten bij het
openbaar, en een man, van het bijzonder
onderwijs komend, leemten bij het bijzon
der onderwijs verschoonen zou.
Voor zoover hier dus van gevaar voor
partijdigheid sprak© kon zijn, zou dit juist
kunnen opkomen, indien een niet-liberaal
benoemd was in een district, waar het
bijzonder onderwijs de overhand had; en
gaat men juist het veiligst door zoo
iemand te plaatsen in een district, dat alle
aanleiding hiertoe mist. En dat juist is het
geval in een zoo overwegend liberale pro
vincie als Groningen.
Yan welken kant men do geoefende cri-
tiek dan oo. toetst, steeds blijkt z© onge
meen partijdig te zijn.
Toch had deze critiek dit goede, dat ze
ons ongezocht de gelegenheid bood, om,
gemeten naar den maatstaf, door de libe
ral© pers zelve thans aangelegd, de partij
digheid, waaraan in het bezetten van <ie
schoolinspectie vroegere liberale Kabinet
ten zich schuldig maakten, eens in onwo-
dérïögbare cijfers te doen uitkomen.
Gelukkig mag er bij worden gevoegd, dat
bij de schoolinspectie van partijdigheid in
de uitoefening van liet ambt, voor zooveel
ons ter oore kwam, zeer zelden iets to be
speuren viel.
Do bijzonder© school klaagt bijna nooit
over liberal© opzieners, en wat de anti-
rcvolutionnairo opzieners betrerc-, is in de
liberale pers over dc gedraging dezer hee
ren ten opzichte van het openbaar onder
wijs, nooit klacht geuit.
Iets, wat zo zeer zeker niet zou hebben
nagelaten to doen, bijaldien er oorzaak tot
klacht geweest ware.
Inzak© de benoeming van den heer Wirtz
schrijft men aan het „Handelsblad":
Nu ,,D e Standaard'' ingaat op het
geen „Het Vaderland'' en ook wij
schreven naar aanleiding van de bonoeming
van den heer Wirtz tot schoolopziener in
het district Winschoten, zij het ons vergund
nog een enkel woord in het midden te
brengen.
„Toont do liberal© pers aan," aldus
vraagt „De Standaard," „dat de
heer Wirtz hetzij niet bekwaam, hetzij
niet geschikt is? Dat kan ze niet. Des
heeren Wirtz' bekwaamheid is een ieder
bekend en te Groningen zelf heeft een ieder
zijn geschiktheid, wat tact in uea omgang
betreft, en in zijn arrondissement zijn ge
schiktheid als opziener kunnen waardee
ren/'
Wat des heeren Wirtz' bekwaamheid
betreft, die is toch zeker niet zóó groot,
dat zij „een ieder" zou bekend zijn. Do
heer Wirtz was vóór zijn benoeming tot
arrondissements-schoolopziener, hoofd
eener christelijke school. Speciale capaci
teiten zijn in het openbaar niet van hem
waargenomen, ook niet op onderwijsgebied.
Wat niet wegneemt, dat hij toch een be
kwaam onderwijzer kan geweest zijn. Doch
zoo zijn er duizenden, minstens honderden
in ons land, Hoe evenwel staat het met d e
geschiktheid des heeren Wirtz?
iu het kleine oor: „Zijt gij nog boos op mij,
Sabine?"
Deze schudde het hoofd, maar toch pruil
de eventjes haar fijn besneden mondje. Zij
zag den galant in zijn eerlijk gezicht en zei
niet onvriendelijk: „Doe uw best, opdat
ook Peter leere begrijpen wat gij kunt."
Adolf lachte: „Wat gaat ons Peter aan 1
Alleen voor jou wil ik zingen, en als het jou
bevalt, applaudisseer dan, dat zal mijn
schoonste belooning zijn."
Hij was reeds weder heengegaan en
stond nu met zijn kwartetgenooten op de
houten trap, waar hij do stemvork cleed
trillen, om den juisten toon aan te geven.
Het waren niet juist uitsluitend de inge
wikkeldst© composities voor vierstemmigen
mannenzang, welke de vereenigïng „Har
monie" in haar repertoire had opgenomen
maar het waren oude, bekende volksliede
ren, welke steeds het oor streelcn en ook
tot de harten der niet-pretensieuze toe
hoorders iets te zeggen hebben; zoo du eu
dan werd ook een echte parel van Duitsche
zangkunst ten beste gegeven. Met een pa
triottisch lied werd de avond ingezet en na
een meervoudig „pst, pst", dat waarschu
wend door den tuin klonk, zwegeD de bab
beltongen, en alles luisterde naar do vier
mannon, die in zwarte rokken en met witte
handschoenen op de tribune stonden en hua
kelen in den dienst der heilige Caecilïa
zoozeer inspanden, dat dc aderen opzwol
len en den dikken bas de schelvischoogen
als het ware uit de kassen traden.
Peter had de functie aan de kas aan een
jonger lid van het feestcomité overgegeven,
kwam aan de tafel zijner pleegouders en
zetce zich naast Sabine op den stoel, dien
Adolf voor zichzelf gereserveerd had gedu-
De Staat eischt van zijn ambtenaren, dat
zij met hart en ziel de belangen zullen be
hartigen van dat déél der regceringstaak,
hun opgedragen.
De Staat vraagt toewijding.
En hoc is het nu mogelijk, dat iemand,
die „Het Vaderland" heeft er zoo
te recht aan herinnord de openbars
school heeft genoemd „Het kind van 't bij
wijf", op kan treden als pleitzorger vóór
die school?
Dat gaat immers niet I
„Harmonie, zekoro harmonie/' zegt ,,D o
Standaard", „behoort er te bestaan
tusschen het hoofd eener gemeente of pro
vincie en derzelvcr inwoners, doch," en
het volgende is ongetwijfeld nog nooit neer
geschreven:
„Bij de schoolinspectie is het juist om
gekeerd 1"
En dan gaat het blad voort:
„Hier (bij het schooltoezicht nl.) toch
komt het op scherpe controle aan, en daar
om juist zou men te vreezen hebben, dat
een man, van het openbaar onderwijs her
komstig, leemten bij het openbaar, en een
man, van het bijzonder onderwijs komend,
leemten bij het bijzonder ondorwijs ver
schoonen zou.
„Voor zoover hier dus van gevaar voor
partijdigheid sprake kon zijn, zou dit juist
kunnen opkomen, indien een niet-liberaai
benoemd was in een district, waar het bij
zonder onderwijs de overhand had; en gaat
men juist het veiligst door zoo iemand te
plaatsen in een district, dat alle aanleiding
hiertoe mist. Ep dat juist is het geval in
eon zoo overwegend liberale provincio als
Groningen."
M. a. w.in liberale districten belmo
ren kerkelijke on in kerkelijke districten
vrijzinnige schoolopzieners benoemd te
worden, ^.lacr waarom heeft het tegenwoor
dige Kabinet dit beginsel dan niet toege
past in N.-Brabant en Limburg?
Waarlijk, als iemand in het nauw zit, kan
hij moeilijk grooter onzin debiteoren; wit
zwart noemen is niet ieders werk.
En dan, wat een miskenning van den ar
beid van het Schooltoezicht, of controle
hier hoofdzaak, het eenige is 1
Weet „De Standaard" niet-, dat het
openbaar onderwijs «volgens de Grondwet
„een aanhoudende zorg" is van do Regee
ring? En dat het schooltoezicht ook hot
zijne moet bijdragen dat onderwijs tot
bloei te brengen Dat de Regeering inlich
tingen en voorstellen van haar ambtena
ren verlangt, die leiden kunnen tot volma
king van de verschillende takken van
dienst?
Zou „De Standaard" denken, dat
van den heer Wirtz voorstellen kunnen ko
men om het openbaar onderwijs kracht bij
te zetten? Liever zal hij „het kind van het
bijwijf' als vagebond laten opgroeien 1
Neon, neen, de heer Wirtz is niet geschikt
voor schoolopziener in het vrijzinnige dis
trict Winschoten.
Do partijdigheid ligt duimen dik op do-
ze benoeming.
Trouwens ook op die van den collega van
den heer Wirtz, den heer Kloppers, anti-
revolutionnair schoolopziener in het vrij
zinnige district Groningen.
De he©r Kloppers, eertijds hoofd van een
christelijk© school te Amsterdam, vertrok
naar Transvaal, doch keerde gedurende den
oorlog terug. Door medelijden gedreven, be-
noemdo hom het liberale bestuur van het
Schoolmuseum tot opvolger van den kundi-
gen heer Lalleman, te Amsterdam. Plotse
ling, als een donderslag bij helderen hemel,
leest de verbaasde onderwijswereld, dat de
heer Kloppers benoemd is tot districts
schoolopziener in Groningen.
Wie is hij Yan waar komt hij vroeg
men elkaar af.
Toch hadden zich voor deze betrekking
vel© liberale arrondissementsschoolopzie
ners aange>dicnd, die een keurigon dienst
staat konden overleggen.
En hoe is het gegaan, toen het district
Dordrecht vacant kwam
Met voorbijgang van allo vrijzinnige ar-
rondissemontsschoolopzieners werd benoemd
de hoer P. lo Grand, hoofd eener christe
lijke school te Amsterdam.
rende de pauzes.
„Ben julie nog boos?" vroeg hij zacht
aan Sabine.
Deze zag hem verbaasd aan; hoe kon Pe
ter bekend zijn met het kleine meenings-
vèrschil, dat zij sedert eenige dagen met
haar verloofde had?
„Nu, nu," ging Peter voort, „houd u nu
niet van den domme. Hij heeft mij toch
verteld, hoe gij hem op zijn plaats hebt
willen zetten, en hij is er mannelijk trotsch
op, dat hij zoo standvastig gebleven is.
Het meisje werd rood van verontwaar-
ging. Dat haar verloofde niet eens in zulke
dingen tegenover zijn broeder den mond
kon houdenWat behoefde Peter te weten,
dat zij het lange engagement moede was;
dat zij er naar haakte te trouwen? Maar
Adolf mocht Peter wel even gaarne lijden
als haar. En misschien had hij zijn hart
moeten uitstorten; misschien had hij be
rouw van zijn eigenzinnigheid; misschien
liet hem zijn kwaad geweten geen rust. Hij
had wel alle reden zich verwijtingen te
doen, dat hij tegen den wensch van zijo
meisje zoo onverzettelijk was geweest.
Welko nietige redenen waren het toch,
welk© Adolf aanvoerde voor zijn weigering 1
Hij wilde eerst afwachten, wat het resul
taat was van de onderhandelingen met Hasz-
lach Wat ring haar de heer Haszlach aan
Als «die een compagnon zocht, dan mocht
hij nemen wien hij wilde. Daarom behoefd©
haar bruiloft toch geen dag uitgesteld te
worden
Al deze gedachten vlogen Sabino blik
semsnel door het brein en bits zeide zij
„Wat gaat het jou aan, als ik met Adolf
een geschil heb
„Dat doet mij leed", zeide Peter. „Ik zou
Door deze partijdige benoemingen heeft
het huidige Kabinet het schooltoezicht te
gen zich in hot harnas gejaagd.
Kuypers val was een opluchting ook voor
die ambtenaren. Nu mag men weer billijke,
rechtvaardige promotie verwachten.
Intusschen, wat van kerkelijke zijde ook
moge worden aangevoerd, het is niet goed
te praten, dat do Regeoring ambtenaren
aanstelt, die in den grond van hun hart
het openbaar onderwijs verfoeien en toch
dat onderwijs moeten behartigen, als zijn
de volgens de Grondwet „een aanhoudende
zorg van de Regeering"..
In „De Bo weging" schrijft mr. P.
J. Troelstra een uitvoerig artikel over den
liuidigcn politiokon toestand,
waarin hij, na een schrijving van den in-
drus, dien do K. merverkiczingcn op hom
maakten, en een v-rhandeling over do oor
zaken van Kuypers val, ook de crisis be
spreekt.
D© wenschen dor onderscheiden politieke
partijen met haar geh.-l uiteenloopcnd©
programs vergelijkend, vormt hij aldus zijn
oordeel
„Of er uit deze verschillend© programs
één Regeering3program zal kunnen gedis
tilleerd worden, staat to bezien. Natuur
lijk wél, indien de heer Van Houten zijn
zin krijgt, die uit de stembus-uitspraak
afleidt, dat do natio genoeg heeft van nieu
we social© wetgeving, zioli tegen do verze-
keringswetgeving heeft uitgesproken en nu
niets liever heeft dan wat rust, wat werken
op de neutraio zóne, aan dingen aJs ad
ministratieve rcchl spraak, aan do techniek
van ons Staatswezen, enz. Ging deze bewo-
ring op, dan zou Borgesius een ministe
rie van stilstand moeten vormen,
dat zioh buiten de sociale strcoming van
onzen tijd plaatst en, als hoogste deugd,
vrede en zuinigheid betracht. Het behoeft
echter geen betoog, dat zulk een ministorio
waar zoovel© sociale ontwerpen van zijn
Ghristelijken voorganger gjereed liggen,
niots anders zou zijn dan do doodkist,
waarin het liberalisme, na zijn jongste
stuiptrekking, zichzelf onder het vrcugdo-
gezang der Christelijke groepen zou gaan
begTaven. Willen dc liberalen, na eerst
Kuyper wegen/? zijn gemis aan sociale wet
ten te hebben uitgefloten, zich nu met fat
soen rtoande houdc-n, dan moeten zij
onderworpen als bijv. arbeiderspension-
neoring en daarmee samenhangende be
lastinghervorming ter hand nemen cn tot
een goed eindo brengen.
En dat kunnen zij niet, zonder de
kiesrechtkwestie op te lossen en daardoor
den tcgonstand van heb behoud tegen een
voldoende regeling dozer sociale onder
werpen te breken. Maar juist daarover
loopt hot blijkt uit bovenstaande verge
lijking de strijd tussohen do mannen van
het manifest en van de liberale concentra
tie.
Hier wortelt de groot© moeilijkheid bij
dj oplossing der aanhangige crisis. Een
ministerie van oud-liberalen, Christelijk-
historischen cn Roomschen zou, ware het
onder de huidige omstandigheden mogelijk
(wat niet het geval is), een conservatieve
politiek kunnen voeren. Een ministerie
van concentratie-liberalen cn anti-revolu
tionairen zou, stond niet de scherp© strijd
juist tusschen deze groepen, als een muur
tussohen hen, een democratische politiek
kunnen aanvangen, indien Kuyper daar
voor een nieuwen afval van „mannen met
tweo namen" uit zijn partij wilde riskeerc-n.
Natuurlijk is hiervan geen sprake. Maar
oen „vrijzinnige" politiek, is bij de on
macht van getal en van heterogeniteit than3
uitgesloten, evenzeer als con „Christelijke"
politiek.
Zoo vorkeeren wij in een crisis van im
potentie, waarbij, zooals trouwens de gan-
sohe blanco-opzet van den strijd moest
doen voorzien slechts het negatieve
duidelijk ©n het positieve één groot
vraagteeken is.
Naar aanleiding van hot ontslag van
rechtsvervolging, door de Haag-
scho rechtbank aan den zeventien jarigen
Brouwers verleend, bespreekt het
gaarne alles, wat u verdriet doet-, uit den
weg ruimen." Hij ging nog dichter bij
haar zitten, zoodat zijn warme adem haar
hals trof, en fluisterde hartstochtelijk:
„Als ik uw galant was en gij verzocht mij,
dat ik spoedig uw man zou worden, inder
daad, Sabine, in dit oogenblik nog stond
ik op, om u naar den burgerlijken stand
te voeren. Niets zou ik kunnen weigeren
aan uw schoon© oogen."
Langzaam hief zij nu haar gelaat op cn
wendde het toen, half boos, half gestreeld,
naar haar buurman. Nadat zij hem een se
conde lang vragend had aangezien, liet zij
haar oogen langzaam naar de andere zijde
zweven en monsterde Adolf, die juist een
wals aanhief, dien de kameraden met brom
stemmen moesten accompagneeren. Na een
korte pauz© zeide zij nadenkend: „Het is
merkwaardigUw broeder gelijkt sprekend
op je, en toch zijt gij zoo verschillend van
elkaar! Hoe kan dat toch zoo zijn?"
„Wij gelijken op elkaar, omdat wij
tweelingen zijn; Adolf is echter een alle-
daagsch mensch en dat ben ik gelukkig
niet."
De laatste woorden had Peter onwillekeu
rig luider gesproken, zoodat zij door den
heer Lampert verstaan konden worden.
„Een droppel van dat alledaagsche men-
schenbloed zou je niet schaden", zeide deze
droog: „dan zoudt gij niet zoo doordraaic-
rig zijn!"
„Pleegvader, u hebt gelijk. Heden willen
wij toch nog eens doordraaien", riep Peter
uitgelaten. „Kellner, kellner, alle duivels,
hoor dan tochBreng ons een flesch rooden
wijn, van dien geelgelakten, begrepc"
„Maar, Peter", zeide mevrouw Lampcit
„wat zijn dat nu voor streken? Waarom be-
W e e k o 1 a d van hot Recht" de be
grijpelijke ontroering, in verschillende
kringen door deze uitspraak cn het over
eenkomstig requisitoir gewekt. De angst ia
gewettigdImmers, na verloop van het
proefjaar in het krankzinnigengesticht kan
Brouwers ontslagen worden. En dan is het
niet onmogelijk, dab hij opnieuw komt on
der denzelfden drang, waarvoor hij nu be
zweek, en een nieuw slachtoffer maakt.
„Men kan het gevaar, in dergelijke geval
len gelegen, zoeken to bezweren door voor
ongelukkigen ids Brouwers do kwestie der
toerekenbaarheid minder streng op te vat
ten en zoo een veroordeeling tot langdurige
vrijheidsstraf mogelijk tc maken. Slechts
indien die straf zou bestaan in bewaring in
een speciaal ingericht, ouder psyohiatrisoho
leiding beheerd gesticht, zou men or zich
praetisch me© kunnen verzoenen. Theore
tisch juister en het rechtsgevoel beter be
vredigend is de andere oplossing. Indien
de deskundigen als hun oordeel te kennen
geven, dat do daad gepleegd is onder den
invloed eener gebrekkige ontwikkeling der
verstandelijke vermogens, dan behoort de
rechter hun te volgen cn een niet toerokon-
baar uit t© spreken. Doch dan moet de voor
do maatschappij gevaarlijke, in het krank
zinnigcngesticht geplaatste, niet tot do
vrijheid kunnen terugkecron, tenzij dc rech
ter daartoe zijn toestemming gaf. Hij moot,
Laten wij maar zeggen, bewaard, wil men,
opgeborgen blijven in het krankzinnigenge
sticht totdat hot gevaar voor recidicvc ge
noegzaam geweken is. Zegt men, hot krank
zinnigengesticht is voor die bewaring niet
geschikt, dan ligt de conclusie voor de
hand, dan moet er zijn een bijzonder go-
sticht, voor dergelijke individuen speciaal
ingericht. In dc vestiging van zoodanig ge
sticht ligt de kern der kwestie. Is zulk eon
gesticht er, dan is het betrekkelijk van on
dergeschikt. belang of individuen «als Brou
wers er komen als toerekenbaron of als
onto rekenbaren Hoofdzaak is, dat zij er
behandeld worden, zooals hun abnormnJo
psychische gesteldheid het vordert."
Het blad hoopt, dat dit geval voor de
Regeering aanleiding zal zijn om aau dit
moeilijke vraagstuk haar vol'c opmerk
zaamheid t© schonken.
Iu „Belang cn Recht" schrijft M.
ondor het opschrift: „Vraagteekons" het
volgende over d'cmooder in dc stoon-
fa brick:
Den heelen dag kindergeschrei op do
steenfabriek.
In den feilen zonneschijn bukken en dra
ven mau en vrouw tusschen andere arbei
ders bij het oprapen cn wegbergen van do
steenen. In den feilen zonneschijn staat een
kinderwagen met een dreinend kind cr in
mot vlasblond, onbedekt hoofdje. Een jon
gen van een jaar of vier ligt op den grond
en trapt cn schreeuwt.
Do oudere hebben geen tijd tot holpcn.
Wie weet hoé kort dit gunstige weer
duurt. Dan weer maanden lang gocn ver
diensten.
Nu, voor enkele zonnigo dagen, hoo
meer sbcenen geraapt, boe meer geld moe
naar huis. Voort, voort.
Tegen den middag kruipt or iets vreemds
over mijn stoep. Wio niet goed tuurt» door
den feilen zonneschijn, zou niet weten of
het een aap, een bond of iets mcnsdiolijks
is, dat daar in rupsvorm ineengedoken be
scherming zoekt in dc schaduw van mijn
huis.
Het blijkt do kleino arbeiderszoon to
zijn. „Stout" wcggcloopen, nu onversclui
lig zich neerleggend naast mijn hond en
mijn poes, die een beetje voor hem opschui
ven.
Misschien hebben zc iets tegen den stank
van dit kleine muskusdier, dio al van bcol
verre to ruiken is. Blijkbaar heeft do moe
der geen gelegenheid gehad in eonig op
zicht to zorgen voor haar nog voel hulp
behocvcnden zoon.
Spreken kan hij zeker niet. Als hem ver
snaperingen worden mangeboden, vraagt
hij alleen met gretige oogen
„Pap 1"
Als hij eindelijk vorschcideno dingen
heeft verorberd, die hem smaken, zet hij
zijr handen op zijn knieën en kijkt vcrgc-
stelt gij dien duren wijn?"
„Het zal wel zuro kost zijn 1" zcido
de goudsmid, den neus optrekkend.
„Dc geclgelakte is goed", zoid© Peter,
„het is niet do eerste flesch, di© ik er van
drink."
„Dat geloof ik", bromde do heer Lampert;
„do enkele verdiende groschen springen jo
zeker weder in den zak."
„Nu, liet zijn vijf en zeventig mark,
welke ik deze week bijeengeschraapt heb;
wat blijft er iemand anders over dan zijn
geld te verjubelen? Als ik cca vrouwtje thuis
hda, nu... dan kon ik ook rnefc haar een flesch
roodc baai drinkenvoor twee zou mijn ver
dienste ook toereikende zijn."
„Waarom trouwt gij dan niet?" vroeg do
goudsmid.
„Maar Wilhelm 1" stoof mevrouw Lamport
op, terwijl zij baar stevig knuistje op den
arm van haar man legde, „spreek toch geen
zotheden tegen Peter. Eerst moet hij een'
flinke meester zijn, voordat hij er aan kan
denken een eigen nestje tc bouwen".
„Dat kon hij al lang zijn," zcide do echt
genoot, „de lievo God heeft hem in Zijn!
goede genade de beste talenten geschon
ken, ïpaar bij zal nooit den meesterbncD
krijgen."
„Waarom niet?" vroeg Peter op scher«
pen toon.
„Omdat gij u aan den duivel hebt over*
geleverd 1" antwoorddo kalm dc plcegva*
der; „omdat gij u door den lijmstok van'
dio sociaal-democratische vogelvanger»
hebt laten vangen, die u do veoron uitpluk
ken en do vleugels van godsvrucht cn van
vaderlandsliefde verminken."
Wordt vervolgd.").