NV 13941 Zaterdag 5 Augustus. A». 1905. <§eze fiourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. Offleieele Kennisgeving. p FEUILLETON. Moeder. 1EIISCH DAGBLAD PRIJS DEZER COÜRANTl Voor Lelden pei week 9 Centsper 8 maanden I 1 J I J 1.10. Boiten Lelden, per looper en waar agenten gevestigd eljn 1 l 1.30. Prance per posti L65. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 16 regels ƒ1.06. Iedere regel meer /0.17$. Grootcre lottere ntar plaatsruimte. Kleine advertentiën ran 30 woorden 40 Oentsoontant; olk tiental woorden meer 10 Oents. Voor het inoasseeren wordt/*0.05 berekend. Burgemeester en Wethouders van Lei- Üen; Brengen ter algemeene kennis dat vanaf Maandag 7 Augustus a. s. do pas sage over de Kraaierstraatbr ug, .wegens herstelling van die brug, voor rij en voertuigen zal zijn afgesloten, terwijl in de passage voor voetgangers zal worden .voorzien door middel van een overhaal- Bchouw. Burgemeester en Wethouders voornoemd1 I>E BIDDER, Burgemeester. VAN S'fRIJEN, loco-Secretaris. Leiden, den 5den Augustus 1905. Octrooien van uitvinding. II. (Slot). De cijfers, aan het slot van oub eerste artikel genoemd, bewijzen beter dan dui zend woorden, hoe talrijk de uitvïndiugen op elk gebied in onzen tijd zijn. Verschei den personen hebben zelfs een aantal patenten en door elkander genomen zal het dikwijls op hetzelfde neerkomen, of er al- .jgeheele vrijheid bestond of niet. Dit al thans was vrooger geheel anders. Onze tijd is de tijd der reclame, en het ligt geheel .voor de hand, dat het octrooi in de eerste plaats ook een middel van reclamo zal wezen. Waarlijk, wij mogen ons wel eens tweemaal bedenken, eer wij met onze wet geving dien kant uitgaan. VRFnneer het er om te doen was rustig cn kalm voort te gaan op nen weg van wezen lijken vooruitgang, dan was het een ander gevSL Thans komt het er op aan', dc aan dacht van het publiek op zijn zaken te ves tigen en men zal hoe langer hoe meer, aan do geringste nieuwigheid cn zelfs aan 'de geringste verandering den naam van uitvinding geven. Men zou misschien wenscbcn, dat do re geering onderzocht hoe het met die zooge naamde nieuwigheden gesteld is; maar dat is toch absoluut onmogelijk cn bovendien is het geenszins regeeringstaak om zich tus schen het publiek en de uitvinders to stel len. Er zal wel niets anders overschieten 'dan dat dc regccring, tegen betaling, het octrooi verleent en inschrijft. Die patent heeft en zijn recht door anderen mocht geschonden achten, zal dan togen hen langs den gewonen weg van rechten behoo- reri op te treden. Bun wezenlijke uitvinding, al komt wat mezt zocht ten slotte ook soms 'door een toeyal voor don dag, is dc vrucht van een wetenschappelijk onderzoek of van een be stendig streven in dezelfde richting. Wordt jn^jjjpodanig geval dit streven mot succes; bekroond, 'dan zal dc vervaardiging van het nieuwe voorwerp dikwijls veel horten cn tijdverlies veroorzaakt hebben. Men kan echter zonder eenig bezwaar zeggen, dat dit geval tot do groote uitzonderingen be hoort; ook zonder bescherming zullen die uitvindingen er wel komen. Wat nog in het 'duister ligt zal langzamerhand te voor schijn treden; men kan dat gerust aan den natuurlijken loop der dingen overlaten en cr zich van verzekerd houden, dat do mensch zich steeds door eerzucht en eigen belang zal laten leiden. Wetten te maken voor uitzonderingen is echter geen good beginsel van regeeringsbeleid. Het is een algemeen bekende waarheid, dat do zoogenaamd© octrooiwetten altijd een soort van jacht op uitvindingen ten gevolge hadden. Deze namen daardoor steeds in buitengewone mate toe, maar misten dan ook het ware kenmerk. Wat te denken b.v. van do meer dan drie duizend vijfhonderd patenten, in Engeland genomen voor uitvindingen uitsluitend op het gebied der kookkunst? Dit bewijst, wat trouwens ieder weet, dat de meeste uitvindingen eenvoudig veranderingen zijn van het eenmaal bestaande, en zooge naamde verbeteringen, uitgedacht met het doel om zijn waren gemakkelijker te plaat sen. Op zichzelf is dat doel zoo geoorloofd mogelijk; maar het middel om het doel te bereiken is niet altijd even onschuldig. Gosteld nu evenwel dat, ten gevolge eener reeks van wetenschappelijke proefnemin gen, een onbekende stof te voorschijn treedt of een geheel nieuw werktuig wordt samengesteld. Wij komen nu op het weinig betroden, maar zuiver terrein der uitvin dingen en ontdekkingen. De uitvinder wenscht dc vruchten van zijn vernuft al leen te genieten. Zeer billijk, zegt deze of gene. Men vergunne ons echter daar even een vraagtccken achter te stellen. De uit vinder wil winst behalen. Dat is stellig heel billijk en natuurlijk; maar, het staat als een paal boven water, dat hij daartoe zijn mcdemcnschen noodig heeft, die, dan van hem te koopen, hem in staat stellen, het gewenschto voordeel te behalen. Nu js echter het vermissende van de zaak dat zij, tot dank daarvoor, zoo duur mogelijk zullen moeten koopen. Dit is een zeer naturlijk gevolg 'der octrooien. Do uit vinder heeft een monopolie: hij verkoopt alleen en stelt den prijs vast. Hij zal dien prijs niet zoo hoog opdrijven, dat hij de koopkracht van het publiek te boven gaat, maar toch altijd hooger, dan het geval zou geweest zijn, wanneer anderen met hem hadden kunnen mededingen. De billijkheid tegenover den uitvinder wordt dus geheel in de schaduw gesteld door de onbillijkheid tegenover heb publiek cn dit klemt te meer, wijl, het voorbeeld van het buitenland bewijst dat, in onzen tijd ontzaglijk veel octrooien zouden w< r- den genomen, ten gevolge waarvan un groot aantal voorwerpen van nijver'ne d en kunst in den handel zouden komen met uitsluitend recht van verkoopen, ten ge volge waarvan zij allen min of meer in prijs zouden stijgen. Men ziet dus, dat de vraag niet zoo een voudig is als ze schijnt en bedenke dat, waar vrijo mededinging de voorwerpen goedkooper maakt, gij tevens de vraag naar die voorwerpen in do hand werkt en dus toch weer, langs een omweg, het be lang dor vervaardigers of uitvinders be vordert. Zeker, is or altijd wel een grond te vindeD, waarop de patonten of octrooien verdedigd kunnen worden; maar de vraag is of, door het beschermen van oen bijzon der belang, het algemeen belang gebaat wordt of benadeeld? Het eerste doet zich bijna nimmer voor; hot laatste maar al te vaak, en van den uitslag van een onder zoek in deze richting moet het afhangen of in onze wetgeving voor een octrooiwet plaats is. Leiden, 5 Augustus. Zooals reeds in een onzer vorige num mers vermeld, was heden de herinnorings- dag aangebroken van het 100-jarig bestaan dor wollen-dekcnfabriek ,,De Blauwe Klok" der firma J. Zuurdocg en Zoon aan dten Ouden fëingel alhier (|togenwoordigc firmanten de heoren Paul L. C. J. cn F. U. Zuurdeeg.) Hot liet zich uiteraard verwachten, dat deze merkwaardige dag in dc geschiedenis dor hier bedoelde industrieele onderneming niet onopgemerkt zou voorbijgaan. De heer D. A. J. Florijn, chef der fabriek, haalde he denvoormiddag de beide patroons met fami lie per rijtuig van hun woning en geleidde hen vervolgens naar de kantoren der fabriek, welke evenals dc vestibule cn aangrenzende vertrekken smaakvol met bloemen, sier- groen on draperieën waren getooid. Na mens het personeel werden de bceren Zuurdeeg toen gecomplimenteerd o.i geluk- gewenscht bij mondo van deu oudsten werkman den wever J. Trouwóe, die gedu rende langer dan een halve eeuw de firma in vier opvolgende geslachton van vader op zoon trouw, eerlijk cn ijverig heeft gediend. In zijn toespraak schetste deze woordvoer der allereerst ontslaan, vooruitgang en voortdurende ontwikkeling van de fabriek en met dc beste wcnschen voor baar verde ren bloei, betuigde spr., ook namens zijn kameraden, erkentelijkheid voor de huma ne handelwijze te hunnen opziphtc immer door de patroons betracht. Als stoffelijk blijk van die erkentelijkheid werden den tc- genwoordigen patroons aangeboden een tweetal eikenhouten, fraai gebeeldhouwde cn gedrapeerde bureaustoelen, in do voor zijde van den rug bevattende een opdracht op zilveren plaat, luidende: 5 Aug. 1805. 5 Aug. 1905. Souvenir aangeboden dool* het personeel bij de herdenking van iikt 100-jario bestaan der firma JAN ZUURDEEG EN ZOON. In gevoelvolle bewoordingen werd dit verrassend geschenk door de heeren Zuur deeg in dank aanvaard en hun hooge inge nomenheid mot dc ovatie te kennen gege ven. Bovendien waren door dochters van Trou- wéo namens het personcol aan de dames Zuurdeeg bouquetten aangeboden. Zoo zich denken laat, werd voor het overige deel van den dag de dagelijkscho arbeid aan kant gozet en aan gepaste vroo- Lijkheid en uitspanning gewijd. Des namiddags werd een boottocht on dernomen naar de Brasemermeor, opge luisterd dooT muziek en waarLversnape ringen en sigaren kwistig werden aangebo den. Ook de beide heeren Zuurdeeg met familie namen aan dit hoogst gezellig uit stapje deel. Op den voormiddag had ten kantore van de onderneming een druk bczochto receptie plaats, waar tal van vriondon en belang stellenden den heoren Zuurdeeg hun op wachting maakten en hun gelukwcnschen aanboden. Zaterdag 12 Augustus a.a. zal door het personeel der fabriek mot hun echtgenoo- tcn, daartoe uitgenoodigd door hun pa troons, die zich voorstellon mot hun fami- liën mode de reis te aanvaarden, ter verde re herdonking van het eeuwfeest, een uit stapje worden ondernomen naar Nijmegen en omstreken. Nog zij medegedeeld dat het vermeld eer gestoelte is gelevord door do zorgen van do firma Hassolman cn Pander, alhier, terwijl do bloemversiering was aangebracht door onzen stadgenoot den heer O. van der Leo, bloemist aan de Haarlemmervaart. Naar aanleiding van dezen beuglijken gedenkdag is do oudste der tegenwoordige firmanten, de heer Paul L. C. J. Zuurdeeg, bij Kon. besluit benoemd tot Ridder in do Orde van Oranjc-Naasau, terwijl den oud sten wever, J. Trouwée, de cere-medaillo in zilver van dio Orde is toegekend. Don gemeenteraad bicden B. cn Wb aan do Rekening dor Ontvangsten en Uit gaven der gemeente over het jaar 190-4. De ontvangsten hebben blijkens die reke ning bedragen do som vau f 1,656,199.50$ de uitgaven de som van 1,697,711.63$ "zoodat het dienstjaar 1904 een nadcelig slot van41,212.13 heeft opgeleverd, bestaando uit: het batig saldo der gewo ne Ontvangsten on Uitga ven ad 13,288.50$ het nadeelig slot der bui tengewone ontvangsten cn uitgaven ad 54,500.63$ 41,212.13 Als toelichting op do rekening en verant woording geven B. cn Ws. een overzicht, waarbij in het bijzonder de verschillen tus- schcn de cijfers der begrooting cn die der rekening wordon aangetoond. De begrooting voor 1904 werd oorspron kelijk door den Raad vastgesteld in Ont vang zoowel als in Uitgaaf op 1,377,085. In den loop van 180-1 en 1905 werd zij bij verschillende besluiten verhoogd met ecD bedrag van 462,013.70 cn alzoo gebracht op f 1,839,098.70. De rekening wijst alzoo een ontvangst aan van 1,656,499.50$ of 182,599.50$ minder dan de geraamde som, in hoofd zaak het gevolg van eon lagere ontvangst op volgn. 30: Ontvangsten ter zake van de waterleiding, met f 27,000.Volgn. 59: Geldleening ter voorziening in de kosten van buitengewone werken, met 93,0-43.94; Volg. 62: Tijdelijke geldleening ter voor ziening in de behoefte aan kasgeld, mot f 21,000 en volgn. 63: Terugontvangst van tijdelijk belegd kasgeld, mot 50,000. Eenige boogere ontvangsten op andere posten, o. a. op volgn. 29 Ontvangsten ter zAke van do Gasfabriek" ad 16,111.53$, brachten deze lagere ontvangsten terug tot bovenvermeld bedrag van 182,599.50$. De verschillende redenen die tot de la gere ontvangst op dc bovengenoemde arti kelen hebben geleid, worden bij de betrek kelijke posten vermeld. Do rekening wijst daarbij op soramigo posten een lagero ontvangst ruin dan ge raamd was vanf 204,163.68$ cn een hoogero opbrengst op andero posten van21,56-1.49 uitmakende alzoo de lagero ontvangst van 182,599.19$ zooals hierboven is vermeld. Do rekening wijst tevens een lagero uitgaaf aau dan do be grooting van f 141,387.06$ cn een lagere ontvangt van 182,599.19$ hot verschil of f 41,212.13 maakt ook wear uit het verschil tusschon <Io ontvangsten cn do uitgaven der reke ning. Hieruit mag worden afgeleid, dat dc re kening good is opgemaakt. Bij de rekening is overgelegd de afzon derlijke verantwoording van do administra tie dor Haarlemmertrckvaart, blijkens wol- kc do uitgaven hebben bedragen f 3383.00 cn de ontvangsten 1790.73 zoodat dezo administratie oen nadeelig slot van 1592.33 oplevende, welk bedrag op volgn. 185 dor rekening in uitgaaf is gebracht. Veixler wordt voorgesteld de bedragen, dio als oninbaar zijn afgosohreven, vast to stellen op f 12,729.40 plus -141.90, samen 13,171.30 en hot bedag van hotgeoo nog blijft te verhalen cn in do eorstvolgendo re kening behoort te worden verantwoord op 089.79. De 28ste jnarlijksohe examens der No- derlandsohe Toonkiinsteuoarsverooniging zijn gisteren to 's Gravonhage in hot lokaal „Pulcliri Studio" voortgezet. Van dc 5 candidaten zijn geslaagd: Voor piano (L. O.) de dames E. Przodcoki, van Amsterdam, on M. It. O. van der Ven, van Dordrecht. Mej. C. J. de Wekker, uit Leiden, die den vorigen dag voor hotzelfdo examen slaagde, was toen alléén de gelukkige, ook van vijf candidaten. De Dclftsche Mandolineclub, die zulk een zonderlingen naam voert en verloden jaar haar medeworking verleende op een uitvoering \an dc Leidscho Werklicden- zangvorecniging Kunst na Arbeid", waaromtrent wij toen zulle een gunstig oor deel konden neerschrijven, zal zLh a.S. Donderdag-avond (zie advertentie in dit nummer) in het badhotel ,,De Zwaan" te Katwijk-aan-Zee doen hooren. Door den heer S. A. Stolk, aannemer to Rotterdam, is aan do firo Beekman en Dieben, lood- en zinkworkers te Leiden, .opgedragen het lood-, zink-, mastiek-, gas- en waterleidings- en leidckkerswork Si) Sr Peter trok de schouders op. De goudsmid ging voort: „Is het te be grijpen? Meer dan driehonderd mark in komen per maand, zooals gij zelf zegt, en gij schaart u bij do ontevredenen, onder de vijanden rW maatsch. ppij." „Wij, socialisten, geven den brui van geld en goed, en laten dat over uin de ka- pi tal is ten, de uiteuigeio cn mcnschcnvil- ders^" zeidc Peter, terwijl hij uit de inmid- dcls*gebrachto flcsch schonk. ,,U drinkt toch ook een glas, pleegvadervroeg hij 'dralend, toen hij drio glazen gevuld had en tiu den hals der flesch boven het ledige jvierdc hield. L^mj knikte; ,,Do volgende flcsch betaal ik; scheuk maar in!" En door deze korte opmerking volstrekt ©iet van het behandelde thema afgeleid, vroeg hij„En wat kan jelui dan wel sche len „De geesteswel vaart der raenschen, be schaving, vrijheid en geluk. Wij willen geen bevoorrechte klassen; aan den vervloekten •Mammondienst moet een einde komen. Wie beweert, dat het socialisme een maagkwes- %io is, liegt. Geef ons dubbele, drievoudige daglooncn, en wij zullen blijven, wat wij £ijn, als gij de slagboomen niet nedertrekt, ,dio den geldman cn beurszwcndelaar van eerlijken handwerk man scheiden." eer Lamport klemde de lippen vast ©peen en zag peinzend in het roode vocht, dat daar in het glas voor hem het schijnsel dor gasvlammen weerkaatste. „Algemeene beschaving I Vrijheid, gelijk heid en broederschap 1 Dat zijn schoono woorden Een diepe zucht kwam hem uit zijn juist niet hoog gewelfde borst. Toen ging hij op vaderlijken toon voort: „Mijn beste jongen 1 God is mijn getuige, hoe ik uit de volte van mijn hart aan al mijn mon- echenbroeders de beschaving gunmaar be schaving vermeerdert slechts onze kennis, niet ons geluk. Gelijkheid is een onding, een tegenspraak tegen do natuurwet, wel ker wezen de strijd tusschen het ongelijk soortige is. En vrijheid? Nu ja, wij allen dwepen met haar cn toch verkrijgen wij haar alleen, wanneer wij ons gewillig on der het juk der wet buigen." „Een voor allen gelijke bcschavingshoog- te is zeer wel mogelijk; dat zegt ook Bebel in zijn boek: „De Vrouw."" „En Bebel is voor u de profeet, hij wiens stelliogcn gij zweert, zooals anderen bij den Bijbel „Bijbel en Bcbcll Ha, ha, ha! Bebel, dunkt mij, zal geen eerlijk man kunnen we derleggen." „Nu, ik hoop, dat ik een eerlijk man ben en toch zeg ik uwantrouw dien 'dweper 1" En toen Peter iets daartegen wilde inbren gen, kwam de goudsmid hem voor: „Ge loof nu niet, dat ik uw idealen verkleinen wil, ik neem voor de energie, voor den vlijt, voor vlo degelijkheid van dezen man, dio een hajidwerksman was, den hoed af; ja, ik zou hem den eerlijken man onder do sociaal-democraten willen noemen. Maar te gelijk is Bebel een der gevaar lijkste dwepers en zelf bedriegers; hij ziet de kwalen onzer maatschappij, welke ik io bet geheel niet loochen, door een uiterst scherpen microscoop, do toestanden in zijn gedroomden toekomststaat echter door ccn vcrfraaiingsbril, waarvan dc belachelijke overdrijving door ccn kind kan worden ge constateerd." „U hebt Bebel in het geheel niet begre pen, als u nog van een toekomststaat spreekt. Juist den Staat wil hij vernietigen; in plaats daarvan treedt de gesocialiseerde maatschappij." „Is die dan iets anders dan Staat? Dat zijn holle phrases. Een maatschappij a la Bebel met arbeids- en broodverdeeling is toch ook ccn Staat." „En dan zouden zeker allen geholpen zijn 1 zeide met een spotlach een lieer, die bij het greepje was gekomen. Men zag op en herkende den heer Hasz- lach, den eigenaar vau een flinke fabriek van houten en blikken blaasinstrumenten die zelf hier gekomen was, om met Adolf Dechner, dien l j half en half als vennoot voor zijn spoedig uit te breiden zaak ge loofde gewonnen te hebben, verder te on derhandelen. Hij was een man in de ijftig met kloeke, verstandige oogen; zijn ge zicht was pokdalig, zonder dat dit aan dc sympathieke uitdrukking werkelijk afbreuk deed. Hij droeg ccn lichte voorjaars-pale- tob en een fonkelnieuwen cylinder. „Zoo, Haszlachl" riep dc goudsmid, „dat is aardig, dat gij er ook zijt. Kom hier zittenmijn pleegzoon zal u een stoel bezor gen." De heer Haszlach i.am eerst voor do bei de dames den hoed af, wenschte mevrouw Lampert geluk met haar uitstekend uiter lijk en zeide tot Sabine cenige aardige woorden. „Beste man", zeide hij toen tot Peter; dio hein ccd stoel gebracht had, „ontvang mijn dank". En hij ging tusschen het echt paar zitten. „Dat is gaarne gedaan", antwoordde Peter; in gedachten vcogdo hij cr bij: „Mocht de kerel met den stoel ineenzak kenHij mocht den heer Haszlach die iet of wat oudcrwotsche ideccn had, niet lijden. Luid handgeklap en bravo-geroep klon ken door de lucht; het eerste deel van het programma was afgcloopen en \ooral de laatste nummers hadden veel bijval gevon den. Met een hoogrood gezicht daalde Adolf van de tribune en liep naar de tafel, waar zijn meisj'o zat. Hij greep naar Sabine's glas en zeide: „Mag ik? De tong kleeft mij aan het verhemelte." Sabine knikte, cn hij dronk in één teug het glas uit. Thai.s eerst bespeurde hij, dat bij wijn en geen bier gedronken had, en verwonderd vroeg hij: „Nu, nu? Wie is de lichtvaardige gever van dit goedje?" „Uw rijke broeder", zeide spottend de goudsmid, „de thalers maken anders do voering van zijn broekzak stuk." Adolf schudde het hoofd en wilde tegen zijn broeder een afkeurende opmerking ma ken, daar Peter hem evenwei opnieuw in schonken vroolijk riep: „Pr osit, Adolf 1 Le ve do tenor!" onderdrukte hij het woord, dat hem reeds op de lippen lag; hij vatte veeleer liet pas gevulde glas en stizt met zijr. broeder aan. „Wie kan hem wederstaan?" vroeg hij aari zijn meisje; „waar hij komt, brengt hij leven, hij is als de Meizon." Mevrouw Lampert raakte den schouder van den lofredenaar; hij was toch een veel 1 te goede broeder, cn dat hij zoo liefdovol j cn onzelfzuchtig zich ontwikkeld bad, daarvan schreef zij zich cn haar opvoo- dingsprincipcs niet het kleinste deel toe. De heer Haszlach wenkte Adolf en trok hem in een op fluistertoon gevoerd gesprek over zaken. Peter stelde Sabine voor met bc-m een wandeling door den tuin te maken; men werd zoo stijf in do knieën van hot zitten, en op haar gelant behoefde zij he den niet te rekenen; dien hield de heer Haszlach vast en die zou hem niet zoo spojdig weder loslaten. Sabino zag mevrouw Lampert aan, als het ware om haar verlof te verzoeken. De goede vrouw had niets er tegen in to brengen: „Gaat maar; doch niet te lang, kinderen. Peter, gij brengt haar spoedig weder hier, begrepen De pauzo duurt mnar tien minu ten." Peter bood zijn aanstaande schoonzuster den arm en geleidde haar tusschen de ta feltjes door. Eindelijk zeide hij: ,,Nu wil- le i wij een wandeling door den eigenlijken tuin doen; hier wordt men door hot gebab bel der mcnsc'ncn eenvoudig doof." Sabine volgde Peter. Beiden gingen de tribune voorbij cn lie pen dieper den tuin in. Zoo nu en dan ont moetten zij een eveneens wandelend paar tje, maar spoedig werd dc tuin eenzamer en stiller: zij waren alleen. Hij bleef met haar staan cu wers cp een groep karagancn, welker gelo bloereras in het maanlicht bijna wit schsci.'Q. (Wordt T'rfoJffd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 1