NV 13941
Zaterdag 5 Augustus.
A». 1905.
<§eze fiourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
DRIE Bladen.
Eerste Blad.
Offleieele Kennisgeving.
p
FEUILLETON.
Moeder.
1EIISCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COÜRANTl
Voor Lelden pei week 9 Centsper 8 maanden I 1 J I J 1.10.
Boiten Lelden, per looper en waar agenten gevestigd eljn 1 l 1.30.
Prance per posti L65.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regels ƒ1.06. Iedere regel meer /0.17$. Grootcre lottere ntar
plaatsruimte. Kleine advertentiën ran 30 woorden 40 Oentsoontant; olk
tiental woorden meer 10 Oents. Voor het inoasseeren wordt/*0.05 berekend.
Burgemeester en Wethouders van Lei-
Üen;
Brengen ter algemeene kennis dat vanaf
Maandag 7 Augustus a. s. do pas
sage over de Kraaierstraatbr ug,
.wegens herstelling van die brug, voor rij
en voertuigen zal zijn afgesloten, terwijl in
de passage voor voetgangers zal worden
.voorzien door middel van een overhaal-
Bchouw.
Burgemeester en Wethouders voornoemd1
I>E BIDDER, Burgemeester.
VAN S'fRIJEN, loco-Secretaris.
Leiden, den 5den Augustus 1905.
Octrooien van uitvinding.
II. (Slot).
De cijfers, aan het slot van oub eerste
artikel genoemd, bewijzen beter dan dui
zend woorden, hoe talrijk de uitvïndiugen
op elk gebied in onzen tijd zijn. Verschei
den personen hebben zelfs een aantal
patenten en door elkander genomen zal het
dikwijls op hetzelfde neerkomen, of er al-
.jgeheele vrijheid bestond of niet. Dit al
thans was vrooger geheel anders. Onze tijd
is de tijd der reclame, en het ligt geheel
.voor de hand, dat het octrooi in de eerste
plaats ook een middel van reclamo zal
wezen. Waarlijk, wij mogen ons wel eens
tweemaal bedenken, eer wij met onze wet
geving dien kant uitgaan.
VRFnneer het er om te doen was rustig cn
kalm voort te gaan op nen weg van wezen
lijken vooruitgang, dan was het een ander
gevSL Thans komt het er op aan', dc aan
dacht van het publiek op zijn zaken te ves
tigen en men zal hoe langer hoe meer,
aan do geringste nieuwigheid cn zelfs aan
'de geringste verandering den naam van
uitvinding geven.
Men zou misschien wenscbcn, dat do re
geering onderzocht hoe het met die zooge
naamde nieuwigheden gesteld is; maar dat
is toch absoluut onmogelijk cn bovendien is
het geenszins regeeringstaak om zich tus
schen het publiek en de uitvinders to stel
len. Er zal wel niets anders overschieten
'dan dat dc regccring, tegen betaling, het
octrooi verleent en inschrijft. Die patent
heeft en zijn recht door anderen mocht
geschonden achten, zal dan togen hen
langs den gewonen weg van rechten behoo-
reri op te treden.
Bun wezenlijke uitvinding, al komt wat
mezt zocht ten slotte ook soms 'door een
toeyal voor don dag, is dc vrucht van een
wetenschappelijk onderzoek of van een be
stendig streven in dezelfde richting. Wordt
jn^jjjpodanig geval dit streven mot succes;
bekroond, 'dan zal dc vervaardiging van
het nieuwe voorwerp dikwijls veel horten
cn tijdverlies veroorzaakt hebben. Men kan
echter zonder eenig bezwaar zeggen, dat
dit geval tot do groote uitzonderingen be
hoort; ook zonder bescherming zullen die
uitvindingen er wel komen. Wat nog in het
'duister ligt zal langzamerhand te voor
schijn treden; men kan dat gerust aan den
natuurlijken loop der dingen overlaten en
cr zich van verzekerd houden, dat do
mensch zich steeds door eerzucht en eigen
belang zal laten leiden. Wetten te maken
voor uitzonderingen is echter geen good
beginsel van regeeringsbeleid.
Het is een algemeen bekende waarheid,
dat do zoogenaamd© octrooiwetten altijd
een soort van jacht op uitvindingen ten
gevolge hadden. Deze namen daardoor
steeds in buitengewone mate toe, maar
misten dan ook het ware kenmerk.
Wat te denken b.v. van do meer dan drie
duizend vijfhonderd patenten, in Engeland
genomen voor uitvindingen uitsluitend op
het gebied der kookkunst? Dit bewijst,
wat trouwens ieder weet, dat de meeste
uitvindingen eenvoudig veranderingen zijn
van het eenmaal bestaande, en zooge
naamde verbeteringen, uitgedacht met het
doel om zijn waren gemakkelijker te plaat
sen. Op zichzelf is dat doel zoo geoorloofd
mogelijk; maar het middel om het doel te
bereiken is niet altijd even onschuldig.
Gosteld nu evenwel dat, ten gevolge eener
reeks van wetenschappelijke proefnemin
gen, een onbekende stof te voorschijn
treedt of een geheel nieuw werktuig wordt
samengesteld. Wij komen nu op het weinig
betroden, maar zuiver terrein der uitvin
dingen en ontdekkingen. De uitvinder
wenscht dc vruchten van zijn vernuft al
leen te genieten. Zeer billijk, zegt deze of
gene. Men vergunne ons echter daar even
een vraagtccken achter te stellen. De uit
vinder wil winst behalen. Dat is stellig
heel billijk en natuurlijk; maar, het staat
als een paal boven water, dat hij daartoe
zijn mcdemcnschen noodig heeft, die, dan
van hem te koopen, hem in staat stellen,
het gewenschto voordeel te behalen.
Nu js echter het vermissende van de
zaak dat zij, tot dank daarvoor, zoo duur
mogelijk zullen moeten koopen. Dit is een
zeer naturlijk gevolg 'der octrooien. Do uit
vinder heeft een monopolie: hij verkoopt
alleen en stelt den prijs vast. Hij zal dien
prijs niet zoo hoog opdrijven, dat hij de
koopkracht van het publiek te boven gaat,
maar toch altijd hooger, dan het geval zou
geweest zijn, wanneer anderen met hem
hadden kunnen mededingen.
De billijkheid tegenover den uitvinder
wordt dus geheel in de schaduw gesteld
door de onbillijkheid tegenover heb publiek
cn dit klemt te meer, wijl, het voorbeeld
van het buitenland bewijst dat, in onzen
tijd ontzaglijk veel octrooien zouden w< r-
den genomen, ten gevolge waarvan un
groot aantal voorwerpen van nijver'ne d
en kunst in den handel zouden komen met
uitsluitend recht van verkoopen, ten ge
volge waarvan zij allen min of meer in
prijs zouden stijgen.
Men ziet dus, dat de vraag niet zoo een
voudig is als ze schijnt en bedenke dat,
waar vrijo mededinging de voorwerpen
goedkooper maakt, gij tevens de vraag
naar die voorwerpen in do hand werkt en
dus toch weer, langs een omweg, het be
lang dor vervaardigers of uitvinders be
vordert. Zeker, is or altijd wel een grond
te vindeD, waarop de patonten of octrooien
verdedigd kunnen worden; maar de vraag
is of, door het beschermen van oen bijzon
der belang, het algemeen belang gebaat
wordt of benadeeld? Het eerste doet zich
bijna nimmer voor; hot laatste maar al te
vaak, en van den uitslag van een onder
zoek in deze richting moet het afhangen
of in onze wetgeving voor een octrooiwet
plaats is.
Leiden, 5 Augustus.
Zooals reeds in een onzer vorige num
mers vermeld, was heden de herinnorings-
dag aangebroken van het 100-jarig bestaan
dor wollen-dekcnfabriek ,,De Blauwe
Klok" der firma J. Zuurdocg en Zoon aan
dten Ouden fëingel alhier (|togenwoordigc
firmanten de heoren Paul L. C. J. cn F. U.
Zuurdeeg.)
Hot liet zich uiteraard verwachten, dat
deze merkwaardige dag in dc geschiedenis
dor hier bedoelde industrieele onderneming
niet onopgemerkt zou voorbijgaan. De heer
D. A. J. Florijn, chef der fabriek, haalde he
denvoormiddag de beide patroons met fami
lie per rijtuig van hun woning en geleidde hen
vervolgens naar de kantoren der fabriek,
welke evenals dc vestibule cn aangrenzende
vertrekken smaakvol met bloemen, sier-
groen on draperieën waren getooid. Na
mens het personeel werden de bceren
Zuurdeeg toen gecomplimenteerd o.i geluk-
gewenscht bij mondo van deu oudsten
werkman den wever J. Trouwóe, die gedu
rende langer dan een halve eeuw de firma
in vier opvolgende geslachton van vader op
zoon trouw, eerlijk cn ijverig heeft gediend.
In zijn toespraak schetste deze woordvoer
der allereerst ontslaan, vooruitgang en
voortdurende ontwikkeling van de fabriek
en met dc beste wcnschen voor baar verde
ren bloei, betuigde spr., ook namens zijn
kameraden, erkentelijkheid voor de huma
ne handelwijze te hunnen opziphtc immer
door de patroons betracht. Als stoffelijk
blijk van die erkentelijkheid werden den tc-
genwoordigen patroons aangeboden een
tweetal eikenhouten, fraai gebeeldhouwde
cn gedrapeerde bureaustoelen, in do voor
zijde van den rug bevattende een opdracht
op zilveren plaat, luidende:
5 Aug. 1805. 5 Aug. 1905.
Souvenir
aangeboden dool* het personeel bij de
herdenking van iikt 100-jario bestaan der
firma
JAN ZUURDEEG EN ZOON.
In gevoelvolle bewoordingen werd dit
verrassend geschenk door de heeren Zuur
deeg in dank aanvaard en hun hooge inge
nomenheid mot dc ovatie te kennen gege
ven.
Bovendien waren door dochters van Trou-
wéo namens het personcol aan de dames
Zuurdeeg bouquetten aangeboden.
Zoo zich denken laat, werd voor het
overige deel van den dag de dagelijkscho
arbeid aan kant gozet en aan gepaste vroo-
Lijkheid en uitspanning gewijd.
Des namiddags werd een boottocht on
dernomen naar de Brasemermeor, opge
luisterd dooT muziek en waarLversnape
ringen en sigaren kwistig werden aangebo
den. Ook de beide heeren Zuurdeeg met
familie namen aan dit hoogst gezellig uit
stapje deel.
Op den voormiddag had ten kantore van
de onderneming een druk bczochto receptie
plaats, waar tal van vriondon en belang
stellenden den heoren Zuurdeeg hun op
wachting maakten en hun gelukwcnschen
aanboden.
Zaterdag 12 Augustus a.a. zal door het
personeel der fabriek mot hun echtgenoo-
tcn, daartoe uitgenoodigd door hun pa
troons, die zich voorstellon mot hun fami-
liën mode de reis te aanvaarden, ter verde
re herdonking van het eeuwfeest, een uit
stapje worden ondernomen naar Nijmegen
en omstreken.
Nog zij medegedeeld dat het vermeld eer
gestoelte is gelevord door do zorgen van do
firma Hassolman cn Pander, alhier, terwijl
do bloemversiering was aangebracht door
onzen stadgenoot den heer O. van der Leo,
bloemist aan de Haarlemmervaart.
Naar aanleiding van dezen beuglijken
gedenkdag is do oudste der tegenwoordige
firmanten, de heer Paul L. C. J. Zuurdeeg,
bij Kon. besluit benoemd tot Ridder in do
Orde van Oranjc-Naasau, terwijl den oud
sten wever, J. Trouwée, de cere-medaillo
in zilver van dio Orde is toegekend.
Don gemeenteraad bicden B. cn Wb
aan do Rekening dor Ontvangsten en Uit
gaven der gemeente over het jaar 190-4.
De ontvangsten hebben blijkens die reke
ning bedragen do som vau f 1,656,199.50$
de uitgaven de som van 1,697,711.63$
"zoodat het dienstjaar 1904
een nadcelig slot van41,212.13
heeft opgeleverd, bestaando
uit:
het batig saldo der gewo
ne Ontvangsten on Uitga
ven ad 13,288.50$
het nadeelig slot der bui
tengewone ontvangsten cn
uitgaven ad 54,500.63$
41,212.13
Als toelichting op do rekening en verant
woording geven B. cn Ws. een overzicht,
waarbij in het bijzonder de verschillen tus-
schcn de cijfers der begrooting cn die der
rekening wordon aangetoond.
De begrooting voor 1904 werd oorspron
kelijk door den Raad vastgesteld in Ont
vang zoowel als in Uitgaaf op 1,377,085.
In den loop van 180-1 en 1905 werd zij bij
verschillende besluiten verhoogd met ecD
bedrag van 462,013.70 cn alzoo gebracht
op f 1,839,098.70.
De rekening wijst alzoo een ontvangst
aan van 1,656,499.50$ of 182,599.50$
minder dan de geraamde som, in hoofd
zaak het gevolg van eon lagere ontvangst
op volgn. 30: Ontvangsten ter zake van de
waterleiding, met f 27,000.Volgn. 59:
Geldleening ter voorziening in de kosten
van buitengewone werken, met 93,0-43.94;
Volg. 62: Tijdelijke geldleening ter voor
ziening in de behoefte aan kasgeld, mot
f 21,000 en volgn. 63: Terugontvangst van
tijdelijk belegd kasgeld, mot 50,000.
Eenige boogere ontvangsten op andere
posten, o. a. op volgn. 29 Ontvangsten
ter zAke van do Gasfabriek" ad 16,111.53$,
brachten deze lagere ontvangsten terug tot
bovenvermeld bedrag van 182,599.50$.
De verschillende redenen die tot de la
gere ontvangst op dc bovengenoemde arti
kelen hebben geleid, worden bij de betrek
kelijke posten vermeld.
Do rekening wijst daarbij op soramigo
posten een lagero ontvangst ruin dan ge
raamd was vanf 204,163.68$
cn een hoogero opbrengst
op andero posten van21,56-1.49
uitmakende alzoo de lagero
ontvangst van 182,599.19$
zooals hierboven is vermeld.
Do rekening wijst tevens een
lagero uitgaaf aau dan do be
grooting van f 141,387.06$
cn een lagere ontvangt van 182,599.19$
hot verschil of f 41,212.13
maakt ook wear uit het verschil tusschon
<Io ontvangsten cn do uitgaven der reke
ning.
Hieruit mag worden afgeleid, dat dc re
kening good is opgemaakt.
Bij de rekening is overgelegd de afzon
derlijke verantwoording van do administra
tie dor Haarlemmertrckvaart, blijkens wol-
kc do uitgaven hebben bedragen f 3383.00
cn de ontvangsten 1790.73
zoodat dezo administratie oen
nadeelig slot van 1592.33
oplevende, welk bedrag op volgn. 185 dor
rekening in uitgaaf is gebracht.
Veixler wordt voorgesteld de bedragen,
dio als oninbaar zijn afgosohreven, vast to
stellen op f 12,729.40 plus -141.90, samen
13,171.30 en hot bedag van hotgeoo nog
blijft te verhalen cn in do eorstvolgendo re
kening behoort te worden verantwoord op
089.79.
De 28ste jnarlijksohe examens der No-
derlandsohe Toonkiinsteuoarsverooniging
zijn gisteren to 's Gravonhage in hot lokaal
„Pulcliri Studio" voortgezet.
Van dc 5 candidaten zijn geslaagd:
Voor piano (L. O.) de dames E.
Przodcoki, van Amsterdam, on M. It. O.
van der Ven, van Dordrecht.
Mej. C. J. de Wekker, uit Leiden, die
den vorigen dag voor hotzelfdo examen
slaagde, was toen alléén de gelukkige, ook
van vijf candidaten.
De Dclftsche Mandolineclub, die zulk
een zonderlingen naam voert en verloden
jaar haar medeworking verleende op een
uitvoering \an dc Leidscho Werklicden-
zangvorecniging Kunst na Arbeid",
waaromtrent wij toen zulle een gunstig oor
deel konden neerschrijven, zal zLh a.S.
Donderdag-avond (zie advertentie in dit
nummer) in het badhotel ,,De Zwaan" te
Katwijk-aan-Zee doen hooren.
Door den heer S. A. Stolk, aannemer
to Rotterdam, is aan do firo Beekman en
Dieben, lood- en zinkworkers te Leiden,
.opgedragen het lood-, zink-, mastiek-,
gas- en waterleidings- en leidckkerswork
Si) Sr
Peter trok de schouders op.
De goudsmid ging voort: „Is het te be
grijpen? Meer dan driehonderd mark in
komen per maand, zooals gij zelf zegt, en
gij schaart u bij do ontevredenen, onder
de vijanden rW maatsch. ppij."
„Wij, socialisten, geven den brui van
geld en goed, en laten dat over uin de ka-
pi tal is ten, de uiteuigeio cn mcnschcnvil-
ders^" zeidc Peter, terwijl hij uit de inmid-
dcls*gebrachto flcsch schonk. ,,U drinkt
toch ook een glas, pleegvadervroeg hij
'dralend, toen hij drio glazen gevuld had en
tiu den hals der flesch boven het ledige
jvierdc hield.
L^mj knikte; ,,Do volgende flcsch
betaal ik; scheuk maar in!"
En door deze korte opmerking volstrekt
©iet van het behandelde thema afgeleid,
vroeg hij„En wat kan jelui dan wel sche
len
„De geesteswel vaart der raenschen, be
schaving, vrijheid en geluk. Wij willen geen
bevoorrechte klassen; aan den vervloekten
•Mammondienst moet een einde komen. Wie
beweert, dat het socialisme een maagkwes-
%io is, liegt. Geef ons dubbele, drievoudige
daglooncn, en wij zullen blijven, wat wij
£ijn, als gij de slagboomen niet nedertrekt,
,dio den geldman cn beurszwcndelaar van
eerlijken handwerk man scheiden."
eer Lamport klemde de lippen vast
©peen en zag peinzend in het roode vocht,
dat daar in het glas voor hem het schijnsel
dor gasvlammen weerkaatste.
„Algemeene beschaving I Vrijheid, gelijk
heid en broederschap 1 Dat zijn schoono
woorden Een diepe zucht kwam hem uit
zijn juist niet hoog gewelfde borst. Toen
ging hij op vaderlijken toon voort: „Mijn
beste jongen 1 God is mijn getuige, hoe ik
uit de volte van mijn hart aan al mijn mon-
echenbroeders de beschaving gunmaar be
schaving vermeerdert slechts onze kennis,
niet ons geluk. Gelijkheid is een onding,
een tegenspraak tegen do natuurwet, wel
ker wezen de strijd tusschen het ongelijk
soortige is. En vrijheid? Nu ja, wij allen
dwepen met haar cn toch verkrijgen wij
haar alleen, wanneer wij ons gewillig on
der het juk der wet buigen."
„Een voor allen gelijke bcschavingshoog-
te is zeer wel mogelijk; dat zegt ook Bebel
in zijn boek: „De Vrouw.""
„En Bebel is voor u de profeet, hij wiens
stelliogcn gij zweert, zooals anderen bij
den Bijbel
„Bijbel en Bcbcll Ha, ha, ha! Bebel,
dunkt mij, zal geen eerlijk man kunnen we
derleggen."
„Nu, ik hoop, dat ik een eerlijk man ben
en toch zeg ik uwantrouw dien 'dweper 1"
En toen Peter iets daartegen wilde inbren
gen, kwam de goudsmid hem voor: „Ge
loof nu niet, dat ik uw idealen verkleinen
wil, ik neem voor de energie, voor den vlijt,
voor vlo degelijkheid van dezen man, dio
een hajidwerksman was, den hoed af; ja,
ik zou hem den eerlijken man onder do
sociaal-democraten willen noemen.
Maar te gelijk is Bebel een der gevaar
lijkste dwepers en zelf bedriegers; hij ziet
de kwalen onzer maatschappij, welke ik io
bet geheel niet loochen, door een uiterst
scherpen microscoop, do toestanden in zijn
gedroomden toekomststaat echter door ccn
vcrfraaiingsbril, waarvan dc belachelijke
overdrijving door ccn kind kan worden ge
constateerd."
„U hebt Bebel in het geheel niet begre
pen, als u nog van een toekomststaat
spreekt. Juist den Staat wil hij vernietigen;
in plaats daarvan treedt de gesocialiseerde
maatschappij."
„Is die dan iets anders dan Staat? Dat
zijn holle phrases. Een maatschappij a la
Bebel met arbeids- en broodverdeeling is
toch ook ccn Staat."
„En dan zouden zeker allen geholpen
zijn 1 zeide met een spotlach een lieer, die
bij het greepje was gekomen.
Men zag op en herkende den heer Hasz-
lach, den eigenaar vau een flinke fabriek
van houten en blikken blaasinstrumenten
die zelf hier gekomen was, om met Adolf
Dechner, dien l j half en half als vennoot
voor zijn spoedig uit te breiden zaak ge
loofde gewonnen te hebben, verder te on
derhandelen. Hij was een man in de ijftig
met kloeke, verstandige oogen; zijn ge
zicht was pokdalig, zonder dat dit aan dc
sympathieke uitdrukking werkelijk afbreuk
deed. Hij droeg ccn lichte voorjaars-pale-
tob en een fonkelnieuwen cylinder.
„Zoo, Haszlachl" riep dc goudsmid, „dat
is aardig, dat gij er ook zijt. Kom hier
zittenmijn pleegzoon zal u een stoel bezor
gen."
De heer Haszlach i.am eerst voor do bei
de dames den hoed af, wenschte mevrouw
Lampert geluk met haar uitstekend uiter
lijk en zeide tot Sabine cenige aardige
woorden.
„Beste man", zeide hij toen tot Peter;
dio hein ccd stoel gebracht had, „ontvang
mijn dank". En hij ging tusschen het echt
paar zitten.
„Dat is gaarne gedaan", antwoordde
Peter; in gedachten vcogdo hij cr bij:
„Mocht de kerel met den stoel ineenzak
kenHij mocht den heer Haszlach die iet
of wat oudcrwotsche ideccn had, niet lijden.
Luid handgeklap en bravo-geroep klon
ken door de lucht; het eerste deel van het
programma was afgcloopen en \ooral de
laatste nummers hadden veel bijval gevon
den.
Met een hoogrood gezicht daalde Adolf
van de tribune en liep naar de tafel, waar
zijn meisj'o zat. Hij greep naar Sabine's
glas en zeide: „Mag ik? De tong kleeft mij
aan het verhemelte."
Sabine knikte, cn hij dronk in één teug
het glas uit. Thai.s eerst bespeurde hij, dat
bij wijn en geen bier gedronken had, en
verwonderd vroeg hij: „Nu, nu? Wie is de
lichtvaardige gever van dit goedje?"
„Uw rijke broeder", zeide spottend de
goudsmid, „de thalers maken anders do
voering van zijn broekzak stuk."
Adolf schudde het hoofd en wilde tegen
zijn broeder een afkeurende opmerking ma
ken, daar Peter hem evenwei opnieuw in
schonken vroolijk riep: „Pr osit, Adolf 1 Le
ve do tenor!" onderdrukte hij het woord,
dat hem reeds op de lippen lag; hij vatte
veeleer liet pas gevulde glas en stizt met
zijr. broeder aan.
„Wie kan hem wederstaan?" vroeg hij
aari zijn meisje; „waar hij komt, brengt hij
leven, hij is als de Meizon."
Mevrouw Lampert raakte den schouder
van den lofredenaar; hij was toch een veel
1 te goede broeder, cn dat hij zoo liefdovol
j cn onzelfzuchtig zich ontwikkeld bad,
daarvan schreef zij zich cn haar opvoo-
dingsprincipcs niet het kleinste deel toe.
De heer Haszlach wenkte Adolf en trok
hem in een op fluistertoon gevoerd gesprek
over zaken. Peter stelde Sabine voor met
bc-m een wandeling door den tuin te maken;
men werd zoo stijf in do knieën van hot
zitten, en op haar gelant behoefde zij he
den niet te rekenen; dien hield de heer
Haszlach vast en die zou hem niet zoo
spojdig weder loslaten.
Sabino zag mevrouw Lampert aan, als het
ware om haar verlof te verzoeken. De goede
vrouw had niets er tegen in to brengen:
„Gaat maar; doch niet te lang, kinderen.
Peter, gij brengt haar spoedig weder hier,
begrepen De pauzo duurt mnar tien minu
ten."
Peter bood zijn aanstaande schoonzuster
den arm en geleidde haar tusschen de ta
feltjes door. Eindelijk zeide hij: ,,Nu wil-
le i wij een wandeling door den eigenlijken
tuin doen; hier wordt men door hot gebab
bel der mcnsc'ncn eenvoudig doof."
Sabine volgde Peter.
Beiden gingen de tribune voorbij cn lie
pen dieper den tuin in. Zoo nu en dan ont
moetten zij een eveneens wandelend paar
tje, maar spoedig werd dc tuin eenzamer en
stiller: zij waren alleen.
Hij bleef met haar staan cu wers cp een
groep karagancn, welker gelo bloereras in
het maanlicht bijna wit schsci.'Q.
(Wordt T'rfoJffd.)