N* T3939
X>öiicfëï'<Iag 3 Augustus.
A* 1905.
<Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offleieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Zijn 31 oe«!ei%
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Toot Leiden pei week 9 Cents j pei 3 maanden 1.10.
Ihiiten Leiden, per looper en waar ageDteD gevestigd «(jn i I 9 1.30.
Tranco per post 1.65.
PRIJS DER ABVEUTENTTËNt
Van 18 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17l. Grootere lettors naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Cents contant; elk
tiental woorden meer 10 Cents.Voor het incasseersn wordt/"0.05 berekend.
i
Inkomstenbelasting.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen in herinnering, dat met 31 Juli jl.
de lsle termijn is vervallen van de inkom
stenbelasting, dienst 1905, en dat alzoo
minstens een zesde gedeelte van den aan
slag moet zijn voldaan.
Zij noodigen mitsdien belanghebbenden
uit, om, ter voorkoming van vervolgings-
kostcn, tot de betaling van het verschuldig
de^ ten kantore van den Gemcente-Outvan-
gw over to gaan.
- Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN STRÏJÉN, loco-Secretaris.
Leiden, 3 Augustus ICC"..
Belasling op openL-are vermakelijkheden Ie Leiden.
Uit het rapport van B en Ws. over deze
voorgestelde nieuwe belasting blijkt nog
het volgende:
Ten aanzien van de invordering der be
lasting meent de commissie van financiën,
dat deze gevoeglijk aan ,,in functie zijnde"
ambtenaren zou kunnen worden opgedra
gen. B. en Ws. hebben reeds aan do com
missie medegedeeld, dat zij dit onmogelijk
achten. Zoowel op de financieele afdeeling
ter secretarie als op het bureel van den ge
meente-ontvanger is het personeel met
werkzaamheden overladen. Bovendien is
die taak niet zoo eenvoudig als zij opper
vlakkig wel schijnt. Om ontduiking van de
.J^elasting te voorkomen, is strenge controle
noodig; 6eherp behoort te worden toege
zien, dat door de bezoekers geen andoro
Tdan gestempelde toegangsbewijzen worden.
~a.Fg«gov«n. Bovendien kan do belasting,
irachtens art. 3 lo geheven niet ten lcanto-
xe van den gemeente-ontvanger worden be
taald, maar moet deze aan do verschillende
inrichtingen worden geïnd. Het ic duide
lijk dat deze veelomvattende taak niet aan
een bestaand ambtenaar kan worden opge
dragen. Het is zelfs de vraag of één ambte
naar daarvoor voldoende zal zijn.
In Groningen zijn daarmede dan ook, be
halve één vast bezoldigden ambtenaar, nog
vier beambten belast, wier bezoldiging
telken jarc geregeld wordt.
Evenmin kunnen B. en Ws. daarom me
degaan met het voorstel der commissie van
financiën om de bezoldiging van dien eenen
ambtenaar, dien B. en Ws. volstrekt nood
zakelijk achten, ieder jaar opnieuw door
den Raad te laten vaststellen.
Deze persoon, wicn een volle taak zal
worden opgedragen, behoort ook een vol
ambtenaar te zijn, met een vasto bezoldi
ging, wetende, waaraan hij zich te houden
heeft'. Bestaat omtreut zijn positie onzeker
heid, zeker zou de gemeente er niet in sla
gen den gewenschton persoon te verkrijgen.
Wat eindelijk de opmerking der commissie
betreft, dat bij geschil over de toopassing
dor verordening boroep op den Raad wen-
schelijk zou zijn, wijzen B. cn Ws. er op,
dat de beslissing oor hun coll<r-3 feitelijk
reeds een beslissing in hooger beroep is.
In den regel toch zal het de belasting
ambtenaar zijn, die het bedrag der belas
ting bepaalt. Eerst wanneer de belasting
schuldige zich door diens berekeniag be
zwaard acht, zal hij zich tot Burgemeester
en Wethouders wenden, die d.i de veror
dening uitvoerende, feitelijk reeds in twee
den aanleg beslissen.
In Amsterdam en Groningen is daarom
evenmin beroep op den Raad toegekend.
B. en Ws. vreezen dan ook, dat toekenning
van dat beroep tot grootc beslommeringen
voor den Raad aanleiding zou geven, zon
der dat zulks tot juistere toepassing der
verordening leiden zou.
Aanneming ook van dit amendement van
de Commissie meenen B. en Ws. daarom te
moeten ontrr-1-;!.
Mitsdien geren zij thans in overweging
tot de vaststelling der verordeningen over
tc gaan, in denzelfden vorm waarin deze
vroeger den Raad ter vaststelling vrerden
aangeboden, nadat aan art. 3 sub 2o der
heffingsverordening alsnog zullen zijn toe
gevoegd de woorden: „indien ten bohoevo
van de localiteit of ruimte geen „vergun
ning" ingevolge de Drankwet is verleend
cn een vast recht van 2,50 per kalender
maand of gedeelte daarvan indien daar
voor wel vergunningsrecht wordt betaald."
Leaden, 3 Augustus.
Omtrent list door het Leidsche strijk
orkest Euterpe", directeur de heer J.
Vink, iu de groote zaal van het badhotel
Erven W. H. van Konijnenburg to Noord-
wijk aan Zee van verschillendo zijden
daartoe aangezocht gegeven concert,
schrijft „De Noordw." het volgende:
„Het concert had, waarschijnlijk wegens
het vroege bcginuur, aanvankelijk niet veel
bezoekers, hetgeen jammer was met het oog
op de schoon,^ eerste nummers „Lo Calif
do Bagdad'' on „Cavalcria Rusticana."
Gaandeweg werd de zaal meer gevuld en
vond het orkest een dankbaar gehoor.
Do prachtige zonsondergang .en irissche
lucht op het strand lokten nog enkele be
zoekers voor een ©ogenblik uit de zaal,
waarin het vrij warm was, en met do pauzo
stroomden de bezoekers in groote haast
naar buiten.
Hot was dan ook goed gezien van do uit
voerders, dat ze het grootste deel en niet
hel, minste, bewaard hadden tot na de
pauze.
We mogen niet anders zeggen, dan dat
het gezelschap, dab alleen bestond uil dilet
tanten, zijn gehoor een paar uren van on
vermengd genot verschafte, dewijl alle
nummers keurig werden uitgevoerd; bo
vendien gaven de heeren Hamakers en
Vcrhey nog een paar extra-nummers, deze
voor klarinet, gene voor viool, ten beste,
welke verdienstelijk uitgevoerde stukken
het publiek een luid applaus ontlokten;
evenals dc in het programma vermelde
violoncel-solo „Andante uit het 3do concert
van G. Goltermann" (door dr?n heer W. van
Erp Jr.) en de viool-solo: Fantaisio de
l'opéra „Romeo et Juliette'' (door den
heer J. Kroon), welko laatste zelfs zoo
zeer werd toegejuicht, dat do uitvoerder
zich genoopt zag, ten tweeden male voor
zijn gehoor op te treden, hetwelk ook blijk
baar zeer gewaardeerd werd.
Keuze cn volgorde der stukken waren
o. i. goed geslaagd en do imitatie der man
dolines gaf nog een aardige afwisseling.
Het is onnöodig de verschillende num
mers afzonderlijk te beschouwen. Behalve
de reeds genoemde schenen ons de schoon
ste. toe: „Traumerei", „Herzwunden" en
„Letzter Frühling", van welke laatste de
crescendo's keurig werden uitgevoerd en
inzonderheid het slot. De directeur had eer
van zijn leiding. Ook de piano-begeleiding
was in goede 'banden.
De altijd schoone „Hochzcitsm irsch"
van F. Mendelssohn-Bartholdy was een
waardig slotnummer, dat dan ook van
harte werd toegejuicht."
Ter gelegenheid van den verjaardag
van H. .1. de Koningin-Moeder werd gib-
toren te 's-Gravenhage de gebruikelijke
parade gehouden.
Na afloop daarvan werd do schooljeugd
door het Haagsche Comité voor Volksfees
ten in den Koekamp onthaald. Van 77 open
bare cn bijzondere scholen waren er kin
deren, zoodat hua aantal bijna duizend
bedroeg Met muziek, poppenkast, clowns
cn goochelaar en versnaperingen word den
kleinen een pleizierige dag bezorgd. Ton
slotte kreeg nog elk een portret van H. M.
do Koningin-Moeder mee naar huis.
Het Avondfeest slaagde uitmuntend; de
traditioaecle verlichtingen voor de departe
menten van algemeen bestuur en andere
openbare gebouwen gelukten uitstekend bij
de bijna volkomen windstilte.
Duizenden cn duizenden waren met den
prachtigen avond, hetzij in het Bosch met
dc verlichte sociëteitslent als middelpunt,
hetzij in den Dierentuin, in beide welke in
stellingen feestconcerton worden gogeven,
in dc eerste door de koninklijk militaire ka
pel, in de tweede door de stafrauzick van
het vierde reg. inf. uit Leiden, of wel in
het Malieveld, dat zich zoo goed leent voor
een vuurwerk. Tegen don aonkcren achter
grond werden mooie effecten teweegge
bracht door vuurpijlen, die lichtbundels
ontplooiden, en door bommen waaruit in de
hoogte bouquetten of gekleurde sterren op
gloeiden, enz. Een hulde aan dc Koningin-
Moeder, wier geboortedatum in een lauwer
prijkte, werd onder het spelen van het Wil
helmus algemeen toegejuicht. Het slotstuk
was een dorpsgezicht met een torentje tus
schen het groen. Om ruim tien uren keerde
de ontzaglijke menigte naar de stad terug,
waarvan de rainistericn-wijk in feestlicht
straalde.
Men schrijft uit Baarn: Zooals naar ge
woonte, word de verjaardag van H. M. de
Koningin-Moeder, Ambachtsvrouwc dezer
gemeente, weer opgewekt gevierd. De te
genwoordigheid van het Koninklijk Echt
paar cn van de Groothertogin van Mecklen
burg ten paleize Soestdijk verhoogde niet
weinig de algemeene feestvreugde, üp
initiatief van de „Verecnigirg tot verfraai
ing van Baarn en bevordering van het
vreemdelingenverkeer" word van 3 tot 4
uren eon „bataille do fleurs" gehouden op
den prachtigen Socstdijkerstraatweg tus-
schen den Oranjeboom en heb paleis Soest
dijk. Tegen 3 uren kwam op den mot
Westrumite stofvrij gemaakten weg een on
telbaar aantal voertuigen van allerlei \orm
en grootte bijeen.
Toen om 3 uren zich alles in beweging
zette volgden in bonte rij de Hollandsche
sjees, do Engelscho postkoets met vierspan
daarna volgden een ezelwagen, vele auto
mobielen, hittenwagens, ezelwagens, Bun
schoterwagen, ja zelfs enkele kinderwagens.
Een aantal keurige equipages en huurrij
tuigen voltooiden de onafzienbare rijen.
De meeste voertuigen waren keurig met
bloomen, donker bcukenlof, eikeulof enz.
versierd. Ontelbaro bloemon werden van
het «ene in het andero rijtuig geworpen,
ook de omstanders werden nu cn clan met
deze geurige projectielen beschoten.
Te kwart vóór vieren reed dc Koninklijke
familie uit. In het eerste rijtuig waren ge
zeten de beide Koninginnen en in het twee
de de Groothertogen van Mocklcuburg en do
Prins dor Nederlanden. Toen dc Koninklij
ke familie het hek uitreed, steeg uit de
massa inouschcn een hartelijk gejuich óp.
Na oen korten rijtoer door dc gemeente
Baarn keerde cle Vorstelijke familie om
half vijf weer naar liet Paleis terug.
Van halfvier tot half zes word op het met
vlaggen versierde Brinkplein een keurig
programma uitgevoerd door het Baarnsehe
Fanfarecorps „Crescendo".
Het „Vad." schrijft: In Surinaamsche
kringen, waar men er prijs op stelt, dat do
heer Lcly weder door een technicus wordt
opgevolgd, heeft het bevreemding gewekt,
dat als aanstaand gouverneur nog niet ge
noemd is de ingenieur D. H. Havelaar,
hoofd van het bouwdepartement iu Suri
name.
Do Gemeenteraad van Haarlem keurde
gisteren zonder discussie goed het voorstel
van B. cn Ws. om inarktgeldon to heffen op
do boter- en oudijzerrnarkt Eveneens wer
den zonder stemming gevoteerd do 32,000
noodig voor de uitbreiding der muntgasme
ters.
GistereJ. herdacht de heer D. J. Cra
mer, directeur der fabrieken voor gas en
eleotriciteifc te Rotterdam, den dag, waarop
hij vóór -10 jaren aan die fabriek verbonden
werd.
Men bericht aan de „N. 11. Ct." dat
de hertogin Marie van Meoklcnburg, moe
der van Z. K. E. Prins Hendrik, aan H.
M. do Koningin-Moeder tor gelegenheid
van Haar verjaardag een kostbaar gesohonk
heeft gegeven, bestaande in antiok Mecklen-
burgsch koperwerk.
Mr. C. R. Merkus heeft met ingang
van 1 Januari a.s. wegens hoogen leeftijd
ontslag gevraagd als griffier der Staten
van Utrecht. l„U. D.";
Te Twelloo is gisteren in den ouder-
do i van bijna GS jaren overleden do heer
H. de Haan, gemeente-seoretaris te Voorst.
Dc overledene hcoft de gemeente gedurende
ruim '19 jaren met ijver en toewijding ge
diend en was algemeen geacht en bemind,
vooral om zijn grooten weldadigheidszin.
Dr. J. Huizinga te Haarlem, leeraar
aan de H. B.-S. aldaar, dio, zooals gemeld,
benoemd is tot hoogleoraar in de letteren
cn wijsbegeerte te Groningen voor onder
wijs in de vaderlandsche geschiedenis, al
gemeene geschiedenis der middeleeuwen cn
nieuwemn tijd cn politieke aardrijkskunde,
is, naar dc „O. H. Ct." kan medcdeelcn,
32 jaren oud; hij werd den 7den December
1S72 te Groningen geboren. Zijn vader,
prof. D. Huizinga, was van 1870 tob 1901
hoogleeraar in do physiologic aan de Gro-
ningschs Universiteit; toen noodzaakto een
sleepcndc ziekte hem af te treden. Do
nieuwbenoemde hoogleeraar studeerde in
Groningen. In den winter van 1S95 op 1890
bezocht hij dc hoogeschool to Leipzig. Op
den 28sten Mei 1897 is hij te Groningen ge
promoveerd. Vóór dien datum was hij te
Haarlem reeds als leeranr benoemd, hoewel
hij eerst in September 1807 te Haarlem in
functie trad. Do heer Huizinga promo-
voerdo tot doctor in de Ncderlandsehe let
teren op een dissertatie, getiteld: „Dc Vi-
düshaka in het Indisch tooneel."
In het begin van dit jaar is in do „Bij
dragen voor oude geschiedenis en Oudheid
kunde" een studie van den heer Huizinga
verschenen over de oudo geschiedenis van'
Haarlem. Binnenkort verschijnt hiervan
hot vervolg.
Naar „D# Tel" verneemt, is dc hoor
P. Nolting, lid van do Tweede Kamer cn
van den gemeenterend van Amsterdam, vrij
ernstig ongesteld.
Het Isto en 2de bataljon van het rog.
gron. cn jagers en het lsto cn 3do bataljon
van het 'ldo rog. inf., resp. uit Delft cn
uit Gouda, betrekken heden do legerplaats
bij Harskamp, tot het houden van schiet
oefeningen, onder leiding van den kolonel
D. F. H. Helbach, commandant van
laatstgemeld korps.
Do luit.-kolonel O. W. Wester reuen
van Meetoren, gedetacheerd bij do land
macht in Westlndië, heeft verenging van
die detacheering verzocht,
D.e bij het Oost-Indische leger benoom-
do officieren van goz. 2do kl. F. H. Johan
en U. M. Versteeg, cn do bij dat leger be
noemde apothekers 2do kl. O. L. do Fouw
cn C. J. F. L. Knufman zullen, na beëin
diging bij hot kol. werfdepot te Harder
wijk, in het genot van verlof worden ge
steld.
Het stoomschip „Bielefeld", van Ja"-"
naar Amsterdam, vertrek 1 Aug. van Co
lombo; do „Delfland" arriveerde 2 Aug*
van Amsterdam to Buenos-Ayres; de „Hor-
zog" (uitreis) vertrok I Aug. van Dar-es-
Salaam; de „Oranje", van Amsterdam
naar Batavia, passeerde 2 Aug. Ouossant;
de „Prins Hendrik", van Amsterdam naar
Batavia, vertrek 2 Aug van Suez; de
„Prins Maurite", van Amsterdam naar
Paramaribo, passeerde 1 Aug. St.-Michacls;
do „Rijnland" vertrok 2 Aug. van Buonos-
Ayres naar Amsterdam; do „Amstelland"
vertrok 2 Augustus van Amsterdam nuar
Bucnos-Ayresdo „Feldmarschall" (uit
reis) vortrok 31 Juli van Lissabon; dj
„Soombawa", van Amsterdam naai Bata
via, arriveerde 2 Augustus to Port-Said;
do „Zeeburg", van Rotterdam naar S«u-
vannah, passeerde 1 Aug. Lizard; do „Ar-
djoeno", van Batavia naar Rottordrm,
vortrok 2 Augustus van Porfc-Said; do „Ko-
diri", van Rotterdam naar Java, arri
veerde 2 Augustus to La Pallice; dc „Apol-
da" arriveerdo 2 Augustus van Java te
Amsterdam; do „Bali", van Batavia naar
Amsterdam, is 2 Augustus des middag? bij
Dungencss belocdst; de „Offenbach", van
Batavia naar Amsterdam, arriveerde 1
Augustus to Marseille; do „Stella" vertrok
2 Aug. van Lissabon naar Amsterdam.
Gouda. De a/deeling Gouda en Omstre
ken van den Bond van Nedorlandsoho on
derwijzers heeft aan den Raad der gemeente
Gouda een adres gericht, met verzoek mc-
21)
„Ja, ja, beste Just, ik ben nog heel,"
zeide Teil, pijnlijk verrast; „maar, in
's Hemels naam, waar komt u vandaan
„Ik ben u nagereden. Maar de paarden van
mijn ellendige droschke konden niet voort;
al to spoedig verloren wij u uit het oog;
door het tijdroovende uitvragen van voor
bijgangers moest ik altijd eerst constatee-
ren, welke richting u ingeslagen hadt. Zoo
ben ik tot aan de houtvesterij gekomen,
waar ik uitsteeg en naar uw spcor zoch\
Ik ontdekte het rijtuig, dat u wachtte; ik
hoorde schoten vallen en hier ben ik."
Mogen de heeren deze interruptie,
waaraan ik geheel onschuldig ben, niet
kwalijk nomen," zeide Teil. „De heer Just
is een oud vriend van wijlen mijn ouders,
voor wiens stilzwijgen ik elke garantie op
mij neem."
„Ik heb sedert zonsopgang voor mijn
raam op de loer gezeten cu uw huisdeur
i-i het oog gehouden. Zou ik niet bespeurd
hebben, dat er iets niet in den haak was?
Toon ik dien heer hij wees op den schil
der heden reeds zoo vroeg uw huis zag
voorbijrijden, wist ik heel zeker, dat mijn
vrees al te gegiond was, cn toen u beiden
spoedig daarop het huis verliet en wegreedt
liep ik eveneens op straat cn wierp mij in
een droschke, om u te volgen.
„Waarom dan? Wat ha-clt u dan voor?"
„Ik wilde een ongeluk voorkomen; ik
^vilde u beschermen. Goeie zij dank, dat
het niet meer noodig is."
De anderen glimlachten. Het opgewonden
mannetje mot het gladgeschoren, frisch,
energiek gezicht en do levendige bewegin
gen van zijn een weinig corpulent lichaam
maakte een bijna komischen indruk.
„Hoe hadt u eigenlijk den zoon van uw
vriend willen beschermen V' vroeg de vrij
heer, die op het rijtuig wachtte, dat zijn
dokter was gaan halen.
Just zag den vrager uitvorschend in de
oogen.
„U zijt de tegenstander van den officier
geweest Ik zie het aan uw verbonden arm
eu aan het bepleisterde oor. Nu, mijnheer,
als ik hier bijtijds gekomen ware, dan had
ik liet tweegevecht niet toegelaten. Ja,
lacht maar, mijne heeren 1 Ik bon nog he
den Amerikaansch burger en al die beschou
wingen en gebruiken van het oude Europa
kunnen mij niets schelen, ik zou*leven ge
maakt en u zeker verhinderd hebben deze
dwaasheid to begaan. Met wien heb ik ove
rigens de eer Ik- ben geen geheim politie
agent en zal u niet verraden."
De vrijheer maakte een buiging en zeide
goed geluimd: „Mijn naam u von Brank."
Just deinsde een pas achteruit, zag den
ander aan, alsof deze een spook wars, en
herhaalde: „Brank, Brank? Brank von
Giesdorf? U zijt mijnheer Koert Brank von
Gicedorf
„U kent al mijn namen? Dat is inderdaad
zeer merkwaardig."
Just had zich hersteld.
„Niet zoo merkwaardig als het u mag
toeschijnen, baron", zeide hij kalmer, maar
nog steeds met groote verwondering den
vrijheer aanstarend.
„Niet baron", verbeterde Brank, „ik ben
vrijheer; dc koningen van Pruisen benoe
men geen baronnen."
„Wijlen dc echtgenoote van mijn vriend
Teil", ging Just met een buiging voort-,
„heeft mij zoo dikwijls en zooveel van u
verteld, dat ik uw vollen naam goed ont
houden heb. Een geluk, mijnheer von
Brank, dat u den heer officier niet gewond
hebt. Mevrouw zijn moeder heeft hem mij
ia zeSéren zin als een legaat nagelaten,
dat ik trouw heb te bewaren."
Zijn stem klonk week cn tc gelijk drei
gend; daarbij streek hij met zijn hand her
haaldelijk over den arm van den officier,
als om zich van zijn ongedeerdheid geheel
te overtuigen.
De houding van dezen man bleef niet
zonder indruk op den vrijheer, bij wien
de herinnering aan Victorine en den kin
der! ijk-zaligen droom van zijn jongelings
jaren woder levendig werd. „Wij moeten
elkaar terugzien, mijnheer Just," zeide hij
vriendelijk, „breng mij eens een bezoek tc
Giesdorf, u zult mij altijd welkom zijn."
Het knarsen van wielen, welke over dor
re takken rolden, deed zich hooren: het
rijtuig van von Brank was gekomeu.
„Hebt u niet een slok wijn?" vroeg 'de
vrijheer, „het wordt mij zoo zwart voor de
oogen." Hij werd bleek en zocht met de
rechterhand naar een steun, dien hij ook
aan den dadelijk toespringenden Just
vond.
„Mijnheer bezwijmt," zeide Just bezorgd,
„dat komt van heb bloedverlies."
„Hier, mijnheer von Brank, drink" zcido
de dokter, die hem een glas rooden wijn
reikte.
Brank nam een teug en toen zeide hij,
zich stram oprichtende: „Ik word al weer
boter. Gekke boel 1 Men is toch geen oudo
vrouw en zal toch nog wel een lepel bloed
kunnen missen."
„Het is wel een weinig meer geweest,"
zeide do dokter; „laten wij zeggen: een
koffiekop. Nu instijgen, mijnheer von
Brank; u hebt rust noodig."
Just ondersteunde den gewonde, terwijl
hij mede in het rijtuig steeg en voor den
vrijheer een plaats gemakkelijk maakte.
De ritmeester stond aan hot portier, ge
reed eveneens in tc stijgen, als Just weder
uitgestapt zou zijn, en vroeg: „Naar Kai-
serhof
„Neen, besto Tollen," zeide Brank, „me
dunkt, dat ik onmiddellijk naar huis moet
rijden. Het zijn goodc paarden. In twee
uur kan ik to Giesdorf zijn. Nietwaar,
dokter, u staat dien rit toe?"
„Ik kan u helaas niet vergezellen, mijn
heer von Brank, „maar zou toch gaarne
zien, dat u niet alleen wegreedt."
„Hm, hm," zeide de ritmeester, „als ik
maar niet te elf uren dienst had 1"
„En ik ben helaas eveneons gebonden,"
zeide Gotenberg; „dat treft werkelijk
slecht."
„Mijne heeren," riep Just, die nog in
het rijtuig stond, „ik heb den tijd, ik wil
den heer von Brank vergezellen; met de
verpleging van gewonden ben ik bekend."
De dokter knikte; hij keurde dit aanbod
goed.
„Neem 'dan plaats bij mij, mijnheer Just,"
zeide Brank, „ik kan mij geen aangenamer
hulp denken. In het voorbankjo ia roodo
wijn en koud vleescb; u moet uw ontbijt
niet missen."
„Dank u," zeide Just, terwijl hij tegen
over dea vrijheer plaats nam, „ik heb geen
eetlust, als u het echter goedvindt, steek
ik mijn pijp aan."
„En ik een sigaar 1"
Just tastte in den rokzak van den vrij
heer, haalde den sigarenkoker er uit,
sneed het puntje van een sigaar af cn stak
een lucifer aan.
„Ik hoop, dat mijn pijpje niet slechter
zal ruiken" zeide hij, terwijl hij een kort,
reeds geheel zwart gerookt stcencn pijpjd
voor den dag haalde en het met geelachtige
Maryland stopte. Het is cchto baai, ik rook
geen andere soort." Nadat hij dc tabak aan
gestoken had, zeide hij: „Nu zijn wij gereed.
Als u het toestaat, mijnheer von Brank,
kunnen wij vertrekken. Do koetsier weet
toch den weg?"
j „Ikkoni morgen buiten," riep nog do
dokter in 't- rijtuig; ,,'t verband blijft good
liggen."
„Gelukkige reis! Beterschap!" klonkheti
van alle kanten.
Brank stak nog eens den gezonden arm
buiten het rijtuig, en gaf den officier da
hand: „Wij blijven de ouden, nietwaar?"
Do officier beantwoordde den handdruk
en zeide beschaamd: „God zij met u, mijn
heer von Brank. Ik blijf steeds uw schul
denaar."
„Een cavalier van top tot een 1" riep dei
schilder vol geestdrift, toen het rijtuig
met den vrijheer en zijn metgezel verdwo-
Wordt *rvolg'd.j