N* T3939 X>öiicfëï'<Iag 3 Augustus. A* 1905. <Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offleieele Kennisgeving. FEUILLETON. Zijn 31 oe«!ei% LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Toot Leiden pei week 9 Cents j pei 3 maanden 1.10. Ihiiten Leiden, per looper en waar ageDteD gevestigd «(jn i I 9 1.30. Tranco per post 1.65. PRIJS DER ABVEUTENTTËNt Van 18 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17l. Grootere lettors naar plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Cents contant; elk tiental woorden meer 10 Cents.Voor het incasseersn wordt/"0.05 berekend. i Inkomstenbelasting. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen in herinnering, dat met 31 Juli jl. de lsle termijn is vervallen van de inkom stenbelasting, dienst 1905, en dat alzoo minstens een zesde gedeelte van den aan slag moet zijn voldaan. Zij noodigen mitsdien belanghebbenden uit, om, ter voorkoming van vervolgings- kostcn, tot de betaling van het verschuldig de^ ten kantore van den Gemcente-Outvan- gw over to gaan. - Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN STRÏJÉN, loco-Secretaris. Leiden, 3 Augustus ICC".. Belasling op openL-are vermakelijkheden Ie Leiden. Uit het rapport van B en Ws. over deze voorgestelde nieuwe belasting blijkt nog het volgende: Ten aanzien van de invordering der be lasting meent de commissie van financiën, dat deze gevoeglijk aan ,,in functie zijnde" ambtenaren zou kunnen worden opgedra gen. B. en Ws. hebben reeds aan do com missie medegedeeld, dat zij dit onmogelijk achten. Zoowel op de financieele afdeeling ter secretarie als op het bureel van den ge meente-ontvanger is het personeel met werkzaamheden overladen. Bovendien is die taak niet zoo eenvoudig als zij opper vlakkig wel schijnt. Om ontduiking van de .J^elasting te voorkomen, is strenge controle noodig; 6eherp behoort te worden toege zien, dat door de bezoekers geen andoro Tdan gestempelde toegangsbewijzen worden. ~a.Fg«gov«n. Bovendien kan do belasting, irachtens art. 3 lo geheven niet ten lcanto- xe van den gemeente-ontvanger worden be taald, maar moet deze aan do verschillende inrichtingen worden geïnd. Het ic duide lijk dat deze veelomvattende taak niet aan een bestaand ambtenaar kan worden opge dragen. Het is zelfs de vraag of één ambte naar daarvoor voldoende zal zijn. In Groningen zijn daarmede dan ook, be halve één vast bezoldigden ambtenaar, nog vier beambten belast, wier bezoldiging telken jarc geregeld wordt. Evenmin kunnen B. en Ws. daarom me degaan met het voorstel der commissie van financiën om de bezoldiging van dien eenen ambtenaar, dien B. en Ws. volstrekt nood zakelijk achten, ieder jaar opnieuw door den Raad te laten vaststellen. Deze persoon, wicn een volle taak zal worden opgedragen, behoort ook een vol ambtenaar te zijn, met een vasto bezoldi ging, wetende, waaraan hij zich te houden heeft'. Bestaat omtreut zijn positie onzeker heid, zeker zou de gemeente er niet in sla gen den gewenschton persoon te verkrijgen. Wat eindelijk de opmerking der commissie betreft, dat bij geschil over de toopassing dor verordening boroep op den Raad wen- schelijk zou zijn, wijzen B. cn Ws. er op, dat de beslissing oor hun coll<r-3 feitelijk reeds een beslissing in hooger beroep is. In den regel toch zal het de belasting ambtenaar zijn, die het bedrag der belas ting bepaalt. Eerst wanneer de belasting schuldige zich door diens berekeniag be zwaard acht, zal hij zich tot Burgemeester en Wethouders wenden, die d.i de veror dening uitvoerende, feitelijk reeds in twee den aanleg beslissen. In Amsterdam en Groningen is daarom evenmin beroep op den Raad toegekend. B. en Ws. vreezen dan ook, dat toekenning van dat beroep tot grootc beslommeringen voor den Raad aanleiding zou geven, zon der dat zulks tot juistere toepassing der verordening leiden zou. Aanneming ook van dit amendement van de Commissie meenen B. en Ws. daarom te moeten ontrr-1-;!. Mitsdien geren zij thans in overweging tot de vaststelling der verordeningen over tc gaan, in denzelfden vorm waarin deze vroeger den Raad ter vaststelling vrerden aangeboden, nadat aan art. 3 sub 2o der heffingsverordening alsnog zullen zijn toe gevoegd de woorden: „indien ten bohoevo van de localiteit of ruimte geen „vergun ning" ingevolge de Drankwet is verleend cn een vast recht van 2,50 per kalender maand of gedeelte daarvan indien daar voor wel vergunningsrecht wordt betaald." Leaden, 3 Augustus. Omtrent list door het Leidsche strijk orkest Euterpe", directeur de heer J. Vink, iu de groote zaal van het badhotel Erven W. H. van Konijnenburg to Noord- wijk aan Zee van verschillendo zijden daartoe aangezocht gegeven concert, schrijft „De Noordw." het volgende: „Het concert had, waarschijnlijk wegens het vroege bcginuur, aanvankelijk niet veel bezoekers, hetgeen jammer was met het oog op de schoon,^ eerste nummers „Lo Calif do Bagdad'' on „Cavalcria Rusticana." Gaandeweg werd de zaal meer gevuld en vond het orkest een dankbaar gehoor. Do prachtige zonsondergang .en irissche lucht op het strand lokten nog enkele be zoekers voor een ©ogenblik uit de zaal, waarin het vrij warm was, en met do pauzo stroomden de bezoekers in groote haast naar buiten. Hot was dan ook goed gezien van do uit voerders, dat ze het grootste deel en niet hel, minste, bewaard hadden tot na de pauze. We mogen niet anders zeggen, dan dat het gezelschap, dab alleen bestond uil dilet tanten, zijn gehoor een paar uren van on vermengd genot verschafte, dewijl alle nummers keurig werden uitgevoerd; bo vendien gaven de heeren Hamakers en Vcrhey nog een paar extra-nummers, deze voor klarinet, gene voor viool, ten beste, welke verdienstelijk uitgevoerde stukken het publiek een luid applaus ontlokten; evenals dc in het programma vermelde violoncel-solo „Andante uit het 3do concert van G. Goltermann" (door dr?n heer W. van Erp Jr.) en de viool-solo: Fantaisio de l'opéra „Romeo et Juliette'' (door den heer J. Kroon), welko laatste zelfs zoo zeer werd toegejuicht, dat do uitvoerder zich genoopt zag, ten tweeden male voor zijn gehoor op te treden, hetwelk ook blijk baar zeer gewaardeerd werd. Keuze cn volgorde der stukken waren o. i. goed geslaagd en do imitatie der man dolines gaf nog een aardige afwisseling. Het is onnöodig de verschillende num mers afzonderlijk te beschouwen. Behalve de reeds genoemde schenen ons de schoon ste. toe: „Traumerei", „Herzwunden" en „Letzter Frühling", van welke laatste de crescendo's keurig werden uitgevoerd en inzonderheid het slot. De directeur had eer van zijn leiding. Ook de piano-begeleiding was in goede 'banden. De altijd schoone „Hochzcitsm irsch" van F. Mendelssohn-Bartholdy was een waardig slotnummer, dat dan ook van harte werd toegejuicht." Ter gelegenheid van den verjaardag van H. .1. de Koningin-Moeder werd gib- toren te 's-Gravenhage de gebruikelijke parade gehouden. Na afloop daarvan werd do schooljeugd door het Haagsche Comité voor Volksfees ten in den Koekamp onthaald. Van 77 open bare cn bijzondere scholen waren er kin deren, zoodat hua aantal bijna duizend bedroeg Met muziek, poppenkast, clowns cn goochelaar en versnaperingen word den kleinen een pleizierige dag bezorgd. Ton slotte kreeg nog elk een portret van H. M. do Koningin-Moeder mee naar huis. Het Avondfeest slaagde uitmuntend; de traditioaecle verlichtingen voor de departe menten van algemeen bestuur en andere openbare gebouwen gelukten uitstekend bij de bijna volkomen windstilte. Duizenden cn duizenden waren met den prachtigen avond, hetzij in het Bosch met dc verlichte sociëteitslent als middelpunt, hetzij in den Dierentuin, in beide welke in stellingen feestconcerton worden gogeven, in dc eerste door de koninklijk militaire ka pel, in de tweede door de stafrauzick van het vierde reg. inf. uit Leiden, of wel in het Malieveld, dat zich zoo goed leent voor een vuurwerk. Tegen don aonkcren achter grond werden mooie effecten teweegge bracht door vuurpijlen, die lichtbundels ontplooiden, en door bommen waaruit in de hoogte bouquetten of gekleurde sterren op gloeiden, enz. Een hulde aan dc Koningin- Moeder, wier geboortedatum in een lauwer prijkte, werd onder het spelen van het Wil helmus algemeen toegejuicht. Het slotstuk was een dorpsgezicht met een torentje tus schen het groen. Om ruim tien uren keerde de ontzaglijke menigte naar de stad terug, waarvan de rainistericn-wijk in feestlicht straalde. Men schrijft uit Baarn: Zooals naar ge woonte, word de verjaardag van H. M. de Koningin-Moeder, Ambachtsvrouwc dezer gemeente, weer opgewekt gevierd. De te genwoordigheid van het Koninklijk Echt paar cn van de Groothertogin van Mecklen burg ten paleize Soestdijk verhoogde niet weinig de algemeene feestvreugde, üp initiatief van de „Verecnigirg tot verfraai ing van Baarn en bevordering van het vreemdelingenverkeer" word van 3 tot 4 uren eon „bataille do fleurs" gehouden op den prachtigen Socstdijkerstraatweg tus- schen den Oranjeboom en heb paleis Soest dijk. Tegen 3 uren kwam op den mot Westrumite stofvrij gemaakten weg een on telbaar aantal voertuigen van allerlei \orm en grootte bijeen. Toen om 3 uren zich alles in beweging zette volgden in bonte rij de Hollandsche sjees, do Engelscho postkoets met vierspan daarna volgden een ezelwagen, vele auto mobielen, hittenwagens, ezelwagens, Bun schoterwagen, ja zelfs enkele kinderwagens. Een aantal keurige equipages en huurrij tuigen voltooiden de onafzienbare rijen. De meeste voertuigen waren keurig met bloomen, donker bcukenlof, eikeulof enz. versierd. Ontelbaro bloemon werden van het «ene in het andero rijtuig geworpen, ook de omstanders werden nu cn clan met deze geurige projectielen beschoten. Te kwart vóór vieren reed dc Koninklijke familie uit. In het eerste rijtuig waren ge zeten de beide Koninginnen en in het twee de de Groothertogen van Mocklcuburg en do Prins dor Nederlanden. Toen dc Koninklij ke familie het hek uitreed, steeg uit de massa inouschcn een hartelijk gejuich óp. Na oen korten rijtoer door dc gemeente Baarn keerde cle Vorstelijke familie om half vijf weer naar liet Paleis terug. Van halfvier tot half zes word op het met vlaggen versierde Brinkplein een keurig programma uitgevoerd door het Baarnsehe Fanfarecorps „Crescendo". Het „Vad." schrijft: In Surinaamsche kringen, waar men er prijs op stelt, dat do heer Lcly weder door een technicus wordt opgevolgd, heeft het bevreemding gewekt, dat als aanstaand gouverneur nog niet ge noemd is de ingenieur D. H. Havelaar, hoofd van het bouwdepartement iu Suri name. Do Gemeenteraad van Haarlem keurde gisteren zonder discussie goed het voorstel van B. cn Ws. om inarktgeldon to heffen op do boter- en oudijzerrnarkt Eveneens wer den zonder stemming gevoteerd do 32,000 noodig voor de uitbreiding der muntgasme ters. GistereJ. herdacht de heer D. J. Cra mer, directeur der fabrieken voor gas en eleotriciteifc te Rotterdam, den dag, waarop hij vóór -10 jaren aan die fabriek verbonden werd. Men bericht aan de „N. 11. Ct." dat de hertogin Marie van Meoklcnburg, moe der van Z. K. E. Prins Hendrik, aan H. M. do Koningin-Moeder tor gelegenheid van Haar verjaardag een kostbaar gesohonk heeft gegeven, bestaande in antiok Mecklen- burgsch koperwerk. Mr. C. R. Merkus heeft met ingang van 1 Januari a.s. wegens hoogen leeftijd ontslag gevraagd als griffier der Staten van Utrecht. l„U. D."; Te Twelloo is gisteren in den ouder- do i van bijna GS jaren overleden do heer H. de Haan, gemeente-seoretaris te Voorst. Dc overledene hcoft de gemeente gedurende ruim '19 jaren met ijver en toewijding ge diend en was algemeen geacht en bemind, vooral om zijn grooten weldadigheidszin. Dr. J. Huizinga te Haarlem, leeraar aan de H. B.-S. aldaar, dio, zooals gemeld, benoemd is tot hoogleoraar in de letteren cn wijsbegeerte te Groningen voor onder wijs in de vaderlandsche geschiedenis, al gemeene geschiedenis der middeleeuwen cn nieuwemn tijd cn politieke aardrijkskunde, is, naar dc „O. H. Ct." kan medcdeelcn, 32 jaren oud; hij werd den 7den December 1S72 te Groningen geboren. Zijn vader, prof. D. Huizinga, was van 1870 tob 1901 hoogleeraar in do physiologic aan de Gro- ningschs Universiteit; toen noodzaakto een sleepcndc ziekte hem af te treden. Do nieuwbenoemde hoogleeraar studeerde in Groningen. In den winter van 1S95 op 1890 bezocht hij dc hoogeschool to Leipzig. Op den 28sten Mei 1897 is hij te Groningen ge promoveerd. Vóór dien datum was hij te Haarlem reeds als leeranr benoemd, hoewel hij eerst in September 1807 te Haarlem in functie trad. Do heer Huizinga promo- voerdo tot doctor in de Ncderlandsehe let teren op een dissertatie, getiteld: „Dc Vi- düshaka in het Indisch tooneel." In het begin van dit jaar is in do „Bij dragen voor oude geschiedenis en Oudheid kunde" een studie van den heer Huizinga verschenen over de oudo geschiedenis van' Haarlem. Binnenkort verschijnt hiervan hot vervolg. Naar „D# Tel" verneemt, is dc hoor P. Nolting, lid van do Tweede Kamer cn van den gemeenterend van Amsterdam, vrij ernstig ongesteld. Het Isto en 2de bataljon van het rog. gron. cn jagers en het lsto cn 3do bataljon van het 'ldo rog. inf., resp. uit Delft cn uit Gouda, betrekken heden do legerplaats bij Harskamp, tot het houden van schiet oefeningen, onder leiding van den kolonel D. F. H. Helbach, commandant van laatstgemeld korps. Do luit.-kolonel O. W. Wester reuen van Meetoren, gedetacheerd bij do land macht in Westlndië, heeft verenging van die detacheering verzocht, D.e bij het Oost-Indische leger benoom- do officieren van goz. 2do kl. F. H. Johan en U. M. Versteeg, cn do bij dat leger be noemde apothekers 2do kl. O. L. do Fouw cn C. J. F. L. Knufman zullen, na beëin diging bij hot kol. werfdepot te Harder wijk, in het genot van verlof worden ge steld. Het stoomschip „Bielefeld", van Ja"-" naar Amsterdam, vertrek 1 Aug. van Co lombo; do „Delfland" arriveerde 2 Aug* van Amsterdam to Buenos-Ayres; de „Hor- zog" (uitreis) vertrok I Aug. van Dar-es- Salaam; de „Oranje", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 2 Aug. Ouossant; de „Prins Hendrik", van Amsterdam naar Batavia, vertrek 2 Aug van Suez; de „Prins Maurite", van Amsterdam naar Paramaribo, passeerde 1 Aug. St.-Michacls; do „Rijnland" vertrok 2 Aug. van Buonos- Ayres naar Amsterdam; do „Amstelland" vertrok 2 Augustus van Amsterdam nuar Bucnos-Ayresdo „Feldmarschall" (uit reis) vortrok 31 Juli van Lissabon; dj „Soombawa", van Amsterdam naai Bata via, arriveerde 2 Augustus to Port-Said; do „Zeeburg", van Rotterdam naar S«u- vannah, passeerde 1 Aug. Lizard; do „Ar- djoeno", van Batavia naar Rottordrm, vortrok 2 Augustus van Porfc-Said; do „Ko- diri", van Rotterdam naar Java, arri veerde 2 Augustus to La Pallice; dc „Apol- da" arriveerdo 2 Augustus van Java te Amsterdam; do „Bali", van Batavia naar Amsterdam, is 2 Augustus des middag? bij Dungencss belocdst; de „Offenbach", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 1 Augustus to Marseille; do „Stella" vertrok 2 Aug. van Lissabon naar Amsterdam. Gouda. De a/deeling Gouda en Omstre ken van den Bond van Nedorlandsoho on derwijzers heeft aan den Raad der gemeente Gouda een adres gericht, met verzoek mc- 21) „Ja, ja, beste Just, ik ben nog heel," zeide Teil, pijnlijk verrast; „maar, in 's Hemels naam, waar komt u vandaan „Ik ben u nagereden. Maar de paarden van mijn ellendige droschke konden niet voort; al to spoedig verloren wij u uit het oog; door het tijdroovende uitvragen van voor bijgangers moest ik altijd eerst constatee- ren, welke richting u ingeslagen hadt. Zoo ben ik tot aan de houtvesterij gekomen, waar ik uitsteeg en naar uw spcor zoch\ Ik ontdekte het rijtuig, dat u wachtte; ik hoorde schoten vallen en hier ben ik." Mogen de heeren deze interruptie, waaraan ik geheel onschuldig ben, niet kwalijk nomen," zeide Teil. „De heer Just is een oud vriend van wijlen mijn ouders, voor wiens stilzwijgen ik elke garantie op mij neem." „Ik heb sedert zonsopgang voor mijn raam op de loer gezeten cu uw huisdeur i-i het oog gehouden. Zou ik niet bespeurd hebben, dat er iets niet in den haak was? Toon ik dien heer hij wees op den schil der heden reeds zoo vroeg uw huis zag voorbijrijden, wist ik heel zeker, dat mijn vrees al te gegiond was, cn toen u beiden spoedig daarop het huis verliet en wegreedt liep ik eveneens op straat cn wierp mij in een droschke, om u te volgen. „Waarom dan? Wat ha-clt u dan voor?" „Ik wilde een ongeluk voorkomen; ik ^vilde u beschermen. Goeie zij dank, dat het niet meer noodig is." De anderen glimlachten. Het opgewonden mannetje mot het gladgeschoren, frisch, energiek gezicht en do levendige bewegin gen van zijn een weinig corpulent lichaam maakte een bijna komischen indruk. „Hoe hadt u eigenlijk den zoon van uw vriend willen beschermen V' vroeg de vrij heer, die op het rijtuig wachtte, dat zijn dokter was gaan halen. Just zag den vrager uitvorschend in de oogen. „U zijt de tegenstander van den officier geweest Ik zie het aan uw verbonden arm eu aan het bepleisterde oor. Nu, mijnheer, als ik hier bijtijds gekomen ware, dan had ik liet tweegevecht niet toegelaten. Ja, lacht maar, mijne heeren 1 Ik bon nog he den Amerikaansch burger en al die beschou wingen en gebruiken van het oude Europa kunnen mij niets schelen, ik zou*leven ge maakt en u zeker verhinderd hebben deze dwaasheid to begaan. Met wien heb ik ove rigens de eer Ik- ben geen geheim politie agent en zal u niet verraden." De vrijheer maakte een buiging en zeide goed geluimd: „Mijn naam u von Brank." Just deinsde een pas achteruit, zag den ander aan, alsof deze een spook wars, en herhaalde: „Brank, Brank? Brank von Giesdorf? U zijt mijnheer Koert Brank von Gicedorf „U kent al mijn namen? Dat is inderdaad zeer merkwaardig." Just had zich hersteld. „Niet zoo merkwaardig als het u mag toeschijnen, baron", zeide hij kalmer, maar nog steeds met groote verwondering den vrijheer aanstarend. „Niet baron", verbeterde Brank, „ik ben vrijheer; dc koningen van Pruisen benoe men geen baronnen." „Wijlen dc echtgenoote van mijn vriend Teil", ging Just met een buiging voort-, „heeft mij zoo dikwijls en zooveel van u verteld, dat ik uw vollen naam goed ont houden heb. Een geluk, mijnheer von Brank, dat u den heer officier niet gewond hebt. Mevrouw zijn moeder heeft hem mij ia zeSéren zin als een legaat nagelaten, dat ik trouw heb te bewaren." Zijn stem klonk week cn tc gelijk drei gend; daarbij streek hij met zijn hand her haaldelijk over den arm van den officier, als om zich van zijn ongedeerdheid geheel te overtuigen. De houding van dezen man bleef niet zonder indruk op den vrijheer, bij wien de herinnering aan Victorine en den kin der! ijk-zaligen droom van zijn jongelings jaren woder levendig werd. „Wij moeten elkaar terugzien, mijnheer Just," zeide hij vriendelijk, „breng mij eens een bezoek tc Giesdorf, u zult mij altijd welkom zijn." Het knarsen van wielen, welke over dor re takken rolden, deed zich hooren: het rijtuig van von Brank was gekomeu. „Hebt u niet een slok wijn?" vroeg 'de vrijheer, „het wordt mij zoo zwart voor de oogen." Hij werd bleek en zocht met de rechterhand naar een steun, dien hij ook aan den dadelijk toespringenden Just vond. „Mijnheer bezwijmt," zeide Just bezorgd, „dat komt van heb bloedverlies." „Hier, mijnheer von Brank, drink" zcido de dokter, die hem een glas rooden wijn reikte. Brank nam een teug en toen zeide hij, zich stram oprichtende: „Ik word al weer boter. Gekke boel 1 Men is toch geen oudo vrouw en zal toch nog wel een lepel bloed kunnen missen." „Het is wel een weinig meer geweest," zeide do dokter; „laten wij zeggen: een koffiekop. Nu instijgen, mijnheer von Brank; u hebt rust noodig." Just ondersteunde den gewonde, terwijl hij mede in het rijtuig steeg en voor den vrijheer een plaats gemakkelijk maakte. De ritmeester stond aan hot portier, ge reed eveneens in tc stijgen, als Just weder uitgestapt zou zijn, en vroeg: „Naar Kai- serhof „Neen, besto Tollen," zeide Brank, „me dunkt, dat ik onmiddellijk naar huis moet rijden. Het zijn goodc paarden. In twee uur kan ik to Giesdorf zijn. Nietwaar, dokter, u staat dien rit toe?" „Ik kan u helaas niet vergezellen, mijn heer von Brank, „maar zou toch gaarne zien, dat u niet alleen wegreedt." „Hm, hm," zeide de ritmeester, „als ik maar niet te elf uren dienst had 1" „En ik ben helaas eveneons gebonden," zeide Gotenberg; „dat treft werkelijk slecht." „Mijne heeren," riep Just, die nog in het rijtuig stond, „ik heb den tijd, ik wil den heer von Brank vergezellen; met de verpleging van gewonden ben ik bekend." De dokter knikte; hij keurde dit aanbod goed. „Neem 'dan plaats bij mij, mijnheer Just," zeide Brank, „ik kan mij geen aangenamer hulp denken. In het voorbankjo ia roodo wijn en koud vleescb; u moet uw ontbijt niet missen." „Dank u," zeide Just, terwijl hij tegen over dea vrijheer plaats nam, „ik heb geen eetlust, als u het echter goedvindt, steek ik mijn pijp aan." „En ik een sigaar 1" Just tastte in den rokzak van den vrij heer, haalde den sigarenkoker er uit, sneed het puntje van een sigaar af cn stak een lucifer aan. „Ik hoop, dat mijn pijpje niet slechter zal ruiken" zeide hij, terwijl hij een kort, reeds geheel zwart gerookt stcencn pijpjd voor den dag haalde en het met geelachtige Maryland stopte. Het is cchto baai, ik rook geen andere soort." Nadat hij dc tabak aan gestoken had, zeide hij: „Nu zijn wij gereed. Als u het toestaat, mijnheer von Brank, kunnen wij vertrekken. Do koetsier weet toch den weg?" j „Ikkoni morgen buiten," riep nog do dokter in 't- rijtuig; ,,'t verband blijft good liggen." „Gelukkige reis! Beterschap!" klonkheti van alle kanten. Brank stak nog eens den gezonden arm buiten het rijtuig, en gaf den officier da hand: „Wij blijven de ouden, nietwaar?" Do officier beantwoordde den handdruk en zeide beschaamd: „God zij met u, mijn heer von Brank. Ik blijf steeds uw schul denaar." „Een cavalier van top tot een 1" riep dei schilder vol geestdrift, toen het rijtuig met den vrijheer en zijn metgezel verdwo- Wordt *rvolg'd.j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 1