N2. 13917
Derde Blad.
8 Juli 1905.
Het sprekende hoofd.
Karl Bernard was in zijn vak een be
kwaam mensch, een flink horlogemaker,
iets gemakkelijk uitgevallen en liij had bo
vendien allerlei eigenaardige ideeën in zijn
hoofd.
Toen hij bij zijn vader in het vak vol
leend was en nu als gezel bij een ander een
dienst zou gaan zoeken, liet hij zich dit
geen tweemaal zeggen. Hij ging. Alleen op
een andore wijze dan zijn ouders hadden
bedoeld. In plaats namelijk van zich bij
een horlogemaker te besteden, sloot hij
zich aan bij een reizenden kunsttroep, die
in de dorpen of op markten van kleine
steden zijn kunst aan het volk vertoonde.
Het ongebonden lev n lachte hem beter
toe dan het stilzitten in een werkplaats.
Zoo heel vreemd kou men dit van hem niet
vinden, want het kunsteiiaarsbloed zat in
hem. Zijn grootmoeder was paardrijdster
in eeD circus geweest. In hem zat haar
wild, vrij kunstenaarsbloed, dat zijn groot
vader reeds veel verdriet had veroorzaakt.
Lang had zij niet aan zijn zijde geleefd
Zoodra zij bemerkte, dat hij haar wilde
beteugelen, en lecren, dat het burgerlijke
leven anders is dan dat van het heen en
weer trekkend volk, werd ze ziek en stierf
van heimwee naar de ongebonden vrijheid.
Het eenig kind, dat ze haar man achter
liet, was geheel zijn evenbeeld, was als
hij, rustig en bedaard, en vertoonde niet
de minste buitensporigheid. Doch de klein
zoon, Karl, herinnerde aan de vreemde
vrouw, die door de buren alleen de „Zi
geunerin" genoemd werd. In dezen klein
zoon zat weder de zucht om spoedig en ge
makkelijk rijk tc worden. Gemakkelijk
was de hoofdzaak.
Bij den heer Pristoni, den directeur van
een reizenden troep, had hij daartoe geen
gelegenheid; doch deze romantische leer
tijd was voor hem niet geheel zonder waar
de. Hier leerde hij ten minste, dat alles
in de wereld ten slotte daarop neerkomt,
de menschen te overbluffen.
Waarop berustte het succes van den
clown De man in zijn bont kostuum,
waarop de zon en gouden sterren waren
gestikt, had slechts op den rand van de
manége te gaan staan, cd te doen alsof
het groote moeite kostte, naar beneden te
springen. Hij boog de knieën, maakte al
lerlei bewegingen, sloeg met de armen, tot
het publiek in groote spanning geraakte,
en stapte dan gemoedelijk met een stap
in het zand der manége. Ieder lachte en
applaudisseerde van pret dat de clown hen
weer eens had gefopt, hen loo gemakkelijk
had beetgenomen en overbluft.
En was hot iets anders bij de drie ge
zusters Martini, de bevallige acrobaten,
die men reeds bewondert, als men ze ziet
gaan Bij haar berustte alles op een truc
Al haar collega's wisten dit, maar de toe
schouwers moesten in deD waan gebracht
worden, dat de toer uiterst moeilijk was.
En daarom lieten'zij het slotnummer eerst
eenige keeren mislukken, opdat het pu
bliek aan het gelukken begon te twijfelen;
was het zoo ver, dan gelukte natuurlijk het
kunstje, dan was bet publiek één en al ver
bazing.
En Karl was een goed opmerker. Toen
hij achter een der voornaamste geheimen
gekomen was, dacht hij na en riep op zeke
ren dag: „Eurekal" Dat wil zeggen, hij
zou het geroepen hebben, evenals wijlen
Pythagoras, wanneer hij als deze, Grieksch
had verstaan. Deze taal kende hij slechts
van hooren zeggen en hij zal daarvoor nu
bet een of ander Fransche woord hebben
gebezigd, daar Pristoni Frankrijk bereis
de.
Daar ging opeens het gerucht, dat een
man ergens opgeduikt was, die zich Char
les le Nussien noemde en die beweerde een
wonderwerk der mechaniek te hebben sa
mengesteld. Op een klein tafeltje, waaraan
op de plaats, waar anders de lade zit, een
soort phonogTaaf was bevestigd, een trech
ter, die uitliep in een mechanisch appa
raat, op het tafelblad lag een kunsthoofd
met beweegbare lippen. In dat hoofd werk
te een raderwerk, dat met de mechaniek
van de phonograaf in verbinding stond.
En nu komt het wonderbaarlijke. Het
hoofd kon rekenen.
Dit doode, slechts door mechaniek in be
weging gebrachte hoofd kon rekenen, koa
eenvoudige vragen met „ja" of „neen" of
„ik weet niet" beantwoorden; de mecha
niek scheen haar eigen leven te hebben, al
bepaalde zij zich tot zeer enge grenzen.
Doch het was er. Charles le Nussieu had
het werk slechts op te winden en vroeg
men bijvoorbeeld: „Hoeveel is driemaal ze
ven?" dan kreeg men onfeilbaar zeker ten
antwoord: „Een en twintig".
Groote vermenigvuldigingen kon het
hoofd intusschen niet beantwoorden Daar
op was b.t nog niet geprepareerd, verklaar
de de constructeur.
Men stond voor een onoplosbaar raadsel.
Men beweerde, dat er iemand in het hoofd
moest zitten.
Dit argument wist de uitvinder uit den
weg te ruimen door slechts de tafel gron
dig te laten onderzoeken en het hoofd met
de phonograaf aan den eersten den besten
stoel te bevestigen, dien men hem aanwees.
Dit hielp dus niets. Overigens hoedde hij
er zi?h voor bet geheim der constructie
prijs te gevenalleen over het oppervlakkig
idee liet hij zich uit. Do trechter, zei hij,
vangt het geluid der vraag op Daar bin
nen worden door dit geluid kleine plaatjes
in be cging gezet hoe, dat is natuurlijk
mijn geheim en deze correspondeeren
weer met andere, die het antwoord moeten
geven, daar deze antwoorden reeds van te
voren vast staan.
Meer kreeg men van hem niet te hooren;
wel verzocht men hem de menschen met Het
hoofd alleen te laten en zich te verwijderen.
,,Ik zal er wel voor oppassen," lachte hii".
„Het is ook mijn geheim, hoe ik 't raderSverk
van het hoofd in beweging zot en daarbij,
heb ik eenige zekerheid, 'dat men, als ik er
niet-bij ben, het raderwerk niet nauwkeuri
ger gaat onderzoeken dan mij lief iat
Wanneer dit geheim van mijn uitvinding
eenmaal opgelost is, daa is de beele uitvin
ding voor mij geen cent meer waard."
Ook daartegen viel niets in te brengen
en zoo bleef de sensatie bestaan en had
men toen de kunst verstaan reclame te
maken zooals tegenwoordig, dan zou do
man zeker aangekondigd hebben: „Men
breekt zich reeds voor de zooveelste maal
het hoofd over het wonder van het spreken
de hoofd."
Charles had kolossale inkomsten. Voor
en na kwamen geleerden, zelfs de bekwaam
ste vaklui verklaren, dat men hier stond
voor een wonder der mechaniek, zooals de
wereld -ot dusverre nog niet had gekend.
Groote musea boden reusachtig groote
sommen gelds om het hoofd machtig te
worden. Charles wees elk aanbod van de
handhet hoofd was onbetaalbaar.
Van plaats tot plaats reisde hij er mee.
Overal stroomden do menschen bij scharen
in do zaal, waar hij het hoofd liet bewon
deren. En toen Frankrijk en Duitscbland j
waren „bewerkt", kwamen Oostenrijk,
Zwitserland en Belgie aan ae beurt, want
het hoofd antwoordde in alle talen. En
aan do bewondering en verbazing kwam
geen einde.
Dit duurde eenige jaren, zonder dat dc
belangstelling verflauwde. En toen Charles
op zekeren morgen zijn kas eeos nakeek, be
vond hij, dat hij een millioen vermogen be
zat.
Meer begeerde hij niet. Nu kon bij rustig
gaan leven, zooals hij wilde.
En nu gebeurde er iets merkwaardigs.
Door alle bladen ging het bericht, dat het
sprekende wonderhoofd bij een voorstelling
voor een üitgenoodigd publiek ter aarde en
in stukken gevallen was. De constructie,
waarmede de uitvinder vijf en twintig ja
ren had gewerkt, was daardoor vernietigd
en het was de vraag of het herstellen van
de mechaniek van het wonderwerk mogelijk
zou zijn.
Toen hoorde men niets meer van dit al
les. Men dacht aan andere zaken. Men ont
dekte niet eens, dat het bericht van den
uitvinder zichzelf tegensprak. Hij zou vijf en
twintig jaren aan het hoofd bebbeD ge
werkt en was zelf nauwelijks dertig jaar.
Nu werd Charles le Nüssien weer de ge
wone Karl Bernard van vroeger.' Hij kocht
zich eeD aardig buitcD en leefoe naar eigen
goedvinden gemoedelijk zijn verdere jaren,
die de hemel hem nog zou gunnen.
Het waren echter niet vele jaren meer.
De rust beviel hem niet. Voordat hij echter
stierf deelde hij aan zijn vriend zijn geheim
mede.
„Weet jé", zei hij, „ik heb de wereld be
drogen. De vernietiging van het hoofd was
ook een leugen, een middel om mijn geheim
te bewaren, daar liét aan zijn doel heeft
beantwoord, namelijk mij rijk heeft ge
maakt. Het hoofd kon door de mechaniek
de lippen alleen maar bewegen. Ik zelf..."
„Is het mogelijk? Dat n oet men toch go-
merkt heblen."
„Geen nood. Men liet zich geheel over-