No. 13911.
LEID30H DAGBLAD. ZATERDAG J JUL!. - TWEEDE BLAD.
Anno 1905.
persoverzicht.
feuilleton.
ISeia Vrouweiüist.
Prof. mr. H. B. Greven heeft in „De
.conomist" van Juni over eenige der
belangrijkste vragen, die bij het o n t-
verp-zickt e-v erzekering ter
liprake komen, zijn meening gezegd. Ei]
stemt allerminst in met het standpunt van
prof. Fabius, die in een reeks artikelen in
„D e Rotterdammer'' tegen den ver-
zekeringsdwang in verzet kwam. Voor dien
dwang is, naar het oordeel van den hoog
leeraar aan de Vrijo Universiteit, geen
rechtsgrond te vinden. Men beeft hier te
'doen met een Staatscurateele, een Staats-
voogdij, met een meer Duïtsch dan Ne-
derlandseh Instituut. „Mag de Staat aan
de mcnschen dwang opleggen aangaande
de wijze, hoe zij te zorgen hebben voor
!öen dag van ziekte, ouderdom en over
lijden, dan is cr weinig reden waarom hij
hun niet eveneens zou voorschrijven, wat
zij voor hun huisvesting, hun kleeding, hun
yoeding moeten doen."
I Volgens prof. Greven daarentegen, is er
bier wel dtgelijk een rechtsgrond, namelijk
de gronden van algemeen belang, welke het
doelmatig doen schijnen aan de werklieden
zoodanigen eisch te stellen.
„Nu is het ongetwijfeld do plicht van
ieder burger, die daartoe in staat is, te
eorgen voor het onderhoud van zich en de
zijnen. Verzuimt hij dien plicht te betrach
ten cn in gezonde dagen voorzorg te tref
fer voor mogelijke ziekte en invaliditeit,
'dan komen hij zelf en zijn gezin, wanncor
hij tot arbeiden buiten staat geraakt, ten
laste van de particuliere of van de open
bare liefdadigheid. De Staat, al erkent
hij geen recht op onderstand, weet, dat
hij zich van den plicht, om in dat geval
hulp te bieden, niet zal kunnen onttrekken,
ei dat hij zich de middelen daartoe alleen
za' kunnen verschaffen door belastingheffing
dat is door dwang op te leggen aan de
burgers, zoodat het door hen verworven
inkomen niet hunzelven maar anderen ten
goede komt. Nu is het een eisch van recht
vaardigheid, dat do Staat tot "dien dwang
tegenover anderen niet overgaat, wanneer
hetzelfde resultaat kan worden bereikt
door dwong tegenover de personen, die
Sdoor gemis van voorzorg in een toestand
zijn geraakt, die do ondersteuning noodig
maakt. Door het opleggen van den verze
keringsplicht doet dc Staat het beginsel
beter tot zijn recht komen, dat door ieder
Burger de uitgaven, welke in de verschil
lende levensperioden voor zijn economisch
bestaan noodzakelijk moeten worden ge
daan, zelf behoort goed te maken uit de
inkomsten, die gedurende dat deel van zijn
leven, waarin hij tot arbeiden in staat
is, door hem worden verdiend. De wetgever
verhindert daardoor hét doen van minder
'dringende uitgaven in tijden van ruime
Verdienste, vóór in de noodzakelijke uit
gaven in tijden, waarin niet gewerkt kan
.worden, is voorzien."
Wel verre, dat hier van Staatssocialisme
Besproken zou mogen worden, wordt hier
slechts gcUo.r.ahn.n.fd het beginsel, dat, wie
niet werkt, ook niet ot>©u zal.
In deze practische beschouwing, zegt do
schrijver, ligt tevens een afdoende grond
waarom niet een algemeene volksverzeke
ring wordt ingevoerd, maar de verzekoring
tot bepaalde groepen uit de bevolking
wordt beperkt. Hij kan niet inzien, dat bij
een volk, voor hetwelk alle dwang van
bovenaf uitermate hatelijk is, do algemeene
ziekteverzekering populair zou kunnen zijn,
terwijl zij hoogst impopulair zou worden
'door uitsluiting van de gevallen, waarvoor
moet worden erkend, dat zij zoo goed als
nooit noodig is.
De heer Greven vereenigt zich met de
beperking der verzekering tot de arbeiders
met een inkomen van beneden do 1200 en
met de uitsluiting der losse werklieden.
Daarentegen bepleit hij intrekking der uitr-
sluiting van de dienstboden. De uitbrei
ding der verzekering ook tot de gezinsle
den schijnt hem voorbarig, en de bepaling,
dat bij do pnemieberekening, met de sterkte
der gezinnen geen rekening gehouden
wordt, af te keuren. Waar men in Duitsch-
land na 20 jaar nog niet tot de gezins
verzekering is durven overgaan, meent hij,
dat men ook hier te lande niet te veel
opeens moet willen bereiken, waardoor
do kosten der verzekering zeer zouden
stijgen. Hetzelfde geldt van het bedrag der
uitkeering, die het ontwerp hooger stelt
dan in Duitschland en Oostenrijk. De heer
Greven betreurt het, dat de ininimum-
eischen zoo hoog zijn gesteld en zou voor-
loopig niet boven 50 pCt. van het loon
willen gaan. Daarentegen heeft hij geen ber
zwaar tegen bet voorstel dor Regeering
om de premie vast to stellen onafhanke
lijk van den leeftijd der verzekerden.
Met betrekking tot de organisatie en
verzekering gelijk het ontwerp zich die
voorstelt, betwijfelt de heer Greven of het
ontwerp wel cr tos leiden zal, dat, gelijk
de Reg. zegt te wenschen, de overheids
kassen slechts aanvullend zullen werken.
Met betrekking tot de ondcrncmcrskassen
zijn de ontworpen bepalingen zoo bezwa
rend, dat te vreezen staat, dat dc bestaan
de ondememingskassen verdwijnen zullen
en geen niouw© worden opgericht. Boven
dien zal de eisch, dat erkende ziekenkassen
haar verzekerden zullen moeten verzekeren,
in den vollen omvang van het ontwerp (ge
neeskundige behandeling, geneesmiudolen,
ziekengeld en uitkeering bij overlijden) or
to«e leiden, dat vole goede fondsen, die zich
alleen met geneeskundige behandeling be
zighouden, zullen verdwijnen. De heer G.
zou daarom wenschen, dat de berekening
van de drie onderdeeLen der verzekering
afzonderlijk geschiedt; dat de kas, bij wel
ke de verzekerde voor geneeskundige be
handeling verzekerd is, de gcheele premie
int en voor de uitkeering aansprakelijk is,
dccb voor doze laatste een herverzekering
mag sluiten, zoodat zij van beheer en risi
co uit dien hoofde wordt onthoven.
Wat aangadt de positie der geneeskundi
gen, acht prof. Greven het ongewenscht
dezen van staatswege een minimum-bezol
diging te waarborgen. Doch hun vertegen
woordiging in het bestuur der kassen dunkt
hem onvoldoende geregeld.
„Do kansen voor het ontwerp meent
de heer Greven staan niet ongunstig.
Principieel© bestrijding is van geen der
staatkundige partijen te verwachten. Wan
neer 't ontwerp aldus wordt gewijzigd, dat
de prikkel tot het in-stand-houden van on
dernemersfondsen niet wordt weggenomen;
wanneer door doelmatige bepalingen de er
kenning van fondsen, uit winstbejag opge
richt, onmogelijk wordt gemaakt, rm dan
allen belanghebbenden medezeggenschap in
het bestuur der erkende fondsen wordt vor-
zekerd, zoodat de districtekassen, hoewol
voor aanvulling vatbaar, op den achter
grond blijven, en fondsen in het algemeen
belang opgericht, de hoofdrol vervullenen
wanneer bij do bepaling van den omvang
der schadeloosstellingen maat wordt ge
houden, dan laat zich voorzien, dat do ver
plichte verzekering de instemming van al
lo belanghebbenden zal verworven en veel
zal bij dragon tot vermeerdering van da
gezondheid en werkkracht van do kringen
van bevolking, waarvoor zij is bestemd.'
De ,,M i d d e 1 b u r g s c li o C o u r a ut"
plaatst het volflfftndc ar+Al^l om, T>
nood dor gemeenten on de Wo
ningwet":
Hoc is nu reeds tweo jaar geledon, dat
'door do Regeering eon Staatscommissie
werd ingesteld, die tot taak had to onder
zoekon, in hoeverro do financieelo toestand
van de onderscheidene c .togorieën cn ge
meenten bevredigend of ongunstig te noe
men was.
Het antwoord van het Kabinet-Kuyper
op den financieelen noodkreet uit verschil
lende gemeenten was dus: Wij zullon u een
Staatscommissie geven en hoe groot do
nood bij u misschien ook zij, gij moet
wachten; ziet, dat gij u intusschen redt.
En de Staatscommissie ging aan het stu-
deerende haar gegeven ojklraont moest
leiden tot een uitgebreid en daarom lang
durig onderzoek, en van voorstellen of ont
werpen van wet van bedoelde Staatscom
missie heeft men boden 1 dage nog niets
vemomon.
Maar de jeering had intusscheu aan
de Staatscommissie een eachton wenk go-
geven; zij had n.l. ge-raagd: „Indien on
verhoopt geen "fdoende verbetering van
de financieele cond; ie der in gedrang ge
komen gemeenten mogelijk bleek, zonder
dat nieuwe offers van 's Rijks schatkist
gevergd worden, hoe zijn dc voorstellen
daartoe met het oog op de financiën van
het Rijk te motiveeren?"
Een goed verst vndcr heeft maar een
half woord noodig; do Regeering voelde bij
het instellen der Staatscommissie blijkbaar
niet veel voor de redeneering van hen, die
de oorzaken van non financieelen nood
van de betrokken gemeenten voornamelijk
zochten in do keper* vrijheid der ge
meenten op 't stuk der belastingen, alsme
de in het stuk der belastingen, alsmede in
het afschuiven door het Rijk op de ge
meenten van kosten voor onderwijs, politie
en armenzorg, zonder dat de financieele
verhouding tussohen Rijk en gemeenten
het dragen ya aan de laatsten opge
legde lasten in voldoende mate hielp ver
lichten.
Do llegeenng bleek veeleer van oordeel
te zijn, dat het te wenschen was, dat de
gemeenten ge. i meerdere Rijkshulp zouden
blijkon noo—g te hebben, en aangezien de
wenöoh de vader der gedachten is, mag
men aannomeD, dat de iiegeering Jacht:
dio financieelo nood der gemeenten, die
behoefde misschien niet eens te bestaan,
&1b mon maar cn bi ^tjo zuiniger ras.
Die verlangens naar ïisplaatste) zui
nigheid zijn m 'en m;terdamschen ge
meenteraad meermalen van anti-rcvolut.
zijdo aan den ving komen, wanneer er
sprake was van ui tg? en voor het open
baar onderwijs, m. r nu de hulp aan de
noodlijdende gemeenten aoor het kabinet-
Kuypor niet zoo dTinj- d. noodig is go-
aoht, of er kon nog wel jaren met hot ver-
leenon van dio hulp gowaoht worden,
bespeurt men ook v n andere zijden in den
Amsterdamse hen gemeenteraad het streven
om te bezuinigen, zelfs op hoog noodige
uitgaven, als die voor bestrating bijv.
Wat. mon te Amsterdam ziet geschieden
is ook in andore gemeenten, die in finan
cieelen nood verkc en, to verwachtenbe
krimping wordt do leus, en als dr Kuypcr
zijn zin kreeg, dan zoudin do gemeenten
ook n ^g aan bandon worden gelegd in hot
geen zij als gemeentelijk bedrijf zouden
willen gaan exploiteercn.
In ieder gevaJ noodzaakt hij dc noodlij
dende gemeenten vanwege dou langen adem
van het werk zijuer Staatscommissie tot
verkeerde zuinigheid.
Er is, behalve het opc..ooar onderwijs,
bij do wet nog ecu ander groot volksbelang
in de aandacht dor gemeentebesturen aan
bevolen, onder die gedwongen zuinig
heid in de noodb'jder Ie gemeenten in tien
druk moet «-^mcn.
Wij bedoelen dc org ->ot- verbetering
van do volkshuLr c: Iing.
Do Woningwet, tot stand gekomen on-
dor hot unnistcrio-Borgepius-Pierson, opent
óök voor de gemeenten de, mogelijkheid
van een krachtige werkzaamheid op dit
gebied; maar hoewel die wet nu sinds
bijna drie jarcji in werking getreden is,
lijkt het met de uitvoering, speciaal wat
betroft do verbetering van de volkshuisves
ting, nog niet hard op te schieten. De
rijzinnig-Domooratischo Bond althans
twijfelt daar blijkbaar roods zóó hard aan,
dat hij hot noodig heeft geoordeeld
een oommissie te benoemc i mot opdracht
om een ondoiioek in te ellen naar do
uitvoering van dio Woningw. fc. Nu, hot
bleek roeds dat minister Harte kon vol
staan met een zeer gering bedrag op de
laatst© Staatsbegrooting, bestemd om daar
uit de voorschotten en bijdragen van Rijks
wege ten bate 'der volkshuisvesting te vol
doen.
Wanneer hot particulier initiatief, en
vooral ook de gemeenten zeiven, do zaak
niet aanvatten, aan heeft men aan het me-
chan i-smo der wet, wat betreft de vorbete-
ing van woningtoestanden niets. Immers,
voor het opruimen van krotten on het bou
wen van arbeiderswoningen zijn bijdragen
en voorschotten van gemeente en Rijk on
misbaar.
En hier blijkt dan ook can groot- sociaal
belang door het tegenwoordige kabinet
Indirect zeer verwaarloosd te zijn; want
helpt meD d j gemeenten op geen andere
wijze aan oen c teren financieelen too
stend, dan door de instelling van een
Staatscommissie, dan vertraagt mon daar
mede onvermijdelijk tevens de zoo hoog
noodige verbetering van dc slechte woning
toestanden, gelijk die bij een groot deel
der arbeidende klasse en in den ergsten
graad bij de bewoners van krotten worden
aangetroffen.
Ec i millioen Nederlanders leven in wo
ningen, dio slechts uit één vertrek bestaan,
en van de 300,000 éénkamerwoningou zijn
or 100,000 waarin 5 of meer mcnschcn moe
ten samenhokken.
Deze enkele cijfers roepen een massale
ellende voor den ge:st, dio sckreouwt om
hulp, hulp van dc gemeenten in do eerste
plaats, waar van particuliere zijde zonder
die hulp niets to wachten La; hulp ook
voor de noodlijdende gemeenten.
Do rcgeei'ing antwoordt met een Staats
commissie.
Dat millioen Nederlandscho ééukamer-
bewoners leeft voor con groot doel in een
60ort 'lygicuische en zedelijke omstandig
heden, waarvan do gegoede klasse dikwerf
niet hot flauwste begrip heeft; aan do ge
meenten is do taak om die me ischen beter
te heipon hi.' oston door bijdragen en
voorschotten te geven a -i Vereenigingon,
die bouwen willen, of oo'< door zelf te bou-
won; maar d. gemeenten moeten voorloo-
pig zuinig zijn, omdat zij voor ccn groot
deel in financieelen nood vorkeeren; en de
Regeer ing... waoh', op dc voorstellen dor
Staatsoommi ie I
Eén millioen medomonschou geestelijk en
zedelijk te vt acte - i door hun woningtoe
standen te verbeteren, het is zeker een
werk, dat liovor vandaag dan morgen
moest aangepnkt worucu Voor zoover die
medemensohen echter in noodlijdende ge
meenten wonen, wordt cr aau hun zaak ge-
workt door do „christelijke" Staatscommis
sie, van v elke van te veren was te voor
spellen, dat zij jaren zou noodig hebben,
vóór zij met lin-r teak f/ereod zou zijn.
„Do Standaard" eu „Vau Dag
t o t D ag". In „De Standaard"
lazen wij even vóór de herstemmingen:
„Men vraagt ons waarom we bij deze
stembus zoo weinig notitie nemen van den
schrijver in het „Handelsblad", ge
woonlijk „Van Dag tot Dog" genoemd.'
Waarom zouden wc or veel notitie van
nemen l
Een publicist, die pas geleden beslist
vorklaardenooit een socialist, dan nog
liever een anti-revolutionnair en dio nu,
goedsmoeds, vlak het omgekeerde echrijft,
en zijn lezers bezwoert, om toch vooral
op dcc sociaal-domoëraat over te gaan,
heeft het zedelijk recht verbeurd, om te
elschcn, dat mon hem nis serieus politiek
man zal begroeten.
Men voelt, als men leest wat de>zc dagen
uit zijn pen spat, door wat soort harts
tocht deze scribent gedreven wordt.
Wraak, zong de dichter, is zoet van
smaak. En we voegen cr bij- vooral zoo het
wraak op uzelf is.
Daar we nu liefst ook dezen publicist, die
soms (buiten de politiek altoos) zeer goc-
d3 dingen zegt, blijven waardeoren in zijn
betere qualitciten, scheen hot ons geraden
van zijn politieke hutspot ditmaal niet te
veel notitie te nemen.
Het was ook volmaakt overbodig.
Heel Amsterdam, ja, heel hot land, weet
nu, hoe deze ,,would-be" politicus een volle
streek van zijn kompas is omgedraaid.
Van het vaatje, waarop stond: „parfait
amour voor den sociaal-democraat", wilde
hij bij Bijlevold's keus in IX nicte weten.
Toen schopte hij dat vaatje in boozcD af
keer om.
Nu tapt hij er zelf „van-dag tot-dag"
uit.
En drinkt er van mee.
Blijf dan eens bij uw positieven I"
Mr. A. Bchrijft in het „Katholiek
Sociaal Weekblad" over de „nieu-
wo encycliek":
Paus Pius X heeft een nieuwe Encyoliek
uitgevaardigd, om tot sociale studie cn so
ciale actie aan te sporen.
Z. H. wenscht, dot deze actie zich tot
voorbeeld stcllo de Duitsche Katholieke
„Volksvenein".
Met groote vreugde cn aandoening namen
wij kennis van dit uitgobroido, heerlijke
stuk.
Op den vooravond echter van do vesti
ging van ons Nedorlandsch Katholiek
Sociaal Bureau hot Algemeen Secreta
riaat van de Katholieke Sociale Aotio
Is het verschijnen van deze Encylciek èn
aanmoediging èn rijkste belooning voor
allen, die aan het tot-stand-komen van ons
Nedorlandsche Volksvcncin" zoo krachtig
hebben meegeworkt.
Wat ons trof was dit: Dozo Encycliek
draagt tot dagteekening: het Pinkster
feest.
Een jaar geleden was het ook op het
Pinksterfeest, dat ons do goede tijding
gewerd, dat Z. H. do Paus zich gehoel
omtrent de toen ontworpen „Katholieke
SociaLo Actio" had laten voorlichten, en
daarna, Zijn hoogo goedkouriDg uitspre
kende, aan do mannen van dit werk zijn
Vndcrlijken zegen gaf.
Met nieuwen moed, met vereclve kracht,
mot levendig vertrouwen kunnen wij allen
thans do toekomst te gomoet gaan.
Wij weten, dat de weg, dien wij insloegen
is de goede weg
Met hot oog op do door den Minister van
Justitie voorgenomen invoering op 1 Sop-
tembor as. van de Kindorwetton,
achtte mr. R. B. Ledeboer, tc Rotterdam,
hot gewenscht in „D e T ij d" een broed
overzicht tc geven van do bepalingen, dis
van belang zijn voor allo vereenigingon,
stichtingen on instellingen, die zich gene
gen govoelon zich te belasten mot de op
neming van jeugengo personen, die door de
Justitio tor beschikking der Rogeering zul
len worden gesteld
De Minister vroeg namelijk vóór 1 Juli
a.8. in konnis to worden gestold met do
statuten, stichtingsbrieven of rcglomonton
van zoodanigo voroenigingen.
In de uiteenzetting der wetsartikelen eu
bepalingen, die aan do bedoelde Voroeni
gingen te weten noodig zijn, vlecht mr, Le-
doboor het volgende in:
„Met nadruk wil ik er echter liiox reeds
op wijzen, dat men zich thans niot moet
laten afschrikken door do overweging, dat
de organisatie of inrichting der Vereonl-
ging of van haar gestichten nog mot aan
alle gestelde oischcn voldoet, daar do
Minister nu niet andors vraagt dan voor-
loop i ge mededeeling van bereidverkla
ring tot verpleging cn men dus nog tot 1
September a.s. golegoijheid heeft om de or
ganisatie of inrichting mot de. eischon der
Regeering in overeenstemming te brengen.
Na ontvangst dor bereidverklaring doet dc
Minister namelijk een onderzoek instellen,
of de opgegeven gestichten aan do gestelde
oischcn voldoen cn kan zelfs dan beslissen,
dat een gesticht daaraan voldoet, onder
voor behoud, dat binnen een door hem
te stellen termijn bepaalde verbeteringen
worden aangebracht. Medewerking van
particuliere veroenigingen, enz. is beslist
noodzakelijk om de Kindorwetton aan huar
bestemming te doen beantwoorde en me»
late zich vooral uiet afschrikken door het
schrikbeeld, dat enkele leden der Eerste
Kamer, in de laatstgehouden zitting van
dit college hebbon afgeschilderd, alsof men
door de nieuwe wcttca alom met werk
zaamheden zou worden overladen cn alsof
bot iets gewoons zou worden, als men kin
doren van 2J tot 4 jaar voor dc Rechtban
ken zou zien verschijnen en mitsdien mis
schien met dc zorg voor dergelijke jongt
wezentjes zou belast worden. Zeker, naar
beneden is geen leeftijdsgrens gesteld cn
volgens dc wet zou dit alles mogelijk zijn',
maar feitelijk zou het alleen kunnen
gebeuren, als het gezond verstand van de
rechterlijke ambtenaren op den loop zou
zijn. Allo begin is moeilijk e.n zoo zullen
ook hier in den beginne zich vele moeilijk
heden voordoen, maar waar ccn goede wil
is, is ook de goede weg tc vinden om deze
tc overwinnen. Tact en toowijding moet en
mag men verwachton, zoowel van de zijde
der Rcgccring als van dc particuliere Vcr-
eenigen, en daardoor zal de uitvoering
der wetten gemakkelijker gaan dan me
nigeen zich thans voorstelt,"
16)
Toen zij alleen waren, ver van alle onbe
scheiden liitervinken, begon de goede
Ivrouw »-
„Hyacinthe, toen wij nog arm waren,
durfde ik bijna geen goed voor een japon
koopen, al kostte het ook maar vijftien
stuivers den meter. Ik heb nog nooit eenig
sieraad bezeten. I* bon altijd zuinig ge
weestJe weet het immers wel]
Het is niet de moeite waard er over te
spreken, ik weet toch wel hoe jij over mij
denkt. Welnu, nu zijn wij rijk, en om de
waarheid te zeggen," voegde zij er fluis
terend bij, „millionnairs ik vraag je voor
het eerst van mijn leven iets voor mijzelf,
ja, voor i .zelf 1"
„Zeg liet maar, Delphine, je hebt groot
gelijk! Je .'.ebt veel geleden, nu moet je
betere tijden leeren kennen. Wensch je een
gouden horloge of een fluweelen japon
„Ik wensch nog veel meer, Hyacinthe!"
„Hé, wat dan wel]" vroeg de teekenaar,
die haast schrikte van de vlammende
oogen zijner gezellin
„Ik wensch,ik wil de Dague heb
ben 1"
„Nu je bent niet tevreden met een beet
je riep Verchères, terwijl hij opsprong
.van verbazing.
„Maak er geen gekheid over, man. Ik
heb cr goed over nagedacht. Ik heb haast
mets geslapen sedert Gabin bij ons is ge
weest en sinds je vertrek mét Marie-Loui
se Je moet werkelijk de Dague voor mij
koopen! jc hebt er geld genoeg voor; jo
Bezit nu twaalfmaal honderd duizend fran
ken; het landgoed zal je maar de holft
kosten. Het is een goede geldbelegging I
Je eigen rust, mijn geluk en dat van mijn
kinderen kom ik je vragen op mijn knieën,
als je wiltNu weet je wat ons tc doen
staat!"
„Je vergeet één ding, Delphine," zei
Vojrchères vriendelijk, beproevend zijn
vrouw tot kalmte te brengeD, „en dat ig
het eerste voordeel, dat dit onverhoopte
fortuin ons aanbrengt. Wij kunnen nu Ma
rie-Louise uit deze gevaarlijke nabuur
schap verlossen
„Dus je gelooft ook, dat het hart van een
vrouw, die met eere dien naam draagt, ver
geten kanl Ik zeg je, Yerchères, Marie-
Louise is nog altijd dol op JaoqueB. Al ver
huizen wij ook wie weet waarheen, haar
hart blijft hierzij zal ons wel gehoor
zamen, maar zij sterft dan van ver
driet
„Och, och," zuchtte de vader, „maar a'
behoorde de Dague ons ook, hoe zou dat
kunnen uitwisschen, dat Marie-Louise de
dochter is van menschen, die in een pover
kruidenierszaakje kaneel en koffie ver
kochten voor enkele centen, en dat De Va-
lignys een vier oudste adelijke geslachten
uit Bourbonnais zijn] En dan is zij boven
dien de weduwe van Chabagnot.."
„Beste man," zei juffrouw Verchères,
„je bent toch niet vergoten hoe de zaken
stonden, toen Chabagnot met Marie-Loui-
82 trouwde] Het was immers het cenige
midel om te voorkomen, dat zij geschaakt
werd door den jongen baron? Kom, jij
weel dat evengóed als ikT-
„Ja, en dat zou oen schande zijn ge
weestZijn dochter te laten sohaken,
als men dit verhoeden kan, zooals ik bet
deedHaar door een rijk man te laten
sohaken, omdat hij rijk wasdkt zou
even erg geweest zijn als haar te verkoo
pen Een achtenswaardige familie tot zoo
iets dwingen, terwijl wij niets dan goeds
van hen ondorvondeD haddenIk zou
mijzelf hebben verafschuwd, en ik had mijn
gezicht niet weer in den scheerspiegel dur
ven bekijken
„Je zou niet zoo angstvallig geweest
zijn, als je toen reeds dat waart geweest,
wat wij nu zijn, millionnairs 1 Misschien
hadden dan De Valignys wel gevraagd om
do hand van Marie-Louise I"
„Je kent zo niet, Delphine; zij zijn niet
trotsch op hun geld, maar op hun stand,
hun voorouders I En, alle duivelszij heb
ben er het recht toe... zij zijn niet ieder
een..."
„Men ziet tegenwoordig zooveel in ver
val geraakte koningen trouwen met rijke
herderinnon... daaromtrent zijn de begrip
pen zoo veranderd 1"
„Dat geloof ~ik niet; ik geloof dat ze
nog steeds dezelfde zijn van vroeger. Als
wij soms zulk oen huwelijk zien, denken
wij dadelijk hoe ongepast cn belachelijk
dat is. Men ziet zelfs wel tooneelspeelsters,
de op wie weet welke wijze rijk geworden
zijn, trouwen met zonderlingen, die arm
werden door toedoen van andere kunsten-
maaksters Maar die malligheden verande
ren niets aan deze wijze spreuk: Men moet
niet buiten zijn stand trouwen, alleen
maar met zijn gelijke 1 Anders wordt bet
oón ongeluk voof de familie, een kans op
apoedigé éehtscbeidingi'-
„Maar ik houd iMario-Louise nu voor
de gelijke van Jacques Toen wij nog arm
waren was zij dat al door dc opvoeding,
dio jo haar hebt gegeven. Nu is zij rijker,
veel rijker dan hij. Maar hoe het ook loopt,
of zij hem trouwt of niet, ik heb genoeg
ontberingen eu vernederingen ondervoD
den Op de Dague zal ik nu ook landeige-
nares wezen. Als ik daar alles gezellig heb
ingericht, beveiligd togen de slagen van het
lot, dan zal ik altijd al de mijnen goed
kunnen voeden, goed huisvesten en ver
warmen. Zij mogen uitvliegen zoover zij
willen, zij mogen doen wat zij verkiezen
zij zullen weten wdór haar nest te viu-
den... Toe, zul jc het doen, Verchères 1"
„Eigenlijk voel ik mij zóó bezwaard door
mijn nieuw fortuin, dat ik bijna dankbaar
zou wezen, als iemand mij van de hcüt
kwam bevrijden Ik dacht er ook al over,
het grootste gedeelte in landerijen te 6te
ken, maar de Dague is zeer uitgestrekt
Ik zou liever hier en daar boerderijen heb
ben. Men zou niet eens weten aan wieo
die toebehoorden
„Hoe meer pachters, hoe meer zorgen,
dat weet je ook welTerwijl wij op do
Dague alles zelf overzien kunnen. Ik keu
er iedereen in de buurt. Ik weet genorg
af van don handel. Het hout verkoop ik
aan de fabriek. Op die wijze bezit ik maar
één boerderij, dus heb ik ook maar één
pachter noodig. Ik neem een goeden terug,
als ik genoodzaakt mocht worden dezen
weg te zendenwant er is geen boer, in de-
zo streek, dien ik niet ken en van wien ik
niet weet of hij flink is, niet drinkt en
waar hij komtl Wat het huis, het kas
teel aangaat, dat zal ik zelf wel in orde
bobden. Jij kunt je geheel met jo geliefd
graveoren bezighouden en met dc prinses,
jï dochter, gaan reizen, terwijl Laurent
mot mij voor den landbouw zorgt cn mijn
druiven cn peren plukt
Het groote verlangen van juffrouw Ver
chères naar dc Dague, kwam overeen .met
baars mans voorliefde voor het buitenlo
ven; zooals alle Parijzenaars, hield hij van
groen en bloemen. Hij vond hot wel pret
tig, dat Delphine het onmogelijk kon stel
len zonder de Dague, waarvan hij zich het
bezit uit enkel verstand had ontzegd, cu
hij bedacht, dat dit de eerste keer was, dat
hij zijn kloeke levensgezellin dc bewonde
ring kon laten voelen, die hij had voor
haar berusting in haar lot en voor haar
toewijding. Zij was werkelijk ccn rnodcl-
moedcr cn vrouwDeze gelegenheid vond
hij nu bij dc veiling aan dc Dague
Delphine behaalde dus tamelijk gemak
kelijk de overwinning. En, eindelijk, liet
Verchères den prijs aan het toeval over...
Hooger dan een zekere som wilde hij -ech
ter niet gaan 1
Hij sprak met een notaris te Aloulins,
wien hij in het geheim, plaof het valsclie
munt betrof, mededeelde, dat hij rijk was,
en hij gaf hem gelegenheid, zich daarvan
te overtuigen. Nadat hij de bewijzen had
gezien, dio Verchères hem bracht, beloofde
dc notaris hom, dat hij te Moulins en bin
nen den bepaalden tijd de noxlige stukke»
zou te gelde maken.
(Wordt vêrtolffd