Prentbriefkaarten A°. 1905. feze fëourantwordt dagelijks, met uitzondering van (§pn- en feestdagen, uitgegeven. De Leidsche Lustrumfeesten. N*. 1390 O Zaterdag 17 JuivL IDSCH PRIJS DEZER COURANTt Toor Leiden pei week 9 Gents per 8 maanden f L10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn i 9 1.30. Franco per poBt L05. Van 18 regels /"1.05. Iedere regel meer 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Kleine advortentiën van 30 woorden 40 Gents oontant; elk tiental woorden moer 10 Gents.-Voor het inoasseeren wordt/" 0.05 berekend. PRIJS DER ADVEKTENTÏËNi Dit nommer bestaat uit VIJF Bladen. Eerste Blad. van Personen, in den Maskerade-stoet voorkomende. Deze prentbriefkaarten 20 ver schillende soorten z|Jn op don dag van da Maskerade verkrijgbaar by de navolgende Firma's en Personen, tegen betaling van 5 Cents. LOUIS H. BECHERER. A. J. BINNENDIJK. C. DE BINK. S. J. BOMERT. J. FLEUR Jr., Pelikaanstraat 11. J. C. C. HENDRICHS. W. J. KAT Jr. B. S. VAN KLOETEN. H. J. J. LA BRÉE Jr. H. LAM BOOY. "Wed. J. P. D. LANCEL. B. L. LANCEL. J. W. v. LEEUWEN, Hoogew. 89. G. LOS. Sigarenmagazyn „De Tuifbel". P. H. MASSA. W. MATVELD. L. H. F. J. MENNINQ. Firma A. RATELBAND en Co. J, B. RIENKS. C. W. SCHIPPER. H. WALENKAMP. J. W. DE WEKKER. GEORGE VAN DER WERF. WIERDA's Boekhandel. H. G. J. WOLFF. J. G. WIJNBEEK. j. F. VAN WIJNGAARDEN. H. Z1RKZEE. A. M. VAN ZWICHT. I. (De voorbereiding.) Er loopt zelfs in onzen 'democratischen tijd, nu zooveol hoogten zij a geslecht en kloven gedampt nog een sohcrpe schei dingslijn tussohen do zone i endoch- toren van Mmcrva cn Leidens burgerij. Daar is een r. .tithese van student en burger al sedert eeuwen gemaakt, doch waarover men niet twist, waarmede men vollen vrede heeft, omdat zij berust op natuurlijke overwegingen'. Wiat heeft de Academieburger noodig mot den bakker die zijn brood bakt, en den slager, die zijn hospita biefstuk levert voor zijn tafel, welke connectie zou hij kunnen hebben mot- den eerbaren kruidenier of manufacturier. Hij heeft zijn dag en zijn nacht to ver deden tussohen de collegekamer van den professor, do sociëteit „Miner va", zijn clubs, zijn studeerkamer en zoo hij, kind van zijn tijd, aan sport doet het tennis-, cricket- en voetbalveld ©n het wa ter. Dio heerlijke jonge jaren van afgesloten FEUILLETON, ïn de Gruwelkamer. 10) „Li Sing nog vijf minuten wachten," fluisterde hij me in het oor en telde toen met luider stem: „Eén... twee... drie... vier... vier en een kwart... vier en een half... vier en drie Kwart... vijf 1 Nu de proef 1" riep hij opgewonden." Een woeste vreugde over toog zijn geen, verwrongen gezicht; zijn tong sloeg schier dubbel van den hartstocht; hij trok haastig aan het koord dat de moordende valbijl in beweging bracht. Ik sloot mijn oogenen be val mijn ziel in Gods gcnaTlc, wetend, dat thans mijn laatste oogenblik gekomen was. „Heer in den hémel, geef, dat Edith het nimmer verneme 1" bad ik. Men kan er zich geen denkbeeld van maken welk een eeuwigheid een secondo duurt, wan- peer men onder do bijl der guillotine ligt. Langzaam, ijsclijk langzaam scheen het Bcherpe mes mijn hals te naderen. Ik hoorde het knarsen in zijn voegen, en haakte naar het oogenblik, dat het eindelijk snel zou neerdalen en aan mijn kwelling een einde maken. Ik durfde mijn oogen niet meer op slaan, mijn polsen hielden op te kloppen, mijn hart sloeg tot in mijn keel. Do seconde werd een halve minuut, neen, een halve J eeuwigheid. Ik sloeg ten laatste toch do ©ogen op en keek verwonderd omhoog. Li Sing staarde eveneens met vertoornde, teleurgestelde blikken naar de nauwelijks nog een halven meter boven mijn hals we *én<fe bijl, die in de machinerie was blij zijn van de burgermaatschappij met haar twisten en haarklooverijen over politiek en geloof en over nog zooveel andere din gen snellen al zoo ras voo bij, waarom geen burger van Leidon het den studenten kwalijk neemt, dat zij leven in een mooie, vrije wereld part en dat zij maling heb ben aan burgerlijke groot- on klein-doenerij. Doch een onkelen keer wordt dat anders Er zijn van die hoogtijden in het leven onzer academieburgers, dat zij het voelen dat „hun" hoogeschool er toch maar is gekomen door de trouw der burgerij van Leiden en dan voelen ze, rond en nobel als zij zijn, de verplichtingen, die ze ook ten opzichte dier burgerij hebben en zij reiken haar de hand, welke hana laat het ons maar bekennen door ons gaarne wordt aangegrepen. En beiden gevoelen zich gelukkig, dat voor eenige dagen de antithese is weggedoezeld. Zooals om iedere vijf jaren staat zoo iets thans ook weder te gebeuren. In vreugde en dankbaarheid voor de stichting van onzo doorlucht© hoogeschool zullen wij broederlijk vorcenigd herdenken haar 330sten verjaardag. Het lest heugt het best en wij menschen zijn wel eens geneigd het verleden te mis kennen voor het heden, maar zelfs met de ze wetenschap voor den geest durven wij gerust zeggen: het lustrum, aan welks vooravond wij staan, zal luisterrijker en indrukwekkender worden gevierd dan ooit te voren. Hoe dat zoo komt? Gewis en zekerlijk, omdat het zoo uitnemend is overdacht en voorbereid. Daarover willen wij het nu eens hebben. Des voorjaars, wanneer de lentezon eenige dagen warm heeft geschenen en een milde lucht heeft gewaaid over de velden, zien wij aan boomen en struiken do fris- sche knoppen zwellen en als met een too verataf aangeraakt verschijnt daaraan het bottend groen. Wonderlijk mysterie voor den oppervlakkigcn beschouwer, niets vreemd voor den man der weten schap, die is doorgedrongen in do geheime schatkamer der uatuur en weet hoe in den winter, toen alles werkeloos scheen en dood, in stilte werd gearbeid met noeste vlijt, want voor hem is dat wonder ver klaarbaar. Zoo is het ook met dit feest. Wie daar heeft gelezen het kleine roode boekje, waarin is afgedrukt het program ma van de Maskerade, te houden door lo den van het Leidsch Studentenkorps op Dinsdag 20 Juni, staat reeds verwonderd daarover, dat men het zoo heeft kunnen ontwerpen en straks, wanneer de schitte rende stoet door onze straten trekt, zal die verwondering zich paren aan bewon dering. Maar hij alleen, die weet, hoe in stilte niet weken, maar maanden daaraan is ge werkt, kan hot begrijpen en om dat to we ten, moet men hebben gelezen de histo rische toelichting van den kundigen, wak keren en werkzamen ab-actis der Maske rade-Commissie, den heer E. J. Hasling- huis: het boek, dat do herinnering aan j clo Maskerade van 1905 ook voor het nar geslacht zal bewaren. Laat ons van dio voorbereiding iets zeggen, mocht het zijn, tot een aansporing cm wat in dc komende dagen t-o genieten wordt gegeven, met meerdere waardeering to smaken. ven steken en ondanks alle pogingen van mijn beul niet verder was te krijgen. Deze vertraging in mijn terechtstelling bereidde mij helsche pijnen. Kon or een wreedere marteling worden uitgedacht? Zou ik ten slotte nog door een gelukkig toeval gered worden, of was dit eeü nieuwe wreedheid van den Chinees, dio mijn doodsstrijd wildo verlengen en met mij speelde als de t-ut met een muis? Neen, een gelukkig toeval, of liever de Voorzienigheid kwam mij te hulp. De machi ne wilde niet werken en was plotseling in het ongereede gekomen. Li Sing trok de bijl weer in do hoogte, onderzocht zeer nauw keurig de gewichten, de valgeul en het koord en liet vervolgens de bijl eenige malen snel op en neer gaan maar ze bleef telken? weer op dezelfde hoogte steken. Eindelijk scheen hij do fout ontdekt te hebben, want hij grinnikte vergenoegd, sprong op het po dium, streek liefkoozend met de vingers over het scherpe mes alles was nu voor het laatste bedrijf gereed. Ten laatste zou aan het vreeselijk uitstel een einde komen, en mee ook mijn doodsstrijd ophouden. Bin ncn twee seconden zou mijn ziel voor altijd een wereld verlaten, die zulke monsters ii» mcnschengcdaante, als dit geelgezicht Li Sing, op haar bodem duldt Gij vraagt, wat er verder geschiedde? Met bevende vingers regelde Li Sing de gewichten en legde mijn hoofd weer op het blok hij had mij met den voet aan den kant geschoven, toen hij de machine onderzocht ik kon mij immers nog ver dedigen nooh mij verroeren, evenmin om hulp roepen. Wat er toen volgde, weet ik slechte van hooren zeggen. In het begin van den vorigen zomer begaven zich praeses en ab-actis reed? naar Londen, vergezeld van den heer Mol- kenboer, om materiaal te verzaanelen, in het bijzonder voor do plechtigheid van den derden dag der Maskeradeweek, de Investituur van den hertog van Zeil met den Kouseband. In Kensington, Hampton Court, Natio nal Portrait Gallery en de Bibliotheek van het British Museum in Windsor Chapel en Herold College werd een schat van gege vens bijeen gebracht. Mon wist zooals reeds eerder vermeld werd, de hand te leg gen op een antieke staatsiekoets, afkom- etig uit de stallen vain wijlen Koningin Victoria, die later door een schilder te 'a-Gravenhage in stijl bijgewerkt werd. H. M. de Koningin steldo welwillend Haar Huisarchief open en daar heeft de CommiBBie tal van belangrijko bijzondorhe den gevonden. En vooroal was het de heer Anton Mol- kenboer, bij wien de Commissie niet tever geefs aanklopte en die als ontwerper van veol artistieks en stijlvols dat een cachet zal drukken op deze Maskerade, reeds nu met eere en dankbaarheid moet worden genoemd. Yan prof. ~.ok's groote kennis op histo risch gebied wist de Commissie door dr. Blok's bekende welwillendheid to profitee- ren; zij doorsnuffelde de bekende prenten- verzamelingen van de heeren S. van Gijn te Dordrecht en J. van Stolk Azn. te Rot terdam, verzocht en verkreeg nuttige wen ken, in het bijzonder aangaande kostuums en uniformen van do heeren F. de Bos, J. Hoynk van Papendrecht, dr. O. Hof stede de Groot, dr. W. Martin en dr. Vink- huizen te 's-Gravenhage, Yan Kol, Ten Itaa to Haarlem cn G. van Rijn te Rotterdam. In Engeland verleenden verschillende personen, in het bijzonder omtrent de Kouseband-orde, hun steun en zoo is het gekomen, dat deze Maskerade niet alleen ia historische belangrijkheid, maar ook iü haar opzot on uiterlijke schittering het van vele harer voorgangsters zal winnen. En laton wij nu gaan naar het Van-dcr- Werf-park, centrum van de feestviering cn de aanstaande lustrumweek. Thans is het geheel voltooid. Dat hieraan een lange tijd van voorbe reiding is voorafgegaan, hebben wij kun- non waarnemen, al was hot alleen maar, doordat het sinds weken voor het publiek gesloten is geweest, in dien tijd zijn tim merlieden, metselaars, tuinlieden, architec ten, kunstenaars, collegium- cn maskerade- commissie met krachtigen ijver bezig go- Y7ee8t, om het te herscheppen in een uniek feestterrein. Natuurlijk werd vooral van het reuzen- gioote feestgebouw werk gemaakt. De groote zaal, 20 bij 50 M., is in Engcl- sche gothiek opgetrokken, dc constructie is van steen en hout, steenen wanden en pila ren, houten binten. Aan den naar het oos- teü gekeerden kant bevindt zich een ver hoogd gedeelte, waarop de plechtigheid van j do Investituur zal plaats hebben. Hier zijp de groote vensters, waarvan het middelste zelfs 8 M. hoog is van beschilderd glas, dragende de conterfcitsels van 68 Engelschc koningen, alle uitgevoerd door Anton Mol- kenboer. Een kamertje naast het verhoogde gedeelte is ook geheel in antieken stijl ge houden. Dubbele zuilen schragen een groo- VII. Het wordt trouwens tijd, dat ik u thans van Edith verhaal, want haar aankomst hangt met mijn wonderbare redding sar men. Van het nu volgcndo was ik natuur lijk geen ooggetuige, doch vernam het uit •den mond van mijn onovertreffelijkcn vriend Joe. Een kapitale kerel, die Joe, dat zeg ik nog eensl Tegen acht uren des avonds werd de „Sacramento" van do F"ralonni-oilandcn gesignaleerd. Joe Ashley, 'die tot na do ontscheping van alle passagiers dienst had aan de haven, zond onmiddellijk een bode naar mijn hotel met het bericht, dat ik tegen middernacht Edith kon verwachten. Precies twaalf uren wierp het schip dan ook in de Gouden Porrt rijn ankera uit. Het behoorde tot de taak van Joe, con trole in de haven te oefenen, zoodat hij zich doaT juist bevond, toen Edith aan land stapte. Als hij er niot geweest was, weet ik niet, wat het aruie meisje zou hebben aangevangen. Hij herkende haar terstond, daar ik hem reeds in Coopers Tike herhaaldelijk haar portret getoond had, nam beleefd den hoed af cn sprak haar aan: „Al- ik mij niet vergis, heb ik het genoegen, de eerste to zijn, die me juffrouw Devcrcl mag begroeten. De heer Freke schijnt zhh verlaat te hebben." Edith knikte. De tranen stonden haar in de oogen. Zij had er met'vol vertrouwen op gerekend, dat ik haar aan de haven /ou afwachten. „Vreemd, dat mijnheer Freke nog niet hier is. Ik heb hem vier uren geleden van de aankomst der „Sacramento" verwit te gaanderij, die boven langs de muren loopt. In de zaal heerecht oen stemmig licht; overdag getemperd door de gekleur de vensters en voor den avond zijn in tegen stelling met vroegere feestgebouwen, waar in steeds groote booglampen een hard licht afstraalden, voor het oog bedekte kleine electrischa lampjes aangebracht, die een zacht en gelijkmatig licht geven. Verder op hot feestterrein eenige tenten er kiosken, een Qrieksch tempeltje, waar het feestnummer van het „Algemeen Neder- landsch Studentenweekblad" zal worden to koop gesteld en verder eenigo eveneens met smaak opgetrokken en afgewerkte cham pagne-, sigaren- en bloemen tenten. Bijzondere zorg is besteed aan gazons en bloemperken, dezo geven nan het feestter rein een werkelijk feestelijk aanzien. Als wij nu van hetgeen het publiek nog niot heeft gezien, afstappen om to komen tot hetgeen eiken dag reeds wordt bezich tigd, mooi gevonden en becritiseerd, do toe bereidselen, tot de versiering cn cte verlich ting, dan kunnen wij kort zijn. Wat zullen wij beschrijven wat voor een elk te aan schouwen is I Alleen willen wij er dit van zeggen, dat zij zeer gunstig zal afsteken bij wat daar voor bij "vorige lustrumfeesten moest door gaan. De lange rij van versierdo bogen aan de Breestraat vormt een schoon perspec tivisch geheel, dat nog veel schitterender zal uitkomen, wanneer in den stillen avond daaraan duizenden lichtjes flikkeren cn een niet minder mooi aspect zullen de geslinger de guirlandes over het Rapenburg opleveren als zij zich zullen weerkaatsen in heb water. Dat dit nu aldus geschied is, hebben wij te danken en hierbij komen wij tot de burgerij, die gaarne samenwerkt met studenten om dit feest to doen slagen aan de Leidsche Vereeniging tot Bevordering van het Vreemdelingenverkeer. Toen daar aan nog niemand uaoht, was liet bestuur reeds in contact gekomen met do Maske rade-commissie eh de vrucht daarvan is dao ook do royale financieele medewerking der burgerij en do flinke subsidie der gemeente, dat wij nu een versiering krijgen in over eenstemming mot de Maskerade en harei waardig. Maar ook daarvoor is stille en openlijke voor arbeid noodig geweest, dien wij nu niet zullen pogen te beschrijven, maar waarvoor wij dank zeggen Moeten wij verder nog wijzen op het zoo zeer gewaardeerde huldeblijk, dat onze jon ge dames het Collegium zullen aanbieden? Wij weten het immers al en we weten ook dat het zeer op prijs zal worden gesteld, omdat het Collegium er trot-sch op is den band steeds hernieuwd te zien tusschen de Leidsche schoou/u en het Leidsche Studen tenkorps, ieder luslrum weder. Moeten wij wijzen op de fecstmarschen, door onze Leid sche musici in deze ook voor hen drukke da gen het korps aangeboden, er aan herinne ren hoe het beste deel der burgerij zich op maakt tot een waardig contrarfeest eo dat i het korps officieren der dd. schutterij het Leidsch Studentenkorps zal aanbieden een concert, allemaal bewijzen voor onze voorop gezette stelling, dat zij het dan ook een tijdelijke er een schoon verbroederings feest door de grootste helft dc burgerij en de kleinste helft de studenten gevierd zal worden. Wij behoefden het eigenlijk niet te doen, tigd," ging hij voort. „De goedo jongen heeft uw aankomst, mejuffrouw, gisteren rcods met ongeduld vorbcid en schier den geheelon nacht hier aan do haven doorge bracht. Ook vandaag is hij reeds eenige malen aan het bureau geweest..." „Hij is dus toch in San Francisco?" vroeg zij gelukkig. „Hoe kon u daaraan twijfelen? Hij moet in dit gewoel dor menigte verdoold zijn goraakt. Neem als 't u belieft een oogen blik op dit ineengerold kabeltouw plaats, dan zal ik ccn3 aan do haven naar hom gaan omzien. Misschien is hij ten laatste in do wachtkamer van vermoeidheid inge slapen. Het zou waarlijk geen wonder zijn, daar hij reeds twee slapeloozo nachten achter zich heeft en wellicht van de lan ge reis uitgeput is. Heb maar geen zorg, juffrouw; we zijn dadelijk weer terug." De goedo jongen voelde, dat bij op de een of andere wijze mijn afwezigheid voor Edith moest verontschuldigen. Ondanks zijn ruw omhulsel bezat hij een warm, fijn gevoelig hart en had innig medelijden met Edith, die slechts met moeite haar tra nen kon bedwingen. Niets dan de buitenge wone omstandigheden, waarmede ik mij op datzelfde oogenblik doch natuurlijk buiten haar weten bevond, konden in Ediths oogen mijn afwezigheid verontschul digen Zij had het volle recht zich go- krenkt cn beleedigd te voelen. Geen wonder, dat- het arme schepsel ont stemd cn ongelukkig was, toen zij den ge liefde, om wien zij haar veilig tehuis op gegeven on zoo'n moeilijke en gevaarvolle reis ondernomen had, niet op zijn po3t vond. Allerlei booze vermoedens beangstig den haar, terwijl zij daar omstreeks mid- want wij vertellen dan immers bckendo dingen. Wij eindigen dan ook met op een heel© mooie voorbereiding to wijzen tot de feesten hot preludium van de Maske rade zouden wij het willen noemen do opvoering van Schimmels' „Kind van Staat" vanavond in den Schouwburg te geven. Het zal vol worden hedenavond in onzen Schouwburg en dank zij do ocht zomerscho temperatuur heel warm ook. En als wij dan eens denken aan de Parij- zenaars, die daar zoo heerlijk in de Champs Elysées onder de boomen voorstellingen, zij 't dan ook van heel anderen aard, bijwonen, clan zullon wij vanavond wel eens jaloersch op hen worden. Maar wij voelen ons geluk kig in do oude Academiestad Loiden on hebben er een warmen avond voor ovor. En nu tot Maandag, lezers; na dezeu eersten dag zullen wij al iets wezenlijks mo gen beschrijven en vertellen. Wo wenschon u nu allen toe heerlijke feestda gen bij schoon zomerweder, hot eenige waaromtrent wij nog iets hebben to hopen. En dat hopen wij vooral op den dag der Maskerade cn niet minder op den vol genden, die door de komst van H. M., onzo geliefde Koningin, zeker ditmaal wel het glanspunt van dc fccstweek zal vormen. Offioieele Kennisgeving. Burgemeester en Wethouders der ge meente Leiden, Gelet op art. 08 der Kieswet; Brengen tor algemeene kennis, dat het proces-vorbaal van de zitting van hot hoofdstomburcau, bedoeld bjj art. 93 der Kioswet, tot liet vaststellen van den uit slag der stemming ter verkiezing van een lid van de Twoedo Kamer der Staten-Geno- raai in het kiesdistrict Leiden, op dc groo te pers van hot Raadhuis is aangeplakt cn voor een iedr ter Secretario ter inzage is neder gelegd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, 8ecrotnris Leiden, 17 Juni 1905. Do Burgemeester der gemeente Leiden, Gelet op art. 55, laatste lid, der Kies wet; Brengt ter kennis van dc kiesgerechtig den, dat de herstemming ter benoeming van een lid van de Tweede Kamer der Sta- ten-Genoraal in het Kiesdistrict Leiden, zal plaats) hebben op Woensd ag 2 8 J u n i a. s. van des voormiddags 8 tot des namiddags 5 uren. De lijst der candidaten bevat in alphabe- tischc volgorde de volgende namen: TH. G. DEN HOUTEIt W. VAN DER VLUGT. Art. 28 van het Wetboek van Strafrecht luidt: „Hij, die opzettelijk zich voor cc;i ander I „uitgevende, aan een krachtens wettolijk „voorschrift uitgeschreven ^verkiezing „deelneemt, wordt gestraft met gevange nisstraf van ton hoogste één jaar. En geschiedt hiervan openbare kennisge ving door plaatsing in het „Leidsch Dag blad." Do Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. Leiden, 17 Juni 1905. dornacht, eenzaam en verlaten, ar.n de har ven van San-Francitxro op een scheepstouw zat neergehuilt. Wat kon er gebeurd zijn Waaro~i liet haar verloofde haar nan do genade van een vreemden man in een vreemde stad over? Wat kon heai weerhou den hebben haar persoonlijk af te hateu- Waar vertoefde hij zoo lang? Ik kan het haar met don hesten wil niet ten kwade duiden, dat zij boos was op den schijnbaar trouweloozcn verloofode was, ter wijl zij aan c'on kant van d n weg vruchteloos op hem wachtte. Tien minuten lang zat zij sidderend op dc l aar aangewezen plaate. Dat was een fraaie verwelkoming voor een hoopvolle, beminnende bruid I Eindelijk kwam Joe verlegen en ter neer geslagen te rug. „Ik begrijp niets van do gehccle geschie denis, mejuffrouw", stamelde hij. „Ik heb mijnheer Freke noch in de wachtkamers noch aan de haven kunnen vinden. Hot is hoogst merkwaardig 1 Ik kan u slechts ver zekeren, mejuffrouw, dat mijn vriend sinds zijn aankomst van Coopers Pike minstens tienmaal vol ongeduld aan miju bureau naar dc aankomst van de „Sacramento" ii komen informeeren, om toch maar op tijd ter plaatse te ziju en u waardig to kunnen ontvangen. Wat mag hem toch overkomen zijn?" „Mijn Hemel 1" jammerde Edith, de han den wringend en zich over do borstwering buigend, „hij zal toch niet in de duisternis een misstap gedaan hebben cn in de zes zijn gestort?" (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 1