No. 13895. LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 10 JlPil.
- TWEEDE BLAD.
Anno Ï905.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON,
Een Kinderliandsciioen.
'i
erkent niet „een regelmatige organisa
tie", die uitgaat van de stelling, dat geest-
verwanten in den godsdienst noodzakelij
kerwijze ook geestverwanten moeten zijn in
de politiek.
„D e Standaard" noemt in een arti
kel onder het opschrift: „U it wat hock
vlamt hot twi stv uur op, dat de
eenheid der natie bedreigt? een
strijd, als nu weer van liberale zijde tegen
het Kabinet is aangebonden, een afge
sproken spel.
„"Nauwelijks toch waren in September
löOt de Kamerleden links in de sectiën op
gekomen, om de begrootingsontwerpen te
onderzoeken, of de grieven-lijst werd in
allo afdeelingen geheel gelijk van inhoud
afgelezen."
En van daar kwam deze grievenlijst in
het Voorloopig Verslag, in de liberale pers,
bij de redenaars in verkiezingsvergaderin
gen.
De grief, dat dit Kabinet geloofs
haat aankweekt, wordt door „De
Standaard" beslist afgewezen. Ook de
liberalen wisten wel, dat hot een onware
beschuldiging was, en om die grief er nu
tcch bij d© liberale kiezers in t© krijgen,
moest de toevlucht worden genomen tot de
leugen, dat het Kabinet alleen zijn mede
standers voor Christenen hield en al zijn
tegenstanders paganisten of heidenen
schold. Alleen de tegenstelling tusschen de
christelijke en de moderne levensopvatting
wordt door het Kabinet voorop geschoven.
Nu beweren de liberalen, dat dit met do
politiek niets te maken heeft.
„D e S ta n d a a r d" zou wel oa all©
candidaten van do „Unie" en do Vrijzin
nig-Democraten willen vragen, of zij nog
d> twaalf Geloofsartikelen onderschrijven.
Zij gelooft, dat niet één bevestigend zoii
antwoorden en zegt dan verder:
„Men staat alzoo voor dit opmerkelijk
verschijnsel, dat do groepen links ontken
nen en u betwisten, dat de tegenstelling
tusschen do christelijke en de moderne le
vensopvatting ook de politiek bcheerscht;
en ïie, zei ven stellen ze bij de politioko
stembus niet anders dan juist moderno
candidaten."
Het blad betoogt verder, dat juist de li-
beralo groep in al haar fracties, jarenlang
niet anders hce>ft gedaan dan den protes
tant tegen den roomsche en tegen den
calvinist de andere protestantsche groepen
op te hitsen. Mr. Van Houten deed dit in
d«. Eerste Kamer en een deftig orgaan als
de „Nieuwe Tlottordams ch c Co li
ra n t" is er dag aan dag letterlijk op
uit om geheel te stembusactio door niets
zoo bitter als juist door geloofstwist te
vergiftigen.
,Do Standaard" besluit aldus:
„Is bet nu tc scherp uitgedrukt., zoo
wc stoxando houden^ dat een oppósiti die
met een verwijt, als waarmee hier alarm
wordt geslagen, tegen het Kabinet op
treedt en die tegelijk op zoo stuitende wijzo
zelve het vuur van geloofstwist aanblaast,
het best© in verdenking brengt, waarin
een politioko paTtij ki'acht heeft t© zoeken?
En dat beste ishaar oprecht-
hoi d".
Ook „Het C e n tr u m"en „De Maas
bode" geven artikelen om de christelijke
kiezers te waarschuwen tegen de van libe
rale zijde in doze dagen herhaaldelijk ge
bruikt© tegenstelling „Rome" en „Dordt"
„Kiezers, dat niet één uwer zich late
misleiden 1" roept „De M a a s b o de" uit
en „Het Centrum" zegt: „De „truc"
is te zeer versleten, ora nog „goede dien
sten" te kunnen bewijzen aan de libera
len".
Het „H a n d e 1 s b 1 a d" bevat juist
weer een van die artikelen, waartegen de
drie böv*nge:i*w*mde christelijke bladen té
velde trekken. In een opstel, getiteld:
„Het groot© kwaad", en waarin er op ge
wezen wordt, dat het aantal kiezers dit
jaar zooveel grootcr is dan vier jaar
geleden, waaruit- wordt afgeleid, dat d©
belangstelling dus nu ook grooter is,
schrijft het blad o.m.
„Niet genoeg kan gewaarschuwd worden
voor het \erder invreten van den kanker
dei godsdiensttwisten, welke de zich met
den naam van „Christelijk" tooiende Re
geering weder heeft aangewakkerd."
Na te hebben betoogd, dat juist de libe
ralen de godsdienstvrijheid in ons land
hebben gebracht, en eonigo vroegere uitin-
gen van dr. Kuypor te hebben afgedrukt,
waarin deze zich tegen samenwerking met
d katholieken uitsprak, sluit liet artikel
met de woorden:
„De godsdienstvrede, die onder liberale
ministers in ons land zoovele jaren lang
is gehandhaafd, is ernstig bedreig onder
het bewind van dr. Kuyper en zijn bonten
aanhang van elkaar vroeger verkotteren-
den.
Tegen het voortwoekeren van dit groot©
kwaad mogen de kiezers, die in zooveel
giooter getale op do lijstén voorkomen,
ons dierbaar vaderland bewaren 1"
Naar aanleiding van wat „D Stand
aard" in haar artikel: „Uit wat hoek
vlamt het twistvuur op, dat dc conheid
der natie bedreigt?" schreef omtrent het.
onderschrijven van de twaalf geloofsarti
kelen door de candidaten van de „Unie"
en de Vrijzinnig-democraten, zegt het
„Handelsblad"
„De verkiezingen betreffen geen synode
on geen concilie, maar dc Staten-Genernal,
die liet Nederlandsche volk vertegenwoor
digen. Dat Nederlandsche volk heeft een
Grondwet, die voorschrijft, dat geloofsver
schillen geen verschil in rechten mogeu te
voorschijn roepen. Door te vragi n naar do
12 „Geloofsartikelen" geeft „Do Stand
aard" weder het bewijs hoezeer haar
partij de scheiding naar dc godsdionstigo
overtuiging op den voorgrond stelt."
In ccn opstel van prof. Van dor
Vlugt: „Olijf of zwaard?" in „Qn-
z o E e u w", over het karakter van den
aanstaanden stembusstrijd,
doet de liooglceraar uitkomen, dat het te
genwoordig Ministerie vooral datgene heeft
nagejaagd, wat tweedracht, niet wat een
dracht kweekte. Hij t.ckcnt in dit verband
do cenzijdig-gereformccrde persoonlijkheid
van dr. lvuyper, dio van nationaal
rcgêerbeleid geen begrip heeft, aldus;
„De felle botsing, bij zijn eerste intredi
in liet openbare leven, tusschen zijne, het
stoere landvolk zijner eerste gemeente afge
luisterde, gereformeerdheid en het moderne
clericalisine, dat destijds den toon gaf in
's lands Raadszalen, heeft voor het loveo
dat contrast als ingedrukt in zijn ziel, gelijk
Pascal, na het ongeval, hem in zijn jeugd
op de brug van Neuilly overkomen, altijd
denzclfden afgrond naast zich zag. Die in
druk stempelde den „Standaar d"-ro-
dactcur tot weergaloos hardnekkig en slag
vaardig p.artijman, voorvechter, opzwccper,
vechtgeneraal, krijgskundige, „organisatoui
do la victoire", kortom: tot al datgene, wat
een staatsman, die oen waarlijk nationaal
regcorbeleid zal kunnen voeren, juist n i o l
wezen moet. Wat ooit, naar het zoo juist be
toogde, hot contrast van vroeger is komen
verzachten, alzoo den weg banend en den
nood opleggend cener verbindendo iij stcdo
ecner uitééndrijvondc pi litiek, het ging zijn
geest voorbij. Hij leefde en heft nog in „de
antithese", hij tcordc en teert op het oude
zeer; kortom: hij is liet wandelend „ana
chronisme"."
Over do zoogenaamde neutrale zóne
Iq het slot-artikel van een reeks artikelen
Ipver den veikiezlngsstrijd zegt do „N ie u-
eRott. Oourant" o.m.:
Verdient dus, ter wille van „waarheid in
staatsbeleid", de antithese, om de diepe
Onwaarheid, waaruit zij voortkomt, uit het
openbaar leven verbannen t© wordenook
cm den noodlottigen invloed, dien zij
oefent, moet baar den oorlog verklaard.
Lees het ecne pamflet of het andere, dat
ran coalitie-partijen uitgaat; hoor wie ge
rilt van haar propagandisten, Kolkman
Hccmskcr.a, Talma of Wijnbergen, De
pilde of Verkouterenhet draait alles om
dc „Christelijke beginselen", om het ge
loof, om ;.et redden van het Christendom.
Een staatkundige gedachte uit die zee van
voorden op te visschen, zal u niet gelukken
Over belastingen, leger, gemeentefinancièn,
sociale wetgeving, vrijhandel, en zoovele
andere ee ste-rangs-volksbelangen wordt
ternauwernood gekikt. „Vóór of tegen den
Christus" is het groote thema, en dan, na
tuurlijk, de nieuwe schoolwet, die, behalve
de Christelijke belangen, ook de belangen
der „Christenen" dient.
Van dc candidaten wordt niet gevraagd,
boe zij denken over staatkundige zaken;
of zij vóór of tegen protectie zijn, vóór of
tegen legerliervorming, vóór of tegen be
perking van gemeentelijke zelfstandigheid,
vóór of tegen uitbreiding van staatszorg,
en welke politieke of economische vra-ag-
etukken er al meer aan de orde zijn. Alleon
op hun kerkelijke belijdenis worden zij
gekeurd, en verder behoeven zij maar Leve
Kuyper 1 te roepen, om waardig tc worden
gevonden om in 's lands raadszaal plaats
te nemen.
enig staatkundig stelsel vertegenwoor
digt een zoo samengestelde meerderheid
natuurlijk niet, zelfs niet eenig staatkundig
denkbeeld. Onder Christelijke vlag zeilen
allerlei denkbeelden, van roodc democratie
tot zwart behoud, de ministericele haven
binnen.
De heer Kuyper heeft cons de (vroege
re) Christelijk-historische partij verweten,
dat het „geen partij van staatslieden, maar
van dominees was." Maar wie voeren in
rijn eigen partij het hoogste woord?"
Nader wordt dan het verschijnen van
roovele predikanten in het politiek strijd
perk aangewezen en het blad merkt op:
„Nu zijn er zeker predikanten genoeg, die
door wetenschap en wijsheid een plaats op
het Binnenhof ovcrwaarclig zijn en bij de
stembus alleszins verdienen gehoord te
worden. Maar die zwerm dominees, meest
van de jongeren, die ternauwernood hun
theologie onder de knie hebben, in het
staatkundig tijdperk dat is geen gezond
teeken, dat is een tccken, dat onze politiek
op verkeerde wegen is afgedwaald, dat het
fcdiip van Staat in Byzantijnsche wateren
zwalkt.
Van daarna1» onvermijdelijk gevolg, do
onmacht der tegenwoordige Regeering tot
hervormen op wc*gebied ook. Buiten do
sohoolwet, 'dio elke dor groepen, behalve
een gehoopte aanwinst, van geloovige kin
deren, ook in klinkende munt nog winst
bolooft (hier snoeren ook zilveren koorden
do „gcloovigen" aaneen), ia zoowat het
heele tableau van te ondernemen hervor
mingen... een tableau gebleven.
Hoe diep treurig het evenwel is, dat do
kostbare tijd voorbijgaat, zonder dat er
iets wezenlijks voor do volkszaak wordt
gedaan: die schade kan nog ingehaald,
wat verkeerd gedaan is misschien nog her
steld worden, wanneer gezonder staatsle
ven de ziekelijke uitwassen uitdrijft. Het
kwaad eohter, dat het stelsel aan het
volksleven toebrengt, het zedelijk kwaad,
vreet dieper in.
Slot)
De oude heer droeg den handschoen zoo
voorzichtig, als ware hij kostbaar kristal
naar het rooktafeltje cn legde bem weer
op zijn plaats. Daarop liep hij een paar
malen de kamer op cn neer.
Plotseling bleef hij vlak voor mij staan.
„Ik zeg u, Mevrouw, bedorven hebben ze
hem, .dorvenHij was geen slechte jon
gen, alleen lichtzinnig, evenals zijn moe
der. Dat was zijn treurig erfdeel."
Hij ging weer op zijn stoel zitten.
„O, wat was hij een knappe jongen 1"
ging hij voort. „Alle meisjes zullen zeker
op hem verliefd worden, dacht ik. En
toen stond hij oi;. .olijk voor mij als flinke,
elegante kurassierluitenant. En ik was dc
meest gelukkige vader."
De klok tikt©; minuten gingen voorbij.
Een windstoot schudde de ramen.
Hij zweeg nog altijd.
Eindelijk zeidc hij 6chor: „Het was de
laatst© maal, dat ik trotsch cn gelukkig
was.
Wat heb ik niet alles gedaan om hem
tc redden. Sophie heeft hem haar liefdes-
goluk moeten opofferen; bijna mijn geheelc
vermogon heeft hij opgemaakt. Toen, ten
slotte ging het niet meer."
Hij schoof t rnig zijn stool achteruit
en stond op.
„Besto Mevrouw, neem mij niet kwalijk,
maar ik bid u, laat mij nu alleen."
Hij drukt© zijn vuist krampachtig tegen
do borst. „Daar binnen is alles weer op
nieuw opgewekt. Maar ik wilde het u toch
zeggen. Wees u dankbaar, dat u alleen
maar meisjes he' Die zijn altijd volgza
mer. Door zijn zoon, op wien men al zijn
liefde ei> hoop gevestigd heeft, zoo zijn
goeden ouden naam in Tiet slijk t© zien
sleuren, dat ik wel het zwaarst©, dat
iemand kan worden opgelegd.'*
Ik was opgestaan.
Wanneer godsdienst cn politiek zich met
elkaar gaan bezighouden, reide onlangs een
Fransch staatsman, dan bederft èn de
godsdienst èn de politiek. Ja, ook de
godsdienst. Gaat de overheid den eenen
godsdienstvorm het rijkszegel, den anderen
een brandmerk opdrukken, dan loopt de
godsdienst gevaar, evenals de Union Jack
voor wijlen Rhodes, een „commercial as-
set", een goede balanspost te worden. De
antithese in practijk gebracht als tegen
woordig, maakt het geloof tot een brood
winning en kw«._bt een soort Christenen
aan, waarmee den godsdienst evenmin als
de natie geluk kan v—rden gewensehb.
En wanneer geestelijken (als te Enscho-
dee is voorgekomen) met politieke predi
katiën politiek-ander^denkenden van co
parochianen tot een openbaar protest bren
gen; wanneer de predikant van den kansel
een kiezersvergadering aankondigt of met
politieke gebeden menschen de kerk uitbidt,
dan wordt de godsdienst uit zijn heilige
hoogte neergehaald, gaat ook de Kerk af-
stooten wat zij moet aantrekken. Een gods
dienst, die de politiek dient, ontheiligt
zichzelven.
En wat moeten, bij een in godsdienstza
ken nogal prikkelbaar volk, de gevolgen
zijn voor het maatschappelijk leven, als de
politiek, in plaats van over vaderlandsche
belangen, een strijdperk wordt over het ge
loof wanneer kerkelijke heethoofden bij de
stembus het godsdienstig twistvuur aan
blazen wanneer de Kerk zich in de politie
ke geschillen partij gaal stellen?
Voor de gezondheid van ons volk zijn de
kiemen van geloofshaat niet minder verder
felijk dan alcoholvergift", zeide prof. Van
der Vlugt tot den Minister. Onze eigen ge
schiedenis kan ten spiegel strekken.
Onder de hoede der liberale beginselen is,
bij alle godsdienstig verschil, ons volk één
gebleven. Overal in de wereld worden onze
Room8chen benijd om de vrijheid en gelijk
heid, waarin zij, in een overwegend protes-
tantsch land, zich verheugen. Schaepman,
met zijn warm Hollandsch hart, was het een
lust en een eer, overal, binnen cn buiten de
grenzen, tot zolfs voor den H. Stoel, te ge
tuigen, dat zijn geloofsgenooten hier woon
den als in een paradijs. Geen kerkverschil
verstoorde den vrede, noch verbrak de na
tionale eenheid. Bij verkiezingen ook nooit
tooneelen als in België cn andere antithese-
landen. /.al i.at zoo blijven?
Er zijn al tcekenen gezien van bedenke
lijke godsdienstige opwinding in politieke
bijeenkomstenmen heeft al gehoord van
woeste kreten: Gooi hem er uit! Sla hem
dood! Het is een voorspel van hetgeen ko
men zal als een verdwaasde politiek voort
gaat onheilig vuur op het altaar t© brengen.
Moge de wijsheid der kiezers het land
daarvoor behoeden 1"
Onder het hoofd: „Onverkwikke
lijke oneeuighcid" zegt de „Nieu
we Rotterdamsche Courant":
„De Tijd" heft een jammerklacht aan.
Meer cn meer verneemt zij van „hoogst
onverkwikkelijke onecnigheid" in zuiver
katholieke districten. In Zevenbergen, in
Oosterhout, in Tilburg, in Grave, in Bcr-
gon-op-Zoom. En had men alleen princi-
picele tegenstanders te bo3trijden, de zaak
zou zegt het blad zeer eenvoudig on
veel minder pijnlijk zijn; „doch men heeft
hier te doen met een strijd tussohen geest
verwanten, men heeft op te treden togen
de candidatuur van mannen, welke men
persoonlijk nu et hoogachten." Dat het met
die verdcelüaeid meenens is, het katholie
ke hoofdorgaa n steekt het niet onder stoe
len of banken. „Op vcrsoheiden plaatsen
dreigt op den dog der stemming ernstige
verwarringmeer nog dreigt een verbitte
ring, welke y.x afloop der verkiezingen
zal voortduren."
Nu stak ik hem mijn hand toe: „Tot
weerziens, Excellentie." Het klonk zoo tri
viaal. Ik wilde er nog iets bijvoegen, maar
ik kon niot; ik dacht alleen maar aan do
koude, bevende hand, die in de mijne lag.
Toen ik des avonds met mijn man alleen
was, vertelde ik hem alles.
Hij fronste de wenkbrauwen.
„Zoo, was dab zijn zoon?"
Kendo je hem?"
„Ja, vluchtig. Wij i-ebben eens op een
avond samen gespeeld."
„Maar, F tsl"
„Nu, zoo erg was het niet. Je weet toch,
dat ik geen speler ben. Als jonge luitenant
deed ik het wel eens een enkelen keer
voor tijdpasseering. Maar de kurassier
luitenant von Walkenried! Dat was toen
tertijd een vreesolijke geschiedenis. Een
paar valscho wissels heeft de oude heer
moeten betalen cn toen is do zoon met de
noorderzon vertrokken. Hij moet later met
een kellnerin getrouwd zijn. Nu is het wat
in hot vergeetboek geraakt, maar toenter
tijd was het een heel schandaal.
Het werd Kerstmie
Op den eersten feestdag werd onder den
brandenden boom ons klein© meisje ge
doopt. Onr.e oude vriend was peet en hield
het kind onder d^n doop. Toen gaf hij
het mij over.
„Mevrouw, u hebt een groote schat,"
zeido hij, „laat het kind nimmer merken,
dat het u heeft teleurgesteld."
Ik beantwoordde zonder te spreken zij'n
handdruk. Wat had ik toch innig medelij
den met hiem
Bijna dagelijks kwam hij nu bij ons, om
naar zijn klein naamgenootje te zien. Hij
bleef dan meestal eenigen tijd in de speel
kamer der grootero meisjes hangen.
Zijn bezoek was onr. zóó tot een gewoon
te geworden, dat wij allen zekere leegte
gevoelden, toen hij plotseling wegbleef.
Hij had laten zeggen, dat hij zich niet
geheel wel gevoelde, zoodat hij voorloopig
niet kon komenwij behoefden echter niet
naar hem t© laten vragen, daarop was hij
niet gesteld.
Ann de roomsche kiezers, die aldus mot
elkander overhoop liggen, wordt de ver
maning gegeven om zich te houden aan de
kiesveneenigingen. Waar men een eigen,
wettig geconstitueerde en regelmatig wer-
kende kiesvereeniging heeft, „werke men
met deze samen en houde men zich aan
do eenmaal genomen besluiten." Zou „Do
T ij d" inderdaad meenon, dat hiermee al
les gezegd is? Maar hoe was het dan in
1891 Toen was er niet maar een onver
kwikkelijke oneenigheid, neen, er was de
geweldigste ruzie, op veohten af; en 'dat
wel sir den boezem der katholieke kics-
vereetagingen. Laat „De T ij d" maar eens
om dicht bij huis te blijven terug
denken aan de heftige tooneelen in de ver
gaderingen J:r Amsterdamsche katholieke
kiesvereeniging „Recht en Orde." Dóór
had men de lek..ng eoner „eigen, wettig
geconstitueerde cn regelmatig werkende
kiesvereeniging"; en niettemin die hoog-
loopende onaangenaamheden, waar de te
genwoordige oneenigheid niets bij isl En
het was niet slechts een verschil van voor
keur voor personen. Neen, het waren
diepgaando principieclo geschillen. Het
meerendeel dor „geestverwanten" wilde in
do allereerst© plaats de legerwot niet, ©n
voorts wilde men niets weten van het an-
tirevolutionnaire huismanskiesroclit; noch
van een belasting op het roerend vermo
gen, aio toon op hot program der calvi
nistische bondgenoot©n stond;.noch van dc
calvinistische scheiding van Kerk en Staat.
Kortom, men wilde van de Kuypcr-partij
loskomenen zelfs werd Schaepman, do
grcot© leider en groot-redenaar der katho
lieken, in don han gedaan, omdat hij zich
met die partij t© nauw gelieerd had.
„Een personen-strijd, gelijk wij thans in
vorscheiden katholieke districten aanschou
wen, moet, zegt „Dc T ij d" indien hij
zou voortduren en meer algemeen zóu wor
den, den doodssteok geven aan de eenheid
der katholieke partij, moet alle centralisatie
op politiek gebied onmogelijk maken en
volstrekte anarchie in de plaats doen treden
van een regelmatig werkende organisatie,
xooals men thans langzamerhand hoopte
verkregen tc hebben."
Is hier werkelijk zoo zouden wij ons
willen veroorloven to vragen niets anders
dan ccn personenstrijd? Is hier housch geen
enkele principieclo kwestie bij in het spel
Speelt bijv. in het district Grave do Tarief-
wet niet een rol?
„D c T ij d" stelt het voor, alsof de „on
eenigheid tusschen „geestverwanten" alleen
gevonden werd in het Zuiden. Maar is dat
wel zoo? Is het overal elders in het land
tusschen de „geestverwanten" niets dan
pais en vrede? Zien wij niet om een
voorbeeld tc noomen in het kiesdistrict
Helder ce-n R.-K. Pi vtest-cómité openlijk
optreden tcgonover dc centrale R.-K. kies
vereeniging? Het één den Kuyper-man
Adriaanse aanbevelende, in overeenstem
ming mot do anti-revolutiownaire kiesver
eeniging, op instigatie van den amanuensis
der Vrije Universiteit gesticht; de andere
(juist tegen den draad in) voor den chris
ten-democraat Staalman ijverende. Hier
geldt het dan toch zeker niet bloot een per
sonenstrijd 1
En zien wij niet in meer dan één district
dc Katholieke Volkspartij op staatkundig
gebied tegenover haar geloofsgenooten op
treden
Is uit ingezonden stukken in onze courant
niet gebleken van tegenstand van goed
katholieke zijdo tegen de „christelijke" coa
litie-politiek?
Neen, als wij het zeggen mogen, dan komt
het ons voor, dat „De Tijd", alle gedach
te aan verschil van politiek inzicat, aan ver
schil van staatk. beginselen van zich wer
pende, in dwaling verkeort. Het is nu een
maal niet anders: een deel der katholieken
Daar hij nog lomp kon zijn, dacht ik, zal
het wel niet zoo heel erg wezen.
Maar ook zijn dochters lieten zioh niet
zien.
Dat «chci. mij toch wel een beetje
vreemd too.
Zoo daarover nadenkend, ging ik naar
het raam cn opende hot, opdat de zachte
lucht, dio reeds de nadcrendo lento ver
kondigde, s flink i do kinderkamer zou
doordringen.
Daar zag ik plotseling Zijn Exoellentio
uit het 1 uis komen. Hij was dus weer ge
zond.
Ik wilde mij uit het raam voorover bui
gen on hem een vriendelijk woord too te
roepen, toen ik d a brievenbesteller op
hom zag afkomen.Do man sloeg groetend
zijn hand aan do pet on r n een militair©
houding aan.
„Exoellentio", zeide hij, „wij hebben nu
voor de tweede maal - brief uit Afrika
ontvangen en ik moest u vragen, of u dien
ook niot wilde aannemen. "Wanneer u wei
gert, moeten wij hem nier op het postkan
toor openmaken, da- r <b afzender niet
aangegeven is."
Zijn Excellentie stampte met don stok op
den grond. „Wat kom je mij tooh lastig
vallen; ik neem dc brieven niet aan; daar
bij blijft het
„Ik dacht maar...", stotterde de rndere.
Ach wat, dacht! Doe mét don brief, wat
je wilt; het is mij onverschillig,
geheel onverschillig," herhaalde hij nog-
eens. Toen grootte hij even en ging verder.
Het scheen mij toe, alsof hij even wankel
de, maar ©ven.
De volgende dagen gingen voorbij zonder
dat ik iets bijzonders waarnam.
Toen kwam plotsoling het bericht. Mijn
man bracht het mede uit do sociëteit en
's avonds Lazen wij het in de courant. Een
zekere heer von Walkenried ia Afrika
vroeg om ondersteuning. Hij had in don
oorlog mede ^evochter., doch was op het
oogenblik geheel zonder middel van be
staan Hij was daarom uiet in staat naar
DuitschLand terug keeren, en riep daar
toe de hulp i van milddadige menschen.
„Natuurlijk is dat de kurassier von Wal
kenried," zeide mijn man. „Dio bedclgc-
schiedonis staat trouwens in alle couran
ten prettig voor vador cn zusters."
Twee dagen daarna stond er weer een an
der bericht in de oourant. Do geheelc ge
schiedenis van luitenant Wilhelm von Wal
kenried werd weer opgehakeld en iu alle
bijzonderheden vcrtelu. Het bericht ein-
digdo met de woorden: „Zijn vader behoor
de tot de be j officieren van het leger; hij
is nu gopenBionneord en woont in M."
Wij waren woedend.
„Ais de oude heer dit blad maar niet in
handen k -*.£•>,'' zeido ik.
„Dat aal hij zeker wel," antwoordde mijn
man. „Hij ia op deze courant geabonneerd
en leest haar altijd het eerst. Wat behoeft
zijn zoon ook op zulk een ellendige manier
te bedeion; la d maar stil in Afrika
blijven."
Den geheolen dag leefde ik in onrust.
Toch durfde ik niet naar boven gaan.
'8 Middags moest mijn man voor dienst
zaken de stad uit en hij zou niet vóór don
volgenden morgen terugkomen.
Ik was vermoord e® ging vroeg naar bed
Toen ik op hot punt was om in te slar
pen, hoorde ik boven mij, dat iemand een
stoel hard achteruit schoof.
Do kamer van den ouden heer was vlak
boven onze slaapkamer; natuurlijk was hij
dus nog op.
En daarna hoorde ik hem steeds heen
en weer loopon.
Buiten schudde en raasde de 'wind.
En altijd nog maar dat heen en weer loé-
pen.
Ik trok de dokens zoo ver mogelijk over
de ooren, maar ik hoorde het toch.
Plotseling hield het optoen hoorde Mc
hem naar do deur gaan. Het werd stil.
Toen kwam hij terug, dooh veel zachter.
Ik was ontroerd. Bij al zijn verdriet denkt
hij tooh nog aan ons.
Ik hoorde hot twaalf uur slaan.
En boven mij, op e>n neer, op on neer.
Het sloeg één uur.
En nog alb'jd die oetstappen boven mij!
Allerlei gedachten doorkruisten mijn
brein. Zou ik mij abnkleeden on naar bo
ven gaan, om den ongelukkigen man te
troosten? Wij, vrouwen, troosten zoo
graag.
Op cn -eer, op en neer. Mijn gedachten
werden verwarddoor vermoeidheid sliep
ik eindelijk in.
Don volgenden morgen wcfyl or hard
gebeld; ik vloog op; was Frits reeds te
rug?
Het dienstmeisje deed open en ik hoorde
haar mei iemand praten.
Onmiddellijk daarop vloog zij bij mij
binnen: „Mevrouw! Zijne Excellentie is
gestorven 1"
Hoe ik mij aangekleed heb, weet ik niot
meer; ik weet alleen, dat ik na een paar
minuten reeds bij het lijk van den ouden
heer si nd.
Hij lag lang uitgestrekt in zijn leuning
stoel hij was geheel gekleed, alleen staken
zijn voeten in zacht© pantoffels. Zijn doch
ters, die diep geschokt voor hem stondon,
hadden hem de oogen reeds toegedrukt...
Zijn gelaat had ccn treurige uitdrukking.
Ziju linkerhand hing slap naar beneden,
maar do rechter lag op de borst cn in de
verstijfde vuist hield hij een kiuderhand-
8choen.
„Wij moeten nu ccn dokter laten halen,"
zeide Sophie zacht.
„Dood 'u hij immers toch," zeidc haar
zuster. Maar zij ging toch de kamer uit
om aan Sophie's wensoh to voldoen.
Deze was op do canapé neergezonken; zij
hield haar zakdook ver do oogen cn ween
de.
Ik stond alleen voor den stillen man.
Mijn blik bleef op 'dc gesloten vuist rus
ten. Daar zag nog icbs; ccn klein flesch-
je hield hij er in vastgeklemd, dafc echter
bijna - -1 door den handschoen bedekt
was.
Ik trad nad >ij cn nam haastig hot
fleschje uit de docdc hand. Daarbij glcea
de handschoen op den grond, ik liet hem
liggen, maar het fleschjo slak ik bij mij.
Toen do dokter kwam cn hartverlamming
constateerde, adeim ik verlicht op.