No. 13895. LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 10 JlPil. - TWEEDE BLAD. Anno Ï905. PERSOVERZICHT. FEUILLETON, Een Kinderliandsciioen. 'i erkent niet „een regelmatige organisa tie", die uitgaat van de stelling, dat geest- verwanten in den godsdienst noodzakelij kerwijze ook geestverwanten moeten zijn in de politiek. „D e Standaard" noemt in een arti kel onder het opschrift: „U it wat hock vlamt hot twi stv uur op, dat de eenheid der natie bedreigt? een strijd, als nu weer van liberale zijde tegen het Kabinet is aangebonden, een afge sproken spel. „"Nauwelijks toch waren in September löOt de Kamerleden links in de sectiën op gekomen, om de begrootingsontwerpen te onderzoeken, of de grieven-lijst werd in allo afdeelingen geheel gelijk van inhoud afgelezen." En van daar kwam deze grievenlijst in het Voorloopig Verslag, in de liberale pers, bij de redenaars in verkiezingsvergaderin gen. De grief, dat dit Kabinet geloofs haat aankweekt, wordt door „De Standaard" beslist afgewezen. Ook de liberalen wisten wel, dat hot een onware beschuldiging was, en om die grief er nu tcch bij d© liberale kiezers in t© krijgen, moest de toevlucht worden genomen tot de leugen, dat het Kabinet alleen zijn mede standers voor Christenen hield en al zijn tegenstanders paganisten of heidenen schold. Alleen de tegenstelling tusschen de christelijke en de moderne levensopvatting wordt door het Kabinet voorop geschoven. Nu beweren de liberalen, dat dit met do politiek niets te maken heeft. „D e S ta n d a a r d" zou wel oa all© candidaten van do „Unie" en do Vrijzin nig-Democraten willen vragen, of zij nog d> twaalf Geloofsartikelen onderschrijven. Zij gelooft, dat niet één bevestigend zoii antwoorden en zegt dan verder: „Men staat alzoo voor dit opmerkelijk verschijnsel, dat do groepen links ontken nen en u betwisten, dat de tegenstelling tusschen do christelijke en de moderne le vensopvatting ook de politiek bcheerscht; en ïie, zei ven stellen ze bij de politioko stembus niet anders dan juist moderno candidaten." Het blad betoogt verder, dat juist de li- beralo groep in al haar fracties, jarenlang niet anders hce>ft gedaan dan den protes tant tegen den roomsche en tegen den calvinist de andere protestantsche groepen op te hitsen. Mr. Van Houten deed dit in d«. Eerste Kamer en een deftig orgaan als de „Nieuwe Tlottordams ch c Co li ra n t" is er dag aan dag letterlijk op uit om geheel te stembusactio door niets zoo bitter als juist door geloofstwist te vergiftigen. ,Do Standaard" besluit aldus: „Is bet nu tc scherp uitgedrukt., zoo wc stoxando houden^ dat een oppósiti die met een verwijt, als waarmee hier alarm wordt geslagen, tegen het Kabinet op treedt en die tegelijk op zoo stuitende wijzo zelve het vuur van geloofstwist aanblaast, het best© in verdenking brengt, waarin een politioko paTtij ki'acht heeft t© zoeken? En dat beste ishaar oprecht- hoi d". Ook „Het C e n tr u m"en „De Maas bode" geven artikelen om de christelijke kiezers te waarschuwen tegen de van libe rale zijde in doze dagen herhaaldelijk ge bruikt© tegenstelling „Rome" en „Dordt" „Kiezers, dat niet één uwer zich late misleiden 1" roept „De M a a s b o de" uit en „Het Centrum" zegt: „De „truc" is te zeer versleten, ora nog „goede dien sten" te kunnen bewijzen aan de libera len". Het „H a n d e 1 s b 1 a d" bevat juist weer een van die artikelen, waartegen de drie böv*nge:i*w*mde christelijke bladen té velde trekken. In een opstel, getiteld: „Het groot© kwaad", en waarin er op ge wezen wordt, dat het aantal kiezers dit jaar zooveel grootcr is dan vier jaar geleden, waaruit- wordt afgeleid, dat d© belangstelling dus nu ook grooter is, schrijft het blad o.m. „Niet genoeg kan gewaarschuwd worden voor het \erder invreten van den kanker dei godsdiensttwisten, welke de zich met den naam van „Christelijk" tooiende Re geering weder heeft aangewakkerd." Na te hebben betoogd, dat juist de libe ralen de godsdienstvrijheid in ons land hebben gebracht, en eonigo vroegere uitin- gen van dr. Kuypor te hebben afgedrukt, waarin deze zich tegen samenwerking met d katholieken uitsprak, sluit liet artikel met de woorden: „De godsdienstvrede, die onder liberale ministers in ons land zoovele jaren lang is gehandhaafd, is ernstig bedreig onder het bewind van dr. Kuyper en zijn bonten aanhang van elkaar vroeger verkotteren- den. Tegen het voortwoekeren van dit groot© kwaad mogen de kiezers, die in zooveel giooter getale op do lijstén voorkomen, ons dierbaar vaderland bewaren 1" Naar aanleiding van wat „D Stand aard" in haar artikel: „Uit wat hoek vlamt het twistvuur op, dat dc conheid der natie bedreigt?" schreef omtrent het. onderschrijven van de twaalf geloofsarti kelen door de candidaten van de „Unie" en de Vrijzinnig-democraten, zegt het „Handelsblad" „De verkiezingen betreffen geen synode on geen concilie, maar dc Staten-Genernal, die liet Nederlandsche volk vertegenwoor digen. Dat Nederlandsche volk heeft een Grondwet, die voorschrijft, dat geloofsver schillen geen verschil in rechten mogeu te voorschijn roepen. Door te vragi n naar do 12 „Geloofsartikelen" geeft „Do Stand aard" weder het bewijs hoezeer haar partij de scheiding naar dc godsdionstigo overtuiging op den voorgrond stelt." In ccn opstel van prof. Van dor Vlugt: „Olijf of zwaard?" in „Qn- z o E e u w", over het karakter van den aanstaanden stembusstrijd, doet de liooglceraar uitkomen, dat het te genwoordig Ministerie vooral datgene heeft nagejaagd, wat tweedracht, niet wat een dracht kweekte. Hij t.ckcnt in dit verband do cenzijdig-gereformccrde persoonlijkheid van dr. lvuyper, dio van nationaal rcgêerbeleid geen begrip heeft, aldus; „De felle botsing, bij zijn eerste intredi in liet openbare leven, tusschen zijne, het stoere landvolk zijner eerste gemeente afge luisterde, gereformeerdheid en het moderne clericalisine, dat destijds den toon gaf in 's lands Raadszalen, heeft voor het loveo dat contrast als ingedrukt in zijn ziel, gelijk Pascal, na het ongeval, hem in zijn jeugd op de brug van Neuilly overkomen, altijd denzclfden afgrond naast zich zag. Die in druk stempelde den „Standaar d"-ro- dactcur tot weergaloos hardnekkig en slag vaardig p.artijman, voorvechter, opzwccper, vechtgeneraal, krijgskundige, „organisatoui do la victoire", kortom: tot al datgene, wat een staatsman, die oen waarlijk nationaal regcorbeleid zal kunnen voeren, juist n i o l wezen moet. Wat ooit, naar het zoo juist be toogde, hot contrast van vroeger is komen verzachten, alzoo den weg banend en den nood opleggend cener verbindendo iij stcdo ecner uitééndrijvondc pi litiek, het ging zijn geest voorbij. Hij leefde en heft nog in „de antithese", hij tcordc en teert op het oude zeer; kortom: hij is liet wandelend „ana chronisme"." Over do zoogenaamde neutrale zóne Iq het slot-artikel van een reeks artikelen Ipver den veikiezlngsstrijd zegt do „N ie u- eRott. Oourant" o.m.: Verdient dus, ter wille van „waarheid in staatsbeleid", de antithese, om de diepe Onwaarheid, waaruit zij voortkomt, uit het openbaar leven verbannen t© wordenook cm den noodlottigen invloed, dien zij oefent, moet baar den oorlog verklaard. Lees het ecne pamflet of het andere, dat ran coalitie-partijen uitgaat; hoor wie ge rilt van haar propagandisten, Kolkman Hccmskcr.a, Talma of Wijnbergen, De pilde of Verkouterenhet draait alles om dc „Christelijke beginselen", om het ge loof, om ;.et redden van het Christendom. Een staatkundige gedachte uit die zee van voorden op te visschen, zal u niet gelukken Over belastingen, leger, gemeentefinancièn, sociale wetgeving, vrijhandel, en zoovele andere ee ste-rangs-volksbelangen wordt ternauwernood gekikt. „Vóór of tegen den Christus" is het groote thema, en dan, na tuurlijk, de nieuwe schoolwet, die, behalve de Christelijke belangen, ook de belangen der „Christenen" dient. Van dc candidaten wordt niet gevraagd, boe zij denken over staatkundige zaken; of zij vóór of tegen protectie zijn, vóór of tegen legerliervorming, vóór of tegen be perking van gemeentelijke zelfstandigheid, vóór of tegen uitbreiding van staatszorg, en welke politieke of economische vra-ag- etukken er al meer aan de orde zijn. Alleon op hun kerkelijke belijdenis worden zij gekeurd, en verder behoeven zij maar Leve Kuyper 1 te roepen, om waardig tc worden gevonden om in 's lands raadszaal plaats te nemen. enig staatkundig stelsel vertegenwoor digt een zoo samengestelde meerderheid natuurlijk niet, zelfs niet eenig staatkundig denkbeeld. Onder Christelijke vlag zeilen allerlei denkbeelden, van roodc democratie tot zwart behoud, de ministericele haven binnen. De heer Kuyper heeft cons de (vroege re) Christelijk-historische partij verweten, dat het „geen partij van staatslieden, maar van dominees was." Maar wie voeren in rijn eigen partij het hoogste woord?" Nader wordt dan het verschijnen van roovele predikanten in het politiek strijd perk aangewezen en het blad merkt op: „Nu zijn er zeker predikanten genoeg, die door wetenschap en wijsheid een plaats op het Binnenhof ovcrwaarclig zijn en bij de stembus alleszins verdienen gehoord te worden. Maar die zwerm dominees, meest van de jongeren, die ternauwernood hun theologie onder de knie hebben, in het staatkundig tijdperk dat is geen gezond teeken, dat is een tccken, dat onze politiek op verkeerde wegen is afgedwaald, dat het fcdiip van Staat in Byzantijnsche wateren zwalkt. Van daarna1» onvermijdelijk gevolg, do onmacht der tegenwoordige Regeering tot hervormen op wc*gebied ook. Buiten do sohoolwet, 'dio elke dor groepen, behalve een gehoopte aanwinst, van geloovige kin deren, ook in klinkende munt nog winst bolooft (hier snoeren ook zilveren koorden do „gcloovigen" aaneen), ia zoowat het heele tableau van te ondernemen hervor mingen... een tableau gebleven. Hoe diep treurig het evenwel is, dat do kostbare tijd voorbijgaat, zonder dat er iets wezenlijks voor do volkszaak wordt gedaan: die schade kan nog ingehaald, wat verkeerd gedaan is misschien nog her steld worden, wanneer gezonder staatsle ven de ziekelijke uitwassen uitdrijft. Het kwaad eohter, dat het stelsel aan het volksleven toebrengt, het zedelijk kwaad, vreet dieper in. Slot) De oude heer droeg den handschoen zoo voorzichtig, als ware hij kostbaar kristal naar het rooktafeltje cn legde bem weer op zijn plaats. Daarop liep hij een paar malen de kamer op cn neer. Plotseling bleef hij vlak voor mij staan. „Ik zeg u, Mevrouw, bedorven hebben ze hem, .dorvenHij was geen slechte jon gen, alleen lichtzinnig, evenals zijn moe der. Dat was zijn treurig erfdeel." Hij ging weer op zijn stoel zitten. „O, wat was hij een knappe jongen 1" ging hij voort. „Alle meisjes zullen zeker op hem verliefd worden, dacht ik. En toen stond hij oi;. .olijk voor mij als flinke, elegante kurassierluitenant. En ik was dc meest gelukkige vader." De klok tikt©; minuten gingen voorbij. Een windstoot schudde de ramen. Hij zweeg nog altijd. Eindelijk zeidc hij 6chor: „Het was de laatst© maal, dat ik trotsch cn gelukkig was. Wat heb ik niet alles gedaan om hem tc redden. Sophie heeft hem haar liefdes- goluk moeten opofferen; bijna mijn geheelc vermogon heeft hij opgemaakt. Toen, ten slotte ging het niet meer." Hij schoof t rnig zijn stool achteruit en stond op. „Besto Mevrouw, neem mij niet kwalijk, maar ik bid u, laat mij nu alleen." Hij drukt© zijn vuist krampachtig tegen do borst. „Daar binnen is alles weer op nieuw opgewekt. Maar ik wilde het u toch zeggen. Wees u dankbaar, dat u alleen maar meisjes he' Die zijn altijd volgza mer. Door zijn zoon, op wien men al zijn liefde ei> hoop gevestigd heeft, zoo zijn goeden ouden naam in Tiet slijk t© zien sleuren, dat ik wel het zwaarst©, dat iemand kan worden opgelegd.'* Ik was opgestaan. Wanneer godsdienst cn politiek zich met elkaar gaan bezighouden, reide onlangs een Fransch staatsman, dan bederft èn de godsdienst èn de politiek. Ja, ook de godsdienst. Gaat de overheid den eenen godsdienstvorm het rijkszegel, den anderen een brandmerk opdrukken, dan loopt de godsdienst gevaar, evenals de Union Jack voor wijlen Rhodes, een „commercial as- set", een goede balanspost te worden. De antithese in practijk gebracht als tegen woordig, maakt het geloof tot een brood winning en kw«._bt een soort Christenen aan, waarmee den godsdienst evenmin als de natie geluk kan v—rden gewensehb. En wanneer geestelijken (als te Enscho- dee is voorgekomen) met politieke predi katiën politiek-ander^denkenden van co parochianen tot een openbaar protest bren gen; wanneer de predikant van den kansel een kiezersvergadering aankondigt of met politieke gebeden menschen de kerk uitbidt, dan wordt de godsdienst uit zijn heilige hoogte neergehaald, gaat ook de Kerk af- stooten wat zij moet aantrekken. Een gods dienst, die de politiek dient, ontheiligt zichzelven. En wat moeten, bij een in godsdienstza ken nogal prikkelbaar volk, de gevolgen zijn voor het maatschappelijk leven, als de politiek, in plaats van over vaderlandsche belangen, een strijdperk wordt over het ge loof wanneer kerkelijke heethoofden bij de stembus het godsdienstig twistvuur aan blazen wanneer de Kerk zich in de politie ke geschillen partij gaal stellen? Voor de gezondheid van ons volk zijn de kiemen van geloofshaat niet minder verder felijk dan alcoholvergift", zeide prof. Van der Vlugt tot den Minister. Onze eigen ge schiedenis kan ten spiegel strekken. Onder de hoede der liberale beginselen is, bij alle godsdienstig verschil, ons volk één gebleven. Overal in de wereld worden onze Room8chen benijd om de vrijheid en gelijk heid, waarin zij, in een overwegend protes- tantsch land, zich verheugen. Schaepman, met zijn warm Hollandsch hart, was het een lust en een eer, overal, binnen cn buiten de grenzen, tot zolfs voor den H. Stoel, te ge tuigen, dat zijn geloofsgenooten hier woon den als in een paradijs. Geen kerkverschil verstoorde den vrede, noch verbrak de na tionale eenheid. Bij verkiezingen ook nooit tooneelen als in België cn andere antithese- landen. /.al i.at zoo blijven? Er zijn al tcekenen gezien van bedenke lijke godsdienstige opwinding in politieke bijeenkomstenmen heeft al gehoord van woeste kreten: Gooi hem er uit! Sla hem dood! Het is een voorspel van hetgeen ko men zal als een verdwaasde politiek voort gaat onheilig vuur op het altaar t© brengen. Moge de wijsheid der kiezers het land daarvoor behoeden 1" Onder het hoofd: „Onverkwikke lijke oneeuighcid" zegt de „Nieu we Rotterdamsche Courant": „De Tijd" heft een jammerklacht aan. Meer cn meer verneemt zij van „hoogst onverkwikkelijke onecnigheid" in zuiver katholieke districten. In Zevenbergen, in Oosterhout, in Tilburg, in Grave, in Bcr- gon-op-Zoom. En had men alleen princi- picele tegenstanders te bo3trijden, de zaak zou zegt het blad zeer eenvoudig on veel minder pijnlijk zijn; „doch men heeft hier te doen met een strijd tussohen geest verwanten, men heeft op te treden togen de candidatuur van mannen, welke men persoonlijk nu et hoogachten." Dat het met die verdcelüaeid meenens is, het katholie ke hoofdorgaa n steekt het niet onder stoe len of banken. „Op vcrsoheiden plaatsen dreigt op den dog der stemming ernstige verwarringmeer nog dreigt een verbitte ring, welke y.x afloop der verkiezingen zal voortduren." Nu stak ik hem mijn hand toe: „Tot weerziens, Excellentie." Het klonk zoo tri viaal. Ik wilde er nog iets bijvoegen, maar ik kon niot; ik dacht alleen maar aan do koude, bevende hand, die in de mijne lag. Toen ik des avonds met mijn man alleen was, vertelde ik hem alles. Hij fronste de wenkbrauwen. „Zoo, was dab zijn zoon?" Kendo je hem?" „Ja, vluchtig. Wij i-ebben eens op een avond samen gespeeld." „Maar, F tsl" „Nu, zoo erg was het niet. Je weet toch, dat ik geen speler ben. Als jonge luitenant deed ik het wel eens een enkelen keer voor tijdpasseering. Maar de kurassier luitenant von Walkenried! Dat was toen tertijd een vreesolijke geschiedenis. Een paar valscho wissels heeft de oude heer moeten betalen cn toen is do zoon met de noorderzon vertrokken. Hij moet later met een kellnerin getrouwd zijn. Nu is het wat in hot vergeetboek geraakt, maar toenter tijd was het een heel schandaal. Het werd Kerstmie Op den eersten feestdag werd onder den brandenden boom ons klein© meisje ge doopt. Onr.e oude vriend was peet en hield het kind onder d^n doop. Toen gaf hij het mij over. „Mevrouw, u hebt een groote schat," zeido hij, „laat het kind nimmer merken, dat het u heeft teleurgesteld." Ik beantwoordde zonder te spreken zij'n handdruk. Wat had ik toch innig medelij den met hiem Bijna dagelijks kwam hij nu bij ons, om naar zijn klein naamgenootje te zien. Hij bleef dan meestal eenigen tijd in de speel kamer der grootero meisjes hangen. Zijn bezoek was onr. zóó tot een gewoon te geworden, dat wij allen zekere leegte gevoelden, toen hij plotseling wegbleef. Hij had laten zeggen, dat hij zich niet geheel wel gevoelde, zoodat hij voorloopig niet kon komenwij behoefden echter niet naar hem t© laten vragen, daarop was hij niet gesteld. Ann de roomsche kiezers, die aldus mot elkander overhoop liggen, wordt de ver maning gegeven om zich te houden aan de kiesveneenigingen. Waar men een eigen, wettig geconstitueerde en regelmatig wer- kende kiesvereeniging heeft, „werke men met deze samen en houde men zich aan do eenmaal genomen besluiten." Zou „Do T ij d" inderdaad meenon, dat hiermee al les gezegd is? Maar hoe was het dan in 1891 Toen was er niet maar een onver kwikkelijke oneenigheid, neen, er was de geweldigste ruzie, op veohten af; en 'dat wel sir den boezem der katholieke kics- vereetagingen. Laat „De T ij d" maar eens om dicht bij huis te blijven terug denken aan de heftige tooneelen in de ver gaderingen J:r Amsterdamsche katholieke kiesvereeniging „Recht en Orde." Dóór had men de lek..ng eoner „eigen, wettig geconstitueerde cn regelmatig werkende kiesvereeniging"; en niettemin die hoog- loopende onaangenaamheden, waar de te genwoordige oneenigheid niets bij isl En het was niet slechts een verschil van voor keur voor personen. Neen, het waren diepgaando principieclo geschillen. Het meerendeel dor „geestverwanten" wilde in do allereerst© plaats de legerwot niet, ©n voorts wilde men niets weten van het an- tirevolutionnaire huismanskiesroclit; noch van een belasting op het roerend vermo gen, aio toon op hot program der calvi nistische bondgenoot©n stond;.noch van dc calvinistische scheiding van Kerk en Staat. Kortom, men wilde van de Kuypcr-partij loskomenen zelfs werd Schaepman, do grcot© leider en groot-redenaar der katho lieken, in don han gedaan, omdat hij zich met die partij t© nauw gelieerd had. „Een personen-strijd, gelijk wij thans in vorscheiden katholieke districten aanschou wen, moet, zegt „Dc T ij d" indien hij zou voortduren en meer algemeen zóu wor den, den doodssteok geven aan de eenheid der katholieke partij, moet alle centralisatie op politiek gebied onmogelijk maken en volstrekte anarchie in de plaats doen treden van een regelmatig werkende organisatie, xooals men thans langzamerhand hoopte verkregen tc hebben." Is hier werkelijk zoo zouden wij ons willen veroorloven to vragen niets anders dan ccn personenstrijd? Is hier housch geen enkele principieclo kwestie bij in het spel Speelt bijv. in het district Grave do Tarief- wet niet een rol? „D c T ij d" stelt het voor, alsof de „on eenigheid tusschen „geestverwanten" alleen gevonden werd in het Zuiden. Maar is dat wel zoo? Is het overal elders in het land tusschen de „geestverwanten" niets dan pais en vrede? Zien wij niet om een voorbeeld tc noomen in het kiesdistrict Helder ce-n R.-K. Pi vtest-cómité openlijk optreden tcgonover dc centrale R.-K. kies vereeniging? Het één den Kuyper-man Adriaanse aanbevelende, in overeenstem ming mot do anti-revolutiownaire kiesver eeniging, op instigatie van den amanuensis der Vrije Universiteit gesticht; de andere (juist tegen den draad in) voor den chris ten-democraat Staalman ijverende. Hier geldt het dan toch zeker niet bloot een per sonenstrijd 1 En zien wij niet in meer dan één district dc Katholieke Volkspartij op staatkundig gebied tegenover haar geloofsgenooten op treden Is uit ingezonden stukken in onze courant niet gebleken van tegenstand van goed katholieke zijdo tegen de „christelijke" coa litie-politiek? Neen, als wij het zeggen mogen, dan komt het ons voor, dat „De Tijd", alle gedach te aan verschil van politiek inzicat, aan ver schil van staatk. beginselen van zich wer pende, in dwaling verkeort. Het is nu een maal niet anders: een deel der katholieken Daar hij nog lomp kon zijn, dacht ik, zal het wel niet zoo heel erg wezen. Maar ook zijn dochters lieten zioh niet zien. Dat «chci. mij toch wel een beetje vreemd too. Zoo daarover nadenkend, ging ik naar het raam cn opende hot, opdat de zachte lucht, dio reeds de nadcrendo lento ver kondigde, s flink i do kinderkamer zou doordringen. Daar zag ik plotseling Zijn Exoellentio uit het 1 uis komen. Hij was dus weer ge zond. Ik wilde mij uit het raam voorover bui gen on hem een vriendelijk woord too te roepen, toen ik d a brievenbesteller op hom zag afkomen.Do man sloeg groetend zijn hand aan do pet on r n een militair© houding aan. „Exoellentio", zeide hij, „wij hebben nu voor de tweede maal - brief uit Afrika ontvangen en ik moest u vragen, of u dien ook niot wilde aannemen. "Wanneer u wei gert, moeten wij hem nier op het postkan toor openmaken, da- r <b afzender niet aangegeven is." Zijn Excellentie stampte met don stok op den grond. „Wat kom je mij tooh lastig vallen; ik neem dc brieven niet aan; daar bij blijft het „Ik dacht maar...", stotterde de rndere. Ach wat, dacht! Doe mét don brief, wat je wilt; het is mij onverschillig, geheel onverschillig," herhaalde hij nog- eens. Toen grootte hij even en ging verder. Het scheen mij toe, alsof hij even wankel de, maar ©ven. De volgende dagen gingen voorbij zonder dat ik iets bijzonders waarnam. Toen kwam plotsoling het bericht. Mijn man bracht het mede uit do sociëteit en 's avonds Lazen wij het in de courant. Een zekere heer von Walkenried ia Afrika vroeg om ondersteuning. Hij had in don oorlog mede ^evochter., doch was op het oogenblik geheel zonder middel van be staan Hij was daarom uiet in staat naar DuitschLand terug keeren, en riep daar toe de hulp i van milddadige menschen. „Natuurlijk is dat de kurassier von Wal kenried," zeide mijn man. „Dio bedclgc- schiedonis staat trouwens in alle couran ten prettig voor vador cn zusters." Twee dagen daarna stond er weer een an der bericht in de oourant. Do geheelc ge schiedenis van luitenant Wilhelm von Wal kenried werd weer opgehakeld en iu alle bijzonderheden vcrtelu. Het bericht ein- digdo met de woorden: „Zijn vader behoor de tot de be j officieren van het leger; hij is nu gopenBionneord en woont in M." Wij waren woedend. „Ais de oude heer dit blad maar niet in handen k -*.£•>,'' zeido ik. „Dat aal hij zeker wel," antwoordde mijn man. „Hij ia op deze courant geabonneerd en leest haar altijd het eerst. Wat behoeft zijn zoon ook op zulk een ellendige manier te bedeion; la d maar stil in Afrika blijven." Den geheolen dag leefde ik in onrust. Toch durfde ik niet naar boven gaan. '8 Middags moest mijn man voor dienst zaken de stad uit en hij zou niet vóór don volgenden morgen terugkomen. Ik was vermoord e® ging vroeg naar bed Toen ik op hot punt was om in te slar pen, hoorde ik boven mij, dat iemand een stoel hard achteruit schoof. Do kamer van den ouden heer was vlak boven onze slaapkamer; natuurlijk was hij dus nog op. En daarna hoorde ik hem steeds heen en weer loopon. Buiten schudde en raasde de 'wind. En altijd nog maar dat heen en weer loé- pen. Ik trok de dokens zoo ver mogelijk over de ooren, maar ik hoorde het toch. Plotseling hield het optoen hoorde Mc hem naar do deur gaan. Het werd stil. Toen kwam hij terug, dooh veel zachter. Ik was ontroerd. Bij al zijn verdriet denkt hij tooh nog aan ons. Ik hoorde hot twaalf uur slaan. En boven mij, op e>n neer, op on neer. Het sloeg één uur. En nog alb'jd die oetstappen boven mij! Allerlei gedachten doorkruisten mijn brein. Zou ik mij abnkleeden on naar bo ven gaan, om den ongelukkigen man te troosten? Wij, vrouwen, troosten zoo graag. Op cn -eer, op en neer. Mijn gedachten werden verwarddoor vermoeidheid sliep ik eindelijk in. Don volgenden morgen wcfyl or hard gebeld; ik vloog op; was Frits reeds te rug? Het dienstmeisje deed open en ik hoorde haar mei iemand praten. Onmiddellijk daarop vloog zij bij mij binnen: „Mevrouw! Zijne Excellentie is gestorven 1" Hoe ik mij aangekleed heb, weet ik niot meer; ik weet alleen, dat ik na een paar minuten reeds bij het lijk van den ouden heer si nd. Hij lag lang uitgestrekt in zijn leuning stoel hij was geheel gekleed, alleen staken zijn voeten in zacht© pantoffels. Zijn doch ters, die diep geschokt voor hem stondon, hadden hem de oogen reeds toegedrukt... Zijn gelaat had ccn treurige uitdrukking. Ziju linkerhand hing slap naar beneden, maar do rechter lag op de borst cn in de verstijfde vuist hield hij een kiuderhand- 8choen. „Wij moeten nu ccn dokter laten halen," zeide Sophie zacht. „Dood 'u hij immers toch," zeidc haar zuster. Maar zij ging toch de kamer uit om aan Sophie's wensoh to voldoen. Deze was op do canapé neergezonken; zij hield haar zakdook ver do oogen cn ween de. Ik stond alleen voor den stillen man. Mijn blik bleef op 'dc gesloten vuist rus ten. Daar zag nog icbs; ccn klein flesch- je hield hij er in vastgeklemd, dafc echter bijna - -1 door den handschoen bedekt was. Ik trad nad >ij cn nam haastig hot fleschje uit de docdc hand. Daarbij glcea de handschoen op den grond, ik liet hem liggen, maar het fleschjo slak ik bij mij. Toen do dokter kwam cn hartverlamming constateerde, adeim ik verlicht op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5