lemeenteraad van Lelden Telegrammen. Eerste Kamer. No7Ï38M. LIÏDSCH DAGBLAD. DINSDAG 30 ME!. - TWEEDE BLAD. Anno 1905. jrjadering van hedennamiidag te twee uren. Voorzitter: Mr. N. de Ridder, burgemees. Tegenwoordig 28 leden, ihvezig met 'ommsgevrng de heeren ickeiua Andreae, wegens lamuieómstan- jheden, en De Gooje, wegens ambtsbezig- Ben. Zonder kennisgeving de heer Van Lidth de Jeude. ■De notulen der vorige vergadering wor- jjc;: goedgekeurd. [Ingekomen is o.a. een verzoek van den er Laterveer om eorvol ontslag als onder- ioomede een adres van den Leidschen stuurdersbond om in art. 8 van het ont- rp-reglement den nominalen werkdag op uren vast te stellen en op deze wijzo een >rbeeld lo geven aan particuliere werkge- '8. Heb eenige onderwerp der agenda luidde fasts telling van het Reglement vooi de werklieden in dienst der gemeente. Bij de algiiineene beschouwingen voerde e heer S ij t s m a het woord, om zijn ge- loegen er over te kennen te geven, dat ein delijk dit Reglement aan de orde komt, al ;an hij zich niet met alles, wat B. en Wb., tan wie hij hulde brengt voor hun omvang- ijken arbeid voorstellen, vereenigen. Zoo •erdedigde hij de opneming er in van een scheidsgerecht, dat niet anders dan heil- taarn kan werken op het vertrouwen van len arbeider. Het is gebleken, dat elders, ooals te Amsterdam, de voordeeien er van ;rooter zijn aan de nadeelen. De Voorzitter merite op, dat de bespre ing van dit puilt meer behoort bij het des (etrcffende punt, waarop een amendement is ingediend. De heer Aalberse sluit zich aan bij de loor den heer Sijtsma aan B. en Ws. ge brachte hulde, maar wijst eveneens op eem ge leemten in hun voorstel. Hij zou bijv willen zien dat de werkman het bespreken van zijn klachten bij den directeur van gemeentewerken ook aan anderen kan op dragen. Ook een loonregeling ontbreekt in het voorstel, wat juist in tegenstelling is met wat men in Den Haag beeft gedaan. Nog meer besware i had hij. tegen het systeem van B. en Ws., van wie hij eigen lijk nog nadere adviezen had verwacht al vorens nu het reglement aan de orde te Btellen. Krachtig trad hij op voor de goede rechten van *.e werklieden. De heer P e r a wijst er op dat van de in gediende amendementen veel elkaar tegen spreken en heeft de meening gekregen dat het voorsbei van B. en Ws. heel weinig verandering zal behoeven te ondergaan- Het komt hem heb best© van allee voor. Do Voorzitter brengt dank voor den aan en Ws. gebrachten lof, die bij do samen stelling van het ontwerp-regiement hebbon samengowerkfc uwet verschillende personen en colleges. Ten opzichte van het denk beeld van den heer Sijtsma om ook de po litieagenten en brugwachters in het regle ment op to nemen, kan spr. geen toezeg ging go ven, omdat voor hen afzonderlijke instructies bostaan, waartegen tob nu geen bezwaren zijn ingokomen. Wat het ontbreken betreft van nadere antwoordcu van B. en Ws. in de Memorio van Toelichting, deelde hij mede, dat het hun beter voorkwam, dit bij de openbare behandeling te doen. Hij wijst op de werke lijk zeer milde en zeer vrijgevige bepalingen die in het reglement omtrent overwerk voor komen en or den werkman van het groot, ste belang zijn, evenals die bij ziekte. Daar op meent hij dc aandacht te moeten vesti gen. Dat mag niet ongemerkt voorbijgaan Het is waar, het woord scheidsgerecht" komt er niet in voor; maar hij ontwikkelt de bezwaren, hij daartegen heeft, en omdat hij dit niet noodig acht. Daarop werden de algemeeno beschouwin gen gesloten. In behandeling komt: Alt. 1. De bepalingen van dit reglement zijn van toepassing op de werklieden, die in dienst van do gemeente (gemeentelijke in stellingen hieronder begropen) zijn, met uitzondering van: a. hen, 'die voor kortoren tijd dan 4 wo ken worden in dienst gonomen b. hen, die aangesteld zijn om regelmatig slechts enkele wek on per jaar of enkele dagen per weck werkzaamheden to verrich ten c. leerlingen. Als werklieden worden beschouwd zij die vie door Burg. en Weth. aan to wijzen be trekkingen bekleeden. Van deze betrekkingen wordt door Burg. en Wetli. een staat opgemaakt, welke ton minste eenmaal 's jaars door hen herzien wordt. Door den heer Aalberse ia als amende ment voorgesteld: Op art. 1: Aan het slot bij te voegen: „en aan 'den Raad schriftelijk wordt me degedeeld." De heer Aalberse licht zijn amende ment toe, maar trekt hot weder in na de toezegging van den Voorzitter, dat bodoelde staat jaarl'jka in het gemeenteblad zal wor den meegedeeld. Art. 1 wordt daarna zonder stemming goedgekeurd. Art. 2. Do werklied worden onderscheiden in tijdelijke en vast© werklieden. Om als tijdelijk werkman te worden aan gesteld, moet men den leeftijd van 18 ja ren bereikt hebben en het 36ste levensjaar liet zijn ingetreden. Echter kunnen ook na het bereiken van den 35-jarigen leeft Jd worden aangesteld: rij, die reeds in dienst van -de gemeen te rijn geweest, mits rij het 41ste levens jaar niet rijn ingetreden; b. winterstokera aan de gasfabriek, hetzij zij al of niet reeds in dienst van de ge meente zijn geweest, mits zij het 46ste le vensjaar niet zijn ingetreden. Om aJs vast werkman te worden aange steld. moet men lo. den leeftijd van 21 jaren bereikt hek- ben; 2o. gedurende ten minste 52 weken als tijdelijk werkman bij eenigen tak van ge meentedienst werkzaam rijn geweest; 3o. geneeskundig onderzocht en lichame lijk geschikt bevonden rijn voor de op te dragen werkzaamheden. Het onderzoeik geschiedt door tweo hier toe door het hoofd van den betrokken tak van dienst aangewezen stadsgeneeslieeren of, zoo het moet plaats hebben mot het oóg op een aanstelling bij „Endegeest" en „Rhyngeest'', door den Geneesheer-Direc teur dezer inrichtingen. Het bepaalde sub 3o. geldt niet voor de aanstelling van vr uwelijko dienstboden bij „Endegeest" en „Rhyngeest". Het artikel wordt ongewijzigd goedge keurd, na een opmerking van den heer Van der Lip, dat er niet telkens gesproken wordt van „het bereikt hebben" van den bepaalden leeftijd, waaraan hij evenals de commissie voor de huishoudelijke verorde ningen de voorkeur geeft, doch waartegen volgons den Voorzitter B. en Ws. be zwaren hebben, die ook de uitdrukking van het „zooveelste levensjaar ingetreden zijn" willen behouden. Art. 3. Iedor, die als tijdelijk of als vast werk man is aangesteld, ontvangt daarvan een door de tot aanstelling bevoegde macht on derteekend bewijsstuk, vermeldende: lo. zijn naam, voornamen, geboorteda tum en geboorteplaats; 2o. den datum met ingang van welken liij is aangesteld en, zoo hij voor een be paalden tijd is aangenomen, voor hoo lang; 3o. de soort van arbeid, dien hij voor namelijk zal to verriohten hebben; 4o. het loon, waarvoor hij is aangeno men en, zoo hrj tot betaling van bijdrage voor pensioenen verplicht ia, het bedrag der wekelijks verschuldigde bijdrage; 5o. don werktijd. Voorts worden daarop aangotcekend wij zigingen in de den werkman opgedragen werkzaamheden, in zijn loon cn in do bij drage voor pensioenen. Bovendien wordt den werkman bij zijn aanstelling uitgereikt een boekje, bevat tende do lopalingen van dit reglement, van do bijzondero voorschriften betreffendo den tak van dienst, waarbij hij is aange steld, alsmede die van do verordeningen betreffendo het verleenen van pensioenen. Dit artikel wordt zonder debat goedge keurd. Art. 4. Do werkman is uitsluitend in dienst van de gemeente. Hij mag geen loonarbeid voor anderen vorriohten. Echtor ia hot hem veroorloofd met schriftelijke vergunning van den Directeur van den betrokken tak van dienst ook voor anderen loonarbeid te verriohten geduren de den tijd, waarin 'do gemeente zijn dien sten niet behoeft. Amendernont: De meerderheid, dor Com missie voor de huish. verordeningen ziet in deze bepaling een ongemotiveerde vrij heidsbeperking cn zou daarom het voor schrift gaarne zien vervallen. Blijft het behouden, dan wordt voorge steld lid 2, dat niot bijzonder fraai geredi geerd is, aldus to lezen: „Hij mag geen loonarboid voor andoren verrichten tenzij net vergunning van den directeur van den betrokken tak van dienst welke vergunning alleen mag worden gege ven voor den tijd, waarin do gemeente zijn dieuston niet bcuoeffc." Door den heer Sijtsma is als amen dement voorgesteld dit aruxel te doen vervallen en daarvoor in do plaats een an- dor artikel te steil.n van dezen inhoud: „Indien hot verrichten van loonarbeid voor andoren, gedurende den tijd, waarin de gemeente do 'diensten van den werkman niet behoeft, volgens den directeur van den bctrokkon tak van dienst een nadeeli- gen invloed uitoefent cp 'den arbeid van den werkman in dienst der gemeonte, dan kunnen B. en Ws. na partijen te hebben gehoord, dien loonarbeid voor een bepaal den tijd verbieden. De heer S ij t s m a lichtte zijn amende ment op dit artikel uitvoerig too. Dit artikel is sterk door de werklieden aangovochten, als een te groote vrijheidsbeperking. Dat is ook Spr.'s mecning. Een \yerkgever heeft alleen recht op de uren, die een werk man in zijn dienst is Indien, wat hij daar buiten doet, eon uadeeligen invloed op den dienst uitorfent, mag hij ingrijpen. verder heeft hij practische bezwaren. Hij vreest wetsontduiking en daardoor wets overtreding. Bovendien zal het ongelijk toe gepast worden, omdat het afhangt van de opvatting der chefs. Eindelijk wordt men onbillijk door den werklieden te verbieden wat anderen amb tenaren wordt toegestaan. De heer Sijtsma antwoordde en be- toogdo dat niet alle ambtenaren der ge meente gelijk moeten behandeld worden. Zoo verrichten onderwijzers nog arbeid na dc schooluren, soms zelfs tot in den nacht. De heer Per a veranderde daardooi niet van meening. De heer Van Tol had reeds bij den aanvang voorgesteld het geheele artikel te deen vervallen. Het artikel zooals het door B. en Ws. was voorgesteld, werd aangenomen met 17 tegen 11 stemmen. Tegen stemden de heeren Van Tol, Van der Eist, Witmans, Van Gruting, Yerhey van Wijk, Van der Lip, Le Poole, Bosoh Paul, P. J. Mulder en Sijtsma. Art. 5. De werkman moet zich met den aanvang van de werktijden bevinden ter plaatse, waaj hij zijn arbeid moet verrichten met dien verstande ovenwei, dab hij zich, indien de arbeid op het gebied eener andere ge meente moet worden verricht, op dat tijd stip slechts aan de naastbij gelegen grens der gemeente behoeft te bevinden. Hij Is gehouden de werkzaamheden, waarmede hij belast is, met ijver en nauw gezetheid te verriohten en daarbij stipte- lijk de bevelen op te volgen van hen, die boven hem geplaatst zijn. Hij ia voorts verpiicHt tot naleving van de bij zonde o voorschriften en reglemen ten, welke golden voor den tak van dienst, waarbij hij aangesteld is. Amendement: Hot komt de huish. oom missie voor, dab hot laatste gedeelte van deze bepaling in de practijk tot moeilijk heden aanleiaing kan geven. Zij is nl. van oordeel, dat het niet altijd even gemakke lijk zal zijn uit te maken, waar zich „de naastbij gelegen grens der andere gemeen te" bevindt. Bovendien zal dit voorschrift geen toepassing kunnen vinden, wanneer bijv. de werklieden zioli met een of onder vervoermiddel naar do andere gemeente moeten begeven. Daarom geeft zij in over weging deze bepaling eenigsrina te veran doren en vrel in dezen geest: met dien verstande evenwel, da1! hij zich, indien do arbeid op het gebied «ener andere gemeente moet worden ver richt, op dat tijdstip moet bevinden op een plaats, binnen do gemeente Leiden, aan te wijzen door den directeur van den betrok ken tak van dienst." Go edgok eurd. Art. 6. De werkman moet zooveel mogelijk zor gen, dat do belangen der gemeente niet worden benadeeld. Hij is aansprakeijk voor de hom ter verwerking gegeven grondstoffen, toever trouwde gereedschappen cn werktuigen on ter bewerking of ter verzorging gegeven goederen. Door don heer Aalberse is als amende ment voorgesteld: Op art. 6: Aan hot slot bij te voegen: „In zooverre door zijn schuld do gemeen te mocht benadeeld zijn. „De hoegrootheid der schadevergoeding wordt bepaald door den Directeur van den betrokken tak van dienst, behoudens hoo- ger beroep op Burgemeester en Wethou ders. „Do schadevergoeding wordt gekort op het Iood, met dien verstande, dat die kor ting in één week niet meer dan 1 tiende van het loc. i zal bodragen. Indien zij groo- tcr is, wordt het meordoro verhaald op hot loon»der volgende week of weken." De heer Aal b e r s e licht zijn amende ment toe, onder opmerking dat hij hier al leen heeft gesproken van een beroep op B. en Ws omdat in het ontwerp nog geen sprake is van een scheidsgerecht, zooal6 in het amendemont-Witman8 c. 8. wordt voor gesteld. De voo rzitter deelt mede, dat bij B. en Ws. geen bezwaar bestaat tegen het amendement-Aalbersc, echter met aanbren ging van een kleine wijziging, waartegen do heer Aalberse niettemin eerst een juridisch bezwaar had, maar ten slotte legde hij er zich toch bij neer. De woorden „in zoo verre" worden als gevolg daarvan veran derd in „tenzij"". Het door B. en Ws voorgestelde artikel komt mitsdien te vervallen. Art. 7. De werkman is verplicht, zoo het hoofd van den betrokken tak van dienst dit noo dig a-cht, goduronde ten hoogste zes ach tereenvolgende weken anderen arbeid te vorriohten dan waarvoor hij is aangeno men. Hij ontvangt alsdan ten minste het mi nimum-loon, voor dien arbeid vastgesteld, indien dit hoogor is dan het loon, dat hij genoot. Goedgekeurd. Art 8. De werk- en dc rusttijden worden voor clkon tak van dienst door den directeur ge regeld onder goedkeuring van de betrok ken commissie van bijstand of beheer. De werktijd bedraagt niet meer dan 10i uur per etmaal, daaronder niet begrepen de gebruikelijke rust- of schafttijden. Echter kan do directeur van don betrok ken tak van dienst, indien de dienst dit vcreischt, een langeren werktijd voorschrij ven, doch nimmer langer dan 13 uur per dag. Ii deze regeling bestemd om voorlan ger dan een week te werken, dan behoeft zij do goedkeuring van de betrokken oommis- sio van bijstand of beheer. Door den heer Aalberse is ingediend het volgend amendement: Op art. 8: Te veranderen de maximum- arbeideduur van 10 en een half uur in tien uur per dag. Tusschen het 2de cn 3de lid in te voegen: „De werklieden hebben recht op een rusttijd van ten minste tien achtereenvol gende uren tusschen twee dagelijkscho werktijden. j die voor afwisselenden dag- cn nachtdienst zijn aangesteld, hebben recht op hel ij een rusttijd van tenminste 36 achtereenvolgende uren in elk tijdvak van 14 dagen, of in elk tijdvak van 21 dagen, 2 rustdagen elk van ten minste 20 ach tereenvolgende uren, en één van ten min ste 24 achter;cnvolgende uren. „Alle andere werklieden hebben recht op één wekelijkschen rusttijd van ten minste 30 achtereenvolgende uren. „In dg in de twee voorafgaande ali nea's bodoelde rusttijden moet ten minste 13 aaien in het jaar een Zondag begrepen zijn, die niet onmiddellijk door een nacht dienst wordt voorafgegf u." Na het dorde lid van het voorgestelde artikel in te voegen: „Is deze regeling bestemd, om voor lan ger dan een maand te werken, dan wordt hiervan door de betrokken commissie van bijstand of beheer schriftelijk kennis gege ven aan den Gemeenteraad." De heer Aalberse trad omtrent zijn amendement in uitvoerige bosohouwiugen, met verwijzing naar toestanden in het bui tenland, bijv. Duitechland. Voornamelijk wees hij er op, dat door een grootere middagpauze het aantal ongelukken zal verminderen. Hij stelt grooton prijs op een langeren schafttijd. Do heer Pora riet de noodzakelijkheid tot invoering van een arbeidsduur van 10 uren in den zomer niet in, evenmin van con half uur langeren schafttijd. Andor- half uur is voldoende, zooals op de meeste fabrieken in gebruik ia Slechte één uur, zooals bij sommigen, acht hij echter te kort. De heor Korevaar, wethouder van fabricage, kan zich met het amendement wel vereenigen. Nu wordt er in den winter acht uren gewerkt on gemiddeld per jaar 9 uren. De heer J u ta, wethouder van financiën, zegt vreemd op te zien dat de heer Kore vaar vóór hot amendement-Aalbersc is. Als de werklieden in den winter maar acht uren werken in plaats van acht en een half uur en zij worden voor acht cn een half uur uitbetaald, dan krijgen ze 'n half uur cadeau. Hij verdedigt het voorstel van B. en Ws. De heer Korevaar betoogt dat aan het amendement^Aalberse door een nieuwe regeling is te gemoet te komen. De heer Van Tol is voor een 10-urigon werktijd cn de heor Van Hockon «.r tegen. De Voorzitter deelt mede dat het bij B. en Ws. omtrent dit punt tot geen eenstemmigheid is gekomen, zoodat hij geen advies kan geven. Do heer Aa 1 b o r s e blijft zijn amende ment handhaven, het billijke er van nog maals aantoonende. Dat gedeelte van het amendcmont-Aal- berse, betreffende 10-urigen arbeid por dag werd aangenomen met 15 tegon 13 stemmen. Over do door den heer Aalberse voorge stelde invoeging tusschen het 2de en 3do lid van hetzelfde artikel gaf do heer P e r a als zijn meening te kennen dat die invoe ging geen aanbeveling verdient. De heor J u t a meende dat de heer Aal berse Den Haag tot voorbeeld had geno men en wees er o. a. op dat het toch niet aangaat een lantaarnopsteker, die maar 4 uren per dag werkt, nog een wekelijkschen rusttijd to geven van ten minste 30 achter eenvolgende uren. Het voorgceteldo zou de oiganisatie van de gasfabriek geheel in do war sturen. Hij gaf den heer Aalberse in overweging zijn amendement to wijzigen. Do heer Korevaar stelde voor om trent dit punt nog geen beslissing te ne men, waarmede de Voorzitter zioh vereenigde, ten einde gelegenheid to hebben deze 7,aak nader te overwegen. Do heer Van Hoekon merkte op dot ook hier in de regeling do theorie mot de practijk moet samengaan. Den heer Aalberse doet de gevoerde discussio genoegen, want er blijkt uit, dat hij gelijk had, toen hij in hot begin zeide, dat over deze zaak door B. en Ws. schrifte lijk niet genoeg van gedachten was ge wisseld. Zij had ook in de afdeelingcn meer moeten i esproken worden. Hij vreest echter, dat bij uitstel nu, *do bepaling over drie of vier jaren er nog niet zal ingekomen zijn. De voorzitter herinnert er aan, dat de heer Aalberse zelf commissaris der gasfabriek is en dus do bcBtaando bezwo ren kan weten. Hy stelt dus nogmaals aanhouding voor, wat de heer P o r a on dersteunt. De heer Aalberse wonscht aan zijn eigen bezwaren en die van andereD tege moet te komen, door omtrent do rusttij den heden nog geen beslissing te nemen, maar tc bepalen, dat de zaak zoo spoedig mogelijk weer ter hand zal worden gono men. Z.i. behoort het voorgestelde er ech te- in. Naar aanleiding van een opmer king van den voorzitter beweerde hij verder, dat zijn motie echter slechts een motie van orde is. Voorloopig wordt cr de zaak door aangehouden. Volgens den voorzitter is de motie van te ver strekkenden aard. Het artikel van B en Ws, komt als nu aan de orde en wordt aangenomen. De motie, waarin volgens den heer Aal berse de Raad geen besluit neemt, maar alleen de wenschelijkhcid wordt uitgespro ken, dot de door hen voorgesteïue maatrege len in 't Reglement worden opgenomen, zal, naar do voorzitter meedeelde, aan het einde worden behandeld. Voortzetting morgen Woensdagnamiddag te lialflwee. BERLIJN, 30 Mei. (R. O.) Volgens bc- rioht van den gouverneur van Kameroen braken onlusten uit in het gebied van den tusschen de rivieren Nisng en Djah wonen- den Njira-—aka-stam en zou de koopman Hermann vermoord zijn. De nederzetting der Europeanen aldaar wordt bedreigd. Bij den militairen port aan dc Djah had de onderofficier Kraemcr een gevecht, om den post te behouden. De te Ebolowa gestationneerdo compag nie infanterie, onder bevel van den eersten luitenant von Sobbe, is 'den SOstcn naar Kam opgerukt; een nieuw gevormde com* pagnie ter remplaceering is dadelijk ter vervanging naar Ebolowa gezonden. In hot district Ebolowa is het ondor do daar wonende Boclistaoimen rustig. Zitting van heden (Per Telegraaf.) Onder w ij s«ove!le Vooral op grond van financieele bezwa ren was de beer Van W e 1 deren Ren- gors tegen het ontwerp; de erkenning van hot publiek-rechtelijke karakter van de bijzondere school was een concessie* v/elke spreker niet kau doen. De heer Waller verdedigde hot ont werp, dat te gernoet komt aan de oisckon van het Christelijke deel der natie. De heer Hovy verdedigde het ontwerp als een rechtvaardigen eiscb des tijde. Do heer Van Houton bestreed hot ontwerp, dat geenszins beoogt verruiming van do vrijheid voor de armen. De bijzon dere school dient niet tot aankweoking van Christelijke 'deugden, maar veeleer vau Kcrkclijko deugden. Arbitrage-verdrag met Dcne- mar kon. De Minister van Buitenlandschc Zaken zegt in zijn Memorie van Antwoord op hot wetsontwerp tot goedkeuring van het Arbi- trageverdrag met Denemarken, het op prijs te stellen in de gelegenheid te zijn t^t oen schriftelijke uiteenzetting vr.n zijn stand, punt ten aanzien der beginselen, bij dezo regeling betrokken. Wat dio beginselen be treft, staat de Minister geheel op het stand punt-, tot dusver door dc regeering ingeno men. Hij meent zich daarom van algemeeno beschouwingen to kunnen onthouden cn zijn aandacht te kunnen wijden aan de be paalde vraagpunten, die in het Voorloopig Verslag werden besproken. Uitvoerig bespreekt de Minister hierop de gestolde vraag, welke de bctcckonis van hot verdrag is, wanne, r allee do belangen der beide Staten in botsing komen en be toogt hij, dat er geon sprake kau zijn van bot singen van belangen in het algemeen, maar van zoodanige botsingen, die een geschil tusschen de Staten opleveren. Dc tegen strijdigheid van bolangon kan oorzaak zijn van het ontstaan van con geschil, maar het geschil zelf ka als zoodanig eerst rijzon, wanneer erkenning van rech ten wordt gevorderd of bowccrde rechten worden betwist. Voorts wijst de Minister op het axioma, dat terwijl de arbitrale rechtspraak, evenals iedere andere recht spraak, alleen bestaat in liet beslechten van geschillen, een rechtspraak, en dus ook internationale arbitrage, over zuivere be langenkwesties, die als zoodanig geen ge schillen kunnen zijn, eenvoudig onbestaan baar is. Voorts wordt betoogd, dat dc compromis sen niet kunnen worden behandeld als zelf standige overeenkomsten, vallende ondor het tweede lid van artikel 59 dor Grondwet, zoodat telkens daarop dc goedkeuring dor Statcn-Goneraal zou moeten worden ge vraagd. Daardoor zou men te kort doen aan het wezen zelf van het algemeen arbi trage-verdrag. Ton slotte wijst de Minister er op, dat de opmerkingen van het Voorloopig Ver slag nopens do grondwettigheid van arti kel 2 van het wetsontwerp zich oplossen in do vraag, die de geheele materie bchoerscht: Wil Nederland zich al dan niet onderwer pen aan do arbitrale reohtspraak, on daar toe bij voorbaat do verplichting aanvaarden in ieder voorkomend geval het compromis te sluiten, waardoor de arbitrale rechtsple ging in werking kan trediul Do Minister meent, dat niets mindor, maar ook niets meer, en w»' zeker niet een precedent, dat do grondwettige grenzen van de macht der Kroon inzake tractaten in onzekerheid zou kunnen brengen^ zal voortvloeien uit de be slissing der kamer ton aanzien van artikel 2 van het wetsontwerp. FaiUJaHeinent Gcbrs. Gratama* Door curatoren in dit faillissement 'is ge* deponeerd ter Arr.-Rechtbank te Leeuwar den de tweede voorloopigo uibdcelingslijalj in het faillissement dor Handelsvennoot schap Gebr Gratama, waaruit blijkt, dat aan de crediteuren nog kan worden uitbe taald 98.195. Tevens zijn door hen gedeponeerd de voorloopige uitdeolingslijsten in do boedeltf Tjepke Gratama en Gajus Gratama, waar uit blijkt, dat in deze boedels respectieve lijk aan de crediteuren kunnen worden uit- gekeerd /70.194 en 112,597. Dicntengovolge kan een tweede voorloö- pige uitdeoling geschieden van 10 pOt. aan alle crediteuren (aan wie in Februari jl. reeds 20 pG't. werd uitgekeerd) behalve aan do particuliere schuldeischcra der vroegere firmanten x. en G. Gratama, dio rospeo- tiovclijk 2J en 4 p(_ t. hunner vorderingen voorloopig betaald zullen zien. Bovengenoemde uitdeelingen zullen ver moedelijk medio Juni geschieden De slot-uitkeering in het faillissement der handelsvennootschap Gebrs. Gratama, die slechts enkele percenten zal bedragen, kan, zooals wij indertijd reeds vormeld hebbon, eerst in 1907 plaats vinden. (»»Lw. 0.") Examen cam). Indisch ambtenaar. De „StaEitscourant" van heden, No. 126, bevat een Kon. besluit tot aanvulling van het K. B. van 10 Aug. 1903, tot instelling' in Nederland van het candidaat-ambte- naarsschap voor den Indischen. administra- ticven dienst cn vaststelling van de voor waarden van uitzending uit Nederland van candidaat Indische ambtenaren. Aan art. 3 van dat besluit wordt toegevoegd: „In bijzondere gevallen kan door onzen, minister van koloniën aan hen, dij geacht worden voldoende kennis tc hebben ver-* worven, vergund worden dat examen eerder af te leggen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5