lemeenteraad van Lelden
Telegrammen.
Eerste Kamer.
No7Ï38M. LIÏDSCH DAGBLAD. DINSDAG 30 ME!. - TWEEDE BLAD. Anno 1905.
jrjadering van hedennamiidag te twee uren.
Voorzitter: Mr. N. de Ridder, burgemees.
Tegenwoordig 28 leden,
ihvezig met 'ommsgevrng de heeren
ickeiua Andreae, wegens lamuieómstan-
jheden, en De Gooje, wegens ambtsbezig-
Ben.
Zonder kennisgeving de heer Van Lidth
de Jeude.
■De notulen der vorige vergadering wor-
jjc;: goedgekeurd.
[Ingekomen is o.a. een verzoek van den
er Laterveer om eorvol ontslag als onder-
ioomede een adres van den Leidschen
stuurdersbond om in art. 8 van het ont-
rp-reglement den nominalen werkdag op
uren vast te stellen en op deze wijzo een
>rbeeld lo geven aan particuliere werkge-
'8.
Heb eenige onderwerp der agenda luidde
fasts telling van het Reglement vooi de
werklieden in dienst der gemeente.
Bij de algiiineene beschouwingen voerde
e heer S ij t s m a het woord, om zijn ge-
loegen er over te kennen te geven, dat ein
delijk dit Reglement aan de orde komt, al
;an hij zich niet met alles, wat B. en Wb.,
tan wie hij hulde brengt voor hun omvang-
ijken arbeid voorstellen, vereenigen. Zoo
•erdedigde hij de opneming er in van een
scheidsgerecht, dat niet anders dan heil-
taarn kan werken op het vertrouwen van
len arbeider. Het is gebleken, dat elders,
ooals te Amsterdam, de voordeeien er van
;rooter zijn aan de nadeelen.
De Voorzitter merite op, dat de bespre
ing van dit puilt meer behoort bij het des
(etrcffende punt, waarop een amendement
is ingediend.
De heer Aalberse sluit zich aan bij de
loor den heer Sijtsma aan B. en Ws. ge
brachte hulde, maar wijst eveneens op eem
ge leemten in hun voorstel. Hij zou bijv
willen zien dat de werkman het bespreken
van zijn klachten bij den directeur van
gemeentewerken ook aan anderen kan op
dragen. Ook een loonregeling ontbreekt in
het voorstel, wat juist in tegenstelling is
met wat men in Den Haag beeft gedaan.
Nog meer besware i had hij. tegen het
systeem van B. en Ws., van wie hij eigen
lijk nog nadere adviezen had verwacht al
vorens nu het reglement aan de orde te
Btellen. Krachtig trad hij op voor de goede
rechten van *.e werklieden.
De heer P e r a wijst er op dat van de in
gediende amendementen veel elkaar tegen
spreken en heeft de meening gekregen dat
het voorsbei van B. en Ws. heel weinig
verandering zal behoeven te ondergaan-
Het komt hem heb best© van allee voor.
Do Voorzitter brengt dank voor den aan
en Ws. gebrachten lof, die bij do samen
stelling van het ontwerp-regiement hebbon
samengowerkfc uwet verschillende personen
en colleges. Ten opzichte van het denk
beeld van den heer Sijtsma om ook de po
litieagenten en brugwachters in het regle
ment op to nemen, kan spr. geen toezeg
ging go ven, omdat voor hen afzonderlijke
instructies bostaan, waartegen tob nu geen
bezwaren zijn ingokomen.
Wat het ontbreken betreft van nadere
antwoordcu van B. en Ws. in de Memorio
van Toelichting, deelde hij mede, dat het
hun beter voorkwam, dit bij de openbare
behandeling te doen. Hij wijst op de werke
lijk zeer milde en zeer vrijgevige bepalingen
die in het reglement omtrent overwerk voor
komen en or den werkman van het groot,
ste belang zijn, evenals die bij ziekte. Daar
op meent hij dc aandacht te moeten vesti
gen. Dat mag niet ongemerkt voorbijgaan
Het is waar, het woord scheidsgerecht"
komt er niet in voor; maar hij ontwikkelt
de bezwaren, hij daartegen heeft, en
omdat hij dit niet noodig acht.
Daarop werden de algemeeno beschouwin
gen gesloten.
In behandeling komt:
Alt. 1.
De bepalingen van dit reglement zijn
van toepassing op de werklieden, die in
dienst van do gemeente (gemeentelijke in
stellingen hieronder begropen) zijn, met
uitzondering van:
a. hen, 'die voor kortoren tijd dan 4 wo
ken worden in dienst gonomen
b. hen, die aangesteld zijn om regelmatig
slechts enkele wek on per jaar of enkele
dagen per weck werkzaamheden to verrich
ten
c. leerlingen.
Als werklieden worden beschouwd zij die
vie door Burg. en Weth. aan to wijzen be
trekkingen bekleeden.
Van deze betrekkingen wordt door Burg.
en Wetli. een staat opgemaakt, welke ton
minste eenmaal 's jaars door hen herzien
wordt.
Door den heer Aalberse ia als amende
ment voorgesteld:
Op art. 1: Aan het slot bij te voegen:
„en aan 'den Raad schriftelijk wordt me
degedeeld."
De heer Aalberse licht zijn amende
ment toe, maar trekt hot weder in na de
toezegging van den Voorzitter, dat bodoelde
staat jaarl'jka in het gemeenteblad zal wor
den meegedeeld.
Art. 1 wordt daarna zonder stemming
goedgekeurd.
Art. 2.
Do werklied worden onderscheiden in
tijdelijke en vast© werklieden.
Om als tijdelijk werkman te worden aan
gesteld, moet men den leeftijd van 18 ja
ren bereikt hebben en het 36ste levensjaar
liet zijn ingetreden.
Echter kunnen ook na het bereiken van
den 35-jarigen leeft Jd worden aangesteld:
rij, die reeds in dienst van -de gemeen
te rijn geweest, mits rij het 41ste levens
jaar niet rijn ingetreden;
b. winterstokera aan de gasfabriek, hetzij
zij al of niet reeds in dienst van de ge
meente zijn geweest, mits zij het 46ste le
vensjaar niet zijn ingetreden.
Om aJs vast werkman te worden aange
steld. moet men
lo. den leeftijd van 21 jaren bereikt hek-
ben;
2o. gedurende ten minste 52 weken als
tijdelijk werkman bij eenigen tak van ge
meentedienst werkzaam rijn geweest;
3o. geneeskundig onderzocht en lichame
lijk geschikt bevonden rijn voor de op te
dragen werkzaamheden.
Het onderzoeik geschiedt door tweo hier
toe door het hoofd van den betrokken tak
van dienst aangewezen stadsgeneeslieeren
of, zoo het moet plaats hebben mot het
oóg op een aanstelling bij „Endegeest" en
„Rhyngeest'', door den Geneesheer-Direc
teur dezer inrichtingen.
Het bepaalde sub 3o. geldt niet voor de
aanstelling van vr uwelijko dienstboden bij
„Endegeest" en „Rhyngeest".
Het artikel wordt ongewijzigd goedge
keurd, na een opmerking van den heer Van
der Lip, dat er niet telkens gesproken
wordt van „het bereikt hebben" van den
bepaalden leeftijd, waaraan hij evenals de
commissie voor de huishoudelijke verorde
ningen de voorkeur geeft, doch waartegen
volgons den Voorzitter B. en Ws. be
zwaren hebben, die ook de uitdrukking van
het „zooveelste levensjaar ingetreden zijn"
willen behouden.
Art. 3.
Iedor, die als tijdelijk of als vast werk
man is aangesteld, ontvangt daarvan een
door de tot aanstelling bevoegde macht on
derteekend bewijsstuk, vermeldende:
lo. zijn naam, voornamen, geboorteda
tum en geboorteplaats;
2o. den datum met ingang van welken
liij is aangesteld en, zoo hij voor een be
paalden tijd is aangenomen, voor hoo lang;
3o. de soort van arbeid, dien hij voor
namelijk zal to verriohten hebben;
4o. het loon, waarvoor hij is aangeno
men en, zoo hrj tot betaling van bijdrage
voor pensioenen verplicht ia, het bedrag
der wekelijks verschuldigde bijdrage;
5o. don werktijd.
Voorts worden daarop aangotcekend wij
zigingen in de den werkman opgedragen
werkzaamheden, in zijn loon cn in do bij
drage voor pensioenen.
Bovendien wordt den werkman bij zijn
aanstelling uitgereikt een boekje, bevat
tende do lopalingen van dit reglement,
van do bijzondero voorschriften betreffendo
den tak van dienst, waarbij hij is aange
steld, alsmede die van do verordeningen
betreffendo het verleenen van pensioenen.
Dit artikel wordt zonder debat goedge
keurd.
Art. 4.
Do werkman is uitsluitend in dienst van
de gemeente.
Hij mag geen loonarbeid voor anderen
vorriohten.
Echtor ia hot hem veroorloofd met
schriftelijke vergunning van den Directeur
van den betrokken tak van dienst ook voor
anderen loonarbeid te verriohten geduren
de den tijd, waarin 'do gemeente zijn dien
sten niet behoeft.
Amendernont: De meerderheid, dor Com
missie voor de huish. verordeningen ziet in
deze bepaling een ongemotiveerde vrij
heidsbeperking cn zou daarom het voor
schrift gaarne zien vervallen.
Blijft het behouden, dan wordt voorge
steld lid 2, dat niot bijzonder fraai geredi
geerd is, aldus to lezen:
„Hij mag geen loonarboid voor andoren
verrichten tenzij net vergunning van den
directeur van den betrokken tak van dienst
welke vergunning alleen mag worden gege
ven voor den tijd, waarin do gemeente
zijn dieuston niet bcuoeffc."
Door den heer Sijtsma is als amen
dement voorgesteld dit aruxel te doen
vervallen en daarvoor in do plaats een an-
dor artikel te steil.n van dezen inhoud:
„Indien hot verrichten van loonarbeid
voor andoren, gedurende den tijd, waarin
de gemeente do 'diensten van den werkman
niet behoeft, volgens den directeur van
den bctrokkon tak van dienst een nadeeli-
gen invloed uitoefent cp 'den arbeid van
den werkman in dienst der gemeonte, dan
kunnen B. en Ws. na partijen te hebben
gehoord, dien loonarbeid voor een bepaal
den tijd verbieden.
De heer S ij t s m a lichtte zijn amende
ment op dit artikel uitvoerig too. Dit artikel
is sterk door de werklieden aangovochten,
als een te groote vrijheidsbeperking.
Dat is ook Spr.'s mecning. Een \yerkgever
heeft alleen recht op de uren, die een werk
man in zijn dienst is Indien, wat hij daar
buiten doet, eon uadeeligen invloed op den
dienst uitorfent, mag hij ingrijpen.
verder heeft hij practische bezwaren. Hij
vreest wetsontduiking en daardoor wets
overtreding. Bovendien zal het ongelijk toe
gepast worden, omdat het afhangt van de
opvatting der chefs.
Eindelijk wordt men onbillijk door den
werklieden te verbieden wat anderen amb
tenaren wordt toegestaan.
De heer Sijtsma antwoordde en be-
toogdo dat niet alle ambtenaren der ge
meente gelijk moeten behandeld worden.
Zoo verrichten onderwijzers nog arbeid na
dc schooluren, soms zelfs tot in den nacht.
De heer Per a veranderde daardooi
niet van meening.
De heer Van Tol had reeds bij den
aanvang voorgesteld het geheele artikel te
deen vervallen.
Het artikel zooals het door B. en Ws.
was voorgesteld, werd aangenomen met 17
tegen 11 stemmen.
Tegen stemden de heeren Van Tol, Van
der Eist, Witmans, Van Gruting, Yerhey
van Wijk, Van der Lip, Le Poole, Bosoh
Paul, P. J. Mulder en Sijtsma.
Art. 5.
De werkman moet zich met den aanvang
van de werktijden bevinden ter plaatse,
waaj hij zijn arbeid moet verrichten met
dien verstande ovenwei, dab hij zich, indien
de arbeid op het gebied eener andere ge
meente moet worden verricht, op dat tijd
stip slechts aan de naastbij gelegen grens
der gemeente behoeft te bevinden.
Hij Is gehouden de werkzaamheden,
waarmede hij belast is, met ijver en nauw
gezetheid te verriohten en daarbij stipte-
lijk de bevelen op te volgen van hen, die
boven hem geplaatst zijn.
Hij ia voorts verpiicHt tot naleving van
de bij zonde o voorschriften en reglemen
ten, welke golden voor den tak van dienst,
waarbij hij aangesteld is.
Amendement: Hot komt de huish. oom
missie voor, dab hot laatste gedeelte van
deze bepaling in de practijk tot moeilijk
heden aanleiaing kan geven. Zij is nl. van
oordeel, dat het niet altijd even gemakke
lijk zal zijn uit te maken, waar zich „de
naastbij gelegen grens der andere gemeen
te" bevindt. Bovendien zal dit voorschrift
geen toepassing kunnen vinden, wanneer
bijv. de werklieden zioli met een of onder
vervoermiddel naar do andere gemeente
moeten begeven. Daarom geeft zij in over
weging deze bepaling eenigsrina te veran
doren en vrel in dezen geest:
met dien verstande evenwel, da1!
hij zich, indien do arbeid op het gebied
«ener andere gemeente moet worden ver
richt, op dat tijdstip moet bevinden op een
plaats, binnen do gemeente Leiden, aan te
wijzen door den directeur van den betrok
ken tak van dienst."
Go edgok eurd.
Art. 6.
De werkman moet zooveel mogelijk zor
gen, dat do belangen der gemeente niet
worden benadeeld.
Hij is aansprakeijk voor de hom ter
verwerking gegeven grondstoffen, toever
trouwde gereedschappen cn werktuigen on
ter bewerking of ter verzorging gegeven
goederen.
Door don heer Aalberse is als amende
ment voorgesteld:
Op art. 6: Aan hot slot bij te voegen:
„In zooverre door zijn schuld do gemeen
te mocht benadeeld zijn.
„De hoegrootheid der schadevergoeding
wordt bepaald door den Directeur van den
betrokken tak van dienst, behoudens hoo-
ger beroep op Burgemeester en Wethou
ders.
„Do schadevergoeding wordt gekort op
het Iood, met dien verstande, dat die kor
ting in één week niet meer dan 1 tiende
van het loc. i zal bodragen. Indien zij groo-
tcr is, wordt het meordoro verhaald op hot
loon»der volgende week of weken."
De heer Aal b e r s e licht zijn amende
ment toe, onder opmerking dat hij hier al
leen heeft gesproken van een beroep op B.
en Ws omdat in het ontwerp nog geen
sprake is van een scheidsgerecht, zooal6 in
het amendemont-Witman8 c. 8. wordt voor
gesteld.
De voo rzitter deelt mede, dat bij
B. en Ws. geen bezwaar bestaat tegen het
amendement-Aalbersc, echter met aanbren
ging van een kleine wijziging, waartegen do
heer Aalberse niettemin eerst een juridisch
bezwaar had, maar ten slotte legde hij er
zich toch bij neer. De woorden „in zoo
verre" worden als gevolg daarvan veran
derd in „tenzij"".
Het door B. en Ws voorgestelde artikel
komt mitsdien te vervallen.
Art. 7.
De werkman is verplicht, zoo het hoofd
van den betrokken tak van dienst dit noo
dig a-cht, goduronde ten hoogste zes ach
tereenvolgende weken anderen arbeid te
vorriohten dan waarvoor hij is aangeno
men.
Hij ontvangt alsdan ten minste het mi
nimum-loon, voor dien arbeid vastgesteld,
indien dit hoogor is dan het loon, dat hij
genoot.
Goedgekeurd.
Art 8.
De werk- en dc rusttijden worden voor
clkon tak van dienst door den directeur ge
regeld onder goedkeuring van de betrok
ken commissie van bijstand of beheer.
De werktijd bedraagt niet meer dan 10i
uur per etmaal, daaronder niet begrepen
de gebruikelijke rust- of schafttijden.
Echter kan do directeur van don betrok
ken tak van dienst, indien de dienst dit
vcreischt, een langeren werktijd voorschrij
ven, doch nimmer langer dan 13 uur per
dag. Ii deze regeling bestemd om voorlan
ger dan een week te werken, dan behoeft zij
do goedkeuring van de betrokken oommis-
sio van bijstand of beheer.
Door den heer Aalberse is ingediend het
volgend amendement:
Op art. 8: Te veranderen de maximum-
arbeideduur van 10 en een half uur in
tien uur per dag.
Tusschen het 2de cn 3de lid in te voegen:
„De werklieden hebben recht op een
rusttijd van ten minste tien achtereenvol
gende uren tusschen twee dagelijkscho
werktijden.
j die voor afwisselenden dag- cn
nachtdienst zijn aangesteld, hebben recht
op hel ij een rusttijd van tenminste 36
achtereenvolgende uren in elk tijdvak van
14 dagen, of in elk tijdvak van 21 dagen,
2 rustdagen elk van ten minste 20 ach
tereenvolgende uren, en één van ten min
ste 24 achter;cnvolgende uren.
„Alle andere werklieden hebben recht op
één wekelijkschen rusttijd van ten minste
30 achtereenvolgende uren.
„In dg in de twee voorafgaande ali
nea's bodoelde rusttijden moet ten minste
13 aaien in het jaar een Zondag begrepen
zijn, die niet onmiddellijk door een nacht
dienst wordt voorafgegf u."
Na het dorde lid van het voorgestelde
artikel in te voegen:
„Is deze regeling bestemd, om voor lan
ger dan een maand te werken, dan wordt
hiervan door de betrokken commissie van
bijstand of beheer schriftelijk kennis gege
ven aan den Gemeenteraad."
De heer Aalberse trad omtrent zijn
amendement in uitvoerige bosohouwiugen,
met verwijzing naar toestanden in het bui
tenland, bijv. Duitechland. Voornamelijk
wees hij er op, dat door een grootere
middagpauze het aantal ongelukken zal
verminderen. Hij stelt grooton prijs op een
langeren schafttijd.
Do heer Pora riet de noodzakelijkheid
tot invoering van een arbeidsduur van 10
uren in den zomer niet in, evenmin van
con half uur langeren schafttijd. Andor-
half uur is voldoende, zooals op de meeste
fabrieken in gebruik ia Slechte één uur,
zooals bij sommigen, acht hij echter te
kort.
De heor Korevaar, wethouder van
fabricage, kan zich met het amendement
wel vereenigen. Nu wordt er in den winter
acht uren gewerkt on gemiddeld per jaar
9 uren.
De heer J u ta, wethouder van financiën,
zegt vreemd op te zien dat de heer Kore
vaar vóór hot amendement-Aalbersc is. Als
de werklieden in den winter maar acht
uren werken in plaats van acht en een
half uur en zij worden voor acht cn een
half uur uitbetaald, dan krijgen ze 'n half
uur cadeau. Hij verdedigt het voorstel van
B. en Ws.
De heer Korevaar betoogt dat aan
het amendement^Aalberse door een nieuwe
regeling is te gemoet te komen.
De heer Van Tol is voor een 10-urigon
werktijd cn de heor Van Hockon «.r
tegen.
De Voorzitter deelt mede dat het
bij B. en Ws. omtrent dit punt tot geen
eenstemmigheid is gekomen, zoodat hij geen
advies kan geven.
Do heer Aa 1 b o r s e blijft zijn amende
ment handhaven, het billijke er van nog
maals aantoonende.
Dat gedeelte van het amendcmont-Aal-
berse, betreffende 10-urigen arbeid por dag
werd aangenomen met 15 tegon 13 stemmen.
Over do door den heer Aalberse voorge
stelde invoeging tusschen het 2de en 3do
lid van hetzelfde artikel gaf do heer P e r a
als zijn meening te kennen dat die invoe
ging geen aanbeveling verdient.
De heor J u t a meende dat de heer Aal
berse Den Haag tot voorbeeld had geno
men en wees er o. a. op dat het toch niet
aangaat een lantaarnopsteker, die maar 4
uren per dag werkt, nog een wekelijkschen
rusttijd to geven van ten minste 30 achter
eenvolgende uren. Het voorgceteldo zou de
oiganisatie van de gasfabriek geheel in do
war sturen. Hij gaf den heer Aalberse in
overweging zijn amendement to wijzigen.
Do heer Korevaar stelde voor om
trent dit punt nog geen beslissing te ne
men, waarmede de Voorzitter zioh
vereenigde, ten einde gelegenheid to hebben
deze 7,aak nader te overwegen.
Do heer Van Hoekon merkte op dot
ook hier in de regeling do theorie mot de
practijk moet samengaan.
Den heer Aalberse doet de gevoerde
discussio genoegen, want er blijkt uit, dat
hij gelijk had, toen hij in hot begin zeide,
dat over deze zaak door B. en Ws. schrifte
lijk niet genoeg van gedachten was ge
wisseld. Zij had ook in de afdeelingcn
meer moeten i esproken worden. Hij vreest
echter, dat bij uitstel nu, *do bepaling
over drie of vier jaren er nog niet zal
ingekomen zijn.
De voorzitter herinnert er aan, dat
de heer Aalberse zelf commissaris der
gasfabriek is en dus do bcBtaando bezwo
ren kan weten. Hy stelt dus nogmaals
aanhouding voor, wat de heer P o r a on
dersteunt.
De heer Aalberse wonscht aan zijn
eigen bezwaren en die van andereD tege
moet te komen, door omtrent do rusttij
den heden nog geen beslissing te nemen,
maar tc bepalen, dat de zaak zoo spoedig
mogelijk weer ter hand zal worden gono
men. Z.i. behoort het voorgestelde er ech
te- in. Naar aanleiding van een opmer
king van den voorzitter beweerde hij
verder, dat zijn motie echter slechts een
motie van orde is. Voorloopig wordt cr de
zaak door aangehouden.
Volgens den voorzitter is de motie
van te ver strekkenden aard.
Het artikel van B en Ws, komt als nu aan
de orde en wordt aangenomen.
De motie, waarin volgens den heer Aal
berse de Raad geen besluit neemt, maar
alleen de wenschelijkhcid wordt uitgespro
ken, dot de door hen voorgesteïue maatrege
len in 't Reglement worden opgenomen, zal,
naar do voorzitter meedeelde, aan het
einde worden behandeld.
Voortzetting morgen Woensdagnamiddag te
lialflwee.
BERLIJN, 30 Mei. (R. O.) Volgens bc-
rioht van den gouverneur van Kameroen
braken onlusten uit in het gebied van den
tusschen de rivieren Nisng en Djah wonen-
den Njira-—aka-stam en zou de koopman
Hermann vermoord zijn.
De nederzetting der Europeanen aldaar
wordt bedreigd.
Bij den militairen port aan dc Djah had
de onderofficier Kraemcr een gevecht, om
den post te behouden.
De te Ebolowa gestationneerdo compag
nie infanterie, onder bevel van den eersten
luitenant von Sobbe, is 'den SOstcn naar
Kam opgerukt; een nieuw gevormde com*
pagnie ter remplaceering is dadelijk ter
vervanging naar Ebolowa gezonden.
In hot district Ebolowa is het ondor do
daar wonende Boclistaoimen rustig.
Zitting van heden (Per Telegraaf.)
Onder w ij s«ove!le
Vooral op grond van financieele bezwa
ren was de beer Van W e 1 deren Ren-
gors tegen het ontwerp; de erkenning
van hot publiek-rechtelijke karakter van
de bijzondere school was een concessie*
v/elke spreker niet kau doen.
De heer Waller verdedigde hot ont
werp, dat te gernoet komt aan de oisckon
van het Christelijke deel der natie.
De heer Hovy verdedigde het ontwerp
als een rechtvaardigen eiscb des tijde.
Do heer Van Houton bestreed hot
ontwerp, dat geenszins beoogt verruiming
van do vrijheid voor de armen. De bijzon
dere school dient niet tot aankweoking van
Christelijke 'deugden, maar veeleer vau
Kcrkclijko deugden.
Arbitrage-verdrag met Dcne-
mar kon.
De Minister van Buitenlandschc Zaken
zegt in zijn Memorie van Antwoord op hot
wetsontwerp tot goedkeuring van het Arbi-
trageverdrag met Denemarken, het op
prijs te stellen in de gelegenheid te zijn t^t
oen schriftelijke uiteenzetting vr.n zijn stand,
punt ten aanzien der beginselen, bij dezo
regeling betrokken. Wat dio beginselen be
treft, staat de Minister geheel op het stand
punt-, tot dusver door dc regeering ingeno
men. Hij meent zich daarom van algemeeno
beschouwingen to kunnen onthouden cn
zijn aandacht te kunnen wijden aan de be
paalde vraagpunten, die in het Voorloopig
Verslag werden besproken.
Uitvoerig bespreekt de Minister hierop
de gestolde vraag, welke de bctcckonis van
hot verdrag is, wanne, r allee do belangen
der beide Staten in botsing komen en be
toogt hij, dat er geon sprake kau zijn van bot
singen van belangen in het algemeen, maar
van zoodanige botsingen, die een geschil
tusschen de Staten opleveren. Dc tegen
strijdigheid van bolangon kan oorzaak zijn
van het ontstaan van con geschil,
maar het geschil zelf ka als zoodanig
eerst rijzon, wanneer erkenning van rech
ten wordt gevorderd of bowccrde rechten
worden betwist. Voorts wijst de Minister
op het axioma, dat terwijl de arbitrale
rechtspraak, evenals iedere andere recht
spraak, alleen bestaat in liet beslechten
van geschillen, een rechtspraak, en dus ook
internationale arbitrage, over zuivere be
langenkwesties, die als zoodanig geen ge
schillen kunnen zijn, eenvoudig onbestaan
baar is.
Voorts wordt betoogd, dat dc compromis
sen niet kunnen worden behandeld als zelf
standige overeenkomsten, vallende ondor
het tweede lid van artikel 59 dor Grondwet,
zoodat telkens daarop dc goedkeuring dor
Statcn-Goneraal zou moeten worden ge
vraagd. Daardoor zou men te kort doen
aan het wezen zelf van het algemeen arbi
trage-verdrag.
Ton slotte wijst de Minister er op, dat
de opmerkingen van het Voorloopig Ver
slag nopens do grondwettigheid van arti
kel 2 van het wetsontwerp zich oplossen in
do vraag, die de geheele materie bchoerscht:
Wil Nederland zich al dan niet onderwer
pen aan do arbitrale reohtspraak, on daar
toe bij voorbaat do verplichting aanvaarden
in ieder voorkomend geval het compromis
te sluiten, waardoor de arbitrale rechtsple
ging in werking kan trediul Do Minister
meent, dat niets mindor, maar ook niets
meer, en w»' zeker niet een precedent, dat
do grondwettige grenzen van de macht der
Kroon inzake tractaten in onzekerheid zou
kunnen brengen^ zal voortvloeien uit de be
slissing der kamer ton aanzien van artikel
2 van het wetsontwerp.
FaiUJaHeinent Gcbrs. Gratama*
Door curatoren in dit faillissement 'is ge*
deponeerd ter Arr.-Rechtbank te Leeuwar
den de tweede voorloopigo uibdcelingslijalj
in het faillissement dor Handelsvennoot
schap Gebr Gratama, waaruit blijkt, dat
aan de crediteuren nog kan worden uitbe
taald 98.195.
Tevens zijn door hen gedeponeerd de
voorloopige uitdeolingslijsten in do boedeltf
Tjepke Gratama en Gajus Gratama, waar
uit blijkt, dat in deze boedels respectieve
lijk aan de crediteuren kunnen worden uit-
gekeerd /70.194 en 112,597.
Dicntengovolge kan een tweede voorloö-
pige uitdeoling geschieden van 10 pOt. aan
alle crediteuren (aan wie in Februari jl.
reeds 20 pG't. werd uitgekeerd) behalve aan
do particuliere schuldeischcra der vroegere
firmanten x. en G. Gratama, dio rospeo-
tiovclijk 2J en 4 p(_ t. hunner vorderingen
voorloopig betaald zullen zien.
Bovengenoemde uitdeelingen zullen ver
moedelijk medio Juni geschieden
De slot-uitkeering in het faillissement der
handelsvennootschap Gebrs. Gratama, die
slechts enkele percenten zal bedragen, kan,
zooals wij indertijd reeds vormeld hebbon,
eerst in 1907 plaats vinden. (»»Lw. 0.")
Examen cam). Indisch ambtenaar.
De „StaEitscourant" van heden, No. 126,
bevat een Kon. besluit tot aanvulling van
het K. B. van 10 Aug. 1903, tot instelling'
in Nederland van het candidaat-ambte-
naarsschap voor den Indischen. administra-
ticven dienst cn vaststelling van de voor
waarden van uitzending uit Nederland van
candidaat Indische ambtenaren. Aan
art. 3 van dat besluit wordt toegevoegd:
„In bijzondere gevallen kan door onzen,
minister van koloniën aan hen, dij geacht
worden voldoende kennis tc hebben ver-*
worven, vergund worden dat examen eerder
af te leggen."