No. 13881
LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 24 MEI. TWEEDE BLAD.
Anno 190-».
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON,
De 33aimelitig;.
l)o olkübo Je", orgaan tot hand
having van het OhriBtelyk-Histonsoh Ka
rakter der Natie, zegt dat do hooghartige,
onbuigzame en van weinig tegemoetkom'ng
getuigende houding met name van do anti
revolutionaire partij veel heeft bijgedragen
tot de ontijdige schounng tusschen
den Bono van K ïesvereenigin-
gen op (Jhr.-hist. grondslag en de
It e g e e r i n g s-c oa 1 i 11 e.
„Wat de allernaaste gevolgen betreft,"
zoo schrijft het blad, „brengt de nieuw ge
kozen gedragslijn mede, dat de Bond, als
niet meer behoorende t-ot de coalitie-partij
en, van nu voortaan ook geen verant
woordelijkheid draagt voor het doen en la
ten der coalitie-partij e—
Het bezwaar, dat onafscheidelijk aan deze
positie van den Bond, als fractie in de an
ti-liberale coalitie, verbonden was, name
lijk: het Leipen bestendigen van den invloed
der itoomsche Staatspartij in de Regeering
des lands, is hiermede afgeweerd.
Het verwijt, dab mede door den steun,
dien de Bond aan de coalitie verleende, de
Roomsche Hiërarchie in ons Protestant-
sche Nederland een onevenredig grooter
invloed oefent, kan dan ook van nu aan
blijven rusten.
Hiervoor is de Bond niet meer aan
sprakelijk.
Natuurlijk zeggen wij dit niet, om thans
een korrel ierook te offeren op het al
taar wn het antipapisme. Wij weten maar
si te wèl, dat ï.ome, hetzij rechts, hetzij
links zich plaatsen^ van den Troon, ten
gevolge van zojn eenstemmigheid op elke
Regeering grootten invloed oefent.
Het is zelfs de vraag, wanneer Homo's
invloed het grootst is. Misschien geeft do
Regeering, wanneer de Regeering in oppo
sitie is, nog meer toe, dan wanneer Rome
zich tot een coalitie laat vinden met pro-
testantscho partijen, ten gevolge waarvan
het toch altoos een beetje zich moet inbin
den, om do eenheid onder de groepen niet
in gevaar te brengen.
Doch hoe dit ook zij, do aansprakelijk
heid voor d:n invloed van deze clerical©
macht, die het protestantisme volgens art.
436 zijner belijdenis geroepen is te bestrij
den, is mot het verbreken der ooalitiie
van de schouders van den Bond afgegleden.
Een tweede voordeel, dat echter op dit
moment uit beweegredenen van politieken
aard zeer getemperd wordt, is, dat de zelf
standigheid van den Bond als politieke
partij met een eigen ondersoheidend begin-
Bel voor het besef van ons volk meer naar
voren treedt."
Intussehen, aldus merkt bet blad verder
op, er zijn ook nadeelen aan den nieuwen
toestand verbonden, die allerminst uit het
oog worden verloren. Hot meent, 'dat de
bodacn&zamo voortvarendheid steeds de
vooi waarde is van politieke wijsheid.
„De bedoeling is niet geweest", zoo
schrijft het blad, „om de coalitie nü reeds
te verlaten. Veeleer om de komende vier
jarige parlementaire periode aan het mi
nisterie de gelegenheid te laten om het
algemeen-christelijk regeeringsbeginsel
om te zetten in 'daden.
Is de oogst van uit chr.-hist. oogpunt
bezien ontegenzeglijk in de periode, die nu
achter ligt, mager geweest, er 6tonden toch
verscheidene rijpe schooven op den par
lementairen akker, welke in de komende
periode kondon worden binnengehaald.
Het liet zich aanzien, dat het gehalte van
deze parlementaire gewassen minder onbe
vredigend zou zijn dan de thans ingeoogsto
o n de r w ij'3w ettcn
Welnu ook met hot verbreken 'der coa
litie is de r .eur toch niet van dien aard
op dit oogenblik, aat daarmee 'de parle
mentaire meerderheid hopeloos wordt.
Zonder vorder deel uit to maken van de
coalitie, heeft de - ond de gedragslijn zóó
gekozen, dat de ooalit'ewagen als 'dricwio-
lige kar verder rollen kan, zonder onmid
dellijk in net zand vast te rijden.
Wol zal de positie der coalitie er niet
sterker op worden, doch dat de positie er
mee gemoeid zou zijn, gelooven wij niet.
Wij achten dit het eenig mogelijke op dit
oogenblik, nu tegenover de coalitie een
concentratie zich opmaakt om dit ministe
rie to verdringen, van welke concentratie
mr. Borgesius de aanvoerder is. Hebben
wij ons genoopt gezien dezen ons on sympa
thieken politicus in 19^1 te helpen verdrij
ven uit het regeerkasteel, dan volgt
daaruit, 'dat wij thans, zonder dat de
nood ons dwingt, niet kunnen medewerken,
dat deze ex-minister weder zijn verlaten
stelling herovere.
JHet is ons bovendien een zaak van blijd
schap, 'dat do omstandigheden zóó zijn go-
loopen, dat de goede verstandhouding met
d. vrijmantirevolutionairo partij kon be
waard blijven.
Hoewel ./ij ons niet ontveinzen, dat deze
groep, wat haar beginsel betreft, ons niets
nader staat dan haar oud-antirevolutio
naire zuster, is er toch in haar politiek op
treden menigmaal icl3, dat onze sympathie
heeft.
Met name de politieke eerlijkheid van
„De Nederlander" is ver boven de
partijdigheid van haar zuster-orgaan „De
Standaard" te loven.
Daar komt nog bij, dat deze groep, of
schoon een uaadw.rkclijke steun van 'de Re
geering, toch geen deel uitmaakt van de
ooalitie-regeering, zoodat de blijvende en
tente tusschen haar en den Bond geen ge
vaar oplevert voor de herwonnen zelfstan
digheid.
Ook moet met nadruk 'de groote loyau-
teit van de vrij-antirevolutionaire fractie
ton opzichte van den Bond worden l ~eld,
zoodat er ia dit stadium geen aanleiding
was, om, nu er een breuk kwam mot de
antirevolutionaire partij, do scheur door te
trekken ook ten opzichte van do vrij-anti-
revoiutionairo fractie.
Mogelijk, dat de weg open blijft, om in
de volgende periode een toenadering te
verkrijgen tusschen deze beide groepen en
de oud-liberale partij, als deze ten minste
haar huidige houding verandert."
In een driestar: „Strijd van lan
gen adem" zei „Do Standaard":
Naar uct zich laat aanzien, zullen wo
ditmaal bij de stembus een strijd van
langen acLm hebben te voeren.
Hot aantal oandidaten zal bijna in elk
district zóó groot zijn, dat het in buiten
gewoon veel districten op herstemming zal
uitloopen.
Als de uitslag van die herstemmingen
bekend worVit, zal het reeda einde Juni
zijn.
Doch ook dè-n zijn we er nog niet van af.
Zeldzaam vele toch zijn ditmaal de can-
didaten, die in meer dan één district zojn
gesteld; een verschijnsel, dat zich zoowel
Links als Rechte voordoet.
D_n moeten deze heoren, zoo zo in meer
dan één district gekozen zijn, tijd hebben
om te overleggen, voor welk district ze zul
len optreden.
Hiervoor geeft do vet hun vier we
ken tijd.
Doch aangenomen al, dat zij binnen een
week tot beslissing komen, dan moet daar
na binnen 14 dagen een nieuwe verkiezing
plaats hebben. Dat kan dus 15 Juli wor-
'den. Rekej daarbij 10 dagen voor de
stemming, en nogmaals 10 dagen voor de
herstemming, dan halen we Augustus
reeds.
Zij men daarom op zijn hoede tegen
overspanning in de eerste woken 1
Het sterkst gestel wordt ten slotte uit
geput, en dan verliest do strijd zijn glans
en is het gevaar voor het verloopen in min
goede praktijken verre van denkbeeldig.
Vooral ditmaal zij men daartegen op
zijn hoede, nu men reeds zoo vroeg begon
nen is.
Van Januari af houdt nu reeds het
scherp gevoerde pleit aan.
Het zal ditmaal een stombusworsteling
van over het halfjaar worden. De zenuwen
spelen thans toch reeds zoo groote rol in
het publieke leven. Laat men toezien, dat
niet ten slotte de zenuwen het afleggen,
eer de strijd beslist is.
In rustige kalmte ligt de meer duurzame
kracht.
Onder het hoofd „Welwillend" schrijft
de (anti-rev.) Rotter-dammer":
De „Christen-Democraat" staat er in
haar laatste n mmer ersteld over, dat in
verschillende r~ganen der anti-revolution-
naire i©rs, die zioh uitspreken over de
soheiding 'dor ohr i ston-de mo
or aten, met „de grootste welwillend
heid" wordt geoordeeld.
Onzes inziens ligt daarin niets vreemds
Zoolang dc christen-democraten binnen
onze eigen partij een organisatie wilden
vormen, om do organisatie onzer partij,
speciaal door het stellen van eigen candi-
daten, tegen te werken, moest wel komen
die onprettigo verhouding, dio telkens in
minder aangename woorden aan den dag
traa.
Nu de christen-democraten door van
onze partij afscheid te nomen, deze ge
wrongen positie verlieten, kwam er zui
verder verhouding.
Ze zijn nu een nieuwe partij.
Maar tevens een nieuwe christelijke
partij.
En evengoed als er een fatsoenlijke toon
wordt aangeslagen tegenover de chnstelijk-
historischcn, ook tegenover de Friesch-
christolijk-historisohen, aio heel wat roet
in het eten gooien, kan er ook welwillend
worden opgetreden ten aanzien van de
christen-democraten.
Opdat er eventueel samenwerking moge
lijk zij.
En heusch, wat wij onlangs zoiden, ware
dan nog zoo dwaas niet.
Namelijk, do anti-revolutionnairen kon
den in Den Helder do christen-democraten
steunen, op beding, dat dan de ohristen-
democraten voor zoover ze over het land
verstrooid zijn, onze candidaten zouden
steunen.
Dan waren we beiderzijds oontent."
„Christelijke" politiek. „Het Va
derland" sohrijft
Wanneer men „De Standaard" gelooven
mag, dan is zoowel in 1897 als in 1901 te
gen de toen aftredende liberale Kabinetten
een zuiver zakelijke, steeds loyale opposi
tie gevoerd in de Kamer zoowel als in de
pers.
Maar nul „Het is één lastercampagne
zonder eind, die bijna op clko pas een
persoonlijk karakter aanneemt... Men (is)
tot een overmaat van bitterheid gekomen,
die ten slotte niets meer ontzag... Zelfs
in de dagen van 184853 (werd) geen op
positie ooit gevoerd, die zóó laag zonk".
Men hou de wel in het oog, dat het lijf-
orgaan des Minister-presidents aldus
schrijft.
Geen der andere regeeringsgezinde bladen
durft zulk een taal uitslaan. En wat is nu
juist het kenmerkend verschil lussobcn „De
Standaard" en de andere rechtsohe bladen?
Dat van deze laatsten het eene in meerdere,
het andere in mindere mate, maar haast
elk wel af en toe, wat -plaats inruimt voor
ties tegor Handera boworen, in polemiek en
persrubr." De lezers van die bladen we
ten dus, dat bet onwaarheid is wat „Do
Standaard" sclirijit.
Maar do lezors van „De Standaard" we
ten dat niet. j-un blad immers verzwijgt
met onovertroffen stiptheid alles, wat an
dersdenkend persorganen in den politic-
kon strijd te berdo brengen en niet in do
kraam der „Standaard"-redactie past. En
daarom kan alleen dit blad zich do weelde
gunnen zijn tegenstanders te stempelen tot
lasteraars, tot persoonlijke, onzakelijke be
strijders, dio uit overmaat van bittcrh i
niets meer ontzion, wier oppositie lager
zonk dan ooit nog in Nederland vertoond
was. Do ,,Standaard"-lezer is nooit in de
gelegenheid gosteld zijn redactie op dit
punt te controleeren Hij bespeurt zelfs
niet, dat zij een persoon alsmr. Sybrandy
op vlakweg oneerlijke wijze in bescherming
neemt in stede van het hare te doen om
dien propagandist nit te werpen uit de
anti-revolutionnaire partij, dio hij tot
schande strekt.
Nog iets anders vergote men hierbij niet.
Wie voor don inhoud van „De Standaard"
sinds ds. Kuyper3 Ministerschap de ver
antwoordelijkheid draagt, weet niemand.
„Sua oaligine tutus," veilig in zijn duis
ter, maakt dus een anonymus in dit minis
terieels blad zijn tegenstanders voor niets
ontziende, diepst gezonken lasteraars uit.
Van „christelijke" politiek gesproken."
Onder het opschrift „Voorziening
urgent" sohrijft het Wkbl. van het
Recht":
„Naar het bericht in ons nummer van
Woensdag jl. heeft de voorzitter der Haag-
sche reohtbank de mededeeling gedaan, dat
dit college niet in staat is uitvoering t©
geven aan ue bepalingen der wet van 14
Februari 1905 en naar het eenparig ver
zoek van partijen een reohter-commissaris
aan te wijzen, voor wien een getuigenver
hoor zal kunnen plaats hebben. Het ge
vraagde getuigenverhoor bleef bepaald op
een zittingdag in het volgende jaar. Wij
behoeven na de laatstelijk in ons blad ge
plaatste artikelen er niet nador op te wij
zen, hoezeer aan de rechtbank te 's-Graven-
hage de rechtmatige belangen der reclitzoo-
kenden moeten worden benadeeld door de
lange termijnen voor pleidooien en enquê
tes. Thans hebben wij een nieuw staaltje
van de bij dat college heerschende toestan
den. Een rechter, noodig ter uitvoering
van een wettelijk voorschrift is niet be
schikbaar. Wij zijn cr van overtuigd, dat
de rechtbank een dergelijk besluit niet zal
hebben genomen dan door do meest vol
strekte noodzak^ jüheid gedrongen. Daar
om meenen wij nog eens op een zeer spoe
dige voorziening te moeten aandringen.
Hier kan slechts versterking van personeel
hulp brengen. Meer dan een zekere hoe
veel Wwxk mag vaneen rechter niet worden
gevraagd, of zijn arbeid wordt een machi
nale vonnissen-fabrieage, in plaats vaneen
op degelijk onderzoek steunende recht
spraak. Plannen van hervorming in do
rechtspleging baten weinig, want op do
tot>stand-brenging dier hervorming, hoe
nuttig en noodig ook, kunnen do reohtzoe-
kenden niet wachten. Wie gelooft in ernst,
dat in de eerste jaren een herziening van
het burgerlijk proces zal worden ter hand
genomen en tot stand gebracht? Slechts
één voorziening kan in betrekkelijk korten
tijd tot stand komen, De Haagscho recht
bank heeft behoefte aan een nieuwe Ka-
mcr. De maatregelen daartoe te nemen ge-
'doogen niet langer uitstel. De eer van den
Staat is er mede gemoeid, dat een toestand
als thans in Den Haag bestaat, niet langer
worde bestendigd I Op minister en Volks
vertegenwoordiging rust do plicht van on
middellijk ingrijpen. Hier moet worden ge
handeld en mot grootcn spoed."
Gowotensvrijhoid. Een „Ka
tholiek, die aarzelt op p o 1 i t i e k gebied"
verklaart in do „N. R. 0.", dat er veel is
in de teekonen dos tijds, uat hem oo vroos
voor het behoud der gewetensvrijheid om
het liart doet slaan.
Jl. Zaterdag nl. vervoegde zich te zijnon
huize en bij zijn afwezigheid, iemand, dio
later bleek gezonden te zijn door een an
ti-re vol utionairo kiesvereeniging. Deze per
soon deed aan do deur staande, aan
do dienstbode het verzoek bij de huisgenoo-
ten te gaan vragen naar do politöoko
overtuiging van dea bewoner.
Do „Katholiek sobrijio naar aanleiding
daarvan
„Het spreekt vanzelf, dat den vrager do
gewensohte inlichtingen werden geweigerd,
en ik hoop hartelijk, dat de overige bewo
ners ijncr ouuj naar wior overtuigingen
eveneens een zoo kiosoh onderzoek scheen
ingesteld te worden, d vertegenwoordi
ger der anti-revolutie naire kiesvereeni-
ging gelijk onthaal mogen hebben bereid.
„Het is mijn ernstige wensch, dat den
leiders der coalitie, «n speciaal dien der
katholieke bcaatspartij, eindelijk toch 'do
eohellen van de oor^ mogen vallen, on dat
zij mogen inzien, hoezeer zij de ontevreden
heid bij het meest intelloctueele deel hun
ner volgelingen doen toenemen. Niet al
le ontevredenen hebben den in deze zoo
nooaigen moed, ~un grieven te uiten in
het openbaar, zooala onlangs katholieken
van diverse pluimage allen katholie
ken in uw blad doden. Het aantal der
gohcime rebellen is reed6 groot, en wordt
dcor tactieken ais de bovcnomschrevene
steeds gróóter
„Zéér veel moeite kost het reeds veleu
Rotteriamschen katholieken on protestan
ten, aan de politieke belangen dor coalitie
het offer te brengen hunner sympathieën
voor uen vrijhandel. Hen boneme hun nu
niet ook het recht tot vrijen handel 1"
Over het ontwerp ouderdo ma-
en invaliditeitsverzekering
zc-gt de Kroniekschrijver van „De Econo
mist" in het juist verschenen Meinummer
het volgende:
„Wij bepalen ons tot het medcdceleu
van enkele hoofdpunten uit de ontworpen
regeling. Intussehen erkennen wij nieuws
gierig te zijn naar do gronden waarop door
de anti-revolutionnaire pers de dwangver
zekering tegen invaliditeit en ouderdom
zal worden aanvaard, 1) en verdedigd tegen
de principieelo critiek, die van de zijdo
van prof Fabius en de zijnen op grond
der anti-revolutionnaire beginselen daar
tegen ongetwijfeld zal worden gevoerd.
Toen de critiek het ziekteverzekerings-ont-
werp gold, konden wij met haar niet in
stemmen, op de drie gronden, destijds dooi
ons uiteengezet. Doch in zijn stellig te
wachten bestrijding van de thans ingedien
de wctsvoordracht zal prof. Fabius ons
aan zijn zijdo vinden.
„Wij achten dezen verzekoringsdwang,
van welken in het minst niet gebleken is,
dat hij door de meerderheid der werklieden
wordt begeerd, een volkomen ongeoorloofd
ingrijpen der overheid in de vrijheid der
burgers; de bijdrage van G millioen gulden
's jaars door den Staat, niet slechts voor
het overgangstijdperk, doch blijvend aan
d3 verzekering too to kennen, oen met goe
de beginselen van armenzorg strijdige
overheidsbedeeling; de last op onze i -
dustrie gelegd door dit ontwerp een 1 >gst
ernstig bezwaar; on, de techniek t erigens
nog geheel daargelaten, hetresultaat voor de
verzekerden niet in do verte evenredig aan
d? groote geldelijke offers cn do geweldige
uitbreiding van het functionarismo ten
koste waarvan het verkregen wordt; waar
bij dan ten slotto nog komt, dat het ont
werp door zijn samenhang met het tarief-
plan ons midden voert in do watoren van
het protectionism©.
Uit cfo Memorie van Toelichting is ons
niet gebleken, dat de Kamers van Arbeid,
de wettelijke organen van don arbeid, over
hot plan zijn gehoord, gelijk destijds met
het avant-projet Lely wel het geval is gc-
wecek Behoort dit niet, zoo het niet go-
schied is, alsnog te gobeuren? En mag dan
het oordeel der meesLbelanghcbbenden on
bekend blijven aan ben die over een zoo
ingrijpenden maatregel ten slu.. moeten
beslissen?
Mr. J. A. van Hamel geeft in het „Tijd
schrift voor armenzorg en kinderbescher
ming" (van 13 Mei) oen beredeneerd ver
slag van de te Amsterdam 6 Mei 11. gelioa
den bijeenkomst ter bespreking van do
plannon voor do opriobting van een
opleidingsschip." Naar men weet,
is het denkbeeld van een dergelijk schip
gegrond op do wenscholijkheid om bij hot
in werking treden van de Kinderwetten
ook in do richting van do opleiding voor
het leven te water iets to doen voor do
verwaarloosde jeugd, die straks door ge
noemde wetten bcsohermd zal worden. Op
1) Een fraai staaltje biedt alvast dit
slotargument uit de Memorie van Toelich
ting tor goedsprekiug van hot omzetten der
zedelijke verplichting om to zorgeu
voor den ouden dag (wat nog niet nood
wendig tot verzekering leiden moet) in een
wettel ij ken dwang tot voraek. en:
„waar dan nog bijkomt, dat de onthouding
der mcesten den noodigen prikkel en do
goede kans ook aan hen ontneemt, die an
ders zelf tot handelen beroid zouden zijn."
Dus degenen die hun zedelijke verplichtin
gen in dit opzicht niet nakomen, Hthana
niet op do wijze die do Regeoring het beste
dunkt, moeten daartoe worden gedwongi-n
om hen die daartoe wel bereid zouden zijn
te doen profiteeren van do goede kans, die
i. o. gelegen is in den vroegtijdig"» Jood
van oen zeker aantal verzekerden
68)
Daarop wierp zij het papier op de tafel
e.» verwijderde zich, terwijl zij den huis
heer, 'die haar uitgeleide wilde doen, met
een gebaar terugwees, Strómholt waagde
het niet haar bevel te weerstreven. En dit
achtergelaten papier, wat zou het behel
zen'? Alles kwam hem zoo zonderling, zoo
ongeloovïgi voor. Die woekeraarster, van
wie men zeido, dat haar gemoed en haar
ijzeren brandkast één waren, die zou
Neen, neen, het was onmogelijk I Met be
ven dte hand nam hij het pap)ior van de
t)iiel cn maakte het open. En toen slaakte
Lij een hauiuiden kreet van vreugde. Ja,
het was inderdaad zijn wissel. Zoo stond
hij een tijd lang met het strookje papier
in de hand, met schitterende oogen het
schrift overlezende, waarin hij bekend had
een som van 30,000 roebels te moeten beta
len op den lsten Mei 1SS0, en nog altijd
vreesde hij i.i het volgende oogenblik uit
dezen gelukkigen droom opgeschrikt tto
worden. Zoo vond Elli hem, toen zij in
de portièro van de openstaande kamer
verscheen.
„Papal" Hij keerde zich geheel verward
naar haar toe.
„Elli, Elli," stamelde hij, terwijl de tranen
hem over de wangen rolden.
„Wat is er gebeurd? Nathalie Paulowna
is vertrokken; ik heb haar tot mijn verwon
dering zien wegrijden. Wat is er tusschen
u beiden voorgevallen
„Hier, kijk I Dit liet zij voor u achter."
„Uw wissel?'' riep Elli, toen zij de betee-
kenis van het papier, dat hij haar voorhield,
begrepen bad. Daarop wierp zij zich jube
lend om den hals van haar Papa. Eerst na
geruimen tijd kon Strómholt aan zijn doch
ter een uitvoerig verhaal over hot voor
gevallene geven. Elli was niet weinig ver
baasd, toen zij vernam, dat dio Beljuscheff
bij haar bewering was gebleven, dat zij het
oudste kind van Simona Napolinska en dat
Oscar Olfers haar halfbroeder was.
„Gelooft u dat, Papa?"
„Zij verklaarde zonder twijfel den samen
hang op een vrij waarschijnlijke wijze,"
antwoordde Strómholt, het hoofd schud
dend. „Doch de gedachte, dut de pas
ontdekte broeder de Janggezochte moorde
naar van graaf Ludeskoy was, heeft haar
vreeselijk ontsteld."
Elli wilde reeds een onbedacht woord
uiten. Zij slikte het in en liep onrustig
heen en weer.
„Zijn zuster, Oscars zuster.?.mompelde
zij in zichzelve.
„Zou het niet mogelijk kunnen zijn, dat
dit alles nog slechts op een misverstand be
rustte?" hernam de heer Strómholt. „Haar
verstand is bepaald niet goed in orde; ik
heb beden meer dan eenmaal dezen indruk
ontvangen. Zeidet gij gisteren niet, dat zij
Fedor Davidowitsch ook gekend heeft, en
zich interesseorde voor de tragische gebeur
tenissen, die op zijn dood uitliepen? Welnu,
dan zouden we daarin misschien een verkla
ring kunnen vinden. Het is niet zoo onge
woon, dat een oogenschijnlijk helder ver
stand door een ontzettende ramp beneveld
wordt. De manier, waarop deze vrouw za
ken drijft, zou reeds als bewijs kunnen die
nen voor een abnonnalen geestestoestand.
Zij heeft zich misschien zoodanig in do bij
zonderheden van die rechtzaak vordiepi,
dat zich langzamerhand het ziekelijk denk
beeld in haar ontwikkeld heeft, met al de
personen, die er in betrokken waren, in de
nauwste betrekking te staan. Misschien
heeft zij die actrice Napolinska werkelijk
gekend. Doch hoe het ook zij, deze plotse
ling opduikende liefde voor haar geheel on
bekende bloedverwanten is immers volstrekt
onverklaarbaar, als men bedenkt, dat zij
haar moeder nooit gekend heeft, en boven
dien geen aangenaam aandenken aan haar
kon bewaren. Van het bestaan van een
broeder heeft zij eerst heden iets vernomen.
Hoe kan dan een mensch een zoo diepe
smart gevoelen over het verlies van een
totaal onbekende? Dat is immers volkomen
onzin 1"
Elli was genegen die redenen van haar
vader te beamen, maar haar hart, dat steeds
in onveranderlijke liefde voor Oscar klopte,
kon Nathalie Beljuscheff geen sympathie
ontzeggen. Wat zou deze vrouw wel doen,
als zij wist, dat Oscar nog in leven was?
En als zij werkelijk zijn zustor was en om
den overledene treurde, was hot dan niet
Elli's heilige plicht de oorzaak van haar
verdriet te doen ophouden Toen ondervond
Elli opnieuw een pijnlijken tweestrijd. Zij
had in de volgende dagen geen rust, totdat
zij eindelijk tot het besluit kwam, Nathalio
andermaal op te zoeken. Het was immers
een plicht de ongelukkige voor haar vorste
lijk geschenk te danken. Dan zou het voor
Elli niet moeilijk zijn, het gesprek op Oscar
te brengen, en zich, zoo het mogelijk was,
door eigen aanschouwing een oordeel te ver
schaffen over den zielstoestand van Natha/-
lie. Kwam zij tot de overtuiging, dat Na
thalio workeLyk de zuster van Oscar was,
dan zou zij onderzoeken, of zij op haar stil
zwijgendheid kon rekenen en haar vervol
gens deelgenoot maken in het geheim van
Oscars vlucht. Haar stoute fantasie dacht
zelfs aan do mogelijkheid, dat die zustor,
bemiddeld en onafhankelijk, middelen en
wegen zou kunnen vinden, om op het spoor
van den verdwenen minnaar te komen, zelfs
om zich in het buitenland in persoonlijke
verbinding met hem te stellen.
Zoo sloeg Eleonore op een namiddag dut»
weder den weg in naar het Nosdestwensky-
deel der stad. Toen zij aan de deur op deu
donkeren corridor klopte, opende de oude
huishoudster alleen hot schuifplaatjc van
het kijkvenstertje en gaf tot antwoord, dat
Nathalio Paulowna voor niemand te spre
ken was, dat zij haar zaken aan kant had
gedaan en men zich voor het overige had
te wenden tot den advocaat Nikolitsch in
do Milliomaja, die met de regeling harer
zaken belast was. De vlugheid van tong,
waarmede de oude deze aanwijzing mede
deelde, deed bemerken, hoe gemakkelijk
deze haar geworden was. Elli verklaarde,
cue. zij niet voor zaken kwam en rekende er
op, binnengelaten te worden, als zij haar
naam noemde. Tot haar verwondering ver
nam zij toen echter, dat Nathalio bevel had
gegeven, juist niemand uit het iiuis van
Strómholt toe te laten.
„Maar als ik haar nu een mededeeling te
doen heb, die haar de grootste vreugde be
reiden zal
Do oude bedacht zich even en toen deed
zij open. Zij bracht Elli behoedzaam in de
keuken, waarbij zij haar door gebaren be
duidde zachtjes te loopen, om de in sluime
ring liggende huisvrouw niet te storen.
„Ik mag u niet binn n laten, li.us"h niet,
lief meisje," fluisterde zij. „Het zou mij
mijn brood kosten en gij weet niet, hoo
streng en onbarmhartig Nathalio Paulowna
zijn kan, vooral als zij het weder op do
zenuwen heeft. Ach, Heilige Moeder Gods
van Smolensk 1 Het is sedert eenigen tijd
niet met haar uit te houden. Ecrgisteren-
nacht, toen 't bijzonder erg met haar weid,
heb ik in weerwil van haar verbod den dok
tor gehaald. Hu, dat hadt ge moclon zien?
Ik dacht, dat zij liet huis boven c h ofd t
in brand stak. Zij heeft den dokter letter
lijk de deur gewezen met een kracht, dio
ik niet dacht, dat haar afgemat lichaam nog
bezat. Ja, vroeger, toen had zij merg in do
beenderen; toen moest men zich menigmaal
afvragen, of men te doen had nv?t een vrouw
of met een krachtigen man."
„Zij is dus weder zieker geworden?" vroeg
Elli, toen de spraakzame oude vrouw ein
delijk ophield.
Deze bevestigde dit met een enkel gebaar,
waarbij zij do handen samcnsloeg en, mei
een blik naar den met roet bedekten z<<ldor,
don Hemel tof getuige aanriep.
„Die zenuwziekte schijnt tóch eerst vag
lateren datum te zijn."
Wordt vervolgd.)