KOOPJES.'Vf India- en Oeylon Thes- Qnderneming, RUBRIEK VOOR DE JEUGD. HARRY'S DRGöM. WAARHEID. Anekdote». Vervolg Advertentiën, J. L. Gpeyjghton, öpen'jsra Vrijwilligs l'erkoeping Ko. 3. liordt niet verkocht. No. 13835 LEIDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 30 MAART. TWSEDE BLAD. Anno 1905. Harry dacht, dat hij nog veel to jong was om zich in te spannen op school. Hij had de luchthartigsten zijnoi kameiaden tot vrienden gekozen en dezen waren het volkomen met hem eens, dat men zooveel pret mogelijk moest maken in zijn eerste jeugd. Die vervelende boeken dienden ner gens anders toe dan om de jongenshoofden te lrwellen-Hij zou wel wijzer zijn dan daar mede zijn leven te vcrbiiteicn. Later, als men volwassen was, kon men altijd zijn schade inhalen, zoo men dat verkoos. En hij maakte pleizier van belang, maar bleef jammeilijk onwetend. Zijn ouders zagen vol bezorgdheid zijn toekomst to gemoet- Zij bezaten geen ander vermogen dan do opbrengst dei fabriek, waaraan vader al zijn konnis en beste krach ten wijdde, en de heci Van Daalen had zich jarenlang voorgesteld, dat zijn eemge zoon hem zou opvolgen, als hij eens niet meer daar was, om vooi de zijnen te zor gen. Hij wist ofschoon hij de zijnen daarmede niet wilde bedroeven dat hij was aangetast door een ziekte, die soms vele jaren neemt om te dooden, maai ook evengoed plotseling een eind aan het leven kan maken, en hoe was het mogelijk, dat hij vervangen zou worden door een thans vijftienjaiigen knaap, die jaar op jaar in dezelfde klasse bleef zitten en, hoewel toe gerust met een vlug verstand, nauwelijks rekenen kon, nog niets afwist van vicomde talen. Op een dag riep hij hem bij zich op het kantoor. „Mijn jongen," zcide hij ernstig maar zacht, ,,ik heb een brief ontvangen van het lioofd der school, waai in ik den raad ont ving strenge maatiegelen met je te nemen. Het kan zoo niet langer voortgaan; je vermorst al je tijd en er zal nooit iets goeds van je groeien. Do hoofdonderwijzer heeft volkomen gelijk. Je weet niet meer dan een knaap van negen jaar. Maar al vorens te straffen, wil ik nog voor de laat ste maal beroep doen op jc hart. Je kent mijn vuiigsten wcnsch: dat je eens in mijn plaats zult treden. Daartoe moet je echter bekwaam ziin en het is mij een bitter verdriet te moeten bedenken, dat, indien ik eens te steiven kwam, die kans altijd voor je vorkeken zou zijn. Wil je niet ver anderen om mijnentwil, doe het dan uit eigenbelang. Wie in zijn jeugd niet wil v/erken, vervalt later tob allerlei ondeug den, do gevolgen der luiheid, en eindigt ten slotte op stroo. Het was waai schijn lijk aan dit gesprek, dat Harry den daaiop volgenden nacht zijn droom te 'danken had. Hij verbeeldde zich op straat te zijn. Hot was al donker, en hij had dien avond, zooals gewoonlijk verzuimd zijn lossen te leeren, om nog eens een wandelingetje met twee zijner makkeis te doen- Nu keeide hij huiswaarts en in de verte zag hij een donkere gedaante met waggelende tred naderen. De man trad op hem toe en zeido opeens met heesche stem. „Wel, Harry, ben jij het? Dat tieft goed. Ik ga de stad verlaten en de bcr- beig voor altijd ook. Mij wacht hel gtaf van een dronkaard, daarginds op het keik- hof, en jo bent juist do geschikte persen voor mijn plaats in de kroeg on op «den hoek van do straat, waar ik stond te be delen. Harry herkende den man terstond. Het was de oudo Tom, met wien de schoolkna pen gewoon waren den spot te drijven, een bedelaar, die al hot opgehaalde geld ver dronk. „Wat," riep de droomendc uit. „Jouw plaats innemen, Tom? Dat nooitI" „Zeg dat maar zoo gauw niet!" lachte de dronkaard. „Eens was ik een netto jongen zooals jij. Mijn vader was officier en heel geacht; maar ik deed zooals jij, ik verkoos niet te leorcn en toen ik een nian werd, was ik tc lui geworden om to werken. Mijn ouders stierven; om mijn armoede te ver geten, begon ik te drinken. Ik ben nu een bedelaar en oud voor mijn i'JJ. D0 drank heeft mij langzaam maar zeker gedood. Neem mijn plaats in, Harry, want dat zal ook jouw lot zijn. „Maar ik wil niet op je gelijken." „In het begin mi9sóhien niet; maar je bent op den rechten weg om het toch te doen, mijn jongen, en je hebt precies de ka meraden uitgekozen, die er je toe zullen brengen. Ga maar voort, Harry, en wees er zeker van, dat je ook nog eenmaal, zoo als ik, door schooljongens- uitgelachen zult worden." Tom verdween en Harry ontwaakte. Maar reeds den volgenden morgen zette hij zich met ongekenden ijver aan de studie. Hij heeft heden zijn schade ingehaald en zijn vader is in vrede gestorven, wetende een be kwaam opvolger in zijn zoon achter te la ten. Gedurende de afgeloopen week ontmoet te ik een merkwaardige vrouw, de laatst overgeblevene der kinderen van Naun- dorff. Die naam zal enkelen uwer misschien doen glimlachen. Men is er zoozeer aan gewoon geraakt den man, die tot zelfs op zijn sterfbed zwoer Lodewijk XVII te zijn, als een bedrieger to beschouwen, dat zon der vorder onderzoek, aannemen als een uitgemaakte zaak; maar sedert enkele ja ren ontdekt men in Frankrijk allerlei be wijzen voor de juistheid van Naundorffs verklaringen. Zoo groef men in bijzijn van autoriteiten, het stoffelijk overschot op van den in den Temple gestorven knaap en verzekerden de geneesheeren eenparig, dat de gevonden beenderen aan een kind moe ten hebben toebehoord, minstens drie vier jaar ouder dan de kleine Dauphin, terwijl de groote geschiedschrijver Lenötrc thans alle brieven weervond, die bevestig den, dat het prinsje uit zijn kerker bevrijd werd. Mevrouw Marie Thérèso de Bourbon ge lijkt niet in het minst, zooals haar beide zusters dat juist zoo sprekend deden, op Mario Antoinettemaar heeft geheel en al de gelaatstrekken van Lodewijk XVI en den graaf van Provence. Zij is nog vol leven en kan op de meeat onderhoudende wijzo vertellen van het verleden. Wat mij echter het meest van al haar verhalen trof, was een klein voorval uit haar kin derjaren. Koning Willem II geloofde ten stellig ste aan Naundorffs beweringen en toen deze een belangrijke uitvinding deed, dio van groote waarde was voor onze artille rie, liet hij hem een ruim jaargeld toe kennen Dat waren de gelukkigste jaren voor het talrijk gezin. Zij woonden te Delft en Naundorff leefde geheel en al voor de zijnen en voor de wetenschap. Op zekeren dag begaf bij zich voor zaken op roio en bij zijn terugkeer bracht hij voor zijn jong ste dochtertje een pop mede. Men had juist de kunst uitgevonden poppen te ver vaardigen, die „papa" cn „mama" zeiden en de oogen konden sluiten en openen. Te Delft was zulk een wonder nog onbekend. De vader meende dus de kleine Thérèse geen grooter genoegen te kunnen doen dan met dit geschenk. Het kind zag de echte haren, de bewe gende oogloden, zij hoorde het kunststem metje en verbeeldde zich, dat de pop wer kelijk leefde. Verrukt snelde zij er mede naar haar kamer, bleef daar een poosje haar schat liefkoozen; maar toen de eer ste opgewondenheid een weinig bedaard was, ontstond er toch eenige twijfel. Efaas- tig begon zij nu de pop te ontkleeden en daar ontdekte zij, tot haar diepe smart, dat het geen levend kind, slechts een kunstig vervaardigd voorwerp met houten ledematen en glazen oogen was Thérèse was nog veel te jong, om te ver staan hoe onschuldig de arme pop aan het bedrog was. Zij zag haar aan voor een leugenares en het waarheidlievende kind geraakte daardoor zoo verontwaardigd, dat zij zonder uitstel begon te straffen. Zij rukte de houten, buigzame armen en bee- ncn af, zij duwde de glazen oogen in; zij liet niets heel van het kostbare cadeau en toen de vader kwam kijken hoe zij zich met haar pop vermaakte, vond hij niets dan brokken en stukken op den vloer liggen en daarnaast een weenend kind. Hij slaakte een uitroep van schrik; maar I reeds sprong de kleine overeind „Opapa", riep zij uit: „zij had hei verdiend. Zij was zulk een leugenares en wilde ons allen bedriegen. Alles was on waar aan haar. Zij had geen stem, geen oogen, geen handen en voeten. Zie maar 1" En sedert weigerde Thérèse steeds naar poppen om to zien. Wat die kleine deed, was natuurlijk over dreven en kinderachtig; maar toch sprak daaruit een treffende afschuw van alle on oprechtheid. Is de waarheid u even lief, mijn lezers? Hebt gij ook den oorlog ge zworen aan al wat op leugen gelijkt Ik hoop het; want niets heeft op aarde zoo veel kwaad gesticht als onwaarheid. Gij hebt hooren vertollen van monsters, le vende op den bodem der zee, voorzien van talloozo armen, welke zij een voor een om hun slachtoffer heenslaan, tot het eindelijk in die ontzettende omhelzing verstikt. De leugen is zulk een monster. Men begint slechts met één jokkentje; maar men is go- dwongen te verbergen, dat men loog, door een tweede onwaarheid te spieken, dio wederom een derde noodzakelijk maakt En zoo gaat het aanhoudend voort. Ik zag het aan een lief kind, dat zonder kwaad opzet, slechts uit verlangen iets interes sants te vertellen, een onwaarheid uitte, dezo moest bedekken en de gewoonte aan nam alles te verdichten, tot zij heden, on danks al haar overige deugden, algemeen bekend is onder den naam van „Leugen- Mie" Laat ons liever toonen het eens te zijn met den groote n Engolschen dichter Shakespeare, als hij zegt: „Durf waar te zijnNiets maakt een leugen noodig I" Op allerlei gebied. Het Horloge. Een boer kwam met zijn hond op de ker mis to Sint Germain, een der voorsteden van Parijs. Gereed om zekore merkwaardige inrichting te bezoeken zei een schildwacht, dat hij zijn hond niet mocht medenemen. Dit speet hem, mkar hij verzocht den schild wacht, den hond zoo larj voor hom te be waren. lTij voogdè or de verzekering bij, dat het dier niet zou Wgloopon. De schildwacht voldeed aan dit' verzoek, en liet den boer passeeren. Terugkomende, ontdekte de boer, dat men hem zijn fraai gouden horloge had ont vreemd. Met droef he'd maakt© hij d't aan den schildwacht bekend, cn voegde er bij, dat hij den dief gewis zou vinden zoo zijn hond mee moohU gaan. Om do proef hiervan te nemen, stond men hem dit toe.. Do boer gaf den hond te ken nen, dat hij zijn horlogo kwijt was, en dit moest gezocht worden. De houd berook eerst zijn meester nog eens good, en liep toen vooruit onder dc ontelbare - vol-ksmenigte Kort daarna- kwam hij terug, liet zijn meester een aaoht geblaf hooren, trok hem bij don rok, liep dan weder voort ©n kwam telkens' terug, als wilde hij hem verzoeken, hem vlug te volgen. Dit deed do boer. Zijn hond liep vele hondorden menschen voorbij zonder zich met hen tc bemoeien, maar bleef eindelijk stil staan voor een aanzienlijk heer, die vrijmoedig overal rondzag cn zioh aan den hond in het geheel niet stoorde. Do boer riep den hond, doch deze was door geen dreigen noch slaan bij dien heer weg tc krijgen. Nu ging do boer terug en vertelde dit den schildwacht; deze waarschuwde nu een daar voorbij gaand en politiebeambte. Ter stond ging dezo met den boor mee, en nam den heer in arrest. Hij braoht hem voor den commissaris van politie, en bij nader onder zoek bleek, dat die heer een menigte horloges cn geldbeurzen in zijn zakken had, die hij j.Jè: z<okkenroller aan anderen ontfutseld had. Hiervoor ontving hij nu de welverdien ds straf. Men bracht de horloge en andere gestolen voorwerpen in eon ander vertrek, en nu riep mm den boer binnen om een beschrij ving van zijn horloge te geven. Dit deed hij, cn hij verzocht of zijn hond het horloge mocht uitzoeken. Men stond dit too cn liet het dier in do kamer, waar dc voorwerpen lagen. Binnen weinig oogenblikken zag men hot beest zeer voorzichtig het horloge aan zijn meester brengen. Zonder dien getrouwen hond zou de boer hoogstwaarschijnlijk zijn horloge niet terugbekomen hebben, en do bedrieger zou zijn schandelijk werk mis schien nog lang hebben kunnen voortzetten. Een eerlijke jongen. Een kleine courantonjongen zat dezen winter op een kouden winterdag op een stoop van Frankfort-street te New-York. Voor een keukenluik van het huis, waai door eonig© warmt© naar buiten drong, had hij iets neergelegd, gowikkeld in een zakdoek. Do eigenaar der woning kwam thuis. Hij had or mets togen, dat do knaap op zijn stoop uitrustte, maar hij wildo geen lorren onder zijn vonstort hebben liggen. Dus maakte hij zich gereed het pakjo met de punt van zijn parapluic wog te duwen, niet denkend© dat hot den jongen toebehoorde, toen deze angstig uitriep: ,,Och, mijnheer, doe hom geen pijn 1" „Wat heb je daar dan?" vroeg de lieer verbaasd. De knaap n-am don zakdoek op en toonde hem een bijna doodgevroren huismusch. „Waar heb je dien vogol gevonden?" „Daarginds op de straat. Hij was zoo ver kleumd, dat hij niet meer vliegen kon." „En wat wil je nu met hem uitvoeren?" „Hem door en door warm laten worden, en hem daarna weer vrij laten. Daarom zit ik hier." „Geef hem mij even onder mijn pels. Dat zal beter helpen." En dat hielp uitstekend. Vijf minuten la ter gaf de heer hot gehcol verwarmde dier aan den oouran ten jongen terug. Do oogen van den knaap straalden van blijdsohap. Hij zette den vogol op zijn hand' en voort zweef- deze, terwijl zijn kioino beschermer mot klapperende tanden zeido: „Wij kunnon ons ro ..en in de kou; maar vogels zijn zoo klciD, dat wij ze eon beetje moeten holpeu." En hij nam zijn pet af cn wilde zich ver wijderen maar dc eigenaar van het buis zeide ontroerd: „Kom mee, vriend, jc zult het ook eens door en door warm on een goed maal heb ben. En als ik jo daarna met een dollar wegzend, heb ik n >g niet de helft zooveel hart getoond ak jij. Gauw naar binnen." Een merkwaardig deer. De bsroemdo reiziger Vaillant, die dc binnenlanden van Afrika doorzwierf, voerde onder zijn reisgozclschap een aap mede. Dit dier gaf, volgens getuigenis van dezen rci- zigor, verwonderlijke Blijken van schrander heid en slimheid. Over een koppel van negen honden, die veiligheidshalve mede reisden en Vaillant als getrouwe wachters vergezelden, had do aap zich zooveel gezag weten te verwerven, dat hij een noort heerschappij over hen uit oefende, en zij zich meestal zeer gewillig daaraan onderwierpen. Des morgent zeer vroeg, als de honden nog sliepen, was de aap meestal reeds in dc weer, om orde op de zaken tc stellen. Rekende hij dat het tijd was, dan wekte hij de honden door een oigonaardig geluid, dat zij zeer goed ver stondon, cn waarop ze zich zoo ras mogelijk bij hem voegden. Hij stelde zich dan ala hun aanvoordor aan het hoofd dor bende en gaf door allerlei teekonen hun zijn bevelen, dio gewoonlijk stipt opgevolgd werden. Was de aap vermoeid dan rood hij op den rug van eon der honden. Deze verdroegen dit zeer gedwee, behalve een der grootste en sterkste, welke in dit geval geen voet wilde verzetten cn den moed had, zelfs te weige ren on don aap te wederstaan. Wanneer zij op reis waren, omringden zij als een lijfwacht den wagen, en elk bleef op plaats, hun door den aap aangewezen. Had do reiziger zijn tent opgeslagen, dan plaats ste dc aap de honden als sohildwachten er om heen. Door een boos gezicht, door zijn gebaren cn door oorvegen wist hij hen steeds in ontzag tc houdon, en zij boden tegenstand uooh wraak. At do aap, dan gedoogdo hij niets dal een dor honden er mede van atL Wie dit beproefde, werd terstond door hom met klappen om de ooien verjaagd. De aap wist door zijn scherpen reuk een soort van wortels in den grond op tc 6poron, dio heerlijk smaakten, en waarvan Vaillant ook veel hielddoch kon dc aap hot bolet- ten, dan kreeg zijn meester cr niets van. Op een zeer behendige wijze wist dit dier dio wortelen uit den grond tc trekken. Zaten zo zeer vast cr in, dan vatte hij zo met zijn bek boven bij den ttronk, on danste cr zoo lang op do achterste pootcn om heen, dat dc wor tels los geraakten en vorder uitgetrokken konden worden. Hij lei ze dan eerst op een hoop, om zioli later er op te vergasten. Toon Vaillant hem even wol een deel daarvan ont nam, zag het bcc6t zeer boos en ontovroden Zijn heer stoorde zich daaraan niet, maar nam telkens zijn deel cv van, wonncor dc aap zulke wortelen opdeed. Nu bedacht de aap- con schranderen list. Zoodra hij een wortel uittrok, beet hij er vele gaten in of ver kauwdo dien zoo veel mogelijk eer hij hom at, cn logde dezen dan op den hoop. Hij ro kende dat zijn meester wel te vies zou zijn, zulke aangebeten en verkauwde wortelen to oben. Hierin had hij gelijk. Was Vaillant oi niet steeds bij, om dit bij het uittrokken te beletten en terstond zijn deel cr van te no men, dan hield de aap alles voor zich. (Ingez. door Jo van Bruggen te Leiden.) Een kolossaal dikke heer vroeg aan oen jongen hoe hij het gauwst van het statioi kon komen. „Ik donk rollonde", was het antwoord. (Ingez. door Christ. Moyer tc Voorschoten.) „Ma, zijn negerkindertjes niet gelukkiger dan wij?" „Waarom, ventje?" „Omdat hun ma nooit kan zie dat zo vuile handen hobbon." (Ingez. door T«ruus v. d. Brande te Leiden.) Een dierentemmer begeeft zich in liet hok van eon leeuw cn laat dezen een klontje suiker uit zijn mond nemen. „O, dat kan ik waarlijk ook well" roopl een slagersjongen onder de toeschouwers, „wilt go wedden?" „Hé, zoudt go dat durven wagen?*- vraagt do dierentemmer verbaasd. „Nou, of ik, roept de schalk", „kom or maar eens mee hier, dan zult go eens zien hoe handig ik het klontje van jt lippen zal nemen.'' (Ingez. door Johan Kooreman te Leiden.) „Hoe is de wind?" „Ik zal eens ruiken, mijnbeer." „Ruiken?" „Ja, mijnheer, Rechts op do gracht is een parfumeriewinkel en links een kaas pakhuis. Als het lokker ruikt, dan hebben wij Noordenwind, maar is het kaaslucht, dan Zuidenwind. En als ik niets ruik, is het Oosten- of Westenwind." O n m o g o 1 ij k. „Ge moet het nummer van uw huis eend medebrengen", zei de meester tot het kleinste ventje." „Dat kan ik niet!" zei liet ventje. „En waarom niet?" ,,'t Is op de muur geschilderd." (Ingez. door Lena Ville to Leidon.) Uit do school. Meester: ,In welk jaargetijde hobbon de vruchtboomen het meest to lijden?" Jongen: „In den vacantiotijd," meester. (Ingez. door B. v. d. Meer te Oegstgecst.) Oom: „Omdat je zoo goed hebt opgopast, zal ik je beloonen". (Hij neemt een guldon en eon muntbiljet uit zijn beurs.) „Wat heb je liever, dien gulden "of dat papier?" Kleine Anton; „Doet u den gulden maar in het papiertje oom Gedurende deze maand bieden wij verschillende PETROi-EUEifl LAKS PEN en GASORNAfóENTEN bene- den inkoopsprijs aan en geven op deze en andere Artikeien een eutra korting. 2777 17 Aalmarkt 25. Warmoesstraat 117-119, Amsterdam. Deze Thee bespaart 25 pCt. om haar vele tannine-gehalte en 15 pCt. in prijs vergeleken bij andere Theesoorten. Verkrijgbaar bl): 8115 20 ASIéén-verkooper voor WAR&DOND. in het Notarishuis aan Den Burcht, te Leiden, bij opbod Zaterdag 1 April, bij afslag Z a- tordag 8 April 1905, beide dagen des avonds te hal f- a c h t, ten overstaan van Mr. C. H. P. KLAVERWIJDEN, Notaris te Leiden, van. No. 1. Het goed onderhouden BURGER WOONHUIS, bestaande uit afzonderlijke Benedenwoning en afzonderlijke Bovenwoning, met Tuintje en daarnaast gelegen Pak huis te Leiden, aan de Oude Hee rengracht, Nos. 9 en 9a, groot I are, 79 centiaren; de Benedenwo ning bevat: Voorkamer, Alkoof, Achterkamer, groote Keuken met Stookplaats, Tuintje, Slaapkamer en Zolder; de Bovenwoning bevat: 1st© Etage: Twee Voorkamers, Slaapkamer, groote Keuken met. Stookplaats; 2de Etage: Twee Voor kamers, Zolder met afgeschoten Kamertje. De Kamers zijn behan gen, voorzien van Kasten, de moei te van Stookplaatsen, hebben ge- stukeerde plafonds en verdere ge makken. De Benedenwoning en de Boven woning zijn eik verhuurd voor 15 per maand en het Pakhuis is ir eigen gebruik. No. 2. Het goed onderhouden BURGER WOONHUIS met voorge legen Tuintje en Werkplaats, te Leiden, aan het Utrechtsch Jaag pad, No 5G, groot 92 centiaren; bovatbende beneden: Voorka mer, Achterkamer, Keuken met Stookplaats en Plaatsjeboven- Voorkamer en beschoten Zolder. De Kamers zijn behangen, voorzien van Kasten, dc meeste van Stook plaatsen en Slaapplaatsen, hebben gestukeerde plafonds en verdere gemakken. Verhuurd met de Werkplaats voor 3.50 per week, No. 4. Het HUIS en ERF te Leiden, in het Kerksteegje, Noe. 3 en 3a, by de Heerengracht, groot 39 centiaren; bevattendo bene den: Voorkamer, Achterkamer, Keuken met Stookplaats on Plaats; boven: Voorkamer, Achterkamer, Keuken en Zolder. De Kamers zijn behangen, voorzien van Kasten, Stookplaatsen, Slaapplaatsen en verdere gemakken. Verhuurd geweest beneden voor 1-60 en boven voor 1.80 per week. No. 5. Het HUIS en ERF tc Leiden, in de Coecilias raat, No. 13, groot 37 centiaren; bevattende boneden: Voorkamer, Binnen kamer en Plaats en boven: Voor kamer cn Zolder. De Kamers zijn behangen, voorzien van Kasten, Stookplaats, Slaapplaats en ver dere gemakken. Beneden verhuurd voor /1.50 per week en boven verhuurd geweest voor /0.75 per week. No. 6. Het HUIS en ERF te Lei den, in de Zegersteeg, No. 27, groot 10 centiaren; bevattendo: behangen Voorkamer met Bedstede en Stook plaats, Achterhuis, Plaats en Zol der. Verhuurd voor 1.25 per week. No. 7. Het HUIS cn ERF tc Leiden, in de Zegersteeg, No. 11, groot 28 centiaren; bevattende: Voorkamer, Binnenkamer, Keuken, Plaats en Zolder. De Kamers zijn behangen, voorzien van Kasten, Stookplaatsen en verdere gemak ken. Verhuurd voor f 1.35 per week. No. 8. Het HUIS en ERF te Leiden, in de Zegersteeg, No. 14, naast en ingericht als het vorige perceel, groot 28 centiaren. Verhuurd voor 1.35 per week. No. 9. Een perceel TUINGROND, met daarop staande Schuur en voorgelegen gedeelte Laan, te Lei den, in de Gasthuislaan, grenzeudo aan het volgende perceel, groot 6 aren, 25 centiaren. Verhuuïd do Tuingrond voor 18 per jaar aan den Heer G. F. HE- MERIK, ingegaan Kerstmis 1904 en de Schuur in eigen gebruik. No. 10. Het HUIS en ERF, met achtergelegen Tuingrond on voorge legen gedeelte Laan, te Leiden, in do Gasthuislaan, naast het vorige perceel, No. 34, groot 1 aren, 5 cen tiaren; bevattende: Voorkamer, Binnenkamer, Keuken met Stook plaats, Plaats en beschoten Zolder. De Kamers zijn behangen, voorzien van Kasten, Stookplaats, Slaap plaatsen en verdere gemakken. Verhuurd voor 1.85 per week No. U. Het HUIS cn ERF, met achtergelegen Tuingrond en voor gelegen gedeelte Laan, te Leiden, in do Gasthuislaan, No. 32, naast en ingericht als het vorige perceel, groot 1 are, 5 centiaren. Verhuurd voor 1.85 per week. No. 12. Het HUIS cn ERF, met voorgelegen gedeelte Laan en naastgelegen Poort, te Leiden, in do Gasthuislaan, No. 18, groot 1 are, 43 centiaren, bevattende: Win kel, Binnenkamer met Bedstede en Stookplaats, Keuken met Stook plaats en Zolder Verhuurd voor 1.76 per week. No. 13. Het HUIS, met voorge legen gedeelte Laan, te Leiden, in do Gasthuislaan, No. 16, naast het vorige perceel, groot 32 centiaren; bevattende: Voorkamer, Binnenka mer met Bedstede en Stookplaats en Zolder. Verhuurd voor 1.40 per week. No. 14. Het HUIS, met voorgele gen gedeelte Laan, te Leiden, in de Gasthuislaan, No. 14, naast cn ingericht als het vorige perceel, groot 32 centiaren. Verhuurd voor 1.40 per week. No. 15. Het HUIS cn ERF to Leiden, in de Gasthuislaan, poort B, achter het vorige perceel, No. 4, groot 32 centiaren, ingericht als het vorige perceel. Verhuurd voor 1.10 per week. No. 16. Het HUIS ca ERF te Leiden, naast en ingericht als het vorige perceel, No. 3, groot 31 cen tiaren. Verhuurd voor 1.40 per week. No. 17. Het HUIS en ERF te Lcidon, naast en ingericht als het vorige perceel, No. 2, groot 31 cen tiaren. Verhuurd voor f 1.40 per week. No. 18. Het HUIS en ERF te Leiden, naast en ingericht als het vorige perceel, No. 1, groot 32 cen tiaren. Verhuurd voor 1.40 per week, No. 19 Het HUIS en ERF te Leiden, in de Kruisstraat, No. 3, groot 15 centiaren; bevattende: Ka mer met Bedstede en Stookplaats, Plaats cn Zolder. Verhuurd voor f 1.10 per week. De percoelen zijn alle voorzien van duinwaterleiding, behalvo No. 9. Tc bezichtigen No. 1 des Dins dags en Donderdags van 21 uren, en de overige perceelen daags vóór en op de dagen van veiling en af slag, van 102 uren, Tc aanvaarden bij de betaling der kooppenningen, den Ie -.i Mei 1905, behoudens onder gestanddoc- ning der loopendo huur voor zoo ver betreft de perceelen Nos. 1 en 9. Meerdere inlichtingen zijn to be komen ten kantore van genoemden Notaris KLAVERWIJDEN, Plant socn 45, alwaar op iederen werk dag, tusschen do veiling en den afslag, van 10—2 uren, verhoogin gen kunnen worden gedaan, tegen genot van éénvijfdc^ elke verhoogsom. 2838 *04

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5