Excellentie 1
De Vereeniging „Leidens Belang*' te
Leiden, goedgekeurd bij Kon. Besluit van
2-1 Mei 1901,
heelt met groote belangstelling en instem
ming kennis genomen van do pogingen door
het Gemeentebestuur van Leiden bij Uwe
Excellehtio aangewend, om de Verzeke
ringsbank, thans te Amsterdam, geheel ot
gedeeltelijk te doen vestigen te Leiden.
„Leidens Belang'' acht zich verplicht
dezo pogingen te steunen en de gemeente
Leiden in Uwe gunst ftao te bevelen, er
tevens op wijzende:
lo. dat de ligging van Leiden gunstig mag
worden geacht;
conerzijds,
wegens het gemakkelijk verkeer van daar
uit naar de verschillende deelen de3 lands;
anderzijds,
waar de vestiging der Bank i n Den Haag
niet gcwenscht wordt, do nabijheid van
Den Haag toch waarschijnlijk wel aanbe
veling verdiend;
2o. dat dc gemeente Leiden op verschil
lende plaatsen grond kan aanbieden tot
plaatsing van de noodige gebouwen, waar
bij één gelegenheid in dc onmiddellijke na
bijheid van het station;
3o. dat opzichtens de duurte van het le
ven in Leiden op gunstige omstandigheden
kan worden gewezen, vooral ook, wat do
kosten van het onderwijs aangaat, zoowel
het openbaar als het bijzonder onderwijs;
4o. dat, wat do gelegenheid tot onder
wijs betreft, zoowel voor het openbaar als
het bijzonder, Leiden zonder aanmatiging
op een voorrang mag bogen, als nergens
anders kan gedaan worden;
5o. dat eindelijk Leiden geaoht mag
worden do stad te zijn, die wegens hei;
vcrledeno en het heden met eenigo hoop
op sucoes een beroep kun doen op de goed
gunstigheid der Regeering.
De inhoud en do formuleering van het
adres werd algemeen zeer geprezen en eeu
paar aanvullingen door do leden aan de.
hand gedaan, achtte men over het alge
meen boter niet op te nemeu en zoo
werd het bestuur bij acclamatie gemachtigd
bovenstaand adres onveranderd naar de
Hooge Regeering te zenden.
Alsnu kwam aan do orde het punt op
liet convocatiebiljet aaugegeven als: Wij
ziging der wot op het personeel."
Het bestuur had zich naar aanleiding
van dc voorgestelde herziening der wet op
het personeel in contact gesteld met den
Middenstandsbond.'' Er is toch van do
Amsterdamsche Winkelicrsvereeniging"
een adresbeweging uitgegaan tot de verte
genwoordiging, hoofdzakelijk beoogendo
aan te toonen de onbillijkheid, dat fabrie
ken en werkplaatsen, kantoren en fabrieks
gebouwen vrijgesteld zijn van belasting,
terwijl winkels, magazijnen en kantoren
voor het winkelbedrijf wel worden getrof
fen.
Tot zijn leedwezen heeft het bestuur ge
noemd adres nog niet ontvangen, {zoodat
het dit nu ook niet ter tafel heeft kunnen
brengen. De heer W. van Rossura du Chat-
Jel had op zich genomen dit adres bij do
[Vergadering nader too te lichten en dc voor
zitter vond geen reden om een algemeen©
bespreking niet to doen plaats hebben.
Nadat de inleider zich vrij uitvoerig en
naar het genoegen der vergadering van
deze taak had gekweten, hield de heer A.
I. Witmans Mzn. een leerzamo en zake
lijke beschouwing over dc wet op het perso
neel in het algemeen en over het aanhan-
gigo punt in het bijzonder, waarvoor hem
do dank gebracht werd van den voorzit
ter.
Na eenige verdere gedachtcnwisscling
werd medo met hot oog op het gevorderd
uur besloten een dofinitieve beslissing uw
te stollen tot een volgende vergadermg.
Het bestuur zal 't Amsterdamsche adres
zoo spoedig mogelijk zien te krijgen en
dan een spoedeischende ledenvergadering
bijeenroepen, waarin het adres dan nader
kan worden besproken.
Hierna werd de vergadering door den
voorzitter gesloten.
Bloemenvelden Sassenlieiin.
Pas hcoft de almanak ons gezegd, dat
do lente begint en reeds brengen do bloe
men 'dc boodschap, dat het schoone jaar
getijde ij aangekomen. In dc weken van
Zondag 2 tot Zondag 16 April zullen onzo
bloemenvelden een onveigetelijk schoonen
aanblik leveren, een rein genot voor do lief
hebbers van bloemen. Onze hyacinten en
narcissen zullen dan haar kleuren ten
toon spicidcn. Werden zij andere jaien
door hagel en vorst beschadigd, thans
liehbcn zij niota geleden.
Wie do blo'emenheerlijkheid ten volle wil
genioten, nqrno plaats in den trein t-t
Leiden; do Nooid- en Zuidhollandscho
E too m tr am voert hen tot Sassonhcira.
l»nngs den rijwijeg kan men de kleureffec
ten genieten. Men wandelt tot de Tuïne van
het oude slot Toylingen.
Men wil ook wel eens de bloemen van
nabij zien en er midden in stann. Niets
eenvoudiger dan dat. Midden in het doip,
waar de tram stil staat, reikt do heoi:
Schipper in het hotel ,,Het Bruine Paaid",
'op verzoek aan allen een kaait uit, did toe
gang geeft tot de uitgestrekte kweekerijen
dor fiima Gt. van Waveren on Kruyff to
Sa&senhcim. Daai' wacht ieder bezoeker een
behoorlijko ontvangst on geleide. Wie gaar
ne eon bouquet medo wil nemen, kan dezen
gratis bekomen. Aai dig van die firma, niet
waar?
Men kan ook zijn voertuig tijdens hot be
zoek aan do bloemenvelden in bewaring ge
ven in do uitstekende remise van genoemd
hotel.
Ook kan men tot het stille station Piet-
Gijzenbrug gaan on van daar midden dooi'
de bloemenvelden wandelen tot Sassenheim.
Zondag 9 April zal dit jaar als de
drukste dag beschouwd kunnen woiden.
Ingezonden.
Gea.lito Redactie!
Voor mijn antwooid aan den heer J. P.
Vergouwen verzoek ik u alsnog eenige
plait tsruimte.
Do heer Vergouwen betreurt de wijze,
waarop ik gemeend liob mij te moeten vei-
weren. Hier was echter geen sprake van
verweren van m ij z e 1 fdoch van de L.
W. V. „All It i g h t", die door den schrij-
vei van „Onder onze vroede Vaderen" In
zijn overzicht van de jongste Raadsverga
dering, als to heet gebakerd geweest zijn
de, werd beticht.
Ten einde deze beschuldiging te weerleg
gen gaf ik een kort, maar waar ovcizicht
der feiton, en waar kan ik of een onzer
liat anders do:n dan in dc courant, waar
die beschuldiging in gestaan heeft?
Dei halve bon ik het niet met den heer
Vergouwen cons, dat ik beter gedaan had
mijn vorig schrijven niet in te zenden.
U dankzeggend voot de verleende plaats
ruimte, toeken ik
Hoogachtend,
H. W. CAHEN.
Leiden, 30 Maart 1905.
Geachte Heei Redacteur!
Een inzender X. in uw geacht Dagblad
van gisteravond klaagt, dat er in Leiden
nog geen Vereeniging van Winkeliers be
staat. Hij Mij kt minder goed op de hoogte
to ziju. In do vereeniging „Loidens Be
lang" bestaat voor hem gelegenheid om
ondei dak to komen.
Adres: de heer 8. DE BOER Azn.,
Doezastraat.
Hot Bestuur van „Leidens Belang".
Leiden, 30 Maart 1805.
RECLAMES,
k 10 Cents por regol.
Vraagt a. v. p. Stalen van onze I
Voorjaars- en Zomer-nouveaulés:
Bedrukte AIubutaL, Bsidlitim,
Tafiet as caméléoi», Rayé,
Oiubi'é, Eeossaln, Broderie
uii&ialse, Mousseline 120 cU.
brood, van af 60 cents per Meter, j
voor koetuums en blouses in zwart,
wit, effen en gekleurd. Wij verkoopen
gegarandeerd solide zijden stoffen
direct aan particulieren, Fr.
vraclit en rechten aau huis.
Schweizer Co.. Luzern II31 (Zwitserland)
ZUdo8toffen-ExpoTt—Konlnkl. Hofl.
1672 20
Tweede Kamer.
CORRESPONDENTIE. Een paar in
gezonden stukken moesten tot wen volgend
nummer blijven liggen.
Vervolg der zitting van Donderdagmiddag.
Voortzetting der intcrpeilatie-Marchani
over de zaak-Reitsma.
In herinnering zij gebracht, dat luite
nant Reitsma tegen 1 Mei a.s. (eerst was
het tegen 1 Februari), door den divisie-
commandant generaal Prins, van Assen
naar Doesburg is overgeplaatst wegens het
schrijven van een ingezonden stuk in bei
„Handelsblad". In dat stuk kwam hij er
alleen tegen op, dat een ander schrijver
in dat blad een geval had vermeld, dat
volkomen goleok op iets, dat hem (den heer
Reitsma) was overkomen. Volgens do no
ta van Inlichtingen, die de Minister van
Oorlog op verzoek van den heer Van der
Feite aan de Eerst© Kamer heeft ver
strekt, zou dc overplaatsing alléén om het
schrijven van dat ingezonden stuk zijn ge
schied, daar de heer Reitsma, door zich
als een gestrafte bekend te maken, zijn
prestige te Assen fco zeer zou hebben ge
schaad. Zijn presidium van eeu den gene
raal Prins ongevallige dispuutvcreeniging
van luitenants, (die kort daarna door ko
lonel Van Tricht is ontbonden), zou met
die overplaatsing niets te maken hebben
gehad. Het ontbinden van bedoelde club
door den regimentscommandant is overi
gens door den Minster in de Nota afge
keurd.
De heer Schaper kan zich best voor
stellen, dat luitenant Reitsma niets ge
brand was op een audiéntio bij den Minis
ter, waar hij kans had een uitbi ander to
krijgen. Spr. verdedigt het goed recht van
iedereen, om voor zijn belangen op te ko
men, en hij protesteert er tegen, dat de
Minister hier komt en maar eenvoudig
zegt: daar hebt gij niet mee te maken.
Daardoor wordt do lust tot dienstnemen er
niet grooter op, en tracht iedereen zoo
gauw mogelijk uit het leger weg te ko
men, officieren net zoo goed als minde
ren.
Spr. dar kt den heer Tydeman voor zijn
woorden. Hij hoopt, dat do Minister nu
klaren wijn zal schenken. Wij zijn hier
geen soldaten, maar volksvertegenwoordi
gers. Op schandelijke wijze hebben dc
militaire autoriteiten het recht geschon
den. Wij willen niet belogen worden.
De Voorzitter verzoekt Spr. zich te
matigen.
Do heer Schaper zegt, dat hij niet
beweert, dat er gelogen wordt, maar dat
hij zegt niet belogen to willen worden.
Waarom is dc conduitelijst van luitenant
Reitsma niet gepubliceerd? Dat hój zich te
veel op den voorgrond heeft geplaatst door
vooizit-ter van een debatingclub te wor
den, is een idioot verwijt. Het verheugt
Spr., dat men het nu zoo voor officieren
opneemt, maar hij hoopt, dat men het
voortaan ook voor matrozen en mindere
militairen zal doen. Spr. geeft den heer
Marchant in overweging in zijn motie het
woord „officieren" te vervangen door
„militairen". Met hun getyranniseer doen
de Ministers van Oorlog en Marine veel
meer kwaad aan leger en vloot, dan hon
derd socialistische redevoeringen, maar
toch komt Spr. op voor dc vrijheid des
woords.
Do i-iriiate,r herhaalt, dat hij heil
niet not ig heeft geoordeeld den heer
Reitsma persoonlijk to hooren. Hij had op
een audiëntie den - mistel' vertrouwelijk
kunnen spreken. Wat de overplaatsing be-
tieffc, herhaalt do Minister, dat de kolonel
van oordeel was, dat de heer Reitsma on
voorzichtig had gehandeld en geen over
plaatsing noodig oordeelde. Do divisie-
commandant dacht er anders over en ooi-
declde het in 't belang van luitenant Reits
ma hom naai een ander garnizoen over te
plaatsen binnen den kring van zijn divi
sie, waai too hij bevoogd was. Naar Naar
den kon liij hem niet overplaatsen. In Does
burg least men zeker ook het „Handels
blad" en daar zijn ook officieien, maar
minder en oudere officieien dan in Assen,
omdat in den regel bij den staf jongere of
ficieren worden geplaatst. Een fout is Let
geweest, dat de divisie-commandant bij het
mcdedeelcn dei overplaatsing tevens heeft
gcspioken van de debatingclub. Daardoor
is verkeerd verband gezocht. In den con-
duite-staat a an luitenant Reitsma staat
niet, dat hij is overgeplaatst in verband
met de debatingclub.
Dc heei Schaper: Wat staat er dan
in
Do M - n istei: Dat zeg ik niet.
Do Minister kan hier geen conduitesta-
ten med:dcelen- Hij weet precies wie de
informatica aan den heer Lieftinck en an
deren gegeven heeft. Hij is geen vreemde
ling in Joiuzalezn. Do oveiplaatsing moet
intu.—chen blijven gehandhaafd. Dc Minis
ter kun daar niets aan deen. De luitenant
Reitsma heeft niets van de bevalling van
zijn vrouw aan den generaal gezegd, en
dus kon deze dat niet weten. De heer
Reitsma had overplaatsing naar Naaiden
gevraagd tot verruiming van zijn gezichts
kring. (Gelach). Hem is vergund in do
tweede hcUc van 1905 terug lo komen op
zijn vei zoek om te Naardcn geplaatst to
worden. Anonym schrijven acht de Minister
in hooge mate verkeerd. Het deed den Mi
nister leed, dat geïnsinueerd is, dat van
hoogcT hand invloed zou zijn uitgeoefend.
Dat is beslist onjuist. Ei is gecnerlci pres
sie uitgeoefend. De Ministei is niet tegen
•het schrijven in dagbladen, maai wel legen
persoonlijkheden en overdrijving. Zoo
stond o. a. in het „Handelsblad" in „Van
Dag tot Dag", dat er kolonels zijn, die met
4, 6 en 8 dagen an est zijn gestraft. Do
laatste maal, dat een kolonel gestiaft is,
is nota bene negen jaar geloden. Mochten
misstanden voorkomen, dan zal dc Minis
ter recht doen gelden. (Bravo's).
De inspecteur dei infanterie heeft den
icgimentscommandant een wenk gegeven,
dat hij moet medewerken om de club in
stand to doen blijven. Do officieren hebben
zorgen dat er in die club een goede
geest blijft bestaan en1 niota geschiede
wat 6trijdig is met do belangen van het
legei o i de krijgstucht, Wordt aan die
eischcn niet voldaan, dan moet een regi
men tsoommandanfc ingrijpén. Dat do offi
cieren het i.ooht hebben om autoriteiten uit
to noodigen cn hun anders toegang te wei
geren, acht de Ministei' niet aanbevelens
waardig. Worden er zaken besproken dan
is veelzijdige cn niet eenzijdigo vooi lichting
gcwenscht. Do Minister deelt nog mode,
naar aanleiding van con desbetreffende op
merking van don heer Lioftinck, dat het
rapport bctieffendo den Zuidafi ikaanschen
Oorlog niet kon cn mocht gedrukt worden
en evenmin gepubliceerd worden. Latei zal
het wellicht in diuk verschijnen maar de
Minister staat daarbuiten.
Do Minister wijst er vooits nog op, dat
hetgeen in liet „Handelsblad" wordt ge
zegd over do voorwaarden vooi do weder
oprichting van de club, geheel onjuist is,
gelijk uit een biicf van den kolonel dien
de Minister voorleest blijkt. Ook de
overplaatsing van den luitenant Reitsma
weid in het „liandolsblad" onjuist voor
gesteld. Die voorstelling kon elechts afkom
stig zijn van het bestuur dei club. Daarop
heeft de kolonel \le club ontbonden. De mo
tie acht dc Minister onaannemelijk. Do Re-
geeung zou een herhaling niet kunnen
vooi komen.
Do heer Tydeman preciseert zijn ver
klaringen omtrent het innerlijko voihand
tusschen de overplaatsing en 'do debating
club.
Dc heer Heemskerk verklaart zich te
gen dc motie, al is die ook niet onwelwil
lend tcgonover den Minister; over de zaak
zelf lleeft do Kamer dc houding van den
minister niet afgekeurd en nu zou men een
motie gaan aannemen, cn zou de Kamer
gaan doen wat des ministers is. Eigenlijk
zou het niet andere zijn don den Min. uapra-
tcn. Daarom stelt Spr. de volgende motie
voor: „Do Kamer, gehoord de inlichtingen
van den Minister van Oorlog, gaat over tot
de orde van den dag."
De heer Marchant duplicecrcnde, protes
teert tegen het verwijt dat dc burgclijke par
tij, waartoe Spr. behoort, zich onbetuigd
laat wanneer het mindere militairen geldt.
Dat verwijt is onverdiend.
Intorpellont houdt vol, dat de Minister
er niet in geslaagd is do straf der overplaat
sing want een straf blijft het goed te
praten. Verder dringt Spr, aan op het we
der toelaten van „De Militairo Gids" in do
officiersbibliothekon. Spr. beschuldigt den
Minister halve waarheden te hebben gezegd,
omtrent do conduitestaten.
Do voorzitter maakt bezwaar.
De hoor Marchant: Ik zal uitleggen,
hoe ik tot die krasse bewering kom. De Mi
nister zogt wel: „-dit en dat staat niet in do
beoordelingslijst", maar als men vraagt,
water wel in staat, zwijgt hij...
Velo stemmen: Dat mag hij niet zeg
gen.
De heer Marchant: Dc Minister zegt
te weten, wie dc inlichtingen gaf. Als hij
denkt, dat het dc Keer Thomson is, vergist
hij zich.
Stemmen: Wie dan wel (Groot ge
lach.)
Do heor Marchant: Ik wil wel mijn
bronnen noemen, als er maar geen gevaar
voor hen zou te duchten zijn.
Hij handhaaft dc motie met de wijziging,
door den heer Schaper aangewezen („Otli-
cieren" veranderen in „militairen"). Ook
voegt hij er aan tcc „gehoord dc verklarin
gen dos ministers".
Spreker b'ijft als eisch stellen, dat de mi
nister herhalingen - an feiten, als zich heb
ben voorgedaan, zal voorkomen.
Do motie-Heemskerk zegt niets, die van
Spr. houdt een afkeuring in.
Dc Minister van Justitie heeft niet te
zeggen over alle menschen die op aardo rond-
loopcn. De Minister van Oorlog wel over
zijn ondergeschikten.
De heor L o m a n constateert, dat do
heer Marchant thans zelf interrompcert.
Do heer Lohman kan zich ook met de
gewijzigde motie niet vereenigen. Men kan
van den minister niet eischen dat hij voor
herhaling van feiten zal waken, dit ligt niet
in zijn macht.
Spr. legt uit, dat hij eerst in ter rompeer
de toen de heer Marchant na de juiste en
ernstige wijze, waarop de minister de zaak
had behandeld, in een ongemotiveerde ver
ontwaardiging was uitgebarsten.
Do teer Schaper vraagt hot woord.
Men roept: „stemmen, stemmen!"
Dc heer Schaper voert nog even hot woord.
Hij zegt dat als de militaire overheid niet
voor herhaling van feiten waken kan, zij
geen cent meer waard is.
Het moet al slecht met de krijgstucht zijn
geschapen als men meent, dat de Minister
van Oorlog niet zou kunnen waken tegen
dergelijke voorvallen.
De Minister ontkent halve waarheden
to hebben medegedeeld. Wat in den oon-
duitestaat stond, mocht hij niet mededeclen.
Do Momoris van Rechtvaardiging van luit.
Reitsma moest eerst op liet departement
worden onderzocht alvorens er op te beslis
sen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Do motie-Marcliant komt daarna in stem
ming en wordt verworpen met 53 tegen 32
e temmen. Tegen do rechterzijde, voor de hee-
le linkerzijde met den heer Staalman.
De mot ie-Heemskerk wordt hiermede ge
acht tc zijn aangenomen.
Vóór do motic-Marchant stemden de hoe
ren Ketelaar, Trcub, Nolting, Roessingh,
Schaper, Ter Laan, Roell, Drucker, Mar-
ohant, Fock, Van der Vlugt, Dolk, Van Fo-
reost, Do Klerk, Lieftinck, Van Styrum,
Hcnncquin, Hubrecht, v. Karnebeck, Smeen-
go, Staalman, Zijlma, Do Boer, Rink, Bor-
gesius, Tydeman, Van Gijn, Smidt, Bos,
Helsdinken, Van Kol en Verhey.
Do Voorzitter dankt den Minister voor
de verstrekte inlichtingen.
Het Hoogcr Onderwijs.
Het voorlcopig verslag der Eeiste Kamer
over de H.-O.-wet verklaart, dat verschei
den k en in het nieuwe art. XXVI een
middel tot beviodiging zagen cn, als de
Regeering zoo spoedig mogelijk 'do aanvaar
de vciplichtiDg nakomt cn inmiddels niet
praojudicker een stap tot den vredo
in zien. Zij vroegen of de Regeciing wil
verklaren, tot diea vredehevenden stap
bereid to zijn. Voor 'den „effectus civilis"
vordero men, zeiden zij, b.v. een ondeizoek
door een Staatscommissie om bew:js van
voldoend.' ontwikkeling te geven.
Andere leden hieven ook het nu aangebo
dene onbevredigend achten. H. i. moet aan
bijzondere universiteiten geen enkel voor-
ïecht worden toegekend, zoolang niet blijkt
dat een groot deel des volks aan zulke
universiteiten behoefte heeft. Zij verlang
den clan ook niet mede te werken in een
h-i. vorderfelijko richting.
Uit de Rechtzaal.
De Haagsche rechtbank veroordeelde he
den
C. v. d. S., koffiehuisbediendc, wonende te
Zoeterwoudc, wegens poging ïot brandstich
ting aan het café-restaurant „Dc Harmo
nie", aan de Breestraat te Leiden, tot oen
jaar (do eisch van het O. M. was ook een
jaar gevangenisstraf);
G. v. d. B., arbeider te Noondwijk, wegens
wederspanniglieid tegen den jachtopziener
cn onbezoldigd Rijksveldwachter C. S., tot
zeven dagen (dc eisch van het O. M. was ook
zeven dagen)
A. de V. te Warmond, wegens overtreding
dor hondenbelasting, tot vijf gulden of 1 d.
hechtenis, (eisch van het O. M. vijf gulden
boete, subs, één dag)
A. E. B., wed. W. N., wegens eenzelfde
misdrijf te Aar land or veen, tot vijf gulden
of 1 dag hechtenis (eisch van het O. M. vijf
gulden boete, subs, één dag)
drio Hagenaars, wegens diefstal van een
deneieren uit een kist, onder Stompwijk ge
pleegd, den lsten bokl. tot 1 maand, do twee
overigen tot 14 dagen gevangenisstraf (de
eisch tegen elk was een maand gevangenis
straf)
P. den H., L v. d. B. en D. de V., allen
van Katwijk aan Zee, wegens opruiing te
gen do politie aldaar, twee hunner tot 7
dagen en den dorden tot vijf gulden boete
of 5 dagen hechtenis (eisch van het O. M.
tegen elk een maand gevangenisstraf).
De gepens. Indisoh militair te 's-Graven-
hage door de rechtbank aldaar tot 3 jaar
veroordeeld wegens poging tot inoond op
zijn vrouw, kreeg heden van het gerechtshof
aldaar vermindering van straf tot 18 maan
den.
Brandstichting te Lisse.
De off. van justitie bij do rechtbank to
Haarlem eischte heden tegen Ivcr Salve-
sen wegens brandstichting in het arrestan-
tenlokaal onder het Raadhuis te Lisse, 10
jaren gevangenisstraf.
Verduistering en diefstal.
De rechtbank te Leeuwarden heeft Hen
drik v. L., oud 27 jaar, kellner aldaar,
thans gedetineerd, wegens verduistering
van een rijwiel ten nadeele van de firma
Nauta Co., en van diefstal van een hor
loge ten nadeelo van T. P. Oosterhuia^
veroordeeld tot anderhalf jaar gevangenis
straf. De eisch was 3 jaar.
Vloeken gestraft.
Dc rechtbank tc 's-Hertogcnbosch heeft
zekeren F. J. G. te Utrecht, wegens over
treding der Wcrkeadansche politie-veror-
dening, welke het vloeken verbiedt, teC
zake van dit misdrijf veroordeeld tot zes
dagen gevangenisstraf.
Buitenlandseh Overzicht.
Do Landesausschuss voor het iegeeringa-
district Wiesbaden heeft besloten, den*
Duitsohen Kroonprins als brui*
loftsgcschenk een vei zameling uitgelezen
Rijnsche wijnen aan to bieden.
Hetzelfdo lichaam zal, naar aanleiding
van dc zilveicn bruiloft van den Keizer,
en Keizerin (27 Februari 1906), 50,000 mk*
beschikbaai stellen voor een ziekenhuis, dat
den naam „Wilhelm-Augustc-Stiftung"-
krijgt.
In den Duitschon Rijksaag werd
gisfceien do Marokkaa nsclie kwey
tie besproken. Do afgevaardigden Bebel en'
Kardol ff voerden het woord er over.
Laatstgenoemde wees op den dringenden
eisch, dat voor Duitschlands belangen i^
Maiokko zal worden opgekomen; Duitscb
land, zeido hij, is best tegen zijn vij ander
opgewai sen.
De rijkskanselier, giaaf von Bülow, ant
woordde het volgende:
„Ook heden acht ik het uit staatkundige
overwegingen nog niet den geschikten tije"
om in bijzonderheden diep op dc Marok-
kaanscho kwestie in te gaan, maai, qu de
zaak toch is aangeiocrd, heb ik geen be
zwaar te zeggen, 'dat ik het volmaakt eern^
ben met de uitlatingen van graaf Kardorff
over deze aangelegenheid. Do Keizci. heeft
ïceds voor jaar en dag den Koning van
Spanje verklaard, dat Duitschland niet
streeft naar gebiedsuitbreiding in laiok-,
ko Na dezo besliste vei klaring heeft heti
geen zin het bezoek van den Keizer aan
Marokko toe tc schrijven aan zelfzuchtige;
bedoelingen gericht tegen de integriteit en
do onafhankelijkheid van Marokko."
Giaaf von Bülow zeidc verder: Eeu go-
rechtvaaijdigdo reden tot onrust is dui
door niemand, die zelf geen agressieve be
doelingen heeft, uit het bezoek aan TangeU
af te leiden. Onafhankelijk van de territo
riale kwestie en onafhankelijk van het be
zoek is echter de via-.g of wij in Marokko!
de Duitscl.e economische belangen moeteni
beschermen. Dat moeten wij zeer zeker. Wij
hebben in Marokko, zoowel, als in China',
aanzien i jk belang bij het behoud van de
open deur d. w. z. het gelijke recht vani
aJlo handeldrijvende volken. Bismaick zei'
eens, dat m. het geen Staat ten kwade
kan duiden, indien hij voor bestaande be
langen optreedt; men l:on alleen ten kwade
duiden, indien uit boosaardigheid iemand
zich in een zaak mengde, zonder daar' dui- j
«Lelijk belang bij to hebben. Dat is in Ma
rokko n; b het geval. De Duitsche belan
gen in Marokko zijn, zooals gezegd, zeel!
aanzienlijk u wij hebben daarom zorg té
dragen, dat gelijke rechten aan dezo wor-
den gewaarborgd als aan die van andere
Staten.
Het was, zoo wordt aan de „N. R.
gemeld, in het Engelsche Lagcrhuia,
een buitengewoon schouwspel, toen alle
ministers, op Acland Hood na, afwezig
waren bij de beiaadslaging over Walton's
motie, waarbij Balfour's fiscaal beleid af-
gekourd werd. Vóór; die motie met algo-
meeno 6temmen werd aangenomen, laakten;
verschillende spiekers ten sterkste Bal-,
four's wegblijven.
Burns noodigde AcQand Hoed uit, den
Koning mede te deelen, dat Z. M. een
premier bezit, die weigert zijn plichten
als premier waar te nemen. Spottende kre
ten weergalmden, toen Acland Hood daar
op heenging.
Vole ochtendbladen zijn het er; meeren-»
deels over een?, dat de toestand niet du
ren kan. De liberale pers beschouwt de
aanneming van Walton's motie als een
nekslag voor Balfour's kabinet, terwijl
Chamberlain's lijfbladen zeggen, dat het
gebeurde enkel bewijst, dat Balfour vast
besloten is zich niet door de kindei achti-.
ge tactiek van de oppositie to laten beet
nomen.
Intusschen heeft Balfour later ver
klaard, dat do Regeering niet voornemens
was eenigon stap te doen naar aanleiding
van de aangenomen motie-Walton.
Volgens een bericht van do Press As-
sosiation" zal do Fiansche vloot ter!
bevestiging van de „entente cordialo"
tusschen Engoland en Frankrijk
dezen zomer een bezoek brengen aan de
Engelsche wateren en te Spithaad vooilj
anker gaan.
To Amiens werd het stoffelijk overschot
van den populoiren schrijver: Jules
V o r n e ter aarde besteld. Een ontzaglij
ke menigte, samengesteld uit alle kringen
der bevolking, was saamgestroomd om den
doodo de laatste eer: te bewijzen.
De groote schrijver is slechts vooiloopig
bijgezet. Men zal later een plaats zoeken,
waar zijn overschot een definitieve laatste
rustplaats zal vinden en waar men hen*
een monument kan oplichten.
Prins George van Griekenland, zoo wordt
uit K anoa gemeld, vaardigde een procla
matie uit, waarin hij den Kretenzere mee
deelt, dat do mogendheden Kaar trtej:en last
gaven de orde te hei stellen, maar d*.t hij don
mogendheden had verzocht de as-'Je ze-, en
dertig uren uit te stellen om hen in ctoat
te 6tellen de opstandelingen te •xaaischy-vca,
Do Prins dringt opnieuw bij dc opstande
lingen op terugkeer naar hun woonplaatsen
aan.
Therisso, het bolwerk der rebellen, twin
tig K. M. van Kanea gelegen, in het geberg
te van het binnenland, wordt, zooak dc cor
respondent van do „Standard" meldt^ op