Excellentie 1 De Vereeniging „Leidens Belang*' te Leiden, goedgekeurd bij Kon. Besluit van 2-1 Mei 1901, heelt met groote belangstelling en instem ming kennis genomen van do pogingen door het Gemeentebestuur van Leiden bij Uwe Excellehtio aangewend, om de Verzeke ringsbank, thans te Amsterdam, geheel ot gedeeltelijk te doen vestigen te Leiden. „Leidens Belang'' acht zich verplicht dezo pogingen te steunen en de gemeente Leiden in Uwe gunst ftao te bevelen, er tevens op wijzende: lo. dat de ligging van Leiden gunstig mag worden geacht; conerzijds, wegens het gemakkelijk verkeer van daar uit naar de verschillende deelen de3 lands; anderzijds, waar de vestiging der Bank i n Den Haag niet gcwenscht wordt, do nabijheid van Den Haag toch waarschijnlijk wel aanbe veling verdiend; 2o. dat dc gemeente Leiden op verschil lende plaatsen grond kan aanbieden tot plaatsing van de noodige gebouwen, waar bij één gelegenheid in dc onmiddellijke na bijheid van het station; 3o. dat opzichtens de duurte van het le ven in Leiden op gunstige omstandigheden kan worden gewezen, vooral ook, wat do kosten van het onderwijs aangaat, zoowel het openbaar als het bijzonder onderwijs; 4o. dat, wat do gelegenheid tot onder wijs betreft, zoowel voor het openbaar als het bijzonder, Leiden zonder aanmatiging op een voorrang mag bogen, als nergens anders kan gedaan worden; 5o. dat eindelijk Leiden geaoht mag worden do stad te zijn, die wegens hei; vcrledeno en het heden met eenigo hoop op sucoes een beroep kun doen op de goed gunstigheid der Regeering. De inhoud en do formuleering van het adres werd algemeen zeer geprezen en eeu paar aanvullingen door do leden aan de. hand gedaan, achtte men over het alge meen boter niet op te nemeu en zoo werd het bestuur bij acclamatie gemachtigd bovenstaand adres onveranderd naar de Hooge Regeering te zenden. Alsnu kwam aan do orde het punt op liet convocatiebiljet aaugegeven als: Wij ziging der wot op het personeel." Het bestuur had zich naar aanleiding van dc voorgestelde herziening der wet op het personeel in contact gesteld met den Middenstandsbond.'' Er is toch van do Amsterdamsche Winkelicrsvereeniging" een adresbeweging uitgegaan tot de verte genwoordiging, hoofdzakelijk beoogendo aan te toonen de onbillijkheid, dat fabrie ken en werkplaatsen, kantoren en fabrieks gebouwen vrijgesteld zijn van belasting, terwijl winkels, magazijnen en kantoren voor het winkelbedrijf wel worden getrof fen. Tot zijn leedwezen heeft het bestuur ge noemd adres nog niet ontvangen, {zoodat het dit nu ook niet ter tafel heeft kunnen brengen. De heer W. van Rossura du Chat- Jel had op zich genomen dit adres bij do [Vergadering nader too te lichten en dc voor zitter vond geen reden om een algemeen© bespreking niet to doen plaats hebben. Nadat de inleider zich vrij uitvoerig en naar het genoegen der vergadering van deze taak had gekweten, hield de heer A. I. Witmans Mzn. een leerzamo en zake lijke beschouwing over dc wet op het perso neel in het algemeen en over het aanhan- gigo punt in het bijzonder, waarvoor hem do dank gebracht werd van den voorzit ter. Na eenige verdere gedachtcnwisscling werd medo met hot oog op het gevorderd uur besloten een dofinitieve beslissing uw te stollen tot een volgende vergadermg. Het bestuur zal 't Amsterdamsche adres zoo spoedig mogelijk zien te krijgen en dan een spoedeischende ledenvergadering bijeenroepen, waarin het adres dan nader kan worden besproken. Hierna werd de vergadering door den voorzitter gesloten. Bloemenvelden Sassenlieiin. Pas hcoft de almanak ons gezegd, dat do lente begint en reeds brengen do bloe men 'dc boodschap, dat het schoone jaar getijde ij aangekomen. In dc weken van Zondag 2 tot Zondag 16 April zullen onzo bloemenvelden een onveigetelijk schoonen aanblik leveren, een rein genot voor do lief hebbers van bloemen. Onze hyacinten en narcissen zullen dan haar kleuren ten toon spicidcn. Werden zij andere jaien door hagel en vorst beschadigd, thans liehbcn zij niota geleden. Wie do blo'emenheerlijkheid ten volle wil genioten, nqrno plaats in den trein t-t Leiden; do Nooid- en Zuidhollandscho E too m tr am voert hen tot Sassonhcira. l»nngs den rijwijeg kan men de kleureffec ten genieten. Men wandelt tot de Tuïne van het oude slot Toylingen. Men wil ook wel eens de bloemen van nabij zien en er midden in stann. Niets eenvoudiger dan dat. Midden in het doip, waar de tram stil staat, reikt do heoi: Schipper in het hotel ,,Het Bruine Paaid", 'op verzoek aan allen een kaait uit, did toe gang geeft tot de uitgestrekte kweekerijen dor fiima Gt. van Waveren on Kruyff to Sa&senhcim. Daai' wacht ieder bezoeker een behoorlijko ontvangst on geleide. Wie gaar ne eon bouquet medo wil nemen, kan dezen gratis bekomen. Aai dig van die firma, niet waar? Men kan ook zijn voertuig tijdens hot be zoek aan do bloemenvelden in bewaring ge ven in do uitstekende remise van genoemd hotel. Ook kan men tot het stille station Piet- Gijzenbrug gaan on van daar midden dooi' de bloemenvelden wandelen tot Sassenheim. Zondag 9 April zal dit jaar als de drukste dag beschouwd kunnen woiden. Ingezonden. Gea.lito Redactie! Voor mijn antwooid aan den heer J. P. Vergouwen verzoek ik u alsnog eenige plait tsruimte. Do heer Vergouwen betreurt de wijze, waarop ik gemeend liob mij te moeten vei- weren. Hier was echter geen sprake van verweren van m ij z e 1 fdoch van de L. W. V. „All It i g h t", die door den schrij- vei van „Onder onze vroede Vaderen" In zijn overzicht van de jongste Raadsverga dering, als to heet gebakerd geweest zijn de, werd beticht. Ten einde deze beschuldiging te weerleg gen gaf ik een kort, maar waar ovcizicht der feiton, en waar kan ik of een onzer liat anders do:n dan in dc courant, waar die beschuldiging in gestaan heeft? Dei halve bon ik het niet met den heer Vergouwen cons, dat ik beter gedaan had mijn vorig schrijven niet in te zenden. U dankzeggend voot de verleende plaats ruimte, toeken ik Hoogachtend, H. W. CAHEN. Leiden, 30 Maart 1905. Geachte Heei Redacteur! Een inzender X. in uw geacht Dagblad van gisteravond klaagt, dat er in Leiden nog geen Vereeniging van Winkeliers be staat. Hij Mij kt minder goed op de hoogte to ziju. In do vereeniging „Loidens Be lang" bestaat voor hem gelegenheid om ondei dak to komen. Adres: de heer 8. DE BOER Azn., Doezastraat. Hot Bestuur van „Leidens Belang". Leiden, 30 Maart 1805. RECLAMES, k 10 Cents por regol. Vraagt a. v. p. Stalen van onze I Voorjaars- en Zomer-nouveaulés: Bedrukte AIubutaL, Bsidlitim, Tafiet as caméléoi», Rayé, Oiubi'é, Eeossaln, Broderie uii&ialse, Mousseline 120 cU. brood, van af 60 cents per Meter, j voor koetuums en blouses in zwart, wit, effen en gekleurd. Wij verkoopen gegarandeerd solide zijden stoffen direct aan particulieren, Fr. vraclit en rechten aau huis. Schweizer Co.. Luzern II31 (Zwitserland) ZUdo8toffen-ExpoTt—Konlnkl. Hofl. 1672 20 Tweede Kamer. CORRESPONDENTIE. Een paar in gezonden stukken moesten tot wen volgend nummer blijven liggen. Vervolg der zitting van Donderdagmiddag. Voortzetting der intcrpeilatie-Marchani over de zaak-Reitsma. In herinnering zij gebracht, dat luite nant Reitsma tegen 1 Mei a.s. (eerst was het tegen 1 Februari), door den divisie- commandant generaal Prins, van Assen naar Doesburg is overgeplaatst wegens het schrijven van een ingezonden stuk in bei „Handelsblad". In dat stuk kwam hij er alleen tegen op, dat een ander schrijver in dat blad een geval had vermeld, dat volkomen goleok op iets, dat hem (den heer Reitsma) was overkomen. Volgens do no ta van Inlichtingen, die de Minister van Oorlog op verzoek van den heer Van der Feite aan de Eerst© Kamer heeft ver strekt, zou dc overplaatsing alléén om het schrijven van dat ingezonden stuk zijn ge schied, daar de heer Reitsma, door zich als een gestrafte bekend te maken, zijn prestige te Assen fco zeer zou hebben ge schaad. Zijn presidium van eeu den gene raal Prins ongevallige dispuutvcreeniging van luitenants, (die kort daarna door ko lonel Van Tricht is ontbonden), zou met die overplaatsing niets te maken hebben gehad. Het ontbinden van bedoelde club door den regimentscommandant is overi gens door den Minster in de Nota afge keurd. De heer Schaper kan zich best voor stellen, dat luitenant Reitsma niets ge brand was op een audiéntio bij den Minis ter, waar hij kans had een uitbi ander to krijgen. Spr. verdedigt het goed recht van iedereen, om voor zijn belangen op te ko men, en hij protesteert er tegen, dat de Minister hier komt en maar eenvoudig zegt: daar hebt gij niet mee te maken. Daardoor wordt do lust tot dienstnemen er niet grooter op, en tracht iedereen zoo gauw mogelijk uit het leger weg te ko men, officieren net zoo goed als minde ren. Spr. dar kt den heer Tydeman voor zijn woorden. Hij hoopt, dat do Minister nu klaren wijn zal schenken. Wij zijn hier geen soldaten, maar volksvertegenwoordi gers. Op schandelijke wijze hebben dc militaire autoriteiten het recht geschon den. Wij willen niet belogen worden. De Voorzitter verzoekt Spr. zich te matigen. Do heer Schaper zegt, dat hij niet beweert, dat er gelogen wordt, maar dat hij zegt niet belogen to willen worden. Waarom is dc conduitelijst van luitenant Reitsma niet gepubliceerd? Dat hój zich te veel op den voorgrond heeft geplaatst door vooizit-ter van een debatingclub te wor den, is een idioot verwijt. Het verheugt Spr., dat men het nu zoo voor officieren opneemt, maar hij hoopt, dat men het voortaan ook voor matrozen en mindere militairen zal doen. Spr. geeft den heer Marchant in overweging in zijn motie het woord „officieren" te vervangen door „militairen". Met hun getyranniseer doen de Ministers van Oorlog en Marine veel meer kwaad aan leger en vloot, dan hon derd socialistische redevoeringen, maar toch komt Spr. op voor dc vrijheid des woords. Do i-iriiate,r herhaalt, dat hij heil niet not ig heeft geoordeeld den heer Reitsma persoonlijk to hooren. Hij had op een audiëntie den - mistel' vertrouwelijk kunnen spreken. Wat de overplaatsing be- tieffc, herhaalt do Minister, dat de kolonel van oordeel was, dat de heer Reitsma on voorzichtig had gehandeld en geen over plaatsing noodig oordeelde. Do divisie- commandant dacht er anders over en ooi- declde het in 't belang van luitenant Reits ma hom naai een ander garnizoen over te plaatsen binnen den kring van zijn divi sie, waai too hij bevoogd was. Naar Naar den kon liij hem niet overplaatsen. In Does burg least men zeker ook het „Handels blad" en daar zijn ook officieien, maar minder en oudere officieien dan in Assen, omdat in den regel bij den staf jongere of ficieren worden geplaatst. Een fout is Let geweest, dat de divisie-commandant bij het mcdedeelcn dei overplaatsing tevens heeft gcspioken van de debatingclub. Daardoor is verkeerd verband gezocht. In den con- duite-staat a an luitenant Reitsma staat niet, dat hij is overgeplaatst in verband met de debatingclub. Dc heei Schaper: Wat staat er dan in Do M - n istei: Dat zeg ik niet. Do Minister kan hier geen conduitesta- ten med:dcelen- Hij weet precies wie de informatica aan den heer Lieftinck en an deren gegeven heeft. Hij is geen vreemde ling in Joiuzalezn. Do oveiplaatsing moet intu.—chen blijven gehandhaafd. Dc Minis ter kun daar niets aan deen. De luitenant Reitsma heeft niets van de bevalling van zijn vrouw aan den generaal gezegd, en dus kon deze dat niet weten. De heer Reitsma had overplaatsing naar Naaiden gevraagd tot verruiming van zijn gezichts kring. (Gelach). Hem is vergund in do tweede hcUc van 1905 terug lo komen op zijn vei zoek om te Naardcn geplaatst to worden. Anonym schrijven acht de Minister in hooge mate verkeerd. Het deed den Mi nister leed, dat geïnsinueerd is, dat van hoogcT hand invloed zou zijn uitgeoefend. Dat is beslist onjuist. Ei is gecnerlci pres sie uitgeoefend. De Ministei is niet tegen •het schrijven in dagbladen, maai wel legen persoonlijkheden en overdrijving. Zoo stond o. a. in het „Handelsblad" in „Van Dag tot Dag", dat er kolonels zijn, die met 4, 6 en 8 dagen an est zijn gestraft. Do laatste maal, dat een kolonel gestiaft is, is nota bene negen jaar geloden. Mochten misstanden voorkomen, dan zal dc Minis ter recht doen gelden. (Bravo's). De inspecteur dei infanterie heeft den icgimentscommandant een wenk gegeven, dat hij moet medewerken om de club in stand to doen blijven. Do officieren hebben zorgen dat er in die club een goede geest blijft bestaan en1 niota geschiede wat 6trijdig is met do belangen van het legei o i de krijgstucht, Wordt aan die eischcn niet voldaan, dan moet een regi men tsoommandanfc ingrijpén. Dat do offi cieren het i.ooht hebben om autoriteiten uit to noodigen cn hun anders toegang te wei geren, acht de Ministei' niet aanbevelens waardig. Worden er zaken besproken dan is veelzijdige cn niet eenzijdigo vooi lichting gcwenscht. Do Minister deelt nog mode, naar aanleiding van con desbetreffende op merking van don heer Lioftinck, dat het rapport bctieffendo den Zuidafi ikaanschen Oorlog niet kon cn mocht gedrukt worden en evenmin gepubliceerd worden. Latei zal het wellicht in diuk verschijnen maar de Minister staat daarbuiten. Do Minister wijst er vooits nog op, dat hetgeen in liet „Handelsblad" wordt ge zegd over do voorwaarden vooi do weder oprichting van de club, geheel onjuist is, gelijk uit een biicf van den kolonel dien de Minister voorleest blijkt. Ook de overplaatsing van den luitenant Reitsma weid in het „liandolsblad" onjuist voor gesteld. Die voorstelling kon elechts afkom stig zijn van het bestuur dei club. Daarop heeft de kolonel \le club ontbonden. De mo tie acht dc Minister onaannemelijk. Do Re- geeung zou een herhaling niet kunnen vooi komen. Do heer Tydeman preciseert zijn ver klaringen omtrent het innerlijko voihand tusschen de overplaatsing en 'do debating club. Dc heer Heemskerk verklaart zich te gen dc motie, al is die ook niet onwelwil lend tcgonover den Minister; over de zaak zelf lleeft do Kamer dc houding van den minister niet afgekeurd en nu zou men een motie gaan aannemen, cn zou de Kamer gaan doen wat des ministers is. Eigenlijk zou het niet andere zijn don den Min. uapra- tcn. Daarom stelt Spr. de volgende motie voor: „Do Kamer, gehoord de inlichtingen van den Minister van Oorlog, gaat over tot de orde van den dag." De heer Marchant duplicecrcnde, protes teert tegen het verwijt dat dc burgclijke par tij, waartoe Spr. behoort, zich onbetuigd laat wanneer het mindere militairen geldt. Dat verwijt is onverdiend. Intorpellont houdt vol, dat de Minister er niet in geslaagd is do straf der overplaat sing want een straf blijft het goed te praten. Verder dringt Spr, aan op het we der toelaten van „De Militairo Gids" in do officiersbibliothekon. Spr. beschuldigt den Minister halve waarheden te hebben gezegd, omtrent do conduitestaten. Do voorzitter maakt bezwaar. De hoor Marchant: Ik zal uitleggen, hoe ik tot die krasse bewering kom. De Mi nister zogt wel: „-dit en dat staat niet in do beoordelingslijst", maar als men vraagt, water wel in staat, zwijgt hij... Velo stemmen: Dat mag hij niet zeg gen. De heer Marchant: Dc Minister zegt te weten, wie dc inlichtingen gaf. Als hij denkt, dat het dc Keer Thomson is, vergist hij zich. Stemmen: Wie dan wel (Groot ge lach.) Do heor Marchant: Ik wil wel mijn bronnen noemen, als er maar geen gevaar voor hen zou te duchten zijn. Hij handhaaft dc motie met de wijziging, door den heer Schaper aangewezen („Otli- cieren" veranderen in „militairen"). Ook voegt hij er aan tcc „gehoord dc verklarin gen dos ministers". Spreker b'ijft als eisch stellen, dat de mi nister herhalingen - an feiten, als zich heb ben voorgedaan, zal voorkomen. Do motie-Heemskerk zegt niets, die van Spr. houdt een afkeuring in. Dc Minister van Justitie heeft niet te zeggen over alle menschen die op aardo rond- loopcn. De Minister van Oorlog wel over zijn ondergeschikten. De heor L o m a n constateert, dat do heer Marchant thans zelf interrompcert. Do heer Lohman kan zich ook met de gewijzigde motie niet vereenigen. Men kan van den minister niet eischen dat hij voor herhaling van feiten zal waken, dit ligt niet in zijn macht. Spr. legt uit, dat hij eerst in ter rompeer de toen de heer Marchant na de juiste en ernstige wijze, waarop de minister de zaak had behandeld, in een ongemotiveerde ver ontwaardiging was uitgebarsten. Do teer Schaper vraagt hot woord. Men roept: „stemmen, stemmen!" Dc heer Schaper voert nog even hot woord. Hij zegt dat als de militaire overheid niet voor herhaling van feiten waken kan, zij geen cent meer waard is. Het moet al slecht met de krijgstucht zijn geschapen als men meent, dat de Minister van Oorlog niet zou kunnen waken tegen dergelijke voorvallen. De Minister ontkent halve waarheden to hebben medegedeeld. Wat in den oon- duitestaat stond, mocht hij niet mededeclen. Do Momoris van Rechtvaardiging van luit. Reitsma moest eerst op liet departement worden onderzocht alvorens er op te beslis sen. De beraadslagingen worden gesloten. Do motie-Marcliant komt daarna in stem ming en wordt verworpen met 53 tegen 32 e temmen. Tegen do rechterzijde, voor de hee- le linkerzijde met den heer Staalman. De mot ie-Heemskerk wordt hiermede ge acht tc zijn aangenomen. Vóór do motic-Marchant stemden de hoe ren Ketelaar, Trcub, Nolting, Roessingh, Schaper, Ter Laan, Roell, Drucker, Mar- ohant, Fock, Van der Vlugt, Dolk, Van Fo- reost, Do Klerk, Lieftinck, Van Styrum, Hcnncquin, Hubrecht, v. Karnebeck, Smeen- go, Staalman, Zijlma, Do Boer, Rink, Bor- gesius, Tydeman, Van Gijn, Smidt, Bos, Helsdinken, Van Kol en Verhey. Do Voorzitter dankt den Minister voor de verstrekte inlichtingen. Het Hoogcr Onderwijs. Het voorlcopig verslag der Eeiste Kamer over de H.-O.-wet verklaart, dat verschei den k en in het nieuwe art. XXVI een middel tot beviodiging zagen cn, als de Regeering zoo spoedig mogelijk 'do aanvaar de vciplichtiDg nakomt cn inmiddels niet praojudicker een stap tot den vredo in zien. Zij vroegen of de Regeciing wil verklaren, tot diea vredehevenden stap bereid to zijn. Voor 'den „effectus civilis" vordero men, zeiden zij, b.v. een ondeizoek door een Staatscommissie om bew:js van voldoend.' ontwikkeling te geven. Andere leden hieven ook het nu aangebo dene onbevredigend achten. H. i. moet aan bijzondere universiteiten geen enkel voor- ïecht worden toegekend, zoolang niet blijkt dat een groot deel des volks aan zulke universiteiten behoefte heeft. Zij verlang den clan ook niet mede te werken in een h-i. vorderfelijko richting. Uit de Rechtzaal. De Haagsche rechtbank veroordeelde he den C. v. d. S., koffiehuisbediendc, wonende te Zoeterwoudc, wegens poging ïot brandstich ting aan het café-restaurant „Dc Harmo nie", aan de Breestraat te Leiden, tot oen jaar (do eisch van het O. M. was ook een jaar gevangenisstraf); G. v. d. B., arbeider te Noondwijk, wegens wederspanniglieid tegen den jachtopziener cn onbezoldigd Rijksveldwachter C. S., tot zeven dagen (dc eisch van het O. M. was ook zeven dagen) A. de V. te Warmond, wegens overtreding dor hondenbelasting, tot vijf gulden of 1 d. hechtenis, (eisch van het O. M. vijf gulden boete, subs, één dag) A. E. B., wed. W. N., wegens eenzelfde misdrijf te Aar land or veen, tot vijf gulden of 1 dag hechtenis (eisch van het O. M. vijf gulden boete, subs, één dag) drio Hagenaars, wegens diefstal van een deneieren uit een kist, onder Stompwijk ge pleegd, den lsten bokl. tot 1 maand, do twee overigen tot 14 dagen gevangenisstraf (de eisch tegen elk was een maand gevangenis straf) P. den H., L v. d. B. en D. de V., allen van Katwijk aan Zee, wegens opruiing te gen do politie aldaar, twee hunner tot 7 dagen en den dorden tot vijf gulden boete of 5 dagen hechtenis (eisch van het O. M. tegen elk een maand gevangenisstraf). De gepens. Indisoh militair te 's-Graven- hage door de rechtbank aldaar tot 3 jaar veroordeeld wegens poging tot inoond op zijn vrouw, kreeg heden van het gerechtshof aldaar vermindering van straf tot 18 maan den. Brandstichting te Lisse. De off. van justitie bij do rechtbank to Haarlem eischte heden tegen Ivcr Salve- sen wegens brandstichting in het arrestan- tenlokaal onder het Raadhuis te Lisse, 10 jaren gevangenisstraf. Verduistering en diefstal. De rechtbank te Leeuwarden heeft Hen drik v. L., oud 27 jaar, kellner aldaar, thans gedetineerd, wegens verduistering van een rijwiel ten nadeele van de firma Nauta Co., en van diefstal van een hor loge ten nadeelo van T. P. Oosterhuia^ veroordeeld tot anderhalf jaar gevangenis straf. De eisch was 3 jaar. Vloeken gestraft. Dc rechtbank tc 's-Hertogcnbosch heeft zekeren F. J. G. te Utrecht, wegens over treding der Wcrkeadansche politie-veror- dening, welke het vloeken verbiedt, teC zake van dit misdrijf veroordeeld tot zes dagen gevangenisstraf. Buitenlandseh Overzicht. Do Landesausschuss voor het iegeeringa- district Wiesbaden heeft besloten, den* Duitsohen Kroonprins als brui* loftsgcschenk een vei zameling uitgelezen Rijnsche wijnen aan to bieden. Hetzelfdo lichaam zal, naar aanleiding van dc zilveicn bruiloft van den Keizer, en Keizerin (27 Februari 1906), 50,000 mk* beschikbaai stellen voor een ziekenhuis, dat den naam „Wilhelm-Augustc-Stiftung"- krijgt. In den Duitschon Rijksaag werd gisfceien do Marokkaa nsclie kwey tie besproken. Do afgevaardigden Bebel en' Kardol ff voerden het woord er over. Laatstgenoemde wees op den dringenden eisch, dat voor Duitschlands belangen i^ Maiokko zal worden opgekomen; Duitscb land, zeido hij, is best tegen zijn vij ander opgewai sen. De rijkskanselier, giaaf von Bülow, ant woordde het volgende: „Ook heden acht ik het uit staatkundige overwegingen nog niet den geschikten tije" om in bijzonderheden diep op dc Marok- kaanscho kwestie in te gaan, maai, qu de zaak toch is aangeiocrd, heb ik geen be zwaar te zeggen, 'dat ik het volmaakt eern^ ben met de uitlatingen van graaf Kardorff over deze aangelegenheid. Do Keizci. heeft ïceds voor jaar en dag den Koning van Spanje verklaard, dat Duitschland niet streeft naar gebiedsuitbreiding in laiok-, ko Na dezo besliste vei klaring heeft heti geen zin het bezoek van den Keizer aan Marokko toe tc schrijven aan zelfzuchtige; bedoelingen gericht tegen de integriteit en do onafhankelijkheid van Marokko." Giaaf von Bülow zeidc verder: Eeu go- rechtvaaijdigdo reden tot onrust is dui door niemand, die zelf geen agressieve be doelingen heeft, uit het bezoek aan TangeU af te leiden. Onafhankelijk van de territo riale kwestie en onafhankelijk van het be zoek is echter de via-.g of wij in Marokko! de Duitscl.e economische belangen moeteni beschermen. Dat moeten wij zeer zeker. Wij hebben in Marokko, zoowel, als in China', aanzien i jk belang bij het behoud van de open deur d. w. z. het gelijke recht vani aJlo handeldrijvende volken. Bismaick zei' eens, dat m. het geen Staat ten kwade kan duiden, indien hij voor bestaande be langen optreedt; men l:on alleen ten kwade duiden, indien uit boosaardigheid iemand zich in een zaak mengde, zonder daar' dui- j «Lelijk belang bij to hebben. Dat is in Ma rokko n; b het geval. De Duitsche belan gen in Marokko zijn, zooals gezegd, zeel! aanzienlijk u wij hebben daarom zorg té dragen, dat gelijke rechten aan dezo wor- den gewaarborgd als aan die van andere Staten. Het was, zoo wordt aan de „N. R. gemeld, in het Engelsche Lagcrhuia, een buitengewoon schouwspel, toen alle ministers, op Acland Hood na, afwezig waren bij de beiaadslaging over Walton's motie, waarbij Balfour's fiscaal beleid af- gekourd werd. Vóór; die motie met algo- meeno 6temmen werd aangenomen, laakten; verschillende spiekers ten sterkste Bal-, four's wegblijven. Burns noodigde AcQand Hoed uit, den Koning mede te deelen, dat Z. M. een premier bezit, die weigert zijn plichten als premier waar te nemen. Spottende kre ten weergalmden, toen Acland Hood daar op heenging. Vole ochtendbladen zijn het er; meeren-» deels over een?, dat de toestand niet du ren kan. De liberale pers beschouwt de aanneming van Walton's motie als een nekslag voor Balfour's kabinet, terwijl Chamberlain's lijfbladen zeggen, dat het gebeurde enkel bewijst, dat Balfour vast besloten is zich niet door de kindei achti-. ge tactiek van de oppositie to laten beet nomen. Intusschen heeft Balfour later ver klaard, dat do Regeering niet voornemens was eenigon stap te doen naar aanleiding van de aangenomen motie-Walton. Volgens een bericht van do Press As- sosiation" zal do Fiansche vloot ter! bevestiging van de „entente cordialo" tusschen Engoland en Frankrijk dezen zomer een bezoek brengen aan de Engelsche wateren en te Spithaad vooilj anker gaan. To Amiens werd het stoffelijk overschot van den populoiren schrijver: Jules V o r n e ter aarde besteld. Een ontzaglij ke menigte, samengesteld uit alle kringen der bevolking, was saamgestroomd om den doodo de laatste eer: te bewijzen. De groote schrijver is slechts vooiloopig bijgezet. Men zal later een plaats zoeken, waar zijn overschot een definitieve laatste rustplaats zal vinden en waar men hen* een monument kan oplichten. Prins George van Griekenland, zoo wordt uit K anoa gemeld, vaardigde een procla matie uit, waarin hij den Kretenzere mee deelt, dat do mogendheden Kaar trtej:en last gaven de orde te hei stellen, maar d*.t hij don mogendheden had verzocht de as-'Je ze-, en dertig uren uit te stellen om hen in ctoat te 6tellen de opstandelingen te •xaaischy-vca, Do Prins dringt opnieuw bij dc opstande lingen op terugkeer naar hun woonplaatsen aan. Therisso, het bolwerk der rebellen, twin tig K. M. van Kanea gelegen, in het geberg te van het binnenland, wordt, zooak dc cor respondent van do „Standard" meldt^ op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 2