N*. 13831 "Vrijdag 34 Maait A0. 1905. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Onder onze vroede Vaderen. FEUILLETON. Zusterliefde. LEIDSCH M&BIAD PRIJS DEZER COURANTl Vooi Leiden per weok 0 Gents; per 3 maanden l J l f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd l B 1.30. Franco per post I 1 t 1.65. PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 16 regels /"1.05. Iedere regel meer f 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Kleine advertentiên van 30 woorden 40 Oents contant; elk tiental woorden moer 10 Oents.-Voor het inoasseeren wordt/"0.05 berekend. Het zwaartepunt van de gisternamid dag gehouden Raadsvergadering lag onge twijfeld in het op één na laatste punt der agenda, waarin do vraag belichaamd was: „Zal de doorvaart door de stad behou den blijven of zal de Raad aan Provincia le Staten een vingerwijzing geven haar to doen verleggen buiten de gemeente?" Do voorzitter begreep dit, waar hij het debat bij de voorargaande punten zooveel heb kon trachtte te bekorten, de leden zelf perkten hun sprceklust ook in, en de steeds toenemende belangstelling op do publieke tribune betrof mede zeer duidelijk ge noemd punt. Wij zullen dan ook voor ditmaal de orde eens omkeeren en ons overzicht met de be langrijke beslissing aan het eind der zit ting genomen, beginnen. Aangezien de zaak zelf reeds uitvoerig in onze kolommen is besproken, zullen wij het debat van gisteren niet in alle bijzon derheden volgen. Hot werd ingeleid door den heer Juta, die namens de meerderheid van hot Dago- lijksch Bestuur de conclusie van B. en Ws., dat de doorvaart door Leiden niet behoort te worden prijsgegeven, althans indien aan nemelijke voorwaarden van de provincie zijn te bedingen, verdedigde. De heer Juta heeft dit op een zeer zake lijke wijze gedaan. Hij legt er zich in het geheel niet op toe mooi te spreken, werkt niet op effect, maar stapelt argument op argument. Ditmaal begon hij met een bestrijding 'der hoofdartikelen van November jl. in het ,,XiOidsch Dagblad" verschenen en waarin wij, na uitvoerige beschouwingen, tot een tegengestelde conclusie als de meerderheid van het Dag. Bestuur en don heer Juta, kwamen. Al liet nu de heer Juta aan onze beschouwingen recht weden-aren, hij werd onbillijk waar hij ons verweet stem ming to hebben willen maken tegen de doorvaart. Over zulk een onderwerp kan men niet praten en voor- en tegenstanders beiden gelijk geven. Wij hadden over do quaestie onze meening en hebben die met redenen omkleed weergegeven. Niemand is er tegen opgekomen. Had do heer Juta of wie ook, onze artikelen willen bestrijden, wij kunnen hem verzekeren, dat hij in ons blad volkomen gastvrijheid had gevonden. En wat wij in de laatste dagen deden, bewijst voldoende, dat het ons niet om stemming-makerij te doen was, maar om licht over deze zaak te doen opgaan. Wij beseften, dat het een zeer belangrij ke beslissing gold, rakende niet alleen het heden, maar ook de toekomst van onze ge meente. Daarom richtten wij een oproep tot do burgerij en vooral tot de neringdoenden om zich uit to spreken vóór of tegen de door vaart. Konden wij het helpen, dat nog niet eens drie neringdoenden zich vóór het behoud verklaarden? Had dit getal zooveel honderden bedragen, zeker zou do stem ming in den Raad gisteren anders zijn uit gevallen. Wij meenen het verwijt van den heer Juta niet te hebben verdiend, maar wij vergeven het hem, omdat men in het vuur zijner rede wel eens argumenten bijbrengt, die men niet meent en alleen moeten die nen om te trachten 't zinkende schip daar mede nog te redden. Maar het gaat zon derling in de wereld; we weten dat in een onlangs hier ter stede gehouden vergade ring langdurig is gesproken over het ,,,Leid8ch Dagblad"; dat wij nooit eens partij kozen, dat kon men zich maar niet begrijpen, en nu wij bet ditmaal eens krachtig deden, wordt ons stemmingma kerij" verweten. Wij danken daarom de heeren, die ons optredon hebben verdedigd en het hebben gewaardeerd, dat wij na zorgvuldig wik ken en wegen van het voor en tegen onze overtuiging hebben uitgesproken. Uit den aard der zaak kon de heer Juta weinig nieuwe argumenten meer in het de bat brengen. Hij blijft dc voordeelen, die de neringdoenden van do schipperij hebben niet zoo gering achten, den last van het afdraaien niet zoo groot, maar vreest als eenmaal de nieuwe vaart er is, dat juist het marktverkeer uit de Rijnstreek door do bruggen aan den Lagen en Hoogen Rijndijk een bedenkelijke stagnatie zal on dervinden. Wij doen alles om bit markt wezen tot bloei to brengen, maar op dio wijze zal men gevaar loopen vele bezoekers to verliezen, dio liever naar Alien, Woer den en Gouda zullen gaan. Onder de-voordeelen der bestaando vaart noemde dc heer Juta ook nog dat nieuwe stoombootdiensten op Leiden in het leven zijn geroepen. Eindelijk de financieelc quaestie besprekende, wees hij er nog op dat do Blauwpoortsbrug on do Janvossen- steegsbrug eerlang toch aan onderhoud zul len kosten een bedrag van 55,000, waar voor dc provincie dan geen vergoeding zal geven. Do heer Juta zeido dab een dergelijk ar gument niet in het ,,Leidsch Dagblad" had gestaan; dit is echter wél het geval; toe valligerwijze kwam het zoo uit, dat juist dit gedeelte der beschouwing op een volgende pagina kwam te staan, waardoor het zeker over het hoofd is gezien. Maar dat is niet onze schuld, zoodat er ook van geen on eerlijkheid" onzerzijds sprake kan zijn. Het zal rustig worden en stil in onze stad, aldus eindigde Spr., doch juist die rustige rust zal hij diep botreuren, want zij zal een bewijs zijn dat er woinig omgaat en weinig wordt geprofiteerd. Het betoog van den heer Juta was, zoo als wij zeiden, zakelijk. Eén ding speet ons, nl. dat de Spr. den indruk deed ont staan als zou-het rapport van den haven meester aldus luiden, omdat deze ambte naar het minder druk zal krijgen, als de vaart verlegd wordt. De heer Yan Hoeken deed goed het voor den havenmeester op te nemen. Zulk een veronderstelling mag men niet uitspreken over een gemeontc-ambotnaar, die, om ad vies gevraagd, dit advies naar zijn overtui ging uitbrengt. Gelukkig bleek uit het antwoord van den lieer Juta, dat hij er geen beleediging mede bedoeld had. Do Raad nam daarvan met onverholen genoegen akte en vond het blijk baar min-aangenaam dat do heer Bosch nog even, wat hij onjuist noemde, het incident Juta-Van Hoeken oprakelde. Namens do minderheid van het College van B. cn Ws. kwam de heer Korcvaar in het vuur. Wij gebruiken met opzet dit woord, omdat deze spreker die gewoonlijk wat zacht is, met warmte de argumenten van zijn collegarwethouder bestreed en daarbij zelfs nu en dan den Raad eens aan het lachen wist te brengen. In tegen stelling met den heer Juta achtte hij den last, dien de burgerij door de belemmering van het landverkeor ondervindt, juist van groote beteekenis en dit zoude volgens hem in dc toekomst nog veel erger worden. De bezwaren omtrent do belemmering, dio de marktbezoekers door de bruggen in de nieuwe vaart zullen ondervinden, werden door hem licht gewogen. In ieder geval betreft dit slechts één dag; thans ondervindt de burgerij dien last zes dagen in de week. Het was duidelijk dat deze beide hecrcn reeds in de Kamer van B. en Ws. de degens al eens hadden gekruist. Het debat was dan ook hiermede eigenlijk uitgeput, hoe wel de heeren Pera en Van Hoeken zich op de door hen aangegeven gronden nog als tegenstanders deden kennen van don be- staanden toestand. Eerstgenoemde wees bovendien ook nog op de beteekenis van liet door 'de vereeni- ging ,,Leidens Belang" tot den Raad ge richte verzoek om de vaart door Leiden to doen vervallen, omdat hij in do vcTgadoiing daarvan als voorzitter herhaaldelijk en met klem er op had aangedrongen, dat zij, die iets voor het behoud konden aanvoe ren, dit zouden zeggen, maar niemand der aanwezigen gevoelde zich daartoo gedion- gen. Do lieer Van Dissel verklaarde zich op zijn gewone gemoedelijke wijze nog even togen do conclusie der meerderheid. Hij deed dit op een manier die de eenigszins gezonken aandacht van den Raad weder opwekte. Hij heeft er nog geen spijt van indertijd tot de bestaande doorvaart te hebben medegewerkt, doch vond de hou ding van Ged. Staten echter nu niet cor rect. Zij hadden van de gemeente geen nieuwe offers mogen vragen en achten zij noodig, dat do vaart verbeterd wordt, wel nu dan moet de provincie het ook maar be talen en ona geen nieuwe beperkingen op leggen. Overigens heeft hij de voordeelen door do neringdoenden nooit hoog aangeslagen en doet dit nog niet. Met een eenvoudig rekensommetje toonde hij dit nog even aan. Hij nam daarvoor tot basis de 42 schepen dio door onzo stad volgens den heer Juta dagelijks passeeren. Stel ieder gezin op 5 personen, dan betreft heb ruim 200 men- schen. Wat betcekent dit getal, dat dan toch maar gedeeltelijk de levensmiddelen uit onze stad betrekt op de 55,000 inwo ners? vroeg hij. De heer De Goeje, ook een der vroegere voorstemmers sloot zich bij dit betoog aan. Toen begon de Voorzitter, die zich als een voorstander van het behoud der door vaart deed kennen, to begrijpen, dat hij voor een verloren zaak ging pleiten. Hij deed het echter nog op een niet onverdien stelijke wijze, daarbij vooral op do finan cieel© zijde van het vraagstuk de aandacht vestigend. De onverzoenlijke tegenstanders te winnen, dat ging toch niet, maar een krachtig beroep deed hij echter op de hee ren Van Dissel en De Goeje en wie dezen achter zich mochten hebben. Zij konden volgens hem gerust voor do conclusie der meorderheid van B. en Ws. stemmen. In zooverre Lod hij succes, de heeren Van Dissel cn De Goeje hebben het gedaan. Het mocht echter aiit laten. Met een veel grootere meerderheid dan wij hadden durven verwachten is die con clusie verworpen en daarmede do wenscholijkheid uitgesproken, dat de vaart worde ver'eg tl Hot woord is nu aan de provincie. Het zal echter nog wel een paar jaar duren voor do nieuwe toestand cr is ge worden, die, als wij ons niet schromelijk bedriegen, inderdaad in het belang van onzo gemeente zal zijn en mede in het be lang der schipperij, waarvoor de Raad wel niet behoefde op te komen, doch waarmede toch rekening moet worden gehouden. Zooals we reeds opmerkten, hebben uo andcic punten der agonda niet veel bespre kingen uitgelokt. Voor het verzoek van het bestuur der Leidscho Wielrijdors-vereemg. „All Right" om gedeeltelijke teruggave van de betaalde huui voor den foyer en de klcino zaal in de Gehoorzaal, waren de hcoicn Vergouwen en Witmans in do bres gesprongen. Hun amendement strekte om do vcreoniging h»t> minimum 21-50 te doon betalen. Do heer Vergouwen zette do verdediging van het amendément nogal breed op. Hot bleek, dat het bestuur zich beleedigd heeft geacht, ovci een uitdrukking gebezigd, naai de heer Vergouwen was geïnformeerd door den pachter zelf, volgens information door den voorzitter ingewonnen door een nichtje van den pachtci en dan nog wel nietreclit- otieeks tot het bestuur, maar aan een tus- 6chenporsoon, die hot aan hot bestuur sohijnt to hebben overgebracht. Wij kregen uit het debat den indruk, dat dc „All- Righters" ook een beetje al te heet geba kerd zijn geweest. Nu was er misschien wel iets voor te zeggen geweest een restitutie te verleen en, humors do gomconte heeft geen weiklicdcn behoeven af tc staan, maar daartegenover stond ook weer, dat men door dit te doen een antecedent schiep, waarop anderen zich bij latere gelegenheden zouden kunnen beroepen. Do Raad bleek het in ieder geval met B. en Ws. eens te zijn. Met groote meei- deiheid werd het amendement afgestemd. Dat heb verzoek van een 5S-tal eigenaren van arbeiderswoningen inzake do toepas sing van het meuwo tariof voor do levering van duinwater door do Loidsohe Duinwa ter maatschap pij geen piactisch effect zou sorteeron, was to vooizien. Het heeft echter voor B. en Ws. dit nut gehad, dat het publick heeft kunnen 'inzien, dat hun College geen verwijt kan worden gemaakt. Hot heeft al zijn best gedaan van do Maatschappij to bedingen wat er te bedingen was en meer kon het niet doen. Do Maatschappij let echter uit den aard der zaak in dc eeistc plaats op do belangen dor aandeelhouders, niet op die van de Leidscho burgerij. Het was dan ook begrijpolijk, dat de Voorzitter hui ver- do de motie to aanvaaiden, ingediend door den heer Van Tol, waai door B. cn Ws. zou worden opgediagen weder dc on derhandelingen, die reeds uit den treure zijn gevoerd met dc Maatschappij, to be ginnen. Wilt ge de motie aanvullen in dien zin, dat wij een verlaagd tarief vragen zullen, dan zal het nog gaan, zeido do Vooizitter, al maakto hij zich ook daarom ti en b geen illusiën. Het zal wcdeiom tot niets leidon, aldus do heer Van Dissel, als cr niet in staat „te gelegener tijd." Er ko men van dio oogenblikkcn, dat 'Jc li.vat-^ schappij do gemeente noodig heeft cndan is er iets van haar gedaan te krijgen, eerder niet. De heer Van Tol mam goedsmoeds boido aanvullingen in zijn motio op. En toen ging het „blanco artikel", zooals een der. leden dc motie schertsend noemde, cr bij acclamatie door. Hot werd er zoo weinig ernstig mee go- nomen, dat do heer Verhcy van Wijk, als commissaris der Leidscho Duinwater-Maat schappij, niet eens buiten stemming bleof. Een ander voorstel, dat nog aanleiding tot ecnig de^at gaf, was do hernieuwde vaststelling van de verordeningen op do heffing cn invordering van het vergun ningsrecht. Deze waren teruggekon: m met de bijvoeging, dat de Minister daarin eeni- go wijzigingen wildo zien aangebracht. Hoe wel ook volgens B. en Ws. deze wijzigingen geen verbeteringen kondon worden goacht, wilden B. en Ws. tor willo van den lieven vi ede toch in hoofdzaak toegoven, omdat het in ieder geval maar kleinigheden be trof. Dit standpunt noemdo dc hoer Foekema Androae voor den Raad onwaardig cn hij kwam daartegen krachtig in voizet. Den Minister kon onder bot oog gebracht woi- den, dat dc gemeente gelijk heeft en dan zal hij toch voor overtuiging vatbaar blij-, ken. Dc Voorzitter vond veel waars in do r r doneeiing van den lieer Foekema Andreac, 'dooh in ait geval, nu het kleinigheden bc- tieft en do zaak daardoor op losso schroe ven gezet dr.igt te worden, zou hij willcU toegeven. De Raad dacht er ook zoo over cn ging met vrij grooto meerderheid mee mot do door B. en Ws. vooignteldo wijzigingen. Het laatste punt: behandeling van be zwaarschriften tegen aanslagen in de plaat selijke directe belasting, kon niet met ëéiï hamerslag worden aangenomen, aangezien* enkelen cr het woord over vroegen. Laat ons het dan maar' tot eon volgende vergadering veidagen, zeide do Voorzitter, en alzoo geschiedde. De hoeren hadden cr voor dezen keer ook genoog van genoten. Leiden, 24 Maartl. Bij Koninklijk besluit is herbenoemd tob Kantonrcchtor-plaatevorvanger in het kanton Leiden mr. J. H. Goudsmit. De heer Gorhart Heltmann, uit Ham burg, komt aanstaanden Dinsdag en Don derdag in den Schouwburg voordrachten houden, die volgens „Do Telegraaf" zeer, belangwekkend en boeiend zijn. Achtereenvolgens worden behandeld zon', maan, planeten cn sterren. Met bijzonder mooie, goed uitgevoerdo lichtbeelden werd het voorgedragene verduidelijkt. Voor Leiden achten wij do prijzen wol wat hoog, maar Gymnabiasten en Hoogcro Burgerscholieren genieten reductie. (8) Diep weemoedig nam Maria afscheid; zij begreep volkomen waar het met Ernst heenging. Zij had vóór zij heenging dokter ÏL. gesproken en dat weerzien was pijnlijk goweest. Met den scherpen blik, dien de liefdq geeft, begreep deze nu waarom Ma ria nooit de zijne had kunnen worden, en 'dat begrijpen maakte, dat zijn vriend hem nog dierbaarder werd. En Ernst voelde ook instinctmatig welke gevoelens de dokter Maria toedroeg. Heb was hem een e'gen- aardig gevoel, dat deze twee menschen elk ander zoo 'na stonden, en zijn ziel, deemoe dig geworden door al het lijden, erkende, dat zijn vriend waardiger was om de man te worden van iemand als Maria dan hij. Hij had zelf immers dien schat bezeten, en liaar niet weten te bewaren XVII. Dc uitslag van het onderzoek der oogen was, helaas, van dien aard, dat hij al zijn kracht noodig had om het mannelijk te dra gen. De beroemden oogdokter constateerde to tale verlamming van de oogzenuw en van vermindering van pijn of verbetering in den toestand door elcctrisecren hoopte hij niet veel; maar indien Ernst zich daaraan wilde onderwerpen, moest hij zich eenige maan den onder behandeling stellen van den dok. ter. Van terugkecren naar Italië was geen sprake. Welk een zwaro slag dit voor den arbeidzamen man was, liat zich denken. Nauwelijks goed in dc veertig zijnde, moest hij zijn werk al neerleggen. Maar eigenlijk leed hij nog meei als vader van zijn vier kleine, tot nu too zoo verwende kinderen 1 Wat moest er van hen worden, als hij niet meer verdienen kon? Maar hij raapte al zijn moed bijeen; hier gold het immers in de eerste plaats om zijn innerlijke gemoeds rust to bewaren; daarvan hing immers voor de genezing alles af. Maria steunde hem in dien tijd verbazend; baar brieven waren hem een troost. En niet hem alleen; zij stichten ook dengeen, die ze voorlas. ZiTlk een edele levensopvatting, zulk een ware vroomheid, als er uit die korte brieven sprak, moest iedereen overtuigen van dc macht van Gods Voord. Het werd Kerstmis en in den toestand kwam geen verbetering. Het was voor al len een verdrietig feest. Ernst, in dc zieken kamer, die slechts vroolijk was, als hij be richt kreeg van Maria en de kinderen, cue den vader misten vooral de oudsten. Maar ondanks al die treurigheid, had Maria het voor de kinderen toch zoo feestelijk moge lijk gemaakt en ook Giuditta niet vergeten. De kinderen waren spoedig gewend, de oudsten gingen naar school; de twee jong- sten waren bij Giuditta goed verzorgd. Zoo werd het langzamerhand lente. Ernst was nu al vijf maanden onder behandeling en zonder het minste resultaat. De eleetrische stroom, die zijn oogen pijn deed, had steeds minder uitwerking, en de dokter begreep, dat er nu waarlijk niets meer aan te doen was en dc verlamming der zenuwen volsla gen gevoelloosheid was overgegaan. Ernst nam dit bericht kalmer op dan de dokter verwacht hadf Voor menschen met energie is de pijnlijkste zekerheid beter te dragen dan het lango twijfelen. Het was nu natuurlijk onnoodig langer in de inrichting te blijven en hij besloot met Paschen bij zijn kindoren in F. te ko men wonen. Maria zou voor een goede woning in de voorstad zorgen, en de vri in den in Napels zorgden met den trouwen knecht voor de verzending van zijn Huis raad. Het grootste deel van zijn kostbare &&- lonameublementen werd in Napels vooidee- lig verkocht, waardoor het mogelijk werd bijna een jaar lang zonder al te giootc zorgon te leven. Hij ontving bovendien als bewijs, dat men zijn verlies betreurde, het volle salaons van het loopendo jaar uitbe taald. Maar desniettemin maakte Ernst zich over dei zorg vooij zijn kinderen ernstig ongerust. De trouwe kindermeid had 'door het klimaat veel geleden; daarbij had zij heel erg het heimwee, on kwam bij dit al les nog, dat zij niemand had om mee te praten dan de kinderen. Daarom was haar éénige gedachte: „naar huis terug"; hoe wel zij het niet zeide, uit liefde voor de kinderen. Maria voelde wat cr in haar omging. Zij nam zich daarom voor, Ernst zoo gauw als dat mogelijk was op dit nieuwe verlies voor to bereiden. Vlak vóór Paschcn kwam Einst des avonds Iaat thuis. Het was een droevige thuiskomst. De nu geheel blind geworden man moast al zijn kracht bijeen rapen, toen zijn kinderen hem omringden, en hem op hun kinderlijke wijze hun deelneming be tuigden. Hij kon de hem zoo dierbare trekken en gestalten nog slechts door het gevoel onderscheiden. Maria voelde zich bijzonder ontroerd dien avond. Het was toch dezelfde avond, die ééns tot haar huwelijksdag bestemd was. Wat was haar leven in die jaren veranderd 1 Toch stond zij er op, Ernst zel ve te ontvangenzij wist, dat haar togen- wooidigheid hem goed zou doen. Zijn hand beefde, toen hij tastend tot haar kwam. En ook Maria had al haar kracht noodig om haar ontroering meester te blijven, toen zij den man, dio nu twaalf jaren geleden in don bloei zijner kracht en mannelijke Bohoonheid voor haar had gestaan, nu zoo gebogen en verouderd en blind voor zich zag, hulpeloos als een kindAls de menschen eens in de toekomst konden zien; als zij eens konden v.cton wat er alles over hen zou heen gaan, wan er alles met hen zou gebeuren, zouden zij meenen er onder te moeten bezwijken. Nu twaalf jaar geleden had Maria het hatdste, het moeilijkste lot getroffen, dat or voor een vrouw is: ontrouw en onwaardigheid van den boven alles geliefden. En daarop waren lange jaren gevolgd vol offers on zelfopoffei ing. Maar zij had al die beproe vingen moedig doorstaan, sterk door haar geloof, cn gesteund 'door het heerlijke ge voel, dat getrouwe plichtsbetrachting geeft. Zij zou geen dag van al die moeitevolle jaren willen mi-isen. Juist nu, juist heden voelde zij dit bijzonder 6terk. En Ernst? Ook hij had een aantal be proevingen te dragen gehad cn was or nog midden in. Maar ook rijn ziel was gelou terd. De innorlijke menBch in hem was ster ker geworden naarmate de uiterlijke zwak ker werd. Aan hem waren de beproevin gen ook tot. zegen geworden. O neen 1 Het bewustzijn zij nor schuld had hom nooit verlaten zelfs niet als hij het meest tevro- den was. Heden trad het hem weer bijson der duidelijk voor do ziel. Met vreosolijkel klaarheid zag dc blinde voor zijn verbeel ding de gestalte voor zich oprijzen, die toen nu twaalf jaren geleden als een engel des gerichts voor hem had gestaan., Eq het oordeel was gekomenEn nu Btond de geliefde rijner jeugd weer voor hem, maar niet ernstig en streng; neen, vol on eindige, treurige liefde. Maar hij kon haar vriendelijk gelaat en zielvolle oogon niet meer zien. Zoo stonden zij een oogenblik zwijgend tegenover elkander, in de huiskamer, dio Maria zoo gesellig mogelijk had ingericht. Toen do kinderen naar bed waren ge bracht, deelde Maria hun vader zoo voor zichtig mogelijk mode, dat het noodig 7.oi£ zijn Giuditta te lAtcn hec. gaan. Ofschoon hij het had voorrien, deed het hem toch! zeer aan. „God bezoekt de zonden des vaders aari die arme, onschuldige kinderen," zei hij dof. Toen legde zich een zachte liand op zijn' gebogen hoofd en viel écn brandende traan op zijn gevouwen handen. „Maria!" riep hij uit, „denkt gij aan dien avond, vandaag vóór twaalf jaren ?"- „Iii denk er aan, Ernst," zei zij zacht'; „maar ik heb er; vrede mee." (Slot vr>lgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 1