N*. 13818 Donderdag O Maart. A°. 1905. (Seze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en (feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. LEIISCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANTS Voor Lelden per week 9 Oentei per 3 maanden T f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rjjn l t 1.30. Franco per post 1.05. PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 18 regels /*1.05. Iedere regel meer f 0.17A. Grootore letters naar plaatsruimte. Kleine advertontiön van 30 woorden 40 Oentecontant; elk tiental woorden meer 10 Oente.- Voor hot incasseeren wordt/"0.05 berekend. Burgemeester en Wethouders der ge meente Leiden brengen ter kennis van belanghebbenden, ter voldoening aan art. 228 der Gemeentewet, dat alle pretensiën over het jaar 1SO-1, ten laste der gemeen te, vóór of op den laatsten Juni dezes jaars moeten worden ingeleverd en dat de vorderingen, welke niet binnen den ge noemden tijd zijn ingediend, voor verjaard en vernietigd zullen worden gehouden. Burgemeester en Wethouders voornoemd! DE ItlDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, den 9den Maart 1905 Leiden, 9 fóüaart. Men meldt ons: Weer was de Afdee- ling Leiden en Omstreken van den Ned. B.-K. Volksbond in een buitengewone vergadering bijeen. Tegenwoordig was ook de oud-geestelijke adviseur, die met fanfa res en een daverend gejuich naar zijn ze- tol geleid werd door het bestuur. Toen hij gezeten was, werd hem een welkomstlied toegezongen, waarna de voorzitter do ver gadering opende met gebed, en herinnerde dat men onverwachts was opgeroepen tot dezo vergadering, nadat men vernomen had, dat de adviseur nog een paar dagen hier zou blijven, en het niet aanging hem te laten vertrekken zonder een waardig af scheid van hem genomen te hebben. Het bestuur spaarde geen moeiten, en wist, dat er veel gebeuren kan in korten tijd. Het is geslaagd, gelijk bleek uit het feestelijk aanzien der zaal, uit de banieren, welke tijdens het adviseurschap van pastoer Van Kessel zijn aangeschaft, uit do mannen, die als bestuurxfcu-s der vak- en andere onder- afdeclingen thans aanwezig waren; die allen meenden een waardig recht te doen gelden om afscheid te nemen. Luide teeke nen van bijval, een „Leve Pastoor Van .Kessel", cn de vergadering werd voor ge opend verklaard. Nadat conige muzieknummers waren uit gevoerd sprak de voorzitter den vertrekken de als volgt toe: Zeer beminde Adviseur! Vergun mij als voorzitter van den Ned. R.-K. Volksbond Afd. Leiden, dat ik tot U, die binnen enkele dagen onze gemeente en daarmede onzo afd. gaat verlaton, nog een enkel woord namens de afd. richt-. Tref fend, diep treffend waren de woorden van afscheid jl. Zondag tot ons door U gesproken. Treffend vooral, omdat wij voe len, wat wij in U als onzen raadsman moe ten missen. Ja wij kunnen getuigen dat wij naast God, aan U den bloei en groei onzer afd. te danken hebben. Ten volle begrij pen wij dan ook de woorden door U gespro ken, de woorden namelijk: Ongaarne ver- laat ik Leiden. Wij, volksbonders, voelen wat het ook voor U zeggen wil een vereeni- ging te moeten verlaten, waarin gij geheel opgingt. Wij antwoorden dan ook: zeer, ja zeer noodc zien wij U vertrekken, doch wij zijn overtuigd, dat het niet uw, maar Gods H. wil is, die U tot hooger roeping heeft uitverkoren, en U zoowel als wij moeten daarin berusten. Wij kunnen echter niet nalaten op dit plechtig oogenblik nogmaals uiting te geven aan onze dankbaarheid en liefde; vandaar dan ook deze hulde. Nog weinige oogenblikken cn wij zullen U moeten noemen onzo oud-adviseur. Hoe schoon en waardig deze naam ook klinkt, ons, volksbonders, klinkt hij toch nog te los in onzo ooren. Neon, een hechtere band moet ons binden met den man, die zichzel- ven als het ware voor onze afdeeling op offerde. Evenals onze Volksbond in zijn. ge heel een beschermheer heeft in Z. D. H. den Bisschop van Haarlem, zoo ook wil onze afdeeling haar beschermheer heb ben, en wio kunnen wij die waardigheid beter aanbieden dan aan U, die onzo afdee ling van af haar oprichting tot nu toe met raad en daad heeft bijgestaan. In naam van al onze bondsbroeders, bieden wij U dan ook dit beschermheerschap aan. Aanvaard dit-, niet als een nieuwen last, welken wij op Uwe schouders leggen, maar als een nieuw blijk van aanhankelijkheid. Hebben wij het genoegen gehad U ruim 10 jaren onze: gees telijke adviseur jto mogen noemen, zoo hopen wij thans, dat wij U tot in lengte van jaren mogen noemen niet alleen onze oud-adviseur, maar ook de beschermheer van den Ned. R.-K. Volksbond. Een langdurig applaus volgde op deze woorden, waarna een défilé plaats had met- do banieren met muziek, waarna de zang- afdeeling ten beste gaf het Avondlied, en vervolgens de voorzitter meedeelde, dat er aanstaanden Zondagavond om halfncgen buitengewone vergadering zal gehouden worden in hetzelfde gebouw, ten dienste van het Chr. Onderwijs, waarop alle Katholie ken, ook de vrouwen toegang hebben. Een bekend, spreker zal optreden om een en ander te weerleggen tegenover hot: „Maak front tegen het bijzonder onderwijs." Daarna gaf hij het woord aan den be schermheer, die verzekerde dat het hem speet als beschermheer te zijn toegespro ken, omdat hij zoo gaarne adviseur had wil len blijven. Deze avond, zoo vervolgde hij, is voor mij een groote verrassing; mij was voorgespiegeld door mijn pastoor dat er •hedenavond nog een conferentie zou zijn, zoodoende had ik mij voorgesteld nog een kleine vergadering bij te wonen. Ik ben hoogst dankbaar voor de ontvangst, mij zoo onverwachts bereid, te meer nog daar ik de mannen aanwezig zie der Zang-Afdee- ling „Harmonie", alle vakafdeelingen en fondsen, welke in de Afdeeling vertegen woordigd zijn, die ik tot bloei heb zien ko men tijdons ik adviseur was. Denkt niet, mannen, dat ik blijde zal zijn als ik later vernemen mag dat deze vooruit zijn gegaan in ledental alleen; maai* zoo ik hoor dat zij steeds in de goede richting kracht uitoefe nen, zal mij dit aan het hart goed doen, en de liefde, die ik U toedraag, zal niet alleen bij u blijven, maar daardoor greoter worden. Dankbaar ben ik voor het lied, mij zoo straks toegezongen, en opgevallen zijn mij do woorden daarin voorkomende, welke uiting geven aan Uw gevoelens: Vrede, vreugde, voorspoed on zegen, dit zijn Uwe wenschen. Zoo die bewaarheid worden, zal alles van een leien dakje in mijn pastoraat gaan, en mochten er kruisjes op mijn weg komen, dan zal ik immer die woorden ge denken. De voorzitter heeft mij gevraagd of ik het beschermheerschap aanvaarden wil en mijn antwoord is dat ik het gaarne aanvaard, niet om to pronken met het me taal zooeven op mijn borst gehecht, maar louter uit liefde voor de goede zaak en om nauwer aan u verbonden te blijven. Ver volgens wensch ik ook tot in lengte van da gen te blijven donateur der Lcidsche Af deeling van den R.--K. Volksbond. Nogmaals, mijne heeren, hartelijk dank voor de zoo hartelijke ontvangst en ik her haal het, wat ik j.l. Zondag gezegd heb ik zal u gedenken in mijn gebeden, doch een groot genoegen zal u nuj doen zoo ik later hooren mag, dat de afd. Leiden in groei en bloei is toegenomen cn er veel tot stand is gebracht. Alvorens ik echter Leiden verlaat, richt ik tot u een verzoek; wilt u de goedheid hebben, al ben ik pas toor te Delft, van tijd tot tijd te bidden tot heil van de parochie te Delft. Wederom daverend applaus on fanfares, waarop de voorzitter namens de afdeeling zijn waardcering betuigde voor de aanvaar, ding van het beschermheerschap en de daarbij gesproken woorden. Na nogmaals de beste wenschen te heb ben vertolkt, met de verzekering, dat alles, wat de vertrekkende voor de afdeeling ge daan heeft en nog doen zal, met gouden letters in dc boeken zal vermeld worden, durfde hij tevens de zekerheid medegeven, dat het laatste verzoek, door allen zal wor den nagekomen, waarna onder een „Leve Pastoor Van Kessel, beschermheer van den R.-K, Volksbond afd. Loidcn en Omstre ken", de vergadering werd gesloten mot een woord van dank voor de opkomst cn met gebed, waarna de leden onder de tonen der muziek huiswaarts gingen onder den uit roep: „lang zal hij leven 1" Dc Staatscourant van heden bovat de statuten der vereeniging „Rembrandt Harmenszoon van Rijn," te Leiden. Het stoffelijk overschot van den heer O. G. Lotsy, in leven rijksbetaalmeester, te 's-Gravenhage, is gisternamiddag op de begraafplaats Oud-Eik-enDuinen ter aarde besteld, in tegenwoordigheid van het gc- heele ambtenaarspersoneel van het kan toor van den nu ontslapene, dat ook een fraaicn bloemenkrans had gevoc-gd bij de zeer talrijke bloemstukken welke de kist dekten; voorts hadden zich op de begraaf plaats vereenigd eenige vrienden van den overledene en vcrschillendo amb tenaren van departementen of colleges, die in nauwe ambtelijke aanraking kwamen met wijlen den heer Lotsy. Onder dezen verden opgemerkt de administrateur der generale thesaurie van het ministerie van financiën, mr. R. J. H. Patijn; do heer J. G. Hoevenaar, hoofdcommies; de heer H. A. van der Sande, commies-chef aan dat ministerie; de heer Gerritsen, commies der Alemeene Rekenkamer. Tot hen, dio dooi hun tegenwoordigheid van belangstelling deden blijken, behoor den o.a. dr. Brcdius, directeur van het Koninklijk Kabinet van schilderijen: de oud-kolonel J. H. H. Yogel; de emeritus predikant ds. S. Baart do la Faille, terwijl met de talrijke familiebetrekkingen fn don stoet het stoffelijk hulsel o.a. grafwaarts brachten jhr. De Marees van Swinderen, waarnemend betaalmeester in Den Haag, en do heer Inckel, oud-referendaris aan het departement van financiën. Alvorens dé kist in de groeve werd ne- dergelaten, herinnerde een der familiele den, mr. Croockewit, rechter in do recht bank te 's-Gravenhage, met een kort, maar treffend woord aan dc voortreffelijke eigenschappen van hoofd cn hart van den nu ontslapen, door zoo velen geliefden en hooggeachton man met zijn kalmen aard, die zijn bedaardheid slechts verloor, als hij zag, dat onrecht gepleegd werd. Met de grootste waardeering gewaagdo dozo spreker van den ijver, waarmede dc heer Lotsy zijn taak vervulde, en van zijn hoogst aangenamen omgang met allen, chefs cn ondergeschikten, die met hem in aanraking kwamen. Nadat de velo bloemstukken boven dc groeve tot een heuvel waren opgestapeld, zeide de oudste zoon den spreker en allen aanwezigen diep geroerd dank voor de troostrijke belangstelling, waarmede de plechtigheid geëindigd was. Bedankt is voor het beroep naar de Nod.-Herv. Gemeente to Zeist dooi ds. A. J. Th. Jonker, te Heemstede. Gisteren heeft te Haarlem uo eerste opvoering van „Allerzielen" plaats gehad. De zaal was uitverkocht, zoodat velen te leurgesteld heengingen, dio geen plaatsen meer konden bekomen. De gemeenteraad van ltccuwijk heeft met op een na algemeene stemmen afwij zend beschikt op het vei zoek van de kcr- keradon der Hervormde Gemeenten te Reeuwijk en Sluipwijk, om de herbergen in die gemeente op Zon- en feestdagon niet eerder te openen dan 's middags 12 uren cn 's avonds 8 uren te sluiten. Door de Commissie van vooidracht ter benoeming van een kerkelijk hooglccraar aan dc universiteit te Groningen is heden het volgende drietal opgemaakt: de hee ren dr. I. A. Cramei, predikant te 's-Gra venhage; dr. A. van cïer Flier, predikant te Purmerond, cn dr. A. J. Th. Jonkei, predikant te Heemstede. Hieruit zal dc Sy node dor Ned.-Herv. Kerk eerlang een keu ze hebben te doen. In dc gisteren gehouden vergadering van hot Haailemsch Comité voor een stand beeld van stadhouder Willem III werd medegedeeld, dat do Commissie ccn be drag van f 872 ontving. Met het cog op nakomende giften werd besloten de Com missie nog niet te ontbinden. Het moet in het plan van het hoofd bestuur der posterijen cn telegrafie liggen het locaal briefport van 3 cent ook binnen kort te doen geldon voor die gemeenten, waaivan de bebouwde kommen aan elkan der grenzen, evenals bij do telegrafie reeds cenigjo gemeenten zijn aangewefzen door den Minister van W., H. en N. voor het locaal verkeer voor telegrammen. Do „O. H. C." verneemt, dat aan den heer A. do Haan te Heemstede ondershands is opgedragen de bouw van het gemeentelijk slachthuis, to Haarlem. Ofschoon zij niet het bedrag kon te weten komen, waarvoor dc uitvoering van dit belangrijke werk wend aanvaard, kan toch als zeker worden aangenomen, dat dib minder moet zijn dan het laagste insohrijvingscijfer bij do openba- ro aanbesteding op 22 December, namelijk f 339, 500 door den heer J. Maohielso Jr., van Haarlem, (De hoogste inschrijving was f 122,600). Nu dc gunning heeft plaats gehad vol gens de vooi waanden van het bestek is tc verwachten, dat met spoed aan het werk wordt begonnen. Het zal de vraag zij'i of na dit oponthoud de werken wel op 1 Sep tember 1906 zullen kunnen worden afgo- vord. Ten Stadhuizo to Rotterdam is aanb steed het maken van den bovenbouw voor do nieuw tc maken Eleetrisclic Centrale aan de Schiehaven met bijbehoorondo wei ken. Er waren ingeleverd 29 biljetten. Laagste inschrijver was de heer D. T. Blanken, to Rotterdam, voor f 481,000. Het stoomschip „Prins Willem V" vertrok 8 Maart van Amsterdam naar Pa ramaribo; de „Salak" van Batavia naar Rotterdam, vertrok S Maart van Pcrim; do „Themis" van La Pallice naar Amster dam, passeerde 7 Maart Dungeness; de „Zicten", van Japan en Singaporo naar Amsterdam arriveerde S Maart to Suez; do „Merapi" van Rotterdam naar Batavia, vertrok 8 Maart van Port-Said; do „Ocn- garan" vertrok 8 Maart van Batavia naar Rotterdam; de „Ophir" vertrok 8 Maart van Rotterdam naar Batavia; do „Bali", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 8 Maart Perimdc „Rotterdam" vertrok 8 Maart van Nieuw-York naar Rotterdam; dc „Prinses Sophie" arriveerdo 8 Maart van Amsterdam te Batavia; de „Baycrn", van Japan cn Singaporo naar Amsterdam, ar riveerde 8 Maart tc Antwerpen; dc „Ke- diri" vertrok 8 Maart van Rotterdam naar Batavia. llaarlonimormoor. Geestelijke belangen vóór 50 jaar. Toen dc stoffelijko belan gen van Haarlemmermeer bij Kon. besluit van 7 Juni 1855 waren geregeld on die op 11 Juli waren tot stand gekomen, werd het oog spoedig gevestigd op 'Je geeawiijs.0 belangen van dien zoo uitgebrciden polder. Een commissie, met ds. J. Puns aan het hoofd, toog nan het wcik, om gelden in te zamelen voor den bouw van kerken, aan het pas drooggemaakte Haarlemmermeer. Dadelijk stelde die commissie een gods dienstonderwijzer aan, do eerste zaaier, die uitging om dc zielen van liet Christen dom tc zaaien in de harten dier vreemdelin gen, aaamgekomen uit allo oorden de» lands. Een gebouw, staande op 3000 M. van h.t tostichten Kruisdorp, later Hoofddorp, werd gehuurd en tot noodkerk ingericht. Toen dc eigenaar dit gebouw van de hand wilde doen, woe het de eerste burgemeester van Haarlemmermeer, mr. Pabst, dio dit voor eigen rekening kocht, waardoor do godsdienetoefeningen onge stoord konden voortgaan en een gedeelte liet inrichten voor Gemeentehuis, welk laatste tot 1867 is gebleven. De ceiste predikatie in do noodkerk te Haarlcmincimecr werd gehouden door da. Gewin, predikant lo Heemstede. („O. H.") Hazersnroude. Do heer Külm, van Am sterdam, trad gisteravond vooi ons Nuts- departement op in do bovenzaal van moj. dc wel. C. van Egmond. Behalve een stuk je van Justus van Mc.urih: „Een lieve ver rassing", gaf hij ccn paar monologen en tal van gedichten, ten beste, die, naar do aandacht cn hilariteit to oordcelcn, zeer in den smaak vielen. Do voorzitter, de heer C. Korteweg, bedankte don spreker voor zijn gehouden voordrachten en riop hom een „tot weerzien" toe, terwijl hij or tevens op wees, dat dit weer de laatste Nutsavond ii. Hot was een nevelige herfstavond. De wind woei de gelo bladen van de boomen en deed zo op den grond ronddwarrelcn. De geheelo natuui was grijs cn afgestorven. En liet scheen bijna alsof die koude en grijsheid zich ok had meester gemaakt van twee menschen, die,' zwijgend in een hoek van de stationswachtkamer gezeten, den trein afwachtten. Door den zwaren mist word de trein later venvacht. Zij za ten er nu samen bijna een uur in den gu- ren herfstavond, zonder écn woord te spreken. Nu boog zich dc jongste, een meisje van bijzondere schoonheid, tot de oudste, een slenko verschijning, die hoog6t aantrekkelijk was cn iets voornaams over zich had, cn zoo iets van goed in de dei- tig scheen te zijn. De gelijkenis tusschen liet mooie meisje en de reeds eenigszins verwelkte vrouw was echter zóó duidelijk zichtbaar, dat men ze voor moeder en dochter zou hebben kunnen houden. Bei den waren in den rouw, waai door hun fijne gelaatstrekken, vooral die van de oudore dame, die hier en daar reeds eonigszins grijs begon te worden, nog blee- ker schenen. „Wat beeft gij, Maria'? Wilt gij niet liever de deur uicht hebben? Ik vrees, dkt het je te veel wordt na al het waken en de inspanning van do laatste weken." In plaats van te antwoorden stond do aldus toegesprokene van haar stoel op, nu een rood licht, dat snel naderbij kwam, de aankomst van den trein aanduidde. Met een zacht glimlachje en een zonuw- achtigen handdruk bedankte zij de jonge re, wier wangen zich rooder kleurden, ter wijl de oudste nog iets bleeker weid. Do trein floot en hield stil. Er waren slechts heel weinig menschen op dien nat ten herfstavond aan het kleine station. Maar ziehaastig wordt het portier ge opend; een flinke, krachtige man van even in de dertig, met den breeden flaphoed diep in het dikke krulhaar gedrukt en grooto vreugde in do stralende oogen en oen gelukkig lachje om den mond, springt er met een flinken sprong uit. En nu heeft hij haar leeds vast aan zijn borsi; ge drukt, liet mooie, onder zijn stormachtige omhelzing diepb'lozendo meisje, zóó vast, dat de bevende gestalte zich slechts met moeite uit zijn armen kan losrukken, om met bevende stem to stamelen: „Niet ik, hier, hier is Maria 1" Vlug, als door den bliksem getroffen, wendt cle jonge man zich omzijn oogen zoeken do terugwijkendo, bijna in elkaar zinkende gestalte naast die van het jonge meisje. Hij heeft juist nog tijd om de wan kelende in zijn steike armen op te van gen. Maar neen, bewusteloos is zij niet, haar trotsch liadt helpt haar om dit ver driet met haar krachtige ziel te dragen. Een oogenblik zijn alle drie weliswaar sprakeloos, maai als de man zijn lippen op het voorhoofd van de blceke vrouw, die in zijn armen rust, wil drukken, zegt zij zacht, doch afwc-- td: „Laat dat; dat laterI Laat ons nu huiswaarts gaan Zwijgend trekt hij' de fijne, smalle hand door zijn arm; zwijgend, doch mot vasten tred, gaat zij aan zijn zijde; zwijgend, doch met luid kloppend hart, volgt de jongero zuster. De korte weg tot aan huis is spoedig afgelegd en toch, hij schijnt heden voor drie menschen eindeloos. Hoeveel indruk ken cn gevcilcns verdringen zich verwar rend in hun brein. Had Ernst op dat oogenblik den langen tijd vergeten, die er lag tusschen afscheid cn weerzien? Had hij niet bedacht, dat het meisje van heden niet meer dat van vroeger zijn kon? Had zij hem niet geschreven hoezeer verdriet, zorg en inspanning haar uiterlijk hadden veranderd? Ja! Maar zóó! Neen, geen tien, doch twintig jaren scheen zij ouder te zijn geworden. En daar tegenover dat zwakke, zeventienjarige ding, dat bij "het afsoheid nog niet eens goed boven zijn knie kwamHoe was het mogelijk, dat die zich in tien jaren had ontwikkeld tot zulk een heerlijke vrouw, die hij bij vergissing als zijn meisje had omarmd. Ach, het was een te vergeven vergissing, bij zulk een dubbele verandering, cn toch, het drukte hun alle drie even zwaar en had de gc-heele vreugde van hot wu-erzien vernietigd. Thuis komend trok Maria haar arm uit dien van haar aanslaande. „Je bent zeker moe, Ernst! Misschien wilt gij wel corst even naar je hotel gaan, of wilt gij dadelijk meegaan, waar een warme ka mer en het avondeten op je wacht?" Ach, hoe zorgvuldig had zij dc ontvangst bereid! De kamers, die haar zoo somberen verlaten schenen, sedert het stoffelijk over schot van haar moeder nu nog geen week geleden er in had gestaan, had zij geheel veranderd en zo met innerlijke vreugde zoo vroolijk on gezellig mogelijk gemaakt om hem te verwelkomenEn nu Verlaten en treurig vond zij het alles; do hceilijk riekende bouquet sclicen haar ver welkt, de lamp scheen slecht tc branden, cn van den haard, waar het vuur zoo heer lijk knapte en gloeide, scheen haar een koude wind tegen to slaan. Hoe heerlijk had zij het zich niet gedacht, als hij haar op do canapé naast zich zou trekken en haar In zijn armen zou nomen, waarnaar zij nu al tien jaren had verlangd; als zij weer theo voor hem schenken zou cn het voor hem alles „gezellig" zou maken, zooals hij het zoo gaarne had. En nu? Ach, zij ver langden nu alle drie naar een oogenblik van alleen-zijn Dat voelde Maria met haar fijnen tact voor de andoren evengoed als voor zich zelf vandaal haar vraag, waarop Ernst dadelijk inging. „Gij hebt gelijk, liefste, dat zal het beste zijn; over een uurtje bon ik weer bij j® Hij wilde een kus op haar lippen druk ken, maar vlug uitwijkend, verdween zij in huis, en hij waagde hot niet haar te volgen. Toen hij zich omwendde, ontmoette zijn blik dien van Magdalena, die sterk bloosde. Somber en beangst stapte hij naar zijn hotel. „Ja, een oogenblik kan alles verande ren!" sprak hij tot zichzelf. Hoe liad hij zich dit weerzien gedacht op de lange reis, als hij, terugleunend in dc kussens, zijn gedachten den vrijen loop had gelaten. En nu! O homel: de gchecle wereld scheen hom veranderd; donker on beangstigend lag dc toekomst vóór hem Hij streed er tegen, maar het was alsof zijn ziel geen weeistandsvermogen meer liud. JaEen man heeft wel héél, héél anders lief dan een vrouw 1 Werkelijk, do Engelschc schrijver zegt niet ten onrechte: „WcLk een vreeeelijke gedachte is het. dat bijna al onze diepe liefde vcor de vrou wen, als zij niet onze zusters of mocd3rs zijn, in de eerste plaats afhangt van haar persoonlijke verschijning! Als wij haar verloren cn terugvonden, vreeslijk van uitzioht, ofschoon vorder onveranderd, zoudon wij ze dan nog wel licfhobltn?" (Sho van Rider Haggard). Er zijn misschien uitzonderingen, rnaar' zij zijn uiterst zoldzaam. Behoorde Ernst daartoe? Hij zat nog in zijn sombere gedachten verdiept voor het venster van het oudcr- welscho hotel van het stadje. Wat scheen het hem hier alles doodsch en stil 1 Hot fwa<? hjfói' toch. eigenlijk ocjht bckrfclmp^n on burgerlijk I Zoo is hot mensohenhart 1 Nog weinig weken geleden had Ernst met al de kracht van zijn ziel naar hier terug verlangd, on had hij wel -vleugels willen hebben om hier gauwer te aijn. (Wordt ver vol od.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 1