LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 22 FEBRUARI. TWEEDE BLAD.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
ZIJN NOVELLE.
2fc>. 13805
Anno 1905.
naars van het manifest hunnen vereeni
gen, geenszins is uitgefloten.
Wij moeten het bij deze korte aanduidin
gen laten.
Wij horhalen, dat wij het manifest,
welks strekking onze warme sympathie
heeft, van harte toejuichen en drukken
de hoop uit, dat het ook bij onze geest
verwanten in den lando zich in eon warm
onthaal zal mogen verheugen."
„Land on Yolk" spreekt over het
„bezadigde manifest, dat uitmunt door
den beslisten toon en de omonwonden
uiting van denkbeelden." Het blad ver
baast zioh, dat al de leden van „het ïl-
lustre gezelsohap", hier bijeen, „hot zoo
geheel eens zijn op al do punten van ac
tueel Staatsbeleid, waarovei zij zich uit
sproken."
Het manifest ontledend, blijkt aan hot
blad, dat er tusschen do oud-liberalen en
de overige vrijzinnige groepen ongeveer
geen verschil bestaat. Slechts de electorale
kwestie houdt hen verdeeld.
„Wat moet nu daarvan uij de 6tembus
hot gevolg zijn?" vraagt het blad.
„Een onvoizoenlijke houding tussahon
do liberale groepen, wegens één, zij het
ook zeer gewichtig onderdeel van het ove
rigens zoo goed als gemeenschappelijk
program? Een stelling nemen, tusschen
hen, die elkander in staatkundigen zin
hot naast staan, tegenover elkaar? Een
splitsing der Liberalen om een opportuni-
teitsvoisohil
Wij zouden hot zeer betreuren en we
oohten het ook volkomen onnoodig.
Immers, waar het manifest in rondo
woorden den plicht van de liberalen er
kent om in 's lands belang front te ma
ken tegenover de tegenwoordige Regee-
ringsmeei dorheid; waar daarbij wordt
vooropgesteld, dat men zoowel zelfstandig
als „door het verleenen van steun aan
vrijzinnige candidaten der linkerzijde, dio
niet tot hun naaste geestverwanten be-
hooren", tegenover de tegenwoordige Re-
geeringsmeerdeiheid heeft front te maken
daar voegt het onzes inziens den gecon-
oontreerden vrijzinnigen partijen om het
rociprociteits-stolsel toe te passen en bij
de stembus te rade gaando met do oischen
eoner goede tactiek, daar, waar oud-libe-
ïalcn aftreden, hen te steunen in den
strijd met beslist anti-liberalen.
Op die wijze zal, „met handhaving van
eigen standpunt" voor elk der liberale
groepen de ooncentratio toch doorwerken
en er toe leiden, dat het ook voor do oud-
liberalen als hoofddoel vooropgestelde
slieven om aan do heerschappij dor ker
kelijke partijen een einde te maken, bij
de stembus in Juni wordo bereikt."
„Het Vaderland" vindt het ver
moeden bevestigd, dat niet allen, die noch
tot de Liberale Unie, noch tot den Vrijzin
nig-Democratischen Bond behooren, het
daarom goedkeuren, dat de alliantie dezer
twee groepen een liberale mededingster
naast zich krijgt, die maar ten deele als
medestandstor to beschouwen is
Doch van den anderen kant:
„Er zijn „vrije" liberalen in Neder
land, wier namen men tevergeefs zoekt on
der het „oud-liberaal" advies. En nu gaat
het natuurlijk niet aan uit het ontbreken
der namen Vlielander Hein, Vernjn
Stuart, Van Outhoorn, Van Weideren Rcn-
gere, om slechte enkolen te noemen, met
stelligheid de slotsom te trekken, dat hun
dragers met velen achter hen den in
hcud van het manifest niet beamen, maar
namen zijn dit toch, die men niet ver
baasd zou zijn geweest ooder het stuk aan
te treffen.
De „Nieuwe Arnhemsche Cou
rant" maakt een vergelijking tusschen
dit „ernstig, deftig, degelijk, waardig,
voorzichtig" stuk en een goed onderhouden,
monumentaal gebouw, dat spreekt van de
glorievolle dagen van weleer, de herinne
ring opwekt aan goede, schoone daden, het
welk niemand voorbijgaat zonder een ge
voel van eerbied en ontzag";., „het past
nog altijd voor de ontvangst van een keur
van gasten, personen uit de deftige, ont
wikkelde, beschaafde kringen der maat
schappij, die de beste tradities van ons
volk vertegenwoordigen; zij voelen zich
daar thuis in dio omgeving, welke in har
monie is met geheel hun persoonlijkheid";...
maar ,,do eenvoudige burger, de gewono
werkbij, voelt zich vreemd in die deftige,
ietwat ouderwetsche woning, te midden
van die keur van gasten. Niet dat deze hem
als nict-gelijkwaardige zouden behandelen;
integendeel, ze zijn do wellevendheid zelf
en volkomen bereid hem in hun midden op
te nemen, als hij maar aan zekere eischon
van ontwikkeling en welstand voldoet
Doch hij mist do vrijheid van beweging,
waaraan hij gewoon is; zijn taal is niet do
hunne; de moderne gemalen, waaraan
hij in zijn meer eenvoudige omgoving ge
woon is, ontbreken; en zoo gaat hij voor
bij, zonder ook maar een oogenblik den
lust in zich te voelen opkomen, deol uit te
maken van de élite, die hot mooie, monu
mentale gebouw frequenteert"
Het blad zegt, dat hot manifest niet
beantwoordt aan de behoeften der Domo-
oratie.
„Immer langsam voran", opdat
ook de Krahwinkler landstorm mee komen
kan 1 Maar ddérmee heeft Pruisen niet de
overwinning van Königgratz, Duitschland
niet die van Sedan bevochtenEn met al
die geleidelijkheid zal ook de Liberale par
tij geen schitterende overwinningen beha
len.
Och, als de heeren niet zoo „geleide
lijk" gezind waren, zou vruchtbare samen
werking op het g e h e e 1 o gebied der wet
geving niet zijn uitgesloten. Welk verschil
is er bijv. in het wezen der zaak tusschen
„geleidelijke uitbreiding van kiesbevoegd
heid", een blanco-artikel 80 en urgentie
van Grondwetsherziening, waar ze toch al
lo drio thans even onbereikbaar zijn? Men
kon het kibbelen daarover gerust uitstel
len tot later, als er niets beters to doen
vieL
„De Standaard" wijdt een driestar
aan bet manifest dor 75en
„Hoofdzaak zegt hot blad o.a. bij
dit alles is de tactiek; en dio tactiek is juist
v?at voorspeld was. Ook dezo heeren gaan
straks met een candittatiuur-Roodhuijzen
en een candidatuur-Treub mee als de
eigen man het niet halen kan.
Zelfs, en dit is wel hot opmerkelijkste
in dit manifest, wordt met geen woord
pesitio tegenover do sociaal-democraten
genomen.
Front tegen hot Kabinet ia
hier aanwijzing genoeg.
Voorts komt het uit, zooals bij het de
bat in do Tweede Kamer gegist was: Van
der Vlugt is het eenB met Van Houten.
De man van den „verborgen omgang"
in de binnenkamer, met den volleerden
atheïst.
Ook lotto men or c-p, dat do godsdienst
vcor dezo heeren mot politiek niot te ma
ken heeft; en zoo iote onderteekent Van
Houten mee, dio eens het „een waan"
noemde, zich in to beoldeo, dat do strijd
tusschen de Christelijke on de moderne
levensbeschouwing buiten de politiek kon
omgaan.
Als ge hier bijvoegt, dat hoog ia dit ma
nifest do vrijheid wordt geloofd, maar dat
de heeren het St-aatsprivilege voor het
openbaar onderwijs over heel de breedte
willen handhaven, voelt ge duidelijk, wat
geest hier aan het woord is.
Het ia de geest van de oude garde, go-
lijk dio onder het liberaal régime na '18
heerschto.
En al staan deze heeren met hun rug
naar de radicalen gekoerd, men kan
iemand, ook met den rug naar hem toe, n<\-
loopen."
„D e Noderlander" meent, dat
„heft do blijkbare bedoeling is, in den aan
staanden stembusstrijd volledig links te
gaan staan."
Het 7ial er wel op neerkomen, dat in
Leiden, Utrecht, Haarlem, Tied, Oostburg
en Rotterdam IV een „oud-liberaal" ge
handhaafd wordt, en 'dat vorder nagenoeg
overal blijmoedig met do blanoo-coalitie
wordt meegegaan.
Eet manifest der oud-liberilen
wordt door de „Nieuwe Rotterdam-
te he Courant" met groote ingenomen
heid begroet.
Vele vrijzinnigen in den lande, die bui
ten Liberalen en Vrijzinnig demociatisohen
Bond staan, zullen met verlangen er naai
Rebben uitgezien.
De thans uit de onderteekenaren van
Ret manifest gevormdo Commissie van Ad
vies kan in den aanstaanden verkiezings
strijd voor deze vrijzinnigen eeu middel
punt worden, waarom zij zich kunnen ver-
.eenigen.
s Maar het verheugt ons, dat die oommis-
eie haar taak niet zoo beperkt opvat, maai
ook na de verkiezingen baar bestaan wil
voortzetten, ten einde een vereonigings-
4punt te blijven voor de geestverwanten in
den lande."
Het blad geeft dan als den inhoud van
1 het manifest weer
„Vooreerst wordt beslist en kiachtig po
sitie genomen tegen de coalitie, die thans
in do Staten-Goneraal do meerderheid
heeft, en tegen het Ministerie van de be
faamde „antithese". De onderteekenaars
van het manifest verklaren nadrukkelijk,
dat zij verplicht zijn tegen do tegenwooz-
dige Regeoringsmeerderheijd in 'a lands
bolang front te maken.
Zij willen dit doen „zoowel zelfstandig,
als met handhaving van eigen stand
punt door het verleenen van steun aan
Vrijzinnige oandidaten der linkerzijde, die
Riet tot hun naaste geestverwanten behoo
ren."
Daaruit blijkt, dat hun houding tegen
over de aanhangers der Liberale Unie en
van den Vrijz. -democratischen Bond geen
Rostiele zal zijn, en dat zij do noodzako-
lijkheid van samenwerking, op grond van
gemeenschappelijke beginselen, uitdrukke
lijk erkennen. Een houding, die wij van
den beginne af als de juiste hebben er
kend, waarom wij dan ook dezo verklaring
mot ingenomenheid begroeten.
In het tweedo deel van het manifest
staat een korte beginselverklaring, uitge-
lokt door den wcnsch om eigen standpunt
te handhaven en af te bakenen. Daarin
wordt o. a. de vrijheid vooropgesteld en
Staatsdwang slechts toegelaten bij ontoe
reikendheid van het vrije zelfstandige ini
tiatief, en in geval voldoende vaststaat,
I dat van Staatswege een algemeen belang
"eerder en boter behartigd woidt dan door
'de vrije samenwerking van belanghebben
den.
In het dorde deel van het manifest ein-
t ctalijk leggen de onderteekenaren hun mco-
ning bloot over enkele onderwerpen van
actueel staatsbeleid.
Van hot govon vnn eer» afgerond pro
gramma van actie onthouden zij zich. Wat
zij hier uiteenzetten, bevat slechts eonige
kalgemeene lijnen over begin telen en maat
regelen, die op dit oogenblik hot meest
1 op den voorgrond treden. Een uiteonzet-
'ting dus, die in de practijk nadere detail
leering en aanvulling zou behooven.
Ongetwijfeld is dat bijv. het geval met
het financieelo gedeelte van dit onderdeel
•van het manifest.
Onder 6o. woidt vierkant positie geno
men tegen de tliana op touw gezette be
woging tot Grondwotenorzioning. Aange
duid wordt de groot* omvang van bet
eicsreohtvraagstuk bij eventueel© Grond
wetsherziening, en hot onrijpe der denk
beelden dienaangaande. En legen liet
bianoo-artikel verklaien do onderteeke
naars van hot manifest zich én omdat aan
het tot-st :nd-komon daarvan de wensch
tot spoedige invoering van algemeen kies
recht ton grondslag ligt., een wensch, dien
zij niet doelen, èn om het vermoedelijk
onvruchtbare van do poging, èn op grond
van do wenschelijkheid van klaarheid in de
politieke verhoudingen.
/van het slot woidt eindelijk uitdrukke
lijk de overtuiging uitgesproken, dat de
mogelijkheid van vruchtbare samenwerking
met vrijzinnigen, die zich niet in elk op
zicht met de denkbeelden der onderteeko-
- -^Ê0h'
22)
„En wat do onverschilligheid betreft",
rride zij lachend, „dat is hoofdzakelijk
ie wijten aan jeugd en gebrek aan onder
binding. Wanneei men in aanraking komt
.mot het werkelijke leven, met verdriet,
pact gr«. ^fco vreugde, met verleiding, met
»tonde of heldhaftige deugd, met dood, met
■de geboorte eener ziel, met een dier groo-
to, wonderlijke waarheden van het leven,
dan kan men niet onverschillig blijven in
godsdienstzaken, gelooft gij wel?"
„Wanneer men in aanraking komt met
do groote waarheden van het levon heeft
men godsdienstige oogenblikkcn," zeide
hij. „Maar gewoonlijk zijn die zeer vluch
tig."
„Men kan zo aankweeken, men kan zo
bewaren," zeide zij.
„Indien gij een goode katholieke wilt
zien, mijn nichtje, mijn klcino Emilia is er
'een. Zij wil liefdezuster worden en— haar
levon doorbrengen met de armen te ver
plegen."
„O, is dat niet jammer?" zeide Peter.
„Zij is zoo bijzonder mooi; ik heb nog
nooit liever bruine oogen gezien dan de
hare."
„Wel, binnen weinige jaron zullen die
lieve brui no oogen onder een kap uitkij
ken. Neen, ik geloof niet, dat het jammer
is. Zulke vrouwen zijn de gelukkigste
'menschen in de wereld, geloof ik, en pries
ters. Hebt u ooit iemand gecien, die zoo
echt den indruk maakt van gelukkig te
ziju als mijn oom, bijvoorbeeld?"
„Ik. heb nooit iemand ontmoet zoo
vriendelijk, zoo zachtaardig," bekende
Peter. „Hij heeft een zeer innemend voor
komen."
„Hij is een zeer bijzondere oude man,"
zeide zij. „Ik zou hem zoo graag tot het
einde van dezen zomer hier houden, of
schoon hij maar voor een week gekomen
is. Hij werkt veel te hard, wanneer hij
in Rome is. Hij is een der kardinalen,
die liun titelkerk zelf bedienen. Maar
hier buiten is hij den ganschen dag met
Emilia uil. Zij zijn net kinderen te zamen
en ik voel mij 6tatig en oud bij hen."
Peter lachte en in een oogenblik van
stilte liet hij zijn oogen door de vallei
dwalen.
„Hallo!" riep hij plotseling uit.
„lomand heeft onzen berg groen geverfd."
De Duchessa wendde zich om en liet
ook een kreet van verbazing hooren.
Door een toeval van weerkaatsing bf
zoo iets was de sneeuw op Monto Sfiorito
helder-groen. Beiden zwegen en zagen een
oogenblik met bewondering voor zich uit.
Wèl was het een mooi uitzicht, mooi on
bijzonder: de zonnige lanen, do hoogo
boomen, het blauwo meer en die helder
groene berg.
„Ik heb nooit zoo iets bedrieglijks gezien
als die sneeuwtoppen," zeide Peter. „Nu
zag ik ze al in iedere kleur van den re
genboog, behalve in hun eigen symboliek
wit."
„U moet ze er niet hard over vallen,"
zeide de Duchessa. „Zij kunnen het niet
helpen. Het komt door den afstand, de
zon en den dampkring."
Zij sloot haar waaier en lcgdo hom
weer op tafel. Tusschen dc boeken, die
daar lagen, meost Fransoh in gelen om
slagzag Poter met eenigo ontroering
(hij ontroerde altijd min of meer als hij
het zag) den grijs-gouden band van: „Een
man van woorden."
De Duchessa zag, dat hij er naar keek
„Ja," zeide zij, „de novelle van uw
vriend. .Ik zei u immers, dat ik die aan
het overlezen was."
„Ja," zeide hij.
„En weet go, ik ben waarlijk geneigd,
om uw gunstige opinio to deelen." ging zij
voort. „Ik vind het heel, heel knap ge
schreven, cn wat meer is, heel bekoorlijk,
heel mooi. Do noodlottige gavo dor schoon
heid 1"
En met een laohje herhaalde zij die
woorden, dio hij er zelf op toegepast had.
„Ja", z:ide hij.
„Tooh is de schoonheid er van niet da
delijk zichtbaar. Zij is niet aan de opper
vlakte van het werk; zo is meer do ziel er
van. Men moet zoeken om zo te vinden."
„Schoonheid, die iets waard is, moet
altijd gezocht worden," zeide hij. En hij
holde voort op rijn stokpaardje. „Om iets
schoon to doon zijn, moeten er twee wezen.
Het oog van den toeschouwer ri even noo-
dig als dc hand van den kunstenaar. De
kunstenaar doet zijn werk, de toeschouwer
moet het zijne doen. Zij werken samen. Zij
moeten gelijk zijn, met de gelijkheid van
hen, die tegenover elkander staan. K inst
is geheel iets, dat wederkeerig moet ziju.
Die schoonheid, welke plotseling opvalt,
vermoeit en verveelt het spoedigst; het is
de sohoonheid die alleen van buiten is vn
dus geen echte sohoonheid: een namaaksel,
Het blad gelooft niet, dat door eventueo-
len onwil van concentratiezijde de algemee
ne samenwerking in het land in gevaar ge
bracht zal worden.
Daarvoor staat do soherpe spits van dit
manifest to zeer tegen do Regcering en haar
meerderheid gerioht, do eoopelo en plooi
bare zijde te zoor gewenvi naar de linker
naburen.
De geest van don heer Van Houten, die
radicaal tegon ons over staat, en van den
heer Van dor Vlugt, dio door do onderwijs
politiek do Rubico weer heeft zien Lwollea,
komt ons voor dit manifest meer geïnspi
reerd te hebben dan die van sommige ande
re onderteekeuaare.
„De oud-liberalen" hebbon na lang waoh
ten, ondanks hun ergernis1 over het blanco-
gcooharrel, toch maar besloten onder het
Caudijnsoho juk door te gaan." Aldus
begint „Do Tijd" eon artikol.
„Do Tijd" meent, dat do „oud-libora-
lon" met dit manifest zich overgeven aan
eon macht, „welke er rondborstig voor
uitkomt, hoofdzakelijk jukt datgene to wil-
Ion en na te sferev.n, wat do ondortepko-
naars q i o t willon on met allo kracht
zoo beweerdo men vroeger althans zullon
tegengaan."
„Gedachtig aan do waarheid, dat wio
de oorzaak wil, medeplichtig staat aan
do gevolgen, moeten do „oud-liberalen"
er zioli natuurlijk levendig van bewust
rijn, dat zij, door do mannen der concenbra-
tie to steunen on door dezen (bij een oven-
tueeJc overwinning der linkerzijde) in staat
to stellen hun plannon ton uitvoer to leg
gen, hun politiek© macht en invloed ge
bruiken om iets tot6tandto brengen, dat zij
voor het land verderfelijk en, met het oog
op hun eigen boginsolon, valsch cn verkcord
achten.
Dedon zij vroeger bij monde van „De
Nieuwo Oourant" hun fier Infra
dig nitatom hooren, gaven zij boen to
verttaan, dab do aanvaarding van het
blanco-artikel hunnorzijds eon evon onop
rechte als onwaardig© daad zou zijn, na
dat hun toenadering tot do oonoentratie
desondanks een feit is geworden, zou men
verwaoiiten, dat zij uit verlegenheid over
hun inconsequentie eu hun bukken voor
ccn onverbicldellijke overmacht, over dat
nare bianoo-artikel en ovor wat er om on
aan hangt een diep stilzwijgen zouden be
waren. Dit ware v „1 met heldhaftig, maar
in de gegeven omstandigheden toch verre
weg het verstandigst.
Maar neen 1"
Hot blad riot in dezo daad een poging
tot eigen behoud. Maar het is geen eigen
behoud hot behoud van eenige zetels. Een
partij, dio niot een strijd op leven en dood
voor haar beginselen wagon durft, leidt
een veeg on doelloos bestaan, is moreel
dood.
„Had de oonoervatiof-liboralo fractie in
ona Staateloven wezenlijk de posifio van
een partij dee bohouds, had zij zich met
beslistheid on kracht schrap gezet togen hot
veLdwinncn van domagogisohc invloeden, zij
had do in onzo dagon een roeping to ver
vullen. Zelf8 dan, als het aantal harer Ka-
mcrLotola zcor mooht slinken, neemt een
partij, die moodig en zondor ommezien
strijdt voor een eigen beginsel, In het
staatkundig loven oen relfstandige en eer
volle plaats inin hot togen over geste ld o
geval evon wel heeft zij nauwelijks roden
van bestaan en kan zij, al is zij numeriek
niet geheel onbeduidend, onuer de mach
ten, die invloed oofenen op don gang dor
openbare zaak, sohicr niet meetellen. Het
manifest „Aan dc liberale kiezers" moge
in de ooren der onnadenkende kierers nog
zoo mooi en hoopvol klinken, voor hen,
die de teekenen des tijds verstaan en in
in hot wijken der „oud-liberalen" voor
het geweld der demagogie ccn bewijs van
innerlijke verzwakking en verwording zien,
luidt dat manifest als do doodsklok over
het liberale oonsorvatisme."
Zijn eindoordeel vat dit blad aldus sa
men: „Naast eenigo specifiek oonservaticf-
liberale vo 11 i to i te n, waarmode prac-
een surrogaat.
Haar oogen lachten, hoel haar gelaat
toonde belangstelling, vriendelijke belang
stelling; misschien ook vermaak; marr be
langstelling het meest.
„Ja," stemde zij toe. En dan haar eigen
gedachten volgende: „Mot u, bewonder ik
ook het meeste do heldin Pauline. Ik kan
niet zeggen hoeveel ik van haar houd.
Hot zweemt naar overdrijving, maar waar
lijk, ik weet geen andere vrouw in liet
rijk der fantasie, met wie ik zoo dwoop,
dio mijn belangstelling zoo gaande maakt.
Haar geestigheid, haar onbezorgdheid,
haar tcederheid, haar edelmoedigheid, al
les. Hoe kwam uw vriend aan deze schep
ping? Zij is voor mij als een lovende
vrouwik begrijp haar boter dan vele
vrouwen, dio wezenlijk leven. Toch heb ik
nooit een vrouw ontmoet, die haar ge
lijkt. Het leven zou beter zijn aleer zulke
vrouwen waren. Zij schijnt mij een vrouw,
zooals een vrouw moot zijn. Kont uw
vriend zulke vrouwen Wat eon gelukkig
man I Of is Paulino alleen maar con 6chop-
sol dor verbeelding?"
„Zie," zeide Peter lachend, „nu raakt
gij aan het geheim van mijns vriends in
spiratie. Dat ie een geschiedenis op zich
zelf. Felix Wildway is eon doodgewoon
Engelse-liman. Hoe zou een vrouw ah
Paulino dan een schopsjl zijner verbeel
ding zijn? Neen, hij zag haar. God schiep
haar. Wildway kopieerde slechts. Hij toe
kende, „tant bicn que mal," naar het le
ven, ccn vrouw, die nog op onze aarde
leeft. Maar dat is do geschiedenis."
De oogen der Duchessa zagen hem strak
aan.
„O, do geschiedenis? Vortcl mij do ge-
tisoh door de vrijzinnige meerderheid evon-
tueol geen rekening zou worden gehouden,
een fcrourig prijsgeven van eigen zelfstan
digheid. Het anti-cloricalisme drijft dezo
wanhopigen, wij zeiden haast, dezo slacht
offers, uit verbijsterende vrees voor
fKuypor, in de armen van Borgesius,
Diuoker... en Troelstra 1"
In zijn „Kroniek" ia do „Stommen
voor Waarheid on Vrodo" zegt dr.
A. W. Bronsveld, dat hij zich niot
verblijdt ovor de samensmelting van
do mannen der „L i b o i a 1 o U u i o" met»
do vrijzinni g-d emooratou'. Hij
houdt niet van do vrijzinnig-democraten.
Bij mcor dan één gelegenheid, en vooral in
do dagen dor laatst© staking, kwam hun
houding hem zeer tlap en bedenkelijk voor»
Ook kan hij niet meedoen aan hun ijveren
voor algemeen kiesrecht, het vrouwenkios-
reekt daaronder begrepen. Hij vreest, dat
hun weerstandsvermogen tegenover do so-
ciaal-domocraton to kloin wordt. En hun
getal komt hom voor in do omgekeerd© vor-
houding t© staan tot het aandeel, dat zij
cisohon in do regeering van ons land.
„Ik vrees", zoo gaat do schrijver voort,
„dat zij do mannen der „Liberal© Unio"
zullon ovorvleugolon, cn dat dientengevolge
de oud-liboralen golieol op den achter
grond zullen gedrongen worden. Er staat
dus eon opschuiving t© duchten naar linkn,
Ook hior zullen wij misschien aanschouwen
dat verdringen Yan do gematigde elemen
ten, om plaats t© maken voor do radicalen,
voor do uitersten. Wij nokten con kraohti-
g© middenpartij onmisbaar voor oon goodo
regeormg des lands. Een Kamer, waarin
twee ultra-partijen dingen naar do opper
macht, slaat aan allorloi uitspattingon
bloot. Op hot oogenblik hebben wij een
Regeering, dio vooi niets terugdeinst; dio^
als haar macht bestendigd wordt, ons land
een farizeesch aanzien govcn zalen nu
maakt togen haar zich op een leger, waar
van men do leiding zal gaan toovertrouwon
aan mannen, die zoor sterk ovorhellen tot
do sociaol-domocraton.
Wij hopen, dat men ons volk niot stollen
zal voor db keus tusschen dezo beidon. Wij
roden allen belijders van 't Evangelie, allen
Protestanten, allen Horvormdcn met na
druk af om mco t© werkon tot de beves
tiging van 's lands bewind in do handen
van dr. Kuyper en zijn medestanders. Wij
wonsohon cou einde t© zien komen aan hot
begunstigen van Roomsoh-Katholiekon cn
Gereformeerden
Do wijze, waarop do „Liberalo Unio" met
'do vrijzinnig-democraten contractcordo,
slaat dr. Bronsveld niot mot toejuiching
gade, maar als men van anti-revolutio
naire zijde spreekt, van „gekonkel", mag
men naar zijn oordeel daar do hand wol
stoken in eigen boezem.
„Hot verbond tusschen anti-revolutio-
nairon en roomsoh-katholickon is oon der1
gcdroohtelijkste vorschijnsolon in do go
oilieden is van ons land. Hoo kwam hot
tot stand? Door welke besprekingen, op
wolk© voorwaarden, ton kost© van wolk©
ooncossics word het gesloten? Handolon
alzoo do kinderen dos lichts?
Jaron geleden schreef de toenmalige pre
dikant van 's-Gravenliagc, J. il. Gunning,
een meikwaardigo brochure: „Anti-modern
en daarom anti-roomsoh." Wanneer men
eenmaal scheiding uioken wil tusschen
„ohriatolijk" on „paganistisoh" plaats
dan boven op do lijst der laatstgenoemdon
een Kerk, welker hcidonsoh karakter, open
baar in haar sohopselvorgoding, door Oal-
vijn mcor dan dooi eonig andor hervormer
is bestreden.
Vóór mij ligt con book van oon man, bij
do „gereformeerden" in eerc; uc bedoel J.
Loydckker, en zijn work „D© Hervormdo
Kerk in 't gemeen verdedigt legen het
Pausdom." Het book is opgedragen aan
dc Edel Mogende Hceien Staten van Zee
land en telt 928 bladzijden.
Zóó dachten on schreven dc gorcfor-
meerdo vaderen ovor do roomscho kork.
Hij laat hot voor hun verantwoording,
maar komt cr tegen op, dat dr. Kuypor,
on zijn partij, in naam van hot Calvinis
me opkomen togen do liberalen, in ver-
sohbxlenis," zcidc zij dringend.
„Het is oen van die verhalen, die haast
niet verteld kunnen worden," zcidc Peter.
„Er is niets om mode te beginnen. Het ia
zonder feiien, zonder voortgang; het ia
geheel subjectief; hot is ccn ziole-drama.
Paulino was wel gezien, maar zij was niot
gekendzij was half gedroomd, half gera
den. Wildmay kendo hoar nooit, wist zei fa
niet wio zij was, wist haar naam niot, niet
tot wolk land zij behoorde; ofschoon, zoo
als in hot bock staat, hij giste, dat zij een
Engolsoho was, met oen Franse-liman ge
huwd. Hij zag haar alleen op een afstand,
eenige malen. Hij zag haar in Parijs in do
komedie en in do opera; en later in Lon
den, en dan nog eens in Parijs. Dat was
alles, maar dat was genoeg. Haar voor
komen, haar gelaat, haar glimlach, baan!
bewegingen, haar gebaren, haar kleeding,
hij hoorde nooit haar stem, dat alles maak-'
te een indruk op hem, dien nog nooit een'
vrouw op hem gemaakt had. Zij was buiten
gewoon bcminnei.j.c, natuurlijk, buitenge^
woon gedistingeerd en deftigmaar zij
was nog veel meer. Er lag een uitdruk
king in haar gelaat, in haar gcheolc por<
8ooulijkheid, dio van een buitongewon^
ziel sprak, die door alles heen Btraalda*
Andere vrouwen schenen dood bij haaqf
Geestigheid, luim, edelmoedigheid, leo*
derheid, zooals u zcidc, zij bezat dat allca
Zij had karakter en wilskracht. Zij wa?
een vrouw, heel cn &1 een echte, levend!
vrouw.
(Wórdt vervolgd.)