Ifo. 15802. LË1DSCH DACBLAD. ZATERDAG 18 FÈRRtlARÏ. - VIERDE BLAD. Anno 1905. t Brieven van een Leidenaar. LXXXVI. (fk«al«en tijU gelodeu kwam onrn kruide- [Sier bij ons. Mijn vrouw liad hem laten zeg- gen, dat buurvrouw twee centen minder voor de suiker betaalde dan saj, en toen kwam do man zelf er eens over praten om fian te toonen, dat hij ze niet minder kon leveren. „Ziedaar nu de concurrentie", *ei hij „waar con eerlijk man niet tegen op kan.' Men loverb tweede soort waar, of verkoopt zonder iete to verdienen om over korter of iangor tijd failliet te slaan, maar intusschen worden wij er de slachtoffers van. De men- .echon willen tegenwoordig voor een prijsje .terecht en wie daarom, op welke wijze dan 'ook, onder dc markt doorgaat, ontneemt onB ide klanten." Met „one" bedoelde hij de eerlijke zaken- ')men£cben. V Nu kon ik mijn kruidenier als een man, Jdie cr niet op nahoudt wat men smadelijk ,,kruienier8politiek" noemt-, doch zegt, ^waarop het staat, f Toen dc quaeetie tusschcn hem cn mijn yrouw in het reine was gebracht, begon i k j eens; een praatje met hem. 1 „Al je 't in de krant zetten wilt," reide hij, ,,ruag je 'tdoen, want het is waar, dat ;hot tegenwoordig voor den handoldrijven- 'den middenstand een beroerden tijd is." „Voor de arbeiders is hoog en laag in do weer. Hooger loon, korter arbeidstijd, ver zekering tegen ongevallen, straks tegen 1 ziekte, ouderdom en invaliditeit, men doet of wil althans het voor hen doen. i Men richt op particulier initiatief voor I' hen op bewaarplaatsen voor kleine en te huizen voor schoolgaande kinderen, men wil een kinderspeeltuin uitsluitend voor jongens I en meisjes uit de arbeidersklasse en men vraagt er relft bij ons een bijdrage voor, en willens of niet-, als daar een heer of da me komt, die een goede klant is, dan doet men alweer' eens een greep in de winkellade. „Niet," zoo redeneerde de man met vuur vorder, „dat ik die dingen verkeord acht, of dat ik van oordeel ben, dat men den ar beidersstand niet opheffen mag, doch ik vraag maar, wat wordt or voor ons ge daan?" „Voor zichzelf zorgen die menschcn ook al. Zij vercenigen zich en richten coöpera tieve bakkerijen en v inkcls op, alweer tot onze schade. In Leiden wil dit nog niet recht vlotten, maar de ooöporatieve brood bakkerij moet al aardig gaan cn nu is men .onder de spoorwegbeambten on andoren ook al weer bezig cr centje op het touw te zet ten." Daarmede kwam onre kruidenier op de ambtenaren, waaronder hij cr verscheidene noomdo, die lid waren van „Eigen Hulp". .Van hen, die dan toch Juin salaris uit de gemeente- of staatskas ontvangen wat door ido belastingbetalende:», en dus niet voor het goringste deel door den nenngdoende>n mid denstand bijeengebracht wordt, kon hij dat al heel slecht op. „De meeste ambtenaren gaan bovendien een betrekkelijk onbekommerde toekomst to gomoet, daar hun op den ouden ciag een pensioen wacht. Voor al *dio klasseu in de maatschappij •wordt iets gedaan; zij vereenigen zich tot bonden en vereenigingen, komen voor hun rochten in vergaderingen en adressen op en wij middenstanders strijden ieder op ziohzelf on ooncurreeron tegen elkaar en, zooals jo tou weer gehoord hebt, niet eens altijd op ©en eerlijke wijze." Ik wil het wel bekennen, dat hetgeen doze nakonman met klem uiteenzette, niet naliet indruk op mij to maken on dit to meer', om dat ik er in mijn familie heb, die ook zaken 'doen en ik door hen dus van nabij woet, hoe mooilijk het voor zulke mcnschen is den rug reobb te houden en te blijven wio ze zijn. Doch een mensch is nu eenmaal geneigd lot overdrijving on zoo mocht ik het ook tiiet verhelen, dat dezo kruidenier ook over dreef, als ldj zeido, dat or voor do nering doenden niete gedaan wordt. „Ken jo de Vereeniging tot bevordering van hot Vreemdelingenverkeer?" vroeg ik. „Nou ja, maar wat heeft dio nu to ma ken met het onderworp, waarover wij hot hebben?" zei hij laohond. „Of wou jo heb ben, dat wij ona leed «naar eens zouden verzetten door eens wat pret te maken „Deze en soortgelijke Vereenigingen, die worden opgericht door de burgerij en waar van groot on klein lid rs, bestaan eigen lijk ten behoove van jullie neringdoenden. Wat belang heeft eigenlijk too'n Vereeni ging er bij dat hier, om maar wat te noe men, de Oudheidkundige Bond zijn jaar vergadering houdt? „Waarom organiseert zij een Bloemencor so, dat duizenden vreemdelingen in de stad brengt? „Waarom roept ze op Koninginnedag door allerlei festiviteiten de menschen eens uit hun gewone werkzaamheden om zich. in Zondagsch gewaad en met een zak doek op straat te begeven en wat extra te genieten en... te verteren? „Ik heb vernomen, dat bovengenoemde vereeniging nu al sinds weken bezig is, gedaan te krijgen, dat hier dezen zomer do jaarvergadering van den Algemcenfen Nederlandschen Wielrijdersbond zal worden gehouden. Dat doot zij niet alleen om do st-raten eens vol te zien en eens een feest je te hebben, maar ook en vooral, opdat het samenstroomen van honderden vreem delingen voor één of meer dagen den ne ringdoenden ton goede zal komen. Zou men van hetgeen do 3-October-vereeniging doet, eigenlijk niet hetzelfde kunnen zeg gen en ligt zoo iets ook niet op den ach tergrond bij „Oud-Leiden" cn meer ver eenigingen? Zooals wij met liefde een bescheiden of fer brengen voor het hongerig schoolkind door onze contributie aan „Schoolkindor- voeding" te betalen, zoo dragen wij iets aan tot liet bestaan en de wolvaart bij do neringdoenden door lid te zijn van bijv. V reemdel i ngen verkeer Ik merkte, dat ik mot mijn rcdencering wel cenigen indruk op mijn kruidenier gemaakt had. „Ja," zei hij, „als je dio dingen van dien kant boziet, dan moet ik ook zeggen: onze medeburgers doen toch ook wol wat voor ons." „En nu het stedelijk bestuur," begon ik. „Als dat invoert bepalingen omtrent mi nimum-loon en maximum-arbeidstijd, han delt het in het belang van den werkman stelt het een pensioen regeling vast, dan is het werkzaam voor deu ambtenaar; neemt het maatregolen tot bevordering van hot verkeer, verfraaiing of uitbroiding der gemeente, dan is het werkzaam in het on middellijk belang van do neringdoenden." Om een zeer spiekend voorbeeld te noe men, wees ik hom op de poging, door ons gemeentebestuur aangewend, om hier de Rijksverzekeringsbank gevestigd te krij gen. „Daarvoor zal een groot geldelijk offer mooten worden gebracht van de belas tingpenningen van allo burgers. „En wat zal ik, dio geen zaken doe, er van ondervinden, dat er een duizend men schcn meer in de stad komen Misschien alleen dit, dat do huur van mijn woning een beetje hooger wordt. „En toch zou ik er heel wat voor willen doen, dat deze instelling hier kwam, om dat ik weet, dat het voor do neringdoen den van groote beteekenis zou wezen, dat hier een 300 ambtenaren meer kwamen, die maandelijks te zamen ruim f 27000 aan traktement ontvangen, dat in hoofd zaak in de gemeente zou worden verteerd. En zoo heeft onze burgemeester in onzen Raad het ook ingezien." Ik vertrouw, dat ik mijn kruidenier een tweede ontevredenheids-wapen uit de han den gepraat heb en dat het geloof als zouden do neringdoenden nu eigenlijk al leen de stiefkinderen der samenleving zijn, bij hem niet meer zoo rotsvast stond. Ik hoop, dat anderen, dip dit lezen en in dat geloof vorkeeren, het ook zoo mag gaan. Graag neem ik aan, dat onze midden standers zware tijden door maken, maar laten zo hun toestand nog niet vereigorcn, door de verbitterende gedachten, dat den overigen standen in de maatschappij dit onversohillig i3 en dc gemeenschap zich niet a.r,n hen laat gelegen liggen. „Waar is do wet tegen oaseiiijke concur rentie?" werd mij ten slotte -gevraagd. „Vereenigt ui" was mijn antwoord; „do Regeering helpt, die zichzelven helpt." „Laat de Leidsche middenstandsvereeni- ging „Leidens Belang" zich aansluiten bij de algemeene middenstandsbeweging in het land. „Eendracht maakt Macht 1" Daarop vertrok mijn kruidenier. Ik vernam zoocven dat dit is geschied en dat één van do voormannen dezer bewe ging, de heer Fideldy Dop, hier Woensdag avond in een openbare vergadering zal op treden. Ik hoop en vertrouw dat ook anderen dan neringdoenden op die vergadering zullon komen om ook daar te toonen dat zij zich in goeden zin „solidair" voelen ook met dat deel der burgerij, wat men den nering doenden middenstand noemt. Bohcemsch strijkkwartet. Het blijft ongetwijfeld jammer, dat wij genoodzaakt zijn deze kamermuziek in de groote Stadszaal te hooren. Maar een klei nere zaal zou allo leden van de Maatschap pij voor Toonkunst niet kunnen bevatten. En al "was dit ooncerb niet- van dezo Maat schappij uitgegaan dan waren wij cekortoch wel in dezo groote ruimte terecht gekomon, aangezien de Bohemers nu eenmaal in de mode zijn cn iedereen hen wil hooren. Ande- ro gezelschappen, zooals het Hayot-kwarteb, dat op zijn minst genomen oven voortreffe lijk is, spelen voor leego of halfleego zalen. Maar de oohemers, dat is wat anders. Hun naam heeft eon tooverklank en bij het hoo ren or van plegen zelfs1 nict-muzikalc men- eohen in een soort verrukking hun oogen ten hemel te slaan. Met dat al, ook in dezo groote ruimte, waar zooveel van de ziel en van heb onmid dellijk tot de ziel sprekende in den ldank verloren gaat, was heb nog een groot genot, van deze meestem Mozart'ö D-moll kwartet, hot werk van Dvorak en Op. 130 van Beet hoven to hoor:n. Wij willen ons niot uitslo ven, om weer in een aantal i .ondereude woorden de bekende deugden van hun spel en samenspel op te sommen. Don dicpston indruk kregen wij van hot kwartet van Dvo rak. Voor zulke werken als dit zijn de Bo hemers de aangewezen vertolkers. Mooier, impulsiever, met meer vuur on leoderkoid, met fijner begrip van allo détails zal zeker geen ander viertal dezo muziek uitvoeren. Wolko herinneringen (Dvorak was, zooals men weet, de schoonodor van Jozef Buk) zullon or voor hen aan dit werk verbonden zijn! Wat Beethoven bet; eft, wij moeten bekennen, hierdoor indertijd bij do voor dracht van liet Hayot-kwartet veel moor go- treffen te rijn gowoostu Vooral wat den klank aangaat. Do eerste violist scheen ons ook git henavond niet altijd ©ven gelukkig. En toch, hoe nooi zong hij de heerlijko Ca- vatinel De uitnemend gespeelde dartele fi naio was een schitterend besluit van den avond O. Gemengd Nieuws. In een der tuint j 6 s aaü hot Plantsoen tusechen de Kraaiersstraat en do school, staat, in don vollen grond, een rho dodendron (hybriden), die nu reeds rose knoppen heeft, waarvan een zich reeds ontplooit. Dezelfde plant bloeide voor twee jaren begin Maart, zoodat zo nu nog een maand vroeger is. Het Is merkwaardig omdat deze planton anders eerst in Mei bloeien. Ei is al vaak gewaarschuwd tegen do praktijken van dieven, maar tel kens vinden de hoeren weer wat nieuws uit. Zoo vertelt „De Avondpost" nu, dat er in in de laatste dagen te 's-Gravonhage een paar mauncn, bij voorkeur in stille 6braten, des avonds aanbellen met de boodschap „komplimcnt van meneer Dio, en of meneer en mevrouw lust hebben moi- genavond een partijtje te kooien maken D.* meid naar binnen: mekeer cn mevrouw beraadslagen of te gelegenheid hobbon, geven de boodschap mee, dat ze „gaarno van do uitnoodiging gebruik zullen ma ken," doch dan vindt de meid do gang leeg. De mannen zijn wog, cn hebben al wat van bun gadiDg ia uit de gang mee genomen. Een andoro truo is, dat do mannen vra gen „of meneer dozen sigarenkokei ook in „De Witte" heeft laten liggen." Meneer bekijkt den koker nauwkeurig, mevrouw ook, en inmiddels hebben de dieven gele genheid hun slag to slaan, waarvan wo dan ook dankbaar gebruik maken. Of wel, zo doen de boodschap, „dat mevrouw Dio tot haar spijt vanavond mevrouw niot ontvangen kan." Mevrouw anapt niets van de boodschap, peinst en overlegt, en eeni- ge minuten latei is de fiets uit do gang verdwenen. Op die manier zijn deze week uit een huis aan de Koninginnegracht een kopo- ren kanonnetje en bij een bowoner der Jan van Nassaustraat de fietsen van meneer en mevrouw, josson cn parapluios gesto len. Een waarschuwing om des avonds voor al niet al te goed von vertrouwon to zij a. Zondag 9polen op 8portmans terrein, Zwarte Wegje, rechterhand, de beide Leidsche Voctbnlvereonïgingen „Ajax II" en L. A.-V. „De Sportman", een wedstrijd. Dezo wedstrijd is de laatste competitie wedstrijd van do L. A.-V. „De Sportman", en het ovorige gedeelte van dit seizoen zul len door dezo vereeniging slechts „friend ly games" gespeeld worden tegen buitcn- sboedsche clubs. In Den Haag hebbon tegen el kaar gespeeld v.e Loidscho en Dolftscho ttu- denten-hockey-club. Vóór do rust doelpuntte G. Scheurleer voor Leiden. Na de rust was Delft veel sterker. Vrecde wiet 4-maal voor Delft, te 'doelpunten, terwijl dc Leiaenaars nog één punt maakten. Delft won dus met 42. De beste spclorc waren bij Delft: Vreo- de, Ke6slor, Steyn Parvé en Denninghof Stellingbij LeidenHora Siceama Goud oever, Hcsselinok en Snouok Hurgronje. („N. R C") D o oi d o Haagaohc politie is een jongmenach aangehouden dat verdacht wordt zich in den laatston tijd herhaaldelijk te heb ben schuldig gemaakt aan diefstal van klec- dingijfcukkcn uit gangen van woonhuizen, welko voorwerpen door hem 'daarna werden beleend. Mon molvlt uit Gouda, dat dc voortvluchtige, te Antwcrpon gearresteerde burgemeester van Gom1 "ak niet tevens is burgemeester van Bergambacht, zooals abu sief word geseind, dooh van Berkenwoudo. Tor illustratio van do door B. cn Ws. vastgestelde nieuwe instructie voor do ondoiwijzera te Amsterdam, schrijft men van daar aan do ,,N. R, O.": Dezer dagen is eon onderwijzer aan ccn openbare lager© sohool in afwachting van wat nader omtrent hom zal worden beschikt in zijn betrekking geschoist, wegens insubordinatie. Naar wij vernemen, heeft men hier to doen met bet, door den wetkoudor van onderwijs in het onlangs in don Raad gehouden debab over do nieu we instructie, bedoeld geval: „dat een on derwijzer weigerdo op bovol van het hoofd eon les te eindigen en het spcelkwaitier te doen aanvangen." Het hoofd zoo moet ongeveer de toe dracht zijn geweest komt ora kwart voor elf de Idas binnen cn vindt den on derwijzer nog met do kinderen bezig. Hij wijst er den man op, dat het op de school- regoling aangogovcn zoogen. vrije kwartier is aangebroken cn vei zoekt hem de les te eindigen en zicb met dc kinderen naar buiten te begeven, ter ontspanning van de kleinen. Het hoofd wacht af; maar de onderwijzer gaat voort. Een herinnering haat niet. Het onderwijs wordt voortgezet. Het hoofd gelast. Vergeefs. Dc onderwijzer antwoordt, dat het onderwijs zelf ontspan ning is. Leion opgeborgen, bevoelt heb hoofd don kindcron. Do onderwijzer daar. togen inleien op tafel I Zoo een paar maal, waarna het hoofd om in tegen.v woordighc-id der kinderen do quaestio niet op de spits te drijven hot lokaal ref loat. Aan dezo zelfde sohool moet het ook zijn voorgekomen, dat hot hoofd, do klasse be zoekende, door don onderwijzer verzooht werd heen to gaan, omdat zijn tegenwoor digheid hem hinderdo. Do notulen van sominigo schoolvergade ringen moeten vreemde dingen to lozon geven aangaande de opvatting van som mige onderwijzeis omtrent do beteokonii en do noodzakelijkheid van het gezag. Een en ander verklaart het karakter der nieu we instructio cn do aan duidelijkheid niets to wenschen ovorlatendo omschrijving van de positie, wolko het hoofd in do&.iool volgens do wet toekomt. Elk artikol moot ah ondergrond hebben een in do piactijk voorgekomen eigengerechtigde handeling eons onderwijzers, waartegen hot hoofd machteloos stond, omdat in de oud© iu- structie geen bepaling voorkwam, krach tens welke hij regelend kon optreden. S p oor d ic f stal le n. Naai aan leiding van de spoorwegdicfstallon op het Friesoho not, wordt aan de „L. CL" go- schreven „Den 31ston Augustus 1903 verzond ik per Van Gend en Loos van Amsterdam naar Harlingcn een goed verpakte kar tonnen doos met klcodingstukkon en een brief, inhoudendo een bankbiljet. Bij bezoiging aan dc geadresseerde was do doos zóó deerlijk verminkt, dat do be stellende beambte haar op zijn beide ban den mooerb dragen, opdat de inhoud cr niet uitviel. Door den geadresseerde werden toon bezwaren togen aanneming gemaakt; daar echter de bezorgei vertelde, dat or aan hot station nota van den toestand was geno men, werd do doos geaccepteerd en mij van do ontvangst verwittigd. Toen bleek het mij, dat dc briof (in con kleedingstuk gestoken) verdwenen was, do andoro voorwcrpcu waron good overgeko men. Het onderzoek, dooi den directeur der factorij te Amstorduin en door do Mij. tot Expl. van Staatsspoorwegen ingesteld, had geen resultaat. Do Arustordanischö politie verwees mij intusschen naar haar zustor-collega to Harlingcn on laatstgenoemde adresseeide mij weor naar die te Amsterdam. Ik schrijf u dit, opdat dit voorval bijdrago tot eon voortaan behoorlijker expeditie dor toovortiouwdo goederen." Uitvoering der LooiplichtwoL Een ambtenaar ter socrctano oener Noordhollandsoho gemeente, aldus lezon wij in „Do Standaard", deed dezor dagen aan bet hoofd der openbare lagorc school, tevens secretaris van de commissie tot wering van school verzuim aldaar, het ver zoek, om alsnog ten spoedigste in to zou den het jaarvorslag van haar werkzaamhe den aan den Gemeenteraad, aangezien zulks reed» in Januari had moeten plaat© hebbon. Als antwoord op dezo uitnoodiging ont ving hij het volgond bericht: Goaohto Heoi I Met hot opmaken van bovengenoemd vorslag zou ik zoor kort kunnen zijn: 1. Onze voorzitter is reeds meer dan 1| jaar goledon gestorvon 2. Er is nog nooit een ander in zijn plaats benoemd 3. Do commissie hooft nog nooit verga derd; 4. Het notulcnbook van don aocrctaii* is nog in blnnoo; 5. Wo hebben nog nimmer conigo ver volging in sake leerplicht behoeven in to 8tollon on rekenen or op, dat ook nimmer to behoeven, aangezien we hier to doen hebben mot zcor volgzame ach aap jee, di© bij oen enkele aanmaning van bet hoofd der sohool direct al bun kwado neigingen be toornen. Het verslag, dat ik dus aan don Raad zou indienen, zou alleen dezo woorden be vatten: Uitgovoerd: „Niets." FEUILLETON. ZIJN NOVELLE. 19) „U heeft dezo jonge dame een moeilijke fvroag betpaard. Zij raapte juist al haai' moed bijeen om u brandewijn te verzoeken." „O neen 1" verdedigde zich Emilia met een diepe Italiaansoh© stem en hartstoch telij kon ernst. Maar Peter haalde een karaf en schonk yooi ieder wat brandewijn in. Ik drink u aller gezondheid„c'ost bien le cos de le dire." Ik hoop, dat u geen doo- üelijke verkoudheid heeft opgedaan," zeide hij. „O, we zijn heerlijk warm nu," zelde do Duchcssa. „Dio regen zal ons goed doen, en zal ons 'doen groeien," reide de priester. „Gij cn ik hebben dat nog noodig, hè Emiliefcta?" De Duchessa had nog meer kleur gekir- gen en haar oogen glinsterden. Heur haar was een beetjo verward, hing aan weers kanten omlaag en viel krullend over haar fvooihoofd. Het was donker in 'Je keuken alleen het vuur gaf licht cn danste fantas tisch op de muren en tegen de zoldering ten deed Marietta's koperen pannen blin ken. Buiten regendo het lustig voort; dc wind huilde in den schoorsteen, de donder ratel de en de bliksem flitste. Peter keek naar de j Duchessa en zegende de elementen. Haar 1 Zoo te zien zitten voor het vuur in. zijn keu- ken, met dien blos op de wang du, dien glans in haar oogen en het haar in wanor de, het was zoo onuitsprekelijk heerlijk. „Zoudt u het erg kwalijk nemen, wanneer ik mijn hoed afzet?" zeido zij met een grappigen blik tot hem opziende, „'t Is volmaakt een reservoir en het water loopt mij in den hals." Dat was het toppunt, dat zij haar hoed wilde afzetten I „Je moest je hoed ook maar afzetten, Emilia", zeide de Duchessa. „Bewonder het mannelijk vernuft zeide de priester, „ik nam den mijnen af toen ik binnenkwam." „Wil ik hem ophangen?" zeide Peter. Wat was het wonderlijk haar hoed iets, dat van haar was in de hand to houden. Hij streek er even mede langs het gezicht, terwijl hij hem ophing, en do heel zachte violet-geur, die er van uitging, leek hem een liefkoozing. Daarop bracht Marietto thee mot geroos terd brood, boter en cakes, en aardige blau we Chineescho koppen en zilver, dat in het haardvuur glinsterde. „Wilt u mij de eer doen thee te schen ken?" vroeg Peter aan do Duchessa. Zij schonk dus thee en Peter diendo ze rond. Zijn hart klopte wel, toen hij naast haar stond, de koppen aannam en toen haar vingers even do zijne raakten. En altijd zweefde die zoete geur in de kamer als een klein stemmetje, dat allerlei geheimen ver telde. „Waarom," zei de oude priester, „zou thee toch niet meer door ons, Italianen, gedron ken worden'? Als ik ze drink, neem ik mij telkens voor or een gewoonte van te maken. Ik kan mij nog goed herinnoren, dat ze in mijn jeugd door de moeders als geneesmid del werd gebruikt cn men zo alleen bij de apotbekeis krijgen kon.'' „In Rome is heb bij do Witten 1) al een algemeen gebruik geworden," reide de Du chessa* „Bij de Vi itten 1" riep hij met grappige overdreven angst. „Waarom zegt ge dat, nu or nog in mijn kopje i6?" Ik krijg nu een gevoel of ik in een uitspatting van onze tegonstanders deel". „Miaschieu geeft dat cr meor geur aan", lachte zij. „En, waarlijk, er rijn wel goede lui onder dc Witten, maar er zijn zoo wei nig aristocraten onder." „Wanneer ge zoo voor do Witten partij trekt, als ik in hoogheid gezeten ben, zal ik je in do ban doen," zeide hij dreigend. „U het niet aardig," ging hij voort, „dat het hoofd van iedere partij de kleur van den vijand draagt? Ons hoofd draagt altijd wit en hun hoofd kan men iedcrcn dag in het zwart -door de straten zien rijden." Peter zeide niets, maar zag rond en ge noot. „Misschien zijt u nog niet op den leef tijd gekomen dat u behagen in snuif schept?" zeide de priester, een mooi zilve ren dooöje voor den 'dag halende cn het Peter aanbiedende. „Integendeel, dank u," reide Pctei en nam een snuifje met al de handigheid van een kenner." „Waar ter wereld hebt u dat gcleord?" zeide de verbaasde Duclieeta. „O, duiz nd jaren geleden was ik bij de Diplomatic. Het is een vrd de vereischten". 1) Een der twee partijen in Rome, die van het Yatioaan en van het Quirinaal. Emilia Manfrodi hief haar groot© bruine oogen vol verwondering naai hom op. „Hoe zonderling," zeido ze. „Hot is lang zoo zonderling niet, als hot waar zou rijn, lief kind", zeide 'de Duches sa. „Oh?" mompelde Emiia teleur gee told, „non poi vero" 1). Pctor keek intusschen naar do snuifdoos, fraai bewerkt met bloemen on bladeren eo een wapen op het deksel. En geen flauw vermoeden had hij, hoe hijzelf dc ooi zaak was geweest om zc in banden van zijn be zitter te brongen, noch van de rol, die ze in rijn eigen geschiedt^is nog spelen zoil. „De storm ia over", zeide do priester. „Jammer genoeg", dacht Peter. En waarlijk, regen en wind worden min der, de donder bromdo nog heel in de ver te en het werd li enter. „Maar wc staan nog voor een lastig ge val" zeide de Duchcssa. „Hoa komen wij te Yentirose? Dc wegen zullen niet begaan baar zijn." „Wanneer u mij een groote goedheid wilt bewijzen?" begou Peter. „Ja1" zeide zij. „Wanneer u mij zoudt willen toestaan vooruit te gaan en te zeggen u het rijtuig te zenden." „Öat zal ik u zeker niet toestaan", zeide zij gestreng Ik denk niet, dat cr iemand anders is, die dat doen kan?" „Ik zou Marietto liever niet sturen, cn er is niemand anders. Maar, waarlijk, ik zou heel graag zelf gaan." I) I© het niet waar? Zij schudde het hoofd en lachto hem tu© met spottend medolijdcn. „Waarlijk? Armo man, arme man 1 Dat fa? dan een vreugde, die go u zelf zult mootafi ontzeggen. Men kan in dit leven ook nieé alles naar zijn zin hebben." „Dan weet ik nog iets anders" zeide P©- ter. „Wanneer u ovor een nogal small© plank durft gaan?" „Ja?" vroeg zij. „Dnn geloof ik, dat ik een brug voor kan maken over do rivier." „Dc regen is opgehouden" zeido de pries ter, naar het venster ziende. Poter zich in hot onvermijdelijke schik kende, maakte dc deur open cn keek naaf buiten. „Ja", zeide hij zcot neerslachtig, „do regen is opgehouden". En nu was do storm bijna even ddcI voor bij als hij gekomen was In het Noorden was de lucht alweer helder-blauw. De don kere wolken dreven naar het Zuiden. Op eens brak de zon door, straalde eerst op de sneeuw van JMonto Sfiorito ?en huid© dan in een oogwenk, 't gansche fandschap in een vreemd geel licht, als vloeiende am ber, terwijl parelkleurige wolken van damp overal oprezen, en heel de vochtige opper vlakte bladeren, lanen, boomstammen, daken, dc rotsen van de Gsini, glinsterde© als goud. Een stroom van frissche lucht woei dd, keuken binnen cn vulde haar .n -i den heer lijken geur van vochtige a«-rdo. De priester, de Duchessa cn Emilia kwamen bij PoteE: aan de open deur staan. „Ol uw arme, arme tuin I" riep de D©-1 chossa. (Wordi vérvolffd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 13