Aflferaak f 1.50. De Bloembollenkweekers Finale Uitverkoop. J. H. SUNDERMEIJER, Hollandsch Bioembollenkweekers-Genaotschap Kacliel-Foiiiinadc I LSIDSCH DAGBLAD, DOMDESDAC 16 FEBRUARI. - TWEEDE BLAD. RÜBBEK VOOR DE JEUGD. SCHATTEN. Het vervoer van boomstammen in de Oerwouden van Calilornië. Anekdoten. Nieuwe Raadsels. Vervolfl Advertentiën. Hoogewoerd 29. L. P. KNAOE. Hs3;3 Sijndijk, Villa „Cornelia." Brand-Maatschappij te Amsterdam van 1790, (Beurspolis.) Hoofdagent: A. M. J. VAN CAMPEN, Vrijdag, 17 Februari a. s., des avonds 7 uur, Doel en werkzaamheden van het Genootschap Uitzending van Diners F.vanDORP pXfLEIDENJ^ Verkrijgbaar bij F. VAN DORP, HET GROOTE BIJBELPAK Een BIJBEL, BIJBELREGISTER en 25 PRACHTIGE PLATEN. No. 18800 Aiino ltt?5 De Krekel en de Mier. Wij leven in een tijd van sport en dat beeft zijn goede zijden. Het brengt de jongelieden in dc open lucht, gewent hen aan lichaamsbeweging en moet do gezond heid bevorderen, de spieicn oefenen, hot zenuwgestel sterken Maar... laat men °°h hierin niet overdrijven. Wij kennen families, waar de jongens en meisjes zelden meer in buis worden ge zien. Alle vrije uren worden besteed aan fietsen, schaatsenrijden of zwemmen, hockey of tennis. Men komt nauwelijks van school, of men haast zich ieta te eten en voort in men weer; do huisdouren wor den dichtgeslagen, dat de muren er van dreunen en knap, die zo nog inhalen zou. Des avonds moet het schoolwerk worden Irerricht. Dat is in onze dagen geon klei nigheid. Men heeft er al zijn gedachten fcij noodig. Van gezelligheid aan de thee tafel kan dus niets komen. Tegen dat mon gereed ia, wordt het weci tijd zioh ter rus te te begeven. „De krekel en de mier" is een fabel, Aan de meesten van u bekend. Weet gij oohtcr, dat, wanneer wij ons dat gedicht herinneren, wij er somtijds toe komen te denken aan uw fcijdgenootjes, uw vrienden en vriendinnetjes! i Er breekt een tijd aan, waarin het ge not van tennissen en fietsen en al het overige voorbijgaat. Men doet er nog wel aan, maar niet meer mot het genoegen van voorheen. Men is gaan heohton aan stillere, interessanter vermaken en men zoekt tevergeefs naar een bezigheid voor zijn vrije uren, dio tevenfl een ontspanning »8, maar... men vindt niets, omdat men daaraan in zijn ceistc jeugd geen waarde hechtte. Wij, die zooveel ouder zijn dan gij, her inneren ons de muntenverzamelingen, de pofjtzcgelalbums, de oollecties schelpen, Meenen, enz. van do jongens en meisjes luit onze jeugd. Wij hielden er allen poë ziealbums op na en maakten versjes voor tolkoar en teekenden daarin. Onze genoe gens waren in huis te vinden. Thans leeft Oien buitenshuis en de gczelligiioid is er door gestorven. Als men op "zijn twintig ste, vijf on twintigste jaai nog schatten ,v&n bovengenoemden aard moet gaan ver garen, ontbreekt do gelegenheid daar meestal voor. Een kind krijgt lieol wat meer dan de volwassen mensch; een jongen pf meisje kan ruilen, hier en daar voor ten paar stuivers opdoen, wat ons even zooveel rijksdaalders kost. O, ziet gij, aJs toen ouder wordt en het leven niet enkel toe er zonneschijn is, dan worden al die jrorzamelingen onzer kindsheid ware schat ten, waar men vol•sfelijdachap in woelt, 'die men zoo gaarne nog vermeerdert en waardoor men reeds vroegtijdig heel wat kennis heeft opgedaan. Laat dan het ax- ioio krekeltje bij de hardvochtige mier aan- kloppen en het zal het oude antwoord Ontvangen „Wat deedt gij vroeger met uw tijd!" „Ik fietste." „Veel genoegen. Welnu, speel tennis ■Jüan." Neen, sport is goed, maar sport mag ai linzen vrijen tijd niet innemen, omdat wij .Anders met leego handen zouden staan, den dag, waarop wij daaraan vanzelf niet |neer zullen doen. Dan moet or ook nog Sets anders van onze jeugd overblijven dan He hcrinneringon aan tochtjes op het rij- jwiel, aan het nahuppeleu of opvangen van ballen, iets, waarvaji hot genot niet ver- bleekt. En ziet, dat is zoo gemakkelijk te berei ken door onzen tijd needs nu te verdeden ftussafoen sport en andere zaken. Waarom kunnen wij niet „om den anderen dag" aan een ander geven! Er zijn zulko lieve, bolangwokkendo be zigheden voor da jeugd. Vroeger zocht men de motto's van grootc mannen opeen ander braoht het ver in het bewaien vun kevers en vlinders, enz. Laat ons opnieuw tijd vinden voor dat alles, cn gezellig leu ren zijn in huis. Wij hebben zelfs kleine kinderen gekend, die deze kunst uitne mend verstonden, en zonder uitzondering zagen wij ze later weei als gelukkige rnen- sohen, een lot, dat wij u allen zoo gaarne zouden toewensehen. Men heeft meer dan eens, zeer terecht, gezegd, dat Transvaal en Oranje-Vrijstaat nog heden de welvaart zouden kennen, door langdurigen vrede en voorspoed ver spreid, indien men nimmer de diamant- veldon in Zuid-Afrika had ontdekt. Zoo gaat het ook met menig leven; maar de eerste diamant werd nu eenmaal aan den oever van de Vaal gevonden en dat wel door een knaap, die zich vermaakte met het onsohuldig genoegen met een 6tokje steentje uit het water op den kant te wer pen. Plotseling kwam hem aldus een flonke rende steen in handen. Het was een dia mant, die den knaap schatrijk had kunnen maken, doch, al vond hij hom ook mooi, hij wist er de waarde niet van te schatten en ontving slechts een bitter kleine som voor zijn vondst, dio anderen ten bate kwam en do eerefto aanleiding zou worden tot een reuzonkrijg. Die knaap is niet eenig in zijn soort. Het zal u later' nu en dan gebeuren ver- baoed te staan over do slechte manieren, de slordigheid en de lompheid van lieden, die tooh een goede opvoeding genoten heb ben. Meestal dan krijgen do ouders do schuld; maar als men die ouders leert, kennon, ziet men beschaafde, voorkomendo menschen, treft men de grootste orde in hun woning aan. Neen, aj zijn de schul digen niet; het zijn de kinderen, dio zich in hun eerste jeugd op een diamant ge plaatst zagonmaai do flonkerende edel steen aanzagen voor waardolooze stukjes glas. Zij wisten niet te schatten; niet to begrijpen welke voorrechten dc mensoh overal zal genieten, die goede manieren heeft, zijn zaken keurig in orde weet te houden en beleefd is voor ieder. Zij ha len lachend dc schouders op voor ,,al dio drukte", luisteren naar geen vermaningen, groeien liever op in den wilde, en, een maal volwassen, staan zij zoo goed als alleen; want op veel vriendschap hebben zij niet te rekenen en slordigheid leidt buitendien onvermijdelijk tot armoede. Er zijn andere volwassenen, die u zullen opvallen door hun verregaande on we too 1 heid. Het zou hun niet mogelijk zijn zelfs een ordentelijk briefje te sahrijven. De jongens mislukken voor allo mogelijko examens en worden eindelijk hot land uit gezonden, om hun brood te verdienen met den een of andcron arbeid, beneden hua stand. De meisjes slaan een treurig fi guur onder haar kenniseen, en, bezitten zij geen fortuin, zijp zij verplicht na dea dood haicr ouders in eigen onderhoud te voorzien, dan moeten zij tot de geringste bezigheden toevlucht nemen. Wordt dit veroorzaakt door gebrek aan geestesgaven, dan is de zaak meelijwekkend en moeten we trachten zulk een lot zooveel mogelijk te verzachten; maar van de honderd derge lijke schipbreukelingen be«aten negen ci negentig juist het vlugste vet stand, de beste geestvermogensalleen, zij wierpeu', kinderen zijnde, hun kostbare lessen nis waardclooze glasscherven van zioh. Wit behoefde men zioh al die verveling van leeren en nog eens ieeren te getroosten! Zij zouden er toch wel komen, al kenden zij hun lessen nooit, al gaven zij geen acht op hun sohoolweirk 1 Ik hoorde niet lang geloden oen knaap ei zioh op beroemen, dat hij twee on zeventig fouten in con dictee had gefaaxH Ik kende tweo kloine meisjes, die het alleraardigst vonden te vortellen, dat zij jaar in jaar uit afwis selden op do laagste on op één na de laagste plaats har er klasse, die zij nooit voor een hoogere verlieten I Zij wilden het niet verstaan, dat kennis, macht cn tij'k- dom be teekent. „Praatjes," dachten zij. Helaas 1 de oeno is strijkster geworden, uit broodsgebrek; de andore kruipt weg ach ter do toonbank van den winkel, waai- zij eindelijk in terechtkwam, als zij mij ziet komen. En zij waren do dochtcis vau hooggcplaatsc ambtenaren, dio gceu geld konden overleggen, omdat zij zioh dc groot ste offers voor de opleiding hunner kin deren gotroo>stton. En mon kan het loven niet overdoen, als men eindelijk wijzer geworden is; niet tot de schoolbanken terugkeeren. Men m verder gaan, iminor verder, als do Wan delend© Jood, gebukt onder don loodzwarcn last zijner onwetendheid. Maar or is nog iets andors, dat zoovele kindoren en menschen niet woton te sohatten en dat is het Geluk. Een sage, vol levenswijsheid, zogt, dat het geluk eon engel is, rondgaande op aarde cn klep pende aan alle deuren, maar voor wien do meeste stervelingen „niet thuis" zijn. Waardccron wij onze zonnigo kinderjaron, onze lieve ouders, vriendelijk kamertje, het voedsel, dat wij voor niets ontvangen t Zijn wij ook blij, omdat de aarde zoo schoon is en wij zoo stcik cn gezond zijn Weten vrij ze later te sohatten, dio vrien den, die wij op onzen weg ontmoeten; die kansen vooruit te komen in do wereld; dien kostbaren tijd, woarmedo wij zóóveel kunnen volbrengen! OI laat ons toch leeron schatten, cn dat vroegtijdig doen, al wat goed, wat nobel, wot sohoon is I Laat ons op prijs stollen, do rijke zegeningen, ons in talloozo vormen toegezonden. Laat ons nimmei verdienon, dat het Geluk ons woder verlaat, omdat wij ons ondankbaar betoonden. Wie weet te waardeoren zal bevinden dat het loven con eohatkamor is, waarin hij slechts heeft te putten. In de onderstaande afbeelding ziea onze lezers de wijze, waarop in Amerika, het Land van de reusachtigo boomsoorten, de geweldige boomen vervoerd worden. In het noordelijk gedeelte van den staat Oalifor- nié aldaar, treft men in de zoogenaamde kustgebergten nog geweldig uitgestrekte woudgebieden aan, en daar op plaatecn, dikwijls voor menschen ontoegankelijZ, vindt men boomen van zóó kolossale af- ge voorwaardon vinden, dragen den botani- 8chon naam van „sequoia sempervirens" cn onderscheiden zich van de nauw verwante familie „sequoia gigantea", welke vooral veelvuldig voorkomt in de kloven cn op de glooiingen vau het gebergte de Sierra Ne - vada, in de eerste plaats daardoor, dat zij voor het wortel schieten do van uit den Stillen Oceaan landwaarts komende waaien, zout bevattende novels niet kan missen. Men den reus, die natuurlijk iedor op zichzelf eveneens een zeldzame lengte en dikte be zitten. Omreden heb vervoeren van een ge- heelon stam in de bergachtige streken een onmogolijkheid is, wordt uezo op de plaats zelve in stukken goeaagd. Do losse gedeel ten worden daarna onder groote voorzorgs maatregelen dalwaarts getransporteerd tot aan de zich hot meest in de nah'.heid be- vin-Jende spoorlijn. Hier worde: zij door metingen, dat In vergelijking daar mede, zelfs de boomen, welke men in Europa reuzen noemt, dwergen gelijken. De woudrijkheid van deze streek en de jaarlijksche grooi-omvang, de productie dus, zijn zóó groot, dat volgens betrekkelijk nauwkeurige berekeningen, de ze wouden nog voor ongeveer honderd en vijftig jaar voldoende hout kunnen blijven leveren, wanneer 't verbruik niet toeneemt, doch stationnair blijft. De boomen, welke hier voor hun groei zulke bij uitstek gunsti- vindt ze dan ook slechts tot op oen afstand van 35 zeemijlen van de kust. De zich op onze afbeelding bevindende boomstam is een gedeelte van een nog niet langen tijd geleden gevelden boom, waar van de stam alleen de kleinigheid van 2222 kub. Meter bruikbare houtblokken leverde. Het omverhalen van zulk een boom eischt belangrijke voorbereiding en kost buitengewoon veel moeite en arbeid. Hetzelfde kan men zeggen van hot verwil deren der takken on twijgen van den gevel- middel van sterke co op bijzondere wijzo ge construeerde windassen op lage wagons ge legd cn door wiggen aan weerszijden ge stut. Voor het vervoeren van één enkel blok hout naar den zaagmolen is een locomotief noodig, ja, soms zelfs tweo. Verder is het duidelijk, dat in de ligging der uitsluitend voor deze houttransporten bestemde spoor wegen, 6tceds een sterk hollen van den weg vermeden wordt. De twee Moeders. Niet Jang na don dood van haar oudsten r.oon, don hertog vau Clarence, wandelde de prinses van Wales (do tegen woord igo ko- uingin van Engeland), in den omtrek vau haar landgoed Sandringham, toen zij oen arm, oud vrouwtje ontmoette, dat bitter schreide en niet meer voortkon onder haar zwaroQ last. Nadat dc prinses liaar onder vraagd had, antwoordde zij, dat zij haar brood verdiende met het doen van bood schappen voor de lieden der streek. „Maar die last is veel te zwaar voor iomand van uw jaren", zoide dc altijd zoo beminnelijke vorstin. „Dat is ook zoo, helaas, mevrouw", zoido do arme oude: „ik zie wol, dat het uiet meer gaat; ik zal mijn ambacht op moeten geven en van honger omkomen. Tot hiertoe droeg Jack, mijn joDgon, al wat zwaar was voor mij." „Eu waar is hij dan nu!" „Hij is dood, mevrouw. Hij is dood I" zoi do het moedertje, in snikken uitbarstende. Zonder meer een woord te kunnen uiten verwijderde dc prinses van Wales zich haastig, haar voile neerslaande, om dc tra nen te verbergen, dio haar gelaat bedek ten. Eouige dagen daarna werden ccn stevige ozel en een aardig wagentjO aan de oude vrouw gebracht, dio thans mot di\t kloinu voertuig haar boodschappen in do stad gaat verrichten; maar nog heden weet zij niet, wie haar weldoenster is geweest. (ïngez. door A. C. Puns.) N a t u u r 1 ij k. (Iemand tot een kersenplukkor, dio uit oen boom is gevallen): „Heb je jo niet bezeerd bij het vallon?" Do man, leuk: „Neon, bij het vallen uiet, maar toen ik op den grond kwam." (Ingcz. door Grota Kurrola, te Leidon.) Theorie in d«ckazorne. Luitenant-adjudant: „Korporaal Smits signaal, hoe wordt dat geschreven Smits: „Dat wordt niet geschreven, lui tenant, dat wordt geblazen." Toch i e 18. Nu, hoe is hot eerste gedeelte van jo examen afgeloopcn Minnetjes, vrees ik. Maar de drio eorste vragen heb ik toch kun nen beantwoorden. Zoo, en wat waren dio? Hg vroeg me mijn naam, geboorteplaats cn leeftijd. (Ingcz. door Anna Umbreib, te Leiden.) Grootvader doet na 'b oton een slaapje in zijn stoel on snorkt, dat do kamer or van dreunt. Piet komt haastig op zijn moeder tooloopen, die in oen andore kamer bozig is. „Moeder, moedor I Kom eens gauw o uir grootvader kijken. Hier „Wel, wat dan „Hij slaapthardop." (Ing. door L. S. Straathof, te Kijpwotoring.) I. Mijn geheel is een dorp in N.-Brabanl; do tweo laatste lettors er af is het een vier voetig dier. II. .Wat is het einde van alles? (Ing. door Lina Noll, te Leiden.) III. Door het eersto en tweede saamcropaard, Wordt u oen lichaamslid verklaard; En met liet laatste deel Wordt vaak door velen het hoofd bedekt, Terwijl 't tot klooding tevens strekt; En eindelijk mijn geheel Is meest van zilver, ook vun koper, of van staal En dient aan d'ecrstc tweo tot nut cn ook tot praal. Opheffing der Zaak. Zonder zlclitzending en Contant. 20 pCt. Korting. 1076 10 Raam- cu Deurkozijnen, zware Biulon, Fondeeriog» platen, Ribben, oen groote partij Marnieren Platen, (voor Toon banken, enz., enz.,) Marmeren Tegels, Hardsteen, oud Eiken- liout en Paneeleu. Voorts: Eosse Denren en Ramen, Trappen, Planken, Gootsteenen, IJzeren Kolom men, Lantaarns, Ralkon- en ander Hekwerk, enz., enz., enz. IHiandeS in Nieuw Hout, zeer concnrreercnd. 7766 25 Aanbevelend, Opgericht door Baron VAN BRIENEN VAN DE GROOTE LINDT. Hnj.Hnul /-l,800,000. Re»erven /•205,8S5,73J. Vasle jaarlyicBche premie, onverschillig welke de belendingen ylilt of zullen worden. G.en taxatie-, inschrUWngs- of administratiekosten. Gezegelde Polis fO.50. Voor oversclirUving by verhuizing wordt ulels in rekenlDg gebracht. 1661 21 Apothekersdijk 25. van Oegsfgoost on Omstreken worden uitgonoodigd tot een Bijeen komst, welke door het zal worden gehouden op in het Lokaal van den Heer JAC. MORTERA1S, in de J.cldeche Buurt te Oegslgcesl, waar door den Heer W. G. DROOG van Haarlem zullen worden besproken. 1634 60 Het Hoofdbestuur van den H. B.-G., W. Th. R0DBARD, Alg. Voorzitter. W. G. DROOG, Secret-Adm. TE HUUR: een BENEDENHUIS met Tnln A ƒ180.— p.Jaar en een BOVEN HUIS f 200. p. jaar, belde op den Hoogen Rljndyk en voorzien van Gas- en Waterleiding. Te bevragen: Catharinastraat No. 9 (Utrochtsch Jaagpad). 1609 8 Photografie Groeneveld, 13 Stationsweg 13. Naar de elschen des tijds Ingericht Atelier. O Album-Portretten ƒ1.— 14 Idem1.50. Vergrootingen naar elk portret. Voor goed work wordt Ingestaan. 4887 10 Aanbevelend, E. J. J. GROEIEVELD, Foto graal. van af 80 Cents, ƒ1.— hooger. Beleefd aanbevelend, Wed. A. BACKER, Papengraclit 4. 796 7 HARTESTEEG 2. Per Liter. Likeuren f 0.46 Grenadine 0.50 Jenever 0.70 Brandowyn 8 0.72 Nieuw Rood, 0.70 Punch 0.80 Cognac 0.90 Boerenjong., 0.90 Oude Boll 1.05 Per Flesch. Bessenw^n f 0.35 Melwljn 0.45 Roodo Wijn 0.50 Madera 0.50 Roode Port 0.55 Witte 0.60 Malaga 0.80 Advocaat B 0.80 Vermouth 0.80 1671 II Gebruiksaanwijzing v Wordt met een wollen doek Inge dreven en met een borstel v ultgepoetst. tot het poetsen van Ka chefs en Fornuizen geeft oou echoonon on diepzwarten glans, terwijl zU goon onaangenamo lucht nalaat. Prijs per Doosje 5 Cents. Haarl.straat 5, Lolden, en vele Winkeliers in Leiden en Omstreken. 624 80 1. BIBLIA, dat is de Gantsche Heilige Schiflure, bevattende allo do Canonycke Boocken dos Ouden en Nieuwen Testaments, naar do boste uit gaaf van PIETER KEUR van MDCCXX. Grooto druk. 2. ALPHABETISCH REGISTER OF DEK BIJBEL, door A.J. ROTTEVEEL. 8. BIJBELSCHE TAFEREELEN. 25 Fraaio Platen uit de Bljbolscho Geschiedenis, naar teekoningen van GUSTAVE D0RÉ. door finalen uitverkoop alles, hierboven ge- noemd, voor don geringen pijje van slechts f 1.60. Alleen do Bybel moest moer dan het drie dubbelo koeten. Te bekomen by I>. BOLLE, Bazaar van Goedkoope Boekon, Hang b/d. Viscbmarkt, te Rotterdam. De vracht la 25 ets. Wlo echter Post wissel overmaakt van slechts r i .02^ waarop vermeld is „Het Grooto Bijbelpak", ontvangt het franco thuis. 1668 42

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5