LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG I FEBRUARI. - TWEEDE BLAD. Anno 1905. aangifte KIEZERSLIJST. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. No. 13787. tot plaatsing op de De BURGEMEESTER der gemeente Lei- den; Gelet op de wet van den 7dcn September 1S96 (Staatsblad Na 154) laatstelijk gewij zigd bij de wet van 8 Deoembcr 1900 (Staats blad No. 208), tot regeling van het kiesrecht en de benoeming van afgevaardigden ter Eer- fetc en Tweede Kamer'der Staten-Generaal Noodigt de mannelijke inwoners der ge meente, die den leeftijd van 25 jaren vóór of op den löden Mei a. s. zullen hebben bereikt, uit, om: jo. zoo zij in een andere gemeente over het laatfct verloopen dienstjaar in een der rijks directe belastingen zijn aangeslagen, wat de grondbelasting betreft in een andere gemeente, of in meer gemeenten te zamen tot een bedrag van ten minste óén gulden, i daarvan door overlegging der voor voldaan gelcekende aanslagbiljetten of door den rijks ontvanger gewaarmerkte duplicaten vóór den löden Februari a .s. te doen blijken; 2o. zoo zij in do grondbelasting wegens onroerende goederen eener onverdeelde nala- :tenschap zijn aangeslagen doch hun naam niet is vermeld bij den aanslag in het kohier mits hun aandeel in dien aanslag ten min ste één gulden bedraagt daarvan vóór den löden Februari a. s. aangifte te doen onder overlegging van het aanslagbiljet of door den ontvanger gewaarmerkt kosteloos af te geven duplicaat daarvan, een opgaaf van het aandeel in den aanslag en de noodige .bescheiden ten bewijze van het gemeenschap pelijk bezit. Do bij sub 1 en 2 bedoelde aanslagen moe ten loopen over het laatstvcrloopen dienst jaar cn betreffen do grondbelasting, de ver mogensbelasting, do belasting op bcdrijfs- en andere inkomsten of een of meer der vijf eerste grondslagen van do personcelo belasting, zooals die is geregeld bij de wet van 16 April 1896 (Staatsblad No. 72). Hierbij wordt opgemerkt dat de aanslag der vrouw in de rijks directe belastingen voor haar man geldt, dio van minderjarige kin deren wegens goederen waarvan hun vader het vruchtgenot heeft, voor hun vader, ter wijl aanslagen in do rijks directe belastin gen, waarvoor eerst nk 31 December van het laatstvcrloopen jaar een aanslagbiljet is uit gereikt buiten aanmerking blijven. 3o. zoo zij niet overeenkomstig liet bepaal de sub 1 of 2 zijn aangeslagen doch voldoen aan een der hieronder volgende voorwaar den, worden zij uitgenoodigd daarvan aan gifte te doen ter Sccrotarie dezer gemeente vóór den löden Februari a. s. als: a. dat zij 'als hoofden van gezinnen of als alleen wonende personen op den 31sten Januari sedert den lsten Augustus van het vorig jaar hebben bewoond, Krachtens huur, een huis of een gedeelte van een huis waar voor met of zonder bijbehoorenden of in huur gebruikten grond of lokalen cn bijge bouwen, niet ter bewoning bestemd, de wer- kelijko huurprijs, per week berekend, ten minste heeft bedragen de som 1,75 of wel achtereenvolgens in dezelfde gemeente, 2 zoodanige huizen of gedeelte van huizen, of, krachtens eigendom, vruchtgebruik of huur eenzelfde vaartuig van ten minste 24 kubieken meter inhoud of 24000 K.G, laad- vermogon. Hierbij wordt opgemerkt dat huur ook verschuldigd kan zijn in den vorm van contributie aan een coöperatieve bouw- vereeniging, en dat geen aftrek van huur plaats heeft wegens het verschuldigde voor gas- of waterleiding, ingeval dit in den huurprijs is begrepen. Bij deze aangifte, wat huur betreft, moet worden overgelegd een opgaaf zoo mogelijk met aanduiding van straat en nummer, van het huis of gcdeolte van het huis, of wel, ingeval van een verhuizing, van de huizen of gedeelten van huizen met of zonder bij behoorenden grond en lokalen en bijgebou wen, niet ter bewoning bestemd, door den belanghebbende van den lsten Augustus van het laatstverloopen tot cn met 31 Januari van het loopendc jaar bewoond, en van den gedurende hetzelfde tijdperk in huur ge bruikten grond alsmede van het bedrag der huurprijzen en van de namen en woonplaat sen der verhuurders, en wat het vaartuig be treft, een opgave van den naam van het vaartuig, van den inhoud of het laadvermo gen, van den rechtstitel, krachtens welken het is bewoond en, is deze huur, van naam en woonplaats van den verhuurder. I>eze aangifte belioeft niet te ge schieden door hen, die kraehteus ten vorige» jare gedane aangifie op dc loopende kiezerslijst voor komen en li jiog hetzelfde huis of een gedeelte van hetzelfde hnis of hetzelfde vaartuig bewonen, maar wel door hen, die sedert 1 Angustus des vorigeu jaars een ander huis of gedeelte van een hals of een vaartuig zijn gaan bewonen. b. dat zij op den 31sten Januari sedert den lsten Januari van het laatstverloopen jaar achtereenvolgens bij niet meer dan 2 personen ondernemingen, openbare of bij zondere instellingen in dienstbetrekking of als inwonend zoon in het bedrijf of beroep der ouders werkzaam zijn geweest en als zoodanig over dat jaar een inkomen hebben genoten van f 450 of 362.50 met vrije wo ning iif inwoning of van 150 met vrijen kost en inwoning, of van 237.50 met vrijen kost, of dat zij op den lsten Februari in heb genot zijn van een door een onderneming, openbaro of bijzondere instelling verleend pensioen of verleende lijfrente van gelijk be drag; met dien verstande dat voor hen, die in beide gevallen verkeeren, zoo noodig, ter be reiking van het yercischte bedrag, het inko men, het pensioen cn de lijfrente worden samengeteld. dat ten aanzien van viijcn kost, geen re kening wordt gehouden met den Zondag of algemeen erkende christelijko feestdagen of voor zooveel Israëlieten betreft, met den Sabbat, dat indien do aard der werkzaamheden in een bedrijf medebrengt dat zij in den regel een gedeelto van het jaar niet worden uit geoefend, ter berekening van den tijd ge durende welken iemand in dienstbetrekking is geweest, de tijd wordt mcdegeteld, gedu rende welken de werkzaamheden, waarvoor hij in dienst is, hebben stil gestaan, ook indien gedurende dien tijd de dienstbetrek king tijdelijk was opgeheven; dat indien in do plaats van het inkomen een tijdelijke ongevallenrcnto wordt genoten, deze zoolang zij wordt genoten, in rekening wordt gebracht tot een bedrag gelijk aan het normaio loon; en dat het inkomen, het pensioen of dc lijfrente der vrouw geldt voor den man cn dat van do inwonende minderjarige kinde ren voor de helft voor den vader. Hierbij moet worden overgelegd een op gaaf van den aard der dienstbetrekkingen van den belanghebbende, van naam en woon plaats van de personen bij wio, van naam on plaats van vestiging der ondernemingen of 'der bijzondere instellingen, of van den naam der openbaro instellingen, waarbij hij tot cn met den 31sten Januari van het loo pende jaar in dienstbetrekking was, cn van de omstandigheid dat het door hem over hot laatstverloopen jaar in dienstbetrekking genoten inkomen, met of zonder genot van pensioen of lijfrente, het gevorderd bedrag van 450 is bereikt, vrijen kost cn vrije wo ning, voor zoover genoten, inbegrepen. Door den inwonenden zoon, dio plaatsing op do kiezerslijst vraagt op grond van heb werkzaam zijn in het beroep of bedrijf der ouders, moet worden overgelegd een opgaaf van den naam zijner ouders, vader of moo- der, van het door hen uitgeoefend bedrijf, van de werkzaamheden, die hij daarin ver richtte, van heb daarvoor over het laatst verloopen jaar in geld genoten inkomen, benevens van vrijen kost en vrije woning, voor zoover genoten. Voor het geval dat plaatsing op do kie zerslijst wordt gevraagd op groi.1 van het genieten van pensioen of lijfrente moet wor den overgolegd een opgave van naam en plaats van vestiging der onderneming of der bijzondero instelling of van don naam der openbaro instelling en van heb pensioen of van do lijfrente. Indien het vercischto bedrag van 150 niet zoude zijn bereikt zonder rekening te houden met een of meer der bepalingen omtrent ziekte of verwonding, omtrent on gevallen rente, of omtrent inkomen, pensioen en lijfrente van vrouw of kinderen, moet van deze omstandigheden, Ln do opgaven melding worden gemaakt, waarbij, indien het geldt inkomen van vrouw of kinderen, tevens moet worden opgegeven de bijzon dorheden hierboven genoemd. Ten opzichte van hen, die krach tens ten vorigai jare gedane aau- Slflc op de loopende kiezerslijst i oorkonten, op grond van hoven- slaande bepaling (sub 1>) is een nieuwe aangifte noodig, naartoe liua evenwel een aangifte-biljet ter invulling zal worden toegezonden vóór S Februari a. s. met uitzonde ring van hen, die alleen nit kraehte van pensioen of lijfrente tot een bedrag van ƒ450.— daarop zijn gebracht, door wie alzoo geen her nieuwde aangifte moet geschieden. c. dat zij op den eersten Februari sedert een jaar den eigendom met recht van vrije beschikking hebben van ten minste 100 (nominaal), ingeschreven in de Grootboeken der Nationale Schuld of van ten minste /50. ingelegd in de Rijkspostspaarbank, in een gemeentelijke Spaarbank of in een Spaarbank, beheerd door het bestuur van een rechtspersoonlijkheid bezittende Vereeni- ging, van een Naamloozo Vennootschap, van een Coöperatieve Verecniging of van een Stichting. Onder de bijzondere Spaarbanken, bedoeld in de vorige alinea, zijn do Banken, opge richt nó. 1 Mei 1900, alleen begrepen voor zoover en voor zoolang als zij blijkens op- gavo aan het bestuur der gemeente waar zij gevestigd zijn, een waarborgfonds van f 25,000 bij de Nederlandsche Bank hebben gedeponeerd. Bij deze aangifte moet worden overgelegd een door of vanwege do directio van dc Grootboeken der Nationale Schuld of den directeur der Rijkspostspaarbank of liet be stuur der gemeentelijke of bijzondere Spaar bank, afgegeven verklaring. De verklaring van den Directeur of van het bestuur wordt den belanghebbende toe gezonden op schriftelijko aanvrago met op gaaf van het nummer waaronder cn het kan toor alwaar het spaarbankboekje is afgege ven. d. dat zij met goed gevolg hebben afge legd een examen ingesteld door of krachtens de wet of aangewezen bij algemeenen maat regel van bestuur cd in verhand staande met de benoembaarheid tot ccnig ambt, de ver vulling van ecnige betrekking of dc uit oefening van ecnig bedrijf of beroep. In dit geval moet .worden overgelegd een opgaaf van het door den belanghebbendo met goed gevolg afgelegd examen cn van het jaar cn dc plaats der aflegging. J>e laatstbedoelde aangifte» (sub c en «1) behoeven niet te geschieden door Sicu, die krachtens ten vorige» Jare gedane aangifte nil dien hoofde op de loopende Kiezerslijst voor- Kiomen. Alle bij sub a tot en met d bedoelde aan giften moeten gedaan wonden volgens de mo dellen voorgeschreven bij Kon. besluit van den 28stcn November 1896 (Staatsblad No. 176) gewijzigd bij het Kon. besluit van 9 Januari 1901 (Staatsblad No. 24) waarvan de formulieren ter Secretarie dezer gemeen te kosteloos verkrijgbaar zijn gesteld. De Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. Leiden, 25 Januari 1905. De „Nieuwe Rotbordam sche Courant'.' vond het aanvankelijk een moedeloos werk andermaal over het beken- dc wetsontwerp op het Hoogor Onder- w ij s te gaan spreken. Immer3, ieder be seft: do vaart zal ditmaal onbelemmerd zijn, de haven is vrij. „Doorlezen, wegleggen en zwijgen ware misBchien het verstandigst. Maar de indruk van hetgeen gebeuren gaat, is ons te mach tig, do ontstemming te groot, dan dat wij het hierbij zouden laten." De houding is to onbegrijpelijker van de zen minister, die met zijn aanhangsels aan deze wet toch blijk geeft voor de hoogere en betere ontwikkeling van het volk veel tc voelen. „Hoe treurig en klein-dogmatisch staat daarnaast dit diplomeeringsrecht van mi- niatuur-universiteitjes, in kerkelijk keurs lijf geregen, onder den hier met valsch licht vorblindenden schijn van „vrijverklaring" en „vrijmaking" van het hoogcr onderwijs opgezet als toonbeelden van geestelijke gebondenheid. Waarom toch dat toovcr- woord „vrij" misbruikt en in de plaats ge stold van het eenig wettelijk en feitelijk passende woord „bijzonder" hoogcr onder wijs; waarom anders, dan om een hocus pocus uit te voeren, waarmee do grooto menigte begoocheld wordt. Zulk een bijzon der onderwijs is niet vrij; het is gebonden, geestelijk en st-offelijk. Vrij is alleen het openbaro, dat stoffelijk ruim wordt ver zorgd, en dat aan geen enkele leerformulo, alleen aan den ernst- van onderzoeken cn denken, gebonden is. Omdat het een voor worp is van Staatszorg, daarmee toch boet het zijn vrijheid niet in." Na op het goochelspel te hebben geve zen van de tegenstelling „principieel" en „indifferent", niets anders dan klanken, dio alweer berekend zijn op de volkssuggcs- tibiliteit, en andermaal betwist te hobbon, dat ooit maar één enkele maal een lecrlijg der bestaande „Vrije Universiteit" d .or eenige openbare faculteit partijdig is ge ëxamineerd, bespreekt do .^Nieuwe Rotterdamschc Courant" clrio punten in het Voorloopig Verslag: do sub sidieering, de theologische faculteit en de staatsexamens. „De kwestie der Hervormde Iverk cn van de instelling van een dogmatisch prac- tische theologische faculteit, beslaat in dit Verslag een belangrijke plaats, wcikclijk een rumor in casu Zeker heeft de Minis ter zelf, toen hij dc theologische faculteit naar de wet van 1876 een „doodshoofd" noemde, mee den storm gewekt, die nu uit do kringen dor Hervormde Kerk togen zijn wetsvoorstel blaast. Mot het-, toen blijkbaar door tactische overweging ge ïnspireerd, handig gebaar, waarmee hij de gegadigden opriep om het eerst zclven eens tc worden over hun wonschen en die dan aan hem voor te leggen, heeft hij tien storm niot bezworen. In zoover is ook het door do verwerping in de Eerste Kamer meegebrachte uitstel der afdoening van het ministerieel standpunt niet, van het Kerkelijk standpunt wc] gunstig ge weest. In het Verslag wordt do stellige vor- wachting uitgesproken, dat binnenkort al lerlei belangrijke adviezen zullen worden openbaar gemaakt, die door dc Synodalo Commissie al dadelijk gevraagd zijn. En voorts worden er verscheiden denkbeelden voorgedragen, meer eenvoudige en moor in gewikkelde, om in ieder geval directcn in vloed van de Hervormde Kerk op het aca demisch onderwijs der theologische facul teiten zei ven te verzekeren; terwijl op ver schillenden toon aangedrongen wordt op ge lijktijd igo oplossing, in beginsel dan of in uitwerking, van dit vraagstuk cn van dat der bijzondere universiteit. Wij blijven bier voorloopig belangstellende toeschouwers. Wij voegen cr bij, dat onze belangstelling zich ook uitstrekt tot kennisneming van wat da katholieke bondgenootcn van dit alles denken; en tot de vraag, welk ont haal een eventueel verzoek van die zijde, om dan-ook, als aan sommige universitei ten van Frankrijk, Duitschland, Zwitser land, hier tc lando een katholieke theologi sche faculteit van staatswege in te stellen, vindon zou." En wat dc staatsexamens betreft, waar voor men nu toenadering tusschen do on derscheiden staalkundige richtingen gaar ne zou zien, blijft de „Nieuwe R o t c r- damsche Courant" in het belang van vrije studie-ontwikkeling universitaire examens beslist hoogor achten dan staats examens, behoudens do wonschelijkheid van een practisch aanvullingsexamen voor een piactischen werkkring. „Ook komt hot ons voor, dat, in zoovor universitaire examens als noodzakelijke voorloopers zullen worden verlangd, do brandende kwestio „openbaro of bijzonde re universiteit" branden blijft. Bovendien en ook dat wordt in het Verslag nieft ontkend moet oen stelsel van' 6taats-j examens eerst worden uitgewerkt en goro-, geld, voordat men er degelijk over oordeo-' len kan. Een nieuw motief voor uitstel' dus. Want, al heeft do heer Do Savornirï Lobman zijn motie ingetrokken oin de zaak niet op te houden, het motief tot ophou-1 ding hangt hier niot aan een formcelo in-J diening van moties, maar ligt in den aard zelvcn van dc kwestie. Dat vraagstuk kan o.i. echter onmoge lijk worden opgelost, voordat do plannen tot incenschakeling van hot onderwijs vast staan. Welk© bcteekenis universitairo of staatsexamens hebben zullen, hangt bijv. om maar iets' te noemen samen mot do beteekeuis van admissie-cxamons tot de univorsiteit; en of er admissie-oxamens zul len zijn di. eind-examens van do scho len voor voorbereidend H. O. - met wel ke waarborgen di© omringd zullen wezciï en tot welk© wegen zij toegang verloenen zullen, tot allo of slechts tot enkele dat zijn groote kwesties, waarover het rapport van do Staatscommissie, dc z.g. ineen- schakelingscommissie, met belangstelling wordt afgewacht. Het is vroeger al zoo dik wijls gezegd: ook dit wetsontwerp had van de ineenschakelingsplannen niot mogen worden losgemaakt." „Land cn Volk" is wel tcvroden rvcr do Memorie van Antwoord op hot Voorloo pig Vei slag over de H o o g c r-0 ndcr- w ijs-w o t, omdat daaruit spreekt 's Mi- nistois wenseh om te gomoct to komen aan do gerezen bezwaren. Gaarne had liet blad cohtor gezien, dat do Minister op een drietal punten verdof, waio gegaan: „In do corsto platos ware het zeer aan te bevelen dc bijdrage nan do bijzondere universiteiten, dio eenvoudig compcnsatio heet voor het gratis gebruik der academi- lccrarcn, dio bijzondero leerstoelen aan coü Rijks-universiteit mochten beklcodcn, to 1 doen vervallen." Ten tweede wil do Minister „hij een nadere wet do staatsexamons regelen cn aan de academischo graden uitsluitend t.a wetenschappelijk kaïaktor vcrlccnen, juist zooals dc heer D© Savornin Lobman het met ziju ontijdig teruggetrokken golo- genheidsmotic betoogde. Maar de Minister wil tooh alvast den effoclus civilis aau de Vrije Universiteit verzekeren. Dat nu is onverdedigbaar. Zoodra erkend wordt, cn de Rogcoring erkent het dat do regeling,... dio zij vil, niet juist is cn bij nadere wet behoort to woiden gewijzigd, is het even onlogisch aW naar allen schijn partijdig, om tor willo van óén enkele bevriende instelling den j bestoanden toestand nog even to gaau ver- anderen in dj als verkeerd erlccndo rich ting. Dan is toch, totdat do nieuwe oigt^- nisatic er zal zijn, behoud van <lc actucclö regeling vrij wat rationceler." j En wat do thoologischo faculteit betreft: Het schijnt 'a Ministers ernstig voorne men, do nctoligo kwestie der organisatie) van doze faculteit ook weor tot ondorwcrpj ccnor afzonderlijke regeling to maken. Uitnemend. Maar zou hot dan niot raad- Mam zijn om, bij het maken coner over gangsbepaling in zake den cffoctua civilia, tevens vast to 6tcllen, dat bij dezelfde rc- i geling ook do inrichting van do faculteit' der godgeleerdheid haar beslag zal krijgen? Door hot thans in dio richting te sturen zou de voorgedragen tweode editie van do Hooger-Onderwijs-wet veel van hot beden kelijke, wat cr in corsto instantio in was gelegen, verliezen; zou or mogelijkheid ont- staan voor menig lid van do linkerzijde, 1 misschien voor do meerderheid cn stellig voor do vrienden van het Kabinet, dio zich' hij do oppositie voegden, om tot deze rege ling mod© to werken, welke, bijv. op hot stuk van het technisch onderwijs, in hoogo nuito waardooring verdient, „Do Standaard" komt op tegen do voorstelling alsof in het oog van haar par tij „dc openbaro lagero school, als zoodanig, ccn school van het onge loof, co publioko universiteit pc. se a n t i-c h r i 8 t o 1 ij k zou zijn." DE STOMME. 18) Zij knikte glimlachend; in haar oc-gen lag een levendige glans en wat was zij schoon, wanneer zij ademhaalde 1 Alles was weor gezond aan haar als in het ecg id, toen zij hem zoo goec1' bevallen was. Ai'at waf cr met haar gebeurd? Salvator maak te zich allerlei gedachten daarover en moest ten slotto lachen, dat hij zioh eigen lijk veel meer met zijn dienstmeid bezig hield dan met zijn verloofde. Was zij dan intoressanterMisschien. Neen, zeker. Nadino toch waB in al haar gloeiende, weelderige schoonheid boel ge woon. Tegen den avond was de regen opgehou den, Salvator nam zijn tschapka en ging over do binnenplaats naar buiten op den ,weg. Deze was geheel doorweekt; het wa genspoor stond vol geel water; overal blonken plassen. Do grond kleefde onder de zolen zijnor laarzen. Het geheele land, vel den, weiden, bosch cn heuvels waren nog slechts een enkele vormlooze, onbepaald gekleurde massa, waaruit alleen de tele graafpalen opstaken en de kale boomen. In do verte glinsterde een licht, de halve maan zweefde boven de wolken uit. Ze heeft ;een kring, dacht Salvator, het zal mooi .weer worden. De matte maneschijn deed thans in e>lk geval de voorwerpen "duidelij ker onderscheiden. Ginds lag een veld met kool, over wier bladeren een licht© glans zweefde. De boo-i men, scherp en zwart, wierpen sterke schaduwen af. Er trokken wolken over de maan en bleven bijwijlen als het ware in haar spitsen hangen. Thans was ze nog maar een wit blad papier, en een zwarte wolk werd als inkt er over uitgegoten. De hemel geleek een yuilen, grijs goverfden wand, waarvan hier en daar een stuk is afgevallen, zoodat enkele licht© plekken van de kalkt aag voor den dag komen. Schapen blaatten, oen hond blafte er gens in dc duisternis. Salvator koerde te rug. In de verte kwam langzaam cp zwaar een wagen aanrijden. Van den kerktoren sloeg het weer. In het dorp werden lichten zicht baar de daken lagen in een vochtig sche merlicht. Aan de poort stond Barba in haar peh en glimlachte: „Wat heeft zij vandaag toch altijd te glimlachen?" dacht Salvator, en zijn tweede godachte was: „Wat is zij schoon, en welke houdingZij ziet cr in haar lamsvel even haasachtig uit als Nadi- nc in haar hermelijn." De maan bleek gelijk te hebben. Het word weer mooi weer, mooi en koud. N.>g in denzelfden nacht stak een dier w >cdende stormen op, die in de uitgestrekte vUktci van het oosten hot geheele land in weinig uren schoon vegen. Des morgens kwam de zon schitterend en warm op. Alles droogde en wat niet opgezogen werd, trok als lich te nevel in de lucht omhoog en vloog weg. als een heksenzwerm over bosch cn dal. „Het is nu drio dagen geleden, dat ge niet hier zijt geweest", schreef Nadine i.'i een kort briefje, dat door den Kozak werd overgebracht. „Ik ben boos of moet ik het niet zijn zoo u dat liever is. Kom van daag bijtijds, want tegen den avond krijgen wij bezoek, de een of andero oude tante, cn dan heb ik geen tijd voor u." Salvator reed des namiddags naar Schen- lcowa. Hij bleef er een uur, cn toon de kales der tante zich in de verte als een op de golven der zandige vlakte waggelende arkc Noachs vertoonde, uam hij weer de vlucht. Thuis gekomen, las hij weer tot des avonds tot het begon tc schemeren en daarbuiten het avondrood de ernstige populieren kleurde. Eensklaps trad Barba binnen in haar roode laarsjes, haar nieuwe schapenvacht, de borst mot koralen behangen, een witten doek om het donkere haar geslagen, een kantschoek in de hand en gaf Salvator niet hoofd on arm een wenk haar te volgen. Er flag zooveel macht in deze beweging en zooveel tooverkracht in haar ernstigen blik, dat Salvator, zonder eerst te overleggen, zonder zich in hot minst rekenschap te geven van hetgeen zij met hem voorhad, zijn ta- tarka (bonte muts) opzette en haar volgde Hij voelde slechts, dat er iete gewichtigs gebeurde en dat het zoo zijn moest. Op het erf stonden reeds do vos en ».©n tweede paard gezadeld, rustig, zonder r'at iemand zo vasthield. Barba bracht uu l.et eerste voor en Salvator sprong in het za del. Zij zelve besteeg het andere paard, en beiden reden de poort uit, om 't huis heen, hot veld, de steppen in. Do lucht was ijzig. Iu de natuur heerschte een rnatto stilte. De boomen stonden onbe weeglijk, van tijd tot tijd viel een geel blad op den grond. In de verte lag een witte mist, waarop de kerktoren, de boomen, do putton met de lange armen, de boonensto- ken op het veld zich scherp afteekenden. De zonneschijn stond naast het wond, groot, gloeiend, zonder stralen te schieten. Kraaien fladderden om een vergeten hooimijt. In de verte lclonk een klokje, rein als zilver. Thans kwam van rechts, op den grooten weg, een met linnen overhuif de jodenbatka (kar) voorhij. Drie paarden, klein en mager, sukkelden naast elkaar voort. Naast een der paarden liep een klein veulen, met een schel om den hals. Juist was de zon ondergegaan. Er was niets van overgebleven dan con gele streep. Do lucht werd grauw. Zware, ijskoude vochtigheid daalde op alles neer. Nevel- wolkjes hingen tusschen berg cn da<, tus schen bosch en veld, als hadden honderd feeën haar tooversluiers in do lucht gewor pen. Het werd spoedig donker, totdat de maan, dio reeds lang, gelijk ccn melkach tige kristallen flamp, afin den hemel hing, plotseling, als door een onzichtbare hand aangestoken, haar zacht licht over do vlakte uitgoot. Zoo heerschte duisternis en licht in gelijke mate cn dikwijls schril afwisse lend, toen Barba bij een klein berkenbosch- je stilhield, van het paard steeg en Salva tor een wenk gaf hetzelfdo to doen. Hij gehoorzaamde even stom als zij over hem gebood; hij stond thans volslagen onder haar invloed. Zij bond beide paarden aan denzelfdcn boom en liep toen snel het hoogo gras in, dat dor en verraderlijk kraakte. Salvator volgde haar zonder te vragen. Zoo kwamen zij tot aan het lage kreupelhout, dat zich ver rondom den tuin van Schenkowa uit strekte. Barba ging voorop, zonder Salva tor ook maar een enkele maal aan te zien, zonder ook maar het hoofd om te wen den; zij wist, dat hij volgde, dat hij volgen moest. Zoo kwamen zij tot aan het hek. Hier stond Salvator stil, doch Barba greep hem bij de hand cn liet hem niet meer los; zij was de jaecr, hij de jacht hond, dien zij aan het koord achter zich aan trok; of hij wilde of niet, hij moest. Eindelijk bleef zij* bij een andero plek van het hek stilstaan en legde den vinger op den mond. Beiden hielden den adem in. Zij stak haar arm tusschen de takken, boog zc zacht vaneen cn wees stom en ernstig, op het paar, dat daarginds in den valon maneschijn, elkaar tcedcr omvattend, op een bank van bcrkota/.^en zat. Ecnigo cogenblikken verkeerde Salvator in twijfel, of het werkelijk Nadine waB, maar hot was, alsof een boosaardige hand het wolkengor- i dijn wegtrok, cn toen do maan, van eeri novel ring omgeven, als een grooto poeder-1 kwast met diamanten knop tusschen do stijve zwarte popuplicrcn verscheen, zag hij Nadine in haar mat-blauwo scharafun en een kazabaika van roode famis (een mot goud doorwerkte, Indische zijden stof), dio met prachtig marterbont gevoerd en om zoomd was, en met een boschlik (doek als tulband gevouwen) om hot trotscho hoofd. Sokolowsky deed haar verwijten cn dreig de haar zolfs, terwijl zij lachte en zich uit zijn armen bevrijdde. „Je lacht?" mompelde Sokolowsky. „Ja, je amuseert me", antwoordde zij. Sokolowsqy raakte buiten zichzelve, hij sperde de oogen open en purperrood, zonder, verder een woord te spreken, stond hij op, en liep eenige malen vóór haar heen en weer. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5