Brieven van eenLeidenaar. Uit de Rechtzaal. Finaneiëele medédeelingen, - torwijl van al wat er tegen vie arbeiders ataat, do strikte verwezenlijking door de wettelijke en feitelijk', macht van den werkgever ia gewaarborgd. Voor sociaal recht zijn dat geen fraaie eigenschappen. Over het ontwcip-A r be idscön tract schrijft „Het (R.-K.) Huisgezin": Dit ontwerp is door de socialistische pert en door do socialistische sprekers als een schandelijk stuk uitgekreten. De arbeider zou er nog meer door geti- ranneeid worden, de patroon e>r nog groo- tcr macht door krijgen. Nu it dezer dagen het gewijzigd ontwerp verschenen. Minister Loeff is op veel punten aan ook van Christelijke zijde geuite be denkingen te gemoct gekomen Voor ,,Het Volk is dit natuurlijk ,ccn tegenvaller. Een goed 6oc.-democraat ziet het liefst slechte" wetten, waartegen te fulminceren valt. Het partijbelang gaat boven alles. Het gewijzigde verbeterde - ontwerp is dus een misrekening. Dat kan men tus- Bchen de regels van „Hcfc Volk" duide lijk lezen. LXXXlll. „Zeg mij nu eens, wat is een tuinstad?" .vroeg dozer dagen mijn buurman mij. De man had er van gehoord, maar Icon zich cr geen juist denkbeeld van vormen. Omschi ij vingen zijn moeilijk; ieder, die het eens geprobeerd heeft iemand een voorstelling te geven van een zaak of een ding, tot dusverre bij dien persoon, onbe kend zal dit toestemmen. Ik waagde er mij -daarom ook met aan met enkele woorden een definitie van een tuinstad te geven, evenmin als ik het nu zal tiachten te doen. Wel deelde ik hem mee, dat hot denk beeld zelf, naar ik eens las, haast tegelijk in Engeland en Duitechland is ontstaan en zijn oorsprong vindt in de steeds meer cn meer veld winnendo overtuiging, dat zonneschijn en frissche lucht, twee dingen, die men in dichtbevolkte steden veel to fcchaars vindt, voor een mcnsch maar alles is. Onze oudo steden zijn dicht ineengebouwd jiet nauwe straten en hooge huizen, zij aan zij, dikwijls zonder ruimte cr om en er tusschen. Daarvoor bestond in don aanvang een goede reden. Men moest de stad verde digen met grachten cn wallen en hoe com pacter de bevolking bijeen was, hoe gemak kelijker dit ging. Bij aangroeien cr van vol en toen de vestingen werden ontruimd bouwdo men allereerst dc ïuimten binnen cn het denkbeeld stad tegen stad te verde digen op den achetrgrond drong, voor heb strijden van land tegen land, werden de ontmantelde wallen ingericht voor wandel plaatsen cn plantsoenen. Maar intusschen begon later' in alle lan den do trek van het platteland cm uit de provinoio naar do groote steden dc centra van handel, nijverheid en verkeer. Het stadsleven had zijn aantrekkelijk heid; men verdiende er meer, genoot er meer; de gelegenheid om do kinderen te doen onderwijzen was or beter; kortom, het lachte menig dorpsbewoner, met wat geestkracht en moed, toe om zijn fortuin te zoeken in de stad. Het had echter ook zijn schaduwzijden. Het loven was er duur der, velen zelfs onevenredig aan de meer dere verdiensten do verleiding tot uitgaan of erger nog, tot een losbandig leven, veel grooter. Daarbij kwamen de steeds terug- keerende perioden van werkeloosheid, die mede door den aanhoudenden stroom van buiten soms onrustbarendo afmetingen aanneemt. Bovenal dringen op den voorgrond de slechte woningtoestanden en men kan zich levendig voorstellen, hoe monig blozend 'dorpsmeisje gewend aan het vrije onge dwongen buitenleven die in den lentetijd .van haar bestaan volop mocht genieten van frissche lucht en warme zon als zij als ge trouwde vrouw in een der achterstraten .van een groote stad kwam wonen, ver kwijnde van heimwee naar het land en dat e»* kinderen opgroeiden tot een bleek wei nig veerkrachtig geslacht. Het woning vraagstuk wordt thans meer en meer on der do oogen gezien en een onderzoek naar de woningen in drukke volksbuurten hooft allerlei misstanden aan het licht gebracht. Meer cn meer diong de overtuiging door, dat er iets aan gedaan moest worden. Die .van radicale middelen houden zeggen k*rt weg: wij moeten die bevolkto buurten ont volken, grond is er genoeg, laat ons veraf of nabij de oude steden nieuwe ste den bouwen met ieder op zichzelf staande huizen en ruime tuinen, zoogenaamde tuinsteden, dat is' wat de menschon aller eerst en allermeest noodig hebben, voor al het opkomend geslacht, dat zooveel ont beert, omdat het^pict genieten kan van de ivrije natuur. Dit was het wat ik buurman kon zeggon, naar aanleiding van zijn vrij eigenaardige vraag, en ik vernam, dat aanleiding tot de vraag had gegeven een bericht in de cou ranten, dat te 's-Gravenhago een vereeni- ging tot bevordering van dit denkbeeld was opgericht. Hoe mooi of het denkbeeld ons beiden toeleek, wij waren het hierover eens, dat het nog wel langen tijd zou duren vóór de eerste stappen tot verwezenlijking er van in ons land zullen worden genomen. Men zou daarbij op heel wat bezwaren stuiten, 'die niet zoo gemakkelijk uit den weg zou den zijn te ruimen. Ik denk, dat mijn lezers hot daarmede .wel eens zullen zijn. Dit sluit echter niet in, dat er toch in die richting niet moet gewerkt worden. En er is in dio richting al heel wat gedaan. 'Er zijn in de buitenwijken heel w&t huizen, groote en kleine, gebouwd en het bouwtoe zicht stelt daarbij eischen ten opzichte van lucht en licht cn ruimte, die de algemeono gezondheid ten goede zullen komen. Wie den lust en de gelegenheid hebben naar buiten te trekken, zullen er wel bij varen en vooral de kinderen, die daar boter al thans dan in de oude stad, voor hun spel uitwijk kunnen vinden. Maar niet allen kunnen buiten de oude stad wonen. En het lijkt wel wat vreemd, doch hoe er ook bijgebouwd en de stad naar buiten uitgezet wordt, de achterbuur ten blijven nog steeds sterk bevolkt. Wie zich daarvan overtuigen wil, loope maar eens onze Groenesteeg in met haar zijstra ten. Wat een gezinnen en wat een kinde ren vooral, dio daar rondwriemelcn, spe len kan men het haast niet noemen. O, de stumpers weten het niet, wat zij derven, omdat zij nooit in Gods heerlijke ruime natuur hebben rondgesprongen; plaatste men in deze omgeving den dorpsjongen of het dorpsmeisje, zij zouden het gevoel krijgen van den leeuwerik, die gevangen in een nauwe kooi wordt gezet. Is do straat al iets breeder of zoeken ze een ruimere straat op, daar wordt toch het spel niet toegelaten, kan er niet toege laten worden, want het zou er het verkeer belemmeren en de rust der bewoners ver storen. Voor dezulken eisch ik nu wel niet een tuinstad, maar dan toch een speeltuin, flink ruim, waar de Lcidsche jongens en meisjes uit de volksklasse kunnen uitra- votten, frissche lucht ademen, zonnebaden nemen, de spieren oefenen en de longen versterken. Daarom juich ik het van harte toe, dat er zich in deze gemeente een com missie gevormd heeft, dio het plan om een flinken speeltuin te exploitceren op het ge touw gezet heeft. Bedrieg ik mij niet, dan heeft het denk beeld van vele zijden reeds sympathie on dervonden en wordt steun der commissie niet onthouden. Die steun moet echter zoo algemeen mogelijk worden. En niet alleen zij, die met geld kunnen steunen, zijn hier noodig O neen, als eenmaal er een ruime stadsspeelplaats is, wat, naar ik van har te hoop, niet zoo lang meer duren zal, dan zijn er jonge mannen en vrouwen noodig, die veel van onze volkskinderen houden cn daardoor de roeping gevoelen cn den tact bezitten om de spelen te leiden. Want ook hieraan is behoefte. Mij dunkt, dat hier een mooi arbeidsveld open ligt voor onze onderwijzers cn onderwijzeressen, al behoe ven ook andere kindervrienden niet ach ter te blijven. Maar aan een speelplaats hebben wij nog niet genoeg. Volwasen menschen heb ben ook behoefte om van de frissche lucht te kunnen genieten. Moeders of kindermeis jes moeten ook de gelegenheid hebben met de haar toevertrouwde kleinen do muffe stadsgedeelten te kunnen ontwijken. Een mooi, ruim park in het centrum der stad zou mij daarvoor- het best lijken. Doch dat zal wel altijd een vrome wensch blijven, het hoe langer hoe meer worden nog. Ons aardig Van-der-Werf park is al heel wat ingekrompen en het zal niet veel jaren meer duren of het is geheel volge bouwd. In vroeger jaren, toen de groote be hoefte aan de „longen der stad" niet zoo algemeen gevoeld werd en daardoor ook niet erkend werd, heeft dc gemeente dit park aan het Rijk afgestaan, dat wel zal zorgen, dat het over eenigen tijd met mu- scumgebouwen gevuld is, waarvan wij dan maar willen hopen, dat ze ons schoonheids gevoel niet behoeven te bcleedigen, maar zullen bijdragen tot verfraaiing van dit stadsgedeelte. En dan bedelen wc uit naam van de bijna 60,000 inwoners van Leiden om een nieuw, ruim park, niet al te ver van de oude stad. Hier kon niet optreden het particulier initiatief; met dit werk komen we op het terrein der gemeente. En dan kome men niet met het bezwaar van dc dubbbltjcs- quaestio op do proppen. Dat zou men kunnen doen als het enkel een ding van weelde was, niet nu mon het gerust een gezondheidsmaatregel kan noemen. Wij geven heel wat uit voor de gemeen te-reiniging; we hebben ingevoerd cn vrij kostbaren keuringsdienst van levensmid delen. Niemand klaagt daarover, want men voelt, dat do volksgezondheid, die zoo nauw samenhangt met do volkswelvaart en bevorderlijk is aan het volksgeluk, er mee samenhangt. Voorkomen is beter dan genezen. Wie heeft wel niet eens gelezen of gehoord van epidemieën, die in vroeger tijden ook Leiden teisterden met haar na sleep van leed en ellende, en waar deze kunnen worden voorkomon door maatrege len als de genoemde, wie zou er dan niet veel geld voor over hebben I Doch ook de gezondheid cn daardoor het geluk van den enkeion mensch door maatiegelen van hy giëne tc bevorderen, is, al kan men het niet omzetten in geldswaarde, van groote beteekenis. Daarom hoop ik dat wij binnen niet te langen tijd in Lei don mogen hebben een flinken ruimon speeltuin voor onze kinde ren en dat er ernstige pogingen in het werk worden gesteld om bovendien of mot een te komen tot den aanleg van een park in de onmiddellijke nabijheid van de stad. Wie daaitoe kan medewerken doet een arbeid, dio strekken zal tot heil van het tegenwoordig on toekomstig geslacht. Zulk een arbeid strekt den werkers tot eer. Gemeenteraad van Ondsliooru. Voorzitter: de burgemeester. Afwezig de heer Den Hertog. Een vaca ture. De voorzitter opent de vergadering en stelt allereerst aan de orde, overeenkom stig het bepaalde bij art. 4 van het Regle ment van Orde, het onderzoek der geloofs brieven van dr. Van Waesbergen en noo- digt hiertoe uit de heeren Clanfc, Van Voorthuysen en Van Vliet. De voorzitter schorst de vergadering. Nadat het onderzoek heeft plaats gehad, heropent de voorzitter de vergadering en rapporteert de commissie by monde van den heer Clant, dat dc geloofsbrieven zijn onderzocht en in orde bevonden, waarna tot toc-lating v/ordt geadviseerd. Aldus besloten. Alsnu worden de notulen der vorige ver gadering gelezen en onveranderd goedge keurd. Medcdeeling geschiedt van een tweetal missives, één van den heer Den Hertog, waarin hij mededeelt wegens ongesteld heid verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen, en één van den heer Lohuys, waarin hij bericht zijn benoeming tot lid der Commissie tot Wering van Schoolver zuim aan to nemen. Komt aan de orde het sedert de vorige vergadering aangehouden voorstel van B. en Ws. omtrent de onbewoonbaarverkla ring van de perceelen Wijk 2 No. 86 en 87. De heer Van Vliet vraagt of De Jong nog iets in het midden heeft gebracht, toen hij het voornemen vernam bedoelde panden onbewoonbaar te verklaren, waar op de voorzitter mededeelt, dat hij De Jong heeft laten uittreden cn hem met het den Raad gedane voorstel in kennis heeft gesteld. Wat het aanbrengen van het bord betreft met opschrift „onbewoonbaar", dit heeft Dc Jong waarschijnlijk in zijn macht dit zoo spoedig mogelijk te doen verdwijnen, wanneer hij de perceelen spoe dig laat ontruimen en een verklaring daarvan inzendt aan het gemeentebestuur. De voorzitter meent, dat in dit geval het bord wel afgenomen kan worden, maar zal dit nader onderzoeken. Op een vraag van den héér Van Voorthuysen wat De Jong met deze per ceelen zal aanvangen, deelt de voorzitter mede, dat wanneer door den Raad de onbewoonbaarheid is uitgesproken, de per ceelen voor bergplaats zullen gebruikt worden. De heer Van Vliet bespreekt den toestand, waarin de bewoners zullen wor den gebracht. Deze leven van een weekloon en hebben bovendien vrije woning. Moeten ze nu naar een andere woning omzien, dan zullen zo allicht meer dan 1 moeten verwonen cn zullen zij dus de dupe van de geheel© historie worden en dit strijdt te gen zijn gevoelen. Hij vindt het een moei lijk vraagstuk. De voorzitter merkt op, dat dit vraag stuk moeilijker wordt naarmate het aan tal afgekeurde woningen vermeerdert, waardoor als het ware woningnood zou kunnen ontstaan, hetgeen echter thans nog niet het geval is. De heer Van Vliet meent zijn plicht te hebben betracht door zooveel mogelijk de bezwaren aan te toonen cn laat overigens de beslissing aan de verga dering over Dc heer Van den .berg sluit zich geheel bij het door den heer Van Vliet gesproke ne aan en geeft een overzicht van de in drukken, welke hij kreeg bij een persoon lijk bezoek aan beide perceelen. Wel vol doen de woningen niet aan de bij verorde ning gestelde eischcn, maar hij is van mea ning, dat van de 100 arbeiderswoningen niet meer dan 10 wellicht aan de gestelde eischen zullen voldoen. Wel liggen de vloeren in die perceelen, van uit don weg gemeten, tc laag, maar boven het polderpcil liggen zij naar zijn oordeel nog wel 1 meter. Hjj gaat ten volle mede met het door den heer Van Vliet geopperdo bezwaar, dat de bewoners van hun weekloon niet meei huishuur kunnen betalen. Naar zijn mee ning konden de woningen zeer goed be woond blijven, wanneer de ruimte t ndcr de vloeren met zand werd aangevuld. De voorzitter wijst er echter op, dat blijkens de ingekomen adviezei de percee len niet door het aanbrengen van verbete ringen in bewoonbaren toestand zijn tc brengen. Na een opmerking van den heer Van Voorthuysen wordt het voorstel op ver zoek van den heer Van den Berg in stem ming gebracht cn aangenomen met 4 te gen 1 stem, die van den heer Van den Berg. Daarna deelt de voorzitter mee een mis sive van Ged. Staten, waaruit blijkt, dat het door den minister van binnenlandsche zaken wenschelijk wordt geacht in art. 3 der verordening op hot heffen van vergun ningsrecht do woorden „bepaald in art. 1 dezer verordening" te doen vervallen, waartoe wordt besloten. Hierna sluiting der vergadering. Gemeenteraad van Zoeferwoudc. Tegenwoordig alle leden met uitzonde ring van den heer 0. v. d. Salm. Na opening der vergadering door den voorzitter werden de notulen der vorige zitting gelezen en goedgekeurd. Bij deze eerste zitting in dit jaar, zegt do voorzitter, dat het hem aangenaam is te kunnen wijzen op de steeds aangename en vriendschappelijke wijze, waarop de be langen der gemeente worden behartigd en hij uit den wensch, dat dezelfde samenwer king moge blijven bestaan tot bloei der gemeente en wenschte tevens den leden in het bijzonder in hun gezinnen het beste toe. Mededeeling wordt gedaan van het eigenhandig door H. M. de Koningin-Moe der onderteekend schrijven, waarin Hoogst- dcrzelver dank wordt gebracht voor het geschenk, als huldeblijk bij gelegenheid van Haar 25jarig verblijf in Nederland, bijeengebracht. Proces-verbaal van kasopname van den gemeente-ontvanger op 12 Jan. 1905 waar bij de ontvangsten waren f 26,334.76 en de uitgaven f 23,464.52terwijl boeken en kas in orde waren, evenzoo het kassaldo ad f 2870.23j. Verslag van de Oommissie tot Wering van Schoolverzuim over 1904, hetwelk ter lezing zal worden nedergelegd. Adres der Vereeniging van gemeente ambtenaren „De Rijnstreek", tot verheo- ging der jaarwedde van den secretaris, als zijnde beneden den norm, waaraan ge volg zal worden gegeven. Vervolgens besluit de Raad: de stembu- reelen voor 1905 te formeeren als zulks in 1901 het geval waB. In behandeling komt daarna de door Ged. Staten teruggezonden verordening tot heffing van vergunningsrecht met be merking, dat in de verordening, zooals die thans luidt, niet duidelijk is aangege ven, dat de 50 pCt. reductie van het ver gunningsrecht voor Zondagssluiting ook van toepassing is bij de bepaling van het vergunningsrecht voor de bijzondere ver gunning bedoeld in art. 63 der Drankwet. Nadat dezo onduidelijkheid uit de veror dening is weggenomen, wordt de heffings verordening opnieuw vastgesteld. Voorts besluit de Raad tot het aangaan van een nadere overeenkomst met den heer P. J. Ramaker, pachter der Leider- dorpsche brug, voor den tijd van 2 jaar tot het kosteloos toelaten der uit deze ge meente te Leiderdorp schoolgaande kinde ren, over de Leiderdorpsche brug voor de som van 200 per jaar. Vervolgens wordt de aanslag op het ko hier van den hoofdelijken omslag van W. Stijgcr gebracht van 1.50 op 0.50 en worden de aanslagen van H. Bol en H- Landwaart geroyeerd wegens onvermogen. Nadat de Raad ten slotte zijn goedkeu ring had gehecht tot het doen van eenigc af- en overschrijvingen in de begrooting dienst 1904, op posten, dio te laag waren geraamd, sluit de Voorzitter na de gebrui kelijke rondvraag de vergadering. Peuren of pooieren. Niet alleen te Leiden heeft het visch- recht veler gemoederen warm gemaakt ook elders is dit het geval, zij heb dan ook eenigszina van anderen aard. Het is zelfs een oude quacstie, die gis teren voor de vijfde kamer der rechtbank to Amsterdam werd behandeld: de peur- of pcoierquaestie. Thans betrof het den werkman J. Hel lingman, uit Weesp, die door den kanton rechter to Hilversum werd veroordeeld tot twee geldboeten a 0-50 of één dag hech tenis, omdat hy in oen nacht onder Nc- derhorst den Berg met een peur gevischt heeft, een vischtuig, dat in do provincie Noord-Holland niet geoorloofd is en om dat hij dit deert:! in eens anders visohwatcr '(verpacht water in do rivier do Vecht) zoorder vergunning van den rechthebbende. Het O. M., rar. Van Dam, wees er in zijn requisitoir op, dat dc peur in liet provinciaal reglement van Noord-Holland niet wordt genoemd als geoorloofd visch tuig. Wel de hengel. Nu is de definitie van beklaagde, dat een pour gelijk zou staan met een hengel. Doch volgens den Hoogen Raad is een hengel een stok, lijn en haak, terwijl de peur bestaat uit een stok, lijn en een stuk lood, waaronder een tros wormen. Een integreerend bestand deel bij oen hengel is de haak cn nu zou het gemakkelijk zijn om den pooier tot een hengel to maken, door er ook een haak aan t© bevestigen, ware het niet, dat dan gelijk spreker is verzekerd do aal niet bijt. Terwijl in andere provinciale ïeglementcn van Zuid-Holland cn Utrecht èn dc hengel én de peur als ge oorloofd vischtuig zijn genoemd, is in het provinciaal reglement van Noord-Holland alleen als zooaanig do hengel vermeld. Hoe jammer ook voor de pooieraars in Noord-Holland, zij moeten achterstaan bij hun naburen in Utrecht en Zuid Holland. Ook vestigde spreker do aandacht op het vonnis van deze rechtbank van 25 Maart 1896, waarbij weid uitgemaakt, dat de peur als een ongeoorloofd vischtuig moet wor den beschouwd. Op formcele gronden vroeg spreker ten slotte vernietiging van het vonnis van den kantonrechter cn, opnieuw rechtdoende, verooi aeeling tot dezelfde straf. Als gemaohtigdo van den beklaagde trad op de heer J. A. Fortuyn, die er op wees dat dc jurisprudentie van den Hoogen Raad niet als een vaststaande wet van Meden on Perzen mag worden beschouwd. Do definitie voor den Hoogen Raad is wel degelijk voor uitbreiding vatbaar. Ook deed de gemachtigde uitkomen dat een vonftis van den Haailemschen kanton rechter, in hooger beroep door de recht bank te Haarlem bevestigd, de peur als geoorloofd vischtuig heeft aangemerkt. Men zou nu liet vreemde geval krijgen dat in het cone deel van Noord-Holland wél, in het andere deel cier provincie niet met do peur mag worden gevischt. Er dient oóhter in de geheele provjneie te dien op zichte gelijkvormigheid te zijn. Wat botreft de aanklacht dat de bckl. in verboden visohwatcr zou hebben, ge vischt, dit wordt door den gomachtige ont kend. Was het verboden water, dan was ci vergunning noodig geweest. Maar art. 577 B. W. in verband met art. 62 der Jachtwet laat het vissclicn in vlotbare cn bcvaarbajo stroomen vrij. In do Vecht is dus geen vergunning noodig om met de peur to visschen, wanneer de pour gelijk gesteld wordt met een hengel. Zoo is in dertijd voor do Alkmaarder Meer uitge maakt, dat dit een vlotbaar bevaarbare stroom is, terwijl het Hof to Arnhem dd. 10 December 1898 besliste, dat het volstrekt van geen invloed is als de rivier, dio vlotbaar on bevaarbaar is, al of niet is verpacht. Uitspraak 10 Februari a. s. Door' do rechtbank te Haarlem zijn de navolgende vonnitsen gewezen: B. van der Horst, arbeider te Haarlenv mermeer, diefstal, f 30 boete of 12 dageti hechtenis. P. J. do Waal, polderwerker to Haarlemmermeer, mishandeling, ambte naar in functie, 1 week gevangenisstraf. A. Huiskens, kleermaker te Aalsmee*, mishandeling, 6 weken gevangenisstraf. L. II. van Millingen, dienstbode tc Aals meer, diefstal, 3 weken gevangenisstraf. Het O. M. bij de rechtbank te Maastricht heeft tegen F H. T., mijnwerker te Heer len, gedetineerd, wegens poging tot dood slag, een gevangenisstraf van 4 jaar gerë- quircerd. De rechtbank te 's-Hcrtogenbosch ver oordeelde P. v. L., aldaar, beschuldigd van' zekeren Nettenbreijers, mede te VHerto- genbosch woonachtig, zoo zwaar lichame lijk lettel opzettelijk tc hebben toegebracht,, dat deze aan de gevolgen daarvan is over leden, tot een gevangenisst-af van vijf j'aaj. Het O. M. had acht jaar gcëischt. Ned rï anders in den vreemde. Een motie, aangenomen in de protestver gadering ven Nederlanders, den lldeiï Januari te Londen gehouden, is ter kennïa gebracht van de ministers van binnenland sche zaken en van justitie en van de ledeh der Staten-Generaal. Die motie luidde: „Door het verzuim der formaliteiten, voorgeschreven door de wet op het Neder landerschap en Ingezetenschap, hebben tal van Nederlanders in den vreemde, in N# derland geboren, zonder het te willen of ti weten, hun nationaliteit verloren. „De Nederlanders te Londen dringétt daarom ten sterkste ann op een wijziging der wet, waarvoor het onrecht, den Neder landers in den vreemde aangedaan, hersteld worde." AARLANDERVEEN. Bevallen: N. van der 0e»t geb. Gabriöls Z. A. W. Verheul geb. Van Veen Z. M. Oppelaar geb. Kramers Z. Overleden: N. Slingerland jd. 73 j. H. Engelkes D. 11 m. ALKEN Bevallen: G. Tolk geb. Visser Z.— K. [larger geb- Van Mnllem D. B. J. de Mnralfc gsb Blanckenhagen Z. E. Kempen geb. Tctf> Haken D. 0. de Vries geb. Voenatia Z. N. van Brussel geb. Yan lt«o D. Overleden: J. J. van Capel Z, 2 j. G. Odyk, mau van L. v. d. Zwaan, 81 j. BODEGRAVEN. Bevallen: T. Ondejans p Van Ederen D. B. van Tol gob. Van Wensvec J Overleden: L. A Luijben 2 m. F. Vor- maat 30 j. P. Sluijk 6 m. Ai. Blijlevén, gehuwd met D. van Leeuwen, 29 j. NOORD WIJ KERHOÜT. Bevallen: N vsü den Berg geb. Van Eeden Z. Th. J. VermIf* geb. Dobbe Z. K. van der Togt geb. v. d. Ham. 0 v e r 1 o d o nEl. Doornbos 22 j. NIEUWKOOP. Bevallen: C. Vianen geb. Van Dam Z. M. Brouwer geb. Van Dam D. Overleden: T. Kranenburg D. 2 j. NIEUW VEEN. Bevallen: N. van Kijk pV Kwinkelenberg Z. J. Egberts geb. Welter a REKUWIJK. Bevallen: C. Blijleven gejt' Blonk Z. 11. Postema geb. Vleeschhouwer Z. J. Verheul geb. Van Scbaik Z. Overle en: J. Al. van der Star, echtg. vac W. Oostroin. Gehuwd: D. Maaijeu cn T. Gaikhorst. STOMP WIJK. Bevallen: C. van Veen gek Van Fulpen D. M. Huisman gab. Do Zwars Z. A. Al. van Bohemen geb. Suykerland D. -Jj*' J. C. van Oosten geb. Van Kuijk D. J. Starren- burg geb. Lelieveld D. TER-AAR. Bevallen: M. A. Weeren geb. Lamp Z. Overleden: P. J. A. Akorboom Z. 2 i, Levenl. aangegeven dochter van J. M. Heemskori en C. M. E. Boxce. VEUR. Bevallen: W. van Oosten geb. Knijnenburg Z. Overleden: J. E. Ie Maitre V. 43 j., wéci. van W. A. H. Buso. Z0ETERW0UDE. Geboren: Jansje, D. van A. Dorrepanl en M. M. Ondshoorn. Ondertrouwd: Tb. d» Boer 28 j., wonend® te Noordwijkerhout, en C. van der Lely 30 j., wonende alhier. Overleden: G. van Rijn M. 84 j.. i met J. R. Verbagen. A. van Winkel i A. van Sohaik V. 87 j., gehuwd met M. Vergeer. ZEGWAARD. Geboren: Tryntje, D. van JL Brinkers ea J. van der Spek. Overledon; C. Planken, 76 j., wed. CL Heemskerk. ZOETERMEER. Geboren: Pieter Wilhelmus Z. van A. Baars en C. Leen wen. Overleden: Levenl. kind van N. v. d. SmaQ en G- du Clou. Gehuwd: G. Haremaker 29 j., van Koog aan de Zaan, en A. E. Bos 29 j. ▼elfen» bet Weekblad van de Ooznml»l«« bank te Amsterdam zyn in de week, geëindigd 24 Jan., door tusschenkomst dier Bank verhandeld de nar eigende minder courante fondsen: Aand. ^ommondilalro VennooUchap ran Cnppello 102 pO». Protorla lIj-pothcok-Mnaucbappü (waarop 185 4-pCt. Oblig. de Kwcekery Toltonbam.....^ 78 tl Aand. Cultuur-MaaUchappü Watoetocll» Poppoh 160 5 Explorallo en M\)nbouw-Mait8cbapp() 16 Exploratlo on njnbouw-JJaaUehappU Sumatra Serie B 12 s Amtterdamscho Chlnlnefabrlek.... 105 t1 Maatschappij toor Zwavoliuurboreldlng... 75 e 4'/] pCt. Oblig. Baumwollaplnnerol Germanla... 96'/, r Aand. Katoen-Maatschappij Oebri Schotten a Co. 80 Noderlandicho Scbeoptbouw-MaaUchappjJ 160 s Koninklijke Kederlandfcbe Lokaalipoor- wog-UaatschappO Koning Willem III" 116 Tramweg-MnatjchappU dc Meyery 90 Nationale LoreuiTerxekerlDg6bank (waarop 10 pCt. gee tort). 375" -382J4 Opr. aand. Jayascho Cultuur-MiaUchappUP 47.5O Moatxcb. 'ot exploitatie der Suiker fabriek Kallbtgor126 m m Slngkep Tin-kI»xlfch*ppO«30 Internationale Romeeniche Petroleum- UaaUchappü-r 40 Inkomxtcn Pandbr. Pretoria Uypolhcek-Mnntich. 90 j Renlolooio Aand. Socletelt Trou moet Blyckcu 66 Orlg. Pref. aand. Kanna Olty Southern Railway Compnnlo (P 600)67% t Berichten over R-ijnland's boezem, gedurende de week van 1521 Jan. 1905. Staid van den boezem te Leiden. Idem te Oudewetering Werking der stoomgemalen. Waterloozing langs natuurlijk, weg. Waterinlating Regenval in Mm 15 Jan. 16 Jan. 17 Jan. 18 Jan. 19 Jan. 20 Jan. 21 Jan. 63 69 69 69 66 64 68 om.—A.Fl' 60 65 67 67 66 62 60 em.—A.P, Spaarndam u., Halfweg o., Gonda u., Katwijk n. Spaarndam u., Halfweg u., Gouda 82 u., Katwyk 18.80 o. Door de sluis te Gonda u. 1.9

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 6