Brieven van eenLeidenaar.
Uit de Rechtzaal.
Finaneiëele medédeelingen,
-
torwijl van al wat er tegen vie arbeiders
ataat, do strikte verwezenlijking door de
wettelijke en feitelijk', macht van den
werkgever ia gewaarborgd.
Voor sociaal recht zijn dat geen fraaie
eigenschappen.
Over het ontwcip-A r be idscön tract
schrijft „Het (R.-K.) Huisgezin":
Dit ontwerp is door de socialistische pert
en door do socialistische sprekers als een
schandelijk stuk uitgekreten.
De arbeider zou er nog meer door geti-
ranneeid worden, de patroon e>r nog groo-
tcr macht door krijgen.
Nu it dezer dagen het gewijzigd ontwerp
verschenen.
Minister Loeff is op veel punten aan
ook van Christelijke zijde geuite be
denkingen te gemoct gekomen
Voor ,,Het Volk is dit natuurlijk
,ccn tegenvaller. Een goed 6oc.-democraat
ziet het liefst slechte" wetten, waartegen
te fulminceren valt. Het partijbelang
gaat boven alles.
Het gewijzigde verbeterde - ontwerp
is dus een misrekening. Dat kan men tus-
Bchen de regels van „Hcfc Volk" duide
lijk lezen.
LXXXlll.
„Zeg mij nu eens, wat is een tuinstad?"
.vroeg dozer dagen mijn buurman mij.
De man had er van gehoord, maar Icon
zich cr geen juist denkbeeld van vormen.
Omschi ij vingen zijn moeilijk; ieder, die
het eens geprobeerd heeft iemand een
voorstelling te geven van een zaak of een
ding, tot dusverre bij dien persoon, onbe
kend zal dit toestemmen.
Ik waagde er mij -daarom ook met aan
met enkele woorden een definitie van een
tuinstad te geven, evenmin als ik het nu
zal tiachten te doen.
Wel deelde ik hem mee, dat hot denk
beeld zelf, naar ik eens las, haast tegelijk
in Engeland en Duitechland is ontstaan
en zijn oorsprong vindt in de steeds meer
cn meer veld winnendo overtuiging, dat
zonneschijn en frissche lucht, twee dingen,
die men in dichtbevolkte steden veel to
fcchaars vindt, voor een mcnsch maar alles
is.
Onze oudo steden zijn dicht ineengebouwd
jiet nauwe straten en hooge huizen, zij aan
zij, dikwijls zonder ruimte cr om en er
tusschen. Daarvoor bestond in don aanvang
een goede reden. Men moest de stad verde
digen met grachten cn wallen en hoe com
pacter de bevolking bijeen was, hoe gemak
kelijker dit ging. Bij aangroeien cr van
vol en toen de vestingen werden ontruimd
bouwdo men allereerst dc ïuimten binnen
cn het denkbeeld stad tegen stad te verde
digen op den achetrgrond drong, voor heb
strijden van land tegen land, werden de
ontmantelde wallen ingericht voor wandel
plaatsen cn plantsoenen.
Maar intusschen begon later' in alle lan
den do trek van het platteland cm uit de
provinoio naar do groote steden dc centra
van handel, nijverheid en verkeer.
Het stadsleven had zijn aantrekkelijk
heid; men verdiende er meer, genoot er
meer; de gelegenheid om do kinderen te
doen onderwijzen was or beter; kortom,
het lachte menig dorpsbewoner, met wat
geestkracht en moed, toe om zijn fortuin
te zoeken in de stad. Het had echter ook
zijn schaduwzijden. Het loven was er duur
der, velen zelfs onevenredig aan de meer
dere verdiensten do verleiding tot uitgaan
of erger nog, tot een losbandig leven, veel
grooter. Daarbij kwamen de steeds terug-
keerende perioden van werkeloosheid, die
mede door den aanhoudenden stroom van
buiten soms onrustbarendo afmetingen
aanneemt.
Bovenal dringen op den voorgrond de
slechte woningtoestanden en men kan zich
levendig voorstellen, hoe monig blozend
'dorpsmeisje gewend aan het vrije onge
dwongen buitenleven die in den lentetijd
.van haar bestaan volop mocht genieten van
frissche lucht en warme zon als zij als ge
trouwde vrouw in een der achterstraten
.van een groote stad kwam wonen, ver
kwijnde van heimwee naar het land en dat
e»* kinderen opgroeiden tot een bleek wei
nig veerkrachtig geslacht. Het woning
vraagstuk wordt thans meer en meer on
der do oogen gezien en een onderzoek naar
de woningen in drukke volksbuurten hooft
allerlei misstanden aan het licht gebracht.
Meer cn meer diong de overtuiging door,
dat er iets aan gedaan moest worden. Die
.van radicale middelen houden zeggen k*rt
weg: wij moeten die bevolkto buurten ont
volken, grond is er genoeg, laat ons
veraf of nabij de oude steden nieuwe ste
den bouwen met ieder op zichzelf staande
huizen en ruime tuinen, zoogenaamde
tuinsteden, dat is' wat de menschon aller
eerst en allermeest noodig hebben, voor
al het opkomend geslacht, dat zooveel ont
beert, omdat het^pict genieten kan van de
ivrije natuur.
Dit was het wat ik buurman kon zeggon,
naar aanleiding van zijn vrij eigenaardige
vraag, en ik vernam, dat aanleiding tot de
vraag had gegeven een bericht in de cou
ranten, dat te 's-Gravenhago een vereeni-
ging tot bevordering van dit denkbeeld
was opgericht.
Hoe mooi of het denkbeeld ons beiden
toeleek, wij waren het hierover eens, dat
het nog wel langen tijd zou duren vóór de
eerste stappen tot verwezenlijking er van
in ons land zullen worden genomen. Men
zou daarbij op heel wat bezwaren stuiten,
'die niet zoo gemakkelijk uit den weg zou
den zijn te ruimen.
Ik denk, dat mijn lezers hot daarmede
.wel eens zullen zijn.
Dit sluit echter niet in, dat er toch in
die richting niet moet gewerkt worden. En
er is in dio richting al heel wat gedaan.
'Er zijn in de buitenwijken heel w&t huizen,
groote en kleine, gebouwd en het bouwtoe
zicht stelt daarbij eischen ten opzichte van
lucht en licht cn ruimte, die de algemeono
gezondheid ten goede zullen komen. Wie
den lust en de gelegenheid hebben naar
buiten te trekken, zullen er wel bij varen
en vooral de kinderen, die daar boter al
thans dan in de oude stad, voor hun spel
uitwijk kunnen vinden.
Maar niet allen kunnen buiten de oude
stad wonen. En het lijkt wel wat vreemd,
doch hoe er ook bijgebouwd en de stad
naar buiten uitgezet wordt, de achterbuur
ten blijven nog steeds sterk bevolkt. Wie
zich daarvan overtuigen wil, loope maar
eens onze Groenesteeg in met haar zijstra
ten. Wat een gezinnen en wat een kinde
ren vooral, dio daar rondwriemelcn, spe
len kan men het haast niet noemen. O, de
stumpers weten het niet, wat zij derven,
omdat zij nooit in Gods heerlijke ruime
natuur hebben rondgesprongen; plaatste
men in deze omgeving den dorpsjongen of
het dorpsmeisje, zij zouden het gevoel
krijgen van den leeuwerik, die gevangen
in een nauwe kooi wordt gezet.
Is do straat al iets breeder of zoeken ze
een ruimere straat op, daar wordt toch
het spel niet toegelaten, kan er niet toege
laten worden, want het zou er het verkeer
belemmeren en de rust der bewoners ver
storen.
Voor dezulken eisch ik nu wel niet een
tuinstad, maar dan toch een speeltuin,
flink ruim, waar de Lcidsche jongens en
meisjes uit de volksklasse kunnen uitra-
votten, frissche lucht ademen, zonnebaden
nemen, de spieren oefenen en de longen
versterken. Daarom juich ik het van harte
toe, dat er zich in deze gemeente een com
missie gevormd heeft, dio het plan om een
flinken speeltuin te exploitceren op het ge
touw gezet heeft.
Bedrieg ik mij niet, dan heeft het denk
beeld van vele zijden reeds sympathie on
dervonden en wordt steun der commissie
niet onthouden. Die steun moet echter zoo
algemeen mogelijk worden. En niet alleen
zij, die met geld kunnen steunen, zijn hier
noodig O neen, als eenmaal er een ruime
stadsspeelplaats is, wat, naar ik van har
te hoop, niet zoo lang meer duren zal, dan
zijn er jonge mannen en vrouwen noodig,
die veel van onze volkskinderen houden cn
daardoor de roeping gevoelen cn den tact
bezitten om de spelen te leiden. Want ook
hieraan is behoefte. Mij dunkt, dat hier
een mooi arbeidsveld open ligt voor onze
onderwijzers cn onderwijzeressen, al behoe
ven ook andere kindervrienden niet ach
ter te blijven.
Maar aan een speelplaats hebben wij
nog niet genoeg. Volwasen menschen heb
ben ook behoefte om van de frissche lucht
te kunnen genieten. Moeders of kindermeis
jes moeten ook de gelegenheid hebben met
de haar toevertrouwde kleinen do muffe
stadsgedeelten te kunnen ontwijken.
Een mooi, ruim park in het centrum der
stad zou mij daarvoor- het best lijken.
Doch dat zal wel altijd een vrome wensch
blijven, het hoe langer hoe meer worden
nog. Ons aardig Van-der-Werf park is al
heel wat ingekrompen en het zal niet veel
jaren meer duren of het is geheel volge
bouwd. In vroeger jaren, toen de groote be
hoefte aan de „longen der stad" niet zoo
algemeen gevoeld werd en daardoor ook
niet erkend werd, heeft dc gemeente dit
park aan het Rijk afgestaan, dat wel zal
zorgen, dat het over eenigen tijd met mu-
scumgebouwen gevuld is, waarvan wij dan
maar willen hopen, dat ze ons schoonheids
gevoel niet behoeven te bcleedigen, maar
zullen bijdragen tot verfraaiing van dit
stadsgedeelte. En dan bedelen wc uit naam
van de bijna 60,000 inwoners van Leiden
om een nieuw, ruim park, niet al te ver
van de oude stad.
Hier kon niet optreden het particulier
initiatief; met dit werk komen we op het
terrein der gemeente. En dan kome men
niet met het bezwaar van dc dubbbltjcs-
quaestio op do proppen. Dat zou men
kunnen doen als het enkel een ding van
weelde was, niet nu mon het gerust een
gezondheidsmaatregel kan noemen.
Wij geven heel wat uit voor de gemeen
te-reiniging; we hebben ingevoerd cn vrij
kostbaren keuringsdienst van levensmid
delen.
Niemand klaagt daarover, want men
voelt, dat do volksgezondheid, die zoo
nauw samenhangt met do volkswelvaart
en bevorderlijk is aan het volksgeluk, er
mee samenhangt. Voorkomen is beter dan
genezen. Wie heeft wel niet eens gelezen of
gehoord van epidemieën, die in vroeger
tijden ook Leiden teisterden met haar na
sleep van leed en ellende, en waar deze
kunnen worden voorkomon door maatrege
len als de genoemde, wie zou er dan niet
veel geld voor over hebben I Doch ook de
gezondheid cn daardoor het geluk van den
enkeion mensch door maatiegelen van hy
giëne tc bevorderen, is, al kan men het
niet omzetten in geldswaarde, van groote
beteekenis.
Daarom hoop ik dat wij binnen niet te
langen tijd in Lei don mogen hebben een
flinken ruimon speeltuin voor onze kinde
ren en dat er ernstige pogingen in het
werk worden gesteld om bovendien of mot
een te komen tot den aanleg van een park
in de onmiddellijke nabijheid van de stad.
Wie daaitoe kan medewerken doet een
arbeid, dio strekken zal tot heil van het
tegenwoordig on toekomstig geslacht. Zulk
een arbeid strekt den werkers tot eer.
Gemeenteraad van Ondsliooru.
Voorzitter: de burgemeester.
Afwezig de heer Den Hertog. Een vaca
ture.
De voorzitter opent de vergadering en
stelt allereerst aan de orde, overeenkom
stig het bepaalde bij art. 4 van het Regle
ment van Orde, het onderzoek der geloofs
brieven van dr. Van Waesbergen en noo-
digt hiertoe uit de heeren Clanfc, Van
Voorthuysen en Van Vliet.
De voorzitter schorst de vergadering.
Nadat het onderzoek heeft plaats gehad,
heropent de voorzitter de vergadering en
rapporteert de commissie by monde van
den heer Clant, dat dc geloofsbrieven zijn
onderzocht en in orde bevonden, waarna
tot toc-lating v/ordt geadviseerd.
Aldus besloten.
Alsnu worden de notulen der vorige ver
gadering gelezen en onveranderd goedge
keurd.
Medcdeeling geschiedt van een tweetal
missives, één van den heer Den Hertog,
waarin hij mededeelt wegens ongesteld
heid verhinderd te zijn de vergadering bij
te wonen, en één van den heer Lohuys,
waarin hij bericht zijn benoeming tot lid
der Commissie tot Wering van Schoolver
zuim aan to nemen.
Komt aan de orde het sedert de vorige
vergadering aangehouden voorstel van B.
en Ws. omtrent de onbewoonbaarverkla
ring van de perceelen Wijk 2 No. 86 en 87.
De heer Van Vliet vraagt of De Jong
nog iets in het midden heeft gebracht,
toen hij het voornemen vernam bedoelde
panden onbewoonbaar te verklaren, waar
op de voorzitter mededeelt, dat hij De
Jong heeft laten uittreden cn hem met het
den Raad gedane voorstel in kennis heeft
gesteld. Wat het aanbrengen van het bord
betreft met opschrift „onbewoonbaar",
dit heeft Dc Jong waarschijnlijk in zijn
macht dit zoo spoedig mogelijk te doen
verdwijnen, wanneer hij de perceelen spoe
dig laat ontruimen en een verklaring
daarvan inzendt aan het gemeentebestuur.
De voorzitter meent, dat in dit geval het
bord wel afgenomen kan worden, maar zal
dit nader onderzoeken.
Op een vraag van den héér Van
Voorthuysen wat De Jong met deze per
ceelen zal aanvangen, deelt de voorzitter
mede, dat wanneer door den Raad de
onbewoonbaarheid is uitgesproken, de per
ceelen voor bergplaats zullen gebruikt
worden. De heer Van Vliet bespreekt den
toestand, waarin de bewoners zullen wor
den gebracht. Deze leven van een weekloon
en hebben bovendien vrije woning. Moeten
ze nu naar een andere woning omzien,
dan zullen zo allicht meer dan 1 moeten
verwonen cn zullen zij dus de dupe van de
geheel© historie worden en dit strijdt te
gen zijn gevoelen. Hij vindt het een moei
lijk vraagstuk.
De voorzitter merkt op, dat dit vraag
stuk moeilijker wordt naarmate het aan
tal afgekeurde woningen vermeerdert,
waardoor als het ware woningnood zou
kunnen ontstaan, hetgeen echter thans nog
niet het geval is. De heer Van Vliet meent
zijn plicht te hebben betracht door zooveel
mogelijk de bezwaren aan te toonen cn
laat overigens de beslissing aan de verga
dering over
Dc heer Van den .berg sluit zich geheel
bij het door den heer Van Vliet gesproke
ne aan en geeft een overzicht van de in
drukken, welke hij kreeg bij een persoon
lijk bezoek aan beide perceelen. Wel vol
doen de woningen niet aan de bij verorde
ning gestelde eischcn, maar hij is van mea
ning, dat van de 100 arbeiderswoningen
niet meer dan 10 wellicht aan de gestelde
eischen zullen voldoen.
Wel liggen de vloeren in die perceelen,
van uit don weg gemeten, tc laag, maar
boven het polderpcil liggen zij naar zijn
oordeel nog wel 1 meter.
Hjj gaat ten volle mede met het door
den heer Van Vliet geopperdo bezwaar, dat
de bewoners van hun weekloon niet meei
huishuur kunnen betalen. Naar zijn mee
ning konden de woningen zeer goed be
woond blijven, wanneer de ruimte t ndcr
de vloeren met zand werd aangevuld.
De voorzitter wijst er echter op, dat
blijkens de ingekomen adviezei de percee
len niet door het aanbrengen van verbete
ringen in bewoonbaren toestand zijn tc
brengen.
Na een opmerking van den heer Van
Voorthuysen wordt het voorstel op ver
zoek van den heer Van den Berg in stem
ming gebracht cn aangenomen met 4 te
gen 1 stem, die van den heer Van den Berg.
Daarna deelt de voorzitter mee een mis
sive van Ged. Staten, waaruit blijkt, dat
het door den minister van binnenlandsche
zaken wenschelijk wordt geacht in art. 3
der verordening op hot heffen van vergun
ningsrecht do woorden „bepaald in art. 1
dezer verordening" te doen vervallen,
waartoe wordt besloten.
Hierna sluiting der vergadering.
Gemeenteraad van Zoeferwoudc.
Tegenwoordig alle leden met uitzonde
ring van den heer 0. v. d. Salm.
Na opening der vergadering door den
voorzitter werden de notulen der vorige
zitting gelezen en goedgekeurd.
Bij deze eerste zitting in dit jaar, zegt
do voorzitter, dat het hem aangenaam is te
kunnen wijzen op de steeds aangename en
vriendschappelijke wijze, waarop de be
langen der gemeente worden behartigd en
hij uit den wensch, dat dezelfde samenwer
king moge blijven bestaan tot bloei der
gemeente en wenschte tevens den leden
in het bijzonder in hun gezinnen het beste
toe.
Mededeeling wordt gedaan van het
eigenhandig door H. M. de Koningin-Moe
der onderteekend schrijven, waarin Hoogst-
dcrzelver dank wordt gebracht voor het
geschenk, als huldeblijk bij gelegenheid
van Haar 25jarig verblijf in Nederland,
bijeengebracht.
Proces-verbaal van kasopname van den
gemeente-ontvanger op 12 Jan. 1905 waar
bij de ontvangsten waren f 26,334.76 en de
uitgaven f 23,464.52terwijl boeken en kas
in orde waren, evenzoo het kassaldo ad
f 2870.23j.
Verslag van de Oommissie tot Wering
van Schoolverzuim over 1904, hetwelk ter
lezing zal worden nedergelegd.
Adres der Vereeniging van gemeente
ambtenaren „De Rijnstreek", tot verheo-
ging der jaarwedde van den secretaris,
als zijnde beneden den norm, waaraan ge
volg zal worden gegeven.
Vervolgens besluit de Raad: de stembu-
reelen voor 1905 te formeeren als zulks in
1901 het geval waB.
In behandeling komt daarna de door
Ged. Staten teruggezonden verordening
tot heffing van vergunningsrecht met be
merking, dat in de verordening, zooals
die thans luidt, niet duidelijk is aangege
ven, dat de 50 pCt. reductie van het ver
gunningsrecht voor Zondagssluiting ook
van toepassing is bij de bepaling van het
vergunningsrecht voor de bijzondere ver
gunning bedoeld in art. 63 der Drankwet.
Nadat dezo onduidelijkheid uit de veror
dening is weggenomen, wordt de heffings
verordening opnieuw vastgesteld.
Voorts besluit de Raad tot het aangaan
van een nadere overeenkomst met den
heer P. J. Ramaker, pachter der Leider-
dorpsche brug, voor den tijd van 2 jaar
tot het kosteloos toelaten der uit deze ge
meente te Leiderdorp schoolgaande kinde
ren, over de Leiderdorpsche brug voor de
som van 200 per jaar.
Vervolgens wordt de aanslag op het ko
hier van den hoofdelijken omslag van W.
Stijgcr gebracht van 1.50 op 0.50 en
worden de aanslagen van H. Bol en H-
Landwaart geroyeerd wegens onvermogen.
Nadat de Raad ten slotte zijn goedkeu
ring had gehecht tot het doen van eenigc
af- en overschrijvingen in de begrooting
dienst 1904, op posten, dio te laag waren
geraamd, sluit de Voorzitter na de gebrui
kelijke rondvraag de vergadering.
Peuren of pooieren.
Niet alleen te Leiden heeft het visch-
recht veler gemoederen warm gemaakt ook
elders is dit het geval, zij heb dan ook
eenigszina van anderen aard.
Het is zelfs een oude quacstie, die gis
teren voor de vijfde kamer der rechtbank
to Amsterdam werd behandeld: de peur- of
pcoierquaestie.
Thans betrof het den werkman J. Hel
lingman, uit Weesp, die door den kanton
rechter to Hilversum werd veroordeeld tot
twee geldboeten a 0-50 of één dag hech
tenis, omdat hy in oen nacht onder Nc-
derhorst den Berg met een peur gevischt
heeft, een vischtuig, dat in do provincie
Noord-Holland niet geoorloofd is en om
dat hij dit deert:! in eens anders visohwatcr
'(verpacht water in do rivier do Vecht)
zoorder vergunning van den rechthebbende.
Het O. M., rar. Van Dam, wees er in
zijn requisitoir op, dat dc peur in liet
provinciaal reglement van Noord-Holland
niet wordt genoemd als geoorloofd visch
tuig. Wel de hengel. Nu is de definitie
van beklaagde, dat een pour gelijk zou
staan met een hengel. Doch volgens den
Hoogen Raad is een hengel een stok, lijn
en haak, terwijl de peur bestaat uit een
stok, lijn en een stuk lood, waaronder een
tros wormen. Een integreerend bestand
deel bij oen hengel is de haak cn nu zou
het gemakkelijk zijn om den pooier tot
een hengel to maken, door er ook een haak
aan t© bevestigen, ware het niet, dat dan
gelijk spreker is verzekerd do aal
niet bijt. Terwijl in andere provinciale
ïeglementcn van Zuid-Holland cn
Utrecht èn dc hengel én de peur als ge
oorloofd vischtuig zijn genoemd, is in het
provinciaal reglement van Noord-Holland
alleen als zooaanig do hengel vermeld.
Hoe jammer ook voor de pooieraars in
Noord-Holland, zij moeten achterstaan bij
hun naburen in Utrecht en Zuid Holland.
Ook vestigde spreker do aandacht op het
vonnis van deze rechtbank van 25 Maart
1896, waarbij weid uitgemaakt, dat de peur
als een ongeoorloofd vischtuig moet wor
den beschouwd.
Op formcele gronden vroeg spreker ten
slotte vernietiging van het vonnis van den
kantonrechter cn, opnieuw rechtdoende,
verooi aeeling tot dezelfde straf.
Als gemaohtigdo van den beklaagde trad
op de heer J. A. Fortuyn, die er op wees
dat dc jurisprudentie van den Hoogen
Raad niet als een vaststaande wet van
Meden on Perzen mag worden beschouwd.
Do definitie voor den Hoogen Raad is wel
degelijk voor uitbreiding vatbaar.
Ook deed de gemachtigde uitkomen dat
een vonftis van den Haailemschen kanton
rechter, in hooger beroep door de recht
bank te Haarlem bevestigd, de peur als
geoorloofd vischtuig heeft aangemerkt.
Men zou nu liet vreemde geval krijgen dat
in het cone deel van Noord-Holland wél,
in het andere deel cier provincie niet met
do peur mag worden gevischt. Er dient
oóhter in de geheele provjneie te dien op
zichte gelijkvormigheid te zijn.
Wat botreft de aanklacht dat de bckl.
in verboden visohwatcr zou hebben, ge
vischt, dit wordt door den gomachtige ont
kend. Was het verboden water, dan was
ci vergunning noodig geweest. Maar art.
577 B. W. in verband met art. 62 der
Jachtwet laat het vissclicn in vlotbare cn
bcvaarbajo stroomen vrij. In do Vecht is
dus geen vergunning noodig om met de
peur to visschen, wanneer de pour gelijk
gesteld wordt met een hengel. Zoo is in
dertijd voor do Alkmaarder Meer uitge
maakt, dat dit een vlotbaar bevaarbare
stroom is, terwijl het Hof to Arnhem dd.
10 December 1898 besliste, dat het volstrekt
van geen invloed is als de rivier, dio
vlotbaar on bevaarbaar is, al of niet is
verpacht.
Uitspraak 10 Februari a. s.
Door' do rechtbank te Haarlem zijn de
navolgende vonnitsen gewezen:
B. van der Horst, arbeider te Haarlenv
mermeer, diefstal, f 30 boete of 12 dageti
hechtenis. P. J. do Waal, polderwerker
to Haarlemmermeer, mishandeling, ambte
naar in functie, 1 week gevangenisstraf.
A. Huiskens, kleermaker te Aalsmee*,
mishandeling, 6 weken gevangenisstraf.
L. II. van Millingen, dienstbode tc Aals
meer, diefstal, 3 weken gevangenisstraf.
Het O. M. bij de rechtbank te Maastricht
heeft tegen F H. T., mijnwerker te Heer
len, gedetineerd, wegens poging tot dood
slag, een gevangenisstraf van 4 jaar gerë-
quircerd.
De rechtbank te 's-Hcrtogenbosch ver
oordeelde P. v. L., aldaar, beschuldigd van'
zekeren Nettenbreijers, mede te VHerto-
genbosch woonachtig, zoo zwaar lichame
lijk lettel opzettelijk tc hebben toegebracht,,
dat deze aan de gevolgen daarvan is over
leden, tot een gevangenisst-af van vijf
j'aaj.
Het O. M. had acht jaar gcëischt.
Ned rï anders in den vreemde.
Een motie, aangenomen in de protestver
gadering ven Nederlanders, den lldeiï
Januari te Londen gehouden, is ter kennïa
gebracht van de ministers van binnenland
sche zaken en van justitie en van de ledeh
der Staten-Generaal. Die motie luidde:
„Door het verzuim der formaliteiten,
voorgeschreven door de wet op het Neder
landerschap en Ingezetenschap, hebben tal
van Nederlanders in den vreemde, in N#
derland geboren, zonder het te willen of ti
weten, hun nationaliteit verloren.
„De Nederlanders te Londen dringétt
daarom ten sterkste ann op een wijziging
der wet, waarvoor het onrecht, den Neder
landers in den vreemde aangedaan, hersteld
worde."
AARLANDERVEEN. Bevallen: N. van der
0e»t geb. Gabriöls Z. A. W. Verheul geb. Van
Veen Z. M. Oppelaar geb. Kramers Z.
Overleden: N. Slingerland jd. 73 j. H.
Engelkes D. 11 m.
ALKEN Bevallen: G. Tolk geb. Visser Z.—
K. [larger geb- Van Mnllem D. B. J. de Mnralfc
gsb Blanckenhagen Z. E. Kempen geb. Tctf>
Haken D. 0. de Vries geb. Voenatia Z. N.
van Brussel geb. Yan lt«o D.
Overleden: J. J. van Capel Z, 2 j. G.
Odyk, mau van L. v. d. Zwaan, 81 j.
BODEGRAVEN. Bevallen: T. Ondejans p
Van Ederen D. B. van Tol gob. Van Wensvec J
Overleden: L. A Luijben 2 m. F. Vor-
maat 30 j. P. Sluijk 6 m. Ai. Blijlevén,
gehuwd met D. van Leeuwen, 29 j.
NOORD WIJ KERHOÜT. Bevallen: N vsü
den Berg geb. Van Eeden Z. Th. J. VermIf*
geb. Dobbe Z. K. van der Togt geb. v. d. Ham.
0 v e r 1 o d o nEl. Doornbos 22 j.
NIEUWKOOP. Bevallen: C. Vianen geb.
Van Dam Z. M. Brouwer geb. Van Dam D.
Overleden: T. Kranenburg D. 2 j.
NIEUW VEEN. Bevallen: N. van Kijk pV
Kwinkelenberg Z. J. Egberts geb. Welter a
REKUWIJK. Bevallen: C. Blijleven gejt'
Blonk Z. 11. Postema geb. Vleeschhouwer Z.
J. Verheul geb. Van Scbaik Z.
Overle en: J. Al. van der Star, echtg. vac
W. Oostroin.
Gehuwd: D. Maaijeu cn T. Gaikhorst.
STOMP WIJK. Bevallen: C. van Veen gek
Van Fulpen D. M. Huisman gab. Do Zwars
Z. A. Al. van Bohemen geb. Suykerland D. -Jj*'
J. C. van Oosten geb. Van Kuijk D. J. Starren-
burg geb. Lelieveld D.
TER-AAR. Bevallen: M. A. Weeren geb.
Lamp Z.
Overleden: P. J. A. Akorboom Z. 2 i,
Levenl. aangegeven dochter van J. M. Heemskori
en C. M. E. Boxce.
VEUR. Bevallen: W. van Oosten geb.
Knijnenburg Z.
Overleden: J. E. Ie Maitre V. 43 j., wéci.
van W. A. H. Buso.
Z0ETERW0UDE. Geboren: Jansje, D. van
A. Dorrepanl en M. M. Ondshoorn.
Ondertrouwd: Tb. d» Boer 28 j., wonend®
te Noordwijkerhout, en C. van der Lely 30 j.,
wonende alhier.
Overleden: G. van Rijn M. 84 j.. i
met J. R. Verbagen. A. van Winkel i
A. van Sohaik V. 87 j., gehuwd met M. Vergeer.
ZEGWAARD. Geboren: Tryntje, D. van JL
Brinkers ea J. van der Spek.
Overledon; C. Planken, 76 j., wed. CL
Heemskerk.
ZOETERMEER. Geboren: Pieter Wilhelmus
Z. van A. Baars en C. Leen wen.
Overleden: Levenl. kind van N. v. d. SmaQ
en G- du Clou.
Gehuwd: G. Haremaker 29 j., van Koog aan
de Zaan, en A. E. Bos 29 j.
▼elfen» bet Weekblad van de Ooznml»l««
bank te Amsterdam zyn in de week, geëindigd
24 Jan., door tusschenkomst dier Bank verhandeld
de nar eigende minder courante fondsen:
Aand. ^ommondilalro VennooUchap ran Cnppello
102
pO».
Protorla lIj-pothcok-Mnaucbappü (waarop
185
4-pCt. Oblig. de Kwcekery Toltonbam.....^
78
tl
Aand. Cultuur-MaaUchappü Watoetocll» Poppoh
160
5 Explorallo en M\)nbouw-Mait8cbapp()
16
Exploratlo on njnbouw-JJaaUehappU
Sumatra Serie B
12
s Amtterdamscho Chlnlnefabrlek....
105
t1
Maatschappij toor Zwavoliuurboreldlng...
75
e
4'/] pCt. Oblig. Baumwollaplnnerol Germanla...
96'/,
r
Aand. Katoen-Maatschappij Oebri Schotten a Co.
80
Noderlandicho Scbeoptbouw-MaaUchappjJ
160
s Koninklijke Kederlandfcbe Lokaalipoor-
wog-UaatschappO Koning Willem
III"
116
Tramweg-MnatjchappU dc Meyery
90
Nationale LoreuiTerxekerlDg6bank (waarop
10 pCt. gee tort). 375"
-382J4
Opr. aand. Jayascho Cultuur-MiaUchappUP 47.5O
Moatxcb. 'ot exploitatie der Suiker
fabriek Kallbtgor126
m m Slngkep Tin-kI»xlfch*ppO«30
Internationale Romeeniche Petroleum-
UaaUchappü-r 40
Inkomxtcn Pandbr. Pretoria Uypolhcek-Mnntich. 90 j
Renlolooio Aand. Socletelt Trou moet Blyckcu 66
Orlg. Pref. aand. Kanna Olty Southern Railway
Compnnlo (P 600)67% t
Berichten over R-ijnland's boezem,
gedurende de week van 1521 Jan. 1905.
Staid van den boezem te Leiden.
Idem te Oudewetering
Werking der stoomgemalen.
Waterloozing langs natuurlijk, weg.
Waterinlating
Regenval in Mm
15 Jan. 16 Jan. 17 Jan. 18 Jan. 19 Jan. 20 Jan. 21 Jan.
63 69 69 69 66 64 68 om.—A.Fl'
60 65 67 67 66 62 60 em.—A.P,
Spaarndam u., Halfweg o., Gonda u., Katwijk n.
Spaarndam u., Halfweg u., Gouda 82 u., Katwyk 18.80 o.
Door de sluis te Gonda u.
1.9