No. 13784.
LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 28 JANUARI. - TWEEDE BLAD.
Anno 1905
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Onder liet hoofd: „Ter illustratie"
Bohrijft mr. A. in „Het Centrum" het
Volgende
Tegen het betoog, dat principieel mee-
ningsverechil niet bestaat, maar door an-
ti-ievolutionairen en katholieken, op po-
llitieke macht belust, eenvoudig wordt ge-
ini a a ld t, spreken de feiten zóó luide,
dat alleen Oostindisch-dooven zeggen kun
nen, dit niet te hooren.
Een klein voorval in -de laatste dagen
illustreert dit aardig.
De burgemeester van Leiden
heeft de opvoering van een toonoel-
etuk verboden, een daad, waar-
yooi wij hem hier gaarne hulde en dank
betuigen.
Onmiddellijk was de liberale pers er als
ide kippen bij, om dit verbod af te kou-
oren.
Zou die afkeuring ook maar in één brein
Van niet-vrijzinnig n zijn opgekomen?
Maar indien niet, blijkt dan ook hierin
niet zich uit te spreken een totaal verschil
lende levens- en wereldbeschouwing?
Noem gij, vrijzinnige, de onze benepen,
reactionnair, ouderwctsch, noem haar,
zooals gij wilt, maar orken, dat re aan do
uwe lijnrecht tegenovor staat.
Erken, dat uw oudo, valsche vrijheids
idee om kiezersvangsfc ten deole op econo-
jniech gebied, steeds meer 'door uzelf ver
loochend, nog met liefde gekoesterd wordt
pp het terrein der openbare zedelijkheid.
Inderdaad is onzo opvatting van „open
bare orde" en „zedelijkheid" een geheel
landere, dan die van de vrijzinnigen.
Hen stuk, waarin op de schandelijkste
>vijse, zonder voldoende tegenspraak, God
wordt gelasterd noemen w ij in strijd zoowel
jnet de openibare orde, als met d'e zede
lijkheid
Welnu, artikel 188 van onze Gemeentewet
beveel taan den burgemeester, om dusda
nige vertooningen te verbieden.
De Belgische wet verklaarde uitdrukke
lijk, dat de Raad „er voor waken moest,
dat er geen enkoio voorstelling gegeven
«nou worden in strijd met de publieke ordo"
Thorbeokc nam dit artikel over, maar gaf
praetisclier deze bevoegdheid, die
tevens een bevel is, ook in onze wet, aan
j3en burgemeester, en sohreef totaal over
bodig, als hij de juiste opvatting van „open
bare orde" gehuldigd had, achter dit
Woord nog do „zedelijkheid".
O; erbodig, omdat de openbare redelijk
heid een logisch-noodzakelijkc rooi waarde
Voor de openbare ordo is.
Men moet „vrijzinnige" hersenen hebben,
Oin onder „openbare orde" niets anders te
Verstaan dan het niet-uifcdcelcn-van-klap-
,£en.
Wie heeft bij de uitlegging van tal van
wetsartikelen in ons Burgerlijk Wetboek
ï>oit zoo dwaze opvatting gehuldigd?
En toch wat wil men anders zeggen
'met de schampere opmerking: „Te Amstei-
Idam noch Utrecht word do ordo verstoord
Is daarom dit stuk n let „strijdig mei
i'de. openbare orde of zedelijkheid"?? (art
188)
Meent men dan bovendien werklijk, dat
Volstandige overheidszorg een premie rnoct
stellen op ovde-verstoring
Zou dus do burgemeester indien hij
,niet anti-revolutionair, maar vrijzinnig ge
weest wars, aan hen, die hem wezen op het
feit, dat in een bepaald stuk God openlijk
Vervloekt en gelasterd werd, eti daarom al
/vooi' dc grooto meerderheid der bevolking
een grievendo ergernis is, een meorder-
heid, die toch ieder jaar met afkeuring
aan een overigens* weinig controleerbaar
echouwbul•gbe^3tuuJ, een subsidie uit dc ge-
mcentokaa ziet verstrekt, om de opvoering
van vaste ergerlijko stukken mogelijk te
inaken, zou dan dio burgemeester, indien
hij „vrijzinnig" was, hun geantwoord heb
'xraGij zijt blijkbaar niet van plan om de
orde te verstoren, dus is dit stuk niet in
'strijd met de openbar orde, en kan ik.
'de vertooning er van niet verbieden?
DE STOMME.
14)
Deze kon den gcheelen tijd dc bezorgd
heid niet van zioh afzetten, of zij wel een
goed figuur maakte, en tloeg koortsachtig
'den indruk gade dio zij bij Salvator te
weeg bracht, alsof hij de moeder ware, die
dit sohoonc, maar reeds te welig ontloken
schepsel had uit te huwelijken.
Men speelde op de verscli gemaaide wei
de lawn-tennis. In het eerst kon Dodazki
er geen begrip van krijgen, waarom men
op dezen warmen namiddag met heei
en weer loopen cn halslaan nog meer ver
hitten moest; maar toen hij Nadine zag
spelen, begreep hij aohterna maar al te
goed, dat zij haar slanke gestalte cn haar
aangeboren bekoorlijke, ronde bewegingen
in het gunstigste licht wilde laten zien.
Salvator bewonderde inderdaad meer cn
.meer dit levend goworden en modern ge-
Jdeedo standbeeld, vooral, wanneer zij met
een zwaai van den arm, die aan Groit
Bdhe kampspelers herinnerde, den bal' haau-
iïg terugwierp, of wanneer zij zich veel
tukte om een in het gras gevallen bal op
to rapen cn hem daarbij dan den met klei-
iie donkere kringetjes bezetten hals toonde.
.Ook verhitte zij zich en werd daardoor
nog schooner. De jeugd keerde terug cn
'het bonte kleurenspel van den zestienjari
gen leeftijd.
Dodazki verhougde zich over haar stij
gend succes, maar sidderde tevens bij eiken
al te stouten sprong, iedere gewaagde be-
Due van bovenaf feitelijk aanmoediging
tot orde-verstorang?
Wie zóó averechts begrip van „openbare
ordo en zedelijkheid" blijkbaar bij „vrij-
rinnige" gemeente-autoriteiten veronder
stelt, zal toch waarschijnlijk zijn hart wel
voor de gevolgen vasthouden, wanneer hij
zich afvraagt, wat er dan van de handhar
ving dier „orde" te recht zal komen, wan
neer overal de geliefde „vrijzinnige idee"
heeft getriomfeerd 1
„De Niieüw.o Leidadhe Cou
rant" Laat zich als volgt uit:
Met grooto voldoening zal door de Katho
lieken van Leiden vernomen zijn, dat onze
Burgemeester de opvoering van het too-
neolstuk van don sociaal-demo
craat Heyermans Jr. verboden
heeft-.
Gelijk 'onzen lezers bekend is moet de
geheele opzet van dit stuk voor om1, Katho
lieken, als uitermate grievend worden be-
Ischouwd, terwijl er de ergerlijkste godslas
teringen in voorkomen.
Deze daad van onzen Burgemeester; ver
dient daarom des te meer onzo dankbare
hulde, omdat in de gemeenten Amsterdam,
Utrecht en l>en Haag de burgemeesters niet
tegenstaande het dringend verzoek van vole
Katholieken gemeend hebben de opvoering
van dit stuk nieb te kunnen weigeren.
Overigens gelooven wij dat ei in onze
stad alle termen voor een verbod aanwezig
zijn. Leiden is een diep, godsdienstige stad.
Zoowel onder protestanten als katholieken
leeft een opgewekt religieus leven.
Dit is zeker een der grootc redenen, waar
om in ons geede Leiden het socialisme geen
wortel 6ckieten kan. Maar juist daarom
geeft een stuk als „Allerzielen" hier
zoowel bij geloovigo protestanten als katho
lieken eipstigen aanstoot. Ons was dan ook
ter ooro gekomen, dat hior deze opvoering
zeer zeker niet zonder ordeverstoring cou
zijn afgoloopcn. Men moge dit afkeuren,
tc begrijpen is het zeer zeker.
Hot verbod van onzen Burgemeester
komt ons daarom voor, een bewijs tc zijn
van vroed beleid.
Dat hij bovendien door deze daad den
oprechten dank heeft verdiend van rijn
Katholieke gemeentenaren, behoeven wij
hier wel niet bij tc voegen.
De „Haags'che Uourant" zei:
De burgemeester van Leiden, mr. De
Ridder, heeft een voorstelling van Heijcr-
mans „Allerzielen' verboden, naar het
„Leidsch Dagblad" vernam, omdat
zich daar een clubje had gevormd om dc
voorstelling in de war te doen loopen-
Hoe hebben we het nu? Een clubje vormt
zich om publiek schandaal tc maken, en de
burgemeester wijkt voor dat voornemen al
léén al; in plaats van, gewaarschuwd, maat
regelen te nemen tegen dat clubje aanstaan
de ordeverstoorders, verbiedt hij con par
ticuliere vertooning, waar niemand bij be
hoefde te zijn, die dit niet wilde l
Is dót nu a n t i-revolutionnaire handha
ving van gezag en vrijheid T
De ,,M i d d e 1 b u r g s c h o Courant"
schreef:
De aanleiding tot het verbod van den
burgemeester van Leiden tegen de aange
kondigde voorstelling van Heijerman's
„A11 e rz i el e n", zou vplgons het
„Leidsch Dngblad" geweest zijn,
dat, blijkens een loopend gerucht, zich
daar een clubje gevormd had om de voor
stelling in de war te doen loopen. Met het
oog daarop moet de burgermeester het
maar beter gevonden hebben den avond niet
af te wachten.
Dat is zeker wel de gemakkelijkste ma
nier om zich van een eenigszins moeilijke
kwestie af te maken.
Maar op dio manier kan bij elk gerucht
een burgemeester wel alles verbieden.
Mr. Dc Ridder had moeten zorgen, dat
zulk een clubje stel, dat het bestond
zijn boos opzet niet kon volvoeren en in
elk geval de rustige bezoekers van den
schouwburg moeten beschermen.
Het gaat niet aan, dat onkelen meerderen
woging, die zij uiaaktc, dat zij zou kun
nen uitglijden en op een belachelijke wijze
neervallen. Hij was blij, toen zij het spel
afbrak en zich in een hangmat uitstrekte,
niet omdat zij bijzonder moe was, doch om
dat zij Salvator eens haar kleine voetjes
wilde toonen, een paar van die kleine, flu
weelzachte cn toch stalen voetjes, die be
stemd schijnen to zijn op onze harten uit
te rusten of wel er op te trappen
Salvator vond dit behaagzieke meisje
maar al tc bekoorlijk cn gaf het onbewust
op zioh verder tegen haaf kunsten tc /er-
zetten. Zijn hoofd bleef vrij, nog vrijer
zijn hart, maar zijn zinnen genoten, on
geveer gelijk in een museum voor de vroo-
lijke zonnige schilderstukken van Itai'i-
aansche meettors-
Des avonds speelde Nadine op de piano
en zong een paar liederen. Voor de cerate
maal voelde Salvator zijn ziel door deze
steeds veranderende tooveuares getroffen.
Zij had geen bijzonder krachtige stern,
maar er lag een welluidendheid in, die uit
het hart scheen te komen en tegelijk streel
de en ontroerde.
Na het souper, toen de maan zich lus-
schen de hoornen als een aan zilveren koor
den opgehangen gouden schommel vertoon
de, ging men naar den tuin, die met rus
tige, zware, voohto lucht bezwangerd was.
Dodazki had de boomen, die om het gras
perk stemden, met touwen verbonden en
daaraan gekleunde lampions opgehangen.
Onder het dessert had do Kozak de kaarsen
aangettoken. Het was een ongemeen fraaie
aanblik," tc meer, daar hij heel onverwachts
kwam. Midden in het park had de Kozak
drie staken in den grond geplaatst, eai
Dodazki daarop Bengaalsch vuur aange-
in hun vrijheid belemmeren; en nog min
der, dat zij door dreigen alleen hun doel
bereiken en anderen, zooals in deze de
„Nederlandsche Tooneeivereeniging", be
langrijk schade berokken.
Het „Handelsblad" schrijft:
De ministerieel© bladen trachten do pogin
gen om bijdestembusvanJuni de
vrijzinnigen één lijn te doen trekken,
in een hatelijk daglicht te stellen door de
bewering, dat de samenwerking enkel op een
negatieve leus berust. Zooals „Do Stand
aard" het uitdrukt de leus „Tegen de cle
ricalen, tegen het Calvinistisch kabinet,
tegen Kuyper." En het blad voegt er bij:
„Armer kan het niet."
Een zonderling verwijt van die zijde 1
Wat lag aan het verbond der anti-revolu-
tionnairen, katholieken en christelijk-
historischen in 1901 anders ten grondslag
dan de leus: „Tegen de liberalen?" Daar
omtrent is toen opgemerkt, dat in het ne
gatieve van deze leus heel wat van positieve
beteekenis lag opgesloten, de toepassing van
een ander Regeeringsbcleid op „christelij-
ken" grondslag.
Zoo is het thans ook met de schijnbaar
negatieve leus: „Tegen de kerkelijken," die
bij de aanstaande verkiezingen voorop zal
staan. De kiezers moeten vóór alles door
drongen worden van het verderfelijke, het
onware eener splitsing der natie in „chris
tenen" en „paganisten" of heidenen, waar
mede het Kabinet en zijn aanhang 't staat
kundig leven in ons land bederven.
Er Ligt bovendien in die leus zeer veel po
sitiefs van groot gewicht, zij beteekcrit ook
de handhaving der grondwettige rechten
van het openbaar onderwijs tegen de pogin
gen der tegenwoordige meerderheid om door
bevordering van tal van gebrekkige bijzon
dere schooltjes heb volksonderwijs tc ver
slappen. Zij boteekent de handhaving van
den vrijen handel tegenover de poging der
tegenwoordige Regeering om do invoerrech
ten schromelijk te verhoogen Zij beteekent
werkelijke, vruchtdragende hervorming op
het gebied van rechtswezen en sooiale recht
vaardigheid, in plaats van de onvruchtbaar
heid, waardoor de laatste jaren zich hebben
gekenmerkt, vooral omdat onder de partijen,
dio nu samen, tijdelijk, de meerderheid uit
maken, innorlijk groote verdeeldheid in zoo
menig opzicht bestaat.
De negatieve leus: „Tegen het Kabinet-
Kuyper" heeft dus in werkelijkheid een zeer
duidelijk positief karakter.
„Do Nederlander" zegt
Noch in den „Bond" noch in de
„Unie" werd het bestuur geïnterpelleerd
over het zonderlinge plan om hot pro
gram geheim te houden totdat het defi
nitief zou zijn aangenomen Dit onttrekken
van het concept-Rogeeringsprogram voor do
naaste vierjarige periode aan de openbare
entiek en aan de meest elementaire voorbe
reiding voor een waardevolle beslissing,
scheen niemand te hinderen. De leden had
den blijkbaar hun bestuur begrepen: dit
program ia in hoofdzaak slechts een leus;
wat er in staat, doet er niet zoo bijster veel
toe, het voorname doel is dc val het mi
nisterie.
Het meest treedt de onoprechtheid aan
het licht in de vijfde paragraaf: het blan-
co-artikeL
Men kan eerbied hebben voor de meening,
dat er algemeen kiesrecht moet zijn voor
mannen en vrouwen.
Ook voor de meeniDg, dat de Grondwet
zich niet over de kiesbevoegdheid moet uit
laten en dio aan den gewonen wetgever
moet overlaten. Over dit laatste punt is
zelfs onder gematigden veel verschil van
gevoelen mogelijk Wanneer eenmaal een
algcraeene Grondwetsherziening aan do or
de is, dan is hot mogelijk, dat menigeen
ook onder hen, die togen algemeen kiesrecht
voor mannen en vrouwen zijn, zich vóór
zulk een blanco-artikel verklaart. Dit is een
technisch-wetgcvcnde kwestie, waarover het
oordeel niet behoeft samen te vallen met
politieke stroomingen.
Maar nog nooit heeft iemand het in zijn
hoofd gehaald, om, zonder verder reikende
bedoeling, op een goeden achtermiddag te
gaan ijveren cn heel het kiezersvolk in be-
braoht, dat thans tegelijk door hem, den
Kozak en Salvator werd aangestoken. Eerst
kwam rood vuur, clat sprookjesachtig over
boomen en bloemen heen scheen; vervolgens
blauw-groen cn eindelijk geeJ vuur.
Nadine had Salvators arm genomen. Het
gele licht verblindde haar, beweerde zij.
Zij sloegen de dichtstbijzijnde laan in, waar
een geheimzinnig halfdonker hcerschtc,
dat duisternis werd, toen do vlammen uit
doofden. Nadines arm lag zwaar op dien
van Wolkoff, haar haar raakte zijn wang
aan, haar schouder drukte den zijne.
Plotseling slaakte zij een kreet, wankel
de en zou gevallen zijn, als hij haar niet
3tevig in zijn armen had vastgehouden.
„Zijt gij onwel?" vroeg hij haastig.
„Neen, neen 1"
„Of hebt gij u den voet verstuikt?"
„Ook niot... Ik geloof, dat ik op een
pad heb getrapt."
Terwijl' Salvator haar zoo aan zijn borst
hield gedrukt, raakte hij bedwelmd van
haar nabijheid, den geur en de warmte, die
van haar uitstraalden. Zij maakte zich
zacht uit zijn armen los, en langzaam keer
den zij naar de andoren terug, die juist
den eersten vuurpijl oplieten, wolko rui-
schond ten hemel steeg.
„Er is geen dier", zei Nadine, „waaraan
ik zoote hekel heb als een pad."
„O, er zijn padden, die te benijden zijnl"
Nadine lachte, ongekunsteld en gelukkig
als een kind in heb genot van haar zela-
zamen triomf. Zij was nu overtuigd dezen
zonderling overwonnen te hebben; daar
lag hij nu in hot zand der arena, do Ier
aarde geworpen zwaardvechter, die van
haar genade of ongenade verwachtte. Maar
zij zal hm onmeedoogend aan haar ketting
weging te brengen voor zulk een technische
Grondwetsherziening op één punt.
Dit is eenvoudig ondenkbaar. Dit ware
een Chineezcnwcrk, waartoe niemand in
staat is. Wanneer er een drang naar alge
meen kiesrecht was, cn wanneer er geen
noodzakelijkheid bestond do dringers naar
algemeen kiesrecht, door hun het blanco
artikel toe te werpen, als eersten stap op
den weg naar hun ideaal, voor den coali
tie wagen te spannen, zou geen tegenstan
der van algemeen kiesrecht or thans aan
denken voor een Grondwetsherziening tot
verkrijging van een blanco-artikel te ijve
ren. Daarom is het zoo onoprecht te zeggen:
ook zij, die tegen algemeen kiesrecht zijn,
maar op wetenschappelijke technische gron
den geen bezwaar tegen een blanco-artikel
80 der Grondwet hebben, (zooals sommige
oud-liberalen en een deel der Unie-libera-
lon), kunnen aan dezo beweging meedoen.
Heel den omhaal van een Grondwetsher
ziening uit te lokken alléén om een blanco-
artikel 80 to krijgen, is óf een stap op den
weg naar algemeen kiesrecht, óf tijdver-
morsing.
Daarom kan veilig gezegd worden, dat
zij, die zonder algemeen kiesrecht te wil-
lon, aan dezo beweging meedoen, den natio-
nalen tijd en den horvormingsarboid opof
feren aan hun zucht om het Ministerie te
doen vallen.
Wij vertrouwen, dat de kiezers over dit
streven recht zullen doen.
Onder 't hoofd„V akvereenigingen
zegt „Do Nederlander":
In de vakvereenigingen behoort geen
scheiding te zijn tusschen do protestantsch-
christelijko arbeiders van verschillende kerk
genootschappen.
Ook daar, waar do omstandigheden or too
hebben geleid mede op grond van korke-
lijk standpunt in afzonderlijke algomoe-
ne bondon uiteen te gaan, daar behoort
toch dat verschil weg te vallen in de v a k-
vorecnigingcn.
Deze danken hun bestaan aan het gemeen
schappelijk bedrijf, waarin men werkt. Men
zit er in met zijn vakgonoote n; d.w.z.
met lien, naast wie men door God in zijn bo-
roep geplaatst is.
De giftige waan van den klassenstrijd,
die do „neutrale" vakvereenigingen be-
heerscht, noodzaakt de christenen afzonder
lijke vereenigingen op te richten. En do lei
ding der geestelijke adviseurs bij de R.-K.
noodzaakt opnieuw de protestanten, op zich
zelf te gaan staan. Maar verdere scheiding
wordt door niets gevorderd en is daarom in
strijd mot hot wezen der vakvereeniging,
welke berust op de natuurlijke saómhoorig-
heid van alle arbeiders in eenzelfde bedrijf.
En niet alleen in beginsel, maar ook prac-
tisch workt verdere scheuring nllornoodlot-
tigst. De toch reeds vaak zoo kleine vakver
eenigingen der christelijk© arbeiders -rij
gen daardoor een nóg moeilijker strijd.
Vooral in kleinere plaatsen, en in sommige
bedrijven ook in de groote steden, wordt liet
oproeien tegen den stroom der „neutrale"
vereenigingen bijna onmogelijk.
Het verheugt ons dan ook, dat de christ.
sociale conferentie met algcmecno stem
men de conclusie aannam, dat scheiding on
der de protestantscho christenen op het tor-
rein der vakvereenigingon in beginsel >s af
te keuren. Vooral omdat mannen van do
meest verschillende kerkelijke richbing tot
deze conclusie hebben meegewerkt. Zoowel
d6. Sikkel, van Amsterdam, als ds. Hoger-
zoil, van Vorden. Zoowel ds. Gispen, van
Baarn, als dr. J. R. Slotomaker de Bruine,
van Nijmegen; enz.
Hot doet ons leed, dat „D eVoorzor g",
orgaan van den Christ.-Nat. Workmans-
bond, een tegenovergestelde meening verde
digt. Het blad schrijft:
„Ten eerste is voor verecniging in één vak
organisatie als eisch gesteld: „de Kerk er
buiten." Daarmcdo nu is de onmogelijkheid
der vereeniging uitgesproken. Want do
w e r kma nsbond houdt er doKork
i n. Het is een stuk van zijn roeping, om
patroons en arbeiders, rijken en armen, als
leden van één Kerk in do praktijk tot elkan-
dor te brengen en alzoo do Kerk beter haar
sociale positie te leercn begrijpen.
Wonderlijk dunkt ons dezo „roeping, om
leggen, waarvan de eerste schakel de trouw
ring zijn zal. Dodazki zag nog don weer
schijn dezer zegepraal op haar schoon gelaat
en fluisterde Lolla toe: „Daar is iets ge
beurd; zij heeft hem nu; ik wed, dat zij
hem heeft."
„Ik goloof, dat hij nu verliefd op mij ia,'
zei Nadine zacht tot haar moeder terwijl
zij bedaard met haar blanke hand hot wee-
ke, rijke pelswerk van haar kazabaika
streelde.
IX.
Verliefd was Salvator niet op Nadine,
nog minder had hij haar lief met die diepe,
kalme genegenheid, die uit gelijke gezind
heid, gevoelens en aanschouwingen doge-
lijkt nieuwe kracht on frischheid put. Maar
zij oefende een soort van natuurlijke too
verkraeht op hem uit, zij trok hem aan
en hield hem vast met honderd dingen, die
hem alle bevielen, hem haar nabijheid aan
genaam maakten, zijn ernstige, sombere
stemming verjaagden. Hoe vrijer zijn hoofd
daarbij was, dos te gevaarlijker werd deze
invloed voor hem, want hij zeido niet ten
onrechte tot zichzelven: „Ik ben volstrekt
niot verblind, noch door hartstocht, noch
door liefde, ik zie allee helder en duidelijk
en liet komt mij voor, dat dit een hoogst
aardig meisje it*. Ik bedrieg mij niet, kan
mij niet bedriegen, daarom zou het leven
aan de zijde van deze schoone, aardige
vrouw buitengewoon aangenaam zijn. Als
ik haar trouw, dan sluit ik een m ar iago
de raison in de beste beteekenia van
hot woord, want mijn raison zegt mij in
dit geval niet alleen: zij ia van goede fa
milie, rijk, wèlopgevoed, schoon, alle
maal hoedanigheden, waaraan ik geen of
patroons en arbeiders, rijken cn armen, als
leden van één Kork in de practijk tot elkan
der te brengen". Vooral, waar hier blijkens
het verband met „Kork" bedoeld is mat oe
algcmeene Christelijke Kork, maar elk der
afzonderlijke kerkgenootschappen, waarin
deze op dezo aarde uitwondig uiteengaat.
Wij zouden toch aan den schrijver willen
vragon: Wunneer een Hervormd patroon
Gereformeerde arbeiders heeft; wanneer een
Geref. patroon Luthersche worklieden
in dienst heeft; wanneer Hervormdo en
Gereformeerde mannen dienen bij een Re-
monstrantschen workgever, wenscht hij
dan patroons on arbeiders, rijken cn armen,
niet tot elkander te brengen? Wij zijn over
tuigd van hot tegendeel. Ma-ar boe kan hij
dan iets dergelijks neerschrijven, nog wel
als grond voor zijn moening, dat de vakor
ganisatie moet berusten op kerkelijko schoi-
ding.
Patroons cn arbeiders mooton tot elkander
gebracht, omdat zij kinderen zijn van een go-
slacht, loden van één huisgezin, beiden
beelddragers Gods, geschapen om elkaar tot
zegen te zijn Niot, althans niet in do eorsio
laat staan dc éénige plaats, omdat zij bc-
hooren tot één kerkgenootschap Want de
zo maatstaf zou tusschen tal van patroons
en arbeiders ccn muur optrokken. „Rijken
en armen ontmoeten elkander; dc Heer
heeft ze allen gemaakt". Dót is de grond
voor de toenadering, dio het Christendom
predikt.
Wij verheugen ons, dat niet alle leden van
den Chr.-Nat. Werkmansbond over het door
vooren van de kerkolijko gedeeldheid in do
vakvoreonigingen denken als de schrijver
van dat artikel, en dat zelfs in de hoofd
redactie van hot orgaan op dit punt geen
eenstemmigheid blijkt to bestaan. Het is
onze innige wensch, dat op dit punt steeds
meerderen komen tot hot ruime standpunt,
ter sociale conferentie ook door hen ingeno
men, wier sympathieën aan do zijde van den
Christ.-Nat. Werkmansbond liggon. De tij
den zijn er waarlijk niet naar, door korke-
Lijko staketsols don moeilijken gcmcenschap-
polijken arbeid to belommeren.
Aan het gewijzigd wetsontwerp op
het arbeidscontract wijdt „Hot
Volk" ccn beschouwing, dio aldus ein
digt:
Er zijn een paar punten, die al te diop
in het vlcesoh van don arbci'dor drongen,
van het ontwerp afgevijld, maar het goheol
is een zuiver kapitalistisch stuk werk ge
bleven Slechte bepalingen zijn gehandhaafd
en van do goede is do working niet gewaar
borgd.
De heer Looff heeft waarsohijnlijk meer
geleefd tussohon wetboeken on vermogens-
procedures, dan hij het werkelijk leven van
den arbeider heeft gezien. Hij kwam in
rijn Memorie van Toelichting met mooie
sooiale govoelens voor don dag, maar zijn
ontwerp getuigt er niot van. Als zijn ge
voelens ocht zijn, kent hij do misbruikon
niet, die to bestrijden zijn. En kent hij deze
wèl, dan geven wij geen duit voor zijn so
ciale bedoelingen. In de inleiding van zijn
Memorie van Antwoord schrijft hij dit
nieuwe ontwerp do kracht toe om het so
oiali-amo te beperken. Dat is een ijdole
hoop. Tevredenheid zal dezo wet niet wok
ken.
Ook niot bij dc arboidors, die kerkolijk
en politiek aan den kant van den Minis
ter staan. Want overal, waar vakvereeni
ging of andere arbeidersvereniging be
staat, is men nu wel zoo gestemd, dat men,
als een sociaal onderworp door den wetge
ver wordt behandeld, iets wezenlijks ver
wacht-. Do arbeider kijkt die dingen proo-
trach aan. Hij berekent wat ze hem geven
kunnen. En voor hem maakt do schoonste
juridische 6chijn do armoede ook van dib
gewijzigd stel bepalingen niet good.
Wij zullen op enkele bijzonderheden n^g
terugkomen, maar de indruk omt-rent do
hoofdzaken staat vast: dat dc juingebrnch-
te verbeteringen in onvoldoende mate t go-
moet komen aan dc rechtmatige verlangens
der arbeiders; dat het meeste, wat in het
ontwerp tegen do patroons is geschreven,
in veel gevallen een diode letter zal blijken,
slechte weinig of geen waarde hecht
maar mijn verstand zegt mij ook, dat wij
ovorcent temmen, dat wij olkaar begrijpen,
dat wij hoogst tevreden naast elkander zul
len leven."
Maar waarom dacht hij juist nu aan Bar-
ba? Beviel zij hem ook niet? Voelde hij
voor haar niot ceni deelneming, die hom
racer dan eens in dc war had gebracht?
Maar zij was een boerenmeisje zonder,
eenige beschaving on stem. Misschien be
stond daarin juist haar aantrekkingskracht
dat zij stom was. Zoo zij had kunnen spre
ken, zou haar onwetendheid, haar bekrom
penheid, misschien zelfs haar ruwheid, aan
den dag zijn gekomen.
En nu vroeg hij zieli opeens af, vroolijk
om zichzelven Lachend, of het tooh eigen
lijk nieb dit stomme meisje mot dc spro-
kondc oogen was, dat zijn eenzaam, van
de wereld afgekeerd, onbevredigd hart hefc
eoret ale ccn lentezuchtje luid aangeraakt^
en of niet Nadine tliana eigenlijk de bui
de ontving, die voor Barba bestemd was,
en die hij haar niet kon, niot wilde bren
gen.
Hij ging nu dagelijks naar Schcnkorva; bij
wachtte hcelemaal niet af tot Dodazki hem
haalde. Dikwijls reed hij des morgens reeds;
er heen en kwam tegen den avond terug*;
Terwijl hij zich tot dusvere als een gastj
gedragen had, die bij gelegenheid komt cn
uit beleefdheid galant is, maakte -dj thans
Nadine op zijn eerlijke wijze heel openlijk
het hof.
Wordt vervolgd.)
- l