No. 13784. LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 28 JANUARI. - TWEEDE BLAD. Anno 1905 PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Onder liet hoofd: „Ter illustratie" Bohrijft mr. A. in „Het Centrum" het Volgende Tegen het betoog, dat principieel mee- ningsverechil niet bestaat, maar door an- ti-ievolutionairen en katholieken, op po- llitieke macht belust, eenvoudig wordt ge- ini a a ld t, spreken de feiten zóó luide, dat alleen Oostindisch-dooven zeggen kun nen, dit niet te hooren. Een klein voorval in -de laatste dagen illustreert dit aardig. De burgemeester van Leiden heeft de opvoering van een toonoel- etuk verboden, een daad, waar- yooi wij hem hier gaarne hulde en dank betuigen. Onmiddellijk was de liberale pers er als ide kippen bij, om dit verbod af te kou- oren. Zou die afkeuring ook maar in één brein Van niet-vrijzinnig n zijn opgekomen? Maar indien niet, blijkt dan ook hierin niet zich uit te spreken een totaal verschil lende levens- en wereldbeschouwing? Noem gij, vrijzinnige, de onze benepen, reactionnair, ouderwctsch, noem haar, zooals gij wilt, maar orken, dat re aan do uwe lijnrecht tegenovor staat. Erken, dat uw oudo, valsche vrijheids idee om kiezersvangsfc ten deole op econo- jniech gebied, steeds meer 'door uzelf ver loochend, nog met liefde gekoesterd wordt pp het terrein der openbare zedelijkheid. Inderdaad is onzo opvatting van „open bare orde" en „zedelijkheid" een geheel landere, dan die van de vrijzinnigen. Hen stuk, waarin op de schandelijkste >vijse, zonder voldoende tegenspraak, God wordt gelasterd noemen w ij in strijd zoowel jnet de openibare orde, als met d'e zede lijkheid Welnu, artikel 188 van onze Gemeentewet beveel taan den burgemeester, om dusda nige vertooningen te verbieden. De Belgische wet verklaarde uitdrukke lijk, dat de Raad „er voor waken moest, dat er geen enkoio voorstelling gegeven «nou worden in strijd met de publieke ordo" Thorbeokc nam dit artikel over, maar gaf praetisclier deze bevoegdheid, die tevens een bevel is, ook in onze wet, aan j3en burgemeester, en sohreef totaal over bodig, als hij de juiste opvatting van „open bare orde" gehuldigd had, achter dit Woord nog do „zedelijkheid". O; erbodig, omdat de openbare redelijk heid een logisch-noodzakelijkc rooi waarde Voor de openbare ordo is. Men moet „vrijzinnige" hersenen hebben, Oin onder „openbare orde" niets anders te Verstaan dan het niet-uifcdcelcn-van-klap- ,£en. Wie heeft bij de uitlegging van tal van wetsartikelen in ons Burgerlijk Wetboek ï>oit zoo dwaze opvatting gehuldigd? En toch wat wil men anders zeggen 'met de schampere opmerking: „Te Amstei- Idam noch Utrecht word do ordo verstoord Is daarom dit stuk n let „strijdig mei i'de. openbare orde of zedelijkheid"?? (art 188) Meent men dan bovendien werklijk, dat Volstandige overheidszorg een premie rnoct stellen op ovde-verstoring Zou dus do burgemeester indien hij ,niet anti-revolutionair, maar vrijzinnig ge weest wars, aan hen, die hem wezen op het feit, dat in een bepaald stuk God openlijk Vervloekt en gelasterd werd, eti daarom al /vooi' dc grooto meerderheid der bevolking een grievendo ergernis is, een meorder- heid, die toch ieder jaar met afkeuring aan een overigens* weinig controleerbaar echouwbul•gbe^3tuuJ, een subsidie uit dc ge- mcentokaa ziet verstrekt, om de opvoering van vaste ergerlijko stukken mogelijk te inaken, zou dan dio burgemeester, indien hij „vrijzinnig" was, hun geantwoord heb 'xraGij zijt blijkbaar niet van plan om de orde te verstoren, dus is dit stuk niet in 'strijd met de openbar orde, en kan ik. 'de vertooning er van niet verbieden? DE STOMME. 14) Deze kon den gcheelen tijd dc bezorgd heid niet van zioh afzetten, of zij wel een goed figuur maakte, en tloeg koortsachtig 'den indruk gade dio zij bij Salvator te weeg bracht, alsof hij de moeder ware, die dit sohoonc, maar reeds te welig ontloken schepsel had uit te huwelijken. Men speelde op de verscli gemaaide wei de lawn-tennis. In het eerst kon Dodazki er geen begrip van krijgen, waarom men op dezen warmen namiddag met heei en weer loopen cn halslaan nog meer ver hitten moest; maar toen hij Nadine zag spelen, begreep hij aohterna maar al te goed, dat zij haar slanke gestalte cn haar aangeboren bekoorlijke, ronde bewegingen in het gunstigste licht wilde laten zien. Salvator bewonderde inderdaad meer cn .meer dit levend goworden en modern ge- Jdeedo standbeeld, vooral, wanneer zij met een zwaai van den arm, die aan Groit Bdhe kampspelers herinnerde, den bal' haau- iïg terugwierp, of wanneer zij zich veel tukte om een in het gras gevallen bal op to rapen cn hem daarbij dan den met klei- iie donkere kringetjes bezetten hals toonde. .Ook verhitte zij zich en werd daardoor nog schooner. De jeugd keerde terug cn 'het bonte kleurenspel van den zestienjari gen leeftijd. Dodazki verhougde zich over haar stij gend succes, maar sidderde tevens bij eiken al te stouten sprong, iedere gewaagde be- Due van bovenaf feitelijk aanmoediging tot orde-verstorang? Wie zóó averechts begrip van „openbare ordo en zedelijkheid" blijkbaar bij „vrij- rinnige" gemeente-autoriteiten veronder stelt, zal toch waarschijnlijk zijn hart wel voor de gevolgen vasthouden, wanneer hij zich afvraagt, wat er dan van de handhar ving dier „orde" te recht zal komen, wan neer overal de geliefde „vrijzinnige idee" heeft getriomfeerd 1 „De Niieüw.o Leidadhe Cou rant" Laat zich als volgt uit: Met grooto voldoening zal door de Katho lieken van Leiden vernomen zijn, dat onze Burgemeester de opvoering van het too- neolstuk van don sociaal-demo craat Heyermans Jr. verboden heeft-. Gelijk 'onzen lezers bekend is moet de geheele opzet van dit stuk voor om1, Katho lieken, als uitermate grievend worden be- Ischouwd, terwijl er de ergerlijkste godslas teringen in voorkomen. Deze daad van onzen Burgemeester; ver dient daarom des te meer onzo dankbare hulde, omdat in de gemeenten Amsterdam, Utrecht en l>en Haag de burgemeesters niet tegenstaande het dringend verzoek van vole Katholieken gemeend hebben de opvoering van dit stuk nieb te kunnen weigeren. Overigens gelooven wij dat ei in onze stad alle termen voor een verbod aanwezig zijn. Leiden is een diep, godsdienstige stad. Zoowel onder protestanten als katholieken leeft een opgewekt religieus leven. Dit is zeker een der grootc redenen, waar om in ons geede Leiden het socialisme geen wortel 6ckieten kan. Maar juist daarom geeft een stuk als „Allerzielen" hier zoowel bij geloovigo protestanten als katho lieken eipstigen aanstoot. Ons was dan ook ter ooro gekomen, dat hior deze opvoering zeer zeker niet zonder ordeverstoring cou zijn afgoloopcn. Men moge dit afkeuren, tc begrijpen is het zeer zeker. Hot verbod van onzen Burgemeester komt ons daarom voor, een bewijs tc zijn van vroed beleid. Dat hij bovendien door deze daad den oprechten dank heeft verdiend van rijn Katholieke gemeentenaren, behoeven wij hier wel niet bij tc voegen. De „Haags'che Uourant" zei: De burgemeester van Leiden, mr. De Ridder, heeft een voorstelling van Heijcr- mans „Allerzielen' verboden, naar het „Leidsch Dagblad" vernam, omdat zich daar een clubje had gevormd om dc voorstelling in de war te doen loopen- Hoe hebben we het nu? Een clubje vormt zich om publiek schandaal tc maken, en de burgemeester wijkt voor dat voornemen al léén al; in plaats van, gewaarschuwd, maat regelen te nemen tegen dat clubje aanstaan de ordeverstoorders, verbiedt hij con par ticuliere vertooning, waar niemand bij be hoefde te zijn, die dit niet wilde l Is dót nu a n t i-revolutionnaire handha ving van gezag en vrijheid T De ,,M i d d e 1 b u r g s c h o Courant" schreef: De aanleiding tot het verbod van den burgemeester van Leiden tegen de aange kondigde voorstelling van Heijerman's „A11 e rz i el e n", zou vplgons het „Leidsch Dngblad" geweest zijn, dat, blijkens een loopend gerucht, zich daar een clubje gevormd had om de voor stelling in de war te doen loopen. Met het oog daarop moet de burgermeester het maar beter gevonden hebben den avond niet af te wachten. Dat is zeker wel de gemakkelijkste ma nier om zich van een eenigszins moeilijke kwestie af te maken. Maar op dio manier kan bij elk gerucht een burgemeester wel alles verbieden. Mr. Dc Ridder had moeten zorgen, dat zulk een clubje stel, dat het bestond zijn boos opzet niet kon volvoeren en in elk geval de rustige bezoekers van den schouwburg moeten beschermen. Het gaat niet aan, dat onkelen meerderen woging, die zij uiaaktc, dat zij zou kun nen uitglijden en op een belachelijke wijze neervallen. Hij was blij, toen zij het spel afbrak en zich in een hangmat uitstrekte, niet omdat zij bijzonder moe was, doch om dat zij Salvator eens haar kleine voetjes wilde toonen, een paar van die kleine, flu weelzachte cn toch stalen voetjes, die be stemd schijnen to zijn op onze harten uit te rusten of wel er op te trappen Salvator vond dit behaagzieke meisje maar al tc bekoorlijk cn gaf het onbewust op zioh verder tegen haaf kunsten tc /er- zetten. Zijn hoofd bleef vrij, nog vrijer zijn hart, maar zijn zinnen genoten, on geveer gelijk in een museum voor de vroo- lijke zonnige schilderstukken van Itai'i- aansche meettors- Des avonds speelde Nadine op de piano en zong een paar liederen. Voor de cerate maal voelde Salvator zijn ziel door deze steeds veranderende tooveuares getroffen. Zij had geen bijzonder krachtige stern, maar er lag een welluidendheid in, die uit het hart scheen te komen en tegelijk streel de en ontroerde. Na het souper, toen de maan zich lus- schen de hoornen als een aan zilveren koor den opgehangen gouden schommel vertoon de, ging men naar den tuin, die met rus tige, zware, voohto lucht bezwangerd was. Dodazki had de boomen, die om het gras perk stemden, met touwen verbonden en daaraan gekleunde lampions opgehangen. Onder het dessert had do Kozak de kaarsen aangettoken. Het was een ongemeen fraaie aanblik," tc meer, daar hij heel onverwachts kwam. Midden in het park had de Kozak drie staken in den grond geplaatst, eai Dodazki daarop Bengaalsch vuur aange- in hun vrijheid belemmeren; en nog min der, dat zij door dreigen alleen hun doel bereiken en anderen, zooals in deze de „Nederlandsche Tooneeivereeniging", be langrijk schade berokken. Het „Handelsblad" schrijft: De ministerieel© bladen trachten do pogin gen om bijdestembusvanJuni de vrijzinnigen één lijn te doen trekken, in een hatelijk daglicht te stellen door de bewering, dat de samenwerking enkel op een negatieve leus berust. Zooals „Do Stand aard" het uitdrukt de leus „Tegen de cle ricalen, tegen het Calvinistisch kabinet, tegen Kuyper." En het blad voegt er bij: „Armer kan het niet." Een zonderling verwijt van die zijde 1 Wat lag aan het verbond der anti-revolu- tionnairen, katholieken en christelijk- historischen in 1901 anders ten grondslag dan de leus: „Tegen de liberalen?" Daar omtrent is toen opgemerkt, dat in het ne gatieve van deze leus heel wat van positieve beteekenis lag opgesloten, de toepassing van een ander Regeeringsbcleid op „christelij- ken" grondslag. Zoo is het thans ook met de schijnbaar negatieve leus: „Tegen de kerkelijken," die bij de aanstaande verkiezingen voorop zal staan. De kiezers moeten vóór alles door drongen worden van het verderfelijke, het onware eener splitsing der natie in „chris tenen" en „paganisten" of heidenen, waar mede het Kabinet en zijn aanhang 't staat kundig leven in ons land bederven. Er Ligt bovendien in die leus zeer veel po sitiefs van groot gewicht, zij beteekcrit ook de handhaving der grondwettige rechten van het openbaar onderwijs tegen de pogin gen der tegenwoordige meerderheid om door bevordering van tal van gebrekkige bijzon dere schooltjes heb volksonderwijs tc ver slappen. Zij boteekent de handhaving van den vrijen handel tegenover de poging der tegenwoordige Regeering om do invoerrech ten schromelijk te verhoogen Zij beteekent werkelijke, vruchtdragende hervorming op het gebied van rechtswezen en sooiale recht vaardigheid, in plaats van de onvruchtbaar heid, waardoor de laatste jaren zich hebben gekenmerkt, vooral omdat onder de partijen, dio nu samen, tijdelijk, de meerderheid uit maken, innorlijk groote verdeeldheid in zoo menig opzicht bestaat. De negatieve leus: „Tegen het Kabinet- Kuyper" heeft dus in werkelijkheid een zeer duidelijk positief karakter. „Do Nederlander" zegt Noch in den „Bond" noch in de „Unie" werd het bestuur geïnterpelleerd over het zonderlinge plan om hot pro gram geheim te houden totdat het defi nitief zou zijn aangenomen Dit onttrekken van het concept-Rogeeringsprogram voor do naaste vierjarige periode aan de openbare entiek en aan de meest elementaire voorbe reiding voor een waardevolle beslissing, scheen niemand te hinderen. De leden had den blijkbaar hun bestuur begrepen: dit program ia in hoofdzaak slechts een leus; wat er in staat, doet er niet zoo bijster veel toe, het voorname doel is dc val het mi nisterie. Het meest treedt de onoprechtheid aan het licht in de vijfde paragraaf: het blan- co-artikeL Men kan eerbied hebben voor de meening, dat er algemeen kiesrecht moet zijn voor mannen en vrouwen. Ook voor de meeniDg, dat de Grondwet zich niet over de kiesbevoegdheid moet uit laten en dio aan den gewonen wetgever moet overlaten. Over dit laatste punt is zelfs onder gematigden veel verschil van gevoelen mogelijk Wanneer eenmaal een algcraeene Grondwetsherziening aan do or de is, dan is hot mogelijk, dat menigeen ook onder hen, die togen algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen zijn, zich vóór zulk een blanco-artikel verklaart. Dit is een technisch-wetgcvcnde kwestie, waarover het oordeel niet behoeft samen te vallen met politieke stroomingen. Maar nog nooit heeft iemand het in zijn hoofd gehaald, om, zonder verder reikende bedoeling, op een goeden achtermiddag te gaan ijveren cn heel het kiezersvolk in be- braoht, dat thans tegelijk door hem, den Kozak en Salvator werd aangestoken. Eerst kwam rood vuur, clat sprookjesachtig over boomen en bloemen heen scheen; vervolgens blauw-groen cn eindelijk geeJ vuur. Nadine had Salvators arm genomen. Het gele licht verblindde haar, beweerde zij. Zij sloegen de dichtstbijzijnde laan in, waar een geheimzinnig halfdonker hcerschtc, dat duisternis werd, toen do vlammen uit doofden. Nadines arm lag zwaar op dien van Wolkoff, haar haar raakte zijn wang aan, haar schouder drukte den zijne. Plotseling slaakte zij een kreet, wankel de en zou gevallen zijn, als hij haar niet 3tevig in zijn armen had vastgehouden. „Zijt gij onwel?" vroeg hij haastig. „Neen, neen 1" „Of hebt gij u den voet verstuikt?" „Ook niot... Ik geloof, dat ik op een pad heb getrapt." Terwijl' Salvator haar zoo aan zijn borst hield gedrukt, raakte hij bedwelmd van haar nabijheid, den geur en de warmte, die van haar uitstraalden. Zij maakte zich zacht uit zijn armen los, en langzaam keer den zij naar de andoren terug, die juist den eersten vuurpijl oplieten, wolko rui- schond ten hemel steeg. „Er is geen dier", zei Nadine, „waaraan ik zoote hekel heb als een pad." „O, er zijn padden, die te benijden zijnl" Nadine lachte, ongekunsteld en gelukkig als een kind in heb genot van haar zela- zamen triomf. Zij was nu overtuigd dezen zonderling overwonnen te hebben; daar lag hij nu in hot zand der arena, do Ier aarde geworpen zwaardvechter, die van haar genade of ongenade verwachtte. Maar zij zal hm onmeedoogend aan haar ketting weging te brengen voor zulk een technische Grondwetsherziening op één punt. Dit is eenvoudig ondenkbaar. Dit ware een Chineezcnwcrk, waartoe niemand in staat is. Wanneer er een drang naar alge meen kiesrecht was, cn wanneer er geen noodzakelijkheid bestond do dringers naar algemeen kiesrecht, door hun het blanco artikel toe te werpen, als eersten stap op den weg naar hun ideaal, voor den coali tie wagen te spannen, zou geen tegenstan der van algemeen kiesrecht or thans aan denken voor een Grondwetsherziening tot verkrijging van een blanco-artikel te ijve ren. Daarom is het zoo onoprecht te zeggen: ook zij, die tegen algemeen kiesrecht zijn, maar op wetenschappelijke technische gron den geen bezwaar tegen een blanco-artikel 80 der Grondwet hebben, (zooals sommige oud-liberalen en een deel der Unie-libera- lon), kunnen aan dezo beweging meedoen. Heel den omhaal van een Grondwetsher ziening uit te lokken alléén om een blanco- artikel 80 to krijgen, is óf een stap op den weg naar algemeen kiesrecht, óf tijdver- morsing. Daarom kan veilig gezegd worden, dat zij, die zonder algemeen kiesrecht te wil- lon, aan dezo beweging meedoen, den natio- nalen tijd en den horvormingsarboid opof feren aan hun zucht om het Ministerie te doen vallen. Wij vertrouwen, dat de kiezers over dit streven recht zullen doen. Onder 't hoofd„V akvereenigingen zegt „Do Nederlander": In de vakvereenigingen behoort geen scheiding te zijn tusschen do protestantsch- christelijko arbeiders van verschillende kerk genootschappen. Ook daar, waar do omstandigheden or too hebben geleid mede op grond van korke- lijk standpunt in afzonderlijke algomoe- ne bondon uiteen te gaan, daar behoort toch dat verschil weg te vallen in de v a k- vorecnigingcn. Deze danken hun bestaan aan het gemeen schappelijk bedrijf, waarin men werkt. Men zit er in met zijn vakgonoote n; d.w.z. met lien, naast wie men door God in zijn bo- roep geplaatst is. De giftige waan van den klassenstrijd, die do „neutrale" vakvereenigingen be- heerscht, noodzaakt de christenen afzonder lijke vereenigingen op te richten. En do lei ding der geestelijke adviseurs bij de R.-K. noodzaakt opnieuw de protestanten, op zich zelf te gaan staan. Maar verdere scheiding wordt door niets gevorderd en is daarom in strijd mot hot wezen der vakvereeniging, welke berust op de natuurlijke saómhoorig- heid van alle arbeiders in eenzelfde bedrijf. En niet alleen in beginsel, maar ook prac- tisch workt verdere scheuring nllornoodlot- tigst. De toch reeds vaak zoo kleine vakver eenigingen der christelijk© arbeiders -rij gen daardoor een nóg moeilijker strijd. Vooral in kleinere plaatsen, en in sommige bedrijven ook in de groote steden, wordt liet oproeien tegen den stroom der „neutrale" vereenigingen bijna onmogelijk. Het verheugt ons dan ook, dat de christ. sociale conferentie met algcmecno stem men de conclusie aannam, dat scheiding on der de protestantscho christenen op het tor- rein der vakvereenigingon in beginsel >s af te keuren. Vooral omdat mannen van do meest verschillende kerkelijke richbing tot deze conclusie hebben meegewerkt. Zoowel d6. Sikkel, van Amsterdam, als ds. Hoger- zoil, van Vorden. Zoowel ds. Gispen, van Baarn, als dr. J. R. Slotomaker de Bruine, van Nijmegen; enz. Hot doet ons leed, dat „D eVoorzor g", orgaan van den Christ.-Nat. Workmans- bond, een tegenovergestelde meening verde digt. Het blad schrijft: „Ten eerste is voor verecniging in één vak organisatie als eisch gesteld: „de Kerk er buiten." Daarmcdo nu is de onmogelijkheid der vereeniging uitgesproken. Want do w e r kma nsbond houdt er doKork i n. Het is een stuk van zijn roeping, om patroons en arbeiders, rijken en armen, als leden van één Kerk in do praktijk tot elkan- dor te brengen en alzoo do Kerk beter haar sociale positie te leercn begrijpen. Wonderlijk dunkt ons dezo „roeping, om leggen, waarvan de eerste schakel de trouw ring zijn zal. Dodazki zag nog don weer schijn dezer zegepraal op haar schoon gelaat en fluisterde Lolla toe: „Daar is iets ge beurd; zij heeft hem nu; ik wed, dat zij hem heeft." „Ik goloof, dat hij nu verliefd op mij ia,' zei Nadine zacht tot haar moeder terwijl zij bedaard met haar blanke hand hot wee- ke, rijke pelswerk van haar kazabaika streelde. IX. Verliefd was Salvator niet op Nadine, nog minder had hij haar lief met die diepe, kalme genegenheid, die uit gelijke gezind heid, gevoelens en aanschouwingen doge- lijkt nieuwe kracht on frischheid put. Maar zij oefende een soort van natuurlijke too verkraeht op hem uit, zij trok hem aan en hield hem vast met honderd dingen, die hem alle bevielen, hem haar nabijheid aan genaam maakten, zijn ernstige, sombere stemming verjaagden. Hoe vrijer zijn hoofd daarbij was, dos te gevaarlijker werd deze invloed voor hem, want hij zeido niet ten onrechte tot zichzelven: „Ik ben volstrekt niot verblind, noch door hartstocht, noch door liefde, ik zie allee helder en duidelijk en liet komt mij voor, dat dit een hoogst aardig meisje it*. Ik bedrieg mij niet, kan mij niet bedriegen, daarom zou het leven aan de zijde van deze schoone, aardige vrouw buitengewoon aangenaam zijn. Als ik haar trouw, dan sluit ik een m ar iago de raison in de beste beteekenia van hot woord, want mijn raison zegt mij in dit geval niet alleen: zij ia van goede fa milie, rijk, wèlopgevoed, schoon, alle maal hoedanigheden, waaraan ik geen of patroons en arbeiders, rijken cn armen, als leden van één Kork in de practijk tot elkan der te brengen". Vooral, waar hier blijkens het verband met „Kork" bedoeld is mat oe algcmeene Christelijke Kork, maar elk der afzonderlijke kerkgenootschappen, waarin deze op dezo aarde uitwondig uiteengaat. Wij zouden toch aan den schrijver willen vragon: Wunneer een Hervormd patroon Gereformeerde arbeiders heeft; wanneer een Geref. patroon Luthersche worklieden in dienst heeft; wanneer Hervormdo en Gereformeerde mannen dienen bij een Re- monstrantschen workgever, wenscht hij dan patroons on arbeiders, rijken cn armen, niet tot elkander te brengen? Wij zijn over tuigd van hot tegendeel. Ma-ar boe kan hij dan iets dergelijks neerschrijven, nog wel als grond voor zijn moening, dat de vakor ganisatie moet berusten op kerkelijko schoi- ding. Patroons cn arbeiders mooton tot elkander gebracht, omdat zij kinderen zijn van een go- slacht, loden van één huisgezin, beiden beelddragers Gods, geschapen om elkaar tot zegen te zijn Niot, althans niet in do eorsio laat staan dc éénige plaats, omdat zij bc- hooren tot één kerkgenootschap Want de zo maatstaf zou tusschen tal van patroons en arbeiders ccn muur optrokken. „Rijken en armen ontmoeten elkander; dc Heer heeft ze allen gemaakt". Dót is de grond voor de toenadering, dio het Christendom predikt. Wij verheugen ons, dat niet alle leden van den Chr.-Nat. Werkmansbond over het door vooren van de kerkolijko gedeeldheid in do vakvoreonigingen denken als de schrijver van dat artikel, en dat zelfs in de hoofd redactie van hot orgaan op dit punt geen eenstemmigheid blijkt to bestaan. Het is onze innige wensch, dat op dit punt steeds meerderen komen tot hot ruime standpunt, ter sociale conferentie ook door hen ingeno men, wier sympathieën aan do zijde van den Christ.-Nat. Werkmansbond liggon. De tij den zijn er waarlijk niet naar, door korke- Lijko staketsols don moeilijken gcmcenschap- polijken arbeid to belommeren. Aan het gewijzigd wetsontwerp op het arbeidscontract wijdt „Hot Volk" ccn beschouwing, dio aldus ein digt: Er zijn een paar punten, die al te diop in het vlcesoh van don arbci'dor drongen, van het ontwerp afgevijld, maar het goheol is een zuiver kapitalistisch stuk werk ge bleven Slechte bepalingen zijn gehandhaafd en van do goede is do working niet gewaar borgd. De heer Looff heeft waarsohijnlijk meer geleefd tussohon wetboeken on vermogens- procedures, dan hij het werkelijk leven van den arbeider heeft gezien. Hij kwam in rijn Memorie van Toelichting met mooie sooiale govoelens voor don dag, maar zijn ontwerp getuigt er niot van. Als zijn ge voelens ocht zijn, kent hij do misbruikon niet, die to bestrijden zijn. En kent hij deze wèl, dan geven wij geen duit voor zijn so ciale bedoelingen. In de inleiding van zijn Memorie van Antwoord schrijft hij dit nieuwe ontwerp do kracht toe om het so oiali-amo te beperken. Dat is een ijdole hoop. Tevredenheid zal dezo wet niet wok ken. Ook niot bij dc arboidors, die kerkolijk en politiek aan den kant van den Minis ter staan. Want overal, waar vakvereeni ging of andere arbeidersvereniging be staat, is men nu wel zoo gestemd, dat men, als een sociaal onderworp door den wetge ver wordt behandeld, iets wezenlijks ver wacht-. Do arbeider kijkt die dingen proo- trach aan. Hij berekent wat ze hem geven kunnen. En voor hem maakt do schoonste juridische 6chijn do armoede ook van dib gewijzigd stel bepalingen niet good. Wij zullen op enkele bijzonderheden n^g terugkomen, maar de indruk omt-rent do hoofdzaken staat vast: dat dc juingebrnch- te verbeteringen in onvoldoende mate t go- moet komen aan dc rechtmatige verlangens der arbeiders; dat het meeste, wat in het ontwerp tegen do patroons is geschreven, in veel gevallen een diode letter zal blijken, slechte weinig of geen waarde hecht maar mijn verstand zegt mij ook, dat wij ovorcent temmen, dat wij olkaar begrijpen, dat wij hoogst tevreden naast elkander zul len leven." Maar waarom dacht hij juist nu aan Bar- ba? Beviel zij hem ook niet? Voelde hij voor haar niot ceni deelneming, die hom racer dan eens in dc war had gebracht? Maar zij was een boerenmeisje zonder, eenige beschaving on stem. Misschien be stond daarin juist haar aantrekkingskracht dat zij stom was. Zoo zij had kunnen spre ken, zou haar onwetendheid, haar bekrom penheid, misschien zelfs haar ruwheid, aan den dag zijn gekomen. En nu vroeg hij zieli opeens af, vroolijk om zichzelven Lachend, of het tooh eigen lijk nieb dit stomme meisje mot dc spro- kondc oogen was, dat zijn eenzaam, van de wereld afgekeerd, onbevredigd hart hefc eoret ale ccn lentezuchtje luid aangeraakt^ en of niet Nadine tliana eigenlijk de bui de ontving, die voor Barba bestemd was, en die hij haar niet kon, niot wilde bren gen. Hij ging nu dagelijks naar Schcnkorva; bij wachtte hcelemaal niet af tot Dodazki hem haalde. Dikwijls reed hij des morgens reeds; er heen en kwam tegen den avond terug*; Terwijl hij zich tot dusvere als een gastj gedragen had, die bij gelegenheid komt cn uit beleefdheid galant is, maakte -dj thans Nadine op zijn eerlijke wijze heel openlijk het hof. Wordt vervolgd.) - l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5