Afbraak. 1000 Mei-Restaurant. Opruiming - UNION, Maison PBXNS, LIIDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 19 JANUARI. - TWEEDE BLAD. RUBRIEK VOOB DE JEUGD. Gebroken speelgoed. POFFEN. De Bakkerszoon. Een ongeluk. Wie het laatst lacht, lacht het best 2 vlugge Platzetters. TE KOOP AANGEBODEN. ng y Gedurende Januari Opruiming Hasselman Pander, Donkersteeg 16. Zondags na TWEE uren BESLOTEN. Rapenburg 8. «26 16 Déjeuners, Diners, Soupers. Gelir. Mathlener Co., Goncurreerende prijzen. Uitzending van Diners J. H. SÜNOERMEIJER, Stoomtram HAARLEM-LËI0M. Wegens de ongekend lage prijzen is het vervoer van Bestel-en Uraciltj^oe- deren per Stoomtram het voordeeligst. Goederen worden vervoerd naar Oegstjesst, Sassenheim, Lisse, Hillegom, Bennebroek, Heem stede en Haarlem om 7 u. 22 en 11 u. 15 V.M. en 3 u. 10 en 7 u. 04 N.M. Amsterd. lijd. Inlichtingen worden verstrekt aan het be- stelkantoor Clarasteeg No. 2 nabij de Mare. No. 13776. Anno 1905 Jaarlijks breng ik een bezoek aan Duitsch land; nu eens aan de eene, dan weder aan de andere stad en des ochtends, als mijn vrienden nog rusten of met iets anders be zig zijn, onderneem ik zwerftochten door de gewoonlijk minder bezochte straten, om eens terdege kennis te maken met zulk een plaats, want ook in onze vacantiedagen moeten wij iets leeren, wil die tijd niet yerloren gaan. Nu; schier overal waar ik kom, zie ik bier of daar een huis, met het deftige op schrift: „Poppenkliniek". Ik ging eens op inlichtingen uit, omtrent het gemiddelde aantal patiënten en bevond, dat het legio was, maar wat mij het meest trof, was het feit, dat men mij mededeelde, hoe het groot- jste aantal dier wassen of porseleinen kinde ren niet bij ongeluk, maar moedwillig ge- kwetst waren. Dit kwam ter sprake, nadat ik een klein Reisje met haar kinderjuffrouw had zien ^binnentreden, dat snikkend den poppenpro- fessor smeekte haar Gretchen te genezen, ei bijvoegende, dat het haar broertje Car! /twas, die haar de oogen had ingestoken, om Üte kijken wat er van binnen zat. „Wees maar heel gerust, troostte de ge lieerd© man, vanavond zal Gretchen geheeld 'zijn." Toen zij blijmoedig vertrokken was, Ischudde de wijze de golvende manen van izijn hoofdhaar, die ook al bij poppendok ters schijnen te behooren, en verklaarde plechtig: „Zoo gaat het ip de meeste ge vallen. Jongens en meisjes breken hun Speelgoed, hoe kostbaar het ook zijn moge, 'om te zien hoe het in elkander zit. Een groot gevaar voor later." Toen ik den man verlaten had, dacht ik 1 ernstig over zijn woorden na en moest hom 'gdijk geven. Er zijn niet alleen tal van kin deren, maar zelfs volwassen menschcn, wien men niets kan geven of zij nemen het uit elkaar, zonder dat zij in staat zijn het we ider in zijn vroegeren sta-at terug 11 bren gen. Nooit vergeet ik het droevig gejam mer, dat ik eens door een heele familie, jong en oud hoorde aanheffen, toen er een geschenk aankwam, een mooie koekoet klok uit het Zwarte Woud en de heer des huizes haar stuk maakte, om te zien boe het werk in ciKaar zat. Het gebeurde ver- I wonderde mij niet, want het was zijn gc.- .woonte, uit misplaatste leergierigheid, een gewoonto in zijn kinderjaren aangenomen. Hij was een zeer goedhartig man, het de^rl hem leed zijn kinderen in tranen te zon. den koekoek niet meer voor hen te kunnen laten roepen; hij zelf liep met du klok naar een horlogemaker, maar zij was ocdi.rven yoor altijd. Men kan niet altoos ranken, wat- door ons gebroken werd en daarom ir.ooten wij oppassen, dat zoo iefcï nooit c p- zettclijk plaats heeft. Wij moeten die gewoonto tegeneranc van onze eerste jeugd af, of wei: zij zal ons al- itijd bijblijven. Men verbeelde zich niet, dat •het alleen stoute kinderen zijn, die dat doen, volstrekt nietl Ik kende ran hooi na bij een allerliefst meisje, wie dat gebrek ook eigen was. Zij was eenig kind en bezat een fraaie speelgoedkast, maar deze lag onveranderlijk vol met gebroken voorwet 'pen en nooit kwam ik bij haar of zij droeg een kistje aan met eenmaal mooie voor- werpen, die ze mij vriendelijk verzocht, yreer te lijmen en te herstellen, totdat ik eens een ernstig gesprek met haar had en i haar voorgoed van haar vernielingsgeest ge- nas. Nu kan zij nog dikwijls al het moois betreuren, dat daarmede verforen ging. Ziet gij, lieve lezers, het komt niet zoozeer iaan op de poppen en andere zaken, die ge broken worden, als wel de gewoonte zelf. Al wat men zich aanwent, groeit met ons. Wie als kind speelgoed brak uit nieuwsgie righeid, zal als mensch kostbaarder zaken etuk maken, en dat leert ook wreed zijn. Iets later plukt men bloemen af, die men ■noch voor zichzelf, noch voor anderen wil hebben en weder op het warme zand neer werpt, om daar te sterven, enkel en alleen om te „plukken." Nog later gaat men kapel- Ier. vangen, die men niet behoeft, dieren kwellen, om te zien hoelang zjj dat sarren zullen verdragen en als zij zich eindelijk verweren wat hun recht is worden zij geslagen, omdat zij gekrabd hebben of ge beten. Men haalt vogelnestjes uit om te zien wat er in zit. Ten laatste, als mensch, is dat zulk een tweede natuur geworden, dat men ook anderen pijn gaat doen met woor den of daden, uit verlangen op te merken, hoe zij zich daaronder houden zullen. Hoowal in den laatsten tijd het spelen met de pop een weinig verminderd is en veel meisjes met een soort van trots ver klaren, dat zij nooit om poppen hebben gegeven, zoo zal dit speelgoed tooh altijd behouden blijven zoolang er naive kinder gemoederen o et taan. De pop heeft reeds eeuwen getrotseerd, want haar geschiedenis is bijna zoo oud als de menschhoid zelf. Reeds de oude Egyptkche en Romeinsohe meisjes hadden haar poppen. Zij hadden evenals de heidensche Germanen de gewoon te haar pop op den huwelijksdag den go den ten offer te brengen, welk gebruik la/- tor aan de christinnen verboden werd* In de besohavingtgeschiedenis der volken speelt de pop ook een rol getuige het pop pen- of marionettenspel'. Door poppen werd het eerste töoneelspel vertoond. Gedurendo den 30-jarigen oorlog verte genwoordigde het poppentheater goheol on al de tooneelkunst. Het tooneel werd zoo vervallen dat do tooneelspelera tegelijk goochelaars on pop- penspei'vertooners warenzelden slechts speelden zij zelf, meestal lieten zij de pop pen optreden. De hansworst gold als hoofdpersoon, zelfs in treurspelen; hij is do voorganger van onzen Jan Klaassen en van den nar in de stukken van Shake speare. Goethe noemde hot poppenspel do grootste vreugde zijner jeugd. Haydn dacht evenzoo, hij schreef vijf operetten voor het marionettentheater van Prins Esterhazy. Tot het begin van do vorige eeuw bleef de voorliefde tot het poppenspel bestaan; toon raakte het in verval, maar do pop bleef bestaannog heden betooveren de uitgestalde prachtige poppen niet alleen kinderen, maar ook groote mcnschen. Eens gold Neurenberg als de eigenlijke geboortestad der poppen. Deze kunstnijvc- re stad voorzag de wereld van speelgoed. Ook haar poppen zijn inderdaad kunst werken, daar men toen nog geen fabriek matige vervaardiging kende. Iedere pop- penkop kreeg zijn eigen gelaatsuitdruk king. Ook hadden de Neurenberger pop pen het eerst een mechaniek, dat hen deed l'oopen of do menschelijkc stem nabootsen. Later kwamen zij bij massa's in den handel. Do gladde porseleinen koppen met het porseleinen haar en do stompzinnige gezichtsuitdrukking behielden de overhand om dan plaats te maken voor poppen van was met „echt haar" of poppen van po- pier maché, die duurzamer waren. Tot altijd grootero volmaaktheid brachten het de fabrikanten. Tegenwoordig zijn er poppen met phonografen, die heele ge sprekken kunnen herhalen. Of men zulke poppon liever heeft dan onze grootmoeders haar eenvoudige houten poppetjes? Wij betwijfelen het. De modisten lieten zich vroeger, toen men nog niet zoo spoedig terecht kon met do vervaardiging van geïllustreerde mode journalen, poppen uit Parijs zenden naar de nieuwste modes gekleed. Dikwijls lie ten zich de dames ook poppen maken naar haar maat cn deden haar naaisters- vol gens deze werken. Tegenwoordig is de pop niets meer dan eon speelgoed, maar een klein meisje zon der pop is niot goed denkbaar en het is misschien niet eens zulk een groote deugd waarop men gaarne pocht als een meisje met zekere voldoening verklaart niet t>m poppen te geven. Het is dikwijls niet alleen een bewijs van gemis aan echte vrouwelijkheid en van de deugden, die daarmede samenhan gen, maar ook een gebrek aan phantasie on goed hart. Gelukkig dus de meisjes, die in haar jeugd gaarno met poppen spelen. Do lief- do en teoderheid, waarmode een jong meis- jeshartjo haar poppen omringt, is de kiem van een menschenliefde, die zich in latere jaren ontwikkelt en zich trouw zal toonen in lief en leed.. Op zevenjarigen leeftijd legde Antoine Drouot, de zoon van een eenvoudigen bak ker te Nancy, reeds een groote voorliefde aan den dag voor den militairen stand. Hij wilde altijd soldaatje spelen met zijn makkers en was dan steeds de generaal. Hij verdeelde, zoo klein als hij was, de jon gens in tweo kampen, de Franschen en de Oostenrijkers, en men had ze eens moeten zien op de vceti.igwallen. Zij sprongen over do verschansingen heen, renden elkan der achterna cn rolden tot in de grachten 1 De knaap nam zijn rol van veldheer zoo ernstig op, dat hij zijn manschappen ook wilde betalen on het weinigje, wat hij in zijn spaarpot had aan hun soldij opging. Misschien ook had hij bemerkt, dat zijn vrienden anders wel' eens de voorkeur aan een ander spelletje zouden geven. Toch zou Drouot zijn leven lang diezelfde belangeloosheid, die geringschatting voor geld toonen. Napoleon bewonderde dit zoo zeer in hem, dat hij op zekeren dag zeide: „Drouot vreest evenmin de armoede als •den dood 1" Zijn ouders wisten niet wat hij met zijn geld uitvoerde en hij was bly als hij eenige stuivers kon geven aan vrionden, die ar mer waren dan hij. Maar vaak, als hij eeni ge uren achtereen oorlog gevoerd had op de wallen, keende hij, met zijn papieren steek cn houten sabel, maar ook met een scheur in zijn broek terug. Zijn moeder hiolp hem dat ongeluk her etellen. De vader echter was minder toe gevend; als- hij iets daarvan bemerkte, dan volgden er klappen en bromde de bakker: „Dat is allemaal gekheid. Je hebt zulke dwaasheden niet noodig om goed brood to maken." Bescncrmd door een rijken heer uit de str die dikwijls vol vermaak zijn doen en laten had gadegeslagen, liet de knaap do ovens- van zijn vader en allo brooden in den steek om naar de militaire school to Metz te gaan. Hij legde daar schitterende exa mens af en verliet haar op zijn negentien de jaar als officier der artillerie. Men was toen in het jaar 1743. Antoino Drouot blonk uit bij alle veldtochten van het keizerrijk. In 1813 was hij divisie-gene raal en adjudant des keizers-. Zelfs vadeiv Drouot was thans over hem tevreden. De bakkerszoon had het dan ook ver gebracht. Een ironing- als paard. Gij hebt zeker wel eens geboord of ge lezen van Hendrik IV, koning van Frank rijk, een der beeto vorsten, die ooit den Franschen troon bestegen hebben. Yan hem wordt verhaald, dat zijn minister Sulley hem eens aantrof, bezig voor paard te ppelen met een zijner kinderen. Dit strook te ook best met den aard cn het karakter van dezen Koning, die meestal goed ge luimd, gul van hart en vrooiijk gestem 1 was-. Hij is evenwel de eenige koning ni_>fc, van wien vormcld wordt, dat hij paard gespeeld heeft. Maar dat de geschiedenis dit uck beschrijft van een vorst, wegens zijn ach terhoudendheid, stroefheid, stilzwijgendheid en zelfs somberheid bekend, klinkt onge looflijk, en tooh is het gebeurd met Willem III, koning van Engeland en stadhouder der Nedorlanden. Willem III was te Londen en had zich wegens gewichtige bezigheden in een kal mer van zijn paleis opgesloten, in gezel schap van zijn secretaris, met wien hij ar beiden moest. Te midden dezer ernstige bezigheid wordt er aan de deur geklopt. „Wie ie daar?" roept de koning, knor rig, dat men hem kwam storen. „Ik ben het, ik Lod Buckl" was het antwoord van een vierjarig knaapje, do zoon van den graaf van Dorset, ©en van 's Konings hoogste staatsdienaren. De Koning werd door het lieve stemme tje van het kind terstond vriendelijk ge stemd. Hij glimlachte en vroeg, terwijl hij de deur opende: „En wat verlangt Lord Buck?" „Dat u het paard wilt zijn voor mijn koets," antwoordde de kleine Lord Buck ingham. „Ik heb u al overal gezocht." Do Koning zag zijn secretaris lachend aan en zei tot hom: „Onder deze omstan digheden moet ik wel één oogenblik het werk staken en mij naar den wensch van Lord Buck voegen." Hij nam nu de leidsels, die de kleine in do hand hield, bond ze zioh om, en liep nu zoolang als paard de kamer rond, tot dat beiden, Koning en Lord, moe waren. Hot was een goodo afleiding voor den Koning, dio toonde, dat hij in weerwil van zijn ernst, toch een kinderlijk hart bezat. Hoe jammer dat hijzelf geen kinderen had 1 Wie weet hoe gaarne hij met hou zou gespeeld hebben I Het poëzie-album. Er zijn zoker zeer weinigen onder onzo jonge vriendinnen, die niet in het bezit zijn van een poëzie-album. Hot is dus wol de moeite waard, een korte beschouwing te geven over dit zoo zinrijko als1 nubtigo boek. Wij noemen het zinrijk, omdat zich daarin vaak een menigte poëtische en sohoono gevoelens verbergen; nuttig, omdat het de herinnering bowaart aan zoo menig aangenaam uur on aan lieve vrienden en vriendinnon. Het poëzie-album is als zoodanig nog niet ouder dan een 25-tal jaron. Vroeger heette het eenvoudig album on schreef men er niet alleen gedichten, maar ook album- verzen in. Nog vroeger heette het „stam boek", en als zoodanig was het in do Mid deleouwen zeer verspreid, maar niot be stemd voor kinderhanden. Do geleerden cn odclliodon plachten het op hun reizen mede te nomen en hun gast- heeren, vrionden en vakgenooten voor te leggen ter teckening. Dan bleef het niet bij woorden alloon Wouaorsehoone miniatuurteiskcningen en schilderwerken van do zijdo der mannen, kunstvolle schikkingen van gedroogde bloe men, haren, enz. van de vrouwen worden in dc albums geplakt. Ook kende men toen geen afschrijven van andermans leven£wijs hei u en aphoristisohe spreuken. Ieder gaf een eigen inval, een bijzonder woord voor dit bijzondere geval bedacht. Zoo komt het, dat do tot ons gekomen stamboeken uit den goeden ouden tijd een groote geschied- en letterkundige waarde bezitten. De boteokenis van het woord album heeft in den loop der tijdon vele vcrandoringen ondorgaan. Bij de oude Romeinen was het een met gipt overdekte tafel, die in hot oponbaar werd tentoongesteld en waarop in zwarte lettors alles gesahreven stond, wat op het algemeeme welzijn betrekking had. Men noemdo iedere openbare lijst een album; hieronder begrepen de lijsten van senatoren, roohtere, leeraren en anderen. Daar dezo lijsten niet allen op een blad konden, worden zij bijeengebracht; zoo ver scheen dat album nu eena als een verza meling witte, aan elkander geplakte of bijeengelegd© bladen. Als losse bladen kenden het ook onze grootouders, nadat het, zooals wij reeds op merkten, als stamboek door personen va - hoogoren stand, hoogere ontwikkeling tot aan teckening van gowiohtigo gcbcurten'i-ten werd gebruikt en langzamerhand in fomi- liegcbruik overging. In Frankrijk begon men verzamelingen aan to leggen van gedachten van beroemde dichters, voornamelijk van teekeningci v.vi bekondo schilders, waaraan men den voim van een boek en den naam van album gaf. Deze mode vond zeer veel bijval in En geland en Duiteohland en werd vooral in de hoogero kringen zeer nagevolgd. Spoe dig breidde zich de benaming van album ala titel voor letterkundige en artistieke verschijningen meer en meer uit. En tok in ons land zijn er zeor velen, die er oen poëzie-album op na houden. Het waa een vreeselijk oogenblik, zooak men er gelukkig zelden anders dan iu droomon doorleeft. Victor had een mooi- nieuw pak aan, pas met het Kerstfeest ont vangen en zijn niahtjo Fine, niot veol ouder dan hij, was ook in haar beste kJco- ren, want het was Zondag. Nu regende hot geweldig. In de woning dor grootouders^ waar do zoom en dochters met hun kindo ren voor de Kerstvacantie waren overge komen, zaten do volwassenen gezollig bij elkander to keuvelen. Een paai- kleintjes speelden in do kinderkamer en ons tweetal poogde zich te verstrooion met hot sohrij- von van verhaaltj et on raadsels. 1 Daar sprong Fine op, om te gaan kijkon hoe laat het was en, o I verschrikking der verschrikkingen! zij wierp daarbij do inkt pot omver en de dertienjarige Victor was zóó ontsteld, dat hij er niet aan dacht het ding weer overeind te zetten. „Rcddon! Redden 1" gilde Fine, vol ont zetting denkondo aan het mooie kleed der strenge grootmama. Maar hot wa*- al te laat, kleino donkoro straaltjes liepen als zwarte addertjes over do tafel, do kinderen poogden zo op te vangen mot de handen, met papier, tevergeefs 1 Het tapijt kreeg toch het noodige donkere vocht op de lichte rozen on Victor't pak werd er door bevlekt. Op hun gegil kwamen do ouders en ook grootmama toeloopen en nu viel or een stroom van verwijten: Victor's moodcr ver weet hem, dat hij haar tot doD bedelstaf bracht on zijn grootmoedor verklaarde, dat hij zich moest sobamen op zijn leertijd nog niet com mot inkt te kunnen omgaan. Onzin I bromde dc driftig geworden knaap, die toch zijn niohtje niet w.ivio ver raden. Dat woord maakte do zaak nog erger, maar opeens nam Fino, die wel oen poosje kac' geaarzeld van angst, een kloek besluit en do armen om den hals van do vrouw des huizes slaande, zeide zij „Grootmama, het is alles mijn schuld, ik heb den inktkoker bij ongeluk omge worpen. Het spijt mij zoo vreetolijk, dat ik u vondriet aandeed. Wilt u hot mij ver geven? En vooral wat Victor heeft gezegd? Ik alleen ben hot cn ik zal u mijn boelen spaarpot geven voor het kleed cn Victor's pak." Het waren niet haar woorden, moor ook de tranen in hoar oogon, die do strenge vrouw ontwapenden. „Een gulle bekentenis maakt veeJ goedi mijn kind", zeide zij en kuste met ongewo- no teederhoid hot blondo kopje. „Behoud jo enkele guldens maar en... wat Victor botroft, wil ik vergeten, wat hij zeide." BIJSCHRIFTEN BIJ DE DRIE PLAATJES (Ingez. door Thijs do Kcuning to Leiden). Ons Jantje was een kloino guit En haaide wel eens streken uit, Zoo bond hij aan mops z'n pooton Een omraer zoodat hij niet kon loopon, Hij lachte er bij cn had plezier Om do angst van 't arme dier. De pret die duurt niot erg lang, Want mops z'n maatje ia niet bang, Hij gaat achter ons Jantje staan En pakt hem flink eens even aan, Ons ventje schreeuwt al van do pijn En roept au au wie zal dat zijn. Toen vloog hij weg, zeer vlug ter been Zijn hemd kwam door zijn broek al heen, En mops cn z'n maatje bleven staan, Terstond gevsaagd: Stoomdrukker!) A. DORSMAN, Noordwijk. 668 6 Een bekwaam Teekenaar, dageiyks eenige uren beschikbaar hebbende, zag gaarne dien tyd aan gevuld met het geven van onderwijs of met werk thuis. Brieven Bur. van dit Blad No. 613. 6 Door geen opvolger en te drukke bezigheden wordt het Hólel- Restaurant „DU RUIN" en Pension „KLEIN DU RUIN", te Katwijk a/Zee, met gehee- len of gedeeltelijken Inven taris Deze zaken zyn alvorens men koopen "wil, te huur; de Inventaris is dan op gemakkelyke conditie over te nemen. Ook wil de eigenaar in onderhande ling treden met een werkend Com pagnon, die dan na z|jn bevinding de voorkeur heelt de zaken te koopen. Alleen Brieven van Vakmannen, mot vermelding van hun werkkring der laatste twee jaren, worden be antwoord. 661 26 A. VAN LEEUWtl, Eigenaar. van alle soorten Tapijten, Gordijnen, Kurk tapijt, Vitrage», Loopers, Karpetten en diverse MEUBELEN, voor veel verminderden prijs. Leiden, Hoogewoerd ill-115. TapUten en Gordijnen worden pasklaar gemaakt en bewaard tot den schoonmaak. ,53 30 Evenals vorige jaron zullen door ons verschillende export; uitschot kleuren en balansrestanten worden verkocht, tegen 6 A 10 cents. De prezen der aangeboden Sigaren loopen van 5 tot 8 cents, door elkaar. Ieder kooper ontvangt één 6 cents Bismarck; twee 4 cents, twee 2J cent en één 2 cents Sigaar. Ieder kooper ontvangt bovengenoemde indeeling. Ey grootere afname geen korting. Om aan de aanvraag van vorige jaren t« voldoen, leveren wy Bismarck in ood fust, f 3.— per ÏOO. 214 28 Houlhandel en Stoomzagerij, H2 e Leidschendam. van al 80 Cents, 1.— hooger. Beleefd aanbevelend, Wed. A. BACKER, Papeugracht 4. 796 7 Raam- en Deurkozijnen, zware Binten, Foudeeriug- platen, Ribben, een groote party Marmeren Platen, (voor Toon banken, enz., enz.,) Marmeren Tegels, Hardsteen, ond Eiken hout en Paneclen. Voorts: Losse Denren en Ramen, Trappen, Planken, Gootsteenen, IJzeren Kolom men, Lantaarns, Balkon- en ander Hekwerk, enz., enz., enz. Handel in Nieuw Hout, zeer concnrrccrend. 7766 25 Aanbevelend, Hooge Rijndijk, Villa „Cornelia." Enveloppen f 1.90, lOOO KuiUinlIëii of Nola's f 2.60, ÏOOO Briefkaarten (1ste qnalltclt) f 2 50. alles bedrukt met naam, adros, enz. Handelsdrukkery firma KOOYKER, Nieuwe RIJ» 10. By groote getalion voordeellgo prUzon. 10480 10 De Administratie van het „Leidsch Dagblad" belast zich met het plaatsen van Advertentiën In alle Bladen. dsch y itsen 8749 41

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 5