De Parijsche bank-van-Ieening. Reizende schoolkeukens. Weelde aan het Russische Hot Van jaar tot jaar vindt men inFransche oladen opgaven over'den Mont-de-Piété; en het is altijd weea* een belangwekkend re laas, dat men daar leest, want zelfs de meest doire opsomming van de inventarissen van deze b i. -van-leening, juist in oen we reldstad aJs' Parijs, levert stof tot de meest dramatische fantasieën. In het vorig jaar heeft, als zoovele voor gaande jaren, het horloge weer de eerste plaats ingenomen vat het aantal betreft. Toen de Monhde-Piété werd ongericht in 1777, vulden reeds het eerste jaar de inge brachte uurwei ken veertig vaten. Heden ten dage bedragen de verpande horloges jaarlijks 350,000, dat is dus 1000 per dag. of 40 pei uur; zoodat bijna elke minuut een horloge binnengebracht werden daar Paiija 2,700,000 inwoners telt, moet men rekenen, dat reeds op achtjarigen leeftijd de Parijzenaar zijn horloge gaat beleenen. Op de horloges volgen de trouwringen, die in Parijs dus blijkbaar niet nauw sluiten. In de laatste jaren werden er 60,000 ver pand. Een goedhartige dame besloot, toen zij hooide, dat zoovele trouwringen op den lommerd stonden, om al deze symbolen van de echtelijke trouw in te lossen en aan hun eigenaars terug te geven. Maar toen zij met den directeur onderhandelde en vroeg hoeveel duizend franken wel noodig waren, riep deze uit: „Ach, wij hebben voor meer dan een half millioen trouw nu- geu 1" De koop schijnt daarop afgesprongen te zijn. Maar er zijn heel wat materieel kost baarder' voorwerpen dan trouwringener wordt nu ia den Montrde-Piété een diadeem bewaard, w.e op 445,0^ fr. geschat is. Aan wie het toebehoort is een streng geheim, want evenals de gasten in een groot hotel, kent men de voorwerpen in een bank-van- leening niet naar den naam van hun eige naar, doch volgens hot nummer van in schrijving. Een belangrijke afdeeling is die dei bron zen, die tot een keurig museum zijn verza meld, want in Frankrijk dienen bronzen beelden en kunstvoorwerpen meer can el ders tot woningversiering; vooral Napoleon komt er in honderden gedaanten, houdingen en standen voor. Maar naast verhalen van weelde vertellen de stomme verzamelingen van deze bank- van-leening eindelooze geschiedenissen van ellende en kommer: de statistiek van het afgeloopen jaar noemt 36,728 dekens, 22,988 kussens, 9870 matrassen. En dan zijn het gewoonlijk de maanden, dat de huishuur vervalt, dat hierbij de hoogste cijfert voor komen, al toont y>ok de vacantie- en' reis- maano' hooge cijfers van inbreng. Er is ook humor in den Mont-de-Piété te vinden. Het is gewoonte, dat 7 pCt. rente der ingebrachte goederen wordt betaald en dat wanneer deze rente over zekeren tijd niet is voldaan, de goederen verkocht wor den. Zoo slaat het record van deze boni- betaling een dastpeld, die in Juni 1852 voor 18 f.\ beleend werd; een ring van 7 fr. 'staat er sedert 1858, en in Maart 1860 is 'een broek beleend, waarvoor nog steeds trouw de verschuldigde rente wordt be taald. Men vraagt zich af wie hier de eigenaars zijn. Gieriga -ds, die van hun goed geen afstand willen doen'? Of een gevoe'cmensch, voor wien aan het dure pand dierbare herin neiingen zijn verbonden. Sol s gebeurt het, dat de panden den eigenaars zonder betaling teruggegeven worden. In 1789 gaf het Hof het voorbeeld, door 300,000 livrer te schenken cn ce pandjes der armsten in te lossen. Gedurende de be legering van Parije in 1870 besloot de Re- geering al het lijfgoed, dat tot bedragen onder 15 franken wat beleend, aan de be zitters terug te geven, gezamenlijk tot een bedrag van 700,000 fr. En de luohtschipper Santos Dumont sohonk de helft van zijn ge wonnen prijs van 100,000 fr. om de klec- dingstukkaa «ohoenen, gereedsahappen en lijilinnen in te lossen^die op den dag. oat hij zijn reis om den Eiffel toren volbracht, in het pandjeshuis waren beleend. Daartoe behoorde toen ook een gebit.... waarschijn lijk beleend, omdat de eigenaar niets meer te bijten had. Hoewol de Parijsche Mont-de-Piété zeker niet kieschkeurig it met het aannemen der panden, werden het vorige jaar 55,000 voor werpen geweigerd. De ongelukkigen, wier bezit nog te ellen dig was voor de bank-van-leening 1 Slavernij. Als je eens in gezelschap bent, Waar ze sterke dranken drinken, Weet dan eens een flinke vent En laat daar je woord weerklinken: „Dank je voor je lekkernij, De oorzaak van veel slavernij Kom je soms in bangen nood, Zoek dan niet je troost in drinken! Op eiken nacht volgt morgenrood, De ster der hoop blijft altijd olmkeu! 'k Bic je, al krijg j'ook averij, Vaak toch steeds voor slavernij I Lacht de wereld je soms uit, Om 't bespottelijke: niet-drinken, 't Best is, dat je de ooren sluit 1 En je oogen zien er zinken. Denk, die het laatst lacht, dat ben jij, Nooit een man in fclavernij. Denk je ook wel om je kind? Wees toch daarom bij de pinken Zorg, dat 't steeds een voorbeeld vindt, Want ook 't zien brengt ons tot drinken. Voedt je kinderen op als wij! Geen grooter ramp dan slavernij In Zweden is het hu ishou don derwijs al sinds vele jaren in het leerprogramma der volksscholen opgenomen, al ia hot ook niet als vcrplioht vak. In Stockholm en in eenige der andere groote steden is het vrij wel algemeen op de volksscholen inge voerd en meestal verbonden met school- voeding. Het eten, dat 's morgens door de leerlingen bereid wordt, dient tot middag maal voor do behoeftige schoolkinderen; dikwijls combineeren de schoolkeukens zich, voor de huur van een lokaa*, met de zg. „arbetsstugor" (kinderhuizen). Bij den bouw van nieuwe volksscholen wordt in de laatste jaren direct ïekening gehouden met het huishoudonderwijs; enkele daarvan hebben keukens, die ware modelinrichtingen zijn. De groote kwestie is nu, om het huis houdonderwijs ook tot het platteland uit te strekken. Het is in Zweden onmogelijk, dat eenige gemeenten samen één schoolkeu ken inrichten; daarvoor woont de bevolking veel te verspreid. Op initiatief van mej. j Lagorstedt, leerares aan een Gothenburg- sche schoolkeuken, heeft men in de laatste vier jaren de proef genomen met reizende kookcursussen, in verschillende deelen van het land, tot zelfs in het hooge Noorden. Van uit Stockholm, Gothenburg en Upsala werden deze reizende schoolkeukens" uit- gezonden; de onkosten werden betaald ge deeltelijk door een subsidie van 100, die het ,,Hus*llningsalskap" (Huishoudelijk genootschap) voor iederen cursus verstrekt, gedeeltelijk uit giften van particulieren. Voor de gemeenten zelf, waar zulk een cursus georganiseerd werd, waren de onkos ten dus wel overkomelijk. Zij verplichten zich alleen, om een lokaal te verschaffen, met kookkachel, en een kamer voor de on derwijzeres, natuurlijk met verwarming en verlichting. De geheele verdere keukenin ventaris wordt meegebracht. De cursus duurt zes weken, de l:ssen hebben geregeld iederen dag plaats van 8 uren 's morgens tot '8 middags 3 of 4; als de leerlingen dus trouw opkomen, waarop streng gelet wordt, j kunnen zij in dien tijd wel eenige geschikt heid in koken, wasschen, enz. verkrijgen, en de bedoeling is dan toch ook, dat de cursut minstens iedere 2 jaar herhaald wordt. Iedere leerling (er kunnen 16 meisjes aan den cursus deelnemen) betaalt vooraf 6 kronen 3.30), maar geniet daarvoor ook' iederen dag behalve 's Zaterdags, een! warm middagmaal en dagelijks een atevig ontbijt. Voor het overblijvende eten wordt; altijd gemakkelijk een afzet gevonden, daar het tegen den zeer geringen prijs van 161 öre per portie verstrekt wordt. Mej. Lagorstedt en de overige leeraressetr zijn zeer tevreden over de voorloopige re sultaten, vooral omdat zij bemerken, hoe betrekkelijk gemakelijk zij de leerlingen, zeiven en de gezinnen van hun vooroordee-, len, wat de voeding betreft, hebben gene zen, zoodat zij nu al op eenige plaatsen vooruitgang kunnen constateeren. UIT KOHEA. In het begin van November j.l. ie de kroonprinses van Korea gestorven. Zij was 34 jaren oud en sinds langen tijd ziek. De dood van een lid van het Keizerlijk Huis is voor de Korean en geen eenvoudige zaak, want de hooge begrafon it kosten en do langdurige rouw zijn zeer belemmerend voor het maatschappelijke verkeer. Evenals voor de Keizerin-Moeder moet het volk voor de Prinses een vol jaar rouwen. Dit gebruik is in langen tijd niet zoo streng gehandhaafd en men moet tot de Ming- dynastie in China teruggaan, om een pre cedent te vinden. De begrafenis op staats kosten heeft na drie maanden plaata; de Koreaansche regeering stond er een milli oen voor af 1 Nauwelijks werd dit echter bekend, of de Japanfcche financieel© raad gever Megata protesteerde krachtig en be duidde den Minister van Financiën, dat hij niets meer zonder hem mocht doen. Dat was tegen het Japansoh-Koreaansche ver drag. En daar hem, Megata niet vooraf om raad gevraagd was, weigerde hij zijn toe stemming. Wat de Koreamen nu zullen doen, weet men niet; de Prinses zal toch wol ter aarde besteld moeten worden. Een andere, voor het volk zeer gewich tige zaak, u-' het hertrouwen van den Kroonprins, omdat geen meisje in Korea huwen mag zoolang de keizerlijke prinsen niet zijn voorgegaan. Menige zucht stijgt nu uit den boezem der Koreaansohe brui den op... Maar zij zijn er toch nog niet zoo al echt aan toe als de lijfartsen van de overleden Prinses, die alle vier werden gevangenge zet en hun patiënte misschien al reeds volgden naar het land, waar geen dokters meer noodig zijn. Aan het Hof te St.-Petersburg heerscht op het punt van eten en drinken een weel de al8 in geen andere vorstelijke huishou ding in gansch Europa. De keizerlijke tafel koet jaarlijks schat ten. De keuken is Fransch en menig groot res taurateur in Parijs heeft eerst zijn fortuin te St.-Petersburg gemaakt. Len der rijk sten onder de voormalige keizerlijke lijf koks is de vermaarde Cubat, wiens naam aan een geheel op Parijsche wijze inge richt, hoogst chic restaurant te St.-Peteis- burg verbonden is. Bij de keizerlijke keuken komt wat kij ken. Het oppertoezicht heeft natuurlijk in de eerste plaats de hofmaarschalk, nu graaf Paul Benckendorff. Dan volgt e eigenlijke leider, de zg. kamerfourier. Dit is een ge wezen kok, die den rang heeft \an kolonel, {sic), uniform, steek en degen draagt, en beplakt is met iidderorden en andere on- 'derscheidi n gsteekenen Het per-oneel bestaat allereerst uit de „kanselarij", waartoe behooren 12 secre tarissen en 4 onder-fouriere, 24 hoofdla keien, 34 lakeien, IS onderlakeien en 54 as sistent-lakeien. Aan bet hoofd der spijsbe reiding staan twee chefs, beiden Fran- sohen, die ongeveer evenveel verdienen als ©en minister bij ons in westelijk Euiopa.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1905 | | pagina 11