No. 13760.
LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 31 DECEMBER. - TWEEDE BLAD.
Anno 1904.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Een Kerstgeschiedenis.
mecning een wa-a^chuwing noocig hebben.
Anders ware het al heel onkiesch, aan zijn
meer conservatieve volgelingen nauwelijks
verbloemd te zeggen: Past op, anders neem
ik den steun aan van Drucker en Treub
en TroeLstia, dan laat ik aan mijn Crom-
welliaansche neigingen vrij sped on vestig
ik, Kuyper, de klasse-regeering der „klei
ne luyden." Hij is inderdaad in zoo ruimen
zin een homme capable, dat met de
mogalijkheid van zulk een evolutie gere
kend zou moeten worden, indien zij uit
zicht op welslagen had. Zijn gebleken vij
andschap tegen elke macht in den Staat,
die niet bereid is hem te aienen, zal hij
ongetwijfeld ook tegen het kiezerslichaam
willen richten, indien dit aanstalten maakt
hem in 1905 een „halt" too to roepen. Ik
moot een zeer slechte diagnose gemaakt heb
ben van dr. Kuyper'6 karakter, als hij
niet behoort tot de categorie van staats
lieden, voor wie het bezit van macht op
zichzelf een zoo groot genot is, cat zij, om
haar te behouden, tot wisseling van steun
punt te vinden zijn, zoo lang het maar
effontjes gaat Voor iemand van de over
tuiging van dr. Kuyper is dit bijzonder
gemakkelijk, daar: immers naar zijn sub
jectieve opvatting, de eero Gods er mee
gemoeid is, dat hij en geen ander in No-
corland machtig zijl
Evenwel schijnt mij de gedreigde manoeu
vre op het gebied van hot kiesrecht toch
wel wat al te doorziohtig en zakelijk te
zwak, om wezenlijk uitzicht op een nieuw
steunpunt voor hem te bieden.
Dr. Kuyper weet heel goed, dat ik bij
den voortgezetten tegenstand van zijn groep
en die van Tak-Borgesiue en bij den'lau-
wen steun van een deel dor katholieken
cn der ministerieele liberalen de kieswet
van 1896 slechts heb kunnen tot stand
brengen door do kracht der argumenten,
dio ik cr voor kon bijbrengen. Hij wept
mede heel goed, dat bij ons gemengd stel
sel van armenzorg een kiesstelsel, welks
goede working zou hangen op eon uitslui
ting van beceeldcn, practisoh onuitvoer
baar is, en dat, als de uitsluiting der be
deelden valt, ook die van de wanbetalers
van belasting kwalijk houdbaar ia Het
beweren van liberale zijde: wij willen ook
beperking, maar lang3 een andere lijn, is
alzoo een der bekende wegwijzers zonder
weg. Dr. Kuyper weet ook heel goed, dat
voor het gewichtig vraagstuk van het ge
meentelijk kiesrecht, in 1896 met één en
kele stem meerderheid tot oplossing go-
bracht, destijds nooit ernstig een andore
oplossing is voorgesteld. Dit vraagstuk
wordt tegenwoordig maar kalmpjes door de
Borgcaiusgroep geïgnoreerd, terwijl dooi do
ancero groepen do gemeente stillokens ais
het bijzonder tenein van do klasse-regee-
ring van min- cn onvermogenden wordt ge
prepareerd. Nu kan het ook dr. Kuypei
niet ontgaan, dat het bewustzijn hiervan
slechts in het land krachtig bohoeft door to
dringen, om ook do schijnbaar sterke com
binatie Kuyper-Troelstra- Drucker finaal
machteloos te maken, zelfs al neemt zij Bor-
goeius in den kattebak mee. Eindelijk weet
or. Kuypei heel goed, dat hij in 1897 voor
zijn verzameld krijgsvolk do deputaten-
vergadoring plechtig do strijdbijl be
groef, omdat het zijn zijn eigen wooi-
den door de kieswet Van Houten aan do
oligarchie van het p ay a 1 ga 1 voor altijd
de doodsteek was toegebracht en gezondo
democratische ontwikkeling mogelijk was
gemaakt. („Standard", 30 April 1897).
Zijn eigen groep zou hem bij nieuwe evolu-
tiën met Troelstra en Drucker waarschijn
lijk niet eens volgen.
Ik denk, dat vio rechter-groep of-groepen,
voor welke zijn waarschuwing bestemd was,
zich alzoo niet zullen verontrusten. Vermoe-
c olijk zullen zij zich houden vooi gowaar-
schuwd cn hun premior en zijn gangen
nauwkeuriger surveil loeien. Daarentegen
ben ik niet zoo gerust, dat niet een deel
dor oxtiêmo gaucho zich weder laat
vangen. Aan die zijde zijn velen zoo dikwijls
reeds voor het zoet gefluit dca vogelaars bo-
I zwokenWie aan mensohen zonder geschikt
heid en welstand kiearec^- belooft, schijnt
hun den hemel op aarde te openen en ia
vooi' hen zoo gevaarlijk, als de rattenvan
ger van Hameln voor de kinderen. Zoo zijn
zij nu eeiwnaal.
De nieuwgevormde Nation a 1-H i 8-
toriache part ij, wier program van be
ginselen dezer dagen in het licht verscheen,
hiold enkele persorganen bezig.
De „Nieuwe Rotterdam sche
Courant" licht eerst de doopceel van
den naam der partij, welke naam haar her
innert aan wijlen „deD gemoedelijken"
vice-admiraal De Casembroot. De oor
sprong van den naam is niet helder. Groen
sprak het eerst van Christelijk-Historisch;
latere dissidenten van Groens partij namen
den naam Christelijk-Nationaal aan. Een
combinatie van die twee namen, met ver
mijding van het etiket „Christelijk" dus
historisch-nationaal of Dationaal-historisch
heeft altijd bekoring gehad voor dissiden
ten van do oude conservatieve of anti-Thor-
beckiaansche partij. In deze buurt onge
veer meent de ,,N. Rott. Ct.", dat de
nieuwe partij thuis hoort.
Wat haar beteekenis aanbelangt, meent
het blad, dat, als haar leiders zich thuis
konden vinden in de politiek van dr. Kuy
per, zij niet de behoefte zouden gevoeld
hebben een nieuwe partij te vormen, maar
eenvoudig zich zouden hebben aangesloten
bij de „Christelijko" coalitie. Hierin zoekt
het blad de beteekenis, vooral wanneer
men bedenkt, dat het aanvankelijk den
schijn had alsof in die coalitie de overgo-
bleven elementen der oude conservatieve
partij bezig waren zich op te losBen.
Het blad gelooft niet, dat men veel van
de Nat.-HistorischeD te wachten heeft.
„De Amsterdammer", Weekblad
voor Nederland, is van oordeel, dat de
Nat.-Hist partij haar naam hiermee zal
rechtvaardigen, dat zij uit de vaderlandsche
geschiedenis als norm voor haar Staats
recht precies nemen zal, wat haar uit die
geschiedenis als conservatieve partij wen-
8chelijk schijnt; evenals do Chr.-ilist. par
tij uit het Christendom haalt wat haar te
pas komt; de rest eenvoudig liggen laat.
Uit de namen van de veertien heeren,
die het „program van beginselen" vasttel-
den, komt het blad tot de conclusie, dat
men er een hofpartij in heeft te zien.
„Van de veertien" schrijft het
„woont geen enkele in een onzer drie groo-
te koopsteden, Amsterdam, Rotterdam en
Groningen maar niet minder dan v ij f
zijn Hagenaars, zoodat men aflicht geneigd
zijn te denken aan een Haagscho Nati-
onaal-Historische partij. Voor zoover wij
kunnen nagaan, heeft deze Nat.-Hist. partij
ganschelijk geen behoefte gevoeld, zich met
het handels- en nijverheids-element te
encanailleeren. Let men verder op den
6land, waaruit deze Nationaal-Historische
partij schijnt voortgesproten, dan telt men
onder de veertien heeren zeven blauw-
bioedigen, nl. drie baronnen en vier jonk-
heerenAls men nu ziet, dat deze par-
tijformeering een Haagsch karakter draagt,
dat do helft der formeerders uit hoofde van
hun adcf'.lijk praedicaat hoffiihigo mannen
zijn, en dan nog bovendien de Hof-archi
varis zelf, uit het oogpunt van nationaal-
historische geleerdheid onder do stichters
do primus inter pares is... zal dan de on
derstelling kunnen uitblijven, dat deze na-
nationaal-hiatorische partij eigenlijk een
hofpartij wil zijn."
„De Limburger Koerier" ziet
met genoegen, dat de partij „rekening (wil)
houden met het godsdienstig karakter van
het (openbare) volksleven." Al is die zin
snede wat vaag, daardoor vindt zij dan
toch haar plaats aan do rechterzijde bij de
Christelijke partijen.
Indien nu evenwel eon al te haastig oor
deelaar verheugd zou willen zeggen: „Een
nieuwe steun dus voor de Calvinistisch-Ka-
tbolieke coalitie" daü waarschuwt „De
Limb. Koerier" eerstens, dat de hou-
In No. 7 zijner „Staatkundige
Brieven" schiijft m r.S. van Hou
ten:
Zoo langzamerhand wordt er licht ver
spreid over de samenwerking mot af
spraak, dio er in 1894 in het geheim
tusscheai de gioep Tak en dr. Kuyper heeft
plaats gevonden.
Laatstgenoemde zeide op 10 Deoember het 1
yolgende
„In 1894 is zulk een proef een proef
;van een groepeering van de „gauche's" van
'liberalen en clericalcn genomen van pro
gressieve zijce, waarin ik zelf, gelijk werd
herinnerd, niet zoo heel onschuldig was.
Maar ook toen is de uitkomst geweest, dat
de beide „gauohe's", die zioh verbonden om
te overwinnen, verloren en dat juist het
element, dat zij meenden te moeten terug
dringen, heeft gewonnen. (Hand. p. 542)."
j En nog opmerkelijker is de waarschuwing
;van cr. Kuyper aan de thans met hem
verbonden groepen, die waarlijk nog niet
ivolgzaam genoeg schijnen te wezen, in deze
(uiting terzelfder plaatse:
„Vraagt men nu of ik een dergelijk sa
mengaan (der ,,gaucho"s) por se uitgeslo
ten acht, dan antwoord ik daarop, dat dit
cr. i. niet steeds het geval behoeft te zijn,
ja, dat cr een moment denkbaar is, waarin
een zoocanigo groepcering niet aileen mo
gelijk, maar ook noodig zou kunnen zijn.
......Zoo de zaak staande, blijf ik zeg
gen, dat ik niet per re ch mogelijkheid van
elke andere combinatie (dan de tegenwoor
dige) betwisten zou, maar dat ik een andere
Scombinatie, krachtens het verloden, niet
aanbevelenswaardig acht-, ornaat zij op zich
zelf aan groote bedenkingen, wat do perso
nen betreft, ondciworpcn is eQ nooit anders
geoorloofd zal zijn dan voor oen tijd, met
het oog op een bepaald doel en onder be
hoorlijk accoord."
De uitdrukking, 'dat de combinatie krach
tens het verleden niet aanbevelenswaaidig
ia gebleken, slaat op 1 H tusschcn de Kuy
per- cn Kerdijk-groepen meermalen ter
sprake gekomen verschil, of de steun, dien
laatstgenoemde groep aan eenige voorstel
len van mij op het gebied van het ondei-
wijs heeft verleend, al dan niet in strijd
was met de afspraak. Daar geen der be
trokken partijen de gomaakte afspraak zelf
ooit heeft gepubliceerd, blijft dit punt
Voor ons onopgelost.
Men voelt cn tast wat di'. Kuyper wil.
Blijkbaar heeft hij indertijd, terwijl hij zich
zelf steeds op de vlakte hield, de verdeeld
heid over de techniek van Tak's kieswetont-
werpon aangeblazen. Zijn toeleg was toen,
door Talc te stijven in diens verzet tegen
de aanneming van do huurwaarde der wo
ning voor het personeel als kenmerk van
welstand van den bewoner, het tot-stand-
komen van diens wetsontwerp te voorko
men en tot Kamerontbinding te drijven.
Die toeleg is, helaas, destijds maai al to
goed gelukt, al is zij ook voor Kuyper ten
slotte op een misrekening uitgeloopen. Hij
ziet nu aankomen, dat de breuk, door Tak's
Kamerontbinding ontstaan, langzamerhand
heelt, en liberalen van allerlei gading zich
togen hem zullen combineeren. En tevens,
dat, wat men ook ovei Grondwetsherzienin
gen cn blanoo-Grondwetsartikclen keuvelen
moge, de groep, die van aJlemanskiesreoht
niet gediend is, bij machte zal zijn op dit
punt een stellig veto uit te spreken, zoo
dat liet vertrouwen op do liberale partij,
als geheel, in den lande zal teiugkeeren.
Dan is het natuurlijk met Kuyper's rijk
gedaan en komen wij weder in den gewonen
toestand, dat een nuance van de midden
partijen in de politiek den pas aangeeft.
Daarom wordt hot oude spelletje nog eens
beproefd, ditmaal naar twee kanten.
Eenerzijds om do oppositie te vei doelen,
anderzijds om de Regeeringspartij onder
worpen te houden.
Ik weet niet recht, waar de schoen in de
Regeeringspartij wiingt, maar er zijn er
blijkbaar onder haar, die naar Kuyper's
Maar niettegenstaande deze uitnoodi-
ging heel edelmoedig klonk, werd cr toch
geen gevolg aan gegeven. Borthold bleef
weg en zijn vader begon nu zijn spaarpen
ningen te verzamelen voor een reis, waar
op hij liet spoor van den vermiste wilde
vinden. Natuurlijk droeg zijn edele schoon
moeder tot dit doel ook bij, en een vrij aan
zienlijke som lag gereed.
Toen Bcrtba cn haar man op eon dag in
Augustus op hun balkon do aanstaande
reisplannen besproken, verscheen mevrouw
Augarten mot een bedrukt gezicht: „Kin-
deien, hoo betreur ik het, dat ik vandaag
de brengster ben van een jobstijding."
„Het ongeluk, dat wij van u, ce goodo
geest van ons huis, hooren zullen, zal wel
niet zoo groot z n", scheruco Wader, en
Bcrtha riep, teiwijl zij haar moeder om
helsde en haar vroeg te gaan zitten: „Zoo-
dra gij hier zijt, i8 alles mooi en goed;
Walter verlangde juist naar u, om uw
goeden raad te vernemen
„Kinderen, wcest flink! Vader heeft
door de failli ten van twee Banken zijn
Vermogen veil oren 1"
Dit bericht kwam stellig onverwachts en
er volgden een paar minuten van cicp
Etii..ijgen. Bcrlha vlijde zich tegen haar
mc-der aan en flui.steide: „Dat zal nu
voor u reden zijn om voor altijd bij ons te
blijven."
„Ach, die arme vader!" zuchtte mevrouw
'Augarten bodiukt. WaJter riep, bezield
door een goede gedachte: „Wij zullen vader
dadelijk do som geven, die voor mijn reis
plan bestemd was, want hij zal wel drin
gende betalingen te doen hebben; ik zal
dadelijk het geld halen."
Hij haastte zich naar zijn kamer cn
kwam teiug met een lecren taschje, met
bankbiljetten gevuld, dat hij zijn schoon
moeder aanbood. Zij bleef er bij, dat zij
zijn offer heel grootmoedig vond, maar zij
zou cr geen gebruik van maken. Toen be
sloot Walter plotseling om zelf naai zijn
eohoon vader te gaan, dien hij bezig vond
met het nazien der conto-boeken. Zone er
omwegen strekte Walter zijn hand naar
hom uit ©n hij legde do zijne daarin, zon-
dei bo spreken. Walter zotte het doel van
zijn bazoek uiteen en lei het gevulde leeren
taschje op zijn schrijftafel neer. Augarten
bedekte zijn gezicht; de ijskorst om zijn
hart was gesmolten; hij schreide. Toen
roikto Waltei vol modelijden h©m nogmaals
cc hand on vroeg: „Laat vergeven en ver
geten zijn, wat ons scheiddel Laat ons nu
aainen het ongeluk dragen, dat ons heeft
getroffen. Gij hebt uw vermogen verloten,
ik treur om mijn zoon en ik heb diep be
rouw over hetgeen ik met mijn stijfhoof
digheid misdaan heb."
Augarten diukte de vriendelijk aangebo
den hand van Walter en bokence verplet
terd: „Wat moet ik dan zeggen 1 Mijn
koppigheid van jaren goleden heeft mij
mijn fortuin ontnomen om mijn kleinkin
deren on uw gelukkig huisoLijk leven to
leeren kennen 1"
„Ons huis staat nu ook voot u open,
vaderkom bij ona wonen, al is het in een-
voudigen, dan toch in tovroden kring!"
Augarten dankte aan gedaan: „Gij zijt
ccele menschen; het moet een heerlijk eQ
harmonisch lev a met uliedcn zijn. Good,
ik stem er in toe en hoop uit bot verlies
van mijn vei mogen nog zooveel te redden,
dat ik mij niet heelemaal als klaploopcr
bij jo behoef to voelen."
En zoo gebeurde het ook. De verkoop
van twee huizen dekte een gedeelte der
verplichtingen ©n de gedwongen verkoop
der goederen liep gunstig af; ook kwamen
ei achterstallige betalingen binnen bij een
koopman, die als eerlijk bekend stondL Hij
schikte zich gelaten in do veranderde om
standigheden, maar Li.ad ook allo re
den om over zijn omgeving tevreden, te
zijn. Bertha scheen hem do goodo engel te
zijn, die vooi de gezelligheid van het huis
zorgde, en toen, bij c n langdurig lijdea
van haar vader, wiens gezondheid sedert
het bankroet geknakt was, kwamen haar
geduld en opoffering duidelijk aan het
licht.
Maai Walter offerde aan de familie zijn
^grootslen wemach op: co reis, dio hem
zijn zoon moest terugbrengen. Zijn verdien
sten werden nu op een andere manier ge
bruikt, voornamelijk voor do kosten van
de ziekte, en, helaas, ook van de begrafenis
van zijn schoonvader.
Na den o'ood van Augarton verdiepte
Walter zich vlijtiger dan ooit in het oom-
ponceren en voltooide een kleine opera,
wam van hij groote verwachtingen koester
de. Het werk bcvatto goede inspiraties en
beloofde suooea. Do loden van het tooneel-
orkest, dat hij dirigeerde, toonden zich be
reid om hun best te doen bij de repetities.
Wel verlangden zij van Walter een weder
dienst, die bestond in het verzoek, of hij
een verzoekschrift aan het schouwbuigbc-
stuur mee wilde onderteekenen om verhoo
ging van salar te krijgen. Waltei wees
dit verzoek af, daar hij het nuttclooze er
van reeds inzag. Nu begon de strijd in het
oikast en de repetities voor de opera van
den kapelmeester werden op een manier
afgebroken, die aanstoot gaf. Op zekeren
dag, toen de violisten weder een& opzette-
ding der heeren Nationalen in zake het
arbeidersvraagstuk niet deugt. In
dit opzicht stemt „D e L i m b. Koerier"
in met het (Kath.) „Huisgezin", dat
schreef
„Overtuigend is gebleken, dat in zake het
verzekeringswezen (tegen ziekte, invalidi
teit en ouderdom) het particulier initiatief
ten eenenmale ontoereikend is en een in
grijpen der overheid dringend geboden.
Heel de sociale wetgeving naar achteren
schuiven met een wissel op een niet afzien
bare toekomst, getuigt niet van politiek be
leid.
Een partij, die zich met een dergelijk
programma aandient, zal nooit nationaal
worden; en historisch is ze evenmin, daar
ze de ontwikkeling der denkbeelden op
maatschappelijk en economisch gebied in de
laatste 20 a 30 jaren eenvoudig negeert."
En ten tweede deugt volgens „De Lim
burger Koerier" nog minder het
standpunt, dat „deze godsdienst-voor-het
volk-behoudende mannen" innemen in ,,d c
neteligo onder w ij s-quaesti e"„
want zij staan, lijnrecht tegenover dc Hoo
gor-Onderwijs-Wet van Minister Kuyper."
Daar staat echter weer tegenover, dat zij
met hun economise h-f in a ncieelo
wenschen den vrijzinnigen freetraders vol
strekt niet in het gevlei komen Op econo
misch gebied, getuigt ,,D e Limb. Koer."
hebben ze „de eenigwaro leer", die „de be
langen van den handel tot richtsnoer en de
bevordering van den nationalen arbeid toe
doel" heeft.
Uit een en ander concludeert „D e
Limb. Koerier":
„Tot welk een houding in de practijk die
vermenging van waarheid en dwaling zal
leiden, is nog niet met zekerheid vast tc
stellen.
Maar wij vreezen met groote vreeze, dat
de partij ten slotte den verkeerden weg zal
opgaan en bij de conservatief-liberalen
zal aanlanden."
„De Nod er lander" oordeelt, dat
do nieuwe partij blijkbaar bestaat uit
menschen, die van het liberalisme, zooalf
L;t door de zweep van Troclstra wordt
voortgedreven, genoeg hebben, en aan dc
andere zijde zich niet thuis gcvoolen bij
do groepen der rechterzijde.
„Basis van cenhcic zoeken zij niet ineen
confessie of ccnïg ander beginsel, maar in
aansluiting aan de historie. De partij
„zoekt haar grondslag niet in eenig be
ginsel, dat uitteraard slechts door een
dcol det* volks kan worden omhelsd, doch
in do geschiedenis, waarvan de studio
voor ieder Nederlander mogelijk is. Te
genover beginsclis waarvan de toepassing
blijkens do ervaring, verdeeldheid in het
loven roept, wordt van onze zijde eon
grondslag aanbevolen, dio vereenigl, al
thans vercenigon kan."
Of de „toepassing" ook van dezen grond
slag niet vordeeldhcid in hel leven kan roe
pen, wordt voorshands niet onderzocht. En
de heeren hebben daarin tot zekere hoogte
gelijk. Zij mooton zich voorloopig niet te
zoor bekommeren over do toekomst, maar
zioh vermeien in do gulden onbezoigdc par
tij jeugd.
Met belangstelling zullen wij dc natio
naal-historischen aan hot werk zien. Daar
de grondtoon van on3 „nationaal" karakter
„christelijk is, schijnt er grond te bestaan
voor het vertrouwen, dat wij, ohristolijk-liis-
torisohen, menig punt van aanraking diet
hen zullen hebben. En in elk gov. 1 kan inge
stemd worden met wat de „N. Prov.
Gr on. Crt." schrijft: „Dit is zeker, dc
mannon dozer partij staan heel wat dichter
bij ons dan de socialisten of vrijzinnig-
democraten."
Wanneer vlo nieuwe partij inderdaad in
do nationaaJ-historischc lijn blijft, en het
tegenwoordig Ministerie getrouw blijft aan
haar voornemen, om, onder afwijzing van
enghartige partijpolitiek, op 'de Christelijko
grondslagen van ons volksleven voort te
bouwen, dan zien wij Li niet vc-ra toekomst
ook deze partij medewerken aan 'do politiek
lijk valsch inzetten, maakte do booze kapol-
meeöter do opmerking: „Gij zijt boosaai
digo vioolspelers, maar geen kunstenaars."
Hierop i cgon er een afschuwelijke katten
muziek van de belcedigce orkestleden, dio
er plezier in hadden, om, in plaats van
die lievo melodieën van Walters epera te
begeleiden, rare straatdeuntjes te spelen.
Walter probeerde het bij te leggen en
nam plechtig het wooid: „boosaardigo vi
oolspelers" terug. Hij zag in, dat zonder
den goeden wil van het orkest zijn opera
verloren zou zijn. Schijnbaar was do viedo
hersteld, maar het onverklaarbare geding
der orkestleden tegenover hun leidci Wal
ter werd steeds onrustbarender. Dc aan
voerder dei rebellen in het orkest, do eerste
vL 3t, een stijfhoofd met geen goed hart,
keek bij do repetities zoo somber als een
tooncelbooswicht om zich heen. Maar, men
verhinderde den voortgang der repetitie»
niet.
De avond' dor eerste opvoering dor ope
ra was gekorven. Bleek cn zenuwachtig be
trad Walter zijn dirigeorstocl. Met een
boosaardigen glimlach koken de eerste vi
olist cn eenige stijfhoofu.-n in het orkest
hom aan. Do ouvertujro begondc fris-
acho cn lieflijke thema's der opera daaiin
werden met groot© vaardigheid uï^voerd.
Bij het slot van het voorspel weergalmde
hot gebouw van bijvalsbetn in Dc cor-
ste akto was tot het midden afgespeeld.
Daar trad de Drima donna op, die in
tonen haar nood moest klagen. Zij begon
haar melancholieke aria to zingen. Maar
hoor, wat was dat? Haar droevige aria
ging over in een vroolijko wals, die bet
orkest begon to spelen. Do zangeres ont
stel.1©, hield op met zingen en verdween
achter de coulissen. Do rebellen van het or
kest speelden daarna een polka-mazurka
va i een bekenden componist. Walter klop-
d©r rechterzijde en, zij het op onainankclijk
oritisch standpunt, steun bieden aan de Ho*
georing, die zij nu reeds, in dit eerste num
mer van haar orgaan, in het artikel „Do
kritiek op het Regeeringsbeloid" op zeer
te waardeeren wijze tegenover de onbillijke
aanvallen der linkerzijde verdedigt."
„Do Standaard" schreef over sa
menwerking:
Van mcor dan één kant is reeds op da
noodzakelijkheid gewezen, dat men bij da
komende stembus onzerzijds niet over cn
weer tegen elkanders oandidaten moet op
treden.
Ook ons komt dit logisch voor.
Waar ccn lid aftreedt, dat getoond heeft
met do tegenwoordigo groepcoring van
harte meo te gaan, zou liet eigen spel be
derven zijn indien mon tegenover zulk
een lid een togen can didaat onzerzijds stel
de, en al den wrovel voor onze rekening
nam, dio hieruit licht geboren wordt.
Toch zou dit niet kunnen, indien we niet
gelijke bereidwilligheid vonden in distric
ten, waar een lid der anti-revolutionnai-
re partij aftreedt
Zulk rcchtstrecksch stemmen op den can-
didaat van de andere partij is alleen denk
baar bijwijze van ruil, cn laat, mits dit
beiderzijds aanvaard worde, do zelfstan
digheid van elke partij onaangetast.
Wie uitruilt effacecrt zich niet, maar
blijft wie hij is.
De kans staat dan ook schoon, dat het'
hiertoe komen zal, on dat dit samengaan
dc eenheid voor wat dc samenwerking aan
gaat, bov or doren zal.
Moeilijker da aren teren staat do vraag
voor districten, die nog veroverd moeten
worden.
Bij zulk soort districten toch dient er
vóór alles op gelet, welke candidaat dc bes
te kansen op slagen biedt, maar komt toch
ook dc cis dl der welwillendheid in aan
merking, dat men .aan dc andere partijen,
mot welke men samenwerkt, billijk;- a-sen
laat.
Er moet geen zucht zijn, om elkander een
vlieg af la vangen.
Hiertoe zal nu tweeërlei noodig zijn.
Ten eerste, dat de comité's der onder
scheidene groepen intijds overleg pingen.
En ton tweede, dat men lette op do wezen
lijke krachten, dio door niouwo aanwinst
aan de rechterzijde van dc Kamor kunnen
worden toegevoegd.
Een. Regccrings-mccrdorheid is iets an
ders 'dan een minderheid van oppositie.
Ze heeft behoefte aan zoodanige perso
nen, die tijd genoeg vrij hebben, om zioh
bij dc Kamcrwcrkzaamhodcn onder do
werkende leden te laten indeclcn.
„De Volks b o d o" (orgaan tot hand
having van het christclijk-historisch ka
rakter des natio") komt ook op do Min a-
h a s s a-zaak terug cn maakt molding van
ccn door haar ontvangen schrijven van den
oud-resident Jellcsma, waaruit zij het vol
gende mededeelt:
...„Moet nu de Minahassa weder in beroe
ring gebracht worden? Door do komst van
den bisschop, met dc kcrkolijko ceremoniën,
daaraan verbonden, zullen do protestanfc-
sche Minaha8sers weder opgeschrikt wor
den. Mogen daardoor misschien niet zoo
dadelijk rustverstoringen ontstaan, naar
mijn innige overtuiging, gebaseerd op lang-
durigo bekendheid met 't volk, zal do komst
van den bisschop in do binnenlanden van
die streek, waar do bevolking gehecht is
aan den protestantachen godsdienst, niet
nalaten bedenkelijke gevolgen na zich to
slepen: het vuur van den geloofshaat zal
ontbranden; de rust en do orde zullen in
gevaar worden gebracht. Do Minahassrr
moge uiterlijk kalm schijnen, hij is harts
tochtelijk van aard. Dat is vroeger meer
dan eons gebleken, toen Roomscho geeste
lijken met te veel ijver pogingen aanwend
den tot het maken van bekeerlingen onder
de protestantsche inlanders.
De komst van den bisschop zal spoedig
to met zijD stok af. - ct orkest speelde de
danswijs verder. Hei had zich laten meo-
sleepen door het schandaal, waai c'oor Wag
ner's „Tannhauser" opvoering in de groote
opera te Parijs mislukte. Toen werden er
ook in het oikest straatdeunen gespeeld,
terwijl do loden der Jockey-club op kleine
metalen fluitjea loten als straatjongens.
Eindelijk betrad de ochouwburgc ireoteuT/
aan do zijde van een commissaris van po
litie het toonecl en sprak, tot het onkeet
gewend
„Mijno heeren 1 Houdt rekening met het
publiek en verhindert niet do uitvoering
van onzen kapelmces>-ter. Ik zou niet gaar
ne willen, dat do wettelijk© gevolgen van
uw gedrag op u woióen toegepast."
Daar viel hem do chef der rebellen, do
eerste violist, in do rode: „Waarom hebt
gij geon rekening met ons gehouden cn
niet onze traktementen voihoogd? Wij heb
ben het recht om te staken cn doen heb
ook. Gij hebt geen medolijdon met ons ge-
liad; wij behoovcn hot ook niet met u te
hebben. Op, makkersDo staking begint 1"
Bij c.eze oproeping verhieven zich onder
hevig gefluit van het publiek de orkest
leden en verlieten, do mccsten met hun
instrumenten, het gebouw. Zij bc^itadcn
het niet weer, want vóór hot begin van
het seizoen hadden zij zich verbonden bij
een anderen opera-troep.
Walter was als vorplcttctjd. Hij voeldo
zich weerloon tegenover een heele bende
stijfhoofdenzijn opera wera niet opge
voerd, cn daar dc schouwburg-diiccteur
weigerde voor den korten tijd, dien het
6peeLaoL?o?n nog duundc, ccn nieuw or
kest tc engageoren, bleef hem niets andeis
over dan zijn kapclmecsteraambt neer te
leggen.
(Slot volgt.)