No. 13760. LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 31 DECEMBER. - TWEEDE BLAD. Anno 1904. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Een Kerstgeschiedenis. mecning een wa-a^chuwing noocig hebben. Anders ware het al heel onkiesch, aan zijn meer conservatieve volgelingen nauwelijks verbloemd te zeggen: Past op, anders neem ik den steun aan van Drucker en Treub en TroeLstia, dan laat ik aan mijn Crom- welliaansche neigingen vrij sped on vestig ik, Kuyper, de klasse-regeering der „klei ne luyden." Hij is inderdaad in zoo ruimen zin een homme capable, dat met de mogalijkheid van zulk een evolutie gere kend zou moeten worden, indien zij uit zicht op welslagen had. Zijn gebleken vij andschap tegen elke macht in den Staat, die niet bereid is hem te aienen, zal hij ongetwijfeld ook tegen het kiezerslichaam willen richten, indien dit aanstalten maakt hem in 1905 een „halt" too to roepen. Ik moot een zeer slechte diagnose gemaakt heb ben van dr. Kuyper'6 karakter, als hij niet behoort tot de categorie van staats lieden, voor wie het bezit van macht op zichzelf een zoo groot genot is, cat zij, om haar te behouden, tot wisseling van steun punt te vinden zijn, zoo lang het maar effontjes gaat Voor iemand van de over tuiging van dr. Kuyper is dit bijzonder gemakkelijk, daar: immers naar zijn sub jectieve opvatting, de eero Gods er mee gemoeid is, dat hij en geen ander in No- corland machtig zijl Evenwel schijnt mij de gedreigde manoeu vre op het gebied van hot kiesrecht toch wel wat al te doorziohtig en zakelijk te zwak, om wezenlijk uitzicht op een nieuw steunpunt voor hem te bieden. Dr. Kuyper weet heel goed, dat ik bij den voortgezetten tegenstand van zijn groep en die van Tak-Borgesiue en bij den'lau- wen steun van een deel dor katholieken cn der ministerieele liberalen de kieswet van 1896 slechts heb kunnen tot stand brengen door do kracht der argumenten, dio ik cr voor kon bijbrengen. Hij wept mede heel goed, dat bij ons gemengd stel sel van armenzorg een kiesstelsel, welks goede working zou hangen op eon uitslui ting van beceeldcn, practisoh onuitvoer baar is, en dat, als de uitsluiting der be deelden valt, ook die van de wanbetalers van belasting kwalijk houdbaar ia Het beweren van liberale zijde: wij willen ook beperking, maar lang3 een andere lijn, is alzoo een der bekende wegwijzers zonder weg. Dr. Kuyper weet ook heel goed, dat voor het gewichtig vraagstuk van het ge meentelijk kiesrecht, in 1896 met één en kele stem meerderheid tot oplossing go- bracht, destijds nooit ernstig een andore oplossing is voorgesteld. Dit vraagstuk wordt tegenwoordig maar kalmpjes door de Borgcaiusgroep geïgnoreerd, terwijl dooi do ancero groepen do gemeente stillokens ais het bijzonder tenein van do klasse-regee- ring van min- cn onvermogenden wordt ge prepareerd. Nu kan het ook dr. Kuypei niet ontgaan, dat het bewustzijn hiervan slechts in het land krachtig bohoeft door to dringen, om ook do schijnbaar sterke com binatie Kuyper-Troelstra- Drucker finaal machteloos te maken, zelfs al neemt zij Bor- goeius in den kattebak mee. Eindelijk weet or. Kuypei heel goed, dat hij in 1897 voor zijn verzameld krijgsvolk do deputaten- vergadoring plechtig do strijdbijl be groef, omdat het zijn zijn eigen wooi- den door de kieswet Van Houten aan do oligarchie van het p ay a 1 ga 1 voor altijd de doodsteek was toegebracht en gezondo democratische ontwikkeling mogelijk was gemaakt. („Standard", 30 April 1897). Zijn eigen groep zou hem bij nieuwe evolu- tiën met Troelstra en Drucker waarschijn lijk niet eens volgen. Ik denk, dat vio rechter-groep of-groepen, voor welke zijn waarschuwing bestemd was, zich alzoo niet zullen verontrusten. Vermoe- c olijk zullen zij zich houden vooi gowaar- schuwd cn hun premior en zijn gangen nauwkeuriger surveil loeien. Daarentegen ben ik niet zoo gerust, dat niet een deel dor oxtiêmo gaucho zich weder laat vangen. Aan die zijde zijn velen zoo dikwijls reeds voor het zoet gefluit dca vogelaars bo- I zwokenWie aan mensohen zonder geschikt heid en welstand kiearec^- belooft, schijnt hun den hemel op aarde te openen en ia vooi' hen zoo gevaarlijk, als de rattenvan ger van Hameln voor de kinderen. Zoo zijn zij nu eeiwnaal. De nieuwgevormde Nation a 1-H i 8- toriache part ij, wier program van be ginselen dezer dagen in het licht verscheen, hiold enkele persorganen bezig. De „Nieuwe Rotterdam sche Courant" licht eerst de doopceel van den naam der partij, welke naam haar her innert aan wijlen „deD gemoedelijken" vice-admiraal De Casembroot. De oor sprong van den naam is niet helder. Groen sprak het eerst van Christelijk-Historisch; latere dissidenten van Groens partij namen den naam Christelijk-Nationaal aan. Een combinatie van die twee namen, met ver mijding van het etiket „Christelijk" dus historisch-nationaal of Dationaal-historisch heeft altijd bekoring gehad voor dissiden ten van do oude conservatieve of anti-Thor- beckiaansche partij. In deze buurt onge veer meent de ,,N. Rott. Ct.", dat de nieuwe partij thuis hoort. Wat haar beteekenis aanbelangt, meent het blad, dat, als haar leiders zich thuis konden vinden in de politiek van dr. Kuy per, zij niet de behoefte zouden gevoeld hebben een nieuwe partij te vormen, maar eenvoudig zich zouden hebben aangesloten bij de „Christelijko" coalitie. Hierin zoekt het blad de beteekenis, vooral wanneer men bedenkt, dat het aanvankelijk den schijn had alsof in die coalitie de overgo- bleven elementen der oude conservatieve partij bezig waren zich op te losBen. Het blad gelooft niet, dat men veel van de Nat.-HistorischeD te wachten heeft. „De Amsterdammer", Weekblad voor Nederland, is van oordeel, dat de Nat.-Hist partij haar naam hiermee zal rechtvaardigen, dat zij uit de vaderlandsche geschiedenis als norm voor haar Staats recht precies nemen zal, wat haar uit die geschiedenis als conservatieve partij wen- 8chelijk schijnt; evenals do Chr.-ilist. par tij uit het Christendom haalt wat haar te pas komt; de rest eenvoudig liggen laat. Uit de namen van de veertien heeren, die het „program van beginselen" vasttel- den, komt het blad tot de conclusie, dat men er een hofpartij in heeft te zien. „Van de veertien" schrijft het „woont geen enkele in een onzer drie groo- te koopsteden, Amsterdam, Rotterdam en Groningen maar niet minder dan v ij f zijn Hagenaars, zoodat men aflicht geneigd zijn te denken aan een Haagscho Nati- onaal-Historische partij. Voor zoover wij kunnen nagaan, heeft deze Nat.-Hist. partij ganschelijk geen behoefte gevoeld, zich met het handels- en nijverheids-element te encanailleeren. Let men verder op den 6land, waaruit deze Nationaal-Historische partij schijnt voortgesproten, dan telt men onder de veertien heeren zeven blauw- bioedigen, nl. drie baronnen en vier jonk- heerenAls men nu ziet, dat deze par- tijformeering een Haagsch karakter draagt, dat do helft der formeerders uit hoofde van hun adcf'.lijk praedicaat hoffiihigo mannen zijn, en dan nog bovendien de Hof-archi varis zelf, uit het oogpunt van nationaal- historische geleerdheid onder do stichters do primus inter pares is... zal dan de on derstelling kunnen uitblijven, dat deze na- nationaal-hiatorische partij eigenlijk een hofpartij wil zijn." „De Limburger Koerier" ziet met genoegen, dat de partij „rekening (wil) houden met het godsdienstig karakter van het (openbare) volksleven." Al is die zin snede wat vaag, daardoor vindt zij dan toch haar plaats aan do rechterzijde bij de Christelijke partijen. Indien nu evenwel eon al te haastig oor deelaar verheugd zou willen zeggen: „Een nieuwe steun dus voor de Calvinistisch-Ka- tbolieke coalitie" daü waarschuwt „De Limb. Koerier" eerstens, dat de hou- In No. 7 zijner „Staatkundige Brieven" schiijft m r.S. van Hou ten: Zoo langzamerhand wordt er licht ver spreid over de samenwerking mot af spraak, dio er in 1894 in het geheim tusscheai de gioep Tak en dr. Kuyper heeft plaats gevonden. Laatstgenoemde zeide op 10 Deoember het 1 yolgende „In 1894 is zulk een proef een proef ;van een groepeering van de „gauche's" van 'liberalen en clericalcn genomen van pro gressieve zijce, waarin ik zelf, gelijk werd herinnerd, niet zoo heel onschuldig was. Maar ook toen is de uitkomst geweest, dat de beide „gauohe's", die zioh verbonden om te overwinnen, verloren en dat juist het element, dat zij meenden te moeten terug dringen, heeft gewonnen. (Hand. p. 542)." j En nog opmerkelijker is de waarschuwing ;van cr. Kuyper aan de thans met hem verbonden groepen, die waarlijk nog niet ivolgzaam genoeg schijnen te wezen, in deze (uiting terzelfder plaatse: „Vraagt men nu of ik een dergelijk sa mengaan (der ,,gaucho"s) por se uitgeslo ten acht, dan antwoord ik daarop, dat dit cr. i. niet steeds het geval behoeft te zijn, ja, dat cr een moment denkbaar is, waarin een zoocanigo groepcering niet aileen mo gelijk, maar ook noodig zou kunnen zijn. ......Zoo de zaak staande, blijf ik zeg gen, dat ik niet per re ch mogelijkheid van elke andere combinatie (dan de tegenwoor dige) betwisten zou, maar dat ik een andere Scombinatie, krachtens het verloden, niet aanbevelenswaardig acht-, ornaat zij op zich zelf aan groote bedenkingen, wat do perso nen betreft, ondciworpcn is eQ nooit anders geoorloofd zal zijn dan voor oen tijd, met het oog op een bepaald doel en onder be hoorlijk accoord." De uitdrukking, 'dat de combinatie krach tens het verleden niet aanbevelenswaaidig ia gebleken, slaat op 1 H tusschcn de Kuy per- cn Kerdijk-groepen meermalen ter sprake gekomen verschil, of de steun, dien laatstgenoemde groep aan eenige voorstel len van mij op het gebied van het ondei- wijs heeft verleend, al dan niet in strijd was met de afspraak. Daar geen der be trokken partijen de gomaakte afspraak zelf ooit heeft gepubliceerd, blijft dit punt Voor ons onopgelost. Men voelt cn tast wat di'. Kuyper wil. Blijkbaar heeft hij indertijd, terwijl hij zich zelf steeds op de vlakte hield, de verdeeld heid over de techniek van Tak's kieswetont- werpon aangeblazen. Zijn toeleg was toen, door Talc te stijven in diens verzet tegen de aanneming van do huurwaarde der wo ning voor het personeel als kenmerk van welstand van den bewoner, het tot-stand- komen van diens wetsontwerp te voorko men en tot Kamerontbinding te drijven. Die toeleg is, helaas, destijds maai al to goed gelukt, al is zij ook voor Kuyper ten slotte op een misrekening uitgeloopen. Hij ziet nu aankomen, dat de breuk, door Tak's Kamerontbinding ontstaan, langzamerhand heelt, en liberalen van allerlei gading zich togen hem zullen combineeren. En tevens, dat, wat men ook ovei Grondwetsherzienin gen cn blanoo-Grondwetsartikclen keuvelen moge, de groep, die van aJlemanskiesreoht niet gediend is, bij machte zal zijn op dit punt een stellig veto uit te spreken, zoo dat liet vertrouwen op do liberale partij, als geheel, in den lande zal teiugkeeren. Dan is het natuurlijk met Kuyper's rijk gedaan en komen wij weder in den gewonen toestand, dat een nuance van de midden partijen in de politiek den pas aangeeft. Daarom wordt hot oude spelletje nog eens beproefd, ditmaal naar twee kanten. Eenerzijds om do oppositie te vei doelen, anderzijds om de Regeeringspartij onder worpen te houden. Ik weet niet recht, waar de schoen in de Regeeringspartij wiingt, maar er zijn er blijkbaar onder haar, die naar Kuyper's Maar niettegenstaande deze uitnoodi- ging heel edelmoedig klonk, werd cr toch geen gevolg aan gegeven. Borthold bleef weg en zijn vader begon nu zijn spaarpen ningen te verzamelen voor een reis, waar op hij liet spoor van den vermiste wilde vinden. Natuurlijk droeg zijn edele schoon moeder tot dit doel ook bij, en een vrij aan zienlijke som lag gereed. Toen Bcrtba cn haar man op eon dag in Augustus op hun balkon do aanstaande reisplannen besproken, verscheen mevrouw Augarten mot een bedrukt gezicht: „Kin- deien, hoo betreur ik het, dat ik vandaag de brengster ben van een jobstijding." „Het ongeluk, dat wij van u, ce goodo geest van ons huis, hooren zullen, zal wel niet zoo groot z n", scheruco Wader, en Bcrtha riep, teiwijl zij haar moeder om helsde en haar vroeg te gaan zitten: „Zoo- dra gij hier zijt, i8 alles mooi en goed; Walter verlangde juist naar u, om uw goeden raad te vernemen „Kinderen, wcest flink! Vader heeft door de failli ten van twee Banken zijn Vermogen veil oren 1" Dit bericht kwam stellig onverwachts en er volgden een paar minuten van cicp Etii..ijgen. Bcrlha vlijde zich tegen haar mc-der aan en flui.steide: „Dat zal nu voor u reden zijn om voor altijd bij ons te blijven." „Ach, die arme vader!" zuchtte mevrouw 'Augarten bodiukt. WaJter riep, bezield door een goede gedachte: „Wij zullen vader dadelijk do som geven, die voor mijn reis plan bestemd was, want hij zal wel drin gende betalingen te doen hebben; ik zal dadelijk het geld halen." Hij haastte zich naar zijn kamer cn kwam teiug met een lecren taschje, met bankbiljetten gevuld, dat hij zijn schoon moeder aanbood. Zij bleef er bij, dat zij zijn offer heel grootmoedig vond, maar zij zou cr geen gebruik van maken. Toen be sloot Walter plotseling om zelf naai zijn eohoon vader te gaan, dien hij bezig vond met het nazien der conto-boeken. Zone er omwegen strekte Walter zijn hand naar hom uit ©n hij legde do zijne daarin, zon- dei bo spreken. Walter zotte het doel van zijn bazoek uiteen en lei het gevulde leeren taschje op zijn schrijftafel neer. Augarten bedekte zijn gezicht; de ijskorst om zijn hart was gesmolten; hij schreide. Toen roikto Waltei vol modelijden h©m nogmaals cc hand on vroeg: „Laat vergeven en ver geten zijn, wat ons scheiddel Laat ons nu aainen het ongeluk dragen, dat ons heeft getroffen. Gij hebt uw vermogen verloten, ik treur om mijn zoon en ik heb diep be rouw over hetgeen ik met mijn stijfhoof digheid misdaan heb." Augarten diukte de vriendelijk aangebo den hand van Walter en bokence verplet terd: „Wat moet ik dan zeggen 1 Mijn koppigheid van jaren goleden heeft mij mijn fortuin ontnomen om mijn kleinkin deren on uw gelukkig huisoLijk leven to leeren kennen 1" „Ons huis staat nu ook voot u open, vaderkom bij ona wonen, al is het in een- voudigen, dan toch in tovroden kring!" Augarten dankte aan gedaan: „Gij zijt ccele menschen; het moet een heerlijk eQ harmonisch lev a met uliedcn zijn. Good, ik stem er in toe en hoop uit bot verlies van mijn vei mogen nog zooveel te redden, dat ik mij niet heelemaal als klaploopcr bij jo behoef to voelen." En zoo gebeurde het ook. De verkoop van twee huizen dekte een gedeelte der verplichtingen ©n de gedwongen verkoop der goederen liep gunstig af; ook kwamen ei achterstallige betalingen binnen bij een koopman, die als eerlijk bekend stondL Hij schikte zich gelaten in do veranderde om standigheden, maar Li.ad ook allo re den om over zijn omgeving tevreden, te zijn. Bertha scheen hem do goodo engel te zijn, die vooi de gezelligheid van het huis zorgde, en toen, bij c n langdurig lijdea van haar vader, wiens gezondheid sedert het bankroet geknakt was, kwamen haar geduld en opoffering duidelijk aan het licht. Maai Walter offerde aan de familie zijn ^grootslen wemach op: co reis, dio hem zijn zoon moest terugbrengen. Zijn verdien sten werden nu op een andere manier ge bruikt, voornamelijk voor do kosten van de ziekte, en, helaas, ook van de begrafenis van zijn schoonvader. Na den o'ood van Augarton verdiepte Walter zich vlijtiger dan ooit in het oom- ponceren en voltooide een kleine opera, wam van hij groote verwachtingen koester de. Het werk bcvatto goede inspiraties en beloofde suooea. Do loden van het tooneel- orkest, dat hij dirigeerde, toonden zich be reid om hun best te doen bij de repetities. Wel verlangden zij van Walter een weder dienst, die bestond in het verzoek, of hij een verzoekschrift aan het schouwbuigbc- stuur mee wilde onderteekenen om verhoo ging van salar te krijgen. Waltei wees dit verzoek af, daar hij het nuttclooze er van reeds inzag. Nu begon de strijd in het oikast en de repetities voor de opera van den kapelmeester werden op een manier afgebroken, die aanstoot gaf. Op zekeren dag, toen de violisten weder een& opzette- ding der heeren Nationalen in zake het arbeidersvraagstuk niet deugt. In dit opzicht stemt „D e L i m b. Koerier" in met het (Kath.) „Huisgezin", dat schreef „Overtuigend is gebleken, dat in zake het verzekeringswezen (tegen ziekte, invalidi teit en ouderdom) het particulier initiatief ten eenenmale ontoereikend is en een in grijpen der overheid dringend geboden. Heel de sociale wetgeving naar achteren schuiven met een wissel op een niet afzien bare toekomst, getuigt niet van politiek be leid. Een partij, die zich met een dergelijk programma aandient, zal nooit nationaal worden; en historisch is ze evenmin, daar ze de ontwikkeling der denkbeelden op maatschappelijk en economisch gebied in de laatste 20 a 30 jaren eenvoudig negeert." En ten tweede deugt volgens „De Lim burger Koerier" nog minder het standpunt, dat „deze godsdienst-voor-het volk-behoudende mannen" innemen in ,,d c neteligo onder w ij s-quaesti e"„ want zij staan, lijnrecht tegenover dc Hoo gor-Onderwijs-Wet van Minister Kuyper." Daar staat echter weer tegenover, dat zij met hun economise h-f in a ncieelo wenschen den vrijzinnigen freetraders vol strekt niet in het gevlei komen Op econo misch gebied, getuigt ,,D e Limb. Koer." hebben ze „de eenigwaro leer", die „de be langen van den handel tot richtsnoer en de bevordering van den nationalen arbeid toe doel" heeft. Uit een en ander concludeert „D e Limb. Koerier": „Tot welk een houding in de practijk die vermenging van waarheid en dwaling zal leiden, is nog niet met zekerheid vast tc stellen. Maar wij vreezen met groote vreeze, dat de partij ten slotte den verkeerden weg zal opgaan en bij de conservatief-liberalen zal aanlanden." „De Nod er lander" oordeelt, dat do nieuwe partij blijkbaar bestaat uit menschen, die van het liberalisme, zooalf L;t door de zweep van Troclstra wordt voortgedreven, genoeg hebben, en aan dc andere zijde zich niet thuis gcvoolen bij do groepen der rechterzijde. „Basis van cenhcic zoeken zij niet ineen confessie of ccnïg ander beginsel, maar in aansluiting aan de historie. De partij „zoekt haar grondslag niet in eenig be ginsel, dat uitteraard slechts door een dcol det* volks kan worden omhelsd, doch in do geschiedenis, waarvan de studio voor ieder Nederlander mogelijk is. Te genover beginsclis waarvan de toepassing blijkens do ervaring, verdeeldheid in het loven roept, wordt van onze zijde eon grondslag aanbevolen, dio vereenigl, al thans vercenigon kan." Of de „toepassing" ook van dezen grond slag niet vordeeldhcid in hel leven kan roe pen, wordt voorshands niet onderzocht. En de heeren hebben daarin tot zekere hoogte gelijk. Zij mooton zich voorloopig niet te zoor bekommeren over do toekomst, maar zioh vermeien in do gulden onbezoigdc par tij jeugd. Met belangstelling zullen wij dc natio naal-historischen aan hot werk zien. Daar de grondtoon van on3 „nationaal" karakter „christelijk is, schijnt er grond te bestaan voor het vertrouwen, dat wij, ohristolijk-liis- torisohen, menig punt van aanraking diet hen zullen hebben. En in elk gov. 1 kan inge stemd worden met wat de „N. Prov. Gr on. Crt." schrijft: „Dit is zeker, dc mannon dozer partij staan heel wat dichter bij ons dan de socialisten of vrijzinnig- democraten." Wanneer vlo nieuwe partij inderdaad in do nationaaJ-historischc lijn blijft, en het tegenwoordig Ministerie getrouw blijft aan haar voornemen, om, onder afwijzing van enghartige partijpolitiek, op 'de Christelijko grondslagen van ons volksleven voort te bouwen, dan zien wij Li niet vc-ra toekomst ook deze partij medewerken aan 'do politiek lijk valsch inzetten, maakte do booze kapol- meeöter do opmerking: „Gij zijt boosaai digo vioolspelers, maar geen kunstenaars." Hierop i cgon er een afschuwelijke katten muziek van de belcedigce orkestleden, dio er plezier in hadden, om, in plaats van die lievo melodieën van Walters epera te begeleiden, rare straatdeuntjes te spelen. Walter probeerde het bij te leggen en nam plechtig het wooid: „boosaardigo vi oolspelers" terug. Hij zag in, dat zonder den goeden wil van het orkest zijn opera verloren zou zijn. Schijnbaar was do viedo hersteld, maar het onverklaarbare geding der orkestleden tegenover hun leidci Wal ter werd steeds onrustbarender. Dc aan voerder dei rebellen in het orkest, do eerste vL 3t, een stijfhoofd met geen goed hart, keek bij do repetities zoo somber als een tooncelbooswicht om zich heen. Maar, men verhinderde den voortgang der repetitie» niet. De avond' dor eerste opvoering dor ope ra was gekorven. Bleek cn zenuwachtig be trad Walter zijn dirigeorstocl. Met een boosaardigen glimlach koken de eerste vi olist cn eenige stijfhoofu.-n in het orkest hom aan. Do ouvertujro begondc fris- acho cn lieflijke thema's der opera daaiin werden met groot© vaardigheid uï^voerd. Bij het slot van het voorspel weergalmde hot gebouw van bijvalsbetn in Dc cor- ste akto was tot het midden afgespeeld. Daar trad de Drima donna op, die in tonen haar nood moest klagen. Zij begon haar melancholieke aria to zingen. Maar hoor, wat was dat? Haar droevige aria ging over in een vroolijko wals, die bet orkest begon to spelen. Do zangeres ont stel.1©, hield op met zingen en verdween achter de coulissen. Do rebellen van het or kest speelden daarna een polka-mazurka va i een bekenden componist. Walter klop- d©r rechterzijde en, zij het op onainankclijk oritisch standpunt, steun bieden aan de Ho* georing, die zij nu reeds, in dit eerste num mer van haar orgaan, in het artikel „Do kritiek op het Regeeringsbeloid" op zeer te waardeeren wijze tegenover de onbillijke aanvallen der linkerzijde verdedigt." „Do Standaard" schreef over sa menwerking: Van mcor dan één kant is reeds op da noodzakelijkheid gewezen, dat men bij da komende stembus onzerzijds niet over cn weer tegen elkanders oandidaten moet op treden. Ook ons komt dit logisch voor. Waar ccn lid aftreedt, dat getoond heeft met do tegenwoordigo groepcoring van harte meo te gaan, zou liet eigen spel be derven zijn indien mon tegenover zulk een lid een togen can didaat onzerzijds stel de, en al den wrovel voor onze rekening nam, dio hieruit licht geboren wordt. Toch zou dit niet kunnen, indien we niet gelijke bereidwilligheid vonden in distric ten, waar een lid der anti-revolutionnai- re partij aftreedt Zulk rcchtstrecksch stemmen op den can- didaat van de andere partij is alleen denk baar bijwijze van ruil, cn laat, mits dit beiderzijds aanvaard worde, do zelfstan digheid van elke partij onaangetast. Wie uitruilt effacecrt zich niet, maar blijft wie hij is. De kans staat dan ook schoon, dat het' hiertoe komen zal, on dat dit samengaan dc eenheid voor wat dc samenwerking aan gaat, bov or doren zal. Moeilijker da aren teren staat do vraag voor districten, die nog veroverd moeten worden. Bij zulk soort districten toch dient er vóór alles op gelet, welke candidaat dc bes te kansen op slagen biedt, maar komt toch ook dc cis dl der welwillendheid in aan merking, dat men .aan dc andere partijen, mot welke men samenwerkt, billijk;- a-sen laat. Er moet geen zucht zijn, om elkander een vlieg af la vangen. Hiertoe zal nu tweeërlei noodig zijn. Ten eerste, dat de comité's der onder scheidene groepen intijds overleg pingen. En ton tweede, dat men lette op do wezen lijke krachten, dio door niouwo aanwinst aan de rechterzijde van dc Kamor kunnen worden toegevoegd. Een. Regccrings-mccrdorheid is iets an ders 'dan een minderheid van oppositie. Ze heeft behoefte aan zoodanige perso nen, die tijd genoeg vrij hebben, om zioh bij dc Kamcrwcrkzaamhodcn onder do werkende leden te laten indeclcn. „De Volks b o d o" (orgaan tot hand having van het christclijk-historisch ka rakter des natio") komt ook op do Min a- h a s s a-zaak terug cn maakt molding van ccn door haar ontvangen schrijven van den oud-resident Jellcsma, waaruit zij het vol gende mededeelt: ...„Moet nu de Minahassa weder in beroe ring gebracht worden? Door do komst van den bisschop, met dc kcrkolijko ceremoniën, daaraan verbonden, zullen do protestanfc- sche Minaha8sers weder opgeschrikt wor den. Mogen daardoor misschien niet zoo dadelijk rustverstoringen ontstaan, naar mijn innige overtuiging, gebaseerd op lang- durigo bekendheid met 't volk, zal do komst van den bisschop in do binnenlanden van die streek, waar do bevolking gehecht is aan den protestantachen godsdienst, niet nalaten bedenkelijke gevolgen na zich to slepen: het vuur van den geloofshaat zal ontbranden; de rust en do orde zullen in gevaar worden gebracht. Do Minahassrr moge uiterlijk kalm schijnen, hij is harts tochtelijk van aard. Dat is vroeger meer dan eons gebleken, toen Roomscho geeste lijken met te veel ijver pogingen aanwend den tot het maken van bekeerlingen onder de protestantsche inlanders. De komst van den bisschop zal spoedig to met zijD stok af. - ct orkest speelde de danswijs verder. Hei had zich laten meo- sleepen door het schandaal, waai c'oor Wag ner's „Tannhauser" opvoering in de groote opera te Parijs mislukte. Toen werden er ook in het oikest straatdeunen gespeeld, terwijl do loden der Jockey-club op kleine metalen fluitjea loten als straatjongens. Eindelijk betrad de ochouwburgc ireoteuT/ aan do zijde van een commissaris van po litie het toonecl en sprak, tot het onkeet gewend „Mijno heeren 1 Houdt rekening met het publiek en verhindert niet do uitvoering van onzen kapelmces>-ter. Ik zou niet gaar ne willen, dat do wettelijk© gevolgen van uw gedrag op u woióen toegepast." Daar viel hem do chef der rebellen, do eerste violist, in do rode: „Waarom hebt gij geon rekening met ons gehouden cn niet onze traktementen voihoogd? Wij heb ben het recht om te staken cn doen heb ook. Gij hebt geen medolijdon met ons ge- liad; wij behoovcn hot ook niet met u te hebben. Op, makkersDo staking begint 1" Bij c.eze oproeping verhieven zich onder hevig gefluit van het publiek de orkest leden en verlieten, do mccsten met hun instrumenten, het gebouw. Zij bc^itadcn het niet weer, want vóór hot begin van het seizoen hadden zij zich verbonden bij een anderen opera-troep. Walter was als vorplcttctjd. Hij voeldo zich weerloon tegenover een heele bende stijfhoofdenzijn opera wera niet opge voerd, cn daar dc schouwburg-diiccteur weigerde voor den korten tijd, dien het 6peeLaoL?o?n nog duundc, ccn nieuw or kest tc engageoren, bleef hem niets andeis over dan zijn kapclmecsteraambt neer te leggen. (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5