No. 13737. LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 3 DECEMBER. - TWEEDE BLAD. Anno 1904. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Ba Millionsaair. kï-assebeüangea te bevorderen, moeten do Andere kftassen. op hun hoede zijn. Een wet- govondo vergadering kan vel een kleine bijmenging van klasse-vertegenwoordigers verdragen, maar hun stem moot e>r geen bcsldssenden invtoed kunnen uitoefenon. Het zwaartepunt eener velgelende verga dering moet bij hen zijn, dio als onpartij dige rcohters buiten on boven de strijdende belangen staan. Sociaal-democratische oandidaten kun nen do liberalen dus niet bij eerste stem ming kiezen, vaar redelijke kans bestaat, dat een liberaal in herstemming kan ko men. Dit vare verloochening van oigen be ginselen. Eerst vannceJ tussolien twee kwaden te kiezen valt, kan naar den regel gehandeld worden, dat het kleinste kwaad te verkiezen is, wat van de omstandigheden afhangt. Zal in 1905 bij herstemming te kiezen zijn tusschon een sociaal-democraat on een Kuyperiaan, dan is te verwachten, dat aan den eersten de stem zal moeten worden gegeven, om do eenvoudige reden, dat eenigo eociaal-democraten in de Kamer aan het land do wet niet kunnen 6tcllen, maar de verkiezing van volgzame Kuype- rianen in dc twijfelachtige districten aan hun loidcr een vcrderfelijko dictatuur zal verschaffen. Dezelfde regel zal ook gevolgd moeten wordec. tegenover de vrijzinnig-democraten. Ten aanzien van beide groepen zal bo vendien op de personen gelet moeten wor den. Ik meen onder do sociaal-democraten enkd'.cn to zien, die met do hun opgedragen taak groeien en geneigd worden, hun enge Masoestolling prijs te geven. Evenzoo on der do vrijzinnig-democrdten meer dan een, dio afscheiding betreurt. Openlijke erken ning hiervan hunnerzijds zou veel tot sa menwerking onder de oppositie-groepen kunnen bijdragen." Prof. D. P. D. Fabius schrijft in ,,D e Rotterdam mor": De Regeoring heeft een wetsontwerp ingediend, om aJle vaste werklie den te d w i n go'n zioh en tot hun gezin behoorende personen to verzekeren togen do geldelijke gevolgen van ziekte en overlijden. Gaat dit aan? Natuurlijk moot men onderscheiden tus schon de verzekering on den dwang. Iets kan zeer heilzaam zijn, zonder dat toch dc Staat het recht heeft, dat b ij dwang aan de burgers1 op te leggen. Anders kon gobeel het private leven on der Slaatsourateole komen. Zoo icdencert het verlicht despotisme. Het ouvel van het staatssocialisme-, van don omnipotente n Staat-, is niet, dat alle maatregelen in dio richting naar hun inhoud verkeerd zijn, maar dab van Staatswege geregeld wordt op eon tci- rein, waar den Staat geen zeggenschap loc» komt. Z^o bij den lccrdwang. Do tegenstanders van den leerdwang achtem niet onderwijs onvcyrschillig. Wel werd het van viijzinnigen kant vaak dus voorgesteld. Hetzij, wijl men het geschil niet begreephetzij omdat men zelf het moeilijk verdedigbare van den dwang gevooldc. Maar het ging toch, en gaat nog, dezerzijds tegen den dwang. Ja, voor leerdwang is wellicht meer te zeggen dan voor voizekeringsdwang. Men kan althans moeilijk het laatste ver dedigen en het laatste bestrijden. Het ministerie-Goeman Borgesius-Lcly van den leerdwang wilde d°n ook op so ciaal terrein het Staatssocialisme doorzet ten, en maakte gedwongen zoig voor den ouden dag geTCöd. Niet vreemd. Op vrijzinnig standpunt. Wil dc Rogeering de verzokering bevorde ren, dan is daarvoor wellicht veel te zog gen. Maar voor den dwang is geen rechts grond te vindon. Die dient uit het wetsontwerp te worden gelicht, zal het ook voor anti-revolutionai ren aannemelijk zijn. Niet aan uitbreiding van Staatsourateele hebben wij behoefte. Duitschland is in dit opzicht een baken in zee. Nader heeft de hooglceraar over dit ontwerp nog het volgende geschreven: Wanneer van Staatswege het een of an der met dwang wordt opgelegd, is het alleszins natuurlijk, ja, geboden, dat wordt gevraagd, of daartoo recht bestaat. Z x> mon althans niot aanneemt, dat iets alleen omdat bet uitgaat van den Staat, daardoor recht is; dat dezo mag doen al wat hij wil'. En zeer bijzondere reden is er, om naar den rechtsgrond to zoeken, waar een zoo groot stuk van het vrije mcnschenlcven onder staatsbovel komen zal, indien het door do Regeering ingodience ontwerp tot invoering van vorzekeringsdwang wet mocht worden. Welk recht heeft do Staat om aan par ticulieren voor te schrijven, hoe zij zullen zorgen voor den kwaden oag van ziekte cn overlijden? Dc Rogeering gaat van dit standpunt uit, dat eigenlijk alle menschen benedon zekeren financicclon standaard voor deze zaak moeten komen onder Staatsdwang. Wordt, dan vraagt do schrijver verder, beneden óie zekere, inderdaad onzekere, grens deze aangolegonheid iots, dat uit- toraard niet meer tot den kring behoort, waarover do mensch het recho hoeft zelf standig to beslissen? Hij noemt hot jam mer, aaf in do Memorie van Toeliohting deze eardinalc vraag niet behandeld wordt. Blijkens de Memorie schijnt het voor schrijven van verzekering te rusten op gronden: verzekering is voor minder ge- fortuneoracn wcnscholijk; en niot allen doen het Maar, aldus vraagt prof. Fabius, mag daarom dc Staat dwang gebruikon? Mag gedwongen worden tot alles, ook al behoort het naar rijn aard tot het parti culiere leven, omdat zij, dio dc macht in handen hebben, dit nuttig oordcelcn? Er is wellicht nog omtrent heel wat meer uit het partioitiiero leven in Den Haag vlo veroischte overeenstemming to krijgen. Mag dan voor dat alles do Staatsmacht gebruikt worden om .ot van do menschen in hun huishouding gedaan te krijgen! Bij zekeren financieelen standaard is hot dubbel gowenscht jaarlijks een begroo ting van inkomsten en uitgavon op te maken. Niet alle menschen doen het Dus mag dc Staat dit bij dwang voorschrij ven? Het verdient zeker aanbeveling, dat menschen, dio een r 'im inkomen hebben uit nun betrekking, doch geen kapitaal, voor hun vrouw een levensverzekering koopon. Maar niet allen doen het Kan daarom de Staat er toe dwingen? Verzekering tegen de nadeelcn door brand is althans voor mindergegocdcn gc- wenscht. Maar niet allen doen het Zou dit nu rechtvaardigen a.ssurantic-flwang? Op die manior kan toch geheel het pri vate leven onder Staatsdwang komen zoodat daarover niet meer aan den monsch het zeggenschap toeokomt; dat deze daar uit gedrongon wordt, cn zijn particulioro loven voortaan door den Staat gcrcgold wordt. Ja, als de dwang eenvoudig hiermeo ge motiveerd wordt, dat dc menschen uit eigen beweging niet genoeg er too komen om zich te verzekeren, wordt dan eigenlijk niet erkend, dat mon hier met een Staats- curateelo, een Staats voogd ij, heeft te doen? Met een meer Dints'*!! dan Nederlandsch instituut? Dr W. Nolens schrijft over dc werk zaamheden van Parlement en Rogeering in do „Vonloosohe Courant" In een vorig artikel heb ik aangetoond, dat wat hot onderwijs betreft, zoowel in ot lager, midaelbaar, als hooger cn vak-onderwijs nog in den loop van dit zittingjaar de oogst kan worden binnenge haald'. Wat do versokcringen aangaat: Do ,„A i'nhemsch© Courant" 6prcokt in eon artikel overliet beleid van den ministor van financiën en schrijft o.m. Allereerst trekt heb dc aandacht-, dat ter- i wijl, ondanks zijn sombere opvattingein om- tient do naasten toekomst, de Minister slechts komt tot een geraamd tekort van bijna millioon, hij ten vorigen jaro, toen bij een vermoedelijk tekort op de gewono middelen becijferde van 5 3/4 millioen, van r meening was voorshands van het voorstel len van bolastingverhooging to mogen af zien, in afwachting van het ontwoip tot wijziging van hot tarief van invoerrock- ton, waardoor aanzienlijk hoogero baten aan do schatkist zouden toevloeien, en dat binnenkort do Staton-Generaal zou kunnen bereiken. En nu dab ontwerp needs onge veer driekwart jaar bij de Kamer aanhan gig is on ook in de afdeelingen al onder- zocht is geworden, nu acht de Minister bij ee>n bolangrjjk lager geraamd tekort on middellijke versterking der middelen noo dig. Het ligt voor do hand, dat een derge lijke inconsequentie weinig geschikt is om veel vertrouwen, in het financieel beleid van den heor Harte in te boezemen. En wat in de Millioenenrede den schijn had deze in consequente houding te verklaren, nl. dat .overeenkomstig het programma, waarmede de Regeoring was opgetreden, de hoogere opbrengst uit de invoerrechten van stonde aan bestemd was vooi do kosten der ver dere vrijmaking van het onderwijs en der sociale wetgeving, hot verklaarde feitelijk niets, omdat dit bezwaar dan tooh ook reeds ten vorigen jaro gold tegen 'sMinis- teis berusting in het toen geraamde tekort, in verband met het woldra in te dienen Tarief-ontwerp. Aan deze zwenkingen niet de eerste bo vendien in het financieel beleid van den Minister Harte is dan ook inderdaad geen touw vast to maken en mot zijn vrien den zien we belangstellend uit naar het be toog, dat, ook na oveiweging dor in het Voorloopig Verslag geopperde bedenkingen, versterking der middelen reeds aanstonds noodig ia" Van do voorstellen tot heffing van op centen op vermogens- en bedrijfsbelastingen is, naar het oordeel van het blad, de eenige verdienste, dat minister Harte daarmeo heeft getoond, zich aan dc machtspreuken van zijn onmiddellijkcn ambtsvoorganger niet te storen. Bij de heffing van dezo bei de belastingen is, meent de „Arnhcra- Bchc Cour an t", een geheel onvoldoende progrossio aangenomen. Is verhooging dor directe belastingen noodzakolijk, aldus schrijft zij, dan zou zij idddr gezocht behooren to worden, en even zeer, gelijk ook in het Voorloopig Verslag wordt aanbevolen, in een samensmelting dier beide belastingen tot cén progressieve inkomstenbelasting en in eon verhooging der sucoesskJjo acting met vermeerdering barer progressie. Niet echter in oen hef fing van opcenten, welke, wegens het gelijk pcrcentago, waarmede elko aanslag ver hoogd wordt, con progressie is juist in dc verkeerde richting. Ten aanzien van het voorstel tot verhoo ging van den jencveraccijns zegt het blad nog: Er is van dit brutale verlegcnheidsmiddel j,tot stijving dor schatkist door opvolgende f Ministers reeds zoo vaak misbruik gc- imaakt en er is daarop telkens zoo juiste ,en zoo afdoende critick gooefend, dat er 'ogen een vorhooging van dien accijns wel geen ander nieuw argument kan worden aangevoerd dan dat bij elke verhooging de bezwaren daartegen in gelijke verhouding ernstiger worden. M v. S. v a n H o u tc n zegt in het derde nummer van zijn nieuwe reeks „Staatkun- dige Brieve n", dat do afvalligen van de libe-ralo partij, dio zich vrijzinnig-de mocraten noeancn, meer dan waar schijnlijk bij de keuze van hun naam, onder hot volk, dat in hun gedachtengang liecrschon zal, het deel der bevolking hebben verstaan, hetwelk vroeger bc- Mevrouw Deifiedds oogon rolden in zijn richting met 'dc heerlijkste woede, die con dichter zich kan denkon; haar vinger wees naar den jongeling, die daar 6tond met den blaker sohcef in zijn hand, zoadat dc kaars afdruppelde, een beeld, van verbijste ring en confusie. Vraag het hem liovcri Laat hij ontken non, als hij durft l Daar in die kamer is mijn kind, mijn onschuldig kind! Hemel! Wat zullen daar een praatjes van komen Stem en gelaat voorspelden, dat do deugdzame toorn op het punt stond, uit te baiston in zenuwachtig snikken. ,,Maar het is toch zijn kamer?" meende Jack. „Hoo kon ik liet weten, dat or een ver andering had plaats gehad?" zei Harold, dio eindelijk zijn stem terug vond. „Hoo u dat kon weten?... Ja, dat is een mooi voorwendsel..." „Maar ik verzeke- u, dat het een ver gissing was." „Een wonderlijk soort vergissing dan _wam er mot een grijns, zóó cynisch, dat arold or voor terugschrok, /oo'n vergis sing zou u misschien helpen om iets te acggen, waarvoor u vanmiddag in het po- nWagC?jC g,eeD tlj<i VOnd Wa« d*t '-J hr?n TO!do.SIldo om in opspraak te brengen 1 Ach, m,j,> arm kindr e oordeelon naar üo kracht, waarmee ^evrouw Del field don zakdoek tegen haar oogen drukte, en het wringen liarer ronde heerscht werd, vooral de loontrekkenden en dat zij zich voorgesteld hebben, dat in de slingerbewegingen der macht do loon trekkenden nu eens don baas zouden kun nen spelen over de plutocraten, die vroe ger over hen den baas speelden. „In dezen gedachtengang", aldus de schrijver, „verklaart zich geleidelijk het samengaan dor vrij zinnig-democraten mot de sociaal-dcmocraten, die dit doel onom wonden najagen, ten aanzien van den oisch van allemanskiesrecht, het instru ment van volksregeering in dezen beperk ten cn slechten zin. Evenals dc ook hun eigen lust naar hecrschen cn regïementee- ren; hun geneigdheid om aan do onderne mersklasse ten bate der loontrekkenden de wet de stol Ion. Dit antagonisme tusschen liberalen als anti-caten, wantrouwig tegen alle dwang- wetten, en democraten, als heorschend on reglementeer end ten bate der loontrek kenden, is mede één der oorzaken van de tegonwoordigo tweespalt onder de opposi tie-groepen op het terrein der sociale wet geving. Het verschil ligt niet in dc desiderata voor de loontrekkenden, maar in de me thode om er toe te geraken. Goede oplei ding, voldoend loon, matige arbeidstijd, tijd voor rust en familieleven, verzorging bij ziekte en voorziening voor den ouden dag, dat is a's wensch niet overmatig. Maar met een „dat komt do menschen toch toe" is het niet uit. De vraag is: Hoe krijgen zij hot, of hoo verschaft men het hun? Ik verdedig de liberale politiek, om dat zij naar mijn overtuiging het meest de. algemeen© wolvaart bevordert en bepaalde lijk de klasse der loontrekkenden het snelst vooruitbrengt. Ten aanzien van slaven of lijfeigenen kan dc Staat bepalingen maken, omdat als straf voor den meester de vrijlating kan worden aanbevolen. Maai- aAs men den ondernemer als verplichting jegens de loontrekkenden oplegt, wat hij niet bij machto of niet gezind is hun toe to staan of to verschaffen en hij sluit zijn werkplaats; wat dan? Dan zijn do loontrekkenden zon der werk en zonder loon. Al wat den on dernemer en den kapitalist noopt zich uit zaken terug te trekken, kweekt het groot ste kwaad voor den werkman, do werke loosheid. Waar hier do grens ligt moeten de be trokkenen in vreedzaam overieg, als het volstrekt niet anders kan door werksta king of tijdelijke uitsluiting uitmaken. Hot was een ergerlijk onrecht, aan de wei .'lie den het recht van vcreeniging voor dit dool te onthouden, maar 'dit onrecht is lang opgeheven. Namelijk aan dc werklie den in vrije bedrijven, niet aan dc werk lieden in pub' ieken dienst of in bedrijven, welke de Staat wegens hun half-pul» ick- ï'cchteüjk karakter bevordert of in het le ven roopt, als dc spoorwegen. Dat ook de ze categorieën van ambtenaren cn werklie den straffeloos het werk konden staken, was oen leemte in dc strafwetgeving, die ten gevolge van hot gemaakte misbruik in de dagen van strijd van het vorige jaar is opgeheven, wat reeds eerder had moeten ge-beuren. Bij geen gelogenheid is de geestverwant schap tusschen de sociaal- en vrijzinnig- domoeratcn ten aanzien van liet vraagstuk der machtsverdeering tusschen de volks klassen scherper in het licht getreden, dan toen beide de bestaande l'comte in het straf recht wilden behouden, zc'-fs terwijl daar uit een politiek wapen werd gesmeed. Dit worde bij dc aanstaande verkiezingen niet vergeten De sociaal-democraten erkennen, ja, be roemen er zioh op, vertegenwoordigers van en strijders voor dc bélangen van één klas se te zijn; van cén der partijen in den kl'as- sestrijd, dien zijn naar vermogen aanwakke ren. Zij zijn als dc advocaten in de rechts zaal; zij moesten eigen'!ijk weigeren als wetgevers op te treden, daar zijvolgens eigen erkentenis, niet naar objectieve rechtvorming streven, maar naar klasse- heerschappij en klasscwetgoving. Nu Troelstra c. s. dit echter zelf anders inzien en hun aanhangers hen in dc Ka mer willen zenden, juist om eenzijdig hun schouders, hadden de zenuwen het gewon nen. Er volgde een pijnlijke pauze. Doch plotseling veranderde dc toestand. Boven op het trapjo van drie treden ver scheen een gedaante, lang, slank, screen, betooverend, in een glanzend kleed. En die verschijning sprak: „Maak u niot moeilijk, mevrouw Del- field, alles is in orde. Tottie was volstrekt niet verschrikt. Wij hebben wat gelachen over meneer Gibsons vergissing." Harold, diep ademhalend, wierp een dankbaren blik op do viouw, die hem op dat oogenblik een reddende engel was ter wijl mevrouw Delfield, wier zenuwachtig heid nog vlugger bedaarde dan ze was op gekomen, haail voitiij stond oansteardoj „Was, was u bij Tot-tie?" „Ja, al een halfuur. Wij hebben lekker gebabbeld." „Maar hoe kon u weten?" stamelde me vrouw Delfield, een vraag, welke bewees, dat zij het hoofd verloren had, misschien vooi hot eerst van haar leven. „Van de verwisseling der kamers? O, toen ik Tottio niet in haar oude kamer vond, ging ik in een andere kijken; dat was alles. Het leek zoo natuurlijk, dat u haai vannacht graag in uw buurt hadt, hè? Maar het is jammer, dat u vergat, meneer Gibson to waai sc,.u wen." „Ik hob het liern gezegd!" sprak me vrouw Delfield, geen andeien uitweg zien- do dan een stoute leugen; maar, onvoorbe reid als ze was, bracht ze die er niet stout genoeg uit. „Dan heeft hij het zeker niet gehooid Enfin, dat is een klein blijspel van ver gissingen; maar: eind goed, al goed! Kijk maar niot zoo sip, meneer Gibson. Het is of u in den toren tweo gcvaai lijke dieren hadt gevonden, in plaats van twee zulke ongevaarlijko schepsels als Tottie en ik... Hcusch, mevrouw Delfield, cr is geen re- don om zoo boos te zijn." Lachen l en knikkend ging zij heen, cn een minuut Later was de coriidor leeg. De gemoedstoestand, waarin mevrouw Delfield den volgenden ochtend vertrok, kan het best beschreven woiden als die van opgekropte woede, zóó opgekropt, dat Tot tie nog eer ze thuis waren redding gezocht had in een volledige bekentenis. Neen, meneer Gibson zou Jiaai nooit vra gen, bekende zij onder tranen, al was het alleen maar, omdat hij wist, dal zij niet gevraagd wcnschte te worden. Hij kon niet vergeleken worden bij Edwaid, wat uiter lijk betrof, maar hij was goed en edelmoe dig, zóó edelmoedig, dat zijn eonigo weiux h was anderen gelukkig te maken. En daar hij gehoord had, dat zij on Edward enkel wat geld noodig hadden om het zaligste mcnschenpaar te worden, had hij aange boden, hun de vereischtc som cadeau to geven. „Dat zal een mooi sommetje zijn snauwde mevrouw Delfield, nog bevende ovor haai gchcele lichaam, door de neder laag, en volstrekt niet verzoend door do onthulling van het komplot. „Heeft hij... een oijfer genoemd?" „Ja; hij vroeg, of hondord duizend pond genoeg zou zijn, en natuurlijk zei ik ja. Wij hebben het alles gisteren afgesproken op het rijtoertje". Mevrouw Delfield slaakte een zucht, waarin ieder met meer ervaiing dan Tof- tie, de grootste verbazing zou hebben ont dekt. „Hij maakte jo zeker maar wat wijs." „Ik voizeker u, dat hij liet meende; maar alles hangt er natuurlijk van af, of u uw toestemming geoft. O mama, met honderd duizend pond kunt u Edward toch niet meer arm noemen!" „Praat mij niot ovei dien Edward! Ik wil zijn naam niet meer hooren l" zei me vrouw Delfield scherp, hoewel niet zoo scherp als vroeger. Na hetgeen rij vooi haar dochter gedroomd had, woe con man met eon onnoozelo honderd duizend pona nog niet veelmaai aan den andoren kant was het duidelijk, dat hij nu niet met de zelfde maat mocht gemeten worden als vroeger. Gaandeweg werd mama kalmer en zelf nadenkend. Intussch.cn lachte Sylvia en lady Boar- croft, elk vooi zich, over het mislukken van den stouten coup. V. De warme kassen van Tongerton waren beroemd, wijd cn zijd, on sedert Harolds meeiderjarigheid had hij op een dag in do week den toegang opengesteld voor hot pu bliek. Geen Zaterdag ging voorbij, of or kwamen nieuwsgierigen uit naburige ste den, soms zelfs uit Londen, om dien too- vortuin te bezien. Het was kijkdag gewecet, en het teixein was weer vrij voor Harold on zijn gasten. Want hij had gasten nu; hetzelfde gezel schap, dat vereenigd geweest was to Court- hill, uitgezonderd Tottie en haai' moeder. Men had zooveel nieuwsgierigheid ge toond voor de wonderen van Tongerton, dat hij niet kon nalaten, een algejneene uitnoodigiag te doen. Doch pas was dat gebeurd, of Harold Uitbreiding van de ongevallen-vorzcko* ring voor oe zeovisscherij werd ingediend 14 Novembor 1904; Uitbreiding dlior verzekering voor don landbouw kwam bij den Raad van State 16 Novembor 1901 Ziekte-verzekering werd ingediend ld Nov. 1901; Ouder ooms-verzeke ring bereikte don Raad van State 4 Juni 1904; Do tarief wot werd ingodiend 27 Fe bruari 1904 De administratieve recht spraak kwam bij den Raad van State 27 April 1901. Men dient hierbij te letten op liet vol gende Vooreerst-, dat dc voorborciding van eon omvangrijk wetsontwerp vcol tijd kost. Dit geldt, vooral dhn, waaneer er, zooals bij verzekeringswetten, ingewikkelde bere keningen bij te pa« komen. Tweedena: ook als een ontwerp bet de partement verlaat, verloopt er nog gerui me tijd, zooals uit do datums bij do aomi- nistratiove rechtspraak en do verzeke ringswetten blijkt, alvorens zo van den Raad van State terugkomen en ze daarna lot indiening geschikt zijn. Voel tijd is noodig alvorens gezaaid kan worden. Gezaaid werd 3oor dit Kabinet in ovor-« vlood. Maar hot govaar dreigt, dat do vrucht, half tot rijphoia gekomen, in haar groei gestuit wordt. En wel ondat door 'dc algomeono perio dieke vorkiozingen do zaaiers zolven wor den weggemaaid. M. a. w., de logislatiovo pcriodo is te kort. Dat zou alleon door Grondwetswijziging verholpen kunnen worden. En godeeltolijk door het aanblijven van, eon Kabinet voor meer 'dan éón logislatio vo periode. Dit laatste hangt af van den uitslag der verkiezingen Wat do Kamor betreft: zij zal goed doen al wat voor nföooning geschikt is, tusschen Kerstmis on Pasohen binnen te halen. In ieder geval blijkt m. i. uit hot boven staande, dat aan het Kabinet geen verwijt gemaakt kan worden van werkeloosheid op wetgevend gebied. Hot „Handelsblad" kan zich niet verconigcn mot hot vooistol van den voor zitter der Eerste Kamer, om dc af- troding van do loden van dat li chaam te laten geschieden in 1907, 1910 en 191J. Heb herinnert aan do eerste alinoa» van art. 146 der Kieswet, die luidt: „Bij ontbinding dei Eerste Kamer begint do rooster van aftreding telkens opnieuw to wcrken, over tweo jaren, to beginnen mot don ecrst-volgendcn derden Dinsdag in September. Wdórop eerstvolgend viaagt het blad. Dc woorden zal men allicht volkomen dui- Jijk achten: de derde Dinsdag volgondo op do ontbinding. Dat it dus voor doze gc- legenlioid Sept. 190-4, zoodat het eerste dor- do deel behoort af te treden in Sept. 1900, on niet,gelijk dc voorzitter meent in Sept. 1907. Do meening van den vooizitter is hierop gegrond, dat het artikel dor Kieswet wil tegengaan, dat de zittingtijd langor lan jaar duurt. Dit. nu kan thans niet voor komen, omdat do leden, dio volgens liet lob het laatst zullen aftreden, niet langer dan 9 jaren zitting zullen hobben, wanneer zij in Sept. 1913 aftieden. In 1851, boen do pas tot stand gekomen Kieswet omtrent do aftreding hetz-.xuo voorschreef, heeft men, gelijk do voorzitter aantoont, bij het rijzen eener gelijksoortige i vraag, evonzoo geoordeeld als hij nu voor stelt te besluiten. De gevallen waren ech ter niet volkomen gelijk. In 1850 werd i a- molijk bij uitzondering hot nieuwe zittings jaar eerst op 7 October geopend, zoodhc, had men toen het artikel der Kieswet Iet- ter lijk toegepast, do leden nog geen j. 5 of 8 jaar zoudon hebben zitting gehad Men heeft toen ook de oplossing in ver kreeg plotseling oen bedenking. En hij maakte daarvan Sylvia deelgenoote, toei» zo hom ietwat spottend vroeg, waarom hij plotseling zoo stil werd. „Het is net, meneer Gibson, of u berouw krijgt van uw gastvrije opwelling." Harold zag liaar cenigszins vorbgen aon. „Eigenlijk wel. Ik bodenk plotei'.iag, dat or iets is, dat mij eigenlijk vcibuat, mijn vrienden ondei het dak van Tonger ton te brengen." „Dat klinkt tragisch cn geheimzinnig. Wilt u niet een tipje van den sluier op lichten?" „Ja^ het is misschien maar boter, dat ik het u zeg. Ik meende corst lady Boar- oioft om raad te vragen, maar ik kanevoa goed uw oordeel vragen." Sylvia dankte met een liarer zeldzamo, maar bevallige lachjes, die hem altijd weer ontroerden, en Haiold verteldo haar vaa den brief, dien hij van Hcrr Schmal ont-( vangen had, daags vóór zijn vertrek uit London. Sylvia luistoide met ernstige aandacht. Eindelijk vroeg zij „Heeft u do politie niet gewaarschuwd?'^ „Neen. Het leek mij to voel op bang^ makerij. Ik heb ook do laatste veertien dagen niet aan den brief gedacht. Eersl} toen do afspraak voor do algemeene expo' ditio was gemaakt, kwamen dc bedenking gen op. Want al geef ik er zolf niet om. ik mag toch niet spelen met het leven mijl nor vrienden... M«aar mogelijk is het ook allemaal nonsens! Wat denkt u er van?. Sylvia bleef weer con poo3 stil. Zij dcolda blijkbaar Harolds meoning niet, dat hei allemaal nonsens was. Doch spoedig heli derde haar gezicht weer op en zij zag .Hes rold aan, (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5